Zandvlietcollege, een ondernemend lyceum

Zandvlietcollege, een ondernemend lyceum

Schoolplan Zandvlietcollege Schooljaar 2009-2013

Inhoudsopgave

1.

Inleiding

3

2.

Uitgangspunten

4

3.

Identiteit

5

4.

Onderwijs en kwaliteit

6

5.

Personeel en organisatie

9

6.

Financiën en faciliteiten

12

7.

Bijlagen

14

Een Ondernemend Lyceum, pagina 2.

Een ondernemend lyceum Schoolplan 2009-2013 1.

Inleiding

Titel Het schoolplan draagt als titel ‘Een ondernemend lyceum’. Met dit opschrift wil de schoolleiding een accent zetten op het gewenste ondernemerschap van én leerling én medewerker én schoolorganisatie als geheel. Sinds 1997 is het schoolplan hét beleidsdocument dat richting geeft aan de ontwikkeling van het Zandvlietcollege. Stond in de vorige schoolplancyclus met name de onderwijskundige ontwikkeling centraal, in de cyclus 2009-2013 is extra aandacht besteed aan borging van het onderwijskundig concept en afstemming van de diverse beleidsterreinen op deze visie. Doelstelling schoolplan Met het beschrijven van de schoolkoers en het formuleren van deze koers in concreet te realiseren subdoelen, heeft de schoolleiding enkele bedoelingen. - Het plan kan worden gebruikt als ontwikkelagenda en activiteitenlijst voor de school - Het plan kan worden gebruikt om de ontwikkelingen en de bijbehorende kwaliteiten te volgen - Het plan biedt uitgangspunten voor verantwoording richting stakeholders Kaders, inspiratiebronnen en achtergrondinformatie Het schoolplan is ingericht op basis van de wet op het voortgezet onderwijs en de wetgeving rond basisvorming en tweede fase. Politieke notities als ‘Convenant leerkracht’ (commissie Rinnooy Kan) en ‘Tijd voor onderwijs’ (commissie Dijsselbloem) hebben de makers nadrukkelijk geïnspireerd bij het ontwerpen van het meerjarenbeleid. Dit geldt evenzo voor de strategische notities ‘De grondslag verdiept’ (BMT 2007) en de meerjarenplannen van Lucas Onderwijs (2009-2013) en de Haagse Colleges (2009-2013). Het is raadzaam de onderzoeken die specifiek voor het Zandvlietcollege zijn, zoals ‘Evaluatie periodisering’ (oktober 2009) en het rapport ‘Interne en externe communicatie’ (uitkomst van de collegiale visitatie 2008) onder handbereik te hebben bij het lezen van dit schoolplan. In mindere mate geldt dit voor het in 2008 opgestelde ‘Plan van eisen nieuwbouw Zandvlietcollege’ (PRC 2008). De opzet van het schoolplan Doordat de school verantwoordelijkheden diep in de organisatie legt, is dit schoolplan een coproductie van een groot aantal medewerkers geworden. Dit komt met name tot uiting in het laatste hoofdstuk waarin alle activiteiten gekoppeld zijn aan verantwoordelijke medewerkers. In het schoolplan wordt inzicht gegeven in de verhouding tussen de verschillende beleidsterreinen binnen de schoolorganisatie. Na een tweede hoofdstuk over de missie en visie van het Zandvlietcollege wordt in hoofdstuk drie de identiteit, een belangrijk cultuurkenmerk van de school, uiteengezet. Vervolgens worden onderwijs en kwaliteit, de core business van Zandvliet, aan de orde gesteld. De personele en organisatorische ontwikkelingen die vervolgens worden omschreven, komen voort uit de onderwijskundige ontwikkelingen van de school. Het schoolplan wordt beëindigd met een hoofdstuk over de financiële en facilitaire organisatie. In de bijlagen is naast belangrijke data en overzichten tevens een powerpoint-presentatie van het schoolplan ingevoegd. J.B. van Dam MME, rector Zandvlietcollege


2.

Uitgangspunten

De missie en visie van het Zandvlietcollege zijn bepalend geweest bij het ontwerpen van het schoolplan. Missie De missie van het Zandvlietcollege is als volgt geformuleerd: Handelend vanuit een christelijke inspiratie, met oog en respect voor de vele verschijningsvormen van deze inspiratie verzorgt het Zandvlietcollege inspirerend onderwijs en brede vorming voor leerlingen hiermee recht doend aan hun individuele mogelijkheden om hen tot kritische en verantwoordelijke wereldburgers te maken Visie Het Zandvlietcollege wil vanuit deze missie een ondernemend lyceum zijn dat: het leren van de leerlingen centraal stelt hen wil laten groeien in verantwoordelijkheden hen hiermee voorbereidt op een plek in vervolgonderwijs en maatschappij Doelstelling Vanuit deze missie en visie kiest het Zandvlietcollege voor de volgende (sub)doelstellingen: realisering van een veelzijdig onderwijsaanbod waarbij naast ondersteuning (wet passend onderwijs) verdieping (extra-curriculair) extra accent krijgt een onderwijsaanbod dat leerlingen zonder vertraging en optimaal gediplomeerd de school doet verlaten ontwikkeling van een brede vorming voor leerlingen door hen vanuit de christelijke identiteit antwoorden te laten ontwikkelen op in het oog springende zingevingsvraagstukken een open relatie tot de samenleving door samen met ouders, leerlingen en andere stakeholders te werken aan verbetering van de kwaliteit van het onderwijs een eigen rol als plaats waar leerlingen en medewerkers zich veilig voelen, er kunnen leren van en met elkaar professionalisering van het personeelsbeleid realisering van moderne huisvesting en faciliteiten vanuit een stabiel en gezond financieel beleid gefaseerde groei naar 800 leerlingen

Ontwikkelfilosofie Bij deze ontwikkeling wil het Zandvlietcollege groeien vanuit haar eigen krachtige kenmerken, te weten: kleinschalig en degelijk onderwijs een initiatiefrijk en inspirerend personeelsteam een evenwichtige en samenhangende groep leerlingen een betrokken ouderpopulatie persoonlijke aandacht uitstekende schoolresultaten


3.

Identiteit

Identiteit en toelatingsbeleid Het Zandvlietcollege is een protestant christelijke school. Wij laten ons in ons doen en laten inspireren door de visie op mens en wereld in de bijbel, die in het bijzonder door Jezus Christus wordt voorgeleefd. Wij zien hierin naastenliefde als een belangrijke kernwaarde. Wij passen deze kernwaarde toe in ons toelatingsbeleid dat een open karakter heeft. Wij vragen van medewerkers en leerlingen onze grondslag te respecteren en deel te nemen aan onze vieringen en identiteitsgerelateerde activiteiten. Identiteit geconcretiseerd Naast de in de wet verankerde maatschappelijke opdracht onderwijs te verzorgen, zien wij het als een belangrijke taak leerlingen toe te rusten om verantwoorde keuzes en afwegingen te maken. Dit veronderstelt de capaciteit te kunnen reflecteren op eigen handelen vanuit het besef dat er wezenlijke waarden zijn die bepalend zijn voor een goed functionerende samenleving. Wij achten het van essentieel belang dat deelnemers in die samenleving zich willen inzetten voor hun naasten. Wij zien naastenliefde, respect, eerlijkheid, genade en bezieling als belangrijke fundamenten van onze samenleving. Deze waarden leven we daarom voor en we geven ze een plaats in de diverse curricula. Naastenliefde We streven ernaar onze leerlingen in het dagelijkse schoolleven te laten ervaren hoe belangrijk het is om iets voor je naaste te kunnen betekenen. Zo zijn maatschappelijke stages vanuit dit principe ingericht, komt dit onderwerp terug in de jaarlijkse themadag ‘tolerantiedag’ en wordt aan al onze vieringen een ‘educatief goed doel’ gekoppeld. Brugfunctie We geven onze leerlingen onderwijs in de diversiteit van culturen in onze maatschappij, opdat er wederzijds begrip kan ontstaan voor elkanders beweegredenen. In de vakgebieden geschiedenis, aardrijkskunde, economie, maatschappijleer en godsdienst wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan deze kennisoverdracht. Met themabijeenkomsten tijdens de jaaropening en -sluiting en de christelijke feestdagen besteden we extra aandacht aan de genoemde waarden. Spreken over identiteit Door jaarlijks systematisch met leerlingen, ouders en medewerkers te spreken over de rol van het thema identiteit in onze school, maken we dit ‘zwevende’ curriculum tastbaar en geven we er een passende en actuele invulling aan. Voor onze medewerkers organiseren we jaarlijks bijeenkomsten rond het thema identiteit. Deze bijeenkomsten zijn opgenomen in de scholingscyclus voor medewerkers. In bijeenkomsten met onze ouders wordt jaarlijks gesproken over de manier waarop we als school vorm en inhoud geven aan onze identiteit. De inbreng van deze gesprekken wordt verzameld en verwerkt in volgende jaarplannen. In het overleg met de leerlingenplatforms en het leerlingenbestuur wordt geregeld gesproken over onze omgangsvormen.


4.

Onderwijs en kwaliteit

Evaluatie van ingezet onderwijskundig beleid Tijdens de vorige schoolplancyclus zijn de contouren van het onderwijskundig beleid van het Zandvlietcollege vastgesteld en is het onderwijskundig beleid in de onderbouw gefaseerd ingevoerd. Tevens zijn de onderwijskundige uitgangspunten geëxpliciteerd; zij dienen als eikpunt bij de evaluatie. Bij de aanvang van deze cyclus vindt evaluatie van de bijbehorende organisatorische keuzes (periodisering met topweken) plaats. Mocht evaluatie leiden tot verdere organisatorische bijstellingen, dan zullen die ingaande schooljaar 2009-2010 plaatsvinden. Mocht evaluatie leiden tot het collectief afwijzen van de gemaakte keuzes voor periodisering en topweken, dan zullen de komende twee jaar gebruikt worden om op basis van de onderwijskundige uitgangspunten nieuwe organisatorische oplossingen te vinden. Tot aan dat moment zal worden vastgehouden aan het werken met periodisering en topweken. Ontwikkelingen in de bovenbouw verlopen langs de lijnen van het veranderende curriculum (de vernieuwde tweede fase). Er kan gesproken worden van een beleidsrijke invoering bij keuzes voor Godsdienst als examenvak, Wiskunde D als keuzevak, Literatuur terug naar de talen én extra aandacht voor het profielwerkstuk. Projecten waarin tussenuren werden ingevuld met begeleide onderwijstijd, zijn in 2009 stopgezet. Op pedagogisch-didactisch gebied hebben zich in de bovenbouw geen ingrijpende veranderingen voorgedaan. De pedagogisch-didactische aanpak expliciet In schooljaar 2007-2008 is de onderwijsvisie van het Zandvlietcollege besproken en vastgesteld. Alle keuzes (op alle beleidsterreinen van de school) die nadien gemaakt werden, zijn getoetst aan deze vastgestelde onderwijsvisie. In 2008-2009 is binnen de teams behoefte ontstaan onze pedagogischdidactische aanpak te expliciteren, opdat dit zal leiden tot een eenduidiger aanpak in de school en een verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. Ontwikkeling vanuit teams en secties Het beleid om teams en secties grotere verantwoordelijkheid te geven bij de te maken onderwijskundige keuzes, hebben ertoe geleid dat er over de algehele linie meer maatwerk in de school aan het ontstaan is. Zo is in de brugklassen gekozen voor oriëntatiemodules science, klassieken en toneel en zijn de kunstvakken bijeengebracht in één clustervak Kunst. De in de middenbouw ingezette lijn van versterkt taalonderwijs (Cambridge Certificate) wordt voortgezet in de bovenbouw. In de havo-bovenbouw is de lijn ‘havo-+’ met succes uitgezet. De klassieke overgangsvergadering is afgeschaft. Middenbouwteams havo en vwo zijn naarstig bezig met een versoepeling van de overstap van onder- naar bovenbouw. Het mentoraat en de wijze waarop de mentoren hun taak vervullen, spelen hierbij een belangrijke rol. De bovenbouw vwo oriënteert zich op extra profilering van het gymnasium en zoekt instrumenten om sterke leerlingen meer uit te dagen. Tijdens deze schoolplancyclus wordt extra aandacht besteed aan de ordening en borging van nieuwe initiatieven. Teams en secties worden betrokken bij de bewaking van de kwaliteit van het onderwijs en daartoe worden standaarden ontwikkeld. Data m.b.t. doorstroom- en uitstroomgegevens worden jaarlijks geëvalueerd. Waar mogelijk volgen op deze evaluaties vervolgacties. Vaksecties richten zich in het bijzonder op de ontwikkeling en bewaking van (vernieuwde) doorlopende leerlijnen. Afdelingsteams besteden nadrukkelijk aandacht aan de doorgaande leerlijn waar het gaat om vaardigheden. Kwaliteitszorg Op de verschillende niveaus is het Zandvlietcollege tijdens de vorige beleidscyclus begonnen zijn beleid te verantwoorden volgens de pdca-cyclus. Teams, secties en stafmedewerkers evalueren jaarlijks hun activiteiten en maken vervolgens hun voornemens voor het volgende jaar expliciet. Deze


gegevens worden gebruikt bij planningszaken als jaaragenda, scholingsplan, begroting, verantwoording e.d. Gedurende het jaar wordt in zogenaamde kwaliteitsgesprekken met vakkenclusters en teams gesproken over de kwaliteit van de werkzaamheden / het onderwijs. Hierbij zijn de pdca-gegevens nuttige uitgangspunten voor het overleg. Ter beoordeling van de kwaliteit van werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van een set van parameters, die landelijk wordt ontwikkeld.

Onderwijskundige ontwikkelingen per team Klas 1 Het team van de eerste klassen wil in deze schoolplancyclus de doorlopende leerlijn basisschoolvoortgezet onderwijs bewaken en zo mogelijk verbeteren. Zo worden basisscholen ‘geadopteerd‘ opdat mentoren een intensievere relatie kunnen gaan onderhouden met het PO. Het team wil de aandacht voor taal- en rekenvaardigheid vergroten en de resultaten van de specifiek hiervoor opgezette lessencycli kritisch in het oog houden. De aanstaande wet op passend onderwijs wordt met name in deze afdeling aangegrepen om de keuze te maken tot hoever onze zorg kan gaan zonder dat deze ten koste gaat van het groepsresultaat. Klas 2 en 3 vwo Binnen dit team zal de komende jaren extra aandacht uitgaan naar het specifieke pedagogische klimaat om een vwo-leerling uit te dagen. Met name de rol van het mentoraat wordt verder uitgediept. Leerlingmediation, nu nog door externe deskundigen opgezet, zal gefaseerd door eigen medewerkers worden overgenomen. Zoals voorheen in het kader van de zogenaamde topweken binnen het brugklasteam veel vakoverstijgende projecten zijn ontwikkeld, zal in de komende periode vooral in de middenbouwteams nadruk komen te liggen op de ontwikkeling van krachtige projecten voor de leerlingen uit dit team. Klas 2 en 3 havo Ook dit team zal de komende jaren extra aandacht besteden aan een uitdagend pedagogische klimaat voor de havoleerling. Ook hier zullen mentoren de basis leggen voor de aanpak in deze groep. Binnen de middenbouwklassen wordt gefaseerd een eenvoudig reisprogramma talen aangeboden. Klas 4, 5 en 6 vwo In het kader van het thema ‘uitdagend onderwijs’ zal het bovenbouwteam zich de komende jaren extra richten op het aanbieden van ‘surplus’ ter stimulering van het ondernemerschap van deze leerlingen. Gedacht wordt aan deelname aan bètacompetities, buitenschools leren en een realistischer aanpak van profielwerkstukken. De aandacht voor resultaat wordt verder versterkt. Oud-leerlingen worden op school ontvangen om hun feedback te vragen. Zo kunnen plannen worden ontwikkeld om de pedagogisch-didactische aanpak van de school verder te verbeteren. Klas 4 en 5 havo In de komende schoolplancyclus wordt het ‘havo-+’-traject (gemengd diploma) verder uitgezet en zullen naast de talen ook enkele exacte vakken gaan participeren. Indien mogelijk wordt deelgenomen aan de pilots waarin wordt gewerkt met meerdere examenmomenten. Na drie jaar deelname aan de maatschappelijke stage zal dit curriculumelement de komende jaren stevig geborgd worden in de bovenbouw. Al naar gelang de wijze waarop de wetgever het curriculum inricht, kan een deel van deze maatschappelijke stage ook in de onderbouwklassen een plaats krijgen.


Onderwijskundige ontwikkelingen in de secties De talen Binnen de secties moderne vreemde talen wordt gewerkt aan afstemming van het curriculum op het Europees referentiekader. De talen oriënteren zich elk op opties om talen op een hoger niveau extracurriculair af te sluiten. Waar het gaat om spreekvaardigheid, worden gezamenlijke strategieën ontwikkeld. Er wordt de komende jaren samengewerkt in het project taaldorp. Het extra curriculum Engels Cambridge wordt gefaseerd uitgerold over de gehele school. Het rendement van de extra lessen ‘taalvaardigheid’, wordt aan het einde van de beleidscyclus geëvalueerd aan de hand van een nog te ontwikkelen toets. De exacte vakken Binnen de Wiskunde wordt de komende jaren bezien hoe om te gaan met het keuzevak Wiskunde D en het verplichte keuzevak Wiskunde C. De overige exacte vakken oriënteren zich op het nieuwe curriculum. Er zal de komende jaren gekeken worden naar mogelijkheden om meer practica aan het programma toe te voegen en verbindingen aan te gaan met hbo, universiteit e.d. Deze visie wordt nadrukkelijk meegenomen bij de inrichting van een nieuw schoolgebouw. Waar mogelijk zal contact worden gezocht met studenten in bètavakken om zo de werelden van vo en hbo / universiteit met elkaar te verbinden. Het rendement van de extra lessen ‘rekenvaardigheid’ wordt aan het einde van de beleidscyclus geëvalueerd aan de hand van een nog te ontwikkelen toets. De zaakvakken Binnen dit vakkencluster zijn verschillende initiatieven in ontwikkeling. Binnen de Economische vakken wordt in toenemende mate de buitenwereld de school binnengehaald. Zowel via gastcolleges als via projecten worden theorie en praktijk gekoppeld. Geschiedenis en Maatschappijleer versterken hun leren met projecten, maatschappelijke stages en deelname aan het simulatiespel MUN. Het vakgebied Godsdienst is bezig met het uitwerken van het curriculum voor examenleerlingen. Reflectie op het geleerde en de zoektocht naar antwoorden op zingevingsvraagstukken zijn hierbij leidende thema’s. De creatieve vakken Waar in de onderbouw de creatieve vakken bijeen zijn gebracht in het domein Kunst (met uitzondering van LO), wordt in de bovenbouw CKV als combinerende factor in dit vakgebied bezien. In onder- en bovenbouw wordt toegewerkt naar het ordenen van materiaal door middel van een digitaal portfolio. In de huidige beleidscyclus zal verder worden gezocht naar vergroting van het aantal leerlingen dat examen doet in de kunstvakken. In het vakgebied Lichamelijke opvoeding bestaan initiatieven om schoolsport te verbinden met het sporten in de wijken, het verenigingswerk. Deze samenwerking beoogt een betere doorstroom van leerlingen naar de sportverenigingen. Naar het zich laat aanzien, leidt de samenwerking tot een intensiever sportprogramma op school. Effect voor de leerlingen Ontwikkelingen vanuit de diverse teams en secties zullen als effect op leerlingen hebben dat: zij naast steun meer uitdaging zullen ervaren zij meer maatwerk per afdeling zullen ervaren zij een doorlopende leerlijn in zowel kennis als vaardigheden zullen ervaren hun ondernemerschap en initiatieven kansrijker zullen worden er meer aandacht wordt besteed aan hun groei in verantwoordelijkheden


5.

Personeel en organisatie

Het Zandvlietcollege ziet in haar medewerkers de belangrijkste schakel in het onderwijsproces. Zij zijn het die de doelstelling van de organisatie realiseren. Hun kwaliteit en motivatie vormen daarvoor de kritieke succesfactoren. Om de kwaliteit van zijn medewerkers optimaal te benutten, wil het Zandvlietcollege in de komende beleidsperiode het personeelsbeleid verder professionaliseren. Nieuwe wetgeving rond de invoering van de functiemix speelt hierbij een belangrijke rol. In een professionele organisatie werken professionals die verantwoordelijkheid nemen voor hun professionele ontwikkeling en hierop worden en willen worden aangesproken. Dit vraagt om de inrichting van een omgeving waarin medewerkers in verregaande mate invloed hebben op de te maken (onderwijskundige) keuzes en kunnen leren van en met elkaar. In de komende beleidsperiode zullen enkele processen en producten nader worden uitgewerkt. Personeelsprofiel Personeelsprofielen worden aan de hand van de competentielijsten van het SLB aangepast aan de schoolspecifieke situaties op de scholen van Lucas Onderwijs. De noodzaak om in 2009 te komen tot een werkbare LD functiebeschrijving( in het kader van de functiemix) heeft hier een aanzet toe gegeven. Het Zandvlietcollege zal dit profiel zelf vertalen naar de schoolspecifieke situatie voor het Zandvlietcollege. Leidraad voor deze vertaling is de missie- en visiebeschrijving zoals verwoord in dit document. Rollen als vakdocent, teamlid en mentor zullen worden benoemd. Tevens wordt aandacht besteed aan de verwachtingen aangaande de identiteit van de school. Functiebouwwerk en functiemix De in 2014 te realiseren functiemix stelt nieuwe eisen aan het functiebouwwerk in het VO. Lucas Onderwijs als werkgever zal zorg dragen voor nieuwe functiebeschrijvingen en adviseren inzake beoordelingscriteria. Het Zandvlietcollege zal tijdens deze beleidscyclus binnen de kaders haar eigen transparante beoordelingscriteria vaststellen, opdat medewerkers óf op mechanische wijze, óf op basis van groei in competenties (waarbij dit laatste de sterke voorkeur heeft) kunnen doorgroeien in functies. Teamleiders en sectieleiders Het Zandvlietcollege erkent dat succesvolle ontwikkeling van haar onderwijs en de organisatie sterk afhankelijk is van de kwaliteit van haar leidinggevenden. Zij zal deze rollen in de komende jaren dan ook versterken. Teamleiders zijn integraal verantwoordelijke schoolleiders en hebben naast hun deelrol binnen het team een of meerdere schoolbrede (beleidsvoorbereidende of -uitvoerende) taken. De komende jaren zal de rol van sectieleiders nader worden uitgewerkt. Gestreefd wordt naar het verruimen van deze rol in verantwoordelijkheden, taken én bevoegdheden. Deze ontwikkelingen worden in samenhang met een nieuw te ontwikkelen LD-functie voor docenten (regeling Lucas Onderwijs) ingevuld. Onderwijs ondersteunend personeel Mede geïnspireerd door het rapport ‘Convenant leerkracht’ (commissie Rinnooy Kan, 2008) zal bij de toekenning van ‘staf’-taken en verantwoordelijkheden geregeld worden onderzocht welke taken van directie dan wel OP naar het OOP kunnen worden verlegd. Dit zal mogelijk uitbreiding van de OOPformatie ten koste van de directie- en OP-formatie tot gevolg hebben. Volumes directie, OP en OOP blijven zich ontwikkelen in lijn met de uitgangspunten zoals deze landelijk (CFI) worden vastgesteld.


Gesprekscyclus Het Zandvlietcollege heeft in 2000 een gesprekscyclus vastgesteld waarin het functioneringsgesprek centraal staat. Het zogenaamde POP-gesprek maakt onderdeel uit van het functioneringsgesprek. Beoordelingsgesprekken worden nog slechts gebruikt bij medewerkers in tijdelijk dienstverband en bij medewerkers die solliciteren van een LB- naar een LC-functie. De gesprekscyclus zal de komende periode volledig worden heringericht, opdat zij aansluit bij de zich ontwikkelende weten regelgeving én aansluit bij het personeelsprofiel. Dit betekent onder andere dat ieder functioneringsgesprek beoordelingselementen in zich zal hebben. Scholing Het Zandvlietcollege hecht grote waarde aan de professionalisering en (bij)scholing van haar medewerkers. Zij voert hierin progressief beleid dat verder gaat dan de reguliere CAO. Waar mogelijk wordt de organisatie dusdanig ingericht dat er sprake is van interne scholing (bij het Zandvlietcollege zelf, bij de Haagse Colleges dan wel de Lucas Academie). Waar dit niet mogelijk is, wordt externe expertise ingezet om eigen medewerkers te scholen. Kweekvijvers Teneinde tegemoet te komen aan doorgroeiwensen of ondernemerschap bij medewerkers, zal beleid worden ontwikkeld om kweekvijvers rond het middenkader én het sectieleiderschap te laten ontstaan. Hierbij zal passende scholing of begeleiding worden georganiseerd. Het Zandvlietcollege is als lyceum te klein om binnen het OOP dergelijke kweekvijvers te organiseren. Waar wenselijk en mogelijk zullen verbanden worden gezocht binnen de Haagse Colleges of Lucas Onderwijs. De organisatie De komende jaren wil het Zandvlietcollege de kwaliteit van haar onderwijs voortdurend blijven optimaliseren. Ze stelt hierbij dat docenten in hoge mate betrokken worden bij de te maken keuzes op onderwijskundig terrein. Er is gekozen voor een organisatievorm waarbij afdelingsteams verantwoordelijk worden gesteld voor de kwaliteit van het onderwijs in hun afdeling. Secties hebben hierbinnen de verantwoordelijkheid voor het toepassen van de pedagogische en organisatorische keuzes in de vorm van vakinhoudelijke uitwerkingen. Deze ombuiging naar een meer teamgerichte organisatie past duidelijk in de tendens dat docenten niet meer alleen uitvoeren, maar vanuit hun professionaliteit ook steeds meer sturen en meedenken op organisatieniveau (rapport commissie Dijsselbloem, 2008). De instrumenten die worden ingezet in het kader van de kwaliteitszorg binnen het Zandvlietcollege zullen een belangrijke rol spelen bij het ‘monitoren’ van de voortgang van dit proces. De school werkt hierin nauw samen met haar collega-scholen van de Haagse Colleges. Organisatiecultuur Het Zandvlietcollege hecht aan het stimuleren van persoonlijke groei en ondernemerschap van haar medewerkers. De school streeft naar het realiseren van een schoolcultuur waarin fouten worden gezien als een geaccepteerd onderdeel van het leerproces. Om tot deze schoolcultuur te komen kunnen diverse gespreksvormen nuttige instrumenten zijn. Gedacht wordt aan het inrichten van ontwikkelgesprekken met secties en teams, het verder ontwikkelen van de huidige intervisiegesprekken met nieuwe medewerkers en het betrekken van de Lucas Academie bij leervragen in de school. Teamleiders, sectieleiders en de begeleiders op school / docentcoaches zullen hierbij belangrijke coördinerende en stimulerende rollen gaan vervullen.


Teamontwikkeling Het Zandvlietcollege kent een matrixorganisatie die bestaat uit afdelingsteams en vakteams (secties of clusters van secties). Beide soorten teams zijn duidelijk in ontwikkeling en in groei van verantwoordelijkheden. Hierbij wordt nadrukkelijk gezocht naar een balans tussen verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden. Teams maken op basis van de schoolplancyclus eigen teamactieplannen, investeren in passende scholing, dragen budgetverantwoordelijkheid en bewaken de kwaliteit van hun onderwijs. In toenemende mate worden taken binnen afdelingsteams onderling dusdanig verdeeld dat ieder team beschikt over passende expertise betreffende de jaarlaag waar het team verantwoordelijkheid voor draagt. Secties richten zich de komende jaren nadrukkelijk op de verdere ontwikkeling en bewaking van de doorlopende leerlijn binnen het vakgebied en het cluster van vakken waar zij deel van uitmaken. Dit samenwerken in clusters wordt verder ontwikkeld, opdat naastgelegen vakgebieden leren van en met elkaar. Kwaliteitszorg Het ontwikkelproces van de organisatie heeft gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs in de school. Meetinstrumenten voor kwaliteit (men denke aan resultaatmetingen en beoordelingsenquêtes) zullen worden ontwikkeld of aangepast, opdat de ontwikkeling op haar resultaten kan worden beoordeeld en bewaakt. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op kwaliteitszorg.


6. Financiën en Faciliteiten Het Zandvlietcollege heeft in de afgelopen tien jaar relatief veel geïnvesteerd in het gebouw en de bijbehorende faciliteiten. Deze investeringen hebben bijgedragen aan de kwaliteit van ons onderwijs, maar zijn ten koste gegaan van investeringen in medewerkers. Ingaande 2009-2010 is de schoolbegroting dusdanig op orde gebracht dat er sprake is van balans in de verdeling van personele en facilitaire kosten. Tevens zijn de reserveringen op orde gebracht. Het Zandvlietcollege streeft in de huidige plancyclus naar een begrotingsdiscipline waarin het facilitaire deel overeenkomt met de BSM-vergoeding van de overheid. Tenslotte streeft het Zandvlietcollege ernaar om binnen vijf jaar haar weerstandsvermogen op 20% te hebben gebracht. Dit percentage komt overeen met het risicoprofiel zoals dit in 2009 door het BMT van Lucas Onderwijs is vastgesteld. Gebouw Analyses van de huisvestingssituatie hebben er in 2009 toe geleid dat de schoolleiding de keuze heeft gemaakt om in of vóór 2014 de school te herbouwen op de bestaande locatie. Tijdens de eerste fase van deze schoolplancyclus zal worden gestudeerd op het vraagstuk waar tijdelijke huisvestiging ( twee schooljaren) kan worden gerealiseerd. Op basis van de huidige onderwijskundige inzichten is een plan van eisen (PVE) geschreven dat leidend is voor de te maken nieuwbouwkeuzen. Bij de nieuwbouw wordt uitgegaan van basisfinanciering van overheidswege én extra ondersteuning van het eigen steunfonds. Het gebouw is berekend op 800 leerlingen, een volume waarbij de kleinschaligheid van de school behouden blijft, maar waarbij haar kwetsbaarheid zal afnemen. Kernprincipes bij nieuwbouw zijn energiezuinig en hoogwaardig materiaalgebruik, kleinschaligheid en een uitdagende leeromgeving. ICT Tijdens de vorige beleidscyclus is extra aandacht uitgegaan naar het optimaliseren van de ICT in de school. Dit instrument heeft op een aantal gebieden in het onderwijs en de organisatie een impuls gegeven aan de kwaliteit. In de komende periode wordt vastgehouden aan het huidige ICTinvesteringsbeleid. Schaalgrootte en samenwerking binnen de Haagse Colleges leiden ertoe dat er sprake is van groei van ICT-mogelijkheden op het Zandvlietcollege. Bij de keuzes die hierbij gemaakt moeten worden zijn de volgende principes leidend: virtualisering en standaardisering van de ICThardware, brede inzet van ICT-specialismen bij alle scholen van de Haagse Colleges. Analoog aan de onderwijskundige ontwikkelingen zullen jaarlijks reguliere schoolborden worden vervangen door smartboards. Bij dit alles wordt intensief samengewerkt binnen de Haagse Colleges, opdat aan het einde van de cyclus de keuze kan worden gemaakt ICT al dan niet te outsourcen. Experimenten op het gebied van wireless internet zullen bescheiden worden ingezet. Bij concrete nieuwbouwplannen kan een up-todate netwerk worden ingericht. Waar mogelijk wordt geïnvesteerd in internetapplicaties, al of niet schoolboekvervangend. Ook zal worden geïnvesteerd in elektronische leeromgevingen voor leerlingen én medewerkers. Arbo en veiligheid Nadat de school in 2007-2008 is opgeschrikt door een tweetal incidenten met agressief gedrag, is in 2008 het veiligheidsplan volledig herzien. In dit plan is ook een hoofdstuk arbobeleid opgenomen. In de komende beleidscyclus zullen enkele thema’s nader worden uitgewerkt. Zo zal een convenant met de politie worden opgezet, zullen de projecten rond leerlingmediation verder worden uitgewerkt én zal vervolgscholing ‘multiculturaliteit’ plaatsvinden. In 2009-2010 worden nieuwe surveillanten aangesteld (binnen en buiten de school), een project dat jaarlijks zal worden geëvalueerd.


De set gedragsafspraken met ouders en leerlingen zal worden verwoord in een jaarlijks te ondertekenen schoolcontract. Leermiddelen Nu leermiddelen van overheidswege gefinancierd (en begrensd) worden, heeft het Zandvlietcollege ervoor gekozen in de komende beleidscyclus samen met een tweetal scholen van Lucas Onderwijs een eigen boekenfonds te onderhouden. Diverse bijbehorende diensten zullen gefaseerd worden gecentraliseerd en mogelijk buiten de school worden ondergebracht. De leermiddelenontwikkeling wordt daarnaast gekoppeld aan ICT-ontwikkelingen, zoals het werken met laptops en het benaderen van ‘content’ via het inter- en intranet. Ouderbijdrage, vrienden van Zandvliet In aansluiting bij de ambitie van het Zandvlietcollege, zal jaarlijks worden bezien welk deel van het ‘surplus’ apart bij ouders in rekening wordt gebracht. Men denke hierbij aan reizen, deelname aan Pre University, maar ook aan extra-curriculaire activiteiten als het Cambridge Certificate Engels e.d. Ter ondersteuning van minderbedeelden zal een fonds in het leven worden geroepen: ‘Vrienden van Zandvliet’. Cyclus planning and control Het Zandvlietcollege heeft in de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de scholing van eigen stafmedewerkers op het gebied van het financieel beleid. Verantwoordelijkheden en taken zijn verschoven van directie naar OP en OOP en er zijn budgethouders aangesteld. Dit alles heeft als gevolg dat de financiële betrokkenheid van medewerkers is verhoogd en dat de begrotingsdiscipline is toegenomen. De financiële cyclus planning and control vraagt echter nog extra aandacht. In de komende beleidsperiode zal worden bezien welke instrumenten kunnen worden ingezet en welke medewerkers (binnen school, binnen de Haagse Colleges of binnen Lucas Onderwijs) betrokken worden bij deze cyclus.


7.

Bijlagen

6.1

Concretisering van de beleidsuitspraken in activiteiten

Beleidsvoornemens: identiteit Formulering

Concretisering van de christelijke identiteit van de school

Doel

Leerlingen opvoeden tot verantwoordelijke (wereld)burgers

Uitwerking

1. Organiseer twee gesprekscycli identiteit voor medewerkers per jaar en zie erop toe dat alle medewerkers hier eens per vijf jaar bij betrokken worden. Gebruik de opbrengsten van deze cycli om invulling te geven aan onze activiteiten op het gebied van identiteit. 2. Leid bijeenkomsten met ouders in met een identiteitsgerelateerd thema en sta open voor feedback. Maak het thema jaarlijks bespreekbaar bij de ouderraad en benut de input bij het vaststellen van een volgend schoolactiviteitenplan. 3. Bevraag leerlingen in bestuur en platforms jaarlijks over de wijze waarop identiteit vorm en inhoud krijgt in onze school en gebruik hun input ter verbetering van een volgend schoolactiviteitenplan.

Resultaat

Bovenstaande activiteiten hebben plaats gevonden en zichtbaar geresulteerd in verbeteringen van het ‘curriculum identiteit’.

Wie

1, MT en stafmedewerker identiteit 2 en 3, MT-leden 1, 2 en 3 jaarlijks, 2009-2013

Wanneer

Beleidsvoornemens: Onderwijs en kwaliteit Formulering

Expliciteren van de pedagogisch-didactische aanpak op het Zandvlietcollege

Doel

Eenduidiger handelen van medewerkers op dit terrein opdat de kwaliteit van ons onderwijs wordt verhoogd

Uitwerking

1. Bespreek per team de gewenste pedagogisch-didactische aanpak en formuleer deze binnen onze onderwijsvisie. 2. Formuleer de gewenste pedagogisch-didactische aanpak voor de school en formuleer de bandbreedte met het oog op de doorlopende leerlijnen. 3. Formuleer deze afspraken als onderdeel van het personele beleid, besteed extra aandacht aan scholing, werving van medewerkers, begeleiding, beoordeling en kwaliteitszorg.

Resultaat

De kwaliteit van het onderwijs per jaarlaag is verhoogd. Leerlingen beoordelen de pedagogisch-didactische aanpak in de school als eenduidig en conform de benoemde visie.

Wie

Schoolleiding, teams

Wanneer

1, 2 in 2009-2010, 3 in 2010-2013



Ordening en bewaking van het curriculum

Doel

Optimalisering van de doorlopende leerlijn Behoud van kennis en ervaringen per vakgebied 1) Iedere vaksectie legt nieuwe initiatieven vast en koppelt deze aan de leerstofplanners en PTA’s. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het intranet van de school. 2) Door middel van toetsmateriaal en vakoverleg wordt de afstemming van het curriculum over de schooljaren gevolgd. Waar nodig worden aanpassingen per jaarlaag aangebracht. 3) Jaarlijks worden aanpassingen in het curriculum of in de onderwijsactiviteiten geëvalueerd. Deze informatie wordt verwerkt in de volgende leerstofplanners.

Uitwerking

Resultaat

Per vakgebied en per jaarlaag / onderwijstype zijn de activiteiten dusdanig geordend dat nieuwe medewerkers ermee aan het werk kunnen.

Wie

Leden van de secties, coördinatie door de sectiehoofden, coaching en controle door de teamleiders

Wanneer

1 in 2009-2010, 2 in 2009-2011, 3 vanaf 2011-2012


Optimaliseer kleinschalige leerprocessen in ons onderwijskundig curriculum

Doel

Optimale ontwikkeling van de onderwijsgerelateerde talenten van de leerling

Uitwerking

Resultaat

1. Iedere jaarlaag en iedere sectie inventariseert jaarlijks de behoefte van leerlingen aan maatwerktrajecten (kleine groepen leerlingen, extra-curriculaire stof) en evalueert de gelopen maatwerktrajecten. Deze informatie wordt verwerkt in volgende activiteitenplannen van sectie of afdelingsteam. 2. Nieuwe maatwerktrajecten die in de activiteitenplannen zijn opgenomen krijgen drie cursusjaren de ruimte om zich te ontwikkelen voordat door middel van onderzoek het rendement (en daarmee de bestaansgrond) van het traject wordt geëvalueerd. Leerlingen kunnen jaarlijks hun curriculum succesvol met 5% maatwerk uitbreiden / bepalen. Dit maatwerk is meetbaar door te kijken naar de hoeveelheid onderwijstijd die ermee gemoeid is. Leerlingen beoordelen dit maatwerk in evaluerende enquêtes met een beoordeling ‘goed’.

Wie

Sectieleiders en teamleiders

Wanneer

1 vanaf 2009-2010, 2 vanaf 2011-2012



Kwaliteitscontrole met behulp van eenduidige parameters

Doel

Objectieve toetsing van kwaliteit van het onderwijs

Uitwerking

1) Verzamel parameters uit eigen data en bespreek deze cyclisch met teams en vaksecties. Draag er zorg voor dat men deze parameters gebruikt ter inspiratie van de nieuwe activiteitenplannen. 2) Combineer bovenstaande data met landelijk verkregen data door deelname aan het project ‘vensters voor verantwoording’ en zet ook deze gegevens in bij de jaarlijkse pdca-cyclus per vak en per jaarlaag. 3) Optimaliseer de kwaliteitsgesprekken met sectiehoofden en teamleiders, opdat kennis rond de kwaliteit van het onderwijs systematisch wordt gedeeld.

Resultaat

De schoolresultaten (instroom-, doorstroom- en uitstroomgegevens) liggen boven het landelijk gemiddelde. Inspectie of externe visitatie beoordeelt het systeem van kwaliteitszorg als ‘goed’. Het onderwijsaanbod van het Zandvlietcollege wordt door ouders en leerlingen als evenwichtig en samenhangend beoordeeld.

Wie

1, 3, MT en dossierhouder kwaliteitszorg 2, MT, samenwerking met de Haagse Colleges, stafmedewerker DHC kwaliteitszorg

Wanneer

1 in 2009-2010 e.v. 2 in 2009-2011 3 in 2011-2012


Actualisering en aanpassing van het onderwijsaanbod

Doel

Schools onderwijs effectief houden (gemeten in resultaten)

Uitwerking

1. Secties en teams verwoorden hun langetermijndoelen in jaarlijkse actieplannen. 2. Secties en teams voeren hun actieplannen uit en leggen de ontwikkeling ervan vast in pdca-cycli. 3. Secties en teams koppelen hun activiteiten aan ‘harde’ parameters zoals in-, door- en uitstroomgegevens.

4. Secties en teams ontwikkelen ‘zachte parameters’ zoals interviews en enquêtes en gebruiken deze input bij de evaluatie en bijstelling van hun activiteiten. 5. Secties en teams bespreken hun ervaringen systematisch en cyclisch, opdat waar mogelijk verbindingen worden gelegd en er van en met elkaar wordt geleerd.


Resultaat

Secties en teams werken planmatig, cyclisch en systematisch. Secties en teams delen kennis en ervaringen, meetbaar in het aantal gezamenlijke initiatieven. Resultaten van leerlingen (binnen secties en teams) verhouden zich positief tot elkaar, meetbaar in discrepanties tussen jaarlagen.

Wie Wanneer

Teamleiders en sectieleiders Dossierhouder kwaliteitszorg 1, 2, 5 in 2009-2010 e.v. 3 in 2010-2011 e.v. 4 in 2011-2012 e.v.

Beleidsvoornemens: Personeel en organisatie Formulering

Invoering functiemix

Doel

We willen de juiste medewerker op de juiste plek in de schoolorganisatie plaatsen, onze beloningsstructuur hierop aanpassen en iedere medewerker in de gelegenheid stellen zich verder te professionaliseren. Bij doorstromen naar complexere docentfuncties ( LB-LC–LD) willen we ons richten op de aangetoonde competenties van de medewerkers. Met dit alles beogen we de kwaliteit van ons onderwijs te verhogen.

Uitwerking

Wie

1. Vaststelling van de organisatieontwikkeling op basis van de wettelijk voorgeschreven functiemix / CAO. Mogelijke herstructurering van de organisatie op basis van deze wettelijke kaders herstructureren (m.n. LC-LD) 2. Fasering van de groei van de functiemixi, aansluitend bij wet en regelgeving, schoolvisie en (m.n.) financiële randvoorwaarden. 3. Inrichting van een digitaal personeelsdossier, opdat medewerkers de instrumenten krijgen om zelf te werken aan hun persoonlijke ontwikkeling. Dit dossier is dusdanig ingericht dat ontwikkelingen kunnen worden ‘aangetoond’. 4. Inrichting van een begeleidings- en beoordelingscyclus, gekoppeld aan de gesprekscyclus, gebruik makend van het personeelsdossier 5. Uitvoering van de voorgenomen organisatieontwikkeling Er wordt een functiemix-ontwikkeling vastgesteld die past binnen personele en financiële kaders. De wijze van doorgroeien van LB naar LC en LD sluit aan bij de onderwijskundige en organisatorische visie van de school. Instrumenten rond het nieuwe digitale personeelsdossier functioneren naar ieders tevredenheid en worden benut in de gesprekscyclus. De gesprekscyclus wordt conform afspraken uitgevoerd (zowel in inhoud als frequentie). Het Zandvliecollege behaalt de gestelde doelen t.a.v. de functiemix. Rector in samenwerking met teamleiders en collega’s van de Haagse Colleges

wanneer

1, 2 in 2010, 3, 4 in 2011, 5 in 2012 e.v.

Resultaat



Verbetering van het scholingsbeleid van medewerkers

Doel

Wie

We willen onze organisatie dusdanig inrichten dat medewerkers in de gelegenheid komen zich verder te professionaliseren, opdat zij hun taak optimaal kunnen verrichten. 1. Verdere professionalisering van de begeleidingstrajecten voor nieuwe medewerkers 2. Uitbouw van het arrangement aan interne scholingen met hulp van de BOS, de Haagse Colleges dan wel de Lucas Academie. 3. Inrichting van een scholingstraject voor stagiaires of docenten in opleiding in nauwe samenwerking met scholen van de Haagse Colleges dan wel ‘de Rode Loper’ 4. Studieoverleg binnen clusters van vakken, gericht op kwaliteitszorg en leren van / met elkaar 5. Inrichting van kweekvijvers van medewerkers, al dan niet in combinatie met medewerkers van de Haagse Colleges of de Lucas Academie 6. Jaarlijkse teamscholingen voor secties, teams en het (breed) MT Bovenstaande zes organisatievormen rond scholing functioneren naar tevredenheid van de deelnemers. Voor vacatures op het gebied van coördinerende dan wel leidinggevende rollen is binnen het personeelsteam voldoende kwaliteit aanwezig. Stagiaires beoordelen het scholingstraject op het Zandvlietcollege als positief. Stagiaires solliciteren na hun scholingstraject succesvol op het Zandvlietcollege dan wel één van de scholen waarmee het traject is georganiseerd. Het Zandvlietcollege behaalt de doelstellingen zoals deze zijn afgesproken binnen de functiemix. Het al dan niet kunnen aantonen van vereiste competenties is hierbij geen struikelblok. Specifieke taken voor de BOS, het MT en de sectieleiders

wanneer

1, 4 en 5 in 2009-2010, 2 in 2010-2011, 3 in 2011-2012

Uitwerking

Resultaat


Doel

Uitwerking

Teams groeien in verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden rond de inrichting van het onderwijs, opdat het onderwijs op maat van de afdeling of het vakgebied aan kwaliteit wint. Docenten en OOP dragen vanuit hun praktijk voor de klas een grotere verantwoordelijkheid bij de inrichting van het onderwijs, opdat de betrokkenheid bij de te maken keuzes toeneemt én de kwaliteit van de gemaakte keuzes toeneemt. 1. Teams kiezen jaarlijks eigen thema’s voor teamscholing, gericht op ervaren problematiek dan wel te realiseren verbeteringen conform de onderwijskundige uitgangspunten in het schoolplan. 2. Teams beoordelen en bewaken de kwaliteit van hun onderwijs en formuleren in hun teamplannen concrete acties ter verbetering van deze kwaliteit. 3. Teams leggen verantwoording af van de behaalde resultaten aan de stakeholders (leidinggevenden, leerlingen) 4. Leidinggevenden van teams groeien in professionaliteit, meetbaar gemaakt door 360-gradenfeedback en andersoortige instrumenten


Resultaat

Wie

Medewerkers beoordelen in enquêtemateriaal de samenwerking in teams als positief. Zij beoordelen hun betrokkenheid bij de te maken keuzes als positief. Jaarlijks verkregen informatie m.b.t. de verantwoording wordt intern gepubliceerd. Leidinggevenden krijgen een positieve beoordeling van hun teamleden. Teamleiders, hoofden van secties

wanneer

1 in 2009-2010, 2, 3 in 2010-2011, 4 in 2011-2012


Doel

Uitwerking

Resultaat

Verschuif taken van directie naar onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel. Verschuif taken van OP naar OOP. Bewaak de kwaliteit van de uitvoering dusdanig dat de organisatieverandering niet ten koste gaat van de kwaliteit. Verbeter de effectiviteit van de organisatie door taken goed af te stemmen op het vereiste functieniveau. Verschuif waar mogelijk, opdat betrokkenen een takenpakket op passend niveau krijgen en kunnen groeien binnen hun functie. Verschuif zo dat beschikbare personele middelen effectiever kunnen worden ingezet en er hierdoor meer tijd kan worden vrijgemaakt voor deze taken. 1. Breng de taken binnen het OP en de directie in kaart en koppel deze aan functieniveaus directie, OP en OOP. 2. Koppel aan de jaarlijkse inventarisatieronde (statusformulieren) sollicitatierondes OOP en OP voor de vrijkomende taken. Een personele organisatie die past binnen het personele budget zoals de overheid dit heeft beoogd

Wie

Schoolleiding

wanneer

1, 2 in 2011-2012


Herziening taakbeleid voor OP en OOP

Doel

Resultaat

Iedere medewerker draagt in evenredigheid zorg voor een deel van de taken binnen de schoolorganisatie 1. Kom in gezamenlijkheid tot een taakverdelingssystematiek (jaartaakformulier) die balans houdt tussen de belastbaarheid van medewerkers en de ambities van de schoolorganisatie (kwaliteit van onderwijs). Neem elementen als scholingsbeleid, trekkingsrecht, ouderenbeleid mee in dit beleid. 2. Zorg voor een regelmatige evaluatie van deze taakverdelingssystematiek en handel naar deze evaluatie. Medewerkers beoordelen het taakbeleid met een voldoende cijfer.

Wie

Schoolleiding in overleg met (P)MR

Wanneer

2010-2011

Uitwerking


Beleidsvoornemens: financiën en faciliteiten Formulering

Realiseer nieuwbouwplanning in 2014 of zo mogelijk eerder

Doel

Wie

Zorg voor faciliteiten die voor de komende 30 jaar toereikend zijn voor de ambities van het Zandvlietcollege op onderwijskundig gebied. Vergroot hiermee de aantrekkelijkheid van de school voor potentiële lyceïsten en versterk hiermee de kwaliteit van de school. 1. Rond de onderhandelingen met potentiële eigenaren van grond in de omgeving van de school af. Werk toe naar nieuwbouw op de huidige locatie en ontwerp een plan voor tijdelijke huisvesting gedurende de periode van sloop en opbouw. 2. Actualiseer en verfijn het bouwplan (plan van aanpak) in samenwerking met leerlingen, medewerkers en externe adviseurs. Betrek het thema duurzaamheid nadrukkelijk bij dit bouwplan. 3. Actualiseer en verfijn de financiële onderbouwing van de nieuwbouw, overleg met gemeente aangaande groei naar 800 leerlingen en bijbehorende financiering. 4. Voer onderhandelingen met derdegeldstroom binnen en buiten de overheid (steunstichting) 5. Voer onderhandelingen met Lucas Onderwijs én de gemeente over vervangende ruimte tijdens nieuwbouwperikelen (indien op bestaande locatie herbouw kan plaatsvinden) 6. Realiseer nieuwbouw Een nieuw schoolgebouw voor het Zandvlietcollege, passend bij haar kwaliteit en ambities Schoolleiding, vertegenwoordigers van Lucas Onderwijs en de Haagse Colleges

wanneer

1 in 2009-2010, 2, 3, 4, 5 in 2009-2011, 6 in 2013-2015

Uitwerking

Resultaat


Maak ICT effectief, efficiënt, flexibel, beheersbaar en stabiel

Doel

Krachtiger maken van de leeromgeving voor leerlingen én medewerkers door efficiënter en effectiever gebruik van ICT. Effectiever organisatie van de school door gebruik van ICT 1. Versterken van samenwerking ICT-medewerkers binnen de Haagse Colleges, leidende tot specialisaties op diverse terreinen en minder inhuur van externe specialisten 2. Gefaseerde standaardisatie en virtualisatie waarmee stabiliteit van netwerk wordt verhoogd en gebruikersintensiteit groeit 3. Gefaseerde invoering van elektronische leeromgevingen voor medewerkers en leerlingen 4. Pilots op het gebied van wireless internet 5. Gefaseerde invoering van smartboards, begeleid van vervolgcursussen voor medewerkers 6. Organiseer ICT dusdanig dat het waar wenselijk schoolboeken kan vervangen

Uitwerking


Resultaat

Wie

Verhoogde gebruikersintensiteit en klanttevredenheid ICT Transparantie van de ICT-kosten per werkplek Verlaging dan wel stabilisatie van de ICT-kosten per werkplek Organisatie dusdanig op orde dat keuze kan worden gemaakt al dan niet te kiezen voor outsourcing Dossierhouder MT, coördinator ICT, MT de Haagse Colleges

wanneer

1, 2 in 2009-2010, 3 in 2010-2011, 4 in 2009-2012, 5, 6 in 2009-2013


Organiseer boekenfonds dusdanig dat er geen extra middelen behoeven te worden aangewend om de kwaliteit van het huidige boekenfonds in stand te houden.

Doel

Behoud van hoogwaardige kwaliteit van leermiddelen, passend bij onderwijskundige ambities van het Zandvlietcollege 1. Kom in samenwerking met Stanislas en de Populier tot Europees aanbesteden van intern boekenfonds voor komende drie jaar. 2. Onderhandel boekenfonds waarbij afschrijftermijn van vier jaar gehandhaafd kan blijven en ruimte blijft voor innovatie van leermiddelen. 3. Organiseer logistiek van boekenfonds door centrale medewerker van de scholen, kom tot centraal boekenmagazijn. 4. Onderzoek of periodisering kan leiden tot het verkleinen van het aantal aan te schaffen boeken en handel naar bevind van zaken. 5. Onderzoek of digitalisering kan leiden tot verkleining van het aantal aan te schaffen boeken en handel naar bevind van zaken 6. Evalueer het gelopen proces en kom tot uitbreiding van intern boekenfonds binnen de Haagse Colleges Kwalitatief hoogstaand en inspirerend onderwijs

Uitwerking

Resultaat Wie wanneer

Dossierhouder MT, stafmedewerker boekenfonds, MT de Haagse Colleges, werkgroep boekenclub Lucas Onderwijs 1, 2, 4 in 2009-2010, 3 in 2010, 5, 6 in 2011-2012


Zorg voor een rijke invulling van het geactualiseerde Arbo- en Veiligheidsbeleidsplan 2009

Doel

Vul gefaseerd de activiteiten in die nodig zijn om het plan tussen de oren van de medewerkers te krijgen. Werk onderdelen van het plan concreet uit, opdat de veiligheidsbeleving van leerlingen en medewerkers op peil blijft of verhoogd wordt. 1. Prioriteer de activiteiten, voortvloeiend uit de risicoscan van 2009. 2. Neem bovenstaande activiteiten op in de jaarlijkse activiteitenplannen van de school. 3. Voer de activiteiten jaarlijks uit. Besteed extra aandacht aan bijbehorende scholingsactiviteiten. 4. Evalueer de effecten van bovenstaande activiteiten door middel van tevredenheidsenquêtes onder leerlingen én medewerkers (psw).

Uitwerking


Resultaat

Wie

De tevredenheidsscan levert op dat de veiligheidsbeleving van leerlingen en medewerkers hoog is ( gerelateerd aan resultaten van vergelijkbare scholen). Er zijn geen noemenswaardige incidenten in en rond de school rond thema’s als agressie e.d. Dossierhouder MT-lid

wanneer

1 in 2009-2010, 2, 3 en 4 in 2009-2014


Doel Uitwerking

Resultaat

Breng het weerstandsvermogen conform het risicoprofiel gefaseerd op het peil van 20%. Wijk naar gelang van de discrepantie tussen de nieuwbouwkosten en de overheidsbijdrage aan de nieuwbouw hiervan af. Stabiliteit van de kwaliteit van de schoolorganisatie 1. Formuleer formatiebeleid waarbij aannames van de overheid m.b.t. personele volumes richtinggevend zijn. Benut de verschillen tussen GPL en landelijke GPL en vul hiermee het weerstandsvermogen aan. 2. Handhaaf de investeringsluwte met het oog op de financiële aanname van de overheid t.a.v. de onderwijsfaciliteiten. 3. Formuleer beleid opdat een deel van het weerstandvermogen kan worden ingezet ter optimalisatie van nieuwbouw. 4. Voer bovenstaand beleid uit. Jaarlijks wordt een positief resultaat van ca 5% behaald. De totale exploitatie ontwikkelt zich analoog aan de index. Bekostiging van een deel van de nieuwbouw (het surplus) wordt gefinancierd vanuit het opgebouwde weerstandvermogen.

Wie

Schoolleiding, de Haagse Colleges, Lucas Onderwijs

wanneer

1 in 2009-2010, 2 in 2009-2013, 3 in 2010-2011, 4 in gehele beleidscyclus

6.2 Activiteiten, per jaar geordend activiteit

dossierhouder

2009

2010

2011

2012

2013

Concretisering van de christelijke identiteit van de school Explicitering van de pedagogisch- didactische aanpak op het Zandvlietcollege

MT-lid identiteit

x

x

x

x

x

Brede staf

x

x


activiteit

dossierhouder

2009

2010

2011

Optimalisering kleinschalige leerprocessen in ons onderwijskundig curriculum

Teamleiders, sectieleiders

x

x

X

Ordening en bewaking curriculum Kwaliteitscontrole via eenduidige parameters

Sectieleiders

x

x

Actualisering en aanpassing van het onderwijsaanbod Invoering functiemix

Teamleiders, sectieleiders

x

x

x

Rector

x

x

x

Verbetering van het scholingsbeleid van medewerkers Groei van teams in verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden

Begeleider op school

x

x

x

Sectieleiders, teamleiders

x

x

x

Verschuiving taken van directie naar OP en OOP Herziening taakbeleid voor OP en OOP Realisering nieuwbouwplanning in 2014 of zo mogelijk eerder ICT effectiever, efficiënter, flexibeler, beter beheersbaar en stabieler Organisatie van boekenfonds zodat er geen extra middelen behoeven te worden aangewend om de kwaliteit van het huidige boekenfonds in stand te houden Rijke invulling van het geactualiseerde Arbo-en Veiligheidsbeleidsplan 2009 Aanpassing van het weerstandsvermogen conform het risicoprofiel gefaseerd op het peil van 20%

Rector

Dossierhouder kwaliteit

2012

2013

x

x

Rector

x

x

x

Rector

x

x

x

x

x

Dossierhouder ICT

x

x

x

x

x

Dossierhouder leermiddelen

x

x

x

Dossierhouder arbo / bhv

x

x

x

x

x

Rector

x

x

x

x

x


Zandvlietcollege, een ondernemend lyceum

Recommend Documents