Woordenschat groep 4
les 1
1. Remco gaf een optreden. Hij zong het lied: “Hier is mijn huis” Hij is een …………. a. Zeeman b. Artiest c. Meester d. Schilder Remco zingt over “Vroeger was hier de zee” Bij Lelystad ligt de Batavia. Dit is een heel groot zeilschip wat ze precies hebben nagebouwd. Zo weten we hoe de echte Batavia er vroeger uitzag. 2. Wat is een ander woord voor zeeman? a. Matroos b. Schilder c. Timmerman d. Piloot 3. De Batavia heeft een grote mast. Wat past het best bij mast: a. rolstoel b. vliegtuig c. Vrachtauto d. Zeilboot 4. Het kraaien nest zit in de top van de mast. Wat past het best bij top? a. Dom b. Droog c. Hol d. Hoog 5. De reis van de Batavia was spannend. Wat is het tegengestelde van spannend? a. druk b. fout c. leuk d. saai
6. Op de Batavia was weinig te eten. Als je weinig eet, wordt je erg slank en dun. Wat is het tegengestelde van slank? a. Dik b. Lang
c. Recht d. Schoon 7. Als je meeging op reis met de Batavia dan was je een hele lange tijd van huis. Je moest afscheid nemen van je familie. Wat past het best bij afscheid nemen? a. teruggaan b. verdwalen c. vertrekken d. wegsturen 8. Een zeeman kan zich wel eens rot voelen. Hij mist zijn familie. Wat is het tegengestelde van je rot voelen. a. je fijn voelen b. je moe voelen c. je mooi voelen d. je sterk voelen 9. Tijdens een lange reis met de Batavia konden ze niet veel vers eten en fruit meenemen. Dat zou snel gaan bederven. Al snel was de bemanning niet meer gezond. Ze kregen scheurbuik. Wat is het tegengestelde van gezond: a. Dun b. Slap c. Sloom d. Ziek 10.Natuurlijk moesten ze wel op de Batavia een voorraad aan eten meenemen. Want ze konden niet even bij de winkel langs. Wat is een voorraad? a. Een tip die je van iemand krijgt. b. Een wiel van je fiets. c. Iets waar honing in zit. d. Iets wat je bewaard voor later.
Les 2 1. Cornelis Lely heeft het plan van de inpoldering bedacht. Eigenlijk was hij een soort uitvinder. Een uitvinder is iemand die ….. a. Iets heel zeker weet.
b. Iets voor anderen verbergt. c. Iets voor het eerst heeft bedacht. d. Iets zoekt dat hij is kwijtgeraakt. 2. Waar gaat het bij inpolderen vooral om? a. Het kunnen bouwen van een nieuwe school. b. Het droogleggen van land, door het water van de zee weg te pompen. c. Het bouwen van huizen. d. Het bouwen van windmolens.
Lees de tekst over de dijken.
Dijken 1.Dijken beschermen ons tegen het buitenwater, zoals bij ons het IJsselmeer. Deze dijk van Urk naar Lemmer, heet de Lemsterdijk. 2.Er zijn nog meer plekken in Nederland waar dijken zijn. 3.Zij beschermen ons tegen het water van bijvoorbeeld het Markermeer, IJmeer en de randmeren. Waarom bouwen we dijken? 4.Een dijk moet ervoor zorgen dat de zee het land niet overstroomt en dat het land achter de dijk droog blijft. 5.Het land wat vroeger zee was. 6.Een dijk moet daarom hoog zijn. Hoger dan het water komt. 7.Een dijk moet ook stevig zijn. 8.Hij mag niet bij de eerste de beste storm breken. 9.Daarom moet een dijk van goed materiaal gemaakt worden. 10.Hij moet ons beschermen tegen de golven en kruiend ijs. 11.Vroeger werden dijken gemaakt met behulp van zeegras ("wier"), rijshout, houten palen, natuursteen en soms baksteen. 12.Tegenwoordig worden vaak betonblokken, betonzuilen en asfalt gebruikt.
3. Lees zin 1. Tegen welk water beschermt de Lemsterdijk ons? a. De Noordzee b. Markermeer c. IJmeer
d. IJsselmeer 4. Lees zin 1. Hoe heet de dijk van Urk naar Lemmer? a. De Kamperdijk b. De afsluitdijk c. De oude dijk d. De Lemsterdijk 5. Waarom zijn er dijken gebouwd? a. Om gezellig langs te wandelen. b. Om te zorgen dat het land niet overstroomt en het land achter de dijk droogt blijft. c. Om op te kunnen vliegeren. d. Om met de slee vanaf te glijden. 6. Lees zin 5: “Het land wat vroeger zee was”. Wat betekent deze zin? ………………………………………………………………………………………… ……………………………… ………………………………………………………………………………………… ……………………………… ………………………………………………………………………………………… ……………………………… 7. Lees zin 6. Waarom moeten dijken hoog zijn? a. Zodat je een mooi uitzicht hebt over het water. b. Om ervoor te zorgen dat de golven niet over de dijk komen en het land niet overstroomt. c. Om veel wind te vangen met je jas, als het stormt. d. Om je goed achter te verstoppen. 8. Lees zin 7. Waarom moet een dijk stevig gebouwd zijn? ………………………………………………………………………………………… ……………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………….. ………………………………………………………………………………………… ……………………………..
9. Lees zin 10. ”Hij moet ons beschermen tegen de golven en kruiend ijs”. Wie is hij? a. De sluiswachter b. Het IJsselmeer c. De dijk d. De betonblokken 10. Lees zin 11 en 12 Wat is waar? a. Dijken van nu worden gemaakt van zeegras. b. Zeewier en zeegras is niet hetzelfde. c. Betonblokken, betonzuilen en asfalt worden nu gebruikt om dijken mee te bouwen. d. Betonblokken, betonzuilen en asfalt werden vroeger gebruikt om dijken mee te bouwen.
Teken wat je het liefste doet op de Lemsterdijk.
Les 3 Muskusrattenbestrijding
1.Er was eens een Tsjechische graaf, die meer dan 100 jaar geleden een jachtreis maakte door Alaska. 2. Hij nam vijf muskusratten mee uit Alaska naar Europa. 3. Hij stopte ze in een visvijver in zijn tuin. Ze bleven keurig in de visvijver, zonder te ontsnappen. 4. Wat de Graaf niet wist is dat Muskusratten heel goed kunnen graven. 5. Tien jaar later werden er in het gebied rond het huis van de graaf ongeveer twee miljoen muskusratten geteld. 6. Europa had er een nieuwe diersoort bij: de muskusrat. 7.De muskusrat is een knaagdier en hoort tot de familie van woelmuizen. 8. Een volwassen muskusrat kan 25 tot 40 centimeter lang zijn maar tel daar dan nog de staart bij op. 9. Die kan tussen de 19 en 28 centimeter worden en is aan de zijkanten plat. 10. De muskusrat is een stuk groter dan de meeste ratten.
11.De muskusrat is bijna altijd in de buurt van water te vinden en is een planteneter. 12. Hij graaft zijn hol in begroeide oeverkanten. Langs de rand van het water. 13. De in- en uitgangen zijn meestal nooit te zien, die liggen onder water. 14. Een vrouwtje kan tussen april en november elke 28 dagen een nest jongen werpen maar meestal zijn het één tot drie worpen per jaar. 15. Na een draagtijd van 25 tot 30 dagen worden één tot elf jongen geboren. 16. De muskusrat wordt niet ouder dan tien jaar in gevangenschap en in het wild ongeveer drie jaar. 17. Omdat de muskusrat graag gangen en holen graaft in dijken, is het beestje een bedreiging voor onze veiligheid. 18. Daarom wordt veel moeite gedaan om de ratten te vangen. 19. In Nederland zijn meer dan 350 muskusrattenbestrijders bezig met het bestrijden van de muskusrat. 20. In 2006 zijn er in Flevoland ongeveer 4300 muskusratten gevangen.