Een fenomenale week in Fins-Russisch niemandsland, juli 2015
Vrijdag 10 juli Vliegtuig en vlucht nog spannend! ‘Stand by’ bij inchecken op onze boarding pass. De zoveelste overboeking! Aziaten zat! Zij maken van Finnair gebruik om via een shortcut thuis te geraken. Zacht uitgedrukt een valse start! Uiteindelijk toch vier boardingpassen! Eens geland, volgt een 4 uur durende rit met een korte tussenstop. In een hotelcomplex aan het Saimaa-meer volgt de kamerverdeling alvorens heet buffet genuttigd wordt. Dan het water op waar present van 21.15u tot middernacht.
Het is en blijft een ongelofelijke kennismaking met Finland dit 4400 vierkante kilometer grote meer. Het is Finlands grootste en telt 13000 eilandjes. Qua oppervlakte het vierde grootste van Europa. Volgens The Wallstreet Journal in de top 5 van de mooiste meren ter wereld. Ons interesseert vooral de Saimaa-ringelrob; een endemische zoetwaterzeehond waarvan er slechts een 340 exemplaren zijn. Op zoek naar onze doelsoort komen we heel wat vogels tegen: Roodhalsfuut, Wilde Zwanen (2 en 1 vliegend), Boomvalk, Koekoek, Parelduiker, Grote Zaagbek, Bonte Kraaien, Zilver- en Stormeeuw en Visarenden nabij en op hun nest. De schipper die ons doorheen het labyrint gidst, weet duidelijk de beste plaatsen: binnen het uur is het prijs: een vissende zeehond! Nadien dobbert het dier nabij de boot. De truck van een late avond- en nachtexcursie deed z’n werk! Ondanks de moeilijke periode – de beesten zitten nu immers overal en nergens – alvast een eerste buit op zak!
Zaterdag 11 juli Ontbijt en drie uur rijden met tussenstop om te tanken. 2x Kraanvogels, Bonte Kraaien, Bruine Kiekendief, Witgatje. Bloementapijten en lupines zo ver het zicht rijkt! ! En alles zo fris groen! Overduidelijk dat de Scandinavische lente dit jaar zeer laat z’n intrede deed! Iets na 13u te Lieksa waar een stevig buffet voor ons klaar staat! We schuiven aan alvorens we doorrijden naar de echte veelvraten! Een Engelse groep blijkt in de gekende pro-hide te zitten. Wat bagage overladen, koffie genuttigd en naar de nieuwe hutjes. Veelbelovende info tijdens de briefing: een moeder met 1 jong en een andere moeder met 2 jongen zou dagelijks opdagen! De andere gekende plaats huisvest vier tot vijf Beren, maar nauwelijks Veelvraten. Spreekt voor zich dat we voor de nieuwe locatie gaan! Om iets na 16u het verlaten we het veelvratenbasiskamp waar Goudvinken de show stelen nabij de feeder. Met optisch materiaal, wat snacks en andere attributen wandelen we naar de driehonderd meter verder gelegen observatiehutten. Ongerepte elfensetting. Het knuppelpad dat we nemen, meandert doorheen een lichtjes glooiend landschap bedekt door een groen tapijt van korst- en andere mossen. Enkel de uitgedunde jeneverbesstruiken verraden dat hier ‘toneel’ zal worden opgevoerd. Wij zijn er alvast klaar voor! Terwijl we ons installeren, wordt het aas keurig gedeponeerd in betonnen blokjes tussen de begroeiing. Ook tussen de schors van de grove dennen worden wat snacks opgeborgen. Maar de verstoptruck blijkt niet nodig: Raven zijn schaars en vliegen enkel luidkeels, roepend over. Ook Stormmeeuwen blijven weg. Zo blijft het avondeten voor ons hoofddoel onaangeroerd. Gevleugelde opportunisten die hun deeltje ‘meepikken’ zijn wat Grote Bonte Spechten en Gaaien. De oudervogels van beide soorten hebben het best druk met het voederen van hun bedelende kroost!
Twee uurtjes later verschijnt een eerste Veelvraat op het toneel. Met een bek vol voedsel verlaat onze doelsoort na een vijftal 5 minuten al-you-can-eat-gedrag het toneel; bijna overvallen door twee Raven die als zwarte engelen uit de hemel vallen. Maar het bos biedt dekking. De Veelvraat hobbelt met zijn buit rustig verder en verdwijnt in het jeneverbesstruweel. Is dat even genieten geblazen! Nog eens twee uur later verschijnt dezelfde Veelvraat een tweede maal. Wederom enkel geïnteresseerd in dat wat voorgeschoteld en hapklaar is; het karkas blijft onaangeroerd. Vreten, zo veel als ie kan! Het dier passeert daarbij meermaals op minder dan vijf meter voor onze hut! Geen half uurtje later is het echter een familie van drie Veelvraten die de show komt stelen. Ze eten, klimmen, klauteren en hangen in de bomen, spelen met elkaar of lopen in dat o zo typische hobbelpasje wat heen en weer door het sprookjesbos! Machtige ervaring! Als het trio er de brui aan geeft, verschijnt numero uno weer. Die propt een derde keer de mond vol! Veelvraten, het zijn en blijven grappige gulzigaards! Dan toch wat slapen. Om 3.42u worden we echter gewekt door grollende Veelvraten. De familie van drie begint aan de ochtendshow. Een sms van Britten uit de andere hut bevestigd dat - wat zowel de locatie als de doelsoort betreft - we goed gegokt hebben. Zij zien ‘enkel’ twee beren, maar niet de Veelvraat. Eens de klok vijf uur is gepasseerd, verdwijnen onze geliefkoosde viervoeters van het toneel. We knappen nog een uiltje, kramen nadien op en begeven ons naar het basiskamp om te ontbijten.
Zondag 12 juli Altijd animo na zo’n veelvratenspektakel! De koffie smaakt! Richting onze verblijfplaats is het uitkijken voor meerdere Sneeuwhazen op en nabij de (terug)weg. Na de korte nacht is het tijd om bij te slapen. Rust tot de middag. Twee reisdeelnemers (Alain en Luc) vergezellen de reisleider naar Autiovaara; Patvinsuo’s mooiste stuk oerbos. Fotograaf Alain gaat op pad met Esa richting diens bevervlot. Het oerbos van Autiovaara staat mooi groen, maar vogels krijgen we niet aan de praat of steken het knuppelpad niet over. Bovendien is het veel te koud om vogels te doen zingen! Geen Blauwstaart geen Kleine Vliegenvanger, geen hoenders en geen spechten. Tijdens een EB5 voorjaarstour eerder op het jaar hadden we hier oa nog zonder al te veel problemen vier soorten hoenders. Naar de vogeltoren dan maar. Ook daar zorgt het koude weer voor (te) weinig vogelactiviteit. Wilde Zwanen & Kraanvogels met jongen, Gekraagde Roodstaart, Grauwe Vliegenvangers, Goudvinken, Regenwulpen, Zwarte Ruiter, Brilduiker, Wilde Eenden. Geen Eland, noch Moerassneeuwhoen. Alain heeft meer geluk met zijn (Canadese) beverfotosessie. Twee keer een voorbij zwemmend exemplaar dat alarmerend met de staart op het water klapte!
Maandag 13 juli Ontbijt om negen uur. 10 voor 10 alweer de baan op voor een rit van drie uur naar de volgende locatie waar Beren en Wolven op de planning staan. Ervoor houden we eerst even kort halt nabij een reservaat dat enkele Blauwstaarten huisvest. Maar die geven deze tour niet thuis. Niet verwonderlijk, we naderen immers half juli, het moment dat de uitgestrekte bossen van de taiga letterlijk stilvallen. Alle vogelsoorten zijn ontegensprekelijk nog aanwezig, zij het dan in stille modus. Echt in schril contrast met een voorjaarbezoek aan deze streek; dan ervaar je vogelgezang hier als een ware explosie. Ook voor een Oeverloper in de berm en een Goudplevier in het veen wordt kort gestopt. We arriveren echter keurig op tijd in het volgende basiskamp. Vrije tijd wordt nuttig gespendeerd. Sommigen maken gebruik van de beschikbare WIFI, anderen vogelen wat rond of bezoeken de feeder. Grote Bonte Spechten, Goudvinken, Sijzen en Rosgrijze Woelmuis laten zich van kortbij observeren en fotograferen. Zonnebloempitten à volonté. Dan nadert de klok 16u. Etenstijd. We nuttigen een zoveelste keer het rijkelijk buffet. Ook wat de bevoorrading van de picnic (zelf samen te stellen voor de nakende nachtsessie) betreft, komen we niets te kort: verschillende soorten brood, kazen en charcuterie, zoetigheid en fruit. Keuze te over. Nog snel een sanitaire stop, alles en iedereen de auto in en verzamelen geblazen. We aanschouwen hoe de hendel van de koelcontainer ontgrendeld wordt. Samen met wat restanten van zalm, wordt daaruit een karkas van een varken gehaald. De geur van ontbinding en rottigheid is stevig! Het ‘varkensbeest’ wordt keurig onder een dekzeil van een aanhangwagen gedeponeerd alvorens het aan zijn laatste transport begint; het zal snel dienen als laat avondmaal. En weg zijn wij! Een kolonne van drie personenwagens rijdt weg van Kuika base kamp. Allen braafjes in lijn achter de 4WD van Sami; Lassi’s oudste zoon en mede-eigenaar van deze magische plaats. Hij escorteert ons naar paradise; de meest luxueuze observatiehut in het gebied. De (verplaatste) hut blijkt dezelfde als voorheen (april 2012 & mei 2013), de locatie is nieuw, en wat voor een locatie! Eens gesetteld in ons verblijf voor de komende nacht, geven de smalle brede raampjes een weids en idyllisch uitzicht over de taiga. In het onaangetaste veen staan wat rotte boomstronken en veldjes orchideeën. Ook Veenpluis is alom aanwezig. Het veen zelf wordt begrensd door wat heuveltjes met daarop bos van Grove Den. Wat een setting! Meeuwen en Raven zijn present maar niet in grote concentraties. Om 18.23u verschijnt een eerste immature Zeearend op het appel gevolgd door een Zwarte Wouw. Die laatste is echt opmerkelijk. We hadden deze soort ook al enkele maanden voordien op een iets noordelijkere locatie tijdens onze EB5 voorjaarstour. Finland telt geen 20 broedkoppels. Mogelijk een vogel van Russische origine.
Om 18.58u verschijnt een eerste Beer. Later op de avond krijgt dit exemplaar ‘den dikke donkere’ als bijnaam. Maar lang zien we ‘den dikke donkere’ niet. In het eten is hij (nog) niet geïnteresseerd. Om 19.45 staat ‘panda’ plots links voor ons. Deze Beer dankt zijn bijnaam aan de opvallende band veroorzaakt door de lichtere pelskleur van nek en hals. Het individu gaat rechtstreeks naar het karkas toe om te eten. Na wat trek, sleur- en bijtwerk is het karkas binnen de kortste keren opengereten. Maar plots schrikt ‘panda’ op van iets en ze verlaat onmiddellijk het toneel. We wachten weer geduldig. Wat later merken we een derde Beer op onderaan in de formaties van Grove Dennen op de achtergrond. We noemen hem later ‘grizzly’. En ‘panda’ heeft haar schrik klaarblijkelijk overwonnen; plots staat ze weer bij het karkas. We horen haar smakken tot in de hut. Ook nu weer is haar eetfestijn van korte duur, want twee andere Beren geven ook acte de presence.
Een kleinere, magere Beer, met proportioneel te grote oren, alsook een subadult met littekenweefsel aan de rechterpoot. De kleinere noemen we ‘Micky’; de subadult ‘de stoute’. Maar ‘Panda’ staat haar mannetje, ze wil niet van wijken weten. Uit lichaamstaal blijkt snel dat we een echte food fight gaan zien. Oren plat, schouders breed en kop omlaag. In een mum van tijd staan beide ‘Panda’ en ‘de stoute’ brullend en lijnrecht tegenover elkaar en rechtop. Kippenvel! Camera’s gaan in snelle modus!
Er vallen wat rake klappen, maar het pleit is vlug beslecht. ‘Panda’ is de verliezer en druipt af; ‘de stoute’ de winnaar. Hij eist het kadaver op en begint te eten. ‘Micky’ slaat het allemaal gade vanop de zijlijn. Enkel wanneer ‘de stoute’ voldaan is en verdwijnt doet hij/zij, na veel aarzelen een poging.
Maar ook dat duurt maar even, want ‘den dikke zwarte’ komt nu zijn deel opeisen. Als ‘micky’ hem benadert kiest die echter het hazenpad. Eigenaardig! Ook ‘micky’ straalt het uit: van mij hoef je echt niet bang te zijn! Maar ‘den dikke zwarte’ mijdt de toenadering en zoekt zijn heil in de zalm. Nadien verdwijnt hij uit het zicht en is het ‘grizzly’ die zijn opwachting maakt. Nadat ook hij zijn deel van de resterende varkenskoek heeft verorberd gaat hij ergens ostentatief liggen slapen. Ook de juveniele Zeearend pikt zo nu en dan deeltje mee.
Met al dat Berengeweld op de voorgrond is het Luc die voor de verrassing zorgt: hij ontdekt een Wolf! Het jonge, solitaire dier, dat op bijna onzichtbare wijze door de begroeiing manoeuvreert, gaat even op z’n achterwerk zitten om het toneel te bekijken dat zich afspeelt voor onze hutten. Door de telescoop observeren we geflapper van de oren. Ook algemene gezichtsuitdrukking spreekt boekdelen: ‘ik maak geen schijn van kans’. Na enkele minuten zoekt hij terug de bosrand op en verdwijnt uit het zicht.
Het is ondertussen iets over 22u. Vanaf dan zijn ‘onze’ beren continu in het vizier; zij het in steeds wisselende samenstelling. Ook groeit er harmonie. De dieren hebben vrede genomen met elkaars aanwezigheid. Met een landschap in evenwicht en belichting die wat naar schemering neigt, zoeken alle reisdeelnemers hun (stapel)bed op. Jan houdt de wacht. Om 3.17u verlaat ‘de stoute’ als laatste het toneel. Ook de reisleider besluit dan om even de ogen te sluiten, morgen is er immers weer een dag. De ochtendploeg zorgt voor aflossing van de wacht, maar buiten de Zwarte Wouw die nogmaals opduikt, herverschijnen er geen andere aaseters meer op het toneel. Wat we zagen, aanschouwden, ervaarden, beleefden, filmden en fotografeerden wordt maar zelden gezien. Unieke ervaring!
Dinsdag 14 juli 8u hutten verlaten en ontbeten bij Lassi. Door naar Viksimo met pitstop nabij de Blauwstaart stake out. Weer geen reactie. Te koud, te nat. Kamers te Viksimo in en bijgeslapen. Lunch omstreeks 15u. Enorm veel meeuwen alsook raven en bonte kraaien. Super dingen zien we niet, kan ook moeilijk na de vorige nacht. Buiten een eerste beer die wat langer aanwezig is en goed consumeert, is het een komen en gaan van beren die enkel wat rondlopen, nooit lang blijven en meestal niet eens eten. Nooit interactie en nooit beren gelijktijdig aanwezig. Verstoring van onbekende origine zou volgens de eigenaar van de hut de wat rare situatie verklaren. Twee adulte zeearenden zijn aanwezig in het begin van de avond. 1ste grote, Bruine beer daagt iets voor half 7 op. Blijft een half uurtje. Eet vrij veel. Komt twee keer terug en steelt daarbij op het laatst het aas dat net onder de ramen ligt. 2de beer daagt op tegen half negen. Zeer onrustig. Loopt continu rond. Eet niet. Komt enkele keren terug op latere tijdstippen om wat te snuffelen aan resterend aas; maar nooit lang. 3de beer komt later van rechts, verdwijnt vrij snel van het toneel. Idem dito met een 4de beige beer die nadien opduikt. 250 - 300 kilogram zwaar beest. Hetzelfde geldt voor de opduikende ‘Jogi’; een kolossale donkere beer (de 5de) herkenbaar door z’n hangend oor. Maar lang blijft hij ook niet. 6de beer is een onvolwassen, drie-vier jaar oud beest met humback. 7de beer is ook een onvolwassen die links door de bosrand passeert.
Woensdag 15 juli Tegen 7u hutten verlaten. Alvorens te slapen, Sakalampi en de weg verder langsheen de baai gedaan. Maar geen succes wat Bosrendier betreft. Wel Muskusrat, Boomvalk en Parelduiker. Ook de glooiing in de weg waar dikwijls twee Bosrendieren rondhangen levert niets op. Geslapen en na de lunch van 15u vertrokken richting de plaats ten NO waar de week voordien meerdere Bosrendieren rondhingen. Groenpootruiter in een boom. Binnendoor voor Bosrendier via Niva levert niets op. Ter plaatse ook niet. Enkel een vrouwtje Korhoen. Ons dan geconcentreerd op de plaats nabij het logement (glooiing) waar we opsplitsten. Jan en Mathieu stootten een Auerhoen en Korhoen op, maar de Rendieren blijven afwezig. Terug naar Elimysalo waar we kort twee wandelingen doen. De eerste nabij de Blauwstaart stake out levert een opvliegend Auer- en Hazelhoen op alsook keutels en sporen van Eland. Uitwerpselen van Wolf ook. Wandeling nabij Saara Kiki zeer, zeer mooi maar zonder resultaat. Parelduiker met jong. Terug en geslapen.
Donderdag & vrijdag 16 juli en 17 juli 5 liter gekregen benzine (danku Jaani!) laten ons toe om via Elimyssalo naar Kuhmo te rijden. Op wat geoogste veldjes voorbij een eenzame boerderij merkt de reisleider vanuit een ooghoek iets op. Duidelijk contouren van een zoogdier. Kan niets anders zijn dan eland of rendier! En het is er een! Bosrendier! Geen exemplaar met een groot gewei, maar het is er wel een! Het beest staat onmiddellijk op als we uitstappen en paradeert wat rond. Schuw! Zalig elegant drafje! En wat staan die beesten hoog op hun poten! Nadat alles op foto staat en gefilmd is, ruilt het rendier de openheid van het veld in voor de dekking van dat eindeloze bos. Het zal het enige exemplaar van de reis worden. Maar goed, na de zeehond en de drie toppredatoren is met deze soort target vijf binnen. Strike! Europesbig5 hé! Yeah, right! Yes! Getankt in Kuhmo en er kort halte gehouden in het infocenter aldaar. De bosrendierenlocatie van gisteren nogmaals bezocht. Het levert alweer niets op. Bosgeesten zijn het. Altijd op pad. Nooit lang ergens stationair. Al zeker niet tijdens de zomer met hun pels in rui en de talrijke, steekgrage muggen. Maar ze zijn reeds binnen, so what! Door naar de laatste huttenlocatie. Na wat rondvragen, bleken verschillende beren en veelvraat present de voorbije nacht! 16u lunch en naar de hutten. We lopen vooraan in de stoet die zich in slakkengang vooruit beweegt. De achterliggers blijken moeite te hebben met het knuppelpad. Vanwege het geslenter, hebben de muggen vrij spel ; ze zijn voor het eerst echt behoorlijk talrijk en ronduit vervelend. Wie vergat te spuiten en te smeren komt geïrriteerd aan na een wandeling van zevenhonderd meter doorheen dicht sparrenbos. Hutten twee, drie en vier zijn voor ons gereserveerd. Wat een idyllisch, mooie setting alweer! Een meertje omgeven door een mozaïek van Veenpluis in bloei, bemoste rots- en bosformaties. Bosruiter, Kokmeeuw en Wintertaling met kroost paraderen en foerageren wat.
Lang houden die ons niet bezig; om 18.06u verschijnt de eerste grote carnivoor immers op het toneel. Een adulte rotskat (Nederlandse vertaling voor järv - Zweeds voor Veelvraat) neemt plaats bovenaan op enkele rotsblokken. Het dier inspecteert en overschouwt de omgeving alvorens af te dalen onze richting uit. Meeuwen, Bonte Kraaien en Raven hebben de eerste act de presence ook opgemerkt; ze verliezen de predator geen seconde uit het oog. Maar veel valt er nog niet te stelen, Gulo gulo laat het aas (nog) links liggen. In z’n typische hobbelpas verdwijnt hij enkele ogenblikken later rechts uit het zicht. Niet veel later verraden bruine, bewegende contouren dat er Beren in het spel zijn. Een eerste exemplaar gaat z’n gang van rechts naar links door het veen en dode boomstammetjes. Komen eten doet ie (nog) niet. Dat doet de Veelvraat wel. Hetzelfde exemplaar verschijnt op identiek dezelfde plaats en gaat direct richting het aas; achterna gezeten door de dieven van weleer. Rustig eten is er niet bij. Na wat ‘zoogdiergerommel-met-vogels’, verkiest de Veelvraat om, met een bek vol aas, verder te eten in de veilige beschutting van de aangrenzende begroeiing. Tijdens zijn vlucht slagen enkele Zilvermeeuwen erin om een deel van diens buit te ontfutselen. Een bordje met ‘pas op voor meeuwen!’ zou ook hier niet misplaats zijn. Ook de eerste beer keert terug. Duidelijk op z’n hoede, maakt het jong volwassen exemplaar daarbij gebruik van de veiligheid/beschutting die het gebladerte en naaldbomen hem bieden. Gezichtsuitdrukking en speurgedrag van de beer verraden alles. De o zo typische, omhooggerichte snuit verricht overduidelijk prospectiewerk. ‘Waar moet ik straks wezen om te bikken?’ Maar het is een andere lichtere, drie jaar oude beer, die het aandurft om zich wat meer bloot te geven. Hij legt hetzelfde pad af als diens voorganger. Verschillend daarbij is het feit dat hij op het einde dezelfde plaats met lokaas - waar de Veelvraat reeds verscheen – wel komt inspecteren. Maar lang duurt dat niet, want de Beer schrikt op. Wordt er net iets te uitbundig gefotografeerd door derden in hut 1 of zijn wij het die worden opgemerkt? In ieder geval: de Beer kiest het hazen(knuppel)pad; hij of zijn verdwijnt in hobbelpas rechts uit het zicht. Het doet de reisleider wat denken aan de Poolse Beer die eerder op het jaar verscheen voor diens EB5-hut in Bieszczady, Polen. Veel tijd om linken te leggen is er niet, want de plankenvrees van beer nummer één blijkt - door het gedrag van nummer twee - te zijn weggeëbd. De jong volwassen beer verschijnt nu wel ten volle op het toneel. Hij consumeert daarbij van links naar rechts de verschillende hapklare brokjes die in de begroeiing verstopt zitten. Wat later passeert een derde Beer doorheen het veen en boomstammetjes. Het is een kleiner exemplaar, licht beige van kleur.
Veel meer dan contouren en een rug zien we van dit exemplaar echter niet. Plots is nummer twee daar weer.Het dier staat links van ons in het water te kijken. Hij/zij moet dus duidelijk achter ons door zijn gepasseerd. Ook het kleine, beige exemplaar verschijnt weer achteraan; spurtend van links naar rechts. Mathieu, een deelnemer die de reisleider vergezelt in hut 4, merkt op dat het er twee zijn. Even later doet diezelfde kleine beige beer dezelfde route, maar dan in omgekeerde richting. Jan merkt nu ook op dat dit beige exemplaar niet alleen is; hij maakt van Mathieu’s twee een drie. Achter de kleine, beige berin crossen immers twee mini beertjes aan! Machtig! Want dan volgt is absoluut de climax van de avond: de berin komt onze richting uit! Alhoewel ze duidelijk haar neus volgt, verliest ze haar jongen geen minuut uit het oog. De cubs hebben duidelijk moeite om mama te volgen. Ze zijn heel wat minder zelfzeker en duidelijk bang van alles wat hen omringt. Hun korte, aarzelende hobbelspurtjes in het spoor van mama worden continu onderbroken door pauzes om, recht staand op de achterpoten, rond te kijken. Maar de laatste stap om uit de begroeiing te komen, dat blijkt een brug te ver. Ook mama beer maakt daarom rechtsomkeer haar onzekere jongen achterna. Al snel blijkt duidelijk waarom de jongen zo onzeker en bang zijn: nummer 1 en 2 hangen nog rond. Pas als die zich op veilige afstand bevinden en de kust echt veilig is, komt het trio ten volle tevoorschijn. De waarneming vervolledigt het berenplaatje van de reis. Met zeventien beren in totaal hebben we immers hele mooie impressies van deze koningen van de taïga opgedaan. Alle mogelijke samenstellingen, maten, kleuren en gewichten werden gezien. Eens middernacht is het berenfestijn over. Het stapelbed biedt een ideaal toevluchtsoord voor zij die moe maar voldaan nog even wat nachtrust willen.
Om drie uur in de ochtend maakt schemerlicht hier al plaats voor vol daglicht. Dan kan je weer plaats nemen voor het raam. Maar carnivoren dagen niet meer op. Net zoals op al de vorige plaatsen, toont het groot geweld zich in de regel tijdens de avond en de nacht. Tegen 7u verlaten we de hutten, keren terug naar het basiskamp en ontbijten. Een korte exploratie van het bos rondom levert nadien nauwelijks wat op. Weer bevestigen we de 14-juli-regel. Eens die datum gepasseerd valt alle vogelactiviteit in de regio stil. Vogels zijn aanwezig maar enkel in stilte. Het is dan zoeken naar een speld in een hooi(lees bos)berg. Op enkele luidruchtige Roodkeelduikers en Pestvogels na, vinden we niets dat echt de moeite is. Jammer, want Hazelhoen en Drieteenspecht zijn hier standvogels. Dan maar wat bijslapen en ons nadien wat fotografisch bezighouden met Sneeuwhaas en Rode Eekhoorn. Om 16u is het weer uitgebreid lunchen alvorens we dezelfde hutten uitkiezen voor onze laatste nachtsessie. Maar het decor blijft er eentje zonder acteurs; alle grote carnivoren geven niet thuis. Het geeft tevens weer maar eens aan dat wilde dieren hier hun ding eigen doen. Idem dito met het pad dat ze bewandelen. Ook al wordt er gevoederd; een dierentuin is het niet. We kunnen er, na al wat gezien hebben, best mee leven. De cirkel is immers meer dan rond wat gedane observaties van beren betreft deze reis. Ook al moeten we terug naar het land waar de lege meute van Tomorrowland zich verzamelt: dit pakken ze ons nooit meer af! Zaterdag 18 juli Ontbeten in het basiskamp, gepakt en gezakt en richting Kajaani voor de tussenvlucht naar Helsinki met aansluiting naar Brussel.
Impressie van reisdeelnemer 1: Voor mij was het de eerste keer dat ik met deze reisbegeleider op stap ging. Het zal zeker niet de laatste keer geweest zijn! Jan's gedrevenheid in het zoeken naar zoogdieren leidde telkens weer tot schitterende waarnemingen. Aanvankelijk was ik niet zo'n grote fan van het schuilhuttenconcept, maar daar kwam algauw verandering in toen de eerste veelvraat kwam aangehobbeld. Vanuit een schuilhut beleef je natuurtaferelen die je anders immers nooit te zien krijgt. Hoe zalig is het niet om te gaan slapen met op de achtergrond het geluid van bruine beren die met hun immense poten door de desolate veenmoerassen strompelen? Tevens kreeg ik tijdens deze reis één van mijn beste zoogdierwaarneming ooit voorgeschoteld: een berin met haar beide jongen schichtig achter haar aan huppelend! Impressie van reisdeelnemer 2: Meerdere bijzondere impressies opgedaan tijdens deze reis. Het gevoel terug te keren naar het Europa van de oertijd. Zou het er zo hebben uitgezien na de laatste ijstijd? Er was de wandeling door het oerbos van het Nationale Park Patvinsuo. Voor mij had die gerust een hele dag mogen duren, kwestie van nog beter de sfeer te kunnen opsnuiven. Het bos wordt gedomineerd door prachtige oude fijnsparren, met verder grove dennen en wat berken. Door de indringende stilte (weinig bezoekers en ver van alle bewoning), het zachte noordelijke licht, het vele dode hout en de eigenaardige verende tapijten van allerlei soorten mossen. Het deed me wat denken aan een taiga/naaldwoud-versie van het beroemde loofoerbos van Bialowieza in Polen, dat ik jaren geleden bezocht. Dezelfde dag wandelden we door een enorm veengebied naar een uitkijktoren, ook in het Patvinsuo Park. Pas toen we boven op de toren stonden drong het tot mij door hoe uitgestrekt en verlaten dit gebied was: enorme moerassen met veenmossen en duizenden pluizen van wollegras, ook stukken open water, enkele verspreide boomgroepen. Pas aan de horizon doken hier en daar de boreale wouden op. Na wat turen in de verte door verrekijker en telescoop ontdek je sommige bewoners van het gebied, zoals kraanvogels. Maar hoe indrukwekkend die ook zijn, ze verzinken in het niet bij het overweldigende landschap. Een laatste en misschien wel meest indrukwekkende ervaring was onze tweede nacht in een observatiehut (onze eerste observatie van bruine beren). De setting was perfect: we keken uit op een uitgestrekt veen, in de verte begrensd door taigabossen. Op een honderd meter stonden er in het veen wat bomen, waarvan de helft dode. In de takken van de dode bomen zaten vogels te wachten op hun maaltijd. Ze konden pas van het als lokaas geplaatste karkas eten als de beren het eerst aan stukken zouden reten. De meeste waren raven: donkere schaduwen op dode takken in het vale avondlicht van de noordelijke zomer, waar het nooit echt donker wordt. Dit was pas een echte scene uit de oertijd! Het wachten duurde wat en was zo mogelijk nog spannender dan wat komen ging. Na een tijdje bewoog zich een donkere gestalte langsheen de dode bomen: de eerste beer! Hij naderde behoedzaam rondkijkend het karkas en begon het in stukken te trekken en ervan te eten. Later kwamen er nog andere beren: sommige even groot en sterk als de eerste, andere een stuk kleiner. Ik heb vroeger al dikwijls beren gezien in dierentuinen enz., maar zo'n ervaring met ze in de vrije natuur is iets totaal anders! Om het verhaal te vervolledigen doken later op de avond aan de verre rand van het veen nog een wolf en nadien een vos op. Maar zij keken alleen maar eens in de richting van de etende beren, en verdwenen terug in het woud. Ik denk dat ik niet eens verwonderd zou zijn geweest moest er in dit decor plots een groepje jagers uit de steentijd zou zijn verschenen, gekleed in dierenvellen. Ze zouden perfect passen in het plaatje!
Conclusie? Een ongelofelijke ervaring hebben we beleefd na een volle week ondergedompeld te zijn geweest in ongeziene, ruwe natuur op de FinsRussische grens. Oog in oog gestaan met bruine Beren (17 stuks in alle kleuren, vormen en samenstellingen), spelende Veelvraten en één patrouillerende Wolf. Plus het Bosrendier en de zeldzame Zoetwaterzeehond. Zelden zo stevig gescoord! Wat vogels betreft is het voorjaar altijd beter. Wil je tijdens de zomer toch nog wat boreale soorten meepikken, dan zijn de 10 eerste dagen van juli absoluut richtdata. Gaan we doen! Om iets meer van het Saimaa-meer en omgeving te kunnen genieten is een avondvlucht (extra reisdag met overnachting in Helsinki) of een vroegere ochtendvlucht met aankomst in Helsinki, noodzakelijk. Gaan we ook doen!
Tekst: Foto’s:
Jan Kelchtermans © Alain Verstraete & © Jan Kelchtermans
Voor data en prijzen van de geplande 2016 reis naar Fins-Russisch niemandsland zie: www.starlingreizen.be