Workshop opleiding op leeftijd’ Margreet Verbeek en Tineke Feenstra
Workshop ‘opleiding op leeftijd’ • Werken aan een gezonde toekomst • Kom in beweging!
2
Wat gaan we doen? • WORKSHOP 1 • Ontvangst
WORKSHOP 2 Ontvangst
• Toelichting op het programma programma en kennismaking
Toelichting op het en ervaringen PersonalWorkabilityScan
• Presentatie • Intentie om te leren
Presentatie De mens als geheel
• Keuzes maken –zelfreflectie-doen!
Gesprek over opleiding,
• Ervaringen met gesprek over opleiden
En verder?
Na workshop 1 een opdracht doen, is voorbereiding op workshop 2 3
Noodzaak tot ontwikkeling en opleiding in elke levensfase! -
Door technologische ontwikkelingen en veranderingen, die zich binnen organisaties afspelen worden andere en hogere eisen gesteld aan kennis en vaardigheden;
-
Het nut van opleiding en scholing: Richtlijnen vakbekwaamheid; Aansluiting bij organisatieveranderingen.
-
Je bent zelf verantwoordelijk voor je werk en je werkgever kan je hierbij helpen; maar je moet zelf in actie komen…… 4
Voordelen van investeren in lager opgeleiden • Toename productiviteit, • Beter opgewassen tegen concurrentie: inspelen op veranderingen en kwaliteit van werk beter; • Beter gemotiveerd personeel: mondiger, meer zelfvertrouwen; • Een goed imago als werkgever:makkelijker werving van personeel • Personeel meer flexibel inzetbaar: breder inzetbaar, beter kansen bij re-integratie; • Meer betrokkenheid organisatie: minder verloop en lager verzuim; 5
Jouw omgeving van het leren •
Ervaar je steun van jouw omgeving in je werk?
•
Van je collega's of je leidinggevende?
•
Vinden je partner of vrienden het belangrijk dat je iets aan scholing gaat doen?
•
Denk je wel eens na over je toekomst en welke scholing je zou kunnen volgen?
•
Maak je weleens plannen en bespreek je deze ook met iemand…?
•
Heb je vertrouwen in jezelf als het gaat om het volgen en afronden van een scholing?
6
Wat houdt de werknemer misschien tegen? NIET KUNNEN NIET DURVEN Vroeger slechte ervaring op school; Van school gegaan omdat het niet leuk was; Liever geld verdienen; Weinig zelfvertrouwen als het om scholing gaat. 7
Ongunstige werktijden; Geen energie meer om te leren na het werk; Financiële problemen; Onvoldoende kunnen lezen En schrijven;
Wat houdt de werknemer misschien tegen? NIET WILLEN Medewerkers voelen zich niet betrokken bij het bedrijf; Weinig steun van het thuisfront; Niet geïnteresseerd in scholing, alleen op zoek naar veiligheid; Niet fit voelen voor het volgen van een opleiding. 8
NIET WETEN Weten niet waarom scholing nodig is; Scholing en opleiding is niet leuk Niet vragen om extra begeleiding als dat nodig is; Denken dat leren uitzonderlijk is.
Strategieën voor effectief leren • Directe link tussen de leerstof en de toepassing; hoe kleiner de afstand van de leerstof tot de werkvloer, hoe groter de kans dat de werknemer het leren leuk vindt; • Organisatie van het leren laten aansluiten bij de doelgroep; • Zorgen dat de werknemer voldoende basisvaardigheden heeft om de scholing te kunnen volgen; • Goed leerbegeleiders, opleiders en mentoren selecteren; • Aantrekkelijke en effectieve didactische hulpmiddelen; • Een lerende cultuur creëren zodat werknemers elke dag van elkaar kunnen leren. 9
Organisatie van het leren • • • • • • • • • • • 10
Leren in de praktijk; Korte termijn doelen; Geen uitzonderingspositie creëren; Scholing in werktijd; Succeservaring organiseren; Geen uitstel na beslissing; Materiaal uit bedrijf; Veilige leeromgeving; Groepsaanpak; Manier van examineren; Certificaat, bonus, extra aandacht.
Aandachtspunten voor direct leidinggevenden • Werken aan vertrouwensband met medewerker; • Werknemer positief benaderen; • Werknemers leren met belemmeringen om te gaan; • Gelegenheid geven stoom af te blazen; • Prikkelende vragen stellen; • Principes van ‘self-fullfilling prophecy’ weten; • Rekening houden met problematiek van lezen, rekenen, schrijven; • Weten wat de mogelijkheden zijn. (CAO en bedrijfspecifiek)
11
Aandacht voor de belemmerende factoren Niet weten: Niet durven:
Niet kunnen:
Niet willen:
12
verduidelijken van de scholingsnoodzaak; helpen bij het zoeken van de juiste opleiding. helpen psychologische barrières te overwinnen met betrekking tot het leren; zelfvertrouwen versterken ; ook tijdens de opleiding; bespreekbaar maken van de tekorten op aan basisvaardigheden en hulp aanbieden; helpen bij het regelen van flexibele werkuren; achterhalen van de beleving van de werknemer en zijn sociale omgeving; bevorderen van de betrokkenheid bij het bedrijf; extra begeleiding inschakelen
Hoe is de relatie van de werknemer met zijn werk? • De Personal Workability Scan spiegelt de relatie van de werknemer met het werk; • Een goede relatie op de psychosociale factoren geeft een gemotiveerde productieve medewerker. • Een werknemer is ook meer tevreden als zijn financieel juridische zaken goed geregeld zijn; • Een vitale werknemer is de basis van de eigen duurzame inzetbaarheid: • Opleiding en professionele ontwikkeling is succesvol als zij aansluit bij de wil en de energie van de werknemer zelf. 13
Gezonde en duurzame inzetbaarheid •
U wilt u medewerkers behouden en uw medewerkers willen vitaal en gemotiveerd aan het werk;
•
Met oog voor de psycho-sociale factoren; financieel juridische factoren;
•
Met mogelijkheid tot employability en mobiliteit;
•
Medewerkers die gezond en vitaal in het leven staan! 14
Visie Personal Workability Scan
Relatie Werk en Werknemer Werknemer
Werk
vitaliteit psychosociaal
financieel juridisch employability mobiliteit
15
Duurzame en gezonde ’FIT’ tussen werk en werknemer wordt bepaald door de belangrijke factoren: – Psychosociaal – Financieel juridisch – Employability en Mobiliteit – Vitaliteit (WAI)
Psychosociale factoren P s y c h o s o c ia le fa c to re n
a r b e id s in h o u d e n o r g a n i s a t ie v a n h e t w e r k
F L O W
W e r k o m s t a n d ig h e d e n
C u l t u u r e n w e r k s fe e r
L e v e n s d o e l e n p a s s ie
B a la n s w e r k e n p r iv e W a a rd e n In n o v a t i v i t e i t
16
Financieel Juridische Factoren • Goede afspraken over de arbeidsvoorwaarden bevorderen de motivatie tot werk; • Inzicht in de financiële situatie bevordert de onderhandeling over voorwaarden in het werk! – Primaire voorwaarden – Secundaire (flexibele) voorwaarden – Financiële situatie – Aanwezigheid financiële voorwaarden. 17
Employability en Mobiliteit factoren Professionele status – Inzicht werkgever – Inzicht werknemer Professionele ontwikkeling – Interesse binnen de organisatie – Interesse buiten de organisatie Arbeidsmobiliteit – Motivatie werknemer – Inspanning werkgever Scholing, coaching,en persoonlijke ontwikkeling – Match scholing – Bereidheid werknemer – Investering werkgever – Autonomie, keuze coaching 18
Vitaliteit factoren Iemand, die een goede mentale en fysieke gezondheid heeft is in staat duurzaam te werken; Hoe vitaal is de werknemer? – Fysieke en mentale fitheid – Gezondheid – Toekomstverwachting
19
Luisteren naar de werknemer! De effectieve dialoog • • • • • • •
Plan een gesprek (van 1,5 u) met de werknemer over wensen ten aanzien van opleiding en professionele ontwikkeling; Wees bewust van de belemmeringen van de ontwikkeling (niet kunnen, niet weten, niet willen, niet durven); Bespreek de relatie van de medewerker met zijn werk en waar zijn energie zit. (Personal Workability Scan); Bepaal samen de mogelijkheden tot opleiding, (binnen het werk , andere functie). Maak een plan! Vraag assistentie van P&O voor de uitvoering en financiën (regels CAO en Bedrijf). ACTIE!
20
• De drama driehoek
21
Mag ik aan u voorstellen De Redder
De Aanklager
Het Slachtoffer 22
Beschuldigend Arrogant
De Aanklager
Beschuldigend
Medelijden wekkend Hulpeloos houdende hulp
Irritatie
Het Slachtoffer 23
De Redder
Het favoriete spelletje De Aanklager image here
•nu heb ik je ellendeling •als jij er niet was •schoonheidsfout •jij ook altijd
•verkrachtertje •in de hoek drukken •kijk eens wat je mij aandoet
De Redder image here
•graag gedaan hoor •ik probeer je alleen maar te helpen •waarom doe je niet ………. •wat zou je zonder mij moeten …..
•ze zullen blij zijn dat ze mij……… •ik zal eens laten zien hoe goed ik ben •psychiatrie
Het Slachtoffer •calimero •ik kan er niets aandoen •raad maar •u bent geweldig dokter
•arme ik •is het niet vreselijk •ja maar …………… •mijn naam is haas
Waarom leidt dit tot drama Ik ben oké Jij bent niet oké
Ik ben niet oké Jij bent niet oké
25
Ik ben oké Ik ben niet oké
Maar wat lijkt dan toch de winst Voor de aanklager
Voor de redder
•treft hem/haar geen blaam •is zelf niet verantwoordelijk •voelt zich beter dan de ander •houdt anderen op afstand (intimiteit)
•maakt zichzelf belangrijk •maakt anderen afhankelijk •hoeft niet bij zichzelf te leven •kan laten zien hoe goed hij/zij is
Voor het slachtoffer •hoeft niet na te denken •hoeft ook niet te kiezen •heeft geen verantwoordelijkheid •er wordt voor hem/haar gezorgd 26
De dramadriehoek houdt in, dat we • Niet op een gelijkwaardige manier communiceren • De ander een (negatieve) persoonlijk waarde toekennen • De ander zijn/haar persoonlijke groei in de weg staan • De ander niet werkelijk op zijn/haar verantwoording aanspreken • Door ‘mee te doen’ de ander in een van deze rollen manoeuvreren 27
Hoe blijven we uit de dramadriehoek • Door hem te signaleren, te letten op wat en hoe je iets zegt • Stel volwassen vragen en geef volwassen antwoord • Laat je niet uitnodigen tot dit rollenspel, ga na wat de ander echt wil en/of behoefte aan heeft en reageer hier volwassen op • Reageer positief en stimuleer ieder zijn verantwoordelijkheid te nemen • Spendeer geen tijd aan roddelen of “ tactisch” gedrag, wel aan hetgeen je bereiken wilt • Overdrijf niet over jezelf dit lokt de ander uit
28
Hoe blijven we uit de dramadriehoek •
Doe geen dingen voor iemand die dat best zelf kan
•
Wees eerlijk tegenover de ander in je uitingen
•
Heb respect voor de ander en spreek mensen aan op hun gedrag en niet op de persoon als het een negatieve eigenschap betreft
•
Spaar geen zegeltjes, bespreek ergernissen direct met betrokken uit
•
Zorg voor het juiste adres, spreek rechtstreeks met betrokkenen
•
Jij bent oké en hij/zij is oké
29
Succesfactoren in een gesprek
30
Vier succesfactoren
1. Eigen factoren 2. Je relatie met de ander 3. Je kennis en kunde 4. Placebo-factoren
31
1. Eigen factoren
• Eigen kracht, kwaliteiten en • talenten; • Effectief denken en gedrag • Steun uit de omgeving.
32
2. Je relatie met de ander
• Wat je zegt en doet moet • Afgestemd zijn op de verwachtingen • van de ander.
33
3. Alles wat je weet en kunt
• De beste interventie is altijd volledig afgestemd op de belevingswereld en • veranderingsfase van de ander.
34
4. Placebo-factoren
• De hoop en verwachting van de ander om door jou geholpen te worden. • Jouw professionele geloofwaardigheid. • Jouw geloof in de mogelijkheden van mensen en in verandering. 35
Effect factoren in communicatie • Lichaamstaal • Stemtoon • Woorden • De betekenis van je • communicatie is de • reactie van de ander.
36
Zeven vaardigheden 1. Bekrachtigen en aanmoedigen van de eigen factoren van de ander (effectief denken en gedrag) met authentiek complimenteren, echoën en parafraseren. Werken aan een sterk bondgenootsch 2. Leiden vanaf één stap achter de ander. 3. Werken als een blanco beginneling. “Ik weet het niet. – Ik begrijp het niet.” 4. Belangstellend, respectvol en empathisch luisteren en spreken.
37
5. Onvoorwaardelijk accepteren van de waarnemingen, belevingswereld, normen, waarden, ideeën, idealen en opvattingen van de ander. Deze als superieur beschouwen aan die van jezelf. 6. Doorvragen en informatie zintuigspecifiek interactioneel concretiseren, specificeren, differentiëren, articuleren en uitbreiden. 7. Geven van adequate suggesties en taken. • Simpel werkt het best. • Afgestemd, logisch, concreet en praktisch. • Langzaam gaan, stap voor stap van klein naar groot. 38
Zeven valkuilen 1. Onvoldoende benutten van de vier oplossingsgerichte succesfactoren. 2. 3. 4. 5. 6.
Oordelen en de ander gezichtsverlies laten lijden. De deskundige uithangen en adviseren. Confronteren. Bedrijven van analyse en diagnostiek Onvoldoende in de huid van de ander kruipen en onvoldoende afstemmen. 7. Niet kritisch zijn naar jezelf. 39