48
Ze weten alles van ons Het is niet alleen de overheid die ons controleert, we laten ook zelf overal sporen achter. Is er politiek kruid gewassen tegen het gebrek aan privacy? De overheid zou in elk geval burgers die zonder internet willen leven veel meer moeten steunen. PAUL BORDEWIJK Publicist
In de politiek zie je twee houdingen tegenover de omgang met dataverzamelingen. Aan de ene kant is er de ontwikkeling van de beheer singsstaat.1 Die moet ons beschermen tegen elk onheil, en daarom moet de overheid onze medeburgers goed in de gaten houden. Zo voorkom je terroristische aanslagen, maar kun je ook beleid voeren. Aan de andere kant is er het Big Brother-gevoel: we zijn met z’n al len overgeleverd aan een overheid die alles van ons weet zonder dat we er grip op hebben waar al die informatie voor gebruikt wordt. Er is daarbij een opmerkelijke tegenstelling tussen de Eerste en de Tweede Kamer. Soms wijst de Senaat vanwege de privacy regelge ving af waar de Tweede Kamer mee heeft inge stemd. Voor de Tweede Kamer tellen daarbij beleidsdoelen zwaar, zoals een beter functio nerende gezondheidszorg en energiebespa ring, voor de Eerste Kamer ligt de nadruk dan op de bescherming van de persoonlijke levens sfeer. De fulltime-politici in de Tweede Kamer manifesteren zich in dit geval als onderdeel van de staat, de parttime-politici aan de over kant als representanten van de burgers. Herkomst van gegevens Er bestaan veel verschillende soorten gege vensverzamelingen. Soms zijn we verplicht
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
gegevens aan te leveren, of worden gegevens opgeslagen zonder dat ons wat gevraagd wordt. Soms worden gegevens van ons opge slagen wanneer we vrijwillig van een bepaalde dienst gebruikmaken. En soms dragen we zelf informatie aan waarmee we onszelf bekend maken of ons manifesteren. Gevallen waarin we verplicht zijn gegevens aan te leveren zijn het bevolkingsregister en de burgerlijke stand, de belastingaangifte en het hotelregister. Sinds 1898 zijn automobilis ten verplicht met een geregistreerd nummer bord mee te werken aan hun eigen veroor deling bij verkeersovertredingen. Maar er worden ook vaak gegevens opgeslagen zonder dat ons wat gevraagd wordt. Kentekens wer den eerst gefotografeerd als je te hard reed (flitsen), toen om te voorkomen dat je te hard reed (trajectcontrole) en nu zo maar, omdat de politie graag weet wie er in de stad komt. De privacybezwaren tegen rekeningrijden zijn daarmee volledig achterhaald. Ook komt er steeds meer cameratoezicht. Dat kan heel nuttig zijn bij het achterhalen van gewelddadige types, maar een politie vrouw kan zo ook ineens maar zien dat haar man op straat met een ander staat te knuffe len. Wanneer al die camera’s zijn voorzien van software om gezichten te herkennen, worden we nog beter in de gaten gehouden. De AIVD
Paul Bordewijk Ze weten alles van ons
hackt computers die zijn aangesloten bij dubi euze netwerken. En dan was er altijd al het opsporingsonderzoek, waarbij de politie diep in de persoonlijke levenssfeer komt. In dat kader luistert de politie heel wat telefoonge sprekken af. Zoals ze in Limburg zeggen: Jos van Rey, het meest getapt. Er zijn ook heel veel dataverzamelingen waaraan we vrijwillig gegevens aanleveren om daarmee van bepaalde diensten gebruik te kunnen maken. Banken kunnen het girale be
In de jaren zestig werd nog bezwaar gemaakt tegen de centrale inning van contributie voor PvdA-leden
taalverkeer niet verzorgen wanneer zij niet nauwkeurig bijhouden welke betalingen we doen en van wie we geld ontvangen. De Belas tingdienst is altijd bevoegd om die gegevens op te vragen. Bijna alle gegevens kunnen ook worden opgevraagd in het kader van een straf rechtelijk onderzoek, al zijn er uitzonderingen zoals medische gegevens en gesprekken met advocaten. Om gebruik te maken van de giften aftrek bij de inkomstenbelasting moeten we aangeven hoeveel geld we aan elk doel done ren. Dat zegt heel wat over ons. Voor de tele foonrekening moet de provider bijhouden hoe lang iedereen met iedereen belt. De provider slaat bovendien op met welke zendmast ons mobieltje in verbinding staat, ook wanneer we niet bellen. Via de OV-chipkaart geven we aan hoe we met het openbaar vervoer reizen. Met de komst van de pinautomaat kan ook worden gevolgd waar we betalen en geld opnemen. En wanneer we de TomTom of onze iPad aanzetten laten we een digitaal spoor achter. Ook bij het gebruik van zoekmachines worden onze gegevens opgeslagen. De klan tenkaart van Albert Heijn dient niet alleen
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
49
voor klantenbinding maar ook om beter in zicht te krijgen in ons koopgedrag. Wie langs digitale weg opdracht geeft een fotoboek te printen, deelt die foto’s met het bedrijf. En ook wanneer we gebruikmaken van medische zorg worden onze gegevens genoteerd of op geslagen. En of dit alles nog niet genoeg is, maken we uit onszelf ook nog allerlei informatie toegan kelijk. Via sociale media, maar ook via tele foonboeken (die nu ook digitaal zijn). Overlij densadvertenties geven nieuwsgierigen vaak een interessant inkijkje in familierelaties. Kan didatenlijsten voor verkiezingen en de ge vraagde handtekeningen van ondersteuners geven informatie over de politieke opvattin gen van de betrokkenen. Volgens Dave Eggers leidt het opslaan van het gegevensverkeer door de NSA tot zelfcen suur.2 Maar daarvan is alleen sprake wanneer mensen bepaalde standpunten niet meer in de openbaarheid durven in te nemen vanwege eventuele repercussies. Dat heeft niets met internet te maken. Internet maakt wel oude publicaties beter toegankelijker. Wanneer ze in de jaren zeventig even gemakkelijk vind baar waren geweest als nu, zou de opmerke lijke welwillendheid waarmee Joop den Uyl in zijn studententijd over nazi-Duitsland schreef waarschijnlijk toen al zijn opgemerkt.3 Dat had een hele rel kunnen worden, waarbij het de vraag was of Den Uyl dat politiek overleefd had. Het heeft iets van schending van je pri vacy wanneer iemand gaat snuffelen in publi caties uit je studententijd, maar dat kan ook zonder internet. Bezwaren Wie overziet wat er allemaal aan gegevens van ons wordt opgeslagen en voor overheidsin stellingen toegankelijk is, slaat de schrik om het hart. Maar het valt nog niet zo gemakkelijk aan te geven wat de reden daarvan is. Constant Hijzen heeft het over ‘onderbuikgevoelens’,4 en daar zit wel wat in. Er is een vaag gevoel van onbehagen, maar het is lastig de reden van dat
50
Paul Bordewijk Ze weten alles van ons
onbehagen scherp te omschrijven. Daarom blijven mensen ook digitaal winkelen en zoek machines gebruiken. Zonder Google had dit artikel mij heel wat meer inspanning gekost. Een van de bezwaren tegen de steeds verdergaande digitale opslag van gegevens, en met nam de toegankelijkheid daarvan voor de overheid, is dat zo een infrastructuur ontstaat die het voor een totalitair regime gemakkelij ker maakt de bevolking te onderdrukken. Tra gisch voorbeeld is de ontwikkeling van het Nederlandse persoonsbewijs voor de oorlog, dat de Duitse bezetters goed van pas kwam. Vaak wordt ook verwezen naar Orwells 1984, of naar de praktijken van de Oost-Duitse Stasi. Niet voor niets is in Duitsland privacy veel meer een issue dan bij ons. Het hoeft ook geen buitenlandse bezetter te zijn; McCarthy ver kreeg zijn macht langs democratische weg. Ik herinner me uit de jaren zestig nog de bezwaren tegen de centrale contributie-in ning die toen door de PvdA werd ingevoerd, in plaats van wijkcommissarissen die de leden langsgingen. Daarmee zou de hele ledenadmi nistratie van de PvdA in één klap in handen van een nieuwe bezetter kunnen vallen. Die bezetting is er de afgelopen vijftig jaar niet gekomen en het is niet vreemd dat ook in andere gevallen de doelmatigheid van cen trale gegevensopslag het heeft gewonnen van mogelijk misbruik door een totalitair regime. Bovendien: dat totalitaire regime weet toch wel aan onze gegevens te komen. Toch zou het een argument moeten zijn in de hele afweging welke gegevens de overheid mag opvragen en vooral ook na hoeveel tijd die vernietigd moe ten worden. Welke gegevens verzamelen? In een rechtstaat hoeft een goed bewaakte gegevensverzameling geen problemen voor de privacy op te leveren. Er zullen echter altijd dingen misgaan, waardoor de privacy wordt aangetast: slordigheden bij de postbezorging, omkoping, hacken en nieuwsgierigheid van bevoegde functionarissen. Uit onderzoek van
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
de Inspectie SZW bleek bijvoorbeeld dat in 18 % van de onderzochte gemeenten via Suwinet gegevens waren opgevraagd van bekende Ne derlanders zonder dat daarvoor een goede reden werd gegeven.5 Daarom moet de overheid bij het opzetten van verplichte registraties een goede afweging maken tussen het belang van de gegevens registratie en de mogelijke inbreuk op de pri vacy of ander misbruik. Wie vrijwillig gege vens aanlevert moet zelf die afweging maken. Niet elk gegeven is echter even privacyge voelig. Je moet onderscheid maken tussen gegevens over hoe we zijn en wat we doen, en gegevens over wie we zijn. Tot de eerste catego rie behoren gegevens over onze seksualiteit, onze gezondheid, onze financiën en ons reis gedrag. Die zijn zeer privacygevoelig. Maar onze naam is dat niet. Niemand heeft er pro blemen mee dat die in welke database dan ook wordt opgeslagen, meestal in combinatie met de geboortedatum om persoonsverwisseling tegen te gaan. Helemaal betekenisloos is dat echter niet. Onze geboortedatum geeft aan hoe oud we zijn en onze naam zegt iets over onze afkomst en over verwantschappen. De combinatie van naam en geboortedatum sluit ook persoonsverwisselingen niet volledig uit: er kunnen op één dag meerdere personen ge boren zijn die Jan de Vries of Hans van Dam heten. Daarom gebruiken veel gegevensbestan den het burgerservicenummer, dat uniek is, maar ook geen informatie bevat over afkomst en leeftijd. Wanneer het gebruik zou zijn om in een sollicitatiebrief niet je naam maar je burgerservicenummer te noemen, zouden mensen met een Turkse of Marokkaanse ach ternaam meer kans hebben opgeroepen te worden voor een sollicitatiegesprek. Rond het burgerservicenummer heerst een sfeer alsof daarmee onze privacy in het geding is. Ik heb een keer over deze problematiek een column geschreven waar ik mijn burger servicenummer boven zette.6 Ik kreeg een geschrokken reactie van iemand die had nage trokken of dat echt mijn burgerservicenum
Paul Bordewijk Ze weten alles van ons
mer was: ‘Kennelijk is u niets gelegen aan uw privacy.’ Maar stel dat een roddelblad achter het burgerservicenummer van Onno Hoes zou komen, dan zou men dat niet publiceren — niet om zijn privacy te respecteren, maar om dat het volkomen oninteressant is. Mijn reis geschiedenis van één dag zegt meer over mij dan mijn burgerservicenummer. Ook voor DNA-profielen geldt dat ze op zichzelf niets zeggen over hoe iemand is of wat iemand doet. De gedachte van een cen trale opslag van DNA-profielen roept sterke emoties op,7 maar het verschil met de kente kenregistratie lijkt me toch vooral dat we aan die laatste meer gewend zijn. Uitwisseling van gegevens Een belangrijke vraag rond gegevensopslag is die van de uitwisseling van gegevens. De alge mene regel is dat gegevens alleen gebruikt mogen worden voor het doel waarvoor ze zijn verzameld, maar wanneer het spannend wordt gaat die beperking niet op. Belasting dienst en politie hebben ruime mogelijkhe den om binnen en buiten de overheid gege vens op te vragen, en dat geldt ook voor sociale diensten. Die hebben bijvoorbeeld een wettelijk recht op gebruiksgegevens van ener gie- en waterbedrijven, om zo informatie over samenlevingsvormen te controleren. Dat is bij uitstek privacygevoelig; soms weten mensen zelf niet zo goed of ze wel of niet een stel zijn. De sociale dienst post ook wel eens voor een woning om dat te controleren. Wat sociale diensten mogen, mogen an dere sociale instellingen niet. Om woonfraude te bestrijden hebben woningcorporaties gege vens uit de gemeentelijke basisadministratie nodig, maar dat vereist allerlei dubieuze con structies. Ik heb een keer een ‘praktijkdag’ bijgewoond waar je tips kreeg hoe je dat moest organiseren. Een Officier van Justitie moedigde ons aan ons vooral niets aan te trek ken van het College Bescherming Persoonsge gevens, want dat zou toch niet durven in te grijpen.8
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
51
Tegenover het leerstuk van de doelbinding van gegevens staat de opvatting dat er één overheid is, en dat het niet nodig moet zijn dat mensen gegevens die ze al een keer verstrekt hebben, nog een keer invullen. Daarom wor den basisadministraties ingericht, die nu juist niet aan een bepaald doel zijn gekoppeld, maar ervoor moeten zorgen dat de hele over heid dezelfde gegevens gebruikt. Daarmee is er een soort paradigmawisseling gaande.9 De ontwikkeling naar één overheid zien we bij uitstek rond de zogenoemde multi-pro bleemgezinnen, die te maken hebben met meerdere hulpverleners die elk werken vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en die hun eigen informatie verzamelen. Een van de doel stellingen van de decentralisatie-operatie die het kabinet voorbereidt is dat gemeenten er voor gaan zorgen dat er bij zo’n gezin één re gisseur komt. Niet voor niets heeft het College Bescherming Persoonsgegevens gewaar schuwd voor de risico’s die dit oplevert voor de privacy. Het lijkt moeilijk voorstelbaar dat de huisarts alle gegevens deelt met de wijk agent. Dat was vroeger trouwens ook al een probleem.10 Profiling Een bijzondere manier om gegevens te kop pelen is ‘profiling’.11 Daarbij worden grote aantallen gegevensbestanden doorzocht om afwijkingen in het normale patroon te regis treren, en zo potentiële terroristen te identifi ceren. Het is voor de NSA reden alle persoons gegevens op te willen slaan die er maar op de wereld te vinden zijn. Profiling maakt dege nen die als risicofactor worden geïdentifi ceerd rechteloos. Op 30 april 2013 werd op de Dam demon strant Hans Maessen gearresteerd, omdat hij niet bereid was zich op bevel van de politie te verwijderen. De politie rechtvaardigde dat bevel met de verklaring dat er een persoons verwisseling was opgetreden met iemand die op grond van ‘een landelijk gehanteerde syste matiek’ was aangemerkt als ‘potentieel ge
52
Paul Bordewijk Ze weten alles van ons
vaarlijke eenling’ en wiens portret deel uit maakte van een lijst waarover de agenten op de Dam beschikten. Om privacyredenen ston den er geen namen bij, zodat Maessen de ar restatie ook niet kon voorkomen door zich te identificeren.12 Hoewel heel televisiekijkend Nederland getuige was van de arrestatie, wist men op het beleidscentrum van niets, doordat op dat mo ment de portofoons waren uitgevallen. Zo gaat het in Nederland altijd: of er nu een film rolletje moet worden ontwikkeld of een tele foongesprek met een staatssecretaris moet worden getapt, op cruciale momenten komt de falende techniek de autoriteiten te hulp. Los van de beweerde persoonsverwisseling roept deze geschiedenis de vraag op hoe die lijst voor potentieel gevaarlijke eenlingen was samengesteld. Was dit de vrucht van profiling, of van het doorzoeken van openbare web sites? In het laatste geval is het verbazingwek kend dat er niet meer mensen op stonden. Ongericht gegevens verzamelen Actueel is de vraag of de AIVD meer mogelijk heden moet krijgen om ongericht gegevens te verzamelen door de communicatie via glasvezelkabels te detecteren. Dit adviseert de commissie-Dessens.13 De AIVD kan dat al bij communicatie door de ether, en kan ook gericht gegevens verzamelen via glasvezel, bijvoorbeeld bij deelnemers aan dubieuze discussiesites. Ongericht gegevens verzamelen komt va ker voor. De Belastingdienst vraagt bij werkge vers, banken en beleggingsinstellingen gege vens op over alle uitbetaalde salarissen en belegde gelden, om zo de eigen aangifte van belastingplichtigen te kunnen controleren, los van de vraag of er een concrete verdenking bestaat dat die aangifte onjuist is. Of dat op vragen in alle gevallen mag, is overigens de vraag nu de rechtbank Oost-Brabant in een kort geding bepaald heeft dat een parkeer bedrijf niet alle kentekens van geparkeerde auto’s aan de Belastingdienst hoeft aan te leve
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
ren om zo controle mogelijk te maken op lease-auto’s van de zaak die mogelijk voor pri vé-doelen worden gebruikt.14 Het wordt span nend of dat vonnis in stand zal blijven. Net als bij samenwonende uitkeringsgechtigden is hier sprake van regelgeving die ingrijpt in de persoonlijke levenssfeer, omdat de belasting die je moet betalen afhangt van de manier waarop je je auto gebruikt. Ongericht optreden zien we ook bij de poli tie, die elke willekeurige auto kan aanhouden in het kader van verkeerscontroles. Met een buitenlands uiterlijk heb je alleen meer kans om te worden aangehouden. Op deze manier zoekt de politie de grenzen van de wet op. Moeten we omdat ongericht zoeken al vaak is toegestaan, maar accepteren dat de AIVD ongericht al het elektronische verkeer aftapt? De redenering van de commissie-Dessens is dat omdat er steeds minder data door de ether gaan en meer via de glasvezelkabel, de AIVD over steeds minder informatie kan beschik ken. Dat zou meer indruk maken wanneer de commissie hetzij met getallen hetzij met voor beelden duidelijk zou maken wat er allemaal mis is gegaan omdat bepaalde informatiestro men niet toegankelijk waren voor de AIVD. In ieder geval geen terroristische aanslag, want die hebben we in Nederland sinds 1977 niet meer gehad. Had de aanslag in 2009 door Karst Tates voorkomen kunnen worden wan neer de AIVD hem voortdurend had afgeluis terd? Dat zou ik dan toch wel beargumenteerd willen zien. Bij al die getapte en gehackte gegevens moet ook de vraag gesteld worden hoe doel matig het analyseren daarvan allemaal is. Op het congres van het Tijdschrift voor de Politie op 8 november jl. stelde procureur-generaal Marc van Nimwegen dat de politie veel te veel tijd aan afluisteren besteedt. Amerikaanse exceptionalisme Intussen is het niet alleen de Nederlandse overheid die steeds meer gegevens verzamelt, dankzij de onthullingen van Snowden is er
Paul Bordewijk Ze weten alles van ons
veel meer aandacht gekomen voor wat de Amerikaanse NSA op dat gebied allemaal doet in Nederland. Het lijkt erop dat de NSA ernaar streeft alles wat er buiten de Verenigde Staten aan gegevens is opgeslagen te kopiëren, waar bij men geen boodschap heeft aan de soeverei niteit van andere landen. Dit past in het Ame rikaanse exceptionalisme, waarbij men Amerika als zo’n voortreffelijk land beschouwt dat het alles mag wat anderen niet mogen.15 Nederland toont zich tot nu toe heel lank moedig tegenover het Amerikaanse exceptio nalisme. Maar stel nu eens dat de software in de JSF zodanig in elkaar zit, dat de Amerika nen vanaf de grond de besturing van zo’n toe stel kunnen overnemen? Zou dat niet een re den moeten zijn om een toestel te kopen uit een ander land? De onthullingen van Snow den lijken me reden genoeg om de zo juist beklonken aanschaf van de JSF nog maar eens te heroverwegen. Digidwingelandij Alles wat er bekend is geworden over de NSA, maar ook alles wat we weten over de risico’s van dataopslag in Nederland, roept de vraag op welke acties we moeten ondernemen. Dat geldt zowel voor de Nederlandse overheid als voor de individuele burger. Die oplossing kan in twee richtingen gezocht worden: het bevei ligen van telefoon- en computersystemen, en het minder gebruiken van dergelijke syste men. Het eerste proberen we, maar het zal nooit volstrekt afdoende zijn omdat bescher mingssoftware nooit absolute veiligheid biedt. Blijft over minder gebruik te maken van ICT. Er is één geval waarin de overheid daartoe besloten heeft. Dat zijn de stemmachines, die gemeenten sinds 2007 niet meer mogen ge bruiken. Sommigen twijfelden eraan of de manier waarop stemmachines de uitslag bere kenden wel klopte, en het zou met heel gevoe lige apparatuur mogelijk zijn om na te gaan wat iemand stemt. Terwijl de Tweede Kamer unaniem heeft besloten dat de stemmachines moesten wor
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
53
den afgeschaft, ontstaan er steeds meer pro blemen voor burgers die zonder computers en automatisering willen leven. Zzp’ers zijn ver plicht digitaal belastingaangifte te doen. Beta len met contant geld wordt steeds moeilijker, want de geldautomaten verdwijnen. De ge meente Leiden accepteert alleen nog maar pinbetalingen, terwijl bankbiljetten toch nog steeds wettig betaalmiddel zijn. Tegelijkertijd
De onthullingen van Snowden zijn aanleiding de aanschaf van de JSF te heroverwegen
wordt wie een computer aanschaft om aan het girale betalingsverkeer deel te nemen, door de banken verplicht voor beveiliging te zorgen. De NS doen er alles aan om de papieren kaart jes te laten verdwijnen, net als reisinformatie in gedrukte vorm. Eenmaal in de trein kun je niet controleren of je eigenlijk wel ingecheckt hebt. Vooral voor ouderen is dat lastig. De berichten over de NSA laten zien hoe kwetsbaar de internetgebruiker is. Daarom moet de overheid de burger beschermen tegen digidwingelandij. De opmars van de telefoon heeft mensen niet verplicht tot een abonne ment. Toen mensen door de opkomst van de auto het openbaar vervoer minder gingen ge bruiken, is de overheid openbaar vervoer juist gaan subsidiëren ter wille van de mensen zon der auto. Maar met de opkomst van internet worden de mensen die dat niet willen gebrui ken op schaamteloze wijze beroofd van hun mogelijkheden om te betalen en te reizen. Wie wil vermijden dat zijn aankopen geregistreerd worden en dat hij op grond daarvan op andere producten wordt geattendeerd, kan eenvoudig internetwinkels mijden. Ingewikkelder is dat met zoekmachines. Ooit bestonden die niet, dus waarom zou je ze gebruiken, maar ze zijn
54
Paul Bordewijk Ze weten alles van ons
inmiddels zodanig ingeburgerd dat je van een nutsfunctie kunt spreken. Zo is dat ook gegaan bij de telefoon en de elektriciteit. Het bedreigende van zoekmachines is dat ze je zoekopdrachten registeren, wat heel pri vacygevoelig is. In een ideale wereld zou een wereldregering er toezicht op moeten houden dat zoekmachines zoekopdrachten niet bewa ren, maar die ideale wereld is er niet. We zijn wat dat betreft afhankelijk van de Amerikaan se regering, die juist zelf al die gegevens wil opslaan. Voor een alternatieve zoekmachine is ook een ander verdienmodel noodzakelijk, met betaling per zoekopdracht — waarbij die zoekopdrachten ook weer moeten worden geadministreerd — of aanbieding als collec tieve voorziening, zoals de publieke omroep. Zover zal het wel nooit komen. Conclusie Onze afhankelijkheid van computers en inter net bedreigt de integriteit van de overheid en de privacy van de burgers. Overheidsinstanties dienen zich bewust te zijn van de kwetsbaar heid van elektronische communicatie. De over heid kan niet functioneren zonder uitgebreide gegevensverzamelingen. Dat had Napoleon al begrepen. Maar de risico’s van misbruik moe ten dwingen tot terughoudendheid bij het verzamelen en bewaren van gegevens. Daarbij wordt in het publieke debat de privacygevoe ligheid van gegevens vaak verkeerd beoor deeld. Gegevens over iemands mobiliteit zijn veel privacygevoeliger dan zijn DNA-profiel. Tot nu toe zijn er onvoldoende argumenten om de AIVD onbeperkte bevoegdheid te geven onze elektronische communicatie vast te leg
Noten 1 Paul Bordewijk, ‘De financiële functie in de beheersings staat’, B&G jrg. 35 nr. 2, febru ari 2008: 24-29. www.paulbor dewijk.nl / artikelen / 367
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
gen. En wanneer iemand als potentieel gevaar lijke eenling wordt beschouwd, en om die re den zijn burgerrechten worden ingeperkt, dient hij daarvan in kennis te worden gesteld, met motivatie, en dient hij daar bezwaar te gen te kunnen maken. De politie zou ook geen kentekens van wil lekeurige passanten moeten scannen, en de kentekens die gescand worden in het kader van trajectcontrole zouden wanneer er geen snelheidsovertreding is geconstateerd onmid dellijk weer gewist moeten worden. De over heid moet geen bewaartermijn voorschrijven voor reisgegevens met de OV-chipkaart of me tadata van telefoongesprekken, maar moet juist voorschrijven dat die gewist worden wanneer ze voor de bedrijfsvoering niet meer nodig zijn. Overheidsfunctionarissen die toe gang hebben tot dataverzamelingen moeten de wet naar letter en geest toepassen en niet de grenzen van de wet opzoeken. Er moet ook goed toezicht zijn op het gebruik van dataver zamelingen. In dat licht stelt PvdA-Tweede Kamerlid Jeroen Recourt voor dat elke burger een overzicht krijgt van de gegevens die over hem bewaard worden en de raadpleging daar van.16 Dat is juist weer niet een goed idee, want het kan ook tegen de burger werken. Bij sollicitaties zal al snel naar zo’n overzicht ge vraagd worden. En wanneer dan blijkt dat de politie regelmatig gegevens over jou heeft opgevraagd, kom je van de regen in de drup. Burgers moeten zich goed bewust zijn van de risico’s die allerlei toepassingen van inter net met zich meebrengen. Maar dan moet de overheid hen ook in staat stellen een leven zonder digidwingelandij te leiden. De feite lijke ontwikkeling is helaas omgekeerd.
2 Dave Eggers, ‘NSA-gegluur leidt tot zelfcensuur’, NRC Handelsblad, 3 januari 2014: 17. 3 Annet Bleich, Joop den Uyl. Dromer en doordouwer, Amsterdam: Balans, 2008, pp. 51-63.
4 Constant Hijzen, ‘Tot het lachen ons vergaat. Over de noodzaak van parlementaire aandacht voor inlichtingenen veiligheidsdiensten’, S&D 2013 / 4, pp. 64-75. 5 Inspectie SZW, Opvragen per
Paul Bordewijk Ze weten alles van ons
6
7 8
9
10
soonsgegevens door gemeen ten niet goed bewaakt. Nieuwsbericht 8 november 2013. www.inspectieszw.nl / ac tueel / nieuwsberichten / opvra gen_persoonsgegevens_ door_gemeenten_niet_goed_ bewaakt.aspx Paul Bordewijk, ‘Aangenaam, 27425502’, Overheidsmanage ment mei 2008: 9. www.paul bordewijk.nl / artikelen / 376 Werner Vanderleen, No pasaran. www.liberales.be / co lumns / passaran Paul Bordewijk, ‘Fraudebe strijding vereist normering’, Overheidsmanagement jrg. 19 nr.1, januari 2006: 21. www. paulbordewijk.nl / artike len / 288 P. Bordewijk, ‘Taboes uit de jaren zestig’, in J. de Vries en P. Bordewijk, Rijdende treinen en gepasseerde stations. Over Srebrenica, de kredietcrisis en andere beleidsfiasco’s, Am sterdam: Van Gennep, 2009, pp. 213-246. Dit is geen nieuw probleem.
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
Tot de jaren zestig waren er wijkjes waarin ‘onmaatschap pelijken’ woonden onder toezicht, om zo te ‘resocialise ren’. De daarbij noodzakelijke samenwerking tussen ver schillende disciplines leidde tot veel bureaucratie, waarbij maatschappelijk werkers ook het gevoel kregen dat het in strijd was met hun beroepsge heim. Adrianne Dercksen en Loes Verplancke, Geschiedenis van de onmaatschappelijk heidsbestrijding in Nederland 1914-1970, Amsterdam: Boom, 1987, p. 232 . Zie ook P. Borde wijk, ‘De onmaatschappelijk heidsbestrijding: terug van weggeweest’, Sociaal bestek jrg. 75 nr. 12, december 2013, pp. 34-36. www.paulbordewijk. nl / artikelen / 543 11 Bas Filippini, Profiling het grootste gevaar voor priva cy. webwereld.nl / big-data / 59982-profiling-het-grootstegevaar-voor-privacy-opinie 12 Burgemeester van Amster dam, brief aan de Raadsleden
55
13
14 15
16
d.d. 14 mei 2013, nr. 2013 / 3075, met als bijlage het feitenrelaas van de Politiechef Eenheid Amsterdam. Zie ook P. Borde wijk, Knulligheid kent geen tijd, www.paulbordewijk. nl / artikelen / 522 www.rijksoverheid.nl / nieuws / 2013 / 12 / 02 / commissiedessens-wet-op-de-inlichtin gen-en-veiligheidsdienstenmoet-worden-aangepast.html Rechtbank Oost-Brabant, zaaknummer 269904 / KG ZA 13-720 26-11-2013. Thomas von der Dunk, ‘De VS verwart eigenbelang met universeel belang’, www.volks krant.nl / vk / nl / 6178 / Thomasvon-der-Dunk / article / de tail / 3518570 / 2013 / 09 / 30 / De-VSverwart-eigenbelang-metuniverseel-belang.dhtml Jeroen Recourt, Vijf voorstel len om privacy te waarborgen. www.pvda.nl / berichten / 2013 / 11 / Vijf+voorstellen+om+priva cy+te+waarborgen#disqus_ thread