Datum: Ons kenmerk: Afdeling: Contactpersoon: Uw brief van: Uw kenmerk: Onderwerp:
De heer P.C. Schultink De heer A.J. de Leeuw
WMO-Samenleving A. Bok 21 november 2012 Beantwoording vragen Wmo
Datum verzending:
Mijne heren, Op 21 november 2012 heeft u ons, op grond van artikel 41 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel 2011, schriftelijke vragen gesteld over de ombuigingen en de doorgevoerde bezuinigingen met betrekking tot de verstrekking van de individuele Wmo-voorzieningen. Hieronder treft u de antwoorden aan op de door u gestelde vragen. Hierbij wordt opgemerkt dat de cijfers van 2012 het gehele jaar 2012 betreffen en niet zoals door u gevraagd de cijfers van het eerste halfjaar 2012. Beantwoording van de vragen. 1. Hoeveel aanvragen van burgers voor een individuele Wmo-voorziening heeft de gemeente ontvangen in resp. 2010, 2011 en het eerste halfjaar van 2012? Kunt u dit voor deze periodes specificeren naar aanvragen voor resp. een persoonsgebonden budget, hulp bij het huishouden, een woonvoorziening, een (sport)rolstoel, een scootmobiel of een aangepaste fiets? Tabel 1
Vervoersvoorzieningen
2010
2011
2012
Aanvragen totaal Aanvragen taxikosten Aanvragen scootmobielen
252 112 43
189 118 23
205 140 31
Woonvoorzieningen
2010
2011
2012
452 8
351 6
299 4
2010
2011
2012
146
132
76
2010
2011
2012
166 22
176 11
153 10
Aanvragen totaal Aanvragen verhuiskostenvergoeding
Rolstoelvoorzieningen Aanvragen totaal
Hulp bij het Huishouden Aanvragen totaal PGB
Het totaal aantal aanvragen vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen is in 2011 aanzienlijk gedaald ten opzicht van het jaar ervoor. De invoering van de eigen bijdrage regeling voor alle individuele voorzieningen (met uitzondering van de rolstoelen en voor kinderen die jonger zijn dan
18 jaar) zal hiertoe mede hebben bijgedragen. Overigens werden er voor diverse voorzieningen reeds lang voor 1 januari 2011 eigen bijdragen geheven. Dit is per 1 januari 2011 binnen de wettelijke mogelijkheden maximaal uitgebreid. Verder wordt per 1 januari 2011slechts bij hoge uitzondering, als er sprake is van een medische of sociale noodzaak, een vergoeding verstrekt voor het gebruik van de eigen auto. Daarnaast is met ingang van 1 januari 2011 een vermogensgrens ingevoerd. Dit was een uitwerking van de compensatieplicht in de Wmo. Boven een bepaald bedrag (ongeveer € 50.000,00) was in de Wmo verordening opgenomen dat er dan geen aanspraak was op een vergoeding krachtens de Wmo. Dit leidde er in veel gevallen toe dat werd afgezien van het indienen van een aanvraag. Deze vermogensgrens is in 2012 weer buiten werking gesteld naar aanleiding van jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep. De sterke daling in 2012 van het aantal aanvragen voor een rolstoel laat zich niet verklaren door een bepaalde beleidswijziging aangezien daarvan geen sprake was. Het aantal gebruikers is in 2012 overigens gelijk gebleven. 2. Hoeveel aanvragen voor individuele Wmo-voorzieningen zijn in resp. 2010, 2011 en het eerste halfjaar van 2012 toegewezen? Graag zo veel mogelijk dit voor deze periodes specificeren naar de in vraag 1 genoemde categorieën. Tabel 2
Vervoersvoorzieningen
2010
2011
2012
Toekenningen totaal Toekenningen taxikosten Toekenningen scootmobielen
195 71 36
133 73 20
182 119 29
2010
2011
2012
415 6
325 5
286 3
2010
2011
2012
135
122
74
2010
2011
2012
150 20
170 10
152 10
Woonvoorzieningen Toekenningen totaal Toekenningen verhuiskostenvergoeding
Rolstoelvoorzieningen Toekenningen totaal
Hulp bij het Huishouden Toekenningen totaal Toekenningen PGB
2/7
3. Welke bedragen waren hier in de genoemde periodes mee gemoeid, gespecificeerd naar de in vraag 1 genoemde categorieën? Voor de jaren 2010, 2011 en 2012 zijn de hieronder genoemde bedragen voor de diverse onderdelen binnen de Wmo het volgende uitgegeven. Dit betreft dus bestaande en nieuwe klanten. Tabel 3
Vervoersvoorzieningen Totale uitgaven taxikosten scootmobielen
2010 € € €
Woonvoorzieningen Totale uitgaven Verhuiskostenvergoeding
Hulp bij het Huishouden Totale uitgaven PGB
2011 € € €
2010 € €
Rolstoelvoorzieningen Totale uitgaven
758.396 251.980 282.331
632.463 9.452
359.246
2012 € € €
2011 € €
2010 €
661.192 257.583 247.458
362.321 14.353
2012 € €
2011 €
373.200
602.000 265.000 230.000
260.285 3.000
2012 €
365.000
2010
2011
2012
€ 2.168.993 € 232.516
€ 2.224.083 € 212.556
€ 2.320.000 € 181.000
Het bedrag in 2010 ad € 632.463,00 voor woonvoorzieningen valt te verklaren uit het feit dat er in dat jaar 2 dure woonunits zijn aangeschaft. Verder wordt opgemerkt dat de bedragen van 2012 de bedragen zijn uit de begroting 2012 omdat de feitelijke kosten nog niet verwerkt zijn in de jaarrekening 2012. De bedragen van tabel 3 worden in de volgende tabel bij elkaar opgeteld inclusief de indicatiekosten en vervolgens onder aftrek van de geïnde eigen bijdragen. Dit leidt vervolgens tot een overzicht wat jaarlijks netto voor de Wmo in totaal is uitgegeven. Tabel 4
2010
2011
2012
Vervoersvoorzieningen Woonvoorzieningen Rolstoelvoorzieningen Hulp bij het huishouden Indicatiekosten Eigen bijdrage
Totale kosten
€ 758.396 € 632.463 € 359.246 € 2.168.993 € 105.610 € 375.000-
€ 661.192 € 362.321 € 373.200 € 2.224.083 € 73.969 € 526.000-
€ 602.000 € 260.285 € 365.000 € 2.320.000 € 55.000 € 548.000-
Totale kosten
€ 3.649.708
€ 3.168.765
€ 3.054.285
Duidelijk is dat door de raad ingezette wijziging ten aanzien van woonvoorzieningen vanaf 2011 heeft geleid tot aanzienlijk lagere uitgaven. Anderzijds zijn de kosten voor huishoudelijke hulp in deze periode gestegen en maken zij naar verhouding een groter deel uit van het totale budget. Per saldo is de kostenstijging van de afgelopen jaren in 2012 redelijk gestabiliseerd.
3/7
4. Zijn er, per jaar bezien, in 2010, 2011 en het eerste halfjaar van 2012 relatief meer of minder aanvragen voor individuele Wmo-voorzieningen toegewezen dan in de jaren 2007, 2008 en 2009? Graag zo veel mogelijk dit voor deze periodes specificeren naar de in vraag 1 genoemde categorieën.
Vervoersvoorzieningen
2007
2008
2009
Toekenningen totaal Toekenningen taxikosten Toekenningen scootmobielen
124 77 27
148 87 40
150 80 38
2007
2008
2009
308 4
352 4
394 5
2007
2008
2009
85
88
90
2007
2008
2009
186 12
152 18
194 19
Woonvoorzieningen Toekenningen totaal Toekenningen verhuiskostenvergoeding
Rolstoelvoorzieningen Toekenningen totaal
Hulp bij het Huishouden Toekenningen totaal Toekenningen PGB
Dit is vervolgens uitgewerkt in onderstaande tabel met daarin het percentage toekenningen op de aanvragen over de jaren 2007 tot en met 2012. En uit deze tabel valt af te leiden dat er voor de diverse onderdelen binnen de Wmo sprake is van een stabiel toekenningspercentage.
Vervoersvoorzieningen Toekenningen totaal procentueel Toekenningen taxikosten procentueel Toekenningen scootmobielen procentueel
2007 2008 2009 2010 2011 2012 69% 62% 82%
77% 72% 91%
73% 64% 93%
77% 63% 84%
70% 62% 87%
88% 85% 94%
Woonvoorzieningen
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Toekenningen totaal procentueel Toekenningen verhuiskostenvergoeding procentueel
90% 100%
Rolstoelvoorzieningen
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Toekenningen totaal procentueel
Hulp bij het Huishouden Toekenningen totaal procentueel Toekenningen PGB procentueel
89%
93% 100%
92%
92% 100%
93%
92% 75%
92%
93% 83%
92%
96% 75%
97%
2007 2008 2009 2010 2011 2012 86% 80%
92% 86%
92% 95%
90% 91%
97% 91%
99% 100%
5. Kunt u de in vraag 4 aangegeven verschillen (per in vraag 1 genoemde categorie) verklaren? Gelet op het feit dat er sprake is van een stabiel percentage en dus geen verschillen op de diverse onderdelen binnen de Wmo is deze vraag hiermee voldoende beantwoord. 4/7
Slechts bij de verhuiskostenvergoeding is er sprake van een procentuele daling. Maar gelet op het beperkt aantal aanvragen per jaar leidt 1 afwijzing meer of minder al tot grote procentuele veranderingen.
6. Hoeveel bezwaren zijn er in resp. 2010, 2011 en het eerste halfjaar van 2012 ingediend vanwege afwijzing van een aangevraagde individuele Wmo-voorziening? Graag zo veel mogelijk dit voor deze periodes specificeren naar de in vraag 1 genoemde categorieën.
Bezwaarschriften Vervoersvoorzieningen
2010
2011
2012
Gegrond Ongegrond
0 1
1 3
0 1
Ingetrokken Niet ontvankelijk
0 0
1 0
0 1
2010
2011
2012
2 1 0 0
0 0 0 0
0 0 1 0
2010
2011
2012
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
2010
2011
2012
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 0 0
Bezwaarschriften Woonvoorzieningen Gegrond Ongegrond Ingetrokken Niet ontvankelijk
Bezwaarschriften Rolstoelvoorzieningen Gegrond Ongegrond Ingetrokken Niet ontvankelijk
Bezwaarschriften Hulp bij het Huishouden Gegrond Ongegrond Ingetrokken Niet ontvankelijk
7. In hoeveel gevallen is in de genoemde periodes na indiening en/of afhandeling van bezwaar de aangevraagde individuele Wmo-voorziening alsnog toegewezen? Graag zo veel mogelijk dit voor deze periodes specificeren naar de in vraag 1 genoemde categorieën. In 2010 is er naar aanleiding van 2 ingediende bezwaarschriften alsnog de gevraagde voorziening verstrekt. Dit betrof: a. Een vergoeding voor een aanpassing in een badkamer b. De levering van een woonunit naast de bestaande woning. In eerste instantie was besloten dat belanghebbende diende te verhuizen naar een passende woning (inclusief aanpassingen) die op dat moment beschikbaar was. In 2011 is naar aanleiding van 1 ingediend bezwaarschrift alsnog de gevraagde voorziening verstrekt. Dit betrof een alsnog toegekende vergoeding voor het gebruik van de eigen auto.
5/7
In 2012 is naar aanleiding van 1 ingediend bezwaarschrift alsnog de gevraagde voorziening verstrekt. Dit betrof een alsnog toegekend aantal uren HbH. Verder wordt opgemerkt dat er in 2012 nog 3 bezwaarschriften in behandeling waren in verband met een second opinion door de GGD.
8. Hoe groot was de overbesteding of onderbesteding van het beschikbare budget voor individuele Wmo-voorzieningen in resp. 2010, 2011 en het eerste halfjaar van 2012? Graag zo veel mogelijk dit voor deze periodes specificeren naar de in vraag 1 genoemde categorieën. Dit is niet per onderdeel aan te geven. De financiering van de Wmo geschiedt vanuit de algemene middelen. Dit zijn geen geoormerkte gelden. Vervolgens wordt binnen onze gemeente begroot op basis van de te verwachten uitgaven per onderdeel binnen de Wmo. Waar nodig kan in het voorjaar en najaar een bedrag bij – of afgeraamd worden. Dit alles onder voorwaarde dat het past in de totale gemeentelijke begroting. 9. Hoeveel burgers hebben in resp. 2010, 2011 en het eerste halfjaar van 2012 hun individuele Wmo-voorziening ingeleverd, en om welke reden(en)? Op welke wijze hebben zij hun ondersteuningsbehoefte vervolgens opgelost? Graag zo veel mogelijk dit voor deze periodes specificeren naar de in vraag 1 genoemde categorieën. Deze gegevens worden niet in het gemeentelijke automatiseringssysteem apart geregistreerd en zijn dus ook niet te achterhalen. Wel is in 2011 handmatig bijgehouden hoeveel personen in totaal hun huurvoorziening hebben ingeleverd naar aanleiding van de invoering van de eigen bijdrage. Dit waren in totaal 47 personen en in de meeste gevallen was er sprake van het inleveren van een scootmobiel. Met deze personen heeft geen persoonlijk gesprek plaatsgevonden waarbij de reden van inlevering, ondersteuningsbehoefte, e.d. aan de orde is gekomen. Wel leidt een globaal dossieronderzoek tot de conclusie dat over het algemeen de reden van inlevering was dat men de scootmobiel niet of zeer incidenteel gebruikte en dat de invoering van de eigen bijdrage de gebruikers gestimuleerd heeft om de scootmobiel in te leveren. 10. Zijn er, per jaar bezien, in 2010, 2011 en het eerste halfjaar van 2012 relatief meer of minder individuele Wmo-voorzieningen door burgers ingeleverd dan in de jaren 2007, 2008 en 2009? Graag zo veel mogelijk dit voor deze periodes specificeren naar de in vraag 1 genoemde categorieën. Zie antwoord op vraag 9. 11. Kunt u de in vraag 10 aangegeven verschillen (per in vraag 1 genoemde categorie) verklaren? Zie antwoord op vraag 9. 12. Zijn er in het eerste halfjaar van 2012 situaties opgetreden waarbij als gevolg van de toepassing van de voor woonvoorzieningen specifieke afwijzingsgronden bij woningaanpassing sprake was van een verhuisplicht voor de aanvrager? Zo ja, in hoeveel situaties? Is daarbij de verhuisplicht ook daadwerkelijk opgevolgd door de aanvrager, of heeft de aanvrager zijn aanvraag ingetrokken? 6/7
Deze situaties hebben zich nog niet voorgedaan, in die zin dat er aanvragen zijn ingetrokken c.q. zijn afgewezen. Wel zijn de burgers vanaf 2011 op het (intake)gesprek nadrukkelijk geïnformeerd over de veranderingen binnen de Wmo. Dat vanuit de gemeente steeds meer wordt gekeken wat de burger zelf kan oplossen. De kanteling zoals dat in vakjargon wordt genoemd. Dat niet alle kosten op de gemeente kunnen worden afgewenteld omdat zelfredzaamheid een wezenlijk element is binnen de Wmo. Tijdens het intakegesprek komt een mogelijke verhuisplicht, of dat een traplift slechts in hoge uitzondering wordt vergoed, wel aan de orde. Deze nieuwe werkwijze heeft ertoe geleid dat het aantal aanvragen voor een woonvoorziening in 2011 en 2012 aanzienlijk is gedaald.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel, De secretaris, De burgemeester,
7/7