yo-magazine edition 01 april 2007 no
powered by enthousiasm
«Love is in the Air»
[nak] apostel peter klene microkrediet In vrijheid verbonden.NL Rockband met een boodschap Kerkvoer: pepermunt film: offside taizé: jeugd in gebed De Love-tester hollandse luchten Apostolisch op een onbewoond eiland free software
Is een maandelijkse digitale uitgave van AYOPLAZA
‘Al
stel ik
dog «Love is in the Air»
© 2007
lles is een voorlopige veronder-
lling’. Voor de zekerheid voeg yo-voorwoord
er nog aan toe, dat ook dit nie ‘Alles is een voorlopige veronderstelling’.
Voor de zekerheid voeg ik er nog aan toe, dat ook
gmatisch moet worden opgevat. dit niet dogmatisch moet worden opgevat.
L. Slok
Ik wil niet veranderen om de verandering...
Deze uitspraak kwam eigenlijk ongewild op onze weg. Bijna de reden tot het ontstaan van dit magazine. Niet een tijdschrift maken om iets of iemand in de weg te zitten, maar een magazine dat tot een actieve interactie oproept. Boven alles staat de passie, het enthousiasme, de openheid, snelheid en actualiteit voorop. Uiteraard blijven we ook kritisch en eigen-wijs. Er is op AYOPlaza veel gebeurd de laatste tijd. Eén van de resultaten hiervan staat nu dus op jouw beeldscherm. AYO heeft een digitaal tijdschrift! AYO-Magazine, afgekort tot AM. De ontwikkeling van AM is snel gegaan. Binnen no-time was een professionele en enthousiaste redactie gevormd en stonden alle neuzen vrijwel direct de juiste kant op. We konden “gaan met die banaan”. Dankzij de ‘chat-vergaderingen’, -voor ons een nieuw fenomeen- hielden we het tempo hoog. Tijdens deze vergaderingen hebben we o.a. afspraken gemaakt over de stijl en wat wel en niet inhoudelijk zou kunnen. Wat de invulling betreft gaan we mee met de richtlijnen van alle kringen; er zal dus veel bekend voorkomen (of niet). We houden de AYO huisregels aan en voor de rest? Laat je verrassen. Laat zeker iets horen. Voor ons is het namelijk ook een avontuur. Dus kom maar op met ideeën en commentaar. «Spring», voorjaar, lente, of op z’n apo’s gezegd “staat in het teken van een nieuw begin of start.” Binnen dit thema vind je artikelen over het «mikro krediet», een nieuwe apostel bij de NAK (Nieuw Apostolische Kerk, waarmee we nog veel gemeen hebben); in gebed en een goed gesprek met jezelf om hernieuwd het leven in te stappen, en ook zo te handelen. Ook het in verzet komen door de gevestigde orde van je af te gooien, behoort tot de geestelijke vernieuwing. We hopen dat je het in ieder geval leuk vindt, en dat je er echte inspiratie uit kan halen. Zo niet, gooi hem dan weg en kijk volgende maand nog een keer. Bart & Eric
Eric
[email protected]
werkwoord “Ik schrijf wel effe een stukkie”, dacht ik toen de redactie van AM mij vroeg iets te schrijven over wat mij bezielt. Dat viel dus vies tegen. Als je er over nadenkt wat je nou echt bezielt, moet je diep graven om tot de kern te komen. Toch maar even de Dikke Digitale van Dale geraadpleegd, die er het volgende over zegt: be·zie·len (ov.ww.) 1 inspireren 2 leven aan iets geven, tot leven wekken Wat en/of wie mij allemaal inspireert, is teveel om op te noemen. Muziek is voor mij een belangrijke inspiratiebron. Logisch, omdat muziek ook wel de taal van de ziel wordt genoemd. Daar komt bij dat mijn muziekvoorkeur nogal breed is; van Rachmaninov tot Pink Floyd, maar ook die paar minuten die onze organist in Den Haag (Paul Borsboom) vlak voor de rondgang speelt, inspireren mij altijd mateloos. Dan zijn er natuurlijk ook de mensen met wie je te maken hebt, die je inspireren. Er wordt wel gezegd dat geven veel leuker is dan ontvangen. Ik kan dat alleen maar bevestigen en dat is wellicht ook de kern van wat mij bezielt; anderen te inspireren. Niet omdat ik
zo’n nobel mens ben, maar omdat ik geven nou eenmaal leuker vindt dan ontvangen. Toch wel een beetje egocentrisch... Dat geven zit meestal in de kleine dingen. Vroeger was een zebrapad voor mij iets waar je vooral snel over heen moest rijden. Iemand in laten voegen was een handeling die ik bijna nooit uitvoerde, met boze gezichten en opgestoken middelvingers als gevolg. Inmiddels ben ik wat ouder en wijzer geworden en stop nu gewoon als er iemand wil oversteken, of geef de ruimte om te ritsen. Met als gevolg een vriendelijk gezicht of gebaar. Of je dit nou onder de noemer ‘inspireren’ kan plaatsen, is misschien wat overdreven, maar het maakt wel het verschil tussen een positief en een negatief gevoel. Vijf jaar geleden zijn Frank en ik gestart met AYOPlaza, geïnspireerd door de vele reacties op de eerste jeugdappèlsite in 2002. Na een zeer positieve start met een inspirerende ‘crew’, volgde een periode met een (soms zeer) negatieve sfeer. Kennelijk was dat een deel van AYO’s groei naar volwassenheid. Het openbare forum op apgen.nl is ook om dezelfde reden verwijderd, dus AYO is niet de enige die met dit euvel heeft geworsteld.
Niet dat we nooit overwogen hebben te stoppen. Wat we allemaal over ons heen hebben gekregen zal ik hier niet herhalen, maar dat wordt volledig teniet gedaan door bijvoorbeeld een mailtje van een oudere zuster (70+) die het allemaal nog geweldig vindt en vraagt of we vooral door willen gaan.
Onder de AYO bezoekers zijn veel ex-apostolischen (beter gezegd exlidmaten, want apostolisch blijf je naar mijn mening altijd), maar ook lidmaten die teleurgesteld, gefrustreerd of beschadigd zijn. Zo’n gevoel levert een hoop energie op. Helaas is dit in het algemeen negatieve energie en uit eigen ervaring weet ik dat je daar niets mee opschiet en alleen jezelf ermee belast. Je kunt die energie echter ook op een positieve manier aanwenden en dat is wat er de afgelopen periode op AYOPlaza heeft plaatsgevonden. Dat merken we niet alleen uit de cijfers (7000+ bezoekers per maand), maar vooral uit de vele positieve reacties. AYO-Magazine is hier ook een tastbaar voorbeeld van. De oudere jongeren onder ons zullen zich de uitspraak “we gaan bergen verzetten” ongetwijfeld herinneren. Dat gaat nog steeds op, maar kan alleen als we elkaar blijven inspireren. Daar wil ik graag mijn steen aan bijdragen. Bezielen is uiteindelijk een werkwoord.
c
Yo-achtergrond
¡jazeker! ayo ondertekent
oneens 25,81%
Op www.ayoplaza.nl kon men tot en met 10 april zijn/haar stem uitbrengen op de stelling: “AYOPlaza moet de gemeenschappelijke verklaring ondertekenen.”
eens 74,19% door Ed
de unie van utrecht ‘In vrijheid verbonden. Eenheid in verscheidenheid’
Philips II op de melkkoe de Nederlanden, Alva melkt de koe, namens Frankrijk trekt de Hertog van Alençon aan de staart, Koningin Elisabeth voert stroo, Willem de Zwijger probeert kalm te blijven
De Unie van Utrecht, gesloten op 23 januari 1579, was een reactie op de Unie van Atrecht (het huidige, in Noord-Frankrijk gelegen Arras), die enkele weken eerder werd gesloten (6 januari 1579). Bij de Unie van Atrecht werd het gezag van de Spaanse koning hersteld in de gewesten Rijsel (thans het Noord-Franse Lille), Dowaai, Orchies, Artesië en Henegouwen. De Rooms-Katholieke godsdienst werd weer de enig toegestane godsdienst, elke andere religie was verboden. Deze godsdienstige bepaling was mede een uitvloeisel van de Godsdienstvrede van Augsburg van 25 september 1555: Cuius regio, eius religio (= wiens land, diens godsdienst). Voordat in de Waalse provincies het Spaanse gezag volledig kon worden hersteld, moest overigens eerst nog het Calvinistische verzet worden gebroken in de Zuid-Nederlandse bolwerken Valencijn (thans het Noord-Franse Valenciennes) en Doornik (Tournai). Niet zozeer nationaal gevoel, maar meer dus de gehechtheid aan het Katholicisme en nóg meer de afkeer van het Calvinisme met zijn democratische tendensen had de Walen tot hun afzonderlijke vereniging bijeen gebracht. Vooral de godsdienstige bepaling in de Unie van Atrecht maakte het voor de noordelijke gewesten onmogelijk om toe te treden, aantrekkelijke clausules zoals het herstel van alle privileges ten spijt. De noordelijke provinciën kwamen dus tot een eigen Unie, die van Utrecht, waarmee tevens een belangrijke bijdrage werd geleverd aan het totstandkomen van de Nederlandse natie.
Als soeverein vorst, landsheer der Nederlanden en koning van Spanje was Philips II zijn vader Karel V in 1555 opgevolgd. Hij was vroom Rooms-Katholiek. De Beeldenstorm, die tussen augustus en oktober 1566 in de Nederlanden plaatsvond, schokte hem zo diep, dat hij uiteindelijk besloot de bekwame, doch hardvochtige hertog van Alva als landvoogd uit te zenden. De “IJzeren Hertog” kwam niet alleen om de opstandigen te straffen, maar ook om een einde te maken aan de aloude privilegiën. Help nu uzelf, zo helpt u God uit der tirannen band en slot, benauwde Nederlanden. Gij draagt den bast al om uw strot: rept fluks uw vrome handen! O Nederland, gij zijt belaân! Dood ende leven voor u staan: dient den tiran van Spanje, of volgt, om hem te wederstaan den prinse van Oranje.
Er was sprake van een waar schrikbewind. “Nooit is een volk met meer koelbloedig overleg, met meer stelselmatige volharding aan een schrikbewind onderworpen”, schreef een historicus.
Bloedraad, haarlem
«Nooit is een volk met meer koelbloedig overleg, met meer stelselmatige volharding aan een schrikbewind onderworpen, schreef een historicus.» En toch, ondanks “tegenstand en druk” zong de Geuzendichter: Standvastig is gebleven Mijn hert in tegenspoed Terwijl Alva met zijn bloedraad de Nederlanden tiranniseerde, maakte de Prins van Oranje, de naar het buitenland uitgeweken stadhouder van Holland en tevens leider van het verzet, zich gereed voor gewapend optreden; niet tegen de koning van Spanje, “die hij altijd had geëerd”, maar tegen diens slechte raadslieden. De invoering door Alva van de “tiende penning” zette aan tot nog meer verzet. ´t Bederv en huns lands hadden zij geen acht, Zoolang ik hen bij den vleeschpot liet blijven. Maar nu ik hun Mammon aanroer met kracht Willen zij mij uit dies landen verdrijven. Op 19 juli 1572 vond de eerste vrije vergadering van de opstandige staten van Holland plaats in Dordrecht om het bestuur van het niet in Spaanse handen zijnde deel van het gewest te regelen. Zowel aan de katholieken als hervormden werd hierbij godsdienstvrijheid verleend, tot hierover door de Staten-Generaal anders zou zijn beslist. Desondanks werd de katholieken in 1573 reeds de openbare godsdienstuitoefening verboden door hen (gereformeerden), die zelf steeds voor godsdienstvrijheid beweerden te hebben gestreden en die slechts een kleine minderheid vormden. Die eerst was blij – om in vrijheid te leven Die is nu vrij – en wil geen vrijheid geven… Alva werd in 1573 vervangen door de meer gematigde Don Louis de Requesens. De politieke toestand veranderde er niet door, omdat koning Philips op het punt van godsdienst onverzettelijk bleef. In 1576 werd de Pacificatie van Gent gesloten tussen de staten-generaal uit Brussel en de staten van Holland en Zeeland, waarbij ondermeer de plakkaten tegen de ketterij buiten toepassing zouden blijven, zolang niet een bijzondere vergadering van de Staten-Generaal bijeen was geroepen om ten aanzien van alles, niet in de laatste plaats de religie, orde op zaken te stellen. Holland en Zeeland beloofden hierbij buiten hun eigen gewesten niets tegen de katholieke godsdienst te ondernemen, terwijl
in deze gewesten zelf de alleenheerschappij van het calvinisme voorlopig werd erkend. Datzelfde jaar (1576) volgde Don Juan, een bastaardzoon van Karel V en halfbroer van Philips II, de landvoogdij, met wie in 1577 de Eerste Unie van Brussel werd gesloten. Die hield in: onmiddellijke verdrijving van de Spaanse troepen, handhaving van het gezag van koning Philips en van de katholieke godsdienst, waarbij de staten van Holland en Zeeland echter de nadruk erop legden zich niet aan de bepaling aangaande de handhaving van de katholieke godsdienst te onderwerpen. Er kwam op 10 december 1577 ook nog een Tweede unie van Brussel, waarbij een eerdere indruk dat “overal” het katholicisme de heersende religie zou zijn, werd weggenomen. Oranjes geest van verdraagzaamheid sprak wel duidelijk uit de bepaling, dat katholieken en hervormden elkaar zouden verdragen en beschermen tegen alle vijanden.
onverzoenlijk Kort na het totstandkomen van dezeTweede Unie werd Don Juan niet langer meer als landvoogd erkend. Hij overleed in 1578. De wederom opkomende godsdienstige onverdraagzaamheid leidde ertoe dat katholieken en hervormden als twee onverzoenlijke partijen tegenover elkaar kwamen te staan. Alexander Farnese, die als Hertog van Parma Don Juan opvolgde, wist uit deze religieuze tweedracht sluw voordeel te halen. Bij de Unie van Atrecht van 6 januari 1579 besloten de Waalse gewesten, alsmede Brabant en Vlaanderen zich met koning Philips te verzoenen. Alle pogingen van de Prins van Oranje om de scheuring te voorkomen, leden schipbreuk. Op 23 januari 1579 kwam de Unie van Utrecht tot stand onder leiding van Jan van Nassau, broer van Prins Willem en stadhouder van Gelre (Gelderland). Bij deze Unie sloten zich aan: Groningen en Ommelanden, Friesland, Overijssel, Gelre en Zutphen, Utrecht, Holland en Zeeland. De unie werd opgesteld door Floris Thin, advocaat van de staten van Utrecht. Met erkenning en behoud van hun bijzondere vrijheden en privilegieën beloofden zij “ten eeuwigen dage” bij elkaar te blijven “alsof zij maar ééne provincie waren (artikel 1 van het Unieverdrag)”. De Unie van Utrecht was een defensief verbond tegen Spanje , maar bevatte ook nog diverse andere bepalingen. Geen wonder dat de Spaanse koning, ten einde raad,
van nul tot nu
«Het conflict zou tot tweespalt leiden in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.» besloot de Prins van Oranje van het strijdtoneel te laten verdwijnen, aangezien de Prins de spil was, waaromheen het gehele verzet van de noordelijke provinciën draaide. Op 26 juli 1581 namen de staten-generaal (die toen niet het parlement, maar een afvaardiging van de zeven provinciale staten vormden en die een lastgeving hadden en van tijd tot tijd ruggenspraak met hun achterban dienden te houden) het beroemde besluit, waarbij zij de koning “uit hoofde van zijn tyranniek bewind en vertrapping van der lande privilegiën” van de overheid en heerschappij van de verenigde Nederlandse gewesten vervallen verklaarden (Het zogenaamde Plakkaat der Verlatinge). Zij zwoeren de koning af op grond van de zogenaamde “leer der monarchomachen”.
geloofsvervolging Deze leer was op basis van historisch en natuurrecht ontwikkeld door de Hugenoten na de Bartholomeusnacht (van 23 op 24 augustus 1572), de Parijse bloedbruiloft waarbij honderden Calvinisten, waaronder generaal de Coligny (vader van Louise de Coligny, vierde echtgenote van Prins Willem van Oranje), in één nacht op gruwelijke wijze werden vermoord. Ook al waren vorsten in de ogen van de zestiendeeeuwse Christen door God uitverkoren om op Aarde te regeren: volgens de leer der monarchomachen had het volk het recht zich te verzetten tegen vorsten die hun onderdanen onderdrukten en zich aan geloofsvervolging schuldig maakten. Veel historici beschouwen dit plakkaat en de daarmee samenhangende afzwering van koning Philips als soeverein vorst als het moment van ontstaan van de Nederlandse natie, die toen overigens geen (gedecentraliseerde) eenheidsstaat, maar een statenbond van zeven soevereine provinciën was. Wat de godsdienstige zaken betrof zouden Holland en Zeeland handelen naar eigen goeddunken, terwijl de overige gewesten zich zouden regelen naar de godsdienstvrede of ook naar eigen goeddunken, mits niemand om het
geloof zou worden vervolgd. Kloosterlingen en geestelijken, ook gevluchte en uitgeweken vertegenwoordigers van de clerus, moesten in hun goederen onderhouden worden. De leden werden verplicht tot het handhaven van “goet recht ende justitie” tegenover elkander en tegenover vreemdelingen, van vrij onderling verkeer (!). Verder zouden zij een “gemeenschappelijke munt-ordonnantie beramen” (een gemeenschappelijke munt uitgeven). De niet door de Spaanse koning maar wél door de noordelijke gewesten in 1577 als landvoogd erkende Matthias (vanaf 1612 zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk) deed samen met de Prins van Oranje en de Staten-Generaal al hun best om de eenheid tussen noord en zuid te herstellen. In Keulen vonden medio 1579 onderhandelingen plaats tussen Spaanse en Staatse (= Noord-Nederlandse) gezanten, een en ander onder keizerlijke bemiddeling. Men had vooral van Katholieke zijde reikhalzend naar die onderhandelingen uitgezien, maar het bleek de laatste poging tot verzoening. Zij mislukte zoals alle pogingen om Philips en het Calvinisme te verzoenen.
calvinisme Wat het Calvinisme betreft: deze strenge protestantse richting is weliswaar genoemd naar Calvijn, maar is veel méér de leer geworden van Fransiscus Gomarus. Gomarus was in conflict geraakt met een collega-predikant, Arminius, over een aantal theologische vraagstukken, zoals de vrije wil, de predestinatie en de erfzonde. Wat Gomarus betrof stond vanaf de Schepping vast wie gered en wie verdoemd zou zijn, Arminius had daarover veel verlichtere denkbeelden en dacht de mens dus veel meer invloed toe over diens “eeuwige” lot. Het conflict zou tot tweespalt leiden in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Stadhouder Prins Maurits steunde de Gomaristen of Contra-Remonstranten, raadpensionaris Johan van Oldenbarneveldt koos voor de denkbeelden van Arminianen of Remonstranten. Gomarus
won het pleit. Zijn leer werd vastgelegd in de Synode van Dordrecht en werd daarmee het wereldwijde Calvinistische richtsnoer.
vrijdenkers Haaks op de strenge, rechtlijnige Calvinistische leer staat onder meer de stroming der Vrijdenkers. Een vrijdenker vormt zich een mening over religie op basis van de rede (het rationalisme), onafhankelijk van traditie, autoriteit of gevestigd geloof. Tot de vrijdenkers behoren ook de atheïsten, agnosten en rationalisten. De huidige minster van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, zelf een vooraanstaand wetenschapper en tot voor kort columnist voor Buitenhof, Ronald Plasterk, hoort zeker in dit rijtje thuis. Iemand die zich conformeert aan een Bijbel, geloofsovertuiging of Messias kan geen vrijdenker zijn. Voor een vrijdenker zijn openbaring en geloof ongeldig en orthodoxie is geen garantie voor de waarheid. Clarence Darrow zei ooit: “Ik geloof niet omdat ik niet in Moeder Gans geloof”.
De term “freethinker” ontstond in Engeland kort voor 1700, ten tijde van de Verlichting dus. Geleidelijk werden er diegenen mee aangeduid die zich vrijer opstelden ten aanzien van geloofszaken, maar geleidelijk kreeg het begrip een radicalere inhoud en zo werd het in de negentiende eeuw een synoniem voor atheïst. In Nederland ontstond in 1856 een organisatie van vrijdenkers: De Dageraad, sinds 1957 de Vrije Gedachte geheten. Haar grootste bloeitijd kende zij tijdens het interbellum, de periode tussen de beide wereldoorlogen in dus. Belangrijkste leider was toen de filosoof Leo Polak.
Geraadpleegde bronnen: •
GOSSES, DR. I.H.; JAPIKSE, DR. N. Handboek tot de Staatkundige Geschiedenis van Nederland
•
Syllabus akte staatsinrichting MO (PBNA)
•
Winkler Prins-encyclopedie
•
Google
http://www.invrijheidverbonden.nl Ook jij hebt de kans om je bij te schrijven in de lijst van ondertekenaars van deze visie.
yo-muziek
Wolfmother Sinds Silverchair in 1995 is er geen Australische band meer geweest die de rockscene zo op z’n kop heeft gezet als Wolfmother. Het in Los Angeles opgenomen debuutalbum haalt in thuisland Australië naast lovende kritieken ook platina. Vorig jaar speelde de band al de prakvolle Alphatent op Lowlands plat en ook de befaamde band Pearl Jam is gevallen voor de Australische rockers; Wolfmother tourde met Pearl Jam mee als support act. http://www.wolfmother.com
Te zien en te horen op 28 mei, Pinkpop 2007, Landgraaf
yo-gadget
Kissing Love-Tester
Ontdek de «ware» liefde in 3 stappen
1. Hou het hart bij één partner 2. Pucker naar boven en geef een kus, alleen je lippen mogen contact maken 3. Als de «love is in the air» zal het hart gaan gloeien en gaan spelen om te laten weten dat jullie gemaakt zijn voor elkaar! 4. Als de «Love» niet in the air is laat het hart dit ook weten!
microkrediet Is hij oprecht of zorgt hij alleen goed voor zijn eigen portemonnee?
Prof. dr. Muhammad
Yunus
yo-achtergrond Muhammad Yunus, de ontwikkelaar en grondlegger van het microkrediet. Dit gaat over het geven van kleine leningen aan ondernemers die te arm zijn om voor normale bankkredieten in aanmerking te kunnen komen. Hij is ook de oprichter van de Grameen Bank. In 2006 kreeg Yunus samen met de bank de Nobelprijs voor de Vrede, «voor hun inspanningen om economische en sociale ontwikkelingen van onderop mogelijk te maken.» Yunus studeerde aan de Chittagong Collegiate School en het Chittagong College. Hij haalde zijn BA en MA aan de Dhaka University. Hij kreeg zijn PhD in economie van de Vanderbilt University in Nashville in 1969 na een ‘Fulbright scholarship’. Later ging hij als hoogleraar economie aan de Chittagong University werken. Yunus begon met het bestrijden van armoede tijdens een hongersnood in Bangladesh in 1974. Hij ontdekte dat kleine leningen een aanmerkelijk verschil konden maken in de mogelijkheid voor een arm persoon om te overleven. Zijn eerste lening was er een van $27 uit zijn eigen zak, die hij uitleende aan vrouwen in het dorp Jobra - bij de Chittagong University - die meubels uit bamboe maakten. Zij verkochten deze terug aan de uitleners om woekerrentes terug te betalen die ze hadden genomen om de bamboe te kopen. Met een nettowinst van 5 Bengaalse taka (2 dollarcent), konden de vrouwen zichzelf of hun families niet onderhouden. Traditionele banken wilden geen kleine leningen aan arme mensen geven, omdat ze gezien werden als een risico. In 1974 smeedde Yunus het idee van Gram Sarker (dorpsbestuur) als een vorm van lokaal bestuur gebaseerd op de participatie van de plattelandsbevolking. Dit concept bleek erg succesvol en werd in 1980 door de regering van Bangladesh overgenomen. In 1976 richtte Yunus de Grameen Bank op om leningen voor arme Bengalezen mogelijk te maken. Sindsdien heeft de bank meer dan 5 miljard dollar aan meer dan 5 miljoen leners uitgeleend. Om terugbetaling te garanderen gebruikt de bank een systeem van «solidariteits-
groepen». In deze kleine informele groepen vragen mensen samen een lening aan en de leden treden op als mede-garantstellers en steunen elkaars pogingen in economische vooruitgang. De Grameen Bank heeft door de tijd heen ook andere systemen van alternatief krediet dat de armen helpt ontwikkeld. Naast het microkrediet biedt zij ook woningleningen aan, leningen voor visserij en irrigatie, venture capital, textiel en andere activiteiten, samen met andere bankactiviteiten zoals sparen. Het succes van het Grameen model heeft verschillende navolgingen gehad in de ontwikkelingslanden en ook in de geïndustrialiseerde wereld zoals de Verenigde Staten, in totaal in 23 landen. Veel, maar niet alle microkredietprojecten, leg-
gen de nadruk op het lenen aan vrouwen. Meer dan 96 procent van Grameens leningen zijn naar vrouwen gegaan, die disproportioneel aan armoede lijden en die meer dan mannen geneigd zullen zijn om hun verdiensten aan de noden van de familie te geven.
Prof. dr. Muhammad Yunus kreeg de Nobelprijs voor de Vrede op 13 oktober 2006.
Http://nl.wikipedia.org/wiki/Muhammad_Yunus
Zien is
geloven... De stichting Dabar.nu heeft zowel in 2006 als voor 2007 in haar projectenplan de ondersteuning van het verstrekken van microkredieten in Sri Lanka opgenomen. In samenwerking met de stichting Phoenix zijn we op zoek naar fianciële Naast dit Microkrediet project hebben wij ook een 4-tal Pre-Schools voor kinderen tussen 3-6 jaar gebouwd. Nu hebben 200 kinderen een plek om te leren en te spelen. Zien is geloven. Dus een kleine delegatie (11 man sterk en op eigen kosten!) uit Nederland is gedurende de periode van 25 maart tot 30 maart in Hambantota, Sri Lanka geweest om de zaken “persoonlijk” te bekijken. “We like what we see” was de reactie. Maar dit betrof met name de voortgang van de activiteiten en in mindere mate de levensomstandigheden van de gezinnen in het district. Het bezoek heeft de groep nog meer gemotiveerd om een bijdrage te leveren aan verdere hulp aan de gezinnen van Hambantota. Als men echte armoede niet kent, kan dit shockeren. Onze doelstelling is om met het microkrediet project (totaal budget van € 250.000) 2500 gezinnen bereiken in het Hambantota district, Sri Lanka en binnen een periode van 3 jaar 1000 gezinnen een duurzaam en blijvend beter inkomensniveau te laten bereiken. Dit is haalbaar en zal ook gebeuren, is onze verwachting.
“Waarom richten jullie je op microkrediet terwijl zoveel instellingen zich met dit onderwerp bezig houden?” is een vraag die gevestigde instellingen aan ons stellen. Dit is een terechte vraag. Als amateurs op het NGO en “Micro Finance Institutions” toneel vragen wij ons af: “na decennia ontwikkelingshulp en letterlijk miljarden euro’s aan hulp waarom leeft 30% van de gezinnen in de Hambantota District in Sri Lanka nog steeds onder de armoedegrens?” Wij hebben tot op heden geen antwoord op deze vraag gehad. Dit motiveert ons om actie te ondernemen. Wij willen het micro-ondernemerschap op een zakelijke en pragmatische manier benaderen en afhandelen. Wij laten de”workshops”, “discussies en rapporten productie” e.d.
over aan de meer theoretisch ingestelde mensen. Onze doelstelling is simpel en helder. Daar gaan wij voor. Wij willen 1000 gezinnen in het Hambantota district perspectief bieden op een beter bestaan. Wij hebben inmiddels 370 gezinnen voorzien van een micro lening. Tijdens ons bezoek hebben wij een aantal micro ondernemingen bezocht. De groep is zeer divers. Een plantenpotten producent, muggennetten producent, naaiatelier, cementblokken producent, tentzeilnaaister, mandenvlechtster, een kokostouwproducent. Zij produceren en verkopen hun waren op de lokale markt. Zoals te verwachten, waren de gezinnen zeer tevreden dat zij een renteloze-lening hebben ontvangen van ons. En natuurlijk willen zij meer hulp krijgen om hun levensomstandigheden te verbeteren. Wat opvalt is dat de meeste onderneemsters hetzelfde type problemen hebben. Te weinig werkkapitaal om tot een hoger productieniveau te komen en te weinig investeringskapitaal om uit te breiden. Het is niet onze bedoeling om hier uitvoerig de problemen van het micro-ondernemerschap te beschrijven of de knelpunten van de bestaande MFI de revenu te laten passeren. Er zijn ongetwijfeld stapels rapporten hierover en de geïnteresseerde lezer kan op Internet “googlen”. Wat wij gezien hebben heeft ons nog meer gemotiveerd om de door ons ingeslagen weg te vervolgen met de volle overtuiging dat wij in onze missie zullen slagen. In de komende maanden zullen wij nog meer gezinnen helpen met een microkrediet en dan is ons “potje”op. Wij zullen ons blijven inzetten om meer fondsen te werven om de 2500 arme gezinnen in het Hambantota District te helpen. Ton van der Hulst Voorzitter Dabar
cementblokken producent
Snack shop
deposito door Nol Smits
plantenpotten producent
tragedy of the commons In de jaren ‘50 van de vorige eeuw was ontwikkelingshulp vooral gericht op het ontwikkelen van de onontwikkelde landen in Afrika, Azië en Latijns Amerika. Het Westerse moderniseringsideaal was maatstaf voor deze vorm van interventie. Tegenwoordig zijn we van mening dat de bewoners van Afrika, Azië en Latijns Amerika ook heel goed zelf in staat zijn om zich te ontwikkelen. Maar wij — in het Westen — blijven gevoelig voor de zogenaamde slachtoffers van deze wereld en we willen onze hulp blijven bieden. Nog steeds worden massaal gironummers volgestort en nieuwe projecten opgezet. Tegenwoordig noemen we deze hulp ontwikkelingssamenwerking. Naast de naam is ook het idee achter ontwikkeling veranderd. Bijvoorbeeld door mensen een kleine lening tegen lage rente aan te bieden, zodat ze een naaimachine of koe kunnen kopen en op deze manier zichzelf kunnen ontwikkelen. De Grameenbank was in de jaren ’70 van de vorige eeuw één van de eersten die dit grootschalig introduceerde. Nog steeds is microkrediet ‘hot’ in ontwikkelingssamenwerking. De Verenigde Naties riepen 2005 uit als jaar van het microkrediet en ook prinses Maxima zette zich actief in voor deze manier van OS. Dat microkrediet ook een goed alternatief kan zijn om natuur te ontwikkelen, bleek in het biodiversiteitproject in Ghana wat ik voor mijn studie bezocht. Daar was door het vervagen van traditionele natuurbeheersystemen een heus
‘tragedy of the commons’ ontstaan; een situatie waarin communale grond, of in dit geval water, wordt uitgebuit omdat gezamenlijke beheersregels voor het gebied ontbreken. De bijzondere flora en fauna van het kratermeer Bosumtwe werd bedreigd door ontbossing, overbevissing en vervuiling. Na een project van vier jaar werd duidelijk dat alleen educatie over biodiversiteitverlies niet voldoende is als de lokale bewoners van het meer, arme vissers en boeren, geen alternatieve inkomstenbronnen kunnen ontwikkelen. Door de lokale bewoners microkredieten aan te bieden in combinatie met kennis over alternatieve kostwinning, zoals het houden van slakken of bijen, kunnen twee doelen worden bereikt; Het ontwikkelen van mens én natuur. Microkredieten staan echter niet op zichzelf. Net zoals bij de Grameenbank is een goedwerkend systeem van sociale of overheidscontrole belangrijk om ervoor te zorgen dat mensen zich aan regels houden, het geld aan het daadwerkelijke project besteden en de lening op tijd terugbetalen.
Marije MSc student Internationale Ontwikkelingssociologie, Wageningen
yo-kerkvoer Stef Bos schreef er een liedje over, met de mooie regels: “Als de dominee op dreef was tegen oorlog en geweld en als ik alle kleine ruitjes van elk kerkraam had geteld. Dan greep mijn moeder in haar handtas voor het juiste medicijn en ze gaf me witte pillen en die verzachtten alle pijn. Pepermunt Pepermunt, als de preek je gaat vervelen als je niet meer luisteren kunt.”
‘N pepermuntje Traditioneel worden pepermuntjes in Nederland veel in de protestantse kerken gebruikt. De kunst was daarbij om in de kerk zo met je pepermunt om te gaan dat je met 1 snoepje de hele preek uit kon zitten. Dat vereiste zoveel aandacht dat de inhoud van de prediking volkomen langs je heen ging. Soms duurden de preken zo lang dat de wedstrijd wel verloren moest worden, maar ook daarvoor hadden sommigen een aparte techniek ontwikkeld. Er waren ook mensen bij wie het in het geheel niet ging om de smaak, maar die het tweede deel van het woord (munt) letterlijk namen en het pepermuntje bij wijze van offer in de collectezak deponeerden. Het merk pepermunt maakte ook nog uit voor
de kerk. In de Nederlands Hervormde Kerk werd vooral Faam gegeten, terwijl in de Gereformeerde Kerk King populair was. Reden hiervoor was dat je op King pepermunt langer kon zuigen dan op Faam. In de Gereformeerde kerken duurde de preek namelijk langer dan bij de Hervormde kerk. Bij de “zwaardere” Hervormde kerken geeft men de voorkeur aan Wilhelmina pepermunt, waar je nog langer mee kunt doen. Voor ouders is de (on-)zuinige manier waarop hun kinderen met de uitgedeelde pepermuntjes omgaan vaak een indicatie om te zien hoe ze later ook met geld omgaan: direct opmaken of bewaren? In de Rooms-Katholieke Kerk wordt traditioneel geen pepermunt gegeten, omdat Katholieken tij-
dens de H. Mis ter communie gaan. Zij dienen namelijk vanaf een uur voor de communie volledig te vasten, d.w.z.: niets eten en niets drinken. Pepermunt heeft naast kerksnoepje ook een imago dat het vooral in de handtasjes van oudere dames te vinden is. De pepermuntindustrie heeft daarop ingespeeld door zeer kleine pepermuntjes te ontwikkelen, in zeer kleine doosjes, die dan ook in het kleinste tasje passen. Deze kleine snoepjes hebben een zeer scherpe smaak en worden ook wel als mondverfrissing gebruikt.
TAIZÉ Jongeren en het gebed
“Er is een innerlijk gebed dat nooit zwijgt: dat is jouw verlangen. Als jij wilt bidden, hou dan nooit op te verlangen.”
yo- een ander geloof
Een broeder [ook daar, red] laat zijn gedachten gaan over de manier waarop jongeren betrokken kunnen worden bij het gebed; hij benadrukt drie dimensies van het gebed in Taizé waarvan hij denkt dat ze een antwoord zouden kunnen zijn op het zoeken van de jongeren. Drie keer per dag komt alles op de heuvel van Taizé tot stilstand: het werk, de bijbelstudies en de groepsgesprekken. De klokken roepen je op tot het gebed in de kerk. Honderden, soms wel duizenden jongeren uit alle windstreken bidden en zingen met de broeders van Taizé. Na afloop is er een bijbellezing in verschillende talen. Centraal in elk gemeenschappelijk gebed staat het lange stiltemoment dat een uniek moment is om God te ontmoeten. De broeders zijn vaak onder de indruk van het feit dat jongeren soms urenlang in hun kerk kunnen blijven, in stilte of ondersteund door het meditatieve zingen. Ze zijn soms even verbaasd over zichzelf wanneer ze ontdekken hoe vaak ze in Taizé gebeden hebben. Wanneer men na afloop aan de groepen vraagt “wat is je het meest bijgebleven?” is het antwoord zonder aarzelen: “Het gebed!” Terwijl veel van deze jongeren die zo enthousiast praten over hoe ze het gebed ervaren hebben, op het eerste gezicht weinig ‘expert’ lijken in het bidden. Daarom is het ook zo ontroerend.
Jongeren weten precies wanneer woorden alleen maar geuit worden om de woorden zelf en wanneer woorden ruimte scheppen omdat ze geen zekerheden wensen te verkopen. Misschien voelen ze aan dat wij als broedergemeenschap ons gebed aanpassen aan hun aanwezigheid om daardoor onze weg te verbreden en zo de intimiteit die wij wensen te beleven in God, voor allen mogelijk te maken.
Een meditatief gebed Het bidden gecombineerd met de liederen van Taizé is ook een bijbelse meditatie. Met Allerheiligen zit onze kerk vol met Franse middelbare scholieren. Dan ben ik zo verbaasd als ik zie hoe 2500 jongeren echt gemeend zingen: “Ik zal mij verblijden, juichen over uw liefde,” de woorden van een van de laatste liederen in het Frans. Ik heb het gevoel dat door een of twee verzen te herhalen, het zingen hen een directe toegang verleent tot het Woord van God. Ik vraag me soms af of onze manier van zingen niet beschouwd kan worden als een korte inleiding op de ‘lectio divina’, op dat aandachtig lezen van het Woord dat ruimte vrijmaakt om de tekst in al zijn dimensies te laten weerklinken.
Een toegankelijk gebed Een gebed vanuit het hart Het gebed van onze gemeenschap is in de loop der tijd veranderd. Het is steeds eenvoudiger geworden. Frère Roger was er steeds op bedacht dat niets in het gemeenschappelijk gebed ontoegankelijk mocht zijn. Hij was van mening dat een tekst die te lang was of te moeilijke woorden gebruikte, het zicht kon ontnemen op die liefdesrelatie die men in het gebed vindt door de aanwezigheid van de heilige Geest. Deze eis van eenvoud, deze zorg om voor veel jongeren deze innerlijke ervaring toegankelijk te maken, verklaren deze manier van bidden met eenvoudige en meditatieve gezangen. Niet dat alles aan jongeren is aangepast. In zekere zin zijn de liederen van Taizé op zich geen jongerenmuziek. Ik geloof dat onze liederen diep geworteld zijn in de monastieke traditie, vanwege hun meditatieve en zelfs herhalende karakter. Onze gemeenschap begon met het zingen van psalmen en dat gaat tot op de dag van vandaag door. Maar in plaats van de hele psalm te zingen, houden wij het bij een vers waarover we samen mediteren, dat we laten resoneren in ons hart, teneinde in ons binnenste iets te ervaren van wat dat vers uitdrukt. Wat aanslaat bij de jongeren in Taizé, dat is misschien ons streven naar een zo groot mogelijke eenvoud in onze manier om ons geloof te uiten, zonder het te versimpelen of er een zoetsappige interpretatie aan te geven.
Er is nog een ander aspect dat me verbaasd wanneer ik jongeren hoor praten over het gebed in Taizé: het lange moment van stilte middenin de viering geeft hen de gelegenheid om na te gaan wat hen bezighoudt. “De balans opmaken”, “luisteren naar wat het hart te zeggen heeft”, “nadenken over problemen”, “schoon schip maken in jezelf”, “een pauze inlassen”, “weer bij jezelf uitkomen”, “de maskers laten vallen”…: ze weten goed te omschrijven waartoe stilte hen uitnodigt. Ze zijn met velen en dus boezemt de stilte hen geen angst in. Integendeel, er zijn er heel wat die zeggen dat de tien minuten stilte de eerste keer lang leken, maar dat ze daarna moeiteloos hun eigen invulling kregen. Door te zingen en door stilte te betrachten, ontdekken jongeren dat ze in staat zijn om nieuw van hart te worden, om een hart te krijgen dat simpel is in de etymologische zin van het woord: een hart uit één stuk, een hart dat uit de plooi gehaald is. “Elk verlangen dat diep in onszelf God aanroept, is op zich al een gebed. Jouw verlangen, dat is al jouw gebed. Er is een innerlijk gebed dat nooit zwijgt: dat is jouw verlangen. Als jij wilt bidden, hou dan nooit op te verlangen.”
Meer weten over Taizé? http://www.taize.fr
offside yo-scoop
8 mei 2006: Iran staat op het punt om zich te kwalificeren voor het Wereldkampioenschap voetbal. Een bus uitbundige supporters is onderweg naar het stadion. Een meisje vermomd als jongen maakt deel uit van de passagiers. Ze is niet de enige vrouw die zal proberen om het stadion binnen te komen en het verbod voor vrouwen om sportmanifestaties bij te wonen naast zich neer te leggen. Aan de ingang van het stadion wordt ze
ontmaskerd. Militairen zullen haar uitleveren aan de zedenpolitie die over haar lot zal beslissen. In afwachting wordt ze in het stadion vastgehouden. Al snel krijgt ze gezelschap van andere vrouwen. Ze spannen samen en proberen op verschillende manieren toch de match bij te wonen. «Offside» is een intelligente comedie over het gevecht van Iraanse vrouwen voor gelijke rechten.
Productie: Jafar Panahi Film Productions / Taal: Iraans Lengte: 88 minuten / Genre Drama/komedie/sport Land van Herkomst: Iran / Prémisse: Voetbal alleen voor mannen? Daar denkt een aantal Iraanse vrouwen heel anders over en zij negeren het verbod om toch getuige te kunnen zijn van de wedstrijden. / Filmmaker/Regisseur: Jafar Panahi / Scenario: Jafar Panahi, Shadmehr Rastin Hoofdrollen Sima Mobarak-Shahi, Shayesteh Irani, Ayda Sadeqi, Golnaz Farmani, Mahnaz Zabihi, Nazanin Sediq-zadeh Prijzen en nominaties / Winnaar van de Zilveren Beer in Berlijn in de categorie Grote Juryprijs. Genomineerd voor de Gouden Beer in Berlijn.
yo-cultuur
Zin in een lang Pinkster weekeind kamperen met
kunstzinnige workshops
25-28 mei
Op camping buitenkunst locatie Randmeer (provincie Flevoland) zijn met de Pinksteren 25-28 Mei verschillende programma’s rondom dans, muziek, theater, beeldende kunst en fotografie, aangevuld met een professionele theatervoorstelling en een concert.
Ook voor de jongeren, kinderen en kleuters zijn er aparte programma’s met veel afwisseling. Met leeftijdgenoten gaan zij op hun eigen locaties aan de slag met theater, beeldende kunst, muziek en/of dans. De programma’s worden verzorgd door professionele medewerkers met een kunstvakachtergrond en ervaring in het werken met kinderen.
Voor meer informatie zie http://www.buitenkunst.nl of mail Bart Zwaan op
[email protected] Voor reservering van plaatsen bij elkaar in de buurt, meld je aan via
[email protected]
«Blijf volkomen toegewijd aan de Heer, onze God.»
yo-luiken open
apostel Peter klene [nak] Zondag 18 maart 2007 was een gedenkwaardige dag voor de nieuw-apostolische christenen in Nederland. Op deze dag leidde Stamapostel W. Leber een kerkdienst in De Oosterpoort te Groningen, die live werd uitgezonden naar diverse ontvangstlocaties in alle delen van Nederland en naar Malta. Een deel van het bijbelwoord uit 1 Koningen 8:61 diende als basis voor deze dienst: “Blijf volkomen toegewijd aan de Heer, onze God”. De Stamapostel benadrukte tijdens deze dienst het belang om de Heer met een volledig hart toegewijd te zijn. Verder stond hij onder andere stil bij een opvallend onderdeel uit de Bergrede (vgl. Matteüs 5-7), waarin Jezus Christus opriep om te vertrouwen op de hemelse Vader daar waar het ook gaat om de aardse, natuurlijke zaken (vgl. Matteüs 6: 25-34). Tijdens deze dienst werd Opziener P. Klene tot Apostel gewijd en zal in zijn nieuwe ambtsopdracht Districtsapostel Th.J. de Bruijn ondersteunen binnen de gebiedskerk Nederland. bron: www.nak-nl.org
Deze gebeurtenissen waren voor de redactie van AYO-Magazine aanleiding om in het kader van het jaarmotto ‘samen leven is samen leren’ nader kennis te maken. Je zou wellicht kunnen spreken van een hernieuwde kennismaking. Beide apostolische groeperingen, Nieuw-Apostolische Kerk (www.nak-nl.org) en het Apostolisch Genootschap, delen tot het midden van de vorige eeuw een gezamenlijke geschiedenis. Intussen is er veel gebeurd. Binnen de Nieuw-Apostolische Kerk staat de wederkomstgedachte van Jezus Christus centraal, waarvoor de aanwezigheid van het apostelambt binnen de geloofsgemeenschap van grote waarde wordt geacht. Wereldwijd zijn er ruim 350 apostelen werkzaam en kent de kerk inmiddels circa 11 miljoen leden. In Nederland is het allemaal wat kleiner: circa 12.000 leden worden nu geestelijk verzorgd door twee apostelen. Vorige maand ontving Opziener Peter Klene het apostelambt. Een korte kennismaking. Apostel Klene is getrouwd, heeft vier kinderen en woont in het westen des lands. Enkele jaren geleden heeft hij zijn beroep als apotheker opgegeven om zich meer te kunnen inzetten voor het werk binnen de kerk. Het werken met jonge gelovigen ligt hem bijzonder aan het hart. In de jaren ’90 van de vorige eeuw was hij districtsjeugdleider in Noord-Holland. Tijdens deze periode heeft hij al enkele positieve ervaringen gehad met jongeren van het Apostolisch Genootschap. Samen met een groep nieuwapostolische jeugd waren er contacten met jongeren van de gemeente Amsterdam-Slotervaart, waarbij er over en weer een dienst is bijgewoond en nader kennis is gemaakt. Verder heeft hij in die periode ook een keer een jongerenkring in Haarlem-Noord bijgewoond. In zijn arbeidsperiode als
Opziener (vanaf 1999) was hij verantwoordelijk voor de jeugdverzorging in heel Nederland. Tot slot nog enkele vragen aan de nieuwe Apostel: Wat ging er door u heen toen u gevraagd werd voor dit ambt? Gezien mijn intensieve betrokkenheid bij mijn opdracht als Opziener was het eerste gevoel een bijna vanzelfsprekend ‘ja’. Het gevoel aan dit verzoek niet voorbij te kunnen gaan. Toch hebben mijn vrouw en ik hier een aantal dagen intensief over gesproken en hebben in deze gesprekken opnieuw geconstateerd wat ons geloof en onze geloofsgemeenschap voor ons zijn gaan betekenen in ons leven. Daardoor werd ons ‘ja’ steeds steviger en bewuster. Wat ging er door u heen tijdens de wijding? Tijdens de wijding heb ik geprobeerd om mij te concentreren op de uitgesproken zegen bij deze wijding, om dit vooral bewust in mij op te nemen. Aan dit ambt zijn specifieke opdrachten en volmachten verbonden waar ik bewust mee om wil gaan. Wat is uw motto voor de komende tijd? Misschien is er meer sprake van een voornemen dan een motto. Ik zie mijn ambt niet als doel maar vooral als een middel tot hulp van de gemeenten. Het doel is de leer van Jezus Christus en zijn beloofde wederkomst. Daarom zou ik mijn ambt graag bescheiden vanuit het midden van de gemeente uitoefenen tot dienst van de broeders, zusters en jeugd. De redactie bedankt Apostel Klene en Reinier van Markus (Nieuw-Apostolische Kerk) voor de totstandkoming van dit artikel.
yo-tripmusica Hans Trip
Omdat dit de eerste uitgave van AYO-Magazine is, zal ik me hier even voorstellen: ik ben uit Enschede, geboren op 16 juni 1953, de eerste zondagmorgenpepermuntjes kreeg ik in Enschede 3 en op m’n zesde jaar vertrok ik naar Enschede 2, waar ik sinds februari 1980 de organist ben. Vooral op zondagmorgen is dat echt mooi om te doen, ook krijg ik dan altijd een zak dropjes van de snoepjestante! Mijn beroep is musicus en dat was ook mijn jongensdroom. Eén van mijn leraren vertelde me vroeger een keer dat schrijven over muziek zelfs gevaarlijk is, omdat muziek maar op één manier echt te begrijpen is, namelijk door te luisteren naar muziek! Maar ja, diezelfde man heeft een paar dikke pillen over muziek geschreven die ik allemaal heb moeten lezen, dus…
Muziek en schrijven In de klas vond een gesprekje plaats tussen de kinderen n.a.v. van een muziekspel waarin dieren voorkomen: “Welk dier zou je het liefst willen zijn?” Ze spraken over allerlei dieren, Een paar jongens wilden wel een krokodil zijn en ze maakten al grijpbewegingen naar de meisjes. Olifanten en kikkers werden ook genoemd. Maar de grootste voorkeur van de kinderen ging uit naar hun eigen huisdier, de hond of de poes. De kinderen kozen voor het dier dat het dichtst in de buurt van hun eigen belevingswereld kwam. In het muziekspel kwamen geen huisdieren voor, dus kozen de kinderen uit de aangeboden dieren.
Toen ik werd gepolst of ik hier maandelijks een column/artikel over muziek wilde schrijven, heb ik natuurlijk meteen positief gereageerd. Later dacht ik: hoe moet ik dat dan gaan doen? Nu ik bezig ben met het schrijven van dit artikel voor het Ayo-Magazine, moet ik weer denken aan die kinderen en vraag ik me af welk dier het dichtst bij mijn belevingswereld komt! Nu weet ik dat ik deze stukjes moet gaan schrijven op de wijze die het dichtst bij mij ligt en dat is dus gewoon op m’n eigen manier.
Zo’n 1200 jaar geleden werd er al muziek opgeschreven door monniken: het Gregoriaans;
Gregoriaans manuscript ‘In manus tuas domine’
Monniken en X Factor Bladmuziek zag er toen nog heel anders dan nu zoals je ziet, in schrijfzalen tekenden de monniken alles met de hand op. De lengte van de noten werd niet zoals tegenwoordig gemeten in hele noten, halve noten, kwart noten enz., maar er werd gemeten in longa, brevis, minima enz. en deze tekens zagen er uit als de vierkantjes in het afgebeelde manuscript. Emoties waren verboden, het was voor de monniken alleen maar Ora et Labora (Bid en Werk) wat de zonnewijzer sloeg, want klokken waren er toen nog niet. Hoe zouden deze monniken gereageerd hebben op Sharon Kips, de winnares van X Factor dit jaar? Als Sharon in een tijdmachine was afgereisd naar een middeleeuws klooster met monniken, zou ze waarschijnlijk zijn ontvangen als een heilige maagd en ze zou de hele kloosterorde in de war hebben geschopt. Die monniken zongen volgens vaste regels en Sharon moet van de jury juist een eigen (emotionele) originele performance aan haar liedjes geven. Monniken in de middeleeuwen waren eigenlijk ook maar gewone men
Maar nu kan ik hier wel een beetje kritisch doen over X Factor, ik heb bijna geen uitzending gemist! Broeder William van Baskerville en Adson van Melk uit “De Naam van de Roos”
Frans Bauer niet zingen, denk ik. Over Frans Bauer wil ik het misschien ook nog een keer hebben, want hij doet me denken aan de Minnesängers uit de late middeleeuwen. sen. Als je de film «Il Nome della Rosa» («De Naam van de Roos») met Sean Connery als broeder William van Baskerville hebt gezien, of nog liever: het boek hebt gelezen, weet je wat ik bedoel. Die “performance” bij X factor en vroeger bij Idols is waar de jury altijd het meest op heeft beoordeeld: “je ziet er leuk uit”, “leuk jurkje”, “verkeerd liedje”, “goed liedje”, “goede performance”, “je hebt me gelukkig gemaakt”, “ik ben het eens met Henk”, “ik ben het niet eens met Henk” . Over vals zingen werd soms niet eens gesproken, dit in tegenstelling tot een verandering van bijvoorbeeld de haardracht van de kandidaten. Maar nu kan ik hier wel een beetje kritisch doen over X Factor, ik heb bijna geen uitzending gemist! En het ging natuurlijk om de X Factor en niet om de muzikale kwaliteiten. Sharon is een goede zangeres, vooral die hoge ges kwam er verrassend uit! Zo hoog kan
His Masters Voice
Nu heb ik toch al heel wat opgeschreven, maar ik weet nog steeds niet welk dier ik zou willen zijn. Was ik nog maar een kind, dan had ik het denk ik wel geweten. Dan was de keuze waarschijnlijk gevallen op mijn hond Plukkie. Deze keuze zal ik nu niet maken, want de enige muzikale hond die ik ken is het hondje van “His Masters Voice”, bekend van het muzieklabel EMI. Behalve naar de stem van z’n baasje luisterde het beestje volgens de overleveringen o.a. ook naar Beethoven.
His Masters Voice Dit was dan de eerste muziekcolumn in AYO-Magazine. De kop is er af, ik blijf zoeken naar welk dier het beste past bij mijn belevingswereld. De onderwerpen voor deze columns staan nog niet vast, maar de oplettende lezer zal hier in de loop van de tijd enkele duidelijke lijnen ontdekken. Ik hoop hier veel verschillende muziekonderwerpen de revue te kunnen laten passeren, bijvoorbeeld onderwerpen van Bach tot Pink Floyd, van Rap tot de geschiedenis van koorliederen, over blues, jazz en misschien ook wel over trance en dance. Het blijft dus niet bij monniken en de X Factor.
Wordt vervolgd in het mei-nummer van AYO-Magazine
yo- thoughts
« deel één » door Rob
Kun je apostolisch zijn op een
onbewoond eiland?
Dit artikel is gebaseerd op een lezing die ik ooit mocht houden in Groningen, in het weekend van 10 en 11 oktober 1998, tijdens een onderhoudend congres/reünie voor broeders en zusters die ooit in Groningen hebben gestudeerd. Een lezing over “Betrokkenheid en apostolischzijn”, die ik hier op verzoek van de redactie van AYOmagazine heb getracht te reconstrueren. Het woord ‘lezing’ is misschien wat hoog gegrepen. Het is eigenlijk gewoon een beetje hardop denken wat ik hier doe, ongemakkelijke vragen stellen aan mezelf en aan anderen en dan kijken waar die vragen toe leiden. Tot nieuwe vragen, meestal. Over apostolischzijn, in dit geval. Wat is dat toch voor een woord, wat zit er allemaal aan betekenissen, duidelijke en onduidelijke, in verborgen? Ik begin met een kleine, maar welbekende anekdote. M’n dochter van 18 zit met een vriendin achter in de auto vrolijk te babbelen over van alles en nog wat. Plotseling gaat het gesprek over Kerk en God. “Geloof jij ergens in?” vraagt de vriendin. “Jazeker” antwoordt m’n dochter, “ik ben apostolisch”. “Wat is dat?”, vraagt de vriendin meteen. “Dat moet je maar aan m’n vader vragen”, zegt ze. Op dat moment schiet er een flits door m’n hoofd: “Jij apostolisch? Hoe kom je erbij! Je bent al in geen maanden in de dienst geweest. Je braadt de boter uit het leven, gaat van coffeeshop naar popconcert, met piercings in je lijf en een regenboog aan kleuren in je haar. Hoe kun je nou beweren dat je apostolisch bent?” Maar terwijl deze gedachten nog heftig nagalmen, schiet er meteen een andere flits door m’n hoofd, die me onmiddellijk terugfluit: “Hoho, vader! Hoe durf je dat te denken! Bepaal jij dan wat apostolisch is en wat niet? Weet je veel hoe ze denkt en hoe ze doet als ze alleen is, of als ze in een modderig tentje ligt tijdens een popconcert of als
ze pret maakt in een coffeeshop? Schaam je je niet om zo normerend en beperkend over apostolisch-zijn te denken?” Een heftige worsteling maakt zich van m’n gedachten meester. Is ze nou apostolisch of niet? Mag ik daar iets van vinden. Mag ik daar iets van zeggen? En doet dat er eigenlijk iets toe voor haar? Maar waar ik ook van opkijk, is dat het woord ‘apostolisch’ dus iets voor me betekent. Ik gebruik het, bewust of onbewust, net zoals ik woorden als ‘mooi’ en ‘groot’ en ‘lief’ gebruik, namelijk om het gedrag van een ander mee te beoordelen. Wil ik dat wel? Kan ik dat wel maken? M’n hoofd tolt ervan. “Wat ben je toch stil, pa” zegt m’n dochter ineens. Ik herinner me de uitdrukking van vroeger wel. Ik weet nog goed hoe het in de eredienst eens werd gezegd tegen een zuster die plotseling, op jonge leeftijd, weduwe was geworden en het ingrijpende verlies op een - althans uiterlijk - dappere en waardige manier droeg: “U bent een echte apostolische vrouw.” En ik voelde dat degeen die dat zei
«Wat ben je toch stil, pa» zegt m’n dochter ineens
vindt dat ieder dat toch maar op z’n eigen manier moet invullen, heeft zo’n uitdrukking dan nog wel inhoud en betekenis? Verliest het dan niet meteen zijn bruikbaarheid in het gesprek, verliest het dan niet zijn onderscheidend vermogen? In het declamatorium van 2001 staat een gedeelte dat klinkt als een antwoord, dat klinkt als een klok. U vindt het op blz. 39 en 40. “Apostolischzijn is een levensinstelling [...]. Je zou kunnen zeggen dat apostolischen zielsverwanten zijn. We vinden elkaar in het belang dat we hechten aan de gemeenschap die we met elkaar vormen, in het verbond met de Apostel en in ons gods- en mensbeeld. En toch is er een grote verscheidenheid van aanvoelen en zielsbeleven [...].Dit alles hoeft ons echter niet te verhinderen, ons met elkaar verbonden te voelen en onze apostolische identiteit herkenbaar te doen zijn.” daar een grote troost en bemoediging van uit wilde laten gaan. Of hoe tijdens een samenzijn waar het levensboek werd gesloten van een oudere broeder werd gezegd: “Hij was door-en-door apostolisch.” Wat heftig werd beaamd door de aanwezigen. Inderdaad, dat was hij. Maar wat (of wie) was hij dan? Wat zeg je eigenlijk als je zegt dat iemand door-en-door apostolisch was. Formeel zeg je natuurlijk niet meer (en niet minder) dan dat hij lid was van het Apostolisch Genootschap. Maar er spreekt ook iets anders uit, een gevoel, een zekere erkenning en waardering voor iemands stijl van leven, voor de kwaliteit van z’n menszijn, voor z’n inbreng in de gemeenschap - en daarbuiten. Het woord verwijst naar iets moois, iets wenselijks - maar ook naar iets heel vaags. Ik ken jonge mensen die al lang geleden ons Werk hebben verlaten, maar die desgevraagd nog steeds, zonder enige aarzeling, zeggen: “ik ben apostolisch - alleen ik kom niet meer in de dienst.” Ik wil wel eens proberen of het lukt dat begrip beter te omschrijven, te definiëren. Wat zeg je nu eigenlijk als je van iemand beweert: “die-en-die is nu echt apostolisch?” Het eerste wat bij me opkomt, is de vraag of je ook van iemand zou kunnen zeggen: “die-en-die is niet apostolisch.” Dat klinkt misschien raar, maar als zo’n woord geen tegenstelling heeft (in de zin van: je kan het wel wél zijn, maar niet níet, als u nog begrijpt wat ik bedoel) of als je
Kijk aan, ik heb dit bewuste stukje destijds zelf mogen zeggen en het lijkt een goed houvast te bieden. Klaarblijkelijk zijn er dus drie kenmerken, waaraan je apostolischzijn herkent: een bepaalde religieuze overtuiging, een bepaalde betrekking met de Apostel en een bepaalde betrekking met de gemeenschap. Laten we ze eens stuk voor stuk op de geest nemen, want ze lijken duidelijk genoeg om een definitie mee te kunnen formuleren. Maar zijn ze dat ook? Zijn ze alledrie noodzakelijk? Zijn ze alledrie even belangrijk? Zou je er een of twee van kunnen missen? * Onze religieuze overtuiging is een perspectief op het leven, een zingeving, die even duidelijk aanvoelt als moeilijk onder woorden te brengen is. Dat willen we ook niet graag, omdat we altijd bevreesd zijn dat zulke formuleringen gaan knellen. Onze overtuiging is een levende overtuiging die zich voortdurend ontwikkelt en die zich niet makkelijk in een korset van voorgeschreven uitspraken wringt. Een overtuiging die ieder op z’n eigen manier en in z’n eigen woorden moet kunnen vertellen. Zij heeft te maken met een beeld van God als een oerbron, als een “eeuwige, scheppende macht”. Als iets wat aanwezig is en op te merken is in het grootste en het kleinste om ons heen, in elk ander mens.
in mei het vervolg
shit, Straks heb ik ook nog jongste jeugd
yo-de zevende hemel
01.00-07.30 gelijk door naar de dienst
verhalen en
ervaringen
gezocht
M2 Grootz & meeslepend wil ik leven op mijn eigen vierkante meter
yo- m2
Hollandse luchten
Door Edwin
Ik stop aan de Maas. Een drukke parkeerplaats. Twee Duitsers en een mooie meid roken een dikke pretsigaret.
Het weer is prachtig. Ik rij richting Amsterdam. De lucht is zó Hollands, zó mooi. Ik voel me bevoorrecht. Het kriebelt, het borrelt, het vloeit. GAS! Het is de erwtensoep van gister. Toch wel fraai van de natuur dat je de geur van je eigen scheet niet vies vind. «Love is in the air» en ik zet de radio harder. Ik glimlach en denk aan de voorjaarsfilm bij uitstek “Y tu mama tambien”. “Het ruikt hier naar brood” is een running gag geworden bij ons thuis als iemand iets heeft laten vliegen. Banale grap uit een verder prachtige film. Tieners, strand en seks, maar dan Spaans en vreselijk mooi. http://www.moviemeter.nl
Ik stop aan de Maas. Een drukke parkeerplaats. Twee Duitsers en een mooie meid roken een dikke pretsigaret. Een (z)ware Hollandse lucht bereikt mijn neus. Nederwiet is de beste ter wereld. Vroegâ rookte ik uitheemse soorten als Zwarte Menalie en Burundi Gold en daar speelde ik ge-wel-dig gitaar op. Dacht ik. De hele avond twee akkoorden rammen en maar roepen “wow!”. Tegenwoordig drink ik spa en speel ik drie akkoorden meer. Genoeg voor een romantisch liedje op de gitaar in een zonovergoten Vondelpark. Mijn favoriet? Als je een gitaar hebt… klik hier http://www.ultimate-guitar.com/tabs/j/ james_taylor/youve_got_a_friend_crd.htm
Mijn Vondelpark. Daar riekt het inmiddels ook al naar Dure Smaakjes uit het quasihippe restaurant Vertigo.
Ik voel me rijk met dit Nederland, waar de voorjaarslucht weer zindert van liefde. Mijn Vondelpark. Daar riekt het inmiddels ook al naar Dure Smaakjes uit het quasihippe restaurant Vertigo. Zeg me: waar kan ik tegenwoordig nog terecht voor een heerlijke portie spruitjeslucht? Dat is not-done en verwijst naar een bekrompen Hollandse mentaliteit. Tegenwoordig ontkom je niet aan Döner, roti of Ethiopische Krokant Gebakken Krekels. www.insecteneten.nl Het wachten is op het eerste exotische restaurant dat Den Oud Hollandsche Stamppot weer op de kaart zet. Weg met de koriander! Leve de raapsteeltjes! http://www.raapstelen.nl Ik voel me rijk met dit Nederland, waar de voorjaarslucht weer zindert van liefde. Helaas is de norm ‘ver weg’. Vroeger moest je naar de kerk, tegenwoordig moet je met vakantie. En eerlijk is eerlijk: de Afrikaanse zonsondergang is fraai. De stranden van Thailand spectaculair. Toch verlang ik naar dat mooie Holland uit de gedichten, van de schilderijen, van de film (Allstars!) En misschien wel naar die uit mijn geheugen. Met stiekem van die Toots Tielemansmuziek erbij.
Holland in letters ‘Denkend aan Holland’ http://www.xs4all. nl/~ace/Literaria/Poem-Marsman1.html van Marsman kan me ontroeren en het landschap bestaat nog steeds.. Wijdsheid waarin je alles kunt vergeten en je weer laat zien hoe betrekkelijk alles is. Dat landschap, dat maakt iets in me los. Ik ben er deel van.
En wat te denken van november van JC Bloem’s November? http://nl.wikipedia.org/wiki/J.C._Bloem Altijd november, altijd regen en altijd dit lege hart. Altijd.
Het zegt mij zoveel als: na regen komt zonneschijn. En neen, ik ben niet altijd somber gestemd. Melancholie overvalt me van tijd tot tijd. De lucht is hier altijd zwanger van de liefde. In “Perenbomen bloeien wit” van Gerbrand Bakker http://www.gerbrandsdingetje.nl overperenbomen.aspx staat de volgende mutatie op November. M2 van de maand
Altijd augustus, altijd zon en altijd dit lege hart. Altijd. Okee, het mag dan op een rouwkaart staan, maar toch! Maak er april van en laat de liefde regenen. Het stond op de schutting in de tuin. Na een echtelijke ruzie is dit er van over.
yo-mensen gevraagd
Het Poverty Requiem Het Poverty Requiem betekent je stem gebruiken en zingen tegen armoede http://www.povertyrequiem.org/
... Mensen gevraagd om hun nek uit te steken Voor een andere tijd en een nieuwe moraal / Mensen om ijzer met handen te breken Ook al lijkt het ondoenlijk en paradoxaal ...
zaterdag 26 mei
Plezier, passie en kwaliteit samen ervaren. Inspireren en geïnspireerd worden. Geraakt worden omdat het gaat om belevenissen met inhoud
Het Requiem voor de Armoede Het klankstuk Het Requiem voor de Armoede bestaat uit vijf delen die zijn gescheiden door een rondo thema. In deze delen worden de verschillende manieren waarop armoede zijn uitwerking heeft op de mens, verklankt. Het lijden, de woede, de rouw, de humor en de hoop. Tussen de delen hoor je een terugkerend thema waarin de kracht om door te gaan en te overleven wordt uitgedrukt. De muziek van het Requiem is gecomponeerd door Peter Maissan. De tekst is geschreven door Sylvia Borren. Het Requiem is bedoeld voor een groot koor van een onbeperkt aantal zangers en zangeressen. Zij staan tijdens de uitvoering opgesteld in een kring en zijn gekleed in het wit. Binnen en buiten de kring staat het publiek. In het midden van de kring staat een verhoogd platform. Hierop staan het percussie ensemble, de dirigent en een geluidssysteem dat de stemmen van de solisten versterkt. Een van de solisten fietst binnen de kring, de ander fietst buiten de kring. Het voorbijgaan van een solist is voor de zangers een belangrijke instructie om een nieuwe passage uit te voeren. Op deze wijze ontstaat een natuurlijke verandering in tijd en ruimte in de verschillende klankbeelden. De opstelling van het koor en de kleur van de kleding geven het symbool van GCAP weer, de witte band die miljoenen mensen over de
wereld dragen. Dit is het symbool van de strijd tegen armoede en vóór het behalen van de millenniumdoelen. Democratisch muziek maken In het Requiem wordt het uitgangspunt van democratisch muziek maken gehanteerd. Niemand kan op basis van muzikale ervaring of muzikale kennis, leeftijd, geslacht of culturele achtergrond worden uitgesloten. De deelnemers bereiden zich voor met behulp van auditieve en visuele voorbeelden en instructies die op een website worden gepubliceerd. Het beheersen van het notenschrift is daarom ook niet noodzakelijk. Community Art Project Het Requiem is een vocaal werk dat een brug slaat tussen groepen met verschillende culturele achtergronden, tussen verschillende continenten en nationaliteiten. Omdat het Requiem kan worden uitgevoerd in elke sociale en culturele context, in kleinere en grotere bezettingen, met verschillende muzikale en andere artistieke elementen, kan het Requiem worden gezien als een community art project, waarin een balans wordt gecreëerd tussen amateurs en professionals en tussen artistieke performance en politieke boodschap. In het jaar 2000 beloofden de 189 lidstaten van de Verenigde Naties om
binnen vijftien jaar de armoede in de wereld flink terug te dringen. Die belofte is verwoord in acht millenniumdoelen. De organisatoren van de Global Call for Action against Poverty (GCAP), CIVICUS (de World Alliance for Citizen Participation) en de campagne Maak het Waar van OxfamNovib willen samen nationaal en internationaal actie voeren om op 07/07/07 de wereldleiders te attenderen op het feit dat de termijn voor de millenniumdoelen op dat moment half verstreken is. Zij willen het Requiem voor de Armoede daarbij inzetten.
Het Poverty Requiem is geschreven door Peter Maissan (PM Productie BV, muziek) en Sylvia Borren (Oxfam Novib, tekst). Het Poverty Requiem is een muzikaal manifest om nationaal en internationaal aandacht te vragen voor de Millenniumdoelen.
Op zaterdag 26 mei a.s. wordt op het Doelenplein te Rotterdam (buiten dus) een ‘Requiem voor de armen’ uitgevoerd met ongeveer 600 zangers. Op zaterdag 19 mei is er in de Doelen een repetitie van 13.00 - 18.00 uur. Op zaterdag 26 mei zijn dan er ‘s middags twee uitvoeringen met nog een repetitie vooraf. Er kunnen zich koren in z’n geheel opgeven maar ook individuele zangers kunnen zich inschrijven. Informatie is te verkrijgen op de site: www.povertyrequiem.org (daar is o.a. ook de muziek te downloaden.)
[1]
Yo-free software Door Frank
[2] [1] Irfanview | Een geweldig programma om foto’s mee te verkleinen. Echt een aanrader voor mensen die snel foto’s willen verkleinen om ze bijv. door te mailen of op het internet te plaatsen. [2] Adobe Acrobat reader | Een must have tegenwoordig. PDF bestanden zijn erg in opkomst en vele sites bieden ook PDF documenten aan. Je kunt de gratis versie gebruiken voor het lezen en printen van Pdf documenten. Hij is ook nodig om AYO-Magazine straks op je PC te bekijken.
[3]
[3] Hitman Pro | Een aantal programma’s gekoppeld in een pakket. Deze programma’s zorgen ervoor dat je computer weer helemaal virus, spam en spyware vrij wordt.
[4]
[4] Google Earth | Wil je iets vanuit de lucht bekijken? Download dan Google Earth. Er is zelfs de mogelijkheid om alle gebouwen op de kaart zichtbaar te maken door middel van Hotspots. [5] Screamer Radio | Screamer Radio is een programma om naar internetradio te luisteren. Het valt niet alleen op door de vele duizenden radiozenders die er voorgeprogrammeerd zijn, maar ook door de mogelijkheid om de audio van deze zenders op te nemen. Handig dus…
[5]
[6] [6] AVG antivirus | Een goede virus scanner is een must have voor elke computer. AVG biedt een goede oplossing, werkt net zo goed als Norton en is minder zwaar voor de pc. [7] Google Picasa | Een handig programma om je foto’s in categorieën te verdelen en albums te maken. Wanneer je een Gmail account hebt kun je ze ook gelijk mailen naar vrienden.
[7]
[8] Firefox | Ik zelf gebruik geen Internet Explorer meer maar ben helemaal overgestapt naar Firefox. Door de vele plugins die beschikbaar zijn, wordt het surfen op internet nog leuker en makkelijker.
[8]
[9] Limewire | Voor de mensen die te lui zijn om een cd te kopen en graag illegaal bezig zijn is Limewire een leuk programma. Het is overzichtelijk opgebouwd en met een paar klikjes ben je al muziek aan het downloaden. [10] Open Office | Vind je Microsoft Office te duur? probeer dan eens Open Office. Dit is een gratis systeem dat MS Office kan vervangen. De bestanden die je in Open Office maakt, zijn gewoon te openen in MS Office en andersom.
[9]
[10] http://www.irfanview.com/ http://www.adobe.com/nl/products/acrobat/readstep2.html http://www.hitmanpro.nl/hitmanpro/ http://earth.google.com/ http://www.screamer-radio.com/ http://free.grisoft.com/doc/2/lng/us/tpl/v5 http://picasa.google.com/ www.mozilla.com www.limewire.com http://nl.openoffice.org/
Yo-genda-de rest van de maand
AP-genda APRIL 21 april: landelijke voorgangersdag 21 april: landelijke dag jongste jeugd 21 april: viering verjaardag Apostel
bios-genda 26 april Epic Movie Na horror in Scary Movie en Romkom Date Movie, zijn nu de grote fantasy en avonturenfilms aan de beurt voor een hilarische parodie. 26 april Next Sci-fi thriller waarin Nicolas Cage in de toekomst kan kijken en kiezen moet tussen het redden van de wereld of de vrouw van wie hij houdt. 1 mei Spider-Man 3 In deze derde film over Spider-Man komt de superheld het kwaad dat hij altijd heeft bestreden in zichzelf tegen...
10 mei The Namesake Familiedrama over Gogol, zoon van Indiase immigranten, die een plaats probeert te vinden in het moderne New York ondanks zijn traditionele ouders. 16 mei Haaibaai (Shark Bait) Computeranimatiefilm waarin het visje Pi zijn thuis en de liefde van zijn leven moet redden van een gemene haai.
AYO-TIP
muzee-genda De Grote Huismus Tentoonstelling t/m 13 mei: Met als topstuk de opgezette “Domino mus”. het Natuurhistorisch Museum Rotterdam Need you, deWillem3, Oranjestraat 4, Vlissingen dinsdag t/m zondag 12.00 - 17.00. t/m 06 mei: Joanneke Meester presenteert de installatie ‘Need you’. We zien een aluminiumframe met ‘kamers’ ingericht met meubels op kinderformaat. De kamers zijn van elkaar gescheiden door transparant plastic. Er hangen aan lange slurven, navelstrengen, hulpeloze ‘poppen’ met verwrongen ledematen, soms deels in verband gewikkeld. Je zou je vrij moeten kunnen maken van manipulatie. Voor deze wezens brengt wellicht het moment van sterven pas de langverwachte vrijheid?? De lichtbakken onthullen echter wat zich afspeelt. Wij zijn getuige. Zijn wij ook in staat om ruimte te scheppen voor vrijheid? Is er hoop?
thea-genda De grote oorlog, Hotel Modern, 17 april Rotterdamse Schouwburg Hotel Modern maakt voorstellingen waarin toneel, beeldende kunst, objecttheater en muziek als gelijkwaardige componenten worden samengesmeed. Op het toneel wordt een live-animatiefilm gemaakt over de Eerste Wereldoorlog.
Bente Kahan & Klezmerorkest Di Gojim Jiddische chansons, 21 april Stadsschouwburg Leeuwarden Het verhaal van de Joodse odyssee van de familie Kahan over het Europese continent wordt verteld, verpakt in een subtiel gearrangeerde liederencyclus. De familiestamboom, die teruggaat tot het Spanje van de 13e eeuw, noemt zelfs de beroemde Praagse rabbi Loew uit de Golemmythe als ver familielid. Een diep geïnspireerde voorstelling, waarin goed te beluisteren valt hoe joodse en lokale muziek elkaar hebben beïnvloed.
uit-genda De Kluis, Nationale Oorlogsschatkamer WO II, 21 april, Slavante 1, Maastricht. Aan de grote Van Schaiktunnel in de Sint Pietersberg ligt Rijksbewaarplaats nr. 9. Beter bekend als De Kluis. Deze ruimte heeft van 1942 tot 1945 onderdak geboden aan een groot deel van de Nederlandse kunstschatten. Ongeveer 780 kunstschatten zijn hierheen gebracht waaronder De Stier van Potter en het Straatje van Vermeer en niet te vergeten De Nachtwacht van Rembrandt. De gidsen nemen u mee naar deze bijzondere plek en vertellen u meer aan de hand van anekdotes van zowel bezetter als het verzet.
Vanaf 1 april : De Vliegende Hollander dit is ook de dag dat de Efteling haar poorten opent voor jullie. Dus wie durft? Ga aan boord, maar kijk uit... Ontsnap aan de vloek van het Spookschip. De Vliegende Hollander heeft, met 11 sloepen voor elk 14 personen, een capaciteit van ± 1900 personen per uur en de vaartijd bedraagt 3,43 minuten. De toren is maar liefst 22,5 meter hoog en heeft een lift van 45°! De totale oppervlakte bedraagt 17.000 m2 en de lengte van de coaster is 420 meter waar je met een snelheid van ruim 70 kilometer per uur overheen raast. Er spelen heel wat G-krachten tijdens de rit: maximaal 2G (2x je eigen lichaamsgewicht) en minimaal 0,2G (bijna gewichtsloos).
yo-enthousiast
Ali Bouali
Ali Bouali (Ali B) is op 16-10-1981 in Zaanstad geboren. Op tweejarige leeftijd verhuist hij naar Amsterdam, daar maakt hij kennis met hiphop. Ali is niet de jongen van de computerspelletjes, hij hangt het liefst dagenlang op straat. Samen met zijn neef zwerft hij door de buurt en vermaakt hij zijn vrienden met verhalen en grappen. Door Osdorp Posse raakt hij bekend met de hiphop. Hij leert de rhymes van de nummers van Osdorp Posse uit zijn hoofd en ontwikkelt zo een nieuw talent: rappen. Ontwikkelen: Ali begint zijn eigen teksten te schrijven. Dat slaat aan bij de jongens uit de buurt waardoor hij gemotiveerd raakt door te gaan. Op zijn veertiende verhuist hij naar Almere. Daar heeft hij zijn eerste echte optreden voor maar liefst 400 mensen. Het publiek is enthousiast
en Ali weet dat dit het begin is van iets moois. Onder de naam Ali B, een verwijzing naar de manier waarop criminele Marokkanen in de pers worden aangegeven, treedt hij op. Zijn roem is snel stijgende, iedereen heeft het over ‘die lijpe Mocro’ of ‘Ali Baba’, zoals Ali B ook wel wordt genoemd, met zijn drukke, energieke optredens. In 2002 wordt hij genomineerd voor de Grote Prijs van Nederland. Die nominatie heeft hij te danken aan het feit dat hij één van de weinigen in Nederland is die Hip Hop en komedie zo goed weet te combineren. Hij verliest de finale ternauwernood van zangeres Corey, maar zijn naam is gevestigd. Het maakt hem niet uit waar hij moet optreden zolang hij zijn boodschap maar kan overbrengen en de mensen aan het lachen kan maken. Na ‘Waar gaat dit heen’, besluit hij samen
met zijn management een eigen label te starten. Zijn debuutalbum ‘Ali B vertelt het leven van de straat’ scoort erg goed en Ali begint een gelijknamige theatertour. Tijdens deze cabaretvoorstelling neemt hij het publiek mee naar de multiculturele straten van Nederland. 2004 is hét jaar van Ali B. Hij treedt maar liefst zes keer op in een uitverkochte Kuip tijdens de ‘Zien’ tour van Borsato. Hij scoort een nummer één hit met Marco Borsato met het nummer “Wat zou je doen”. Hij sleept de ene prijs na de andere prijs in de wacht. Zo heeft hij een Essent Award, de Megaward, een Zilveren Harp, de Popprijs, Dutch Urban Award en twee Mobo awards en een TMF Award gewonnen.
AYO-MAGAZINE #01 Yo-colofon
vormgeving, text, fotografie, art direction, uitgever, eindredactie, hoofdredactie
Karin Monique aan dit nummer van AYO MAGAZINE #01 werkten mee:
Rob Ed Edwin Bart
Daan Ali Frank Peter Reinier
Marije Hans Ton
Eric
Intellectueel Eigendomsrecht Alle auteursrechten en andere intellectuele eigendomsrechten op de teksten en afbeeldingen in dit magazine zijn eigendom van AYOPlaza of zijn opgenomen met toestemming van de betreffende eigenaar. Geen enkele reproductie van welk deel van het magazine dan ook, mag door u worden verkocht, worden veranderd of worden opgenomen in enig ander werk of andere publicatie, hetzij in de vorm van een afdruk, hetzij in elektronische vorm, met inbegrip van het versturen ervan naar een andere site, het opnemen ervan in een andere site (“framing”) of het koppelen van andere sites aan deze site, tenzij hiertoe vooraf schriftelijk toestemming is verleend. Alle op deze site afgebeelde merken zijn eigendom van of worden onder licentie gebruikt door AYOPlaza.
het volgend nummer van AYO-magazine verschijnt op 14 mei. reacties of suggesties kunt u sturen naar
[email protected]
«Love is in the Air»