Platform Nr. 1 2008 Inhoud o o o o o o o o
Van de bestuurstafel Nieuws uit het Openbaar Vervoer Nieuws uit het Wegtransport Nieuws uit de Havens De Pen Ingezonden artikelen Inschrijfformulier Van de redactie
YOU NEVER DRIVE ALONE www.vakbewegingvld.nl INFORMATIE, ADVIES, BEGELEIDING, RECHTSHULP
Van het bestuur Een vakbond van, voor en de door dezijn. leden Over het devan, praktijk van een VLD wil een in bond voor en brengen door leden Een ideaal bond dus waar de leden zelf bepalen wat zij willen. Het is ondertussen wel bekend van de VLD. Het is een ideaal wat we nastreven en in de praktijk willen brengen. Het klinkt ook prachtig - een bond van, voor en door de leden - maar om dat ideaal in de praktijk te brengen moeten er heel wat hindernissen overwonnen worden. De afgelopen tijd heeft de VLD een belangrijke hindernis daarin overwonnen: we hebben geen personeel meer in dienst. Ja, u leest het goed! De VLD heeft geen personeel meer in dienst. In dit artikel leggen we uit waarom. Voorgeschiedenis bij de VVL Eerst even terug naar de geschiedenis. De VVL (Vakbond voor Vervoer en Logistiek, de voorloper van de VLD) werd opgericht door kaderleden van de voormalige Vervoersbond FNV. Aanleiding was een conflict over het moderniseren van de koers van de bond door de hokjesgeest van de sectoren te overwinnen en het gebrek aan invloed op het beleid door kaderleden. In dat conflict speelden veel vakbondsbestuurders een bedenkelijke rol. Dat gold zowel voor een aantal districtsbestuurders, voor landelijk bestuurders, bondsbestuurders zoals voorzitter Ruud Vreeman als voor FNV bestuurders als wijlen Johan Stekelenburg.
Toen de Vervoersbond FNV niet naar deze `lastige' kaderleden wilde luisteren en hen de deur uit schopte, wilden deze kaderleden hun eigen vakbeweging maken. Nog ziek van het draaien en liegen van vakbondsbestuurders gingen zij zelf hun bond de VVL besturen. Nou, dat hebben we geweten! Het leek de LPF wel: er waren ineens meer voorzitters in de VVL dan kaderleden. De kans op het krijgen van macht kan blijkbaar rare dingen doen met mensen. Eigenlijk werd door kaderleden in hun eigen VVL voortgezet wat ze in de FNV zo lang gezien en geleerd hadden: dat het altijd om het uitvechten van posities en macht gaat en zelden of nooit over de inhoud en argumenten. Het was in die situatie dat er één persoon naar voren kwam die door iedereen als voorzitter werd gezien: onze in juli 2003 helaas veel te vroeg overleden vriend Frans Gijsbers. Frans genoot het gezag en vertrouwen van andere kaderleden omdat hij nooit voor zichzelf, maar dag en nacht voor een ander in de weer was. De man was streng maar rechtvaardig en beschikte over de nodige kennis en ervaring. Vervolgens werd 2 jaar daarna in de persoon van Han ter Halle toch weer een bezoldigde bestuurder voorzitter. Ter Halle had veel ervaring in de Vervoersbond FNV en de functie van voorzitter koste toch meer tijd dan een vrijwilliger daarvoor kon vrijmaken, zo was de redenering. Ondertussen ging het volgen en verder uitwerken van het ideaal van een bond van voor en door de leden gewoon door. Voorgeschiedenis bij de VLD Tegen eind 1998 was de discussie - inmiddels de VLD - op het punt aangeland dat betaalde vakbondsbestuurders zich meer bescheiden en dienstbaar moesten opstellen naar leden en kaderleden. In de traditionele bonden van CNV en FNV was de rol en positie van bezoldigde bestuurders zo dominant dat zij in feite het beleid bepaalden. Dat wilden we bij de VLD natuurlijk niet. Dus, zo was de redenering, stelde de VLD bijzondere eisen aan haar bezoldigde vakbondsbestuurders en aan haar kaderleden. Van de bezoldigde vakbondsbestuurders werd verwacht dat zij een flinke stap op zij deden ten gunste van de kaderleden. De bezoldigden moesten er goed van doordrongen zijn dat zij vergaand afhankelijk waren van leden 2
en kaderleden om kennis van zaken van de praktijk van het werk van leden te krijgen. Dat betekende dat bezoldigden vooral goed moesten kunnen luisteren naar mensen, hen betrekken en activeren in discussies en zoveel mogelijk begeleiden in het zelf ter hand nemen van vakbondsactiviteiten. De VLD koos voor een andere invulling van de functie van bezoldigden en zocht daarom ook naar andere type personen daarvoor. Personen die gevoeliger zijn voor wat mensen beweegt en/of in de weg zit, en gevoeliger voor menselijke verhoudingen. die kortom, niet meer de vooraanstaande en beleidsbepalende rol en positie van bezoldigden die in de vakbeweging zo vanzelfsprekend is geworden. Van kaderleden werd verwacht dat zij zich ook actief met zaken bemoeiden en zelf, waar mogelijk, verantwoordelijkheid voor vakbondsactiviteiten namen. Dat betekende dat kaderleden zich moesten ontwikkelen in het discussiëren met collega's, opdoen van kennis om zelf zaken te organiseren en standpunten van de VLD voor hun rekening nemen naar collega's, andere bonden, managers en directies. Het ideaal van een bond van, voor en door de leden spreekt veel mensen aan omdat je op het werk meestal niet vrijuit kunt zeggen wat je er echt van de gang van zaken vindt of op z'n minst uit moet kijken met je woorden. Waar anders zouden werknemers vrijuit moeten kunnen praten over alles wat men altijd al dacht en vond, maar nooit hardop mag zeggen, dan in een organisatie van die van en voor die werknemers zelf is? De nieuwe verhoudingen en rolverdeling tussen kaderleden en bezoldigden bleek voor een aantal van hen een brug te ver. De bezoldigde voorzitter kon niet aan de nieuwe verwachtingen voldoen en wilde bovendien ook zijn vooraanstaande positie niet kwijt. Tegelijk vonden een aantal kaderleden het wel prima dat zij meer voor het zeggen kregen, maar wilden zij daar ook weer niet teveel verantwoordelijkheid voor krijgen en daar op aangesproken kunnen worden. Zij vonden het toch ook wel makkelijk om zich achter de rug van een bezoldigd bestuurder te kunnen verschuilen als het zo uitkwam. Deze combinatie van angstige bezoldigden en kaderleden besloot het ideaal van een bond van, voor en door de leden te verlaten. Ze speelden het ledenbestand van de VLD door aan De Unie die hen gouden bergen beloofde. Zo kon het in 1999 gebeuren dat nietsvermoedende leden ineens een brief van De Unie kregen dat de VLD was opgeheven. Een nieuwe weg Op deze manier zijn we bij de VLD door schade en schande wijzer geworden. We zijn tot de conclusie gekomen dat een bezoldigd bestuurder als lid van de vereniging en tegelijk ook werknemer van die vereniging een bijzondere machtspositie heeft. De benaming van `bestuurder' roept alleen al vragen op over de positie van leden, alsof die `bestuurd' moeten worden omdat ze zelf niet zouden kunnen kiezen of sturen? Doordat de bezoldigde bestuurder bijna altijd een voorsprong in informatie heeft, blijft er van de zeggenschap van leden doorgaans niet veel meer over. Om deze redenen heeft de VLD besloten om er geen zogeheten werkorganisatie met bestuurders meer op na te houden. Na het uitbesteden van de administratie en rechtshulp aan leden is vorig jaar de laatste bezoldigde bestuurder en voorzitter jaar afgetreden en vervolgens ontslagen. Daarmee is de VLD een vereniging die uitsluitend nog uit leden bestaat en ook door een uit die leden gekozen bestuur bestuurd wordt. De leden bepalen zelf de koers en wat daar aan moet gebeuren. De ontslagen bezoldigde wordt nu als extern adviseur ingehuurd voor de persoonlijke rechtshulp aan leden en om kaderleden en het bestuur van informatie en adviezen te voorzien. Kaderleden en bestuur zijn vrij om zelf informatie te verzamelen of adviezen in te winnen waarna men zelf besluit hoe het zit en wat er moet gebeuren. We zullen ervoor waken dat de vrijwillige bestuurders niet hetzelfde gedrag als bezoldigde bestuurders gaan vertonen.
3
Openbaar
Vervoer Connexxion is diep gezonken Belevenissen van een vakbondsman (deel 1)
Toen de Q-liner 315 tussen Lelystad en Groningen openbaar werd aanbesteed, verloor Arriva die lijn aan Connexxion. Roel Dries (55) deed het werk op die lijn met zoveel plezier dat hij graag met het werk mee naar Connexxion wilde. Het zal bij Connexxion allicht niet slechter zijn dan bij Arriva, zo dacht hij. Nou, dat heeft Roel geweten. Hij viel niet alleen van de ene verbazing in de andere, hij leerde de donkere kanten van Connexxion kennen. In dit nummer een beknopte weergave van zijn ervaringen. Sportclub Joure De SC Joure wilde voor het vervoer van haar eerste voetbalelftal naar uitwedstrijden op zondagen graag gebruik maken van de diensten van Connexxion. De vestigingsleiding van Connexxion in Joure reageerde lauw op het verzoek van SC Joure. Er werd een uitvraag gedaan onder chauffeurs voor vrijwilligers. Roel dacht “werk is werk” en bood zich goedgemutst en enthousiast aan. Daarbij verwachte hij dat Connexxion het een zou organiseren om de opdracht uit te voeren: een bus die technisch in orde is, afgetankt en schoongemaakt. Maar helaas, niets van dat alles, hij kon het mooi allemaal zelf opknappen. Niet getreurd, Roel pakte goedgemutst en enthousiast het initiatief en regelde alles zelf. Hij was wel zo gis om met Connexxion de afspraak te maken dat hij die ritten alleen op een roostervrije dag reed en dan conform CAO OV betaald zou worden: sowieso zijn functieloon OV, vervangende vrije dag en de verschuivingtoeslag. Wat bleek? De organisatie van Connexxion rammelde aan alle kanten. Niet alleen voor wat de bus betreft, maar ook in de betalingen van Roel. De extra gewerkte dagen werden helemaal niet betaald noch verschoven vrije dagen bijgeschreven of toeslagen betaald. Totaal goed voor een waarde van ongeveer € 1.900,00 bruto! Nadat hij zelf ettelijke maken bij managers, planners, HRM medewerkers had aangeklopt, liep hij compleet vast. In het ondoorgrondelijke doolhof dat Connexxion heet lijkt het gewoonte onder staf en managers dat men problemen naar elkaar doorschuift. Uiteindelijk heeft Roel de VLD ingeschakeld voor hulp. Eerst deed men bij Connexxion of men van niets wist, maar Roel had zijn papieren in orde. Hij had kopieën van alle ritopdrachten en de tachograafschijven bewaard zodat daadwerkelijk aangetoond kon worden dat Roel op die dagen gewerkt had, welke bestemming het betrof en hoeveel tijd hij gewerkt had. Uiteindelijk, na veel vijven en zessen kwam Connexxion over de brug en betaalde de juiste bedragen na en schreef de vervangende dagen aan verlof bij.
4
CAO zaken CAO Onderhandelingen in het Openbaar Vervoer Toch maar weer naar 2 aparte CAO’s in het Openbaar Vervoer Net als in de politiek komt het ook in vakbondsland voor dat er beloftes worden gedaan die niet worden nagekomen. Wij moeten eens bij onszelf te rade gaan of we wel hebben bereikt wat wij onszelf als doelstelling hebben gesteld bij de oprichting. Namelijk een andere bond die, onder andere, ook opkomt voor het individu en niet alleen maar voor het collectief en dan niet weglopen voor de daarbij horende verantwoordelijkheid of dat wij onze idealen moeten bijstellen. Het valt mij steeds meer op dat, als ik met collega’s praat over allerlei zaken die op de werkvloer leven er dan vaak, als ik de VLD ter sprake breng, als vraag naar voren komt “Zitten jullie aan de onderhandelingstafel?”. Hierop is steevast mijn wedervraag “ Wat vind jij belangrijk als je problemen hebt, direct persoonlijke hulp of, zoals bij onze “collega-bonden” vaak geantwoord wordt “organiseer eerst maar eens je collega’s, dan kunnen we het collectief aanpakken”. Is jouw antwoordt hierop dat je als individu hulp van hen wilt dan is hun antwoord: dan kunnen/willen wij je niet helpen. Wij als VLD plaatsen het collectief niet voorop en helpen ook een eenling met een probleem. Onze “collegabonden” leven voor een deel van de werkgeversbijdrage die zij ontvangen voor ieder door hen afgesloten CAO. Vind je het dan gek dat zij de werkgevers te vriend moeten houden en zoals bij de nu lopende CAO onderhandelingen in het Openbaar Vervoer geen andere ( niet de VLD hoor) bond, die volgens mij door de werkgevers was uitgenodigd, wensen te erkennen als gesprekspartner. Ook de werkgevers snap ik hierin echter niet door zich in dit ‘conflict’ neutraal op te stellen. Ik snap trouwens toch niet waarom er pas na afloop van een CAO termijn wordt begonnen met de onderhandelingen. Hoe vaak is er in de afgelopen jaren tijdens CAO onderhandelingen niet iets afgesproken om te onderzoeken waar men later nooit meer op is teruggekomen omdat de uitkomst van dat onderzoek niet is te verkopen aan de desbetreffende achterban(nen)? Nu hebben de werkgevers Arriva, Connexxion en Veolia aan al hun werknemers een ‘bedelbrief’ gezonden waarin hen werd duidelijk gemaakt dat er geen geld meer is. Het tijdstip waarop die brief is uitgegaan is wel heel erg dom gekozen. Men was denk ik vergeten dat er ongeveer gelijktijdig de winstcijfers van hun eigen ondernemingen naar buiten zouden komen. Hier volgt in een notendop hun cijfers. Arriva heeft in 2007 op het Europese vast land een omzetgroei gerealiseerd van 23% en een nettowinstgroei van 15% ten opzichte van 2006! Veolia heeft in 2007 een omzetgroei van 14% gerealiseerd en een nettowinstgroei van 9% ten opzichte van 2006! Connexxion heeft in 2007 een omzetgroei van 20% gerealiseerd en de operationele resultaten van de belangrijkste divisies waren hoger dan in 2006! Mooie cijfers heren vervoerders! Een ander bedrijf zou hier stinkend jaloers op worden. En deze cijfers zijn dus gerealiseerd door uw werknemers. Waarom dan niet de beloning waar zij recht op hebben? Nee natuurlijk niet, de heren werkgevers dienen eerst hun eigen zakken goed te vullen met een loonsverhoging welke varieert tussen de 10 en 20 %. Is het dan niet logisch dat er daarna niets meer over is? Heren werkgevers, u heeft het weer voor elkaar, een zielige brief sturen aan de werknemers met de verborgen mededeling aan hen: als jullie ons probleem met de overheden oplossen hebben door te gaan staken, dan kunnen we daardoor een loonsverhoging betalen. Als dat gaat gebeuren (staken) lachen de werkgevers zich een natte broek. Ze kunnen dan namelijk geen boete krijgen van de verschillende opdrachtgevers, voor het niet rijden, omdat het buiten hun schuld is. Het is namelijk de ‘schuld’ van de bonden. Ook spaart het ze een vermogen uit aan brandstof, de bussen staan immers stil.
5
Ook hoeven ze aan werknemers geen salaris te betalen voor de niet gewerkte tijd. Tel uit de winst die de werkgevers ook volgend jaar weer onder elkaar kunnen verdelen door extra loonsverhogingen voor de leidinggevenden op het hoogste niveau. Dames en heren werkgevers en collega-bonden: neem jullie verantwoordelijkheid en los het nu eens voor nu en voor altijd op! De VLD heeft daar wel enkele oplossingen voor zodat, indien een CAO eindigt, er gelijktijdig een nieuwe ingaat zonder dat er maanden lang een loopgravenoorlog wordt gevoerd waarvan de uitkomst al vast staat voordat er ook maar 1 woord is gewisseld in de onderhandelingen. Indien de werkgevers en eventueel onze collega-bonden hierover van gedachten willen wisselen, of het fijne ervan willen weten welke oplossing de VLD hiervoor heeft, dan horen we het wel. Voor alle duidelijkheid, de VLD is niet uit op een werkgeversbijdrage, maar wil wel dat het ellenlange geleuter in de CAO onderhandelingen nu eens normaal en snel wordt opgelost. Als dat niet lukt, laten wij als VLD dan maar niet aan de onderhandelingstafel zitten. Wij blijven voor onze mening uit komen en zijn niet aan handen en voeten gebonden.
Jan Bremer
6
Wegtransport Wet Wegvervoer Goederen Momenteel geldt in Nederland nog de Wet Goederenvervoer over de Weg. Deze wet stamt uit 1992 en was toe aan een ‘update’. Ook was het de bedoeling alleen datgene te regelen wat vanuit Europa wordt opgelegd en datgene wat bovenop deze regels was afgesproken af te schaffen. Op 12 februari jl. heeft de Tweede Kamer daarom de Wet Wegvervoer Goederen aangenomen. Deze nieuwe wet moet nog behandeld worden door de Eerste Kamer maar zal waarschijnlijk medio 2008 gaan gelden. Hieronder zullen we enkele wijzigingen weergeven en ook uitleggen waarom sommige regels toch niet veranderd worden. Vergunning Reeds vooruitlopend op een verandering in de nieuwe wet is de vergunning voor eigen vervoer afgeschaft. Ook de organisatie die deze vergunningen verstrekte, de SIEV, is inmiddels opgegaan in de NIWO. Deze laatste organisatie verstrekt de vergunningen voor het beroepsgoederenvervoer. Ook in de vergunningen voor het beroepsgoederenvervoer worden veranderingen doorgevoerd. Zo wordt de binnenlandse vergunning afgeschaft en blijft uiteindelijk alleen de huidige Eurovergunning over. Het verschil in deze 2 vergunningen ging verder dan alleen de plaats van vervoer, alleen binnen Nederland of ook buiten Nederland De Eurovergunning stelt nu ook al eisen aan de houder van deze vergunning qua betrouwbaarheid, vakbekwaamheid en kredietwaardigheid. Elke houder van een Eurovergunning moet iedere 5 jaar aantonen dat hij nog steeds aan deze eisen voldoet voordat zijn Eurovergunning verlengd wordt. De binnenlandse vergunning werd daarentegen voor onbepaalde tijd afgegeven en er was verder geen controle meer op de houder. Doordat de binnenlandse vergunning verdwijnt gaan de bovenstaande eisen nu gelden voor elke houder van een vergunning. Wel is er een overgangsregeling afgesproken voor die bedrijven die alleen een binnenlandse vergunning hebben. Zij mogen de binnenlandse vergunning blijven gebruiken zolang de huidige houder deze blijft bezitten. Gaat de vergunning over naar een ander houder dan wordt de binnenlandse vergunning ingetrokken en krijgt de nieuwe houder een Eurovergunning. Eis van dienstbetrekking In de huidige Wet Goederenvervoer over de Weg is een eis van dienstbetrekking opgenomen. Dit houdt in dat alleen chauffeurs die óf in dienst zijn van het bedrijf zelf óf ingeleend worden via een uitzendbureau werkzaam mogen zijn bij een transportbedrijf. Deze eis is destijds opgenomen in de wet omdat verwacht werd dat dit Europees ingevoerd zou worden. Dat is echter niet gebeurd. Daarom was in eerste instantie deze regel vervallen in de nieuwe wet. Na aandringen van de vakbonden is dit niet gebeurd omdat het laten vervallen van deze regel nadelige gevolgen kan hebben voor de werknemers in het transport. Door de eis van dienstbetrekking in combinatie met de CAO is geregeld dat iedere chauffeur werkzaam in het transport onder de CAO valt. Er wordt hierbij geen verschil gemaakt tussen een chauffeur in loondienst of een chauffeur die wordt ingeleend via een uitzendbureau. Door het laten vervallen van de eis van dienstbetrekking zouden ook de arbeidsvoorwaarden van de chauffeurs onder druk komen te staan. Het zou dan immers mogelijk worden om als freelancer werkzaam te worden als chauffeur. Je wordt dan ondernemer en verhuurt jezelf aan een transportbedrijf. Dit heeft 2 grote nadelen voor werknemers. Ten eerste kunnen werknemers ‘gedwongen’ worden om freelancer te worden. Een werknemer vormt namelijk een groot risico voor de werkgever. Een werknemer kan immers ziek worden of overbodig zijn als er te weinig werk is. Voor een werkgever is het eenvoudiger als hij personeel kan inhuren wanneer hij dat nodig heeft. Wil je als werknemer dan je eigen werk houden dan wordt je dus min of meer gedwongen om freelancer te worden en daarbij dus zelf de risico’s te lopen die nu de werkgever loopt. Dat is wat het merendeel van de werknemers niet wil en zij willen ook niet voor deze keuze gesteld worden. Ten tweede wordt het hierdoor ook onmogelijk voor buitenlandse chauffeurs om als freelancer werkzaam te worden bij een Nederlands transportbedrijf. 7
Vaak kunnen zij werken voor een veel lager inkomen dan de Nederlandse chauffeur en zouden daarmee het salaris van de Nederlandse chauffeur onder druk zetten. Wel willen we hierbij opmerken dat de eis van dienstbetrekking zorgt voor een nep veiligheid. Om de eis van dienstbetrekking te kunnen controleren krijgt de werknemer bij indiensttreding bij een transportbedrijf een verklaring van dienstbetrekking en de uitzendkracht krijgt voor elk transportbedrijf waaraan hij uitgeleend wordt een verklaring van terbeschikkingstelling. Doordat alleen de Nederlandse wet deze verklaring voorschrijft wordt deze dus ook alleen in Nederland gecontroleerd. Zo is het dus ook nu al mogelijk dat een chauffeur als freelancer werkt (en daarmee dus deze wet ontduikt) zonder dat het iemand opvalt. De enige die nu als een soort freelancer werkzaam zijn als chauffeur zijn de eigen rijder. Zij zijn echter bewust ondernemer en vallen onder de vergunningplicht die hierboven beschreven is. Van 3500 kg naar 500 kg In Europees verband is geregeld dat beroepsgoederenvervoer het vervoer is van goederen voor derden dat vervoerd wordt met auto’s met een toegestaan totaal gewicht van meer dan 3500 kg. In Nederland ligt deze grens echter op 500 kg. Om aan te sluiten bij de Europese regels kwam de Nederlandse grens in eerste instantie ook op 3500 kg te liggen. Deze is nu toch gehandhaafd op 500 kg. Hiermee wordt voorkomen dat koeriersbedrijven niet meer vallen onder het beroepsgoederenvervoer.
8
Havens
Dramatische nasleep reorganisatie SHB (deel 1) In 2002 voerde de directie van SHB Rotterdam een forse en opzienbarende reorganisatie door: eerst werden alle werknemers ontslagen om hen vervolgens gedurende 2 jaar een oproepcontract aan te bieden. Over de uren dat SHB geen werk voor hen had moesten zij maar een beroep doen op de WW. Tijdens de reorganisatie periode van 2 jaar werd ook de betaling van pensioenpremie gestaakt. In die 2 jaar is het personeelsbestand aanzienlijk ingekrompen. Vanaf 2005 zijn de arbeidsovereenkomsten, zoals die tot en met 2002 golden, met de overgebleven personeelsleden weer hersteld. Tot op de dag van vandaag kampen de personeelsleden van SHB echter nog steeds met de nasleep van deze reorganisatie. Wat blijkt? De directie van SHB heeft het repareren van de opgelopen pensioenschade afhankelijk gemaakt van de financiële resultaten van het bedrijf. Omdat die resultaten te mager zijn dreigt nu de situatie dat het personeel met de pensioenschade blijft zitten. Eerst wat er aan vooraf ging De Stichting Samenwerkende Haven Bedrijven (SHB) is opgericht om overtollig personeel van havenbedrijven op te vangen. Door het op wereldschaal invoeren van containers voor het vervoer van goederen over zee, liep de werkgelegenheid in het oude stukgoed structureel en dramatisch terug. Vroeger liepen havenwerkers met balen op hun nek de schepen op of af om die te laden/lossen. Het is eenvoudig voor te stellen dat het werken met containers al die havenwerkers overbodig maakte, althans, verreweg de meesten. Met de containers kwamen er natuurlijk andere functies: kraanmachinist, radioman dek, radioman wal, straddlecarrier chauffeur enzovoort. Alleen zijn er voor die functies natuurlijk veel minder mensen nodig dan vroeger in het stukgoed. Het is tegen die achtergrond dat de overtollig geraakte havenwerkers bij de SHB in dienst kwamen. SHB ging functioneren als uitzendbureau voor de havenbedrijven. Bij een verder krimpende stukgoed sector moesten veel havenwerkers omgeschoold worden voor functies in de containeroverslag. Omdat de werkgelegenheid door de groeiende container overslag alleen maar verder afnam, groeide de SHB en was er natuurlijk lang niet altijd werk voor de SHB'ers, zeker voor degenen die zich niet omschoolde en in het stukgoed bleven. Zodoende had SHB altijd met leegloop te maken: uren waarop er geen werk is voor werknemers. Maar, geen nood. Over de leegloop uren werden de SHB werknemers betaald uit het Algemeen Werkloosheid Fonds (AWF). Kortom, als er geen werk was kregen zij WW. Begin jaren 90 van de vorige eeuw maakte de toenmalige Minister van Sociale Zaken Ad Melkert daar een einde aan. Hij beëindigde het financieren van de leegloop uit het AWF en gaf SHB een bruidschat van 40 miljoen guldens mee om zich tot een onafhankelijk en zelfstandig gezond bedrijf te ontwikkelen met economisch bestaansrecht. De toenmalige directeur Jan Schermer zag de bui al hangen: als er geen ingrijpende maatregelen worden getroffen om de leegloop structureel op te lossen is die bruidschat zo op en wat dan? Grootscheeps ontslag of zelfs faillissement? Hoewel je er geen helderziende voor hoefde te zijn om te zien dat SHB rechtstreeks en in hoog tempo op de afgrond afstevende, wilden het FNV en OR niets van een reorganisatie weten. Op de vraag hoe SHB dan wel kon overleven bleef het oorverdovend stil. Daar voelden het FNV en OR zich niet verantwoordelijk voor, of zij verwezen gemakshalve naar de havenbaronnen die dan maar moesten betalen. Maar zelf alternatieven aandragen of mede 9
verantwoordelijkheid nemen voor de onhoudbare positie van de SHB was er niet bij. Ondertussen werd de bruidschat van 40 miljoen gulden in de nog altijd bodemloze leegloop put gestort. Jan Schermer had gelijk. Wisseling van directie en beleid In de loop van 1999 verdween Jan Schermer en verscheen Eric Jansen als directeur van SHB. Jansen is een financiële man en kwam al snel tot de conclusie dat SHB bij ongewijzigd beleid binnen de kortste keren failliet zou gaan, dat wil zeggen als de bruidschat op was. Jansen huurde knappe advocaten in en trok eind 2001 - toen de bruidschat op was - zijn plan: iedereen wordt ontslagen en krijgt gedurende twee jaar een oproepcontract (MUP: met uitgestelde prestatieplicht). Op deze manier draaide Jansen in feite de klok 10 jaar terug, dus voor de ingreep van Ad Melkert: als er werk is word je als SHB'er opgeroepen, als er geen werk is (=leegloop) wordt je uit de WW pot betaald. Wie niet zelf ontslag nam en het oproepcontract niet accepteerde zou sowieso ontslagen worden en hoefde niet meer op werk te rekenen.
In deze situatie heeft de VLD 2 initiatieven genomen. Toen de bruidschat op was en ingrijpende maatregelen dus onafwendbaar, stelde de VLD voor om de CAO lonen tijdelijk en met maximaal 10% te verlagen, waarbij de verlaging weer terugverdiend kon worden als het weer beter ging met SHB. Hoewel niemand dit natuurlijk wilde horen, was dit achteraf gezien toch te verkiezen boven de ontslag en MUP constructie van Jansen. Tweede initiatief van de VLD was om aan te tonen dat de reorganisatie doorgestoken kaart was: de directie van SHB had deze reorganisatie in de achterkamertjes voorgekookt met UWV en …………………. FNV! In 2003 heeft de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) de reorganisatie onderzocht. In haar rapport kwam de IWI tot de conclusie dat SHB de werkloosheidswet op een handige manier had gebruikt op een wijze die in strijd is met wat de wetgever (= de overheid) met de WW beoogt: het afwentelen van ondernemersrisico's op de gemeenschap. Slimme strategie De directie van SHB heeft handig gebruik gemaakt van de omstandigheden. Onder de dreiging van faillissement hadden werknemers geen andere keus dan eerst het ontslag te accepteren en daarna het oproepcontract. Bovendien had men het FNV en diens OR leden in een wurggreep. Die hadden eerder immers geweigerd om met Jan Schermer mee te werken aan een reorganisatie, hadden geen zelf geen alternatieven voor de leegloop en keken lijdzaam toe hoe de bruidschat in de leegloop verdween. Zo kon de directie van SHB vanuit haar eigen financiële specialisatie, met de ingehuurde juridische specialist een strakke regie voeren in de wetenschap dat FNV en OR de sociale kant voor hun rekening moesten nemen: het uitleggen en verdedigen van de reorganisatie op de werkvloer. Het FNV ging zo ver dat zij het ontslag mogelijk maakte door in een aparte CAO van één A4tje te regelen dat de wettelijke regels voor de opzegtermijn bij ontslag omzeild konden worden. Door de duur van hun dienstverband en hun leeftijd gold er anders voor veel SHB'ers een opzegtermijn van 4 maanden. Op dit moment onderzoekt de VLD het `pensioendossier' om na te gaan hoe een en ander precies in elkaar steekt en of er nog mogelijkheden zijn om wel wat te redden. In het volgend nummer gaan we daar in deel 2 op in.
10
De Pen Personalia: Jan Bremer, 51 jaar, gehuwd, twee volwassen kinderen, buschauffeur Veolia Veluwe, 12 jaar lid van de VLD, in het bestuur verantwoordelijk voor het communicatiebeleid. Nu ik zelf eens ‘de Pen’ in Platform kan schrijven, valt dat samen met een totaal nieuwe opmaak van het ledenblad van de VLD. Daar ben ik tevreden over en ook een beetje trots op, hoewel dit nog maar een eerste stap is en we de opmaak van het blad verder willen ontwikkelen. Informatie is er altijd genoeg, maar het is minstens zo belangrijk om die op een frisse en aantrekkelijke manier te presenteren, zodat Platform vooral ook uitnodigt tot lezen. Tot nu toe liet dat te wensen over. Ik hoop van harte dat onze leden deze nieuwe presentatie kunnen waarderen. En dan te bedenken dat de redactie van Platform hoofdzakelijk in handen is vrijwilligers. Enkele zaken rond de productie besteden we uit, maar daar houden we dan wel zelf zicht op. In de 12 jaar dat ik lid ben van de VLD heb ik veel ontwikkelingen zelf van nabij meegemaakt. En ik moet zeggen, het viel lang niet altijd mee om een bond van, voor en door de leden te worden. Dat gaat gepaard met vallen en opstaan. Omdat er bij de VLD zoveel ruimte is voor leden om het beleid (mede te) bepalen, was er ook ruimte voor mensen die zelf graag de baas wilden spelen. Nu hebben we onder de knie hoe daar mee om te gaan en kunnen we ons nu eindelijk alleen concentreren op de belangen van onze leden. De VLD heeft daar een eigen, originele en herkenbare aanpak in ontwikkeld. Dat geldt zowel voor de individuele belangen van leden, als voor de collectieve zaken. Daarom geven we nu voorrang aan onze communicatie, zodat iedereen kan weten wat de VLD doet, hoe en dat je bij de VLD niet als nummer in de massa verdwijnt maar op persoonlijke aandacht kunt rekenen. Het gaat wat dat betreft uitstekend en ik ben blij een steentje bij te mogen dragen. Wat ik wel eens moeilijk vind is, als ik zie met hoeveel energie en enthousiasme vrijwilligers zich voor de VLD en haar leden inzetten, toch maar weinig leden daar een idee van hebben en bereid zijn om een vergadering te bezoeken. Op de laatst gehouden algemene ledenvergadering was de opkomst beter dan voorheen, maar het kan een stuk beter. Het verheugde mij vooral om ook leden uit de Haven te verwelkomen. Die zien of horen we niet zo vaak. Of alles is in de haven koek en ei, wat ik niet geloof na de berichten over de verkwanseling van pensioenrechten, of onze leden denken dat het allemaal vanzelf gaat. Zoals jullie wellicht weten kun je bij onze organisatie terecht met al je problemen of het nu gaat om een conflict met je werkgever, collega, arbodienst of uitkeringsinstantie. Wij zullen je een eerlijk en weloverwogen advies geven en, als het nodig is, gaan we naar de rechter. De VLD gaat tot het gaatje voor haar leden! Vriendelijke groeten en graag tot ziens, misschien wel op een volgende algemene ledenvergadering Jan Bremer. Ik geef De Pen door aan Adriana Oomen.
11
Ingezonden Reactie op ingezonden stukje van Michiel in Platform december 2007 In het vorige nummer doet Michiel wel erg negatief over zijn collega’s vind ik. Dat er chauffeurs zijn die alles met handen en voeten overtreden is bekend, zowel bij personenauto’s als bij vrachtwagens. Maar om ze direct met asociaal te bestempelen vind ik ver gaan. Eerst maar eens even de vrachtwagen. Hoe zou het toch komen . Wij zijn van alle kanten gepakt. Het invoeren van de begrenzer, digitale tachograaf enzovoort. Stel, u rijdt zeventig kilometer per uur langs wegwerkzaamheden en u wordt ingehaald door een vrachtwagen. Slecht van deze vrachtwagenchauffeur maar misschien kan hij door u in te halen net binnen de tijd op zijn adres komen en op die manier de rijtijdenwet niet overtreden. Als je alleen maar het distributie werk bekijkt speelt zich het volgende af. Als je rijdt voor AH rijd je in tijdsblokken. Als je te vroeg bij de winkel komt krijg je een boete, maar ook als je te laat komt. De vraag is nu of de werkgever alleen zegt “jammer” of dat hij zegt “je betaalt de boete maar zelf”. Dat er op de weg niet meer ongevallen gebeuren is toch voor een groot gedeelte te danken aan chauffeurs die wel met hun vak bezig zijn. Ik weet niet wanneer jij je rijbewijs hebt gehaald maar ik heb nog afgereden in een Opel Blitz tegenwoordig kost het rijbewijs veel geld en is de opleiding verbeterd. Dus ik vind je reactie een beetje overtrokken. Rik Bos, Zetten
Het moet toch niet gekker worden Een paar werkgevers in het wegtransport hebben het met een juridisch slimmigheidje voor elkaar gekregen dat de prepensioenpremie over 2002 naar hen teruggestort wordt. Dit houdt in dat de werkgever ongeveer € 1900.terugkrijgt per werknemer. De werknemer is nu de dupe. De werknemer krijgt hierdoor geen overgangsrecht meer ste ste en dan praat je toch over een strop van ongeveer € 23.000,- per jaar tussen hun 60 en 65 levensjaar. Bij dit ste bedrijf speelt zich nu af dat 4 werknemers van het prepensioen te horen krijgen om maar tot hun 65 levensjaar door te werken. Terwijl ze erop gerekend hadden dat ze met 60 jaar er uit hadden gekund met behoud van 85% van hun loon. Werkgever bedankt. Nu kunt u toch uw Mercedes blijven rijden of zelfs een nieuwe kopen. Ook kunt u nu misschien wel een zwembad bij uw huis laten bouwen. Dit is nu al de tweede keer dat u uw chauffeurs naait. Eerst worden ze zonder overleg in de Login CAO gezet en nu dit. Rik Bos, Zetten
Versoepeling 12
ontslagrecht Het kabinet Balkenende-Bos benoemde de versoepeling van het ontslagrecht tot een hoofdpunt van beleid. Door het ontslagrecht te versoepelen komen meer mensen makkelijker aan het werk, zo is de gedachte. In politieke vaktermen heet het dan dat de arbeidsparticipatie verhoogd wordt. Vooralsnog is er op dit hoofdpunt van beleid geen voortgang geboekt. Enerzijds was het verzet van vakbonden groot, anderzijds voelt de PvdA van Bos de hete adem van de SP in haar nek. Zoals zo vaak worden hete politieke hangijzers vooruitgeschoven of weggemoffeld in een werkgroep of commissie. Zo ook de zo veelbesproken versoepeling van het ontslagrecht. Onder leiding van TNT topman Bakker buigt een collega wijze mensen zich over het probleem. Hun opdracht is om voor de zomer met een advies te komen. In Platform een kritische beschouwing over dit onderwerp. Al ingevoerde versoepeling In de lawine aan berichten over de versoepeling van het ontslagrecht kwam een belangrijk onderwerp niet of nauwelijks aan de orde. Per 1 oktober 2006 is er een ingrijpende wijziging in de werkloosheidswet doorgevoerd. Voorheen was de gang van zaken dat een ontslagen werknemer die - als hij niet direct ander werk had en daarom WW moest aanvragen - niet verwijtbaar werkloos mocht zijn. Dat wil zeggen, er bestond alleen recht op WW als het ontslag niet aan de werknemer zelf te wijten was. Zelf ontslag nemen was daarom uit den boze, je niet verzetten tegen een ontslag op staande voet ook. UWV controleerde nauwgezet of er van verwijtbare werkloosheid sprake was. De praktijk van alle dag op de werkvloer in bedrijven kent echter meer variatie dan in wetten en regels gevangen kan worden. Zo komt het vaak voor dat werkgever en werknemer helemaal op uit elkaar uitgekeken zijn of dat de vertrouwensrelatie grondig kapot is, zonder dat dit aan één van beide partijen verweten kan worden. Om (nog meer) problemen te voorkomen kun je dan maar beter afscheid van elkaar nemen. Vanwege de zware toets op verwijtbare werkloosheid kon dat niet zomaar. De werknemer wilde immers wel verzekerd zijn van recht op WW als hij onverhoopt niet meteen ander werk zou vinden. Om dat recht op WW te behouden werd er veelvuldig gebruik gemaakt van de route via de kantonrechter: de werkgever dient een verzoekschrift voor ontslag in bij de kantonrechter vanwege `een dringende reden, gelegen in gewijzigde omstandigheden' . Daar staat dan in dat de situatie in het werk gewijzigd is, dat dit problemen oplevert, dat er overleg is geweest om die problemen op te lossen, dat dit helaas niet gelukt is, dat het de werknemer niet verweten kan worden dat er geen oplossing voor de problemen gevonden is, maar dat men zo niet met elkaar verder kan. Andere mogelijkheid was de route van een ontslagaanvraag bij het CWI. Die route is goedkoper maar duurt wel langer.
Deze procedures worden tienduizenden malen per jaar gevoerd. Daarbij wordt, afhankelijk van de leeftijd en de duur van het dienstverband op basis van de zogenoemde kantonrechter formule een ontslagvergoeding aan de werknemer toegekend door de werkgever. De advocaten/rechtshulpverleners van beide partijen koken de stukken voor en - als ze het met elkaar eens zijn, sturen ze de stukken op. In feite dwong de wetgeving in de WW vanwege de verwijtbaarheidtoets werkgevers en werknemers tot deze omslachtige procedure. 13
Om dat nu te vermijden en beter aan te sluiten op de praktijk van alledag, is per 1 oktober 2006 de verwijtbaarheidtoets behoorlijk afgezwakt, maar niet helemaal verdwenen. Nu mogen werkgever en werknemer zonder tussenkomst van de kantonrechter in een overeenkomst vastleggen dat de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt en waarom dat zo is. Als uit die overeenkomst voldoende duidelijk blijkt dat het initiatief voor het ontslag door de werkgever genomen is en er een duidelijke reden is, houdt de werknemer diens recht op WW. Er is niet veel fantasie voor nodig dat deze mogelijkheid in de praktijk door veel werkgevers met 2 handen wordt aangegrepen. Ook in situaties dat er sprake is van een conflict en de rechten van de werknemer onder druk staan, kan een werkgever voorstellen om het ontslag met zo'n overeenkomst te `regelen'. Dat lijkt dan redelijk. Je houdt recht op WW en krijgt eventueel nog een ontslagvergoeding ook. Maar let wel op! Als je zelf niet zo op de hoogte bent doe je er verstandig aan je vakbond of een advocaat te raadplegen of je rechten wel gewaarborgd zijn en of de ontslagvergoeding redelijk is. Ontslag zonder toets Belangrijk bezwaar van vakbonden tegen de versoepeling van het ontslagrecht is dat er geen toets meer plaatsvindt (bij de kantonrechter of CWI) of de redenen voor het ontslag wel deugen. Die toets is van belang om de werknemer te beschermen tegen willekeur van werkgevers om mensen te ontslaan wanneer en om een reden die zij willen. Het kabinet bracht daar tegenin dat die toets nog steeds mogelijk bleef, maar dan achteraf. In het geval de werknemer zich niet in het ontslag kan vinden kan die altijd nog naar de rechter om het ontslag aan te vechten. “Ja, maar het ontslag is dan al gegeven en dan moet de werknemer kosten maken aan een advocaat en naar de rechter stappen om zijn recht te halen” luidde de reactie van de vakbeweging. Praktijk is echter dat het al vaak voor komt dat een werknemer eerst door diens werkgever ontslagen wordt en daarna verhaal moet halen bij de rechter! Dit is bij een zogenoemd ontslag op staande voet het geval. Zeker in de wat minder goed georganiseerde bedrijven en bedrijfstakken komt dit vaak voor. Een gewiekste werkgever stuurt aan op een ruzie met de werknemer die hij kwijt wil, of zet de werknemer zo onder druk dat die vroeg of laat een fout maakt. Als de ruzie daar is of de fout gemaakt: Pats! Ontslag op staande voet. Daar sta je dan! Om in zo'n geval het ontslag ongedaan te maken heb je maar één keuze: een vakbond, advocaat of rechtshulpverlener in schakelen om in kort geding bij de rechtbank doorbetaling van loon en het intrekken van het ontslag te vorderen. Dat is een hoop gedoe en kan je aardig wat kosten. Wet flexibiliteit en zekerheid Het kabinet had ook nog een werknemersvriendelijk argument om het ontslagrecht te herzien: het oprekken van wet Flexibiliteit en Zekerheid. Deze wet maakt het mogelijk dat werkgevers in een tijdsbestek van 36 maanden (= 3 jaar) een nieuwe werknemer tot 3 keer toe een tijdelijke arbeidsovereenkomst mogen aanbieden. Met andere woorden: deze wet maakt een proeftijd van 3 jaar mogelijk! Afwijking van die wet in het nadeel van de werknemer (!), zo is in de wet geregeld, mag alleen in een CAO geregeld worden. En, wat blijkt? De Nederlandse vakbonden hebben er op grote schaal in CAO's aan meegewerkt dat de termijn van 3 jaar werd opgerekt! Dit is op zo'n grote schaal gebeurd dat het kabinet oordeelde dat het te gortig was. In feit komt dit er op neer dat het kabinet werknemers wil beschermen tegen voor hen nadelige gevolgen van een CAO!
14
Van de redactie Wij zijn van plan om eerst voor het Streekvervoer en Wegtransport - en later ook voor de Havens - een gratis digitale nieuwsbrief te verzenden. Aanmelding voor de digitale nieuwsbrieven kan via de website of naar onderstaand redactieadres.
COLOFON Aan deze uitgave van Platform hebben meegewerkt: Carla, Kees, Michiel, Franc, Huib, Simon, Rianne, Jan. Platform is het ledenblad van de VLD en wordt 4x per jaar uitgebracht. Leden en niet leden worden uitdrukkelijk uitgenodigd om kopij aan te leveren voor Platform. Reacties, kopij of andere bijdragen aan Platform Ledenbrief zijn welkom en kunt u sturen naar bovenstaand redactieadres. Kopij bij voorkeur aanleveren in MS Word. De redactie behoud zich het recht voor om artikelen te weigeren of in te korten. Redactieadres:
[email protected]
Vakbeweging VLD Postbus 13147 3507 LC Utrecht T 030-2305040 F 030-2305044 E
[email protected]
YOU NEVER DRIVE ALONE YOU NEVER DRIVE ALONE YOUwww.vakbewegingvld.nl NEVER DRIVE ALONE INFORMATIE, ADVIES, BEGELEIDING, RECHTSHULP
15
INSCHRIJFFORMULIER 1: Persoonlijke gegevens Naam: ________________________ Voorletters: _____________________M/V Straat en nr. ________________________ Postcode: ________________________ Woonplaats: ________________________ Geb. datum: ________________________ Telefoon: ________________________ Mobiel: ________________________ E-mail: ________________________ Beroep : ________________________ Werkgever: ________________________ Lid m.i.v.: ________________________
3: Machtiging en ondertekening Door ondertekening verplicht ik mij de contributie te voldoen tot het lidmaatschap eindigt. Het is mij bekend dat het lidmaatschap uitsluitend schriftelijk en met inachtneming van een opzegtermijn van 1 volle kalendermaand beëindigd kan worden. Door ondertekening verklaar ik tevens de VLD te machtigen de contributie af te schrijven van mijn: Bankrekeningnummer: Of Gironummer: Plaats: Datum: Handtekening:
______________________ ______________________ ______________________ ______________________ ______________________
2: inkomen,contributie Inkomen Van
Tot
Contributie
€ 0,00
€ 936,00
€ 5,20
€ 937,00
€ 1.735,00
€ 10,15
€ 1.736,00
en hoger
€ 15,55
Ingevuld en ondertekend opsturen naar : Vakbeweging VLD Antwoordnummer 57002 3507 VB Utrecht (postzegel mag, hoeft niet)
Ik betaal aan contributie per*: Maand € 5,20 € 10,15 € 15,55
Kwartaal (-3%) € 15,15 € 29,55 € 45,25
Halfjaar (-5%) € 29,65 € 57,85 € 88,65
* s.v.p. aankruisen wat van toepassing is
16
Jaar (-10%) € 56,15 € 109,60 € 167,95