© Felix Kindermann
‘Ze zeiken, vloeken en zetten elkaar te kakken als echte venten.’ (over Wild Boys)
EDITORIAAL Het is vrij waarschijnlijk dat de meeste mensen die op een theaterfestival rondlopen gemeengoed proberen te vermijden, maar toch zal ik mezelf welkom heten door een open deur in te trappen. Het is namelijk zo dat deze editie een onderkomen heeft gevonden op drie plekken: het Kaaitheater, BRONKS en de Kaaistudio’s. Mensen die hiervan nog niet op de hoogte waren, zijn bij deze ingelicht. Om bij deze een binnenhuisdeur te molesteren: deze drie plekken bevinden zich in Brussel en liggen niet vlak naast elkaar. En voor ik de lezer irriteer, had ik er graag op gewezen dat hoe vanzelfsprekend deze stellingen ook zijn, ze even onze aandacht verdienen. Het is namelijk zo dat de ruimte tussen deze drie locaties, en bovenal de ruimte rondom deze locaties, minstens even interessant is. Geïnteresseerden volgen het volgend procedé: ga voor de ingang van het Kaaitheater staan, maak een beweging van 180 graden, sla de eerstkomende straat linksaf in, vervolgens weer rechtsaf, herhaal dit proces een aantal keer tot u zich kan inbeelden dat u verdwaald ben. Welkom. Brussel hangt via een filigraan, maar onontwijkbaar netwerk nylondraden aan elkaar. Ondanks de anonimiteit en onbevattelijkheid waarvoor deze zelfverklaarde grootstad in het hinterland bekend staat, hangt u altijd ergens vast, meestal met uw ogen. U ziet een bedelaar die van bierblikjes asbakken maakt, een verlepte vrouw die in twee landstalen staat te vloeken, of een moedeloze oude man die alleen – en dus zelfstandig ligt te sterven. En zij die erin slagen na het aanschouwen van deze taferelen, een gemaakte glimlach op te zetten, maken misschien nog kans dronken te worden met een vrouw die op dat moment onwaarschijnlijk ravissant lijkt. Zelfs al zegt u niets tegen deze mensen, u bent met hen verbonden. Alleen al het feit dat u iets tegen hen zou kunnen zeggen, zorgt ervoor dat u met hen verbonden bent. De kans bestaat dat u een hele nacht door de muren van de nacht wandelt zonder dat u door iemand gezien wordt, toch wordt u gezien. Voortdurend zal u bekeken worden, niet door zij die kijken, maar door zij die zouden kunnen kijken. De kans bestaat evengoed dat u eerder sociaal onderlegd bent, of denkt dat te zijn. Dan stapt u natuurlijk een willekeurig café binnen en u praat. U besmeert uw tong met een dikke brij van woorden en luistert naar iemand die u niet begrijpt. U wordt deel van alweer een nieuwe opvoering van dat wat wij leven noemen. Maar toch – en u bent daar allicht niet rouwig om – blijft er een verschil bestaan tussen die opvoering en wat u eerder deze avond gezien hebt op de planken. U bent niet uit één stuk. Dat komt doordat alles theater is, behalve theater. Uiteindelijk doet iedereen alsof. Alsof hij iets voorstelt, maar misschien kan alleen een acteur, iemand die uitsluitend doet alsof, iets voorstellen. [MB] © Felix Kindermann
All we hear is Radio Angelo LUISTER vanaf 18h naar Radio Angelo via www.theaterfestival.be, www.fmbrussel.be (low stream) of in het Kaaicafé! Bij het verdwijnen van twee monumenten van de dans zo 27 sep 2009 . 20 uur . Rode Zaal (deSingel). Gratis deSingel brengt hommage aan Pina Bausch en Merce Cunningham, die respectievelijk op 30 juni en 27 juli overleden. Zij was 68, hij net 90. Beiden brachten een immense revolutie teweeg in de wereld van de dans én het theater. Met haar tedere blik tekende de Duitse choreografe uit Wuppertal als geen ander de immer kwetsbare, gekwelde mens, steeds op zoek naar liefde. De choreograaf uit New York, vader van de postmoderne dans, veranderde voor altijd onze blik op beweging, op dans, op ruimte, op kunst. In deSingel waren zij beiden een regelmatige gast en een jarenlange gesprekspartner. Wij blijven vervuld van dankbare herinneringen aan deze onvergetelijke persoonlijkheden. Op zondag 27 september brengen we hommage aan beide choreografen aan de hand van archiefbeelden en artistieke bijdragen van Vlaamse artiesten. Hebben alvast toegezegd: Anne Teresa De Keersmaeker, Jan Fabre, Jan Lauwers, Wim Vandekeybus. -2Presentatie: Kurt Van Eeghem . Iedereen welkom! Einde omstreeks 23 uur. Getoonde films: ‘Points in space’ van Elliot Caplan (1986) en ‘Pina Bausch’ van Anne Linsel (2006) www.desingel.be Meer informatie vanaf vrijdag 4 september 2009
Wild Boys Willemijn Zevenhuijzen/hetveem productie Je sexe wordt niet alleen genetisch bepaald maar vooral door opgelegde maatschappelijke conventies. Daar zijn hele bibliotheken aan gewijd. Op dat serieuze thema brengen Willemijn, Suzan en Kim of eigenlijk Sven, Theo en Eddy een professionele, technisch prachtig en vooral hilarisch blijspel Wild Boys; technisch knap en professioneel vanwege de ogenschijnlijk vanzelfsprekende overgangen van meiden- naar jongensgedrag, en door het opvangen van elkaars kleine foutjes en rekwisieten die in de weg stonden. Er is goed geobserveerd door deze meiden. Theo leek in alles op een echte Bon Jovi-achtige rocker. Een optimale samenwerking. Jammer echter is dat het Vlaamse publiek altijd zo lauw reageert. Nergens een lachsalvo of spontaan geklap. Ik wilde staand applaudisseren of heel hard “bis” roepen aan het einde van de voorstelling, maar zou de enige geweest zijn. Ik heb het maar gelaten. Misschien was de humor daar te droog, te Hollands voor. Humor die vaak een serieuze en belerende Freek de Jonge relativerende manier van ondertoon heeft, met een directheid en veel subtiel leedvermaak. In België bestaat dat nauwelijks. Voor de Vlaming die zulk Calvinisme niet begrijpt kan ik verwijzen naar Jeroen van Merwijk’s “dat vinden jongens leuk” van de cd “even iemand doodslaan” en uit zijn theaterprogramma “ik ben blij dat ik mezelf niet ben”. Of Hans Dorrestijn of Drs. P of Hans Teeuwen of ………………………. Wild Boys past in die traditie. Boven alles leek deze voorstelling een alibi om lekker uit je dak te gaan en gewoon te laten zien wat je allemaal kan. Acteren is doen alsof en het net echt laten lijken. En dat is die meiden prima gelukt. Ze hebben prachtig en subtiel gebruik gemaakt van ieders eigenschap een andere op het lijf geschreven jongen uit te beelden. Hier en daar liep het een beetje stroef als naar de gitaar gegrepen werd (de drummer klonk professioneel) maar geen enkele beginnende jongensband klinkt vlekkeloos dus leek als vanzelfsprekend bij de voorstelling te horen. Er gaat niets boven een echte live band. Willemijn, ik las ergens dat je na Wild Boys misschien weer in een gezelschap gaat spelen. Liever niet, wat mij betreft. Ga door met deze vorm van theater. Een unieke mix van mime, cabaret en blijspel. Hollandser kan niet. [HL]
VS. ‘Open de deuren, heb geen respect voor de macht van de verwachting. ’ Tim Etchells Willemijn Zevenhuijzen/hetveem productie – Wild Boys Willemijn Zevenhuijzen kent in de beleving van haar seksualiteit de enorm beperkende werking van voorgekauwde patronen die als waarheid doorgaan. Ze herkent zich niet in het stereotiepe beeld van de vrouw, maar weet tegelijkertijd geen enkele manier om zich erbuiten te denken. Ze zit vast, gestrand. De vloek van de clichés die elke vrijheid in het hoofd tegenwerkt. In Wild Boys gaat ze op een radicale manier doen wat je in zo’n geval niet moet doen en onderzoekt wat de consequenties ervan zijn. Samen met een stel andere vrouwen richt ze haar garage in tot de meest typische repetitieruimte voor de meest typische jongens die er de ruimte volledig voor zichzelf willen nemen en hun gitaren het woord punk doen schreeuwen. Zo wil ze in alle vrijheid onderzoeken hoe het is om een vent te zijn. Dit doet ze met een gepast gevoel voor humor, wat meteen de voornaamste manier is waarop de voorstelling scoort. Ze komt op als de stereotiepe vrouw waar ze zelf maar weinig voeling mee heeft. Hoge hakken, leuke jurk en een neurotische drang naar orde. Na het vermakelijk opvoeren van dit oervrouwelijke beeld begint ze tastend met de enscenering van het tegenovergestelde. Door blikjes over de grond te strooien, muziektijdschriften op de sofa te leggen en de tabak binnen handbereik schept ze kunstmatig een omgeving die veel geschikter is voor drie vrijgevochten punks. De uitgesprokenheid en doorzichtigheid van de clichés waarmee ze haar metamorfose voltrekt doet krampachtig en houterig aan. Oefening baart – zoals het cliché wilt – kunst. Willemijn en compagnie zijn geweldige actrices. De precisie waarmee ze het gedrag en bewegingen van een stereotiepe man hebben bestudeerd, maakt hun verschijning als man ongelofelijk geloofwaardig. En grappig. Ze zeiken, vloeken en zetten elkaar te kakken als echte venten. Zo makkelijk aan te leren en zo inwisselbaar zijn de voorgeschreven gedragspatronen. Zo waardeloos bijna. Een goede beheersing van de clichés kan dus toch blijkbaar geloofwaardig resultaat boeken. Zulke liedjes duren weliswaar nooit lang. Weldra worden het drietal geconfronteerd met een echte vent en blijkt dat hun aangeleerde patronen toch een wereld van verschil zijn met wat er in werkelijkheid gaande is. Een ongemakkelijke situatie en een slaande ruzie is het schrijnende gevolg. Ze zitten vast. Op een bepaald punt zijn de clichés uitgeput en zijn er geen prefab oplossingen meer voor handen. Dan is het ofwel met de handen in het haar blijven zuchten ofwel zoeken naar een oplossing. Een van de meisjes roept op tot meer gevoeligheid, dit is voeling krijgen met de situatie. Alle formele denkstrategieën aan de kant en ontvankelijk zijn voor oplossingen die zich spontaan aanbieden. Dit leidt tot de finale van het stuk waarin de al te typische punknummers – een gemakkelijke metafoor en begeleiding voor het stereotiepe gedrag – eindelijk buiten hun traditionele vorm schieten. De frontvrouw laat haar geforceerde mannenstem schieten voor haar eigen zachte stem en geeft de muziek, die nu niet langer onder de simpele noemer ‘punk’ kan worden geplaatst, een volledig nieuw en fris elan. Buiten de clichés raak je niet, maar het loslaten van beperkende structuren opent deuren en levert interessant materiaal. [KD] © Felix Kindermann
-3-
Abattoir Fermé speelt Nimmermeer
Macaber cabaret Twee duistere figuren begroeten het publiek met angstaanjagende smoelentrekkerij en gewapper met draculacapes. Een dreigende piano zet de toon voor de rest van het stuk: “Donker! Zwart!” In zo’n nacht werd een jongen van vier jaar geboren, blind, doof en aartslelijk, “zijn moeder stierf gelukkig in het kraambed”. En daar verschijnt hij: een geweldig mooie pop van een jongen lelijk als de nacht, die enkel ongekookt voedsel eet en alleen maar alcohol drinkt. Wanneer ook zijn vader en stiefmoeder, met de armen krampachtig in de lucht, het leven laten in een prachtig geënsceneerde brand, blijft hij alleen achter. Met stenen als zijn enige vrienden en de nacht die hem, de eeuwig slapeloze, gezelschap houdt. Hoe ouder hij wordt, hoe groter zijn hoofd van alle lugubere gedachten die een jongen van zijn leeftijd niet passen. Later zal hij nog trouwen met een meisje dat - uiteraard - snel sterft, om haar lijk even later op te graven en botten te bezingen. Dit ten monde van de blauwhoofdige zanger/verteller aan de piano, die af en toe de donkere wolken die boven ons hoofd hangen doorbreekt. Wanneer hij in de rol van psychiater stapt, doorbreekt hij de magie door iets te wanhopig een komische noot ten berde te willen brengen. De duistere verteller verhaalt een leven dat veel overeenstemming kent met dat van de Engelse schrijver Edgar Allen Poe, niet meteen iemand die met een kinderpubliek in zijn achterhoofd schreef. “Nimmermeer” (nevermore) is het woord dat de raaf uit zijn bekendste gedicht The Raven blijft herhalen. Buiten een levensgrote zwarte vogel die in een droom de jongen bezoekt, komen de vier verhalen waarop dit stuk gebaseerd is niet veel aan bod: regisseur Stef Lernous vertaalde eerder de duistere sfeer van Poe naar de scène. Nimmermeer is al de derde samenwerking met figurentheater De Maan maar is onmiskenbaar “Abbattoir”. Je vraagt je onwillekeurig af of kinderen hier raad mee weten, maar laten we wel wezen, ze kunnen, soms beter dan de grote mensen, harde en macabere toestanden aan. De humor is zwart en typisch Lernous en dat is die van kinderen niet. Gelukkig zijn de beelden soms huiveringwekkend mooi (de brand, de pop achter het raam) maar het verhaal is mager. Zonder de voorkennis over het leven van Edgar Allen Poe blijven enkel de vage pennentrekken waarmee de jeugd van een zonderlinge man geschetst is over. Barbara Claes blaast de pop leven in en slaagt erin hem met kleine bewegingen karakter te geven, maar een echte persoonlijkheid ontbreekt. Nooit hebben we het gevoel hem echt te doorgronden: we voelen noch meelij, noch haat tegenover deze monsterlijke mens. Hij zag zijn leven lang niks dan zwarte sneeuw, gelukkig is die op de scène wit - we hadden lang genoeg in het donker gezeten. [SVR] © Felix Kindermann
Stalker door Nieuw West
Ver boven huiskamerniveau Een man komt binnen: hij hijgt, hij komt van buiten. Zodra je je in een woonkamer bevindt, is alles buiten, is de hele wereld een andere plek. Een verboden, grauwe zone waar je je geluk gaat rapen, waar je een onvolmaakt verlangen vervult. De film Stalker van de Russische cineast Andrei Tarkovski leert je dat die zone, waar iedereen met gekruiste en wankele voeten naartoe probeert te wandelen een onvindbare, en in menselijke termen misschien onbestaande plek is. Een zone die zich achter je bevindt, die op je schouders meekijkt naar je doelloze tocht, die onherroepelijk verdwijnt zodra je je omdraait. Het indrukwekkende aan Stalker is dat Tarkovski erin slaagt die zone in beelden vast te leggen zonder ze erin vast te pinnen. Een megalomane en gelukkig in zekere zin halfslachtige poging om het onbekende een masker op te zetten zonder dat het gezicht ervan ooit aan het licht komt. De gelijknamige monoloog van het Amsterdamse gezelschap Nieuw West heeft een heel andere uitwerking. De hijgende man gaat zitten, komt naast je zitten, in een woonkamer die voor even de jouwe lijkt. Hij neemt je handen vast, je ruikt zijn stem, je kan als toeschouwer nergens anders naar luisteren dan naar zijn verhaal. Een verhaal dat door het volkomen gebrek aan beeldende taal en enscenering een paar uur korter is dan de film, maar dat daarna blijft hangen. Als hij uiteindelijk weggaat, vraagt hij de deur te laten openstaan. Hij heeft iets verteld, waarvoor je moet blijven open staan. De manier waarop hij dat vertelt is echt, duidelijk en reëel. Het acteerwerk en de dictie komen opzichtig over, maar het blijft voortdurend reëel. De meest zuiver poëtische associaties en metaforen blijven als blokken steen achter in de kelen van de zes toeschouwers. Slechts met z’n zessen delen we een geheim dat uiteindelijk op iedereen zijn schouders ligt. Marien Jongewaard acteert, bijna opzichtig, maar de toeschouwers acteren mee, en uiteindelijk acteert niemand meer. Zeven mensen hebben gedurende een dik uur een geheim in handen zonder te merken dat hun handen leeg blijven. En het is niet alleen die zone, het is niet alleen de geschiedenis zoals die in de film vertelt wordt, die Jongewaard zo bedrieglijk tastbaar maakt. Er is een bijkomend element, een extra variabele, een tweede onbekende, namelijk die van de herinnering. Ook al krijg je als toeschouwer soms het gevoel dat je mee op reis bent, dat je mee door die zone wandelt, het gaat wel degelijk om een reminiscentie. De man heeft het meegemaakt en hij wil het ons niet opnieuw doen meemaken, maar een stap verder gaan. Misschien wel als een man die de film van Tarkovski ziet, en niet alleen die film maar ook alles wat daaruit kan volgen in scène zet. En dat is wat Stalker tot zo’n intense ervaring maakt, het stuk is een combinatie van twee variabelen, twee vervagende factoren en toch kijkt Stalker je loodrecht en staalhard in de ogen. [MB]
-4-
Radio Angelo sprak met Stef Lernous (regisseur Abattoir Fermé) over Nimmermeer. De dagkrant was erbij.
Wreedheid met heel veel humor Vorig jaar deed Abattoir Fermé op TheaterFestival de zaal huiveren met Tourniquet, een filmisch beeldspel vol donkere en diepe sferen. In Nimmermeer, een griezelmusical voor kinderen, wordt datzelfde ‘donker’ een magische wereld die het leven van Edgar Allen Poe verbeeldt. In de grote zaal van BRONKS, gevuld met kinderen van alle leeftijden, ademden we de machine- en sigaarrook in en met een lach weer uit. Angelo Tijssens belde Stef Lernous na de voorstelling vanuit zijn warm kotteke voor een babbel en wat uitleg over deze bizarre productie en de bedoeling ervan. Stef Lernous: Het idee was om een voorstelling te maken over de verhaaltjes van Edgar Allen Poe voor kinderen maar we hebben dan gekozen voor zijn biografie. Je kan hem beschrijven als een zuiper, een vrouwenjager, een heel melancholisch iemand en dat leek fantastisch om voor kinderen te brengen, want dat kennen we toch allemaal. Bij de vraag “hoe breng je zoiets over naar kinderen” antwoordde Stef kordaat: Met heel veel humor. Naast de humor heeft de voorstelling een heel vrije en spontane tekst, met ontraceerbare spreuken en ongecensureerde mopjes. Niet meteen evident om het spel altijd te volgen en in de rode draad worden wel wat heksensprongen gemaakt. Men kan de vraag stellen in hoeverre kinderen zich konden inleven in de vreemde zinspelingen op de cynische en zelfdestructieve natuur van de mens, maar Stef plaatst dit in een kindertheaterstrategie: Ik vind het leuk om een verhaal te brengen naar kinderen dat een beetje afwijkt van de norm. Het gaat over een vreselijk kind dat opgroeit tot een vreselijke mens dat van kinds af aan alcohol dronk en op latere leeftijd aan de Formol verslaafd raakt. Ik hou daar wel van. Het zou mij als kind in een soort van roes brengen waaraan ik als puber terug denk: “what the fuck was dat”. Niet met slechte intenties, maar vanuit de idee dat theater voor kinderen nogal saai kan zijn. Ik heb het op mij genomen om net dat gat te slaan waardoor kinderen zoiets hebben van “damn ik was vier of vijf jaar en ik heb iets gezien over een kind wiens hoofd alsmaar groter werd en die verslaafd geraakte aan Formol. Ik heb geen flauw idee wat het was of ik begreep het niet helemaal als kind maar het heeft mij gefascineerd en als twaalf – dertienjarige besluit ik daarom om meer naar theater te gaan.” De voorstelling had zijn kracht te danken aan bevreemde muziek met valse piano en een prachtig scènebeeld van levende poppen gecreëerd door Figuurtheater De Maan uit Mechelen. Stef: Dat is de poppenkast hé van vroeger (lacht) waar ik als kind toch wel driemaandelijks passeerde. Een jaar of acht geleden maakten ze ‘De Sneeuwkoningin’ voor kindjes en vier jaar geleden ‘Peter Pan’ voor kindjes en nu had ik zoiets van “goh mag ik eens een verhaaltje maken voor de kindjes?” et voila. De indruk dat de voorstelling soms wat wegzakte in staccato ritme en hier en daar wat te kort schoot in uitwerking, kon niet voorkomen dat we in bed kropen met een gemeende glimlach om de nachtmerries die ons konden te wachten staan. [CH] en [AT] © Felix Kindermann
-5-
This space is yours. Yesterday Tina (TA) wrote about 20,000 reviews that we need, but that she might never write. Michael (MB) wrote that the stage is more often empty than not. On Friday I wrote that we’re all critics. Today my page seems to be especially expectantly blank. So, if you have time, please fill this empty space with whatever you want about the last show you saw, or about performance in general, or about something you saw in the past. Silently, in your imagination; or, if you’d like to be heard, you could leave the newspaper open at this page on the table for someone else to read. You could post an answer on the Urbanmag* blog, or give the newspaper to the barman to pass on to us. You could speak about it with the person sitting next to you, or a stranger at the bar. You could put it in an envelope and send it to a friend. Or, if you’re a failed romantic (or an eternal optimist), you could put it in a bottle and throw it into the canal… Think about the last show you saw: draw a picture about it, write a story, describe your experience, investigate it, share your thoughts. Where did it take you? Did you have any agency, any choice, and was that okay? Was something tested or broken? Was something in you tested or broken? Were you there in the moment? the whole way through?! Do you wish you’d gone for a beer instead? Could you smell the person next to you? How did your body feel? What will this performance do to your dreams? How does it change the performances you’ve seen before? How will it change the performances you will see? What did it prompt in you? What questions do you have?
Theatertater De harde kritieken die de amateurvoorstelling Schöpfung und Evolution - de winnaar van het Landjuweelfestival - hier kreeg in de dagkrant deed stof opwaaien omtrent de noodzaak en selectiecriteria van amateurtheater op het theaterfestival. Hoe verantwoord is de keuze van de amateurjury van het Landjuweelfestival? Hoe gescheiden moet deze selectie zijn van het hoofdprogramma? Curieus als we zijn, lieten we onze speurneus rondsnuffelen naar woorden uit de wandelgangen. Een van onze enthousiaste festivalmedewerksters geeft ons een krachtig “Absoluut!” op de vraag of amateurtheater hier wel thuishoort. Ze gelooft erin dat niet-professionele mensen krachtig theater kunnen maken: “Professionalisme mag geen criterium zijn.” In de cafetaria oppert een podiumtechnicus aarzelend: “Misschien is ’t er ’t publiek nie voor…” Overrompeld door onze vraag verslikt ons volgend aanspreekpunt zich bijna in zijn soep. Hij vindt niet dat we hier het verkeerde publiek hebben: “Theatermensen zijn nu toch net heel nieuwsgierige mensen die wel eens buiten de traditionele kaders durven denken!?” “Tuurlijk! Wat wij hier doen is ook theater”, weet de barman van het Kaaicafé. “Theater is theater.” Een bedachtzame jongedame op het terras is dan weer iets kritischer: “Als de voorstelling raakt en goed gemaakt is, heeft ze hier zeker een plaats. Voor die keuze is dan wel eerder een professionele jury nodig – in plaats van een amateuristische, zoals nu – die dezelfde criteria gebruikt voor wat hen al dan niet raakt als voor de andere voorstellingen.” Wanneer we een groep acteurs uit het professionele circuit aanspreken, vinden die dat een amateurselectie zeker kan. Tenminste, als ze voldoende als een andere selectie, los van het hoofdprogramma, gezien wordt. Andere criteria over het beoordelen van de prestaties zijn hier wel aan de orde. “Nogal lullig voor de amateuracteurs anders.” De mensen van de summerschool dramaturgie, steeds met een mening paraat, laten hun argumenten rondgaan in de groep: “Vooreerst hebben we te maken met twee volledig verschillende circuits die draaien met een verschillend publiek en verschillende kwaliteitscriteria. Daarom is het nodig dat deze circuits genoeg gekaderd worden, en dat gebeurt hier te weinig. Daarnaast zou de professionele jury de amateurselectie zeker moeten zien en beoordelen om zodoende een extra kwaliteitscontrole te krijgen bovenop het oordeel van de amateurjury van het Landjuweelfestival. In zo’n geval is een amateurselectie hier zeker waardevol. Zo vindt het publiek van het theaterfestival makkelijker hun weg naar dergelijke producties.” Tenslotte nog een wijze en terechte raad van festivaldirecteur Don: “We moeten het kind niet met het badwater weggooien. Het is de eerste keer dat deze vraag zich voordoet, omwille van een toevallig minder positief gerecenseerde voorstelling.” En zijn oproep herhalend van bij de opening van het festival: “Laat het ons vooral over voorstellingen hebben in plaats van over het systeem!” [KD] -6-
VOORSTELLINGEN zondag 30 augustus KEUZE ‘09 Nieuw West (NL): Stalker 27, 28, 29, 30, 31/08 | € 12,5/10 maximum 6 personen in de huiskamer | Duur: 70 min – UITVERKOCHT Nederlands
Acteur/theatermaker Marien Jongewaard richtte in 1980 met Rob de Graaf en Dik Boutkan Nieuw West op. Al snel stond het Amsterdamse gezelschap bekend om hun onconformistisch, hard en tegendraads theater. Hun beruchtste voorstelling is wellicht het ophefmakende Jezus/liefhebber uit 1998 met echte junks en alcoholisten op scène. Vandaag geniet Nieuw West een stevige reputatie binnen het Nederlandse theaterveld. De indringende monoloog Stalker is gebaseerd op de gelijknamige film uit 1979 van de Russische cineast Andrei Tarkovski. Stalker is mede door de bijzondere setting - een huiskamer - een heel intense, emotionele ervaring. Zes mensen worden geconfronteerd met een ijzersterke speler en een verhaal over de zoektocht naar waarheid en zuiverheid. Van: Nieuw West. Door: Marien Jongewaard. Tekst: Rob de Graaf
Abattoir Fermé/ De Maan (B): Nimmermeer 29/08 – 18:00 & 30/08 – 14:00 + 18:00 BRONKS | €12,5/10 | Duur: 60 min | Nederlands – surtitré en français
Het Mechelse Abattoir Fermé tast in zijn vaak tekstloze, filmische voorstellingen (o.a. Tourniquet) de grenzen van het theater af op zoek naar de donkere kant van de menselijke natuur. Hoewel het gezelschap geen spontane associatie met kindertheater oproept, zijn ze met deze kindervoorstelling niet aan hun proefstuk toe. Het even huiveringwekkende als komische Nimmermeer is geïnspireerd op vier kortverhalen van meester-schrijver Edgar Allan Poe. Samen met kompaan Chiel Van Berkel, nieuwkomer Barbara Claes en poppenmaker/scenograaf Paul Contryn (De Maan), stortte regisseur Stef Lernous zich voluit op de thema’s angst en horror. Resultaat is een heerlijke griezelmusical waarin in een donker en rokerig decor het gruwelijke leven van een onfortuinlijk jongentje wordt bezongen. Kinderen toegelaten. Vrij naar: Edgar Allan Poe. Tekst & regie: Stefan Lernous. Spel: Chiel van Berkel en Barbara Claes. Scenografie en figuren: Paul Contryn. Songs: Stefan Lernous en Chiel van Berkel. Score: Kreng . Klank en licht: Stéphane Vloebergh en Sven Van Kuijk
Renzo Martens (NL): Episode III - Enjoy Poverty 30/08 – 16:00 + 20:30 & 31/08 – 20:30 - Kaaistudio’s | € 6 | Duur: 90 min |- Nederlands ondertiteld – surtitré en françaisGesprek met Renzo Martens | 30/08 – 17:30 Kaaistudio’s | gratis | Nederlands
Gewapend met een filmcamera, ondernam Renzo Martens een jarenlange tocht door Congo. Hij onderzocht er Afrika’s meest lucratieve exportproduct: gefilmde armoede. En wat blijkt: net als bij goud of cacao krijgt de lokale bevolking er amper iets voor terug. Daarom zet Martens diep in de Congolese jungle een bewustmakingscampagne op waarbij hij de Afrikaanse bevolking leert ‘profiteren’ van hun armoede. Enjoy Poverty is een combinatie van onderzoeksjournalistiek, satire en een eigenzinnige, kritische blik. Het is een provocatief kunstproject waarin Martens zichzelf als (Westerse) maker en kijker op de voorgrond plaatst. Renzo Martens heeft het over beeldvorming, over kijken en bekeken worden. Hoewel vaak ironisch en hilarisch, houdt Enjoy Poverty de kijker een intrieste spiegel voor. Van: Renzo Martens. Montage: Jan De Coster. Consultant montage: Eric Vanderborght. On-line studio: Condor. Geluid: Raf Enckels. Mix: Federik van de Moortel. Productie: Renzo Martens Menselijke Activiteiten. Peter Krüger / Inti Films.
Ilay den Boer / Het Huis van Bourgondië / detheatermaker (NL/B) Eet smakelijk 28, 29, 30/08 & 1, 2, 3/09 – 18:00 (!)Kaaistudio’s | €20/16 (drank en maaltijd inbegrepen) | Duur: 75 min | Nederlands
Schuif aan bij de niet koosjere bar mitswa maaltijd van de Nederlands- Israëlische theatermaker Ilay den Boer. Ga samen met zijn moeder, twintig gasten en een gigantische geschiedenis op zoek naar de betekenis van het joods zijn in het hier en nu.. In deze reeks neemt hij zichzelf, zijn familie en daarmee de staat Israël en de joodse geschiedenis onder de loep. In dit onderzoek doet hij een poging het onbenoembare van een oorlog te benoemen, de ongelofelijke complexiteit van de joodse geschiedenis, de joodse identiteit bloot te leggen en te ontrafelen. De mensheid, en dus ook het publiek, wordt bevraagd op zijn verantwoordelijkheid in deze wereld. Concept & acteur: Ilay den Boer. Decorontwerp: Edo Sutherland. Techniek: Robert Richter.Producent: Het Huis van Bourgondië. Coproducent: detheatermaker. Productie: José Schuringa. Met medewerking van: Nava Benyamini
PARALLEL Toneelstof III: The Wonder Years. Podiumkunsten in de jaren ‘80 30/08 - 20:30 | Kaaitheater - € 6 | Duur: 120 min - Nederlands
Soms kan het helpen ook eens achteruit te blikken. Waar komt ons theater vandaan? Wat leverde het op? Op vorige festivaledities plooide Toneelstof al de jaren zestig en zeventig open, nu zijn de jaren tachtig aan de beurt: de ground zero van de Vlaamse podiumkunsten. Een hele generatie, geboekstaafd als de Vlaamse Golf, veroverde het buitenland met allerlei experimenten, bijzondere grenservaringen, diepe tekstanalyse en een nieuwe kijk op het lichaam. Na de jaren tachtig leek niks nog hetzelfde. Toneelstof III – The Wonder Years wordt een gevulde avond die op deze tijd terugblikt, door de bril van ruim twintig jaar later. Het eerste deel van de avond zwaait de jaren tachtig open als een boek met vele (bewegende) plaatjes. Na een inleidende voorstelling van het decennium als sociaal-politiek tijdsvak gaan Karlien Vanhoonacker en Wouter Hillaert van Toneelstof in gesprek met Frie Leysen, Pol Dehert, Wim Vandekeybus en anderen. Didi de Paris sluit het gelag met zijn beeld van toen.In het tweede deel wordt de splinternieuwe Toneelstof-dvd over the eighties gepresenteerd, vol vergeten beeldmateriaal dat Toneelstof een jaar lang uit de kelders van de VRT en andere archieven opdiepte. Geert Opsomer, John Zwaenepoel en Joost Vandecasteele geven hun kijk op het materiaal. Stef Lernous en Maria-Clara Lobos gaan er artistiek mee aan de slag.Beleef uw jeugd opnieuw, of leer uw artistieke ouders kennen!
-7-
Zondag 30 augustus 13h
14h
15h
15h45
16h
17h30
18h
18h30
18h45
19h
19h15
20h30
21h45
22h
22h30
23h
Stalker -Uitverkocht-
Nimmermeer
Nimmermeer
Bronks
Bronks
Enjoy Poverty
Enjoy Poverty
Kaaistudio’s
Kaaistudio’s
Nagesprek R. Martens Kaaistudio’s
Eet smakelijk Kaaistudio’s
Toneelstof III Kaaitheater
Radio Angelo – Kaaitheater: festivalcentrum
Maandag 31 augustus 18h
19h
20h
20h30
21h
21h30
21h45
22h
22h30
23h
Enjoy Poverty Kaaistudio’s
END
Nagesprek END
Kaaitheater
Forum Kaaitheater
DegrotemonD Bibliothèque Solvay
Radio Angelo – Kaaitheater: festivalcentrum
COLOFON Dagkrantmedewerkers: Hoofdredactie: Marieke Rummens Redactie: Carmen Van Cauwenbergh, Christoffel Hendrickx, Tina Ameel, Roosje Lowette, Stefanie Van Rompaey, Hennie Lenders, Kjel Dupon, Eleanor Hadley Kershaw, Michael Bijnens Fotografie: Felix Kindermann, Ruben Van Eeckhout Coördinatie: Lana Willems
-8-