Woensdag 4 SEPTEMBER 2013
OZ Plus ■
REDACTIE EINDHOVEN 088-0133000 OF MAIL NAAR
[email protected]
Een echte OZ-familie Een stamboom vol Van der Veldentjes. pagina 26-27
Fusieperikelen Hoe de veteranessen een paar jaar terug het voortouw namen pagina 31
ed.nl/regio - 24 UUR PER DAG REGIONAAL NIEUWS
● 25
Oranje Zwart bevrijdt zich van trauma Op de stip van het Bloemendaalse Kopje werd op 9 mei 1999 de kiem gelegd voor wat het ‘finale-syndroom’ van OranjeZwart ging heten. Op 6.40 meter ging toen de eerste kans op de nationale hockeytitel aan de neus van de Eindhovense ploeg voorbij. door Hans Wagenaars
Zes jaar na dato, en met nóg twee verloren finales op de schouders, schudde O.Z. dat trauma gisteren eindelijk van zich af. En werd coach Roger van Gent bij zijn afscheid inderdaad de ‘wizard of O.Z.’, zoals hij zich vier jaar geleden al aankondigde. Dankzij de overwinning op Bloemendaal, gistermiddag in het derde en beslissende duel (1-3), smeet Oranje Zwart in één klap alle frustraties van de afgelopen zes jaren van zich af. De afrekening met Bloemendaal betekende zelfs een dubbele revanche: voor de verloren halve finale
� Wil je weten hoe de aanvoerder
van 2005 terugkijkt op het kampioenschap van toen? Lees verder op pagina 41: ‘Die eenzame Australiër Jay Stacy’
� Het OET is al 40 jaar een begrip
bij Oranje Zwart. We namen er afgelopen seizoen een kijkje. Lees verder op pagina 29: ‘OET: Hockey, biertje, pleziertje’
� Na de hockeyschool start OZ
dit seizoen met Funkey Hockey, voor vier- en vijfjarigen. Lees verder op pagina 33: ‘Weg met die indianentooien!’
van vorig jaar en de finale van ‘99, die met een strafballenserie in Bloemendaals voordeel werd (4-3) beslecht. Dat rampscenario leek de Eindhovense ploeg afgelopen weekeinde opnieuw te gaan treffen. O.Z. was zaterdag al heel dichtbij de ultieme verlossing, maar nadat de wedstrijd en twee verlengingen geen winnaar hadden opgeleverd (1-1), verzaakten Troy Elder en Xavier Reckinger, nota bene O.Z.’s ‘grootste zekerheden’ vanaf de stip. Reckinger zelfs twee keer: bij 2-3 in de eerste serie van vijf strafballen, toen zijn laatste ‘pingel’ O.Z. de titel kon bezorgen. En in de golden penalty-serie, toen de jonge Bloemendaal-goalie Stockmann er voor zijn ploeg
een derde wedstrijd uitsleepte. Recht „Het is goed dat we niet gisteren kampioen zijn geworden’, meende Van Gent direct na de eerste uitbarstingen van vreugde. „We hebben ons toen niet als kampioenen en winnaars gedragen. Maar ik ben heel blij dat de titel uiteindelijk wel bij deze club terecht is gekomen. O.Z. heeft er keihard voor gewerkt en had er ook al jaren recht op.’ Hoewel de vooruitzichten na de zo dramatisch verloren strafballenreeks niet echt gunstig waren, liet Oranje Zwart zich op het beslissende moment niet van de kook brengen. Niet op het veld, waar het publiek aardappels gooide om de ploeg uit haar doen te brengen. En ook niet door ‘supporters’ die allerlei trucs verzonnen om het O.Z. de nacht voor de wedstrijd zo lastig mogelijk te maken. Atoombom Tussen elf en drie uur ‘s nachts bonkten ze op hoteldeuren, belden naar de kamers en lieten ze
pizza’s bezorgen in Hotel Haarlem-Zuid, waar O.Z. overnachtte. „Al hadden ze een atoombom gegooid. Mij raakten ze niet. Die acties hebben mij alleen maar gemotiveerd om in het hol van de leeuw te winnen’, reageerde O.Z.-keeper Josef Kramer op de incidenten. Terwijl coach Roger van Gent de acties kwalificeerde als ‘ iets ongehoords in het hockey’, relativeerden Kramer de gebeurtenissen in het hotel. “Het afleveren van die pizza’s vond ik wel grappig. De koerier die zijn geld niet kreeg, had meer problemen dan ik, hoor. Ik vind dat in finales, waarin zoveel op het spel staat, alles geoorloofd is. Dan zijn er geen regels en mag je alles doen om die finale te pakken. Van mij mag je zelfs de scheidsrechters achterwege laten, zodat je het letterlijk met je tegenstander
kunt uitvechten. In de sport gaat het om het tonen van passie en onverzettelijkheid.’ Die twee eigenschappen liet Oranje Zwart gistermiddag zien in de openingsfase van de tweede helft. Met schaakhockey over en weer was het eerste bedrijf met 0-0 afgesloten, toen O.Z. even snel, koelbloedig als onverwacht de beslissende bres sloeg. Rob Reckers was daarbij onbetwist de meest gevierde man in het uitgelaten Eindhovense kamp. De 23-jarige international scoorde binnen drie minuten de 0-2 en 0-3. Neo-international Robert van der Horst, binnenkort actief op het EK van Jong Oranje, had kort daarvoor de ban gebroken en de 0-1 op het bord gezet. Pas in de laatste minuut kreeg Bloemendaal de beloning voor het betere combinatiespel (1-3).
Een fragment uit het ED van 6 juni 2005, een dag nadat de mannen van Oranje Zwart hun eerste - en vooralsnog enige - landstitel in de clubhistorie wonnen. Hét sportieve hoogtepunt in de afgelopen 80 jaar voor OZ.
2 TWEE DE TOEKOMST
COMMENTAAR
Koesteren
V
oor wie het ontgaan is: hockeyclub Oranje Zwart viert feest én rouwt tegelijkertijd. Dit is het laatste lustrum als zelfstandige vereniging. In 2016 moet de fusie met oude rivaal EMHC definitief beklonken zijn. En, voor wie de historie een beetje kent, dat is nogal wat. De ruim 1600 van OZ en de bijna 900 van EMHC vormen straks een immens oranje-rood-zwart hockeybastion van meer dan 2500 zielen op de Genneper Parken. Daarmee is het niet alleen de grootste sportclub van Eindhoven, maar ook een van de grootste hockeybolwerken in Nederland. Dat zo’n huwelijk aanpassingen vergt van beide kanten is evident. Dat sommige leden vrezen voor verlies van identiteit moge ook duidelijk zijn. OZ heeft ook nogal wat om trots op te zijn. Na jaren in de middenmoot, behoort de club sinds enige tijd bij de nationale top, met het kampioenschap van Heren-1 in 2005 als voorlopig hoogtepunt. Niet geheel verwonderlijk voeren de verrichtingen van de vaandelteams in krantenverslagen de boventoon. Sportredacties richten zich immers vooral op topsport, bij De play-offs het ED is dat niet anders. Het levert in zekere zin een vertekend waren het bewijs beeld op, want een hockeyclub zodat OZ er weer als OZ behelst veel meer dan Heren-1 en Dames-1. De overgrote bovenop is meerderheid bij de club is als recreant actief. Zij zijn het ‘cement’, vormen vriendengroepen voor het leven, leveren vrijwilligers en organiseren feesten die Oranje Zwart tot iets groters maken dan louter een prestatiegerichte tophockeyclub. In de afgelopen twee jaar maakte Oranje Zwart een hectische periode door. Financieel en qua gemeenschapszin zat OZ aan de grond. De snelheid en kracht waarmee de club zich daarna oprichtte, wekt bewondering. De play-offs afgelopen seizoen waren het tastbare bewijs dat Oranje Zwart er weer bovenop is. De symbiose tussen top en breedte werd toen weer in één klap duidelijk. Ruim zesduizend mensen zagen de finale tegen Rotterdam. Honderden kinderen smeekten hun ‘helden’ na de verloren eindstrijd om een handtekening. Een machtig tafereel. Tekenend voor de club en voor de hockeysport, waar de vedettes, in tegenstelling tot het voetbal, nog steeds ‘aanraakbaar’ zijn. In een steeds verder professionaliserende sportwereld is dat een kwaliteit om te koesteren. Laat dat, ook in die grote fusieclub, nooit verloren gaan.
Colofon Deze speciale uitgave van het ED is tot stand gekomen in samenwerking met hockeyclub Oranje Zwart. Redactie: Anneke Liebrand, Linda Derksen, Rob de Bruyn, Mayke Wijnen, Jos Kessels, Dominique Elshout, Daan Daniëls, Paul van den Hurk en Jurriaan Nolles. Vormgeving: Wim van Otterdijk, Elise Rave, Elisée van Heukelom en Kerstin Zabransky. Eindredactie: Anneke Liebrand en Rob de Bruyn Met speciale dank aan: de archiefcommissie van Oranje Zwart en iedereen die input heeft geleverd of als vraagbaak heeft gediend voor deze speciale uitgave. Volg de verrichtingen van Heren-1 en Dames-1 ook op ed.nl/oz Twitter: @AnnekeLiebrand en @DerksenLinda of @ed_hockey
‘OZ 2.0 kan weer Regeren is vooruitzien. OZ-voorzitter Simon van den Boomen over de toekomst. door Anneke Liebrand e-mail:
[email protected] EINDHOVEN – Het was onverant-
woord om op dezelfde voet door te gaan, constateerde Simon van den Boomen samen met de Raad van Advies in 2011. Oranje Zwart zat in zwaar weer, de vereniging én het tophockey. Er moest worden ingegrepen. Van den Boomen nam de coördinatie over van voorzitter Peter van der Horst en lenigde middels het project ‘OZ-Vooruit’ de ergste nood. Om in 2016 met een gerust hart het stokje door te kunnen geven moet echter nog een hoop werk worden verzet. We nemen met hem de vier grootste thema’s van de komende jaren door. 1. De vereniging „Oranje Zwart telt momenteel dik 1600 leden. Met EMHC erbij verrijst op de Genneper Parken straks een fusieclub van ruim 2500 man. Daarmee zijn we ineens één van de grootste hockeyverenigingen van Nederland. Het overgrote deel van die leden zijn recreanten. Voor hen is het belangrijk dat een aantal zaken gewoon goed geregeld is; het basispakket moet kloppen. Dé uitdaging ligt bij de organisatie van vrijwilligers. Een grote club heeft veel en vooral ook goede vrijwilligers nodig. We willen onze leden betrokken houden bij OZ. Dat waren we de laatste jaren kwijtgeraakt, maar dat hebben we nu weer opgepakt. Alleen zo kunnen we de ziel van de club overeind houden.” 2. Tophockey „Tussen de vereniging en tophockey zit altijd een spanningsveld, een controverse. Als je niet uit-
Voorzitter Simon van den Boomen
kijkt, ligt jaloezie op de loer. Het gaat bij OZ natuurlijk vaak over top, maar zonder breedtesport heb je geen topsport. Ze kunnen elkaar enorm versterken, zoals afgelopen seizoen tijdens de play-offs. Toen was er een geweldige chemie tussen Heren-1 en de rest van de club. Of je dan wel of geen landskampioen wordt, is van ondergeschikt belang.” Over de ambities is Van den Boomen helder. „Ik denk dat de vrouwen komend seizoen ook de stap naar de play-offs gaan maken. We willen met beide teams voor de top gaan. Dat is een grote uitdaging. Amsterdam is momenteel de enige club die daar echt in slaagt. ” „Sponsoring blijft hierbij altijd een aandachtspunt. Het kan een kwetsbare plek zijn. Dat onderdeel was versloft, maar de laatste twee jaar hebben we daar ont-
door Anneke Liebrand EINDHOVEN – Het nieuwe clubhuis voor Oranje Zwart en EMHC staat binnenkort op de politieke agenda. Het grootste deel van de geraamde 4,7 miljoen euro is gedekt. De gemeenteraad besluit dit najaar of ze de laatste benodigde tonnen voor het plan wil vrijmaken. De wethouder van Sport, Joost Helms (VVD), is gematigd positief maar nog niet zeker - over een goede afloop.
Waalrese kolonie Zwart komen uiteraard voor het grootste deel uit Eindhoven. De uit-
straling van de club beperkt zich echter niet tot de stad. De ‘Waalrese kolonie’ beslaat bijvoor-
staan.
zettend hard aan getrokken. We zouden ervoor kunnen kiezen om de ambities van Dames-1 naar beneden bij te stellen, dat zou ons budget verlichten. Maar daarmee zouden we de hockeysport tekortdoen, vind ik. Het is juist bij uitstek een sport voor mannen én vrouwen.” 3. Het nieuwe clubhuis „Het gezamenlijke clubhuis voor Oranje Zwart en EMHC is een geweldige kans. Maar het is zeker nog geen gelopen race. Het hele project kost 4,7 miljoen euro (zie verhaal hieronder). Een klein deel
Wethouder Helms:
LEDEN VAN OZ OVER DE HELE REGIO VERSPREID
EINDHOVEN – De leden van Oranje
Een impressie van het toekomstige
beeld ruim eenvijfde deel van OZ. Wil je zien waar alle leden wonen? Zie: ed.nl/ozleden
Anderhalf jaar geleden heeft de Provincie de hockeyclubs twee miljoen euro toegezegd voor de bouw van een gezamenlijk complex. Daaraan is een aantal voorwaarden verbonden. Eén: de Provincie treedt alleen op als cofinan-
cier en betaalt slechts de helft van het totaalbedrag. Twee: het clubhuis moet in 2016 zijn gerealiseerd. Daar bovenop stelt de gemeente Eindhoven in het ‘Masterplan Genneper Parken’ nog een extra eis: ‘rood voor groen’; als er gebouwd wordt, staat daar natuurcompensatie tegenover. Om maar eens met dat eerste te beginnen, de co-financiering. De verenigingen lappen samen 1,7 miljoen euro. Oranje Zwart heeft hiervoor een speciaal bouwfonds in het leven geroepen, waar elk lid dertig euro per jaar in moet storten. Blijft nog een bedrag van circa 1 miljoen euro over. Dat komt voor rekening van de gemeente. De helft, 500.000 euro, is al gedekt; dit geld moet de gemeente sowie-
DRIE 3
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
jaren vooruit straks’
JOS KESSELS
[email protected]
Kaksticks
I
clubhuis voor Oranje Zwart en EMHC. Het paviljoen is beoogd bij het zogenaamde ‘veld 4’ en komt vrijwel exact tussen de twee huidige clubhuizen in te
Impressies Diederendirrix Architecten
daarvan, een bedrag van 0,5 miljoen euro, is nog onzeker. Dit geld, bedoeld voor inpassing in het groen, moet van de gemeente Eindhoven komen. De politiek is aan zet. Als ze niet bereid zijn dat bedrag uit het MIP (Meerjaren Investeringsplan) hiervoor te besteden, dan kan alles nog stuklopen. De twee miljoen euro subsidie van de Provincie gaat dan ook aan ons voorbij. Ik besef dat het economisch tij op dit moment tegenzit. Ik hoop het niet mee te maken dat zo’n prachtig plan, een kans voor ‘de BV Eindhoven’, daardoor afketst.”
„In dit kader denken we ook goed na over het gebruik van het clubhuis in de stille maanden. Hoe zorgen we ervoor dat het gebouw in de vier maanden dat er niet gehockeyd wordt toch een maatschappelijke betekenis heeft voor de stad? We zitten weliswaar in een stiltegebied, maar misschien zijn er mogelijkheden om evenementen te organiseren of andere maatschappelijke activiteiten. Denk aan een nationale groendag, bootcamps, volksdansen voor mijn part, of een bridgedrive. We zullen creatief moeten zijn en de samenwerking met andere maat-
schappelijke partijen aangaan.” 4. De fusie met EMHC „Bij een fusie spelen emoties altijd een rol. Een aantal mensen, met name uit EMHC-contreien, is bezorgd over de toekomst. Ze zijn bang dat zo’n grote club ongezelliger is dan een kleine club, waar iedereen elkaar kent. Hoe voorkom je dat zo’n enorme vereniging een fabriek wordt? Ik denk persoonlijk dat schaalgrootte daar niets mee te maken heeft. Den Bosch, Tilburg en Breda hebben ook zulke grote clubs en die zijn echt wel gezellig. Kijk, als je geen
oog hebt voor de mensen, dan houdt het op. Dat geldt evenzeer voor een grote als voor een kleine club.” „Over de toekomst ben ik ronduit optimistisch. In 2016 treed ik terug en zal een nieuw, sterk bestuur de fusieclub gaan leiden. Deze mensen gaan vanaf 2015 alvast meedraaien in een schaduwbestuur. De nieuwe club mag niet in een gat vallen. Ik wil straks als het ware uit de club kunnen stappen zonder dat iemand daar iets van merkt. Het nieuwe OZ, versie 2.0 noem ik dat, moet er dan weer jaren tegen kunnen.”
n Nederweert was hockey iets wat je niet deed. Wat niet zo moeilijk was, omdat hockey bij ons niet voorkwam, net als builenpest, kookeilanden, kunstgras en alcoholvrij bier. Wij hoorden pas over het bestaan van hockey toen we naar het college in Weert gingen. Daar trapten we in de gymles en daarbuiten met voetbal de Weertenaren Weert uit. Toen de gymleraar op het idee kwam om ons kennis te laten maken met de edele sport van het hockey, knuppelden we de Weertenaren Weert uit. Vetes werden niet alleen met schoenen uitgevochten, maar ook met sticks. De gymleraar uit Weert zag dat die confrontaties toch gezonder waren zonder sticks. Die sticks mochten ze mooi houden in Weert, die kakkers. Hockey was een kaksport, bedoeld voor stadse fratsers en dokterskinderen, die zich te goed voelden voor het dorp. Hockey was Tom van ‘t Hek, net zo’n grote lul als Youp. Ik ben die vooringenomenheid nooit meer kwijtgeraakt en heb er ook nooit een poging toe gedaan. Op tv kijk ik nooit langer dan een minuut naar herenhockey en hoogstens twee minuten naar die tegenwoordig zo populaire en fysiek hopeloos zwaar overschatte hockeymeiden. Die iele corpsdiva’s moeten maar fijn trouwen met mislukte glamourtennissers, zeker als ze een onuitspreekbare naam hebben en een glimlach als een gladgepoetste botoxdoos. Ok, hockeyers zullen als erkende ballenjongens best wel flink kunnen zuipen, maar gelukkig kunnen niet-hockeyers dat ook, dus heb je geen hockeyers nodig om te kunnen zuipen. De Rotaryclub drinkt ook, maar dat wil nog niet zeggen, dat je bij die club bij wilt horen. Dat moeten die hockeyers maar doen.
‘Kunnen ons geld maar één keertje uitgeven’ so vrijmaken voor (achterstallig) onderhoud en vervanging van de kleedruimten. De spanning zit ’m in de laatste vijf ton. Dit geld is niet zozeer bedoeld voor de accommodatie zelf, maar voor de inrichting van de omgeving. „Denk aan fietspaden en voetpaden naar het clubhuis toe”, zegt Helms. „En hierin is bijvoorbeeld ook de sloop van de oude locatie van Oranje Zwart en het saneren van de boekwaarde hiervan verrekend.”
De Eindhovense politiek neemt binnenkort een besluit over de vijf ton die nodig is voor het hockeyplan.
De gemeenteraad krijgt zeer binnenkort de vraag voorgelegd of ze het geld uit het Meerjaren Investeringsplan (MIP) wil vrijmaken. Aan Helms daarbij de taak om via een gedegen kosten-baten-analyse aan te tonen dat zo’n investering van de gemeente ook maatschappelijk verantwoord is. „Natuurlijk wil ik als wethouder van Sport dat het lukt. Alleen: we zitten nu eenmaal wel in een tijd van keiharde bezuinigingen en we kunnen ons geld maar één keertje uitgeven. Ik zal daarom intern alle registers opentrekken om ervoor te zorgen dat we alles verantwoord kunnen financieren. Misschien heeft de Provincie nog een potje voor groen, wellicht kunnen we nog iets van het bedrag afkrijgen.”
Met de ‘groene compensatie’ zit het volgens de wethouder wel snor. „Natuurorganisaties zeggen dat het weghalen van het clubhuis van Oranje Zwart één van de beste dingen is die je kunt doen in deze stad. Dat paviljoen staat eigenlijk te dicht tegen het beekdal van de Tongelreep aan.” Met de deadline, 2016, in het achterhoofd beseft Helms dat een ‘nee’ van de gemeenteraad komend najaar een streep zet door het hele nieuwbouwplan. „Ik hoop dat iedereen ervan doordrongen is dat we hier een unieke kans hebben om met relatief weinig gemeenschapsmiddelen een mooi project te realiseren. Zo’n kans komt op korte termijn niet meer voorbij. Hockey is één van onze kernsporten. We willen
breedtesport, talenten en topsport zo goed mogelijk in onze stad faciliteren. Deze twee clubs hebben oog voor jeugdsport en talentontwikkeling, dat past precies in onze filosofie. Kijk maar eens hoeveel hockeyers, jong en oud, plezier beleven aan hun sport en gezond bezig zijn bij beide verenigingen. En als je vervolgens ook nog eens kijkt naar de huidige accommodaties, dan is het voor iedereen wel duidelijk dat er iets moet gebeuren. Al met al heb ik er goede hoop op dat het goed gaat komen. Maar het zal nog best spannend worden.”
Joost Helms, wethouder van
Sport.
foto Irene Wouters
BINNENLAND 5
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
Hoe de oorlog inspireerde Oranje Zwart moest geregeld improviseren. Toch waren de oorlogsjaren niet alleen vervelend. door Rob de Bruyn EINDHOVEN – ‘De treinen liepen zo
schaars dat wij soms gedwongen waren, teneinde een trein te halen, ons in hockeytenue van het veld naar het station te begeven, waar de treincoupés zo netjes mogelijk maar onder veel gelach getransformeerd werden tot kleedlokalen.’ Cas van Stratum schetste in 1958 hoe de Tweede Wereldoorlog Oranje Zwart zowel had dwarsgezeten als had geïnspireerd. De oud-speler haalde in de jubileumgids ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan herinneringen op aan de eerste helft van de jaren veertig. Van Stratum sprak van ‘onvergetelijke avonturen, geheimzinnige vergaderingen en geïmproviseerde maar zo gezellige feesten’. ‘Het was een tijd waarin wij meer dan ooit met elkaar verbonden waren, en elkaar hielpen om niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk fit te blijven.’ OZ had vooral in praktische zin last van de oorlog. Het clubblad kreeg te maken met censuur en werd later zelfs verboden, kasgelden moesten ter controle naar de bezetter, voor vergaderingen moest eerst toestemming worden gevraagd, bestuursleden werden persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de daden van de clubleden, het dragen van oranje shawls was buiten het veld verboden, sticks en ballen werden schaars en moesten ooit via ruilhandel worden verkregen, vervoer naar en van uitwedstrijden was vaak een heuse krachtproef en tijdens wedstrijden moest soms dekking worden gezocht als de Duitsers en de Engelsen weer eens een luchtduel
Tijdens de bezetting ging het gewone leven door, getuigen deze
foto’s uit 1941/1942. Hockeyers van OZ reisden per trein naar uitduels. Op de foto links spreekt voorzitter Piet Vennix leden toe op de Botenlaan en daar lijkt nog wel plaats voor een dolletje. En er werd uiteraard ook gehockeyd op het eigen veld. Op de foto rechts is in de verte de St. Trudokerk te zien.
uitvochten. Het was dus een tijd van met een helm op hockeyen, van houten trofeeën die leken op gedraaide tafelpoten, van sticks die met ijzer- en plakband wer-
den gerepareerd en van af en toe diep in de buidel tasten om überhaupt te kunnen hockeyen. Zo moesten de spelers en speelsters van de vaandelteams op tweede
pinksterdag 1944 per persoon 2,50 gulden betalen om vanaf station Tilburg met paard en wagen naar Kaatsheuvel te worden vervoerd. 2,50 gulden is nu niet veel, maar
omgerekend gaat het om bijna vijftien euro. Het weerhield de OZ’ers er niet van te betalen. De clubleden lieten zich sowieso niet snel ontmoedigen. Onaangekondigde - en in feite dus illegale - vergaderingen werden vaak gehouden bij Wim Lebesque thuis. Toen diens pand aan de Demer bij een (nota bene Engels) bombardement werd weggevaagd, was in een vloek en een zucht een nieuwe plek gevonden, bij een ander lid thuis, een paar honderd meter verderop, aan de Kleine Berg. Alle papieren getuigenissen van Oranje Zwart mochten door de bommen dan verloren zijn gegaan, de club moest door. Al was het maar omdat er in de oorlogstijd ook in sportief opzicht het nodige veranderde. Toenmalig voorzitter Piet Vennix richtte in 1941 het Eigen Terrein Fonds op, de voorloper van de stichting Vrienden van Oranje Zwart. En de vereniging groeide flink. Juist in de oorlogsjaren steeg het aantal herenteams van twee naar drie en verdubbelde het aantal damesteams, tot vier. Dat vooral het aantal vrouwelijke leden toenam, had allicht deels te maken met Duitse bemoeienis. De bezetter had er een handje van, zo schreef Lex Peeters in 1993 in een historisch OZ-verhaal in Regio Eindhoven Info, om tijdens sportwedstrijden te posten en na afloop spelers en supporters op te pakken voor tewerkstelling in Duitsland. Eén van de OZ-spelers die dit lot trof, was Max de Haan. Hij nam met de club in mei 1942 deel aan een toernooi met een aantal andere zuidelijke verenigingen en werd vervolgens naar Duitsland getransporteerd. Drie jaar later keerde De Haan terug. Zijn gezondheid was tanende. Hij zou zelf nooit meer kunnen hockeyen en was vaak aan bed gekluisterd. Maar hij bleef een echte OZ’er. Naar eigen zeggen vanuit zijn bed verzorgde De Haan een paar jaar het clubblad. De warmte die hij terugkreeg van de andere leden noemde hij in 1993 expliciet in zijn memoires. Verbondenheid. De oorlog bracht Oranje Zwart ook wel mooie dingen.
‘Toen’ nú bewaren voor volgende generaties door Anneke Liebrand EINDHOVEN – Dankzij de noeste arbeid van een speciale archiefcommissie kunnen geïnteresseerden binnenkort zelf grasduinen in de geschiedenis van Oranje Zwart.
Bij een grote schoonmaak in het clubhuis aan de Charles Roelslaan, bedoeld om letterlijk schoon schip te maken, kwamen bij toeval ook verloren gewaande archiefstukken van Oranje Zwart boven water. Het bracht een aantal mensen op een idee: moest de versnipperde geschiedenis van OZ niet eens goed in kaart worden gebracht voor het nageslacht? De daad werd bij het woord gevoegd. In de eerste zes maanden van dit jaar ging een speciale archiefcommissie onder leiding van Alfons van Meer aan de slag met
deze gigantische klus. Van Meer, geboren in 1942 en oud-bestuurslid van de club, stelde een ploeg samen van al wat oudere OZ-adepten. Zeventigplussers, die niet alleen de vervlogen tijden nog op hun netvlies hebben staan, maar die ook veel weten van de ‘nieuwe tijd’. Henriëtte van den Boomen, Maaike en Hans Marks, Marianne de Vries, Thé Haanen, Frits Maartens, Jan van Grootel en Chiel Weijtens werkten met engelengeduld aan het project. Twee dagen per week kwam deze groep bijeen. Ze haal-
Een werkgroep heeft de clubhistorie grondig doorgespit. Het gevonden materiaal wordt gedigitaliseerd
den urenlang herinneringen op en spitten fotoboeken door vol privé-kiekjes, krantenartikelen en clubbladen. Alles werd vakkundig gecategoriseerd en uitgesorteerd. Bij de inventarisatie staken Yvonne van de Loo, Niki van de Loo, Ank Tuip en Lilian Reckers een helpende hand toe. Het resultaat moet binnenkort ‘de lucht ingaan’. Via een speciaal digitaal archief, gekoppeld aan de website van Oranje Zwart, hebben belangstellenden straks de mogelijkheid om vanuit de luie stoel te speuren in de geschiedenis van de vereniging. Zo krijgen de volgende generaties de kans om meer te weten te komen over de grondleggers en andere illustere voorgangers. Van Meer is trots op het werk dat zijn ploeg heeft verzet. „Ik heb me laten vertellen
De archiefcommissie verzamelde foto’s, waaronder deze: Heren-1 pro-
moveert eindelijk naar de - dan nog hoogste - eerste klasse (1970).
dat zo’n karwei normaal gesproken twee jaar duurt. Wij hebben
het in een half jaar tijd gedaan. Het was ‘a hell of a job’.”
BINNENLAND 7
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
Nooit eerder zovéél Oranje in Oranje Zwart EINDHOVEN – Jarenlang mocht OZ alleen drómen van een grote afvaardiging in Oranje. De club leverde slechts mondjesmaat mannen voor het nationale elftal en bij de vrouwen was het lange tijd niet veel beter. Hoe anders is dat nu. Bij de Spelen in Londen 2012, was Oranje Zwart zelfs hofleverancier voor het Oranje-herenelftal. Het zilver werd in Eindhoven trots gevierd.
Harrie Kwinten (r) moest in 1992 naar de Euromast in Rotterdam afreizen om de prijs voor ‘Speler van het Jaar’ in
ontvangst te nemen. Kwinten nam de titel over van Taco van den Honert (l). archieffoto ANP
Niemand zo vaak in het eerste, toch? Spelers die vijftien jaar non-stop in het eerste van OZ staan, die zijn dun gezaaid. Harrie Kwinten was er wel zo één.
HARRIE KWINTEN
door Anneke Liebrand EINDHOVEN – Wie o wie zou in al die tachtig jaar nou de meeste duels voor het eerste van Oranje Zwart hebben gespeeld? Een simpele vraag, die niet makkelijk te beantwoorden is. Wedstrijden per speler zijn nooit accuraat geturfd, een cijfermatige onderbouwing ontbreekt. Alles overwegende lijkt Harrie Kwinten met naar schatting 315 competitieduels de beste papieren te hebben. Onder licht voorbehoud dus. Maar goed, wat in ieder geval wel zeker is: Kwinten is jarenlang hét boegbeeld geweest van OZ. Van de vijftien jaar dat hij in het eerste stond, droeg hij liefst acht jaar
“
Als het té goed ging binnen de ploeg, dan maakten Ronald en ik ruzie Harrie Kwinten
Geboortedatum: 8-9-1962 Woonplaats: Waalre Oranje Zwart: speelde vijftien jaar in Heren-1. Is daar nu nog bestuurlijk actief, onder meer bij de Stichting Tophockey (mannenlijn). Palmares: WK-goud (1990), deelname aan de Olympische Spelen in 1992. Bijzonderheden: Meerdere aanbiedingen van andere clubs gehad in zijn carrière, onder meer van Kampong en Duitse clubs.
de aanvoerdersband. Dat alleen al doen weinigen hem na. De oudverdediger, inmiddels de vijftig gepasseerd, kwam begin jaren tachtig over van HTCC. Hij ontpopte zich tot een absolute roerganger. Samen met zijn maatje, keeper Ronald Jansen - ook al zo’n persoonlijkheid - vormde hij jarenlang het leidersblok binnen de ploeg. De twee konden op doordeweekse avonden soms ongelofelijk tekeergaan tegen elkaar. Ingestudeerde toneelstukjes, verzekert Kwinten, bedoeld om de boel wat op te poken. „Als het té goed ging binnen de ploeg, dan maakten Ronald en ik tijdens de training op vrijdag ruzie. Dat hadden we dan met elkaar afgesproken.” Het scenario verliep ongeveer als volgt: Jansen haalde Kwinten ‘lomp’ onderuit in de cirkel, waarna de verdediger de goalie met forse bewoordingen en op harde toon van repliek diende. „Iedereen schrok daar van. De Kwint en Jansen ruzie? Dan moest er toch wel heel wat aan de hand zijn. Zo zorgden we voor een beetje opschudding en was iedereen
weer scherp voor zondag.” Negentien interlands heeft hij op zijn naam. En hij is de enige Nederlander die als speler van OZ een WK won (1990, Pakistan). Een keer nam hij deel aan de Olympische Spelen, in 1992 in Barcelona. Maar dat mondde uit in een teleurstelling. Nederland werd vierde, Kwinten speelde slechts een paar minuten. Het waren zijn laatste in Oranje. Opvallend daarbij: de strafcornerspecialist werd na die Spelen nog wel tot de beste speler van de hoofdklasse gekroond (seizoen 19911992). Een hele eer, vindt de ‘Venetiaans blonde’ back nog steeds. Want degelijke verdedigers trekken nu eenmaal minder snel de aandacht dan scorende spitsen, is zijn redenering. Op de helft van datzelfde seizoen kreeg hij nog een blijk van waardering. Zijn ploeg eerde hem in zijn koperen jaar met een Oscar. Die staat nu nog te glimmen op een plankje in de keuken van zijn huis in Waalre. In 1995 speelde Kwinten op 32-jarige leeftijd zijn laatste wedstrijd in het vaandelteam van Oranje Zwart. De combinatie werk, gezin en hockey vergde te veel van hem. OZ bereikte in dat jaar voor het eerst de play-offs en eindigde als derde. „Een mooi einde”, blikt hij daar nu op terug. Nou ja, einde. Twee jaar later, in 1997, verraste OZ-erelid Kwinten vriend en vijand met een rentree, nota bene bij buurman EMHC. Dat team verkeerde in de overgangsklasse in degradatienood en kon wel een kwaliteitsimpuls gebruiken. ‘De Kwint’, toen 36 jaar, stroopte zijn mouwen nog één keer op en speelde zes weken in het róód met zwart. Met succes.
Robert van der Horst, Marcel Balkestein, Mink van der Weerden, Sander Baart en Bob de Voogd kregen in Londen het vertrouwen van bondscoach Paul van Ass. Met hen in de gelederen pakte Oranje na acht jaar ‘droogte’ weer een olympische plak. De 9-2 waarmee de ploeg in de halve finale gastland Groot-Brittannië verpulverde, was memorabel. Dat opgeteld bij het tweede olympische goud dat Marilyn Agliotti mee naar Eindhoven bracht, was ruim voldoende om een paar dagen later in het gemeentehuis van Eindhoven en in het clubhuis van OZ een feestje te vieren. Wat een schril contrast met eerdere decennia, waarin OZ ploeterde om prestatief vooruit te komen. Tot medio jaren zeventig was de
club nimmer in het Nederlandse mannenteam vertegenwoordigd. Oranje Zwart was niet op het hoogste niveau actief en telde dus niet mee. Na de promotie naar de hoofdklasse in 1976 (de EMOZ-tijd) begon dat langzaam te veranderen. Peter van der Horst kreeg in de zomer een uitnodiging voor de nationale ploeg. Hij was de eerste OZ’er die een plaats verwierf in Oranje. De club heeft daar uiteindelijk niet echt van kunnen profiteren. De vleugelspits - die later voorzitter werd van Oranje Zwart - studeerde in Amsterdam, had een jaar lang op en neer gependeld en maakte toen net de overstap naar hockeyclub Amsterdam. Weg was de eerste OZ’er in Oranje. Het zou de club tot dik in de jaren negentig nog vaker overkomen. Bij Oranje Zwart waren ze desondanks trots op ‘hun’ Peter. Van der Horst heeft het telegram waarin het bestuur van de Eindhovense club hem gelukwenst nog ergens bewaard. De eerste hockeyster van Oranje Zwart in Oranje was Maaike Marks, eind jaren vijftig.
Lees verder op pagina 39: ‘En toen telde het zuiden mee’
Marilyn Agliotti, die voor de tweede keer olympisch goud won, deelt hand-
tekeningen uit tijdens de inhuldiging in het clubhuis.
Mink van der
Weerden, Marcel Balkestein, Bob de Voogd, Sander Baart en Robert van der Horst melden zich met olympisch zilver op het stadhuis. foto’s Rens van Mierlo
Vijf keer zilver en één keer Peter van der Horst was de goud oogsten hockeyers eerste speler van OZ die van Oranje Zwart bij de Speeen uitnodiging kreeg voor len in Londen 2012 het Nederlands team
BUITENLAND 9
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
Een leermeester, een attractie Shahbaz Ahmed stuwde Oranje Zwart op. De Pakistaan zorgde daarnaast vaak voor een lach. door Rob de Bruyn EINDHOVEN – Hij verscheen eens in een pimpelpaarse broek op de training. Hij stak ooit binnenshuis een grote barbecue aan (en zette een hockeystick tussen het klapraam, dat wel). Hij dronk zelf geen bier maar had de grootste lol in tappen. Met Shahbaz Ahmed was het zelden saai. De Pakistaan verrijkte Oranje Zwart eind jaren negentig met tal van anekdotes. Zijn grootste bijdrage leverde hij uiteraard op het veld. Shahbaz was ‘De Maradona van het hockey’, ‘The Man with the Electric Heels’; hij was de beste speler van de wereld. Wat een stunt was het, dat OZ Shahbaz binnenhaalde. De vaak onnavolgbare aanvaller had zijn land in 1994 naar de Champions Trophy-zege én de wereldtitel geleid. Toen de meester twee jaar later, na de Olympische Spelen van Atlanta, zijn entree maakte aan de Aalsterweg, trainde Rob Reckers net mee bij Heren-1. Hij was vijftien. Shahbaz betoverde de jeugdige Eindhovense spits. Met zijn spel en met zijn persoonlijkheid. „Er hing een soort magie om hem heen.” Reckers bouwde een speciale band op met Shahbaz. Die had weliswaar een rijbewijs, in Nederland autorijden durfde hij niet. ‘Reckie’ werd zijn privé-chauffeur als het ging om ritjes naar en van de training. „Ik had ’m een keer opgepikt en toen was het voor Shahbaz meteen duidelijk. ‘From now, you’re my driver’, zei hij. Ik had zelf net mijn rijbewijs en vond het wel mooi, steeds in een grote wagen van de club rondrij-
Shahbaz Ahmed, ‘De Maradona van het hockey’.
den met de beste speler van de wereld naast me.” Als Shahbaz verder weg moest (of wilde), was er altijd wel iemand beschikbaar uit de Pakistaanse gemeenschap in Nederland. Dat tekende zijn status. Net zoals de gang van zaken rond wedstrijden.
archieffoto Fotopersbureau van den Meulenhof
Reckers: „Als we ergens hadden gespeeld, liep hij steeds zonder spullen het veld af. Alles werd gedragen door landgenoten van hem.” Het kon nóg gekker, zo zou blijken. „We hebben met OZ een keer een trip gemaakt naar Pakistan. Daar zag je pas echt hoe
groot Shahbaz was. Letterlijk iedereen deed alles voor hem.” Ook in Nederland gedroeg Shahbaz zich soms als een vorst. Reckers: „Hij was een keer geblesseerd en werd de hele wedstrijd op de bank gehouden. Toen was het daarna hommeles, hè. ‘Shah-
baz always plays’, zei hij. Ook als het maar op dertig procent kan, de koning zet je niet op de bank, was de boodschap. Verder was hij heel joviaal, hoor. Hij had ook echt humor.” Shahbaz zou met tussenpozen tot 2000 blijven. Met hem zette het eerste mannenteam van Oranje Zwart in eigen land de stap naar de echte top. In 1999 speelde de club voor het eerst de finale van de play-offs. In de jaren daarna lukte dat nog driemaal, waarbij in 2005 ook daadwerkelijk de landstitel werd veroverd. Reckers was toen inmiddels een van de steunpilaren van de ploeg, en vooral zijn stickhandling en passeeracties vielen op. De techniek dankte hij voor een belangrijk deel aan Shahbaz. „Hij kon dingen die hier nog nooit iemand had gedaan”, herinnert Reckers zich. Hijzelf kopieerde onder meer de ‘Shahbaz Shuffle’, een passeerbeweging die velen hier voor onmogelijk hielden en die vrijwel altijd lukte. „Shahbaz lette eigenlijk niet op de bal, hij lette op de voeten van zijn tegenstander en ging er dan meestal precies op het goede moment langs.” Reckers wilde zich de truc per se eigen maken. „Ik heb echt vaak video gekeken en ben de beweging, een soort danspasje, gaan oefenen. Eerst op twintig procent van de snelheid. Daarna steeds sneller. Maar zo snel als Shahbaz ’m deed, heb ik ’m nooit gekund.” Het waren ook zijn loopacties, zijn passes, zijn spelinzicht. Shahbaz veranderde de manier waarop Oranje Zwart naar tophockey keek. Reckers: „Onze coach destijds, Bart van Lith, analyseerde zich suf. En de kennis van toen is steeds overgedragen. Die ‘Shahbaz Shuffle’ zag ik laatst in België iemand doen, bij Dragons, de club van Eric Verboom. Die is hier ook coach geweest. Maar het was ook Shahbaz’ allure, zijn uitstraling. Mensen kwamen echt voor hem naar het hockey kijken. De publieke belangstelling nam enorm toe, en daarmee ook de sponsoring. Carsten Fischer was de eerste buitenlander bij OZ, maar de impuls die Shahbaz gaf was vele malen groter.”
Eindhoven was even Hollywood door Fischer door Anneke Liebrand MÜLHEIM AN DER RUHR – Oranje
Zwart belt Carsten Fischer in 1995 precies op het juiste moment. De Duitser, die na twee keer olympisch zilver zijn interlandcarrière in 1992 op de Spelen in Barcelona met goud had afgesloten, werkt aan een rentree voor Atlanta 1996. Maar omdat in Duitsland het zaalhockeyseizoen is aangebroken, wil hij graag een halve competitie in Nederland aan zijn vorm werken. Daarna wordt hij weer verwacht bij Uhlenhorst, zijn club in Mülheim. 59 cent per kilometer biedt OZ hem, en een paar duizend gulden. Op vrijdag 13 oktober meldt de imposante Ausputzer zich voor zijn eerste training, twee dagen later debuteert hij voor OZ. Het
blijft niet onopgemerkt. ‘Hollywoodtaferelen bij Oranje Zwart’, signaleren de dagbladen. Camera’s flitsen. Het is geen onverdeeld succes. Fischer speelt slechts acht duels voor OZ. Twee wedstrijden voor de winterstop wordt hij in het ziekenhuis opgenomen met hoge koorts en rugklachten. Exit Fischer. In zijn riante tuin bij zijn villa in hockeystadje Mülheim blikt de Duitse reus achttien jaar na dato terug op zijn OZ-avontuur. „Het was een lastige tijd. Ik was voor mijn strafcorner naar Eindhoven gehaald, maar het rendement daarvan (2 uit 27, red.) was heel slecht”, zegt hij met een zuur gezicht. „Mijn verdedigende spel was wel oké. Maar ik kende de looplijnen van medespelers niet
goed, dus het was lastig om goede passes te geven.” Vraag hem niet namen te noemen van ploeggenoten van toen. „Misschien herken ik ze als ik er de gezichten bij zie”, verontschuldigt hij zich. Atlanta, waar Duitsland als vierde eindigde, markeert het einde van Fischers imposante interlandcarrière (259 caps, 154 goals). De ‘Calle’ is nu 52 jaar oud en hoofdarts van de afdelingen Orthopedie en ongevallenchirurgie in het Elisabeth Ziekenhuis in Dorsten. Hij is getrouwd en heeft twee tienerdochters. Ondanks zijn matige gestel, hij is diabetespatiënt en heeft een kunstheup, hockeyt hij nog steeds bij de ‘Alte Herren’ van Uhlenhorst. Strafcorners nemen gaat niet meer. Dat laat hij tegenwoordig aan een ander over.
Carsten Fischer wordt bij zijn entree in Eindhoven belaagd door camera’s.
archieffoto Fotopersbureau Van den Meulenhof
12
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
ACHTERGROND 13
OPINIE 15
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
Meningen over OZ
marijn
Oranje Zwart door de ogen van anderen. Hoe kijken prominenten en concurrenten in de hockeywereld aan tegen de Eindhovense hoofdklasser?
‘Club met innovatieve en slimme ideeën’ „Oranje Zwart is altijd goed in staat gebleken om met innovatieve en slimme ideeën toch in de top mee te blijven doen. Ook ben ik er jaloers op om te zien hoe goed Oranje Zwart Eindhovense bedrijven aan zich weet te binden. De club is er in geslaagd om van hockey de tweede sport van Eindhoven te maken. In Nederland is soms teveel aandacht voor prestatiesport, maar ik denk dat na de fusie met EMHC een grote club ontstaat die ook goede aandacht zal hebben voor de breedtesport. Het bestuur van Oranje Zwart is actief. Het is zaak dat hockey door heel Nederland verspreid blijft. Oranje Zwart is wat dat betreft de meest zuidelijke club op het hoogste niveau. Als hockeybond moeten wij ervoor zorgen dat we kijken naar de bevolking en wat er in de toekomst nodig is om hockey in Nederland op een hoog niveau te houden. We moeten vernieuwend blijven en Oranje Zwart pakt daar ook zijn rol in, die past bij de innovatieve regio Eindhoven.”
Johan Wakkie, directeur Koninklijke Nederlandse Hockeybond
‘Jaloers op Brabantse gemoedelijkheid’ „Oranje Zwart is een club die hard aan de weg timmert om een tophockeyclub te zijn. Vol enthousiasme. Ook financieel lijken ze op de goede weg. Het is een grote vereniging met duidelijke ambities: topsportontwikkeling bij de senioren en de jeugd. Op elke niveau willen ze meedoen in de top en net als bij ons heeft de jeugd bij OZ de toekomst. Een nieuw complex hoort ook bij de nieuwe ontwikkelingen. OZ heeft zich nadrukkelijk gemeld aan de top en is een echte vaste waarde geworden. Helaas voor ons is de Brabantse gemoedelijkheid moeilijk te kopiëren.”
Kees Roovers, voorzitter hoofdklasser Kampong
‘OZ is het Rotterdam van het zuiden’ „Het is een dynamische club, ik noem Oranje Zwart weleens gekscherend het Rotterdam van het zuiden. Onder leiding van Joop Veelenturf zijn zij gestart met het over de horizon kijken; het halen van buitenlandse spelers. Rotterdam is OZ hierin gevolgd. Wij hebben met Joop gesproken, maar zijn wel onze eigen weg hierin gaan varen. Op bestuurlijk niveau ben ik zeer tevreden over de samenwerking. Over de supporters niet altijd. Zij hebben onze spelers wel eens onheus bejegend. Maar het bestuur loste dit wel altijd goed op. De financiële problemen waar OZ een tijdje terug mee te kampen heeft gehad, zie je ook bij andere hoofdklasseclubs. Kosten rijzen de pan uit, terwijl de inkomsten niet evenredig meelopen. Bij OZ hebben ze het goed opgelost.” Dick van Yperen, oud-voorzitter (per 1 juli) van hoofdklasser HC Rotterdam
‘In Eindhoven zijn de rollen omgedraaid’ „Ik heb zelf bij EMHC gehockeyd. Dat was toen de grote club en Oranje Zwart de kleine. Midden jaren zeventig gingen de clubs samenwerken en daarna zijn de rollen omgedraaid. Het is ongelofelijk belangrijk voor het hockey dat de grotere steden goede hockeyclubs hebben. Oranje Zwart vult deze rol in Eindhoven goed in. Hoewel ik het liever zou zien dat aan de Aalsterweg één groot hockeybolwerk komt. Een grote club die alles kan bieden wat men in hockey zoekt. Het huidige bestuur van Oranje Zwart heeft de financiële zaken uitstekend op orde. Het is goed dat ze naast Heren-1 ook Dames-1 belangrijk gemaakt hebben. Hierdoor is het een uitgebalanceerde club. Erg gastvrij met de Brabantse gezelligheid. Zonder poespas.”
dat we buren zijn. Maar we werken nu al heel goed samen. Er is wel een natuurlijke rivaliteit. Die is ontstaan omdat EMHC vroeger beter, groter was dan OZ, terwijl dat nu andersom is. We werken nu samen op het gebied van zaalhockey en we trekken samen op richting de fusie en het realiseren van het nieuwe sportpark in de Genneper Parken. Hoewel dit dus het laatste lustrum zal zijn van Oranje Zwart als zelfstandige club, is het een mooi startschot voor een goede toekomst van beide verenigingen met een grote aantrekkingskracht voor Eindhoven. EMHC is sterk in de breedtesport, OZ in de topsport. Zo leren
we van elkaar. Het vraagt veel effort van beide verenigingen, maar het ziet er nu al heel goed uit.”
Marcel Oosterveer, voorzitter buurclub EMHC
‘Talenten behouden gaat ze nu beter af’ „OZ is een topclub die al jarenlang meedoet om de prijzen. Ik heb zelf vroeger nog tegen ze gehockeyd. Sindsdien is er niet veel veranderd. Soms waren ze een voorloper, zoals met het binnenhalen van buitenlandse spelers. Ook de vrouwen zijn de laatste jaren in opkomst. De club
Erik Cornelissen, voorzitter hoofdklasser HC Amsterdam
‘Samen opboksen tegen het westen’
Jan Albers, voorzitter Koninklijke Nederlandse Hockeybond
‘Oude rivalen die van elkaar leren’ „Mijn eerste herinnering aan Oranje Zwart is van lang geleden. Wij speelden met EMHC jongens-A1 in de zaal twee keer tegen ze. OZ had een veel beter elftal en we verloren twee keer met 12-1. Wij vonden het fantastisch dat we wel scoorden! Erg goede spelers gaan van ons naar Oranje Zwart als ze hogerop willen komen in het hockey. Dat gun ik die club. Ze hebben er hard voor gewerkt en hebben het goed voor elkaar. Bij de buitenwacht ligt de nadruk vaak op concurrentie om-
slaagt er nu veel beter in dan vroeger om talenten voor de regio te behouden. Voorheen trokken deze eerder weg naar de Randstad. Wedstrijden tussen Amsterdam en Oranje Zwart in de herenhoofdklasse zijn altijd bijzonder, heel spannend maar bovenal sportief. De internationals van beide clubs kennen elkaar natuurlijk ook. OZ heeft een goede band met de regio en het bedrijfsleven in de buurt. De club heeft de laatste tijd veel sponsors aan zich kunnen binden. Volgens mij zit de vereniging in een goede flow. ”
De stadsderby met EMHC behoort straks definitief tot het verleden. Op
15 maart 1987 (foto) speelden de dames van OZ en EMHC voor het laatst op het hoogste niveau tegen elkaar. Ze degradeerden alle twee in dat jaar. Hierna kwamen de dames van beide clubs nog wel in de hoofdklasse uit, maar nooit gelijktijdig. De vrouwen van EMHC speelden in 1992-1993 voor het laatst op het hoogste niveau. archieffoto Frits Penson
„Oranje Zwart is een belangrijke speler in de hoofdklasse. Ik bewaar altijd goede herinneringen aan de wedstrijden tegen OZ. Echte derby’s. Qua geografische ligging is Oranje Zwart natuurlijk onze grootste concurrent. Maar als de grootste verenigingen uit het zuiden, met in de toekomst misschien ook Tillburg erbij, wordt het essentieel dat we op verschillende vlakken samen gaan werken. Alleen dan kunnen we tegen het geweld opboksen van de clubs uit het midden en westen van het land. Het is dan ook van belang om vertegenwoordigers uit het zuiden in verschillende besturen van de bond te krijgen. Maar ik kijk nu alweer uit naar de wedstrijden van komend seizoen tegen Oranje Zwart.” Mieke van den Akker, voorzitster hoofdklasser HC Den Bosch
ECONOMIE 17
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
‘Sponsoren is ook gunnen’ Het is crisistijd. Toch strikte Oranje Zwart de laatste twee jaar de ene na de andere sponsor. Hoe kan dat? door Daan Daniëls EINDHOVEN – Binnen het reddings-
plan ‘OZ-Vooruit’ wist Oranje Zwart de afgelopen anderhalf jaar de ene na de andere nieuwe sponsor aan zich te binden. Simon van den Boomen deed een appèl op het ‘Eindhoven-gevoel’ bij bedrijven, in enkele maanden tijd harkte de club zo ruim 250.000 euro aan extra sponsorgelden bijeen. De steun van de nieuwe ‘Club van 15’ kwam bovenop het bedrag dat de hoofdsponsors al gaven. En ook de Business Club kreeg weer een flink aantal nieuwe gezichten. De vraag rijst: waarom stappen bedrijven in deze tijd van financiële tegenspoed toch in? Volgens Geert Hurks van Hurks Bouw, een van de nieuwkomers, heeft het deels te maken met ‘de mensen die toen de koppen bij elkaar hebben gestoken’. „OZ dreigde zijn landelijke positie te verliezen en ik vind dat het niet zo kan zijn dat de club niet meer meestrijdt om de Nederlandse titel. Toevallig zijn een aantal van de initiatiefnemers vrienden van me en dan komt de vraag op je pad. Vanwege de economische situatie moest ik er wel wat langer over nadenken, de keuze was niet zo eenvoudig. Maar het zegt iets over hun overredingskracht dat ik toch ben ingestapt.” Met zijn bedrijf werd hij lid van de ‘Club van 15’ en tevens shirtsponsor. Hurks: „Het is leuk om je naam voorbij te zien komen als je Studio Sport kijkt. Ze moesten me wel één ding beloven: dat ik
De aandacht voor
sponsoring was een beetje verwaarloosd binnen Oranje Zwart, de afgelopen jaren is daar weer hard aan getrokken. foto Joost Dalinghaus
niet hoefde te komen kijken”, besluit hij lachend. Ook Jan Vromans trad met zijn bedrijf Maxifood toe tot de ‘Club van 15’. En dat terwijl hij ook al shirt- en kledingsponsor was van jeugdteams bij OZ en van de
“
Ze moesten we wel één ding beloven: dat ik niet hoefde te komen kijken Geert Hurks, shirtsponsor OZ
keepersschool. „In mijn bedrijfstak is sponsoren vaak ook gunnen. Ik ben een impulsieve sponsor. Ik raakte in gesprek met Simon van den Boomen. En het gesprek beviel goed. Hij heeft een echte gun-factor. Dan ga je kijken wat je kunt doen om de club verder te helpen. Lang heb ik er ook niet over hoeven nadenken. De crisis gaat gelukkig langs mijn bedrijf heen. Maar gunnen is het belangrijkste. Zonder dat valt denk ik negentig procent van de sponsoring weg.” Bart van der Sluijs, die zelf in de hoofdklasse heeft gehockeyd bij Tilburg, is sinds afgelopen mei met ICS Groep lid geworden van de Business Club. Hij zag geen financieel risico om deze stap te zetten. „Het bedrag dat je als spon-
sor betaalt en het potentieel dat je eruit kunt halen is heel erg goed. Je kunt bij OZ op een informele manier netwerken, temeer omdat je juist hier met de beslissers van bedrijven aan tafel zit. Bij voetbal is dat wel eens anders. Er komt
“
Gunnen is het belangrijkste. Zonder dat valt 90 procent van de sponsoring weg Jan Vromans, nieuwe sponsor
dus altijd iets uit. En daarbij zijn de thuisduels altijd een heerlijk gezinsuitje. Dat je de club financieel ook nog eens kunt helpen, maakt het plaatje compleet.” Ook Van der Sluijs is via het netwerk van Van den Boomen bij OZ binnengekomen. Jan-Willem Kooistra van Gemco International liep al enkele jaren rond bij de club, als coach van het elftal van zijn kinderen. Ook hij kreeg een jaar geleden de vraag om toe te treden tot de Business Club. „Ons bedrijf heeft geen economische binding met deze regio. Dus sponsoring heeft voor ons geen commerciële doelstelling. Maar de hockeyclub kan alleen blijven bestaan als leden hun lidmaatschap betalen en sponsors hun bereidwilligheid tonen.”
Het begon met een paar polyester doelen door Daan Daniëls OUD-TURNHOUT – Van alle sponso-
ren die Oranje Zwart de afgelopen jaren aan zich bond, is Wim Jansen één van de trouwsten. Al bijna veertig jaar is hij geldschieter bij de club.
Het was min of meer toeval dat Wim Jansen midden jaren zeventig (het precieze jaartal weet hij niet meer) besloot sponsor te worden van Oranje Zwart. De uit Stratum afkomstige Jansen hockeyde zelf bij de veteranen van Racing, maar zijn kinderen gingen naar OZ. Met zijn bedrijf Indupol had Jansen voor Racing al diverse materialen vervaardigd. Zijn faam was hem vooruitgesneld. „Ze wisten bij Oranje Zwart dat ik doelen van polyester gemaakt had en ze vroegen of ik die ook voor hun kon maken.”
Het bleef niet alleen bij doelen. Indupol maakte ook reclameborden en zaalhockeybalken. Er ontstond een warme band tussen Jansen en zijn vrouw én Oranje Zwart, die tot op de dag van vandaag voortduurt. „Oranje Zwart is een club van ondernemers, doeners en daar voel ik me erg prettig bij. Ik ga nog altijd naar alle wedstrijden. Uit én thuis”, vertelt Jansen, tachtig jaar en tegenwoordig in België woonachtig. Op de achtergrond heeft hij zich met veel zaken binnen de club bemoeid, zoals met de herbouw van het clubgebouw na de brand in 1992. Hij had ook een vinger in de pap bij het aantrekken van buitenlandse spelers. „Er werd in 1995 wel gesproken over het halen van buitenlanders, maar er was nog twijfel. Ze wilden de competitie beginnen, kijken hoe het zou lopen en dan in de winterstop even-
Wim Jansen steunt OZ al bijna veertig jaar. foto Ton van de Meulenhof
tueel versterkingen aantrekken. Ik zat bij die vergadering en zei toen dat we beter meteen die versterking konden halen en dan kijken
hoe het zou lopen. En toen werd Carsten Fischer gehaald.” Voor Jansen bleef het niet alleen bij het sponsoren van materialen.
Vanaf de oprichting van de Business Club (25 jaar geleden) is hij met zijn bedrijf ook daar lid van. „We betalen een vast jaarlijks bedrag, maar het is geen geheim dat wij ook wel eens een speler gesponsord hebben, zoals Shahbaz.” Indupol is een van de weinig bedrijven die is overgebleven van de donateurs van het eerste uur van de Business Club. Jansen: „Momenteel floreert die club weer, met zo’n zeventig leden. Maar er zijn er genoeg afgevallen wegens financiële problemen.” Hoewel de liefde voor Oranje Zwart spreekt uit zijn woorden, bekijkt Jansen de band met de hockeyclub toch ook zakelijk. „Waren wij failliet gegaan, dan was het sponsorschap financieel niet meer mogelijk geweest en waren wij ook gestopt. Maar gelukkig is daar nooit sprake van geweest.”
EXTRA 21
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
Zaterdag lijkt bar weinig op zondag Zonder scheidsrechters geen hockey. Olaf van Gastel (28) is de enige OZ’er die als bondsscheids echt werk maakt van een ‘fluitcarrière’. door Anneke Liebrand EINDHOVEN – Op zaterdag fluiten, op zondag keepen. Jarenlang zag zijn weekend er zo uit. Drie seizoenen terug hakte Olaf van Gastel (28) de knoop door. Hij besloot dat hij hogerop wilde als hockeyschéids en borg zijn legguards definitief op. Van Gastel ging in zijn eerste jaren als bondsarbiter als een speer. Nadat hij voor de cursus en de proeve van bekwaamheid was geslaagd, werd hij direct bij de landelijke topjeugd - Jongens-A- ingezet. Maar na drie seizoenen ging de jeugd hem een beetje vervelen. „Het was geen uitdaging meer. Ik kreeg het gevoel dat ik uitgeleerd was.” Van Gastel, die toen nog wel hockeyde, stond voor de keuze: of als derde doelman verder gaan bij Heren-2, óf stoppen en alles op het fluiten gooien. Hij koos voor het laatste en ging bij de senioren aan de slag. Momenteel is hij in de overgangsklasse (vrouwen) en eerste klasse (mannen) actief. Het is een wereld van verschil met de zaterdag, heeft Van Gastel intussen ervaren. „Bij de jeugd ligt de prioriteit bij de spelregels en de goede toepassing daarvan. Op zondag is dat de basis. De prioriteit ligt dan veel meer bij het omgaan met spelers, publiek, coaches en bankzitters. Je moet dan vooral weten hoe je een wedstrijd moet managen. En dat is het allermoeilijkste. Dat is iets wat je in je hebt, of niet. Ben je een timide scheids en pas je strikt de regeltjes toe? Dan ga je het op zondag niet redden. Ze maken gehakt van je.” Dat laatste zal Van Gastel, die met zijn kaalgeschoren hoofd wel eens wordt vergeleken met voetbalarbiter Pierluigi Collina, niet gauw overkomen. Wel heeft hij te horen gekregen dat hij aan zijn presentatie op het veld moet schaven. „Ik heb vijf zusjes en een broertje, ik heb veel vrienden, kan met heel veel verschillende mensen goed overweg. Maar als ik eenmaal op het veld sta, dan straal ik iets uit wat ik niet ben. En daar ben ik de afgelopen tijd te veel mee bezig geweest.”
OLAF VAN GASTEL
Geboortedatum: 22-05-1985. Woonplaats: Eindhoven. Oranje Zwart: oud-keeper van Heren-2 en Heren-8. Beroep: makelaar (werkzoekend) Prijzen: vice-landskampioen met Heren-2 in reserve hoofdklasse. Olaf van Gastel is de enige bondsscheidsrechter bij Oranje Zwart. Volgens de richtlijnen van de KNHB zou elke club per 50 leden een bondsscheids moeten leveren. Wil je zelf bondsscheids worden? Kijk dan voor meer informatie op de website van de KNHB.
Het heeft hem een promotie gekost, weet hij. „Ik moet dichter bij mezelf blijven. Laatst vroeg een beoordelaar of ik het wel leuk vind om scheids te zijn. Ik vind het superleuk! Dit is één van de leukste dingen die ik ooit in mijn leven heb gedaan. Blijkbaar laat ik naar buiten toe iets anders zien. Daar moet ik aan werken.” Dat het wel pure liefhebberij móet zijn, blijkt ook uit de vergoedingen die de hockeybond voor scheidsrechters reserveert. „Ik krijg 19 cent per kilometer en 35 euro per seizoen. Als ik hoger ga fluiten, krijg ik per seizoen 100 euro of zo. Daar kun je net een paar schoenen van kopen”, lacht Van Gastel. „Maakt ook niet uit, hoor. Daar doe ik het niet voor. Ik krijg er immaterieel een hoop voor terug. Het geeft een ongelofelijke kick als de verliezende partij na een wedstrijd zegt dat je goed gefloten hebt.” Zijn ambities zijn helder. Komend seizoen hoopt de Eindhovenaar promotie te maken richting hoofdklasse (vrouwen) en overgangsklasse (mannen). En dan is hij nog één stap verwijderd van zijn voornaamste doel: de mannenhoofdklasse. Zijn ultieme droom? Van Gastel hoeft niet lang na te denken. „Ik heb altijd gezegd dat ik naar de Olympische Spelen wil. Ik weet niet hoe realistisch dat is, maar het zou wel geweldig zijn.”
Olaf van Gastel, voorheen keeper bij Oranje Zwart, wil graag carrière maken als bondsscheidsrechter. „Dit
van de leukste dingen die ik ooit heb gedaan.”
Zo ongeveer elk jaar nieuwe regels EINDHOVEN – Stilstand is achteruit-
gang? In de hockeysport nemen ze dat gezegde wel erg serieus. Zo ongeveer elk seizoen worden de spelregels bijgesteld en soms zelfs drastisch gewijzigd. In de afgelopen jaren werden onder meer de shoot-outs (in plaats van strafballen), selfpass (de bal hoeft niet meer eerst stil te liggen bij een vrije slag) en het eigen doelpunt geïntroduceerd. Spelregels die nu niet meer weg te denken zijn, waren jaren geleden nog geen vanzelfsprekendheid. Neem bijvoorbeeld de reserves. Pas in 1973 werden wissels toegestaan, te beginnen met twee per wedstrijd. En tot ongeveer diezelfde tijd mochten hockeyers de bal vanaf de zijlijn met de hand
inrollen. In 1982 verdween ‘hands’ volledig van het hockeyveld; de handstop, tot die tijd gebruikt bij de strafcorner om de bal stil te leggen op kopcirkel, mocht niet meer. De afschaffing van de buitenspelregel zette de hockeywe-
reld in de jaren negentig nog maar eens op z’n kop. En wat dacht je van de keepershelm? OZ-doelman Ronald Jansen vertikte het in 1987 tijdens de Champions Trophy in Amsterdam om een helm op te zetten en werd zo
onderwerp van gesprek. Een jaar later moest de flamboyante goalie capituleren; de internationale hockeybond FIH stelde de helm in 1988 verplicht. Dit seizoen heeft de hockeybond natuurlijk weer iets nieuws verzonnen. Een coach die een gele of rode kaart krijgt voor gemopper, dupeert zijn ploeg extra: zijn team moet dan (tijdelijk of definitief) verder met tien man.
is één
Iedereen moet leren fluiten EINDHOVEN – Scheidsrechterszaken zijn bij Oranje Zwart ondergebracht in de arbitragecommissie. Monique Custers is de voorzitter daarvan. Ze neemt haar taken, gesteund door het bestuur, uiterst serieus. Stouteriken kunnen bij haar rekenen op een reprimande. „Als een kind van twaalf rood krijgt omdat hij de scheids heeft uitgescholden, dan mag die speler zich bij mij melden. Legt de bond een schorsing op voor twee duels? Dan zet ik er gerust nog eens twee bovenop.” Ook in haar missie om voldoende scheidsrechters te hebben, is Custers onverbeterlijk. Ze ziet erop toe dat alle B-jeugdleden, eventueel onder lichte dwang, hun diploma halen. Zakken ze voor het examen, dan mogen ze niet naar de A-jeugd.
26 REGIO
‘Dave de Brombeer’ heeft alleen zijn bed niet op de club staan
M e re l M uld er
M ees M uld er
Je ns M uld er
Claire & Han-Pieter Mulder - van der Velden Jan & Anita Velden - van Dam r e d n va
ONDERTUSSEN
Ze noemen hem wel eens ‘de Brombeer’, zegt hij zelf. Hij begrijpt dat, en lijkt het niet erg te vinden. Het heeft te maken met zijn instelling. „Als je iets doet, moet je het goed doen”, zegt hij daarover. En: „Vriendelijkheid, daar bereik je nooit iets mee.” Dave Nobrega ontvangt in de bestuurskamer. Het zou hier het heilige der heilige moeten zijn, maar daar lijkt het niet op, deze ochtend. Links en rechts staan slordig geparkeerde plastic stoelen, in de hoek een paar verloren dozen. „Opruimen, ho maar”, vat Nobrega de toestand samen. „Als er op de club een feest is geweest, hangen er weken later nog steeds slappe ballonnen. Daar kon ik me aan ergeren, maar die tijd is voorbij. Tegenwoordig denk ik: ‘ Dave, doe eens normaal, forget it’.” Dave Nobrega is 77 jaar. „Had je niet gedacht, hè?” Inderdaad. Nobrega is samen met bestuurslid Ton van der Schoot verantwoordelijk voor de facilitaire zaken bij Oranje Zwart. Niet alleen zijn leeftijd verrast, zijn afkomst ook. „Ze verslijten me voor van alles en nog wat en denken vaak dat ik uit Indonesië kom.” Dat misverstand valt te begrijpen, gezien de gedistingeerde - gelaatstrekken van Dave, maar feit is dat zijn wieg stond in Latijns-Amerika. Geboren in Brits-Guyana, in Suriname opgegroeid en in 1954 op achttienjarige leeftijd naar Nederland verhuisd, met zeven anderen, die net als Nobrega naar de HTS gingen. „Ik ben ik Eindhoven aangekomen, en ik ben er nóg. In het begin waren we een bezienswaardigheid. We werden op straat nageroepen. ‘Pindachinees’, en zo.” Inmiddels is Nobrega genaturaliseerd tot Nederlander. Als Brit had hij steeds een visum nodig om door Europa te kunnen reizen en dat begon te vervelen. „Nederlander worden kostte me 700 gulden.” Zijn baan als technisch inkoper bij verschillende firma’s bracht met zich mee dat Nobrega voor zijn werk vaak in het buitenland was. Hij weidt daar niet over uit. „Je hoeft mijn doopceel niet te lichten.” Dan heeft hij het liever over Oranje Zwart, waar hij vier jaar hockeyde en zestien jaar geleden materiaalman werd. In eerste instantie verzorgde No@elshoute brega de spullen van de
[email protected] keepers. „Als ik iets niet wist, zocht ik het uit. Dan haalde ik catalogi erbij, ging ik naar de leverancier. Ik verdiepte @DaphneBroers me. Je kunt iets
[email protected] keren als het kapot is, maar je kunt het ook tot de laatste draad zelf repareren.” Gestaag groeide Nobre@JohnGraat ga uit tot de man die hij
[email protected] nu is bij Oranje Zwart; Drie verslaggevers schrijven op deze plek om de beurt vraagbaak voor techniover ontmoetingen met mensen in de regio. sche zaken, altijd paraat. „De club is mijn tweede huis geworden, alleen mijn bed staat er niet. Ik ben hier vrijwel elke dag en krijg voortdurend telefoontjes en mailtjes. ’s Avonds bedenk ik vaak oplossingen voor een probleem, er ligt altijd een blocnootje naast mijn bed.” Punt is wel, niet iedereen wil altijd luisteren naar hetgeen Nobrega bedenkt en verordonneert. Pas nog, met de sproei-installatie van het veld. Nobrega heeft op briefjes duidelijke instructies gemaakt over de bediening. Een refill van de tanks duurt veertig minuten, gelieve die tijd in acht te nemen. Zul je zien dat er altijd mensen zijn die zich daar niks van aantrekken. „Vaak zijn het toppers die eigenwijs doen. Geen makkelijk volk. Ik ben zelf ook eigenwijs. Ik accepteer een betere visie, maar accepteer dan ook wat ik zeg op mijn gebied. Als ik me ergens in heb verdiept en je luistert niet, dan sta je bovenop mijn tenen. En soms belt een bestuurlid me op om te zeggen dat ik iets moet doen. Maar ik moet niets.” ‘Dave de Brombeer’ schuwt de ferme uitspraken niet. Hij voelt zich verwant met voormalige toppers binnen de club, Toon Siepman, Roger van Gent en vooral Ageeth Boomgaardt, die graag met een sigaretje stoom kwam afblazen bij Nobrega in zijn materiaalhok. „Ageeth is hard en weet waar ze het over heeft. Ik mag barsten als ze niet een keer coach wordt van het Nederlands vrouwenteam.” Brommen, mopperen, ferme uitspraken, maar denk niet dat Nobrega het vervelend vindt bij Oranje Zwart. „Ik vind het nog steeds leuk, anders stopte ik. Zoals Joop Veelenturf altijd zei: Er is maar één Oranje Zwart.”
Hofleverancier
Ki m v d Veld e n
Wo u t v d Veld e n
Lo e k v d Veld e n
Mirjam & Robert ettum -van der Velden W n va
J e ro e n v a n We t t u m
M a rle e n v a n We t t u m Ton & Liesbeth er Velden - Jonkers d n a v
E m e li n e v a n We t t u m
DOMINIQUE
ELSHOUT DAPHNE
Ton & Mia
BROERS JOHN
GRAAT
‘‘
Als je iets doet, moet je het goed doen. Vriendelijkheid, daar bereik je nooit iets mee.”
van der Velden - Van der
Daphne v d Veld e n
B a b et te v d Veld e n
Meule n
Bob v d Veld e n
M aud v d Veld e n
GOUDEN PAAR door Mayke Wijnen
Naam: Frits en Anneke Maartens Trouwjaar: 1954 Woonplaats: Waalre Kinderen: Luc en Lilian
H
ij was op slag verliefd. Zij wilde eerst de kat uit de boom kijken. „Hij deed net alsof we al vanaf de eerste ontmoeting iets hadden, maar zo ver was ik nog helemaal niet.” Frits (89) lacht als Anneke (83) de moeizame verovering in het voorjaar van 1950 terug haalt. „Ik heb er echt voor moeten vechten”, zegt hij. „Ook bij ons thuis”, beaamt zij. Liefkozend kijken de twee elkaar aan. Anneke zwichtte uiteindelijk toch voor Frits. En 63 jaar later zijn de twee nog altijd samen. Dat maakt van hen een echt OZ-stel. Vrijwel elke zondag staan ze langs de lijn. Door de jaren heen heeft de fami-
Frits moest vechten voor zijn Anneke lie Maartens zich in allerlei functies verweven door de club. Zoon Luc was ruim 25 jaar lid en leerde daar (natuurlijk) zijn eega Jolande kennen. Een van hun kinderen is Thijs Maartens. Hij speelde twaalf jaar in heren 1 en koos dit jaar voor het Belgische Dragons. Ook hun dochters raakten besmet met het hockeyvirus. En alle drie leerden ze hun man of vriend kennen bij hun club. Imke (getrouwd met Daan Bertrams) en Lisanne (Lucas Judge, inmiddels Pinoké) bij OZ. De jongste, Jolijn, maakte een wel heel pikante move: na jaren OZ koos ze voor EMHC, waar ze wél in dames 1 kon spelen. „Daardoor ontstonden er natuurlijk
heerlijke discussies. Ook omdat ze haar vriend, Rob Hermsen, daar leerde kennen en hij haar steunde”, zegt Frits. Dan hun dochter Lilian. Zij speelde lang op hoog niveau; 25 jaar bij OZ. Daarna even zolang voor Son. Haar zoon Ruud koos voor volleybal. En zo zijn de nazaten her en der vertegenwoordigd, vooral binnen OZ dus. Daar waar het allemaal begon, in 1949. Zowel Frits als Anneke meldde zich bij de hockeyclub. Waar Anneke ‘gewoon’ via het Catharina Lyceum voor de enige katholieke club in Eindhoven koos, maakte Frits een hele tocht langs alle hockeyvelden. De Amsterdammer ging na de oorlog bij
REGIO 27
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
van OZ: The Fields De familie Van der Velden is al ruim 65 jaar verweven met Oranje Zwart. De appel valt niet ver...
familie Van der Velden
door Anneke Liebrand
M e i ke v d Veld e n
Thomas v d Veld e n Joost & Imke van der Velden - Marks
Joep v d Veld e n Juul v d Veld e n
Sann e v d Veld e n Frank & Ine van der Velden - Bakker
M a y ke v d Veld e n Ti m v d Veld e n
Sim one v d Veld e n M a rc v d Veld e n
Pieter & Anneke van der Velden - Jonkers
C h a rl o t t e v d Veld e n
EINDHOVEN – Richt voor de aardigheid eens een blik op de ledenlijst van Oranje Zwart. Het valt direct op: die naam. Niet Jansen of De Vries, maar Van der Velden is de meest voorkomende achternaam bij Oranje Zwart. Die Van der Veldens zijn bovendien ook nog eens allemaal directe familie van elkaar. De ‘stamoudsten’ Mia van der Meulen en Ton van der Velden begonnen alle twee eind jaren veertig bij Oranje Zwart. Zíj speelde in het tweede, híj in Heren-3; ‘het feestteam’. Of de vonk daar ook daadwerkelijk oversloeg, weet Mia (83) niet meer precies. „Het kan bij de hockeyclub zijn geweest, maar ook bij het kaarten.” Hoe dan ook, hun huwelijk in 1955 vormt de basis van een imposante OZ-stamboom. Bijna drie volledige hockeyelftallen leverde het echtpaar door de jaren heen aan de club. De meesten van The Fields, zoals hun bijnaam luidt, zijn de vereniging nog steeds trouw, op z’n minst als supporter. Een aantal, met name van de oude garde, heeft de hockeystick zoetjes aan verruild voor een golfstok. Zo ook oma Mia. Op haar balkon in het centrum van Aalst bladert ze een bruin, oud fotoboek door. Op kleine, gekartelde zwart-witfoto’s staan vrolijk lachende gezichten. „Een heel album over Oranje Zwart, maar er staat eigenlijk niet één hockeyfoto in”, constateert ze meesmuilend. De hockeyclub, in de na-oorlogse jaren niet groter dan zo’n honderd man, was zeker toen meer dan een sportvereniging alleen. „Het ging niet zozeer om het hockey. We deden ook zó-
Anneke en Frits Maartens leerden elkaar bij OZ kennen en trouwden in 1954.
Philips werken. Hij kende Eindhoven niet en schreef zich zodoende in bij de eerste de beste hockeyclub: HTCC. „Dat was heel leuk, behoudens een ding: op mijn vrije zaterdagmiddag moest ik langs de Philips fabrieken fietsen. En ik wilde daar buiten werktijd
liever niets mee te maken hebben.” Dus ging de zoektocht verder. HC Eindhoven? Nee, ook dat lag aan de Oirschotsedijk, dus ook langs Philips. EMHC misschien? „Een prachtig sportpark, daar wilde ik wel hockeyen.” Zijn enthousiasme bekoelde snel. „Ik kwam
veel andere dingen samen.” Tennissen, op skivakantie, dagjes uit. „De onderlinge vriendschappen waren fantastisch”, koestert oma haar herinneringen. In ‘haar tijd’ reikte een rok tot net boven de knie, was een stick nog van hout en een speelveld van hobbelig - natuurgras. Trainen? Dat deden ze nooit. Van jeugdhockey was op de club nog geen sprake. Mia weet nog goed hoe destijds in de Randstad naar OZ gekeken werd. „We hadden geen goede naam. Clubs uit Den Haag en Amsterdam keken op ons neer. In hun ogen waren wij de boeren. Maar ik denk dat er niet een club zo gezellig was als de onze. We hebben er vrienden voor het leven leren kennen.” Hun kinderen voelden zich later ook thuis bij de club. Zo vond zoon Jan zijn Anita op het zwart-wit feest van OZ en Ton maakte Liesbeth pas echt het hof tijdens het Oud Eindhoven Toernooi. Terwijl die twee elkaar eigenlijk al kenden; Ton’s broer Pieter ging immers al met de zus van Liesbeth. De broertjes Van der Velden zijn dus getrouwd met twee zusjes Jonkers. Maar laten we er niet te veel over uitweiden, want dan raakt het einde zoek. Opa Ton is een paar jaar geleden overleden. Zijn allerjongste kleinkinderen hebben zich inmiddels bij de hockeyschool van Oranje Zwart gemeld. Ze heten tegenwoordig Mulder, naar vader Han-Pieter, zeg maar ‘van de koude kant’. Misschien blijven zij ook wel hockeyen. En levert dat over een, twee decennia weer een nieuw OZ-boompje op. Wie weet. De tijd zal het leren.
linkerfoto Irene Wouters
daar collega’s tegen, onder wie mijn baas ‘de blauwe Willem’. Toen ben ik maar weer gegaan.” Hij liep langs de velden van OZ, waar een dameswedstrijd bezig was. „Fanatíek! Dus ik bleef kijken. Ik vroeg aan een van de toeschouwers of hier veel Phi-
lipsmensen waren. Weet je wat ie zei? ‘Philips? Wie is dat?’ Dit wordt mijn club, dacht ik, hier moet ik zijn.” Anneke hockeyde datzelfde jaar bij Dames-1. Frits werd meteen gevraagd als captain van een nieuw team, Heren-3, dat bestond uit teruggekeerde militai-
CORRIE DE LEEUW
[email protected]
DNA
O
h help, dacht ik, toen ik het mailtje van mijn collega van de sportredactie las. Of ik een column wilde schrijven voor de ED-bijlage over Oranje Zwart. En of ik eigenlijk wel iets heb met hockey of met Oranje Zwart. Oh help, dacht ik dus. En toen dacht ik aan Pierre Visschers. En aan mijn schoolvriendinnetje Ankie. En aan de Oranje Zwart-feesten aan het einde van de Genneperweg. En de knappe hockey-jongens. Pierre Visschers was conrector op de Eindhovense middelbare school waar ik in de jaren zeventig op zat. En gymleraar. Hij stond bekend om zijn pijp en zijn harde hand. En buiten school was hij trainer bij Oranje Zwart. Of hij daar ook een sportief schrikbewind voerde, weet ik niet. Op school hadden leerlingen in ieder geval een liedje over hem gemaakt. Op de melodie van Rawhide. En de laatste zin luidde: ‘Visschers piest een gaatje in beton’. Ik bedoel maar... Op diezelfde middelbare school hadden we ‘met de gym’ heel vaak hockey. Ankie en ik waren hippe meiden. We hadden heel lange haren en die gingen we dus écht niet vlechten of in een staart doen. En dan is zo’n buk-sport wel lastig hoor. Maar wij waren sportief en handig. En zelden heb ik mij met iemand zo’n ijzersterk duo gevoeld als toen, bewapend met een hockeystick. En niet veel later waren er de feesten. De Oranje Zwart-feesten, waar iedereen geweest moest zijn en waarvan bijna niemand zich de volgende dag nog iets kon herinneren. Of ik iets met Oranje Zwart heb? Ik ben Eindhovense. Oranje Zwart zit waarschijnlijk in mijn DNA.
ren uit het voormalige Nederlands-Indië. Toch duurde het nog bijna een seizoen voor ze elkaar ontmoetten, bij een toernooi waar zowel Dames-1 als Heren-1 naartoe ging en Frits mocht invallen. „Ik zat naast haar in de bus”, weet hij nog. „Ik had de dag ervoor gesolliciteerd voor een baan in Saoedi-Arabië, maar de brief is nooit verzonden. Ik was op slag verliefd.” Anneke was nog niet overstag. „Maar hij hield vol en uiteindelijk heb ik toch toegehapt”, lacht ze. Frits: „Ik heb wel haar hand moeten vragen bij haar vader. Daarbij maakte ik nog een enorme blunder. Ik had ambities bij de KMA, maar dat ging niet door vanwege de oorlog. Toen wilde ik gymleraar worden, maar tóch koos ik voor de HTS Werktuigbouw. Haar vader vroeg waarom. Ik antwoordde dat de praktijkleraren minder salaris kregen dan de theoretische docenten. Bleek haar vader toch gymleraar te zijn. Haha!” Anneke met een knipoog: „Toen was ik overstag.”
REGIO 29
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
OET: hockey, biertje, pleziertje... door Jurriaan Nolles en Anneke Liebrand EINDHOVEN – Het is een bekend gegeven: hockeyers, althans de meesten, houden wel van een potje bier, of twee, of drie, of vier...
Ieder jaar met Pinksteren is het bal bij Oranje Zwart. Het clubhuis in de Genneper Parken is dan met zo’n duizend drinkgrage hockeyers by far de beste kroeg van de stad. Tijdens het traditionele Oud Eindhoven Toernooi, kortweg OET, staat de tapkraan twee dagen lang wagenwijd open en haalt de hockeyclub omzetten waarvan cafés
op het Stratumseind slechts mogen dromen. Tentjes, live muziek en plastic glazen bier, het OET heeft wel iets weg van een muziekfestival. De decibellen knallen uit de boxen. Dames en heren, merendeels dertigplussers, dansen en springen onvermoeibaar op de banken. „Ik verwacht niet dat ik veel zal hockeyen. Dat is tenminste niet de insteek”, verwoordt deelneemster Esther Beckers tijdens de jongste editie wat velen denken. Ze speelt bij Dames-10 van Oranje Zwart. „Ik ga wel flink wat biertjes drinken”, vertelt ze met een halfvol glas gerstenat in de hand. Het is een gezellige boel op het
terrein van Oranje Zwart. Teams doen hun best om op te vallen, ze dragen t-shirts met originele teksten als: ‘Wie is de Snol?’, ‘God zij Drank’, en ‘Strafpushjes’. Opvallend zijn de ouderwetse katoenen overhemden van team ‘Ik & mijn Vriendjes’. Deze ploeg bestaat uit (oud-)spelers van de selectieteams van OZ, ook oud-international en Heren-1-speler Rob Reckers maakt er deel van uit. De katoenen exemplaren zijn de oudste shirts, maar de jonkies hebben die ingeruild voor hippe paarse diepe V-halsshirts. Mark van Loon en Maarten Bakker doen al ruim een kwarteeuw mee aan het OET. „Dit toernooi
voelt als een reünie. We zijn allemaal uitgewaaierd naar andere delen van het land. Maar één keer per jaar komen we hier samen.” Het OET bestaat al meer dan veertig jaar. Het toernooi is bedacht door een vriendenelftal dat ieder weekend in café Oud Eindhoven te vinden was. Om zich van de andere teams te onderscheiden, bedachten ze dit toernooi. Winst of verlies zijn tijdens de pinksterdagen van ondergeschikt belang aan de Aalsterweg. „Dit is veel meer dan een hockey”, weet voorzitter Simon van den Boomen. Het toernooi is jaarlijks inmiddels goed voor een kwart van de totale baromzet van Oranje Zwart, stelt hij,
al is het de club daar natuurlijk nooit om begonnen. „Maar tegenwoordig is het OET ook financieel van groot belang voor de club”, koestert de preses ook dit evenement. „Hockey kent geen verdienmodel met transfers of recettes, zoals bij het voetbal. We willen tophockey en mooie evenementen organiseren bij Oranje Zwart. Dat kan niet zonder breedtehockey. Mede daarom is dit toernooi zo belangrijk. Moet je eens zien: iedereen staat te dansen en je voeten plakken aan de grond van al het bier dat is gevallen. Maar in een ander weekend wordt hier bijvoorbeeld gestreden om de landstitel. Mooi, toch?”
Oranje Zwart is jaarlijks met Pinksteren by far de beste kroeg van Eindhoven. Zo’n duizend hockeyers uit alle hoeken van het land zijn dan tijdens het Oud Eindhoven Toernooi aan het feesten.
foto Irene Wouters
Rijdend meubel gemaakt met speciale bierla Naam: Frank Gruintjes Team: Touring Team Petit Pierre Fou. Hoeveelste OET: 12e Voorbereiding voor OET: „We hebben voor deze editie een rijdend meubel gemaakt. Daar kunnen we onze sticks, shirts en vieze broekjes in kwijt. Maar het belangrijkste is de bierla. Met dit bierblad kunnen we in één keer voor alle teamgenoten drank halen.”
Frank
Gruintjes
Vrijdag trainen in de kroeg
Mark
van Loon en Maarten Bakker
Tien meter nasi en bami Namen: Mark van Loon en Maarten Bakker Team: Ik & mijn vriendjes Hoeveelste keer OET: 27e Voorbereiding op OET: „Binnen ons team heb je de oude en nieuwe generatie. De jongeren hebben een V-hals, wij dragen de oude katoenen shirts. Wij vergaderen voor aanvang van het toernooi wie het oude shirt krijgt uitgereikt.” Mooiste OET-herinnering: „Ons jaarlijkse Chineesje op de zondagmiddag. We leggen tien meter aan bakjes nasi en babi panggang neer. Tijdens het eten voeren we de beste gesprekken.”
Naam: Daniëlle van de Veen Hoeveelste keer OET: 15e Team: Femmes Fatales Voorbereiding: „Femme Fatales traint drie keer in de week: donderdag op het veld, vrijdag in de kroeg en op zondag oefenen we tijdens de wedstrijd.” Mooiste OET-herinnering: „Tien jaar geleden stonden we in de finale. Alle deelnemers van het toernooi kwamen onze wedstrijd bekijken. Helaas ging de finale verloren, maar het blijft een mooie herinnering.”
Daniëlle van de Veen
Dianne van Rhee
Dak eraf met Patty Brard Naam: Dianne van Rhee Hoeveelste keer OET: 5e Team: organisatie Voorbereiding: „Ik zit nu vijf jaar in de organisatie. Ik heb nu vooral een ondersteunende rol. Ik spring bij waar dat nodig is.” Mooiste OET-herinnering: „Ieder jaar is er een geheim optreden. Twee jaar geleden kwam Patty Brard zingen. Het clubhuis werd bijna afgebroken, zo hard dansten de hockeyers. Patty had het zelf net zoveel naar haar zin. Het was een geweldig feest.”
REGIO 31
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
Tijden veranderen, Charly 13 niet Het is en blijft gevoelig, de fusie van OZ en EMHC. Of toch niet? Charly 13 (EMHC) ziet een samengaan wel zitten. door Mayke Wijnen e-mail:
[email protected] EINDHOVEN – De heren stoten elkaar aan. Even geen tijd voor flauwe grappen en grollen, nee een gevoelig onderwerp wordt aangesneden. De fusie. Die tussen EMHC en Oranje Zwart. De mannen vertegenwoordigen eerstegenoemde club en zijn het erover eens: gevoelig is het onderwerp eigenlijk allang niet meer. Sterker nog. De fusie wordt toegejuicht. „In deze tijd ontkom je er niet meer aan”, is het antwoord dat meerdere malen over tafel rolt. „Laat die fusie er maar komen. Het is voor beide clubs het beste.” De 12 heren in dezen zijn Charly 13, een groep die in totaal uit 32 actieve leden bestaat. Al 47 jaar bouwen ze aan een rijke historie bij EMHC. Ze kwamen samen bij de club in de tijd dat sentimenten nog de overhand namen, dat je ouders nog bepaalden waar je ging hockeyen, omdat zij nu eenmaal lid van die club waren, in de tijd dat er nóg veel meer een echte clubcultuur heerste. Juist, in die tijd toen EMHC nog lijnrecht
“
Op vrijdag dronken we een pot bier in de kroeg, op zondag was het oorlog Fons Roels over de stadsderby’s
De mannen van het roemruchte ‘EMHC-bolwerk’ Charly 13 zijn stellig over de aanstaande fusie: laat maar komen.
tegenover OZ stond. Inmiddels zijn de tijden veranderd. Gaan praktische overwegingen boven de sentimenten. En zo nemen zelfs de sentimenten af bij Charly 13, een groep waar enige nostalgie nog altijd de boventoon voert. „Beide clubs kunnen niet zonder deze fusie”, stelt de groep. „Het biedt ook weer heel veel nieuwe mogelijkheden, denk alleen al aan een clubhuis.” Op deze avond is Charly 13 in het Stadspaviljoen bijeen gekomen, zoals elke eerste vrijdag van de maand. Het begon in 1966 waar het team bij - jawel - HTC Eindhoven hockeyde als gezelligheidsteam. Maar Fons Roels was lid bij EMHC en regelde dat het team de overstap mocht maken naar de
club aan de Aalsterweg. Het werd eerst Heren-5, later Heren-13. Geen topsport, vooral veel gezelligheid. Het team besloot een toernooi te organiseren en pa Roels, Charles, stelde een beker ter beschikking. Het vriendenteam doopte de wisselbeker waarom gestreden werd om tot de Charly 13; Charly naar Charles, 13 omdat het heren 13 was. Daarmee was ook de nieuwe naam van het team geboren. Niet alleen de beker en het team werden overigens naar Charles Roels vernoemd. Later kreeg ook de laan waar EMHC en ook Oranje Zwart aan gevestigd zijn, de naam van de man die jarenlang directeur was van de verschillende sportparken in de Eindhovense
wijken en veel betekende voor de hockeyclub. Het leverde hem de benoeming tot erelid op. Ook zoon Fons is inmiddels lid van verdienste, en natuurlijk trouw aan Charly 13, de groep die allemaal bij hem begon. „Een vriendenteam voor het leven”, noemt hij het. Hoewel Charly 13 door de jaren heen vele wisselingen kende, nieuwe spelers toetraden, oude terugkwamen, bleef de naam overeind. En de vriendschappen, bewijst de drukke agenda van het gezelschap dat hockey als vaste en waardevolle basis kent, maar waar het spelletje inmiddels naar de achtergrond is verdwenen. Charly 13 is een eigen begrip geworden, een eigen club. Nu gol-
foto Jurriaan Balke
fen ze veel samen, gaan uit eten of zoals vanavond drinken ze een borrel. En natuurlijk worden er dan herinneringen opgehaald. Zoals de wedstrijden tegen Oranje Zwart die altijd speciaal zullen blijven. „Op vrijdag dronken we een pot bier samen in de kroeg en op zondag was het oorlog. Maar daarna was het weer een groot feest”, zegt Fons Roels. Over een fusie mocht toen niet teveel gesproken worden. „Maar die tijden zijn echt anders nu”, weet hij. „Nee, dat is niet jammer. Het is een andere tijd. Je moet met je tijd mee.” En dus feliciteert Charly 13 de leden van Oranje Zwart van harte met de 80ste verjaardag van hun club.
Borrel als inspiratiebron door Paul van den Hurk EINDHOVEN – Twee shirts, een
schaar en een naaisetje. Meer was er niet nodig om de fusie tussen de veteranessenteams van Oranje Zwart en EMHC te beklinken. Twee jaar geleden waren het Danielle van de Kant van EMHC en Joyce Scheffers van OZ die in een creatieve bui het nieuwe shirt ontwierpen. Van de Kant: „Het begon een beetje als borrelpraat. We hadden zojuist besloten de veteranessenteams van OZ en EMHC te laten fuseren tot één team, maar hoe zou het tenue er dan moeten uitzien? Joyce en ik besloten onze shirts doormidden te knippen. Zij haar shirt van OZ, ik dat van EMHC. Vervolgens naaiden we de helften aan elkaar en droegen we allebei een oranje-rood shirt.”
De aanleiding voor de fusie was een tekort aan speelsters bij beide teams. Omdat de verenigingen op een steenworp afstand van elkaar liggen, lag een samensmelting voor de hand. Bang voor botsende clubculturen is Van de Kant nooit geweest. „Grotendeels kenden we elkaar al. Veel van ons hadden jarenlang tegen elkaar gehockeyd. Bovendien kenden veel speelsters elkaar van feestjes of via de school van de kinderen.” Voor degenen die elkaar nog niet kenden, werd een naai-/borrelavondje georganiseerd. Scheffers legt uit: „We moesten natuurlijk allemaal zo’n oranje-rood shirt hebben. Dus met een avondje knippen, naaien en borrelen werd de sfeer gezet.” Het team viel als een puzzel in elkaar. Iedere hockeyster bleef lid bij haar eigen vereniging en het ge-
mengde team werd ingeschreven bij de bond. Waar EMHC en OZ buiten het veld probleemloos samenvloeiden, was het binnen de lijnen even zoeken. Van de Kant: „Het begon een beetje onwennig, want iedereen heeft een eigen speelstijl, ritme en andere looplijnen. Maar verder leken beide teams enorm op elkaar. Vanaf dag één hebben we onwijs veel pret. Zoveel zelfs, dat we nu niet meer zonder elkaar willen.” Alleen de logo’s op het tenue verraden nog de komaf van iedere speelster. „Sommige dames hebben een sterke band met hun club, dus dan is het fijn om met het eigen logo op de borst te spelen”, verklaart Scheffers. Al is dat systeem niet 100 procent waterdicht, weet Van de Kant. „We moeten ook kijken naar de verschillende
De veteranessen van Oranje Zwart en EMHC sloegen de handen ineen.
maten, dus het klopt niet altijd. Zo loopt Carine van den Boomen met een EMHC-logo op haar shirt.
Inderdaad, dat is nota bene de echtgenote van OZ-voorzitter Simon van den Boomen!”
REGIO 33
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
Weg met die indianentooien! Marijke Lamers, Lilian Reckers en Emeliet Grond vertellen over de hockeyschool, al dertig jaar een instituut bij OZ.
Funkey Hockey is er nu voor kids vanaf vier jaar
door Paul van den Hurk EINDHOVEN – Om niet bij voorbaat al de concurrentiestrijd met voetbal te verliezen, bedacht Oranje Zwart in 1983 de hockeyschool. Joop Veelenturf, destijds voorzitter, kwam met het idee en benaderde Marijke Lamers. „Hij vond dat we kinderen zo vroeg mogelijk moesten binden aan de club”, herinnert Lamers zich. „Jongetjes konden bijvoorbeeld op vijfjarige leeftijd al op voetbal, maar pas op achtjarige leeftijd op hockey.” Kinderen van vijf, zes en zeven jaar oud konden voortaan ook bij OZ terecht. Speltechnische training werd er niet gegeven, benadrukt Lamers. „Het motto was: kinderen moeten lekker spelen. We gebruikten grote ballen en er kwam nauwelijks een stick aan te pas. Totdat de kinderen zelf vroegen: ‘Wanneer gaan we nu eens hockeyen?’” Lilian Reckers kwam er in 1986 bij en nam de leiding in 1990 over van Lamers. „We zijn door de jaren heen wat technischer gaan trainen”, stelt Reckers. „Bij de veteranenteams ronselden we ervaren hockeyers om mee te helpen in de hockeyschool. Dat sloeg enorm aan. Vooral omdat het een gezellig clubje werd, dat na de trainingen lekker bleef hangen om koffie te drinken. Na een tijdje hoefden we niet meer te ronselen, iedereen wilde bij de hockeyschool horen.”
Een paar jaar geleden kregen kindjes nog speelser les op de hockeyschool van Oranje Zwart.
Sinds 1999 wordt de hockeyschool van OZ geleid door Emeliet Grond. „Hoewel we de kinderen echt wilde leren hockeyen, gaven we de oefeningen een heel speels karakter. Je wilt niet weten wat we allemaal uit de kast trokken. Indianentooien, cowboyhoeden, piratenkleding, tijgervellen. Want wij dachten: als je iets bent, zoals een piraat of een cowboy, loop je harder.” Totdat Michel van de Heuvel zich verbond aan de hockeyschool. Grond: „Michel heeft mijn ogen geopend. Terwijl wij dachten dat we heel voorzichtig moesten omgaan met die tere kinderzieltjes, zei hij: ‘Die piratenpakken en cowboyhoeden, weg ermee! Aapjes kun je heel gemakkelijk een kunstje leren.’ En hij kreeg gelijk.
De kinderen die hij onder handen had genomen, konden duizend keer beter hockeyen dan die cowboys en indiaantjes van mij.” Lamers pareert: „Maar hadden ze ook net zoveel plezier? „Tja”, antwoordt Grond, „met de komst van Michel werd er een professionaliseringsslag gemaakt. Oranje Zwart werd de prestatiegerichte vereniging die het nu nog altijd is. Dat riep bij sommige leden weerstand op, maar we zijn nu eenmaal een opleidingsclub. We willen de beste hockeyers van Nederland afleveren, dan moet je professioneel te werk gaan.” Grond merkt op dat de kinderen zelf daar geen probleem mee hebben. „Ze worden steeds competitiever, willen de beste zijn en willen dus graag leren. Daarom spe-
len we met de zevenjarigen ook al wedstrijdjes. Maar ook jongere kinderen zijn al erg prestatief.” Reckers vult aan: „En ook technisch vaardig. Je staat versteld als je ziet wat sommige kindjes van twee al kunnen met een stick en een bal.” Dat competitieve zie je niet alleen terug bij de kinderen, weet Grond. Ook ouders doen mee. „Zij vinden het geen enkel probleem als het kroost al zo vroeg fanatiek wil hockeyen. Er bestaat zelfs kabouterhockey, voor peuters die net uit de luiers zijn. Maar dat gaat mij te ver, dat zijn nog veel te veel ongeleide projectieltjes.” Vanuit de hockeyschool stromen kinderen geleidelijk door naar de jeugdopleiding. Zo’n negentig pro-
EINDHOVEN – Vanaf komend seizoen kunnen ook vier- en vijfjarige kinderen hockeyen bij Oranje Zwart. De KNHB heeft in samenwerking met Shell ‘Funkey Hockey’ ontwikkeld, een lesprogramma met een aantrekkelijk en gevarieerd aanbod van beweegoefeningen. ‘Fun’ in goed leren bewegen staat centraal, ofwel is de ‘key’. „Het is een behoorlijk innovatief concept”, weet Emeliet Grond, leidster van de hockeyschool van Oranje Zwart. „We zijn de eersten die met Funkey Hockey starten.” Op dit moment is OZ in gesprek met buurman EMHC om in het kader van de fusieplannen samen het Funkey Hockey op te zetten. Tijdens de oefeningen komen alle grondvormen van bewegen aan bod, zoals balanceren, jongleren en springen. „Het zijn vooral de beginselen van hockey”, vertelt Grond. „En we proberen het heel erg speels te brengen, dus de cowboyhoeden (zie artikel hiernaast, red.) kunnen weer uit de kast worden gehaald.”
cent blijft bij Oranje Zwart. In dertig jaar heeft de hockeyschool honderden kinderen klaargestoomd voor de club, onder wie een aantal grote talenten. Volgens Lamers gaat de hockeyschool van Oranje Zwart in de toekomst nog veel meer internationals afleveren: „Het kwaliteitsniveau is tegenwoordig ontzettend hoog, ik verwacht dat er nog heel wat talenten doorbreken. Dus kom over dertig jaar nog maar eens terug met diezelfde vraag.”
Keepersschool is voor dappere dodo EINDHOVEN – Sommige hockeyers
vinden het geweldig om onder de lat te staan, voor anderen is het een regelrechte nachtmerrie. Toch moet, met name in de jongste en lagere teams, iedereen er wel een keertje aan geloven. Voor vaste doelmannen/-vrouwen én gelegenheidsgoalies heeft Oranje Zwart een bijzonder project opgezet: de keepersschool.
Raymond Pieterse en Robin Moest zijn de geestelijk vaders, vaste trainers en regelaars. Met nog een aantal anderen proberen ze kinderen én volwassenen op een leuke manier de kneepjes van het vak te leren. De doelverdedigers van Heren-1 en Dames-1, Mark Jenniskens en Larissa Meijer, dragen geregeld hun steentje bij. Op woensdagavond spijkeren ze zo’n dertig tot veertig keepers bij. „Tijdens een gewone teamtraining hangen keepers er vaak maar een beetje bij, ze staan er alleen om de ballen tegen te houden. De aandacht van de trainer gaat toch vooral naar de spelers uit. Wij richten ons puur op keepen”,
Elke woensdagavond krijgen in totaal zo’n 40 goalies ‘bijles’ op de keepersschool van Oranje Zwart.
geeft Jenniskens de meerwaarde van de school aan. Dat doelverdedigers de naam heb-
ben dat ze een beetje anders zijn dan de anderen, is Jenniskens niet onbekend. Hij ziet in ieder geval
één belangrijke onderscheidende eigenschap bij de jonge goalies: durf. „Die ballen komen hard aan.
Het zijn in ieder geval allemaal kinderen die niet bang zijn voor de bal.”
Sport
De eerste landstitel De vrouwen van OZ doorbraken in 1956 de westelijke hegemonie pagina 39
ed.nl/sport - 24 UUR PER DAG SPORTNIEUWS
36
De dames Meijer (1990) 1 Larissa Volgde in de zomer van 2010 Maartje Rabelink op. In 2013 door bondscoach Max Caldas als reservesluitpost bij het Nederlands elftal gehaald. Eerste OZ-keepster in Oranje sinds Riet Lemmens. Strafbalkiller.
2 Tina Bachmann (1978)
Sinds 2009-2010 de voorstopper en strafcornerspecialist van OZ. De scoop is haar handelsmerk. Staat op meer dan 200 caps en won met ‘die Deutsche Nationalmannschaft’ o.a. olympisch goud in 2004. Werd op het door Duitsland gewonnen EK 2013 uitgeroepen tot beste speelster van het toernooi. Leidersfiguur, hittepetit.
3 Frederique Derkx (1994)
Kwam via Hockey Heeze en Den Bosch in de zomer van 2012 bij OZ. Met Den Bosch 2x landskampioen en winst Europa Cup I. Drie keer Europees goud met Nederlandse jeugdteams en de beste tijdens de Jeugd Olympische Spelen. Haakte direct aan bij het grote Oranje.
4 Thea Haanen-Jansen (1937)
‘Thé’ Haanen kon in de verdediging en op het middenveld uit de voeten. Werd in 1956 met OZ landskampioen. Ook nog diverse keren zuidelijk kampioen. Was een van de eerste OZ-speelsters in het nationale team en heeft 10 caps achter haar naam.
5 Git Esmeijer-Weijtens (1951)
Git, de middelste van de zusjes Weijtens, maakte deel uit van het succesvolle Dames-1 dat in 1969 en 1970 de landstitel pakte. Debuteerde als 14-jarige in het eerste en reikte tot Jong Oranje. Een van de beste hockeysters van haar generatie, maar bedankte zelf na onenigheid voor Oranje.
5
8
Git Weijtens
6 Miek van Geenhuizen (1981)
11
Florentine Steenberghe
Debuteerde op 14-jarige leeftijd namens OZ in de hoofdklasse, bouwde haar imposante carrière (6 landstitels, 165 caps) echter elders uit. Hoogtepunten: olympisch goud (2008) en zilver (2004) en wereldtitel (2006). Gaat nu afbouwen bij overgangsklasser Rotterdam. Intuïtieve speelster.
Marilyn Agliotti
Paumen (1985) 7 Maartje Op haar 15e door OZ gescout bij Scoop. Stapte na 3 seizoenen in
2004 over naar Den Bosch, waar ze 7x de landstitel en 7x de Europa Cup I won. Wereldhockeybond FIH riep haar uit tot het talent van 2008 en de wereldhockeyster van 2011 en 2012. Met Oranje pakte de strafcornerspecialiste vele prijzen, waaronder 2x olympisch goud, 1x WK-goud en ze kroonde zich tot alltime topscorer van het Nederlands elftal.
8 Florentine Steenberghe (1967)
1
Larissa Meijer
‘Froggy’ leerde het vak bij OZ, maar won met HGC uit Wassenaar 2 landstitels en de Europa Cup I. Gevoelsmens pur sang speelde 113 officiële interlands. Twee keer stond ze op de Spelen met als aandenken een bronzen medaille van Atlanta 1996. Wereldkampioene in 1990.
2
4
Tina Bachmann
7
Thé Haanen
10
Maartje Paumen
Maaike Marks
9 Margje Teeuwen (1974)
Begonnen bij de mini’s van OZ maakte ze als 14-jarige al haar debuut in Dames-1. Ruilde haar jeugdliefde met pijn in het hart al op 17-jarige leeftijd in voor MOP. Kwam tussen 1994 en 2000 145 keer uit voor Oranje. Won 2x brons op de Olympische Spelen.
10 Maaike Marks-Weijtens (1938)
Landskampioen in 1956, 1969 en 1970. Eerste OZ’er die haar interlanddebuut maakte. Speelde tussen haar 18e en 22e 14 interlands. Neusje voor de goal.
3 Frederique Derkx
11 Marilyn Agliotti (1979)
Streek in 2001 in Eindhoven neer en werd snel een steunpilaar onder Dames-1. Week één seizoen (2007-2008) voor haar interlandcarrière uit naar SCHC en keerde terug toen OZ naar de hoofdklasse promoveerde. ‘Rugnummer 27’, kwam 75x voor haar vaderland Zuid-Afrika uit en daarna 89x voor Oranje, waarmee ze 2x olympisch kampioen (2008 en 2012) werd. Analytisch, rustige strateeg.
6 Miek van Geenhuizen
9 Margje Teeuwen
Op de bank Hoofdcoach Pierre Visschers (1937) Eerste echte trainer van de vrouwentak. Onder zijn leiding pakten de vrouwen in 1969 en 1970 de landstitel. Maakte vooral furore als coach bij de heren, was in 1970 verantwoordelijk voor de eerste promotie naar de eerste klasse en gaf de mannen in de EMOZ-periode het laatste zetje richting hoofdklasse. Markant figuur, handelsmerk: sigaar-in-pijp. Riet Lemmens (1940) Kwam in het kampioensjaar 1956 bij OZ en was allround. Speelde ‘een jaar of achttien’ voor Dames-1 en werd 2x landskampioen. Werd wegens verstuikte enkel op doel gezet, haalde vervolgens als keepster Oranje. Werd na 1 jaar alweer bedankt en besloot daarop bij OZ maar weer in het veld te gaan staan. Ageeth Boomgaardt (1972) Professionaliseerde tussen 2008 en 2013 de damestak. Bracht Dames-1 in 2009 terug op het hoogste niveau en maakte van OZ vervolgens een stabiele subtopper in de hoofdklasser. Nam afscheid na drie vijfde plaatsen - de
Pierre Visschers (coach)
Riet Lemmens
hoogste klassering in de hoofdklasse ooit - om assistent-bondscoach te worden bij Oranje-dames. Cocky van de Ven-Wittgen (1950) Technisch begaafde en snelle linksbuiten. Door Riet Lemmens in 1969 naar OZ gehaald. Werd direct 2x landskampioen met Oranje Zwart. Nienke Kremers (1985) Groeide op bij OZ. Verdedigster stapte
Ageeth Boomgaardt (assistent)
Cocky van de Ven-Wittgen
Nienke Kremers
in 2005 ‘noodgedwongen’ over naar kampioensteam Den Bosch. Waalrese kwam tot 34 caps met winst Champions Trophy als hoogtepunt. Moest haar carrière vroegtijdig beëindigen vanwege een rugblessure. Valerie Magis (1992) Ooit begonnen bij Hockey Heeze. Linkerflankspeelster brak in het seizoen 2010-2011 door bij OZ. Ontwikkeling stagneerde door blessureleed en de constatering van diabetes. Knokte zich
Valerie Magis
Sanne Thijssen
terug met selectie voor het Nederlands elftal als beloning. Sanne Thijssen (1982) Ras-echte OZ’er werd benoemd tot lid van verdienste. Ging 12 jaar als centrale verdedigster van Dames-1 voorop in de strijd. Jojode in die periode tussen hoofdklasse en overgangsklasse. Nam in 2011 met een historische vijfde plaats in de hoofdklasse afscheid om daarna met Royal Antwerp 2x kampioen van België te worden.
SPORT 37
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
Topjeugd maakt overuren ■ SPORTREDACTIE 088-0133020 OF MAIL NAAR
[email protected]
Zusjes De Wit geven een inkijkje in hun agenda pagina 43
Een Oranje Zwart Allstarteam samenstellen is eigenlijk niet te doen. Je kunt er uren over bomen. En dan kom je er nog niet helemaal uit. Hoe kun je spelers van vroeger vergelijken met nu? De sport is onherkenbaar veranderd. Natuurgras maakte plaats voor kunstgras, de houten lange krul werd ingeruild voor een korte van kunststof. Kortom: je zou genoeg redenen kunnen bedenken waarom je geen Allstarteam moet formeren. Maar weet je wat? We doen het toch. Voor een plekje in het Allstarteam zijn spelers geselecteerd die minimaal één seizoen in het vaandelteam hebben gespeeld. Daarnaast is rekening gehouden met een combinatie van factoren: interlands, (individuele) hoofdprijzen, positie op het veld en ‘OZ-DNA’. Met een beetje chauvinisme en wat gevoel voor nostalgie, zijn een mannen- en een vrouwenteam samengesteld. Voor de oefenmeesters geldt: een winnende trainer/coach heeft altijd gelijk.
De heren Jansen (1963) 1 Ronald Verdedigde het doel van Oranje Zwart tien jaar achtereen, keerde in 1995
terug naar Den Bosch. Heeft 183 caps achter zijn naam, gold in zijn tijd als de beste keeper ter wereld. Grootste prijzen: 2x olympisch goud (1996 en 2000), 1x WK-goud (1998). Persoonlijkheid, tikje arrogant, heer en meester in zíjn cirkel.
Stacy (1968) 2 Jay Kwam in seizoen 1998-1999 naar OZ en nam afscheid in het kampioensjaar
2005. Won 1x olympisch zilver (1992), 2x olympisch brons (1996 en 2000), landskampioen met OZ in 2005. Verkozen tot beste speler van de wereld in 1999, 309 caps. Zijn rugnummer 13 is voor eeuwig ‘bevroren’. Leider, liet als captain van OZ een onuitwisbare indruk achter.
3 Marcel Balkestein (1981)
Laatbloeier; kwam in 2001 van Heeze over naar OZ en speelt daar tot op heden. Eén keer olympisch zilver (2012), landskampioen met OZ in 2005. Speelde inmiddels 91x in het nationale tricot. Slot op de deur, zuiger, tot op het bot een winnaar.
van der Horst (1984) 4 Robert Kwam als 12-jarige van PSV Tegenbosch naar OZ en debuteerde op zijn 15de
9
6
Frank Visschers
in het eerste. Speelde tot 2009 bij OZ, hockeyde vervolgens drie jaar bij HC Rotterdam en komt sinds 2012 weer uit voor OZ. Won vorige zomer olympisch zilver, werd landskampioen met OZ in 2005. Is drie keer verkozen tot speler van de hoofdklasse (2005, 2011, 2012) en was in 2005 ‘Wereldtalent van het jaar’. Speelde 203 caps. Huidige aanvoerder van OZ.
3
Piet-Hein Geeris
Kwinten (1962) 5 Harrie Kwam in 1980 over van HTCC en speelde daarna liefst vijftien seizoenen in
Marcel Balkestein
Heren-1 van OZ. 19 interlands, won WK-goud (1990). Verkozen tot beste speler van de Nederlandse hoofdklasse in seizoen 1991-1992, nam in 1992 deel aan de Spelen in Barcelona. Leider, harde slag, strafcornerspecialist.
6 Piet-Hein Geeris (1972)
Speelde van 1999 tot 2004 bij Oranje Zwart. Kwam 194 duels uit voor het Nederlands team. Pakte de twee grootste prijzen: olympisch goud (2000) en WK-goud (1998). Aanjager, karaktervent, sjouwer.
7 Jeroen Delmée (1973)
Kwam tussen 2007 en 2011 uit voor OZ. Staat te boek als één van de grootste Nederlandse spelers ooit en won ook de trofeeën die daarbij horen: 2x olympisch goud (1996, 2000), 1x olympisch zilver OS (2004), 1x WK-goud (1998), 1x WK-zilver (1994), 1x WK-brons (2002), 2x landskampioen met Den Bosch (1998 en 2001). Vlaggendrager OS 2008. Spelverdeler, tacticus.
1
10 Rob Reckers
7
4
Jeroen Delmée
2
Robert van der Horst
Ronald Jansen
8 Arno den Hartog (1954)
JJay Stacy
Was tussen 1976 tot 1982 een vaste waarde bij OZ, dat toen zijn eerste schreden in de hoofdklasse zette. Stapte later over naar Kampong. Speelde 109 interlands en nam deel aan de Olympische Spelen van 1984 (6e). Geslagen strafcorner, allround.
9 Frank Visschers (1966)
‘Kind van Oranje Zwart’, doorliep de hele jeugdopleiding bij de club, waar zijn vader Pierre hoofdcoach was. Speelde in Heren-1 vanaf 1982 tot 1996, een periode waarin OZ veel spelers voor studie zag vertrekken naar het westen. Mocht 9 maal voor het ‘grote Oranje’ uitkomen. Technisch vaardige spits, ‘jongleur’, balvast.
11
8
Shahbaz Ahmed
Arno den Hartog
5
10 Rob Reckers (1981)
Harrie Kwinten
beeld Elisée van Heukelom | foto’s archief
Was vooral een begenadigde zaalhockeyer, kwam desondanks slechts tot 1 zaalhockey-interland. David Alegre (1984) Spaans international, kwam in 2009 over naar Oranje Zwart. Grootste internationale successen: OS-zilver (2008), EK-goud (2005), EK-zilver (2007), CT-goud in 2004. Enorme drive, fysiek sterk, winnaar.
Pierre Hermans
Troy Elder
Tycho van Meer
Pierre Hermans (1953) Kwam rond 1969 naar OZ, waarmee hij promoveerde naar de eerst klasse en uiteindelijk naar de hoofdklasse. Stapte in 1978 over naar Amsterdam. Keepte 86 interlands. Eerste ‘uitlopende’ goalie. Grootste prijzen: goud op EK en zilver op WK, 2x CT-goud. Wereldtop. Troy Elder (1975) Deze ‘Aussie’ kwam van 2000 tot medio 2006 uit voor Oranje Zwart. Toonde zijn loyaliteit toen hij tijdens de
Maykel Verkuyten
David Alegre
play-offs in 2005 OZ verkoos boven het Australisch team. Werd in dat jaar landskampioen met de Eindhovense ploeg, maar kreeg wel een jaar schorsing aan zijn broek van de nationale bond. Prijzen: 1x OS-goud (2004), 1x OS-brons (2000). Tycho van Meer (1974) Begon op 6-jarige leeftijd bij OZ en stroomde op jonge leeftijd door naar Heren-1. Stapte als 18-jarige (tot lichte ergernis van OZ) over naar HGC, omdat
Michel van den Heuvel (assistent)
Roger van Gent (coach)
het vele reizen (studie in Leiden) hem te veel werd. Speelde in totaal 90 interlands. Heeft olympisch goud (1996), WK-goud (1998) in z’n prijzenkast. Maykel Verkuyten (1955) Speelde vanaf 1975 (het begin van de EMOZ-tijd) tot 1985 in Heren-1 van OZ. Verhuisde voor studie naar Rotterdam en stopte toen bij de Eindhovense club. Specialiteit: spelverdeler, passeertechniek.
Assistent-coach Michel van den Heuvel (1964) Eindhovenaar, leerde het coachvak bij OZ. Loodste de mannen in 1999, 2001 en 2013 naar de landsfinale. Werd in 2006, 2007 en 2008 wel landskampioen met Bloemendaal. Vlast de komende jaren op een titel met OZ. Hoofdcoach Roger van Gent (1960) Tekende voor het historische landskampioenschap van OZ-mannen in 2005, maakte daarvoor (samen met Toon Siepman) Den Bosch twee keer landskampioen (1998 en 2001). Zijn tweede periode bij OZ (2007-2010) verliep moeizamer, al sloot hij wel af met een ticket voor de Euro Hockey League.
Vanaf de jongste jeugd bij OZ, debuteerde op z’n 15e in Heren-1. Speelde vanaf 2009 voor Amsterdam en Den Bosch en keerde in 2012 terug naar OZ, waar hij tot op heden speelt. Kwam 209 keer uit voor de nationale ploeg. Zijn grootste prijs was het olympisch zilver in Athene (2004). Werd in 2005 landskampioen met OZ. Pingelaar, goaltjesdief.
11 Shahbaz Ahmed (1968)
Shahbaz kwam in 1996 naar OZ en speelde daar met tussenpozen tot 2000. Geldt nog steeds als een van de grootste hockeyers ooit. Speelde 304 duels voor het Pakistaanse team. Blonk uit op het WK in 1994 waar hij met zijn ploeg goud won en tot speler van het toernooi werd uitverkozen. Die laatste prijs viel hem overigens vier jaar eerder ook al ten deel op het WK in eigen land. ‘Maradona van het hockey’, technische uitblinker, van uitzonderlijke klasse, publieksmagneet.
Tekst Anneke Liebrand en Linda Derksen
SPORT 39
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
En toen telde het zuiden mee Het wordt wel eens vergeten, maar het waren toch echt de vróuwen die Oranje Zwart de eerste successen bezorgden. In 1956, 1969 en 1970 werden zij landskampioen.
19TOEN door Daan Daniëls en Anneke Liebrand WAALRE – ‘Oranje Zwart breekt Westelijk hockey-suprematie’, kopt het ED op maandag 7 mei 1956 met flinke letters op pagina vijf van de krant. Een dag daarvoor hebben de Eindhovense dames regerend landskampioen BDHC uit Bloemendaal met 2-1 verslagen, waardoor de nationale titel naar het zuiden gaat. Een mijlpaal; nooit eerder werd een vrouwenploeg ‘van beneden de rivieren’ kampioen van Nederland. De impact van het landstitel in 1956 moet geweldig zijn geweest. Hockey was in die tijd, meer nog dan nu, een sport van het westen. „Het bestond niet dat Oranje Zwart kon winnen van Bloemendaal en kampioen werd”, weet Thea Haanen-Jansen, één van de speelsters destijds. „Dat kon gewoonweg niet.” Boet Mallens staat vermeld als de coach van de dames, van een heus begeleidingsteam was destijds echter nog geen sprake. „We hadden geen trainer. We deden alles zelf. Wel hadden we de keuze gemaakt om meer richting het professionalisme te gaan in plaats van het amateurisme. Professionalisme voor die tijd dan, hè”, vertelt Maaike Marks-Weijtens, de topscorer van toen. De titel van 1956 opent voor haar de deuren naar het Nederlands team. Haanen (‘ik was een aardige verdedigster’) volgt al snel. En er komt meer Brabants bloed in Oranje. Omdat ook EMHC goed presteert, die ploeg wordt in 1957 landskampioen, telt het zuiden nationaal ineens mee. Marks: „We speelden op een gegeven moment zelfs met vijf zuiderlingen in Oranje.” Ook OZ’sters Riet Lemmens (‘keepster, verdedigster, maar eigenlijk overal inzetbaar behalve linksbuiten’) en Cocky van de Ven-Wittgen mogen later een tijdje snuffelen aan de nationale elf. Meer dan een halve eeuw later kijken Marks, Haanen en Lemmens
samen met hun oud-trainer Pierre Visschers plakboeken vol krantenknipsels door. Weggezonken herinneringen drijven boven als ze foto’s uit hun succesjaren bekijken. „Als we moesten trainen met het Nederlands team, waren het lange dagen: met de trein naar Hilversum en dan nog de bus naar Laren. En het enige wat je ’s avonds kreeg, was een broodje knakworst. Maar we hadden het er graag voor over. We wilden de beste zijn”, verwoordt Lemmens het gemeenschappelijke gevoel. „Echte topsport was het. Alleen niet te vergelijken met de topsport van nu. Maar in onze beleving was het echt topsport.” Marks maakte als eerste speelster van Oranje Zwart haar interlanddebuut. Zij komt uiteindelijk tot veertien caps (tien doelpunten). Haanen speelt tien interlands. Lemmens drie. Dat het andere tijden waren, moge duidelijk zijn. Er doen verhalen de ronde dat de
meiden bij tripjes naar het buitenland zwart op wit moesten beloven dat ze niet zwanger zou raken... Echt lang kunnen de dames niet genieten van hun ‘internationale’ carrière. Marks: „Als je ging trouwen, moest je stoppen. Want dan kreeg je kinderen. Uiteindelijk
heb ik van mijn 18de tot mijn 22ste in Oranje gestaan. Maar in die tijd speelde je gemiddeld slechts drie interlands per jaar.” In 1961 eindigt het avontuur bij Oranje. Haanen en Marks blijven - na een korte onderbreking - wel bij OZ hockeyen. Ze zijn de eerste moeders ooit in Dames-1. Met trainer Pierre Visschers, die later vooral furore maakte in het man-
nencircuit, beleven ze later meer succes. Hij is eigenlijk aangetrokken om Jongens-A te trainen en doet de vrouwen er - op verzoek van voorzitter Piet van der Linden - min of meer bij. Visschers, dan eigenlijk zelf nog een broekie, merkt dat de meiden leergierig zijn. „Je kon ze veel en snel laten leren, we boekten veel vooruitgang.” Hij laat de dames zomer en winter doortrainen. „En als we niet konden hockeyen, dan gingen we voetballen. Dat konden ze ook allemaal.” Met Visschers aan het roer wordt OZ in 1969 en 1970 nog twee keer kampioen van Nederland. Bij het dichtslaan van de mappen valt nog één ding op: de medaille van Maaike Marks uit 1956. Het zilveren schijfje is met een goudgeel verweerd touwtje vastgeknoopt aan de spiraal van een plakboek. Het is één van de weinige overgebleven tastbare bewijzen van het doorbreken van de westelijke suprematie in het dameshockey. Door Oranje Zwart.
SPORT 41
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
Die eenzame Australiër Jay Stacy Jay Stacy zou in 1998 voor één seizoen komen. Dat liep even anders. In 2005 leidde de Australiër OZ naar de landstitel. En ook daarna bleef hij de club trouw. door Linda Derksen EINDHOVEN – De hockeylegende zit rustig op de reling van de tribune bij het hoofdveld. Hij kijkt naar een oefenpotje van Jong Oranje tegen Australië onder 21, zijn kritische blik verstopt achter een zonnebril. Als assistent-trainer van de Aussies-jeugd heeft de 45-jarige Jay Stacy weer eens voor de accommodatie van Oranje Zwart als uitvalsbasis gekozen. „Goede faciliteiten, een hotel naast de deur. Tel daar mijn relatie met de club bij op en je hebt de perfecte locatie om te trainen en een paar wedstrijden te spelen. Zo’n trainingskamp ter voorbereiding op het WK junioren van december in Delhi is een goede ervaring voor talenten die aan het begin van hun carrière staan.” Als ze goed genoeg zijn, zal Stacy niet aarzelen om ze naar Oranje Zwart te delegeren. Hij bewaakt graag de Australische connectie met OZ. Natuurlijk vragen zijn spelers aan hem hoe het is om in de Nederlandse hoofdklasse te hockeyen. Stacy kan er uitgebreid over vertellen, maar probeerde ze het ook te laten ervaren. Het team was erbij toen OZ in juni dit jaar om de landstitel speelde. „In eerst instantie zou ik eerder overkomen om bij de wedstrijd op zaterdag te zijn. Maar toen werd het schema omgegooid. Speelden ze ineens op zondag, terwijl wij met het team op zaterdagavond in Düsseldorf aankwamen. We hebben daar ’s ochtends nog getraind en zijn toen naar Eindhoven gereden voor de wedstrijd”, aldus Stacy. „En ze vonden het geweldig.
“
Het is fijn om te zien dat ze zo blijvend aan je prestaties herinnerd worden Jay Stacy
Vanwege de sfeer en het niveau willen ze nu allemaal naar Nederland emigreren om hier professioneel hockey te spelen.” Stacy dacht zelf in 1998 voor één jaar dat avontuur aan te gaan. Achter de coulissen van het WK in Utrecht deed het ambitieuze Oranje Zwart van voorzitter Joop Veelenturf gouden zaken door onder anderen Jay Stacy en Paul Lewis aan te trekken. De komst van het Australische topduo werd bekostigd door een sponsorgroep waarin zes ras-OZ’ers participeerden. Stacy, topschutter van dat WK, werd door de toenmalige (én huidige) OZ-coach Michel van den Heuvel overgehaald om voor de Eindhovense club te kiezen. Hij keerde na één seizoen even terug Down Under voor de voorbereiding op de Olympische Spelen van 2000 in eigen land. Daarna stopte Stacy met 309 caps op de teller als international en groeide hij op het kunstgras aan de Tongelreep uit tot local hero. ‘The Powerhouse’ Stacy, vermaard om zijn enorme slagkracht en geweldige strafcorner, vormde het hart van de verdediging met de Belg Xavier Reckinger. Ze werden achterin geflankeerd door de jonge talenten Robert van der Horst en Marcel Balkestein. In 2005 pakte het OZ van aanvoerder Stacy de landstitel. „Mijn Nederlandse ervaring was pas compleet met het kampioenschap. Ik voel me bevoorrecht dat ik tot het exclusieve gezelschap behoor dat met OZ kampioen is geworden. Maar ik blijf ook tegen de huidige leiders Robert en Marcel zeggen dat het eenzaam is hoor, om de enige captain van de club te zijn die ooit de kampioensschaal mocht heffen vanaf de schouders van zijn teamgenoten. Ik heb een opvolger nodig”, zegt Stacy, die nog altijd met veel plezier terugdenkt aan de polonaise in het clubhuis. Hij beëindigde aldus zijn carrière met de ultieme prijs in zijn bezit. Zijn shirt met rugnummer 13 hangt sindsdien ingelijst in het paviljoen, al is het even zoeken waar. „Het hing altijd achter de bar, waar ik na wedstrijden veel tijd doorbracht”, lacht Stacy. Dan wijst hij naar boven de terrasdeu-
Jay Stacy is tot nog toe de enige captain die met Heren-1 van Oranje Zwart de nationale titel binnensleepte. Dat
was in 2005. Als eerbetoon aan ‘The Powerhouse’ is rugnummer 13 nooit meer gebruikt.
ren. „Het is fijn om te zien dat je zo blijvend aan je prestaties herinnerd wordt.” Stacy’s rugnummer wordt uit eerbetoon niet meer gedragen door
een speler van Heren-1. Ook niet door Niek van der Schoot of Jelle Galema, die hij als coach van OZ’s hockeycollege nog onder zijn hoede had. Ooit hoopt Stacy zijn OZ
nogmaals naar de titel te leiden, maar dan als hoofdcoach. „Dat zou pas echt speciaal zijn. Dus wie weet, als Michel hier klaar is...”
Zaalhockey stuurde busdiensten in de war EINDHOVEN – Zaalhockey was eind
jaren zeventig en begin jaren tachtig ‘hot’, met name in het zuiden van Nederland. Op 17 januari 1982 veroorzaakte een hoofdklassewedstrijd van Oranje Zwart tegen Klein Zwitserland in sporthal Tivoli een verkeerschaos in de stad.
Honderden mensen kwamen kijken naar het topduel, waarin de regerend zaalkampioen (OZ) het opnam tegen de regerend veldkampioen (KZ). De wegen rondom de parkeerplaats slibden dicht, lijndienstbussen konden OZ
werd in 1981 voor het eerst landskampioen in de zaal.
nauwelijks nog hun route vervolgen. De verslaggever van het ED, onder de indruk van het toegestroomde publiek, schreef: ‘Opmerkelijk is het, dat zaalhockey plotseling wordt erkend als echte sport, en dat het wat bezoekersaantallen betreft zeker niet onder doet voor ‘grote broer’ veldhockey. Wedstrijden in de hoofdklasse-competitie trekken steevast volle zalen met 500 à 600 toeschouwers en daar kan de veldhockeycompetitie alleen maar jaloers op zijn.’ In 1992 streden de mannen van Oranje Zwart onder coach Bart van Lith, een liefhebber van het zaalspel, in Amiëns om de Europe-
se zaalhockeytitel. De ploeg eindigde als derde. Het jaar daarop, in Wenen, degradeerde OZ. Het zou de laatste keer zijn dat de club op het hoogste Europese niveau in de zaal actief was. In 1993 zagen de Eindhovenaren af van deelname aan de ‘Europacup II’. Het kostte teveel geld, de uitstraling van het toernooi werd betiteld als ‘te gering’. Van de KNHB heeft de zaal nooit hoge prioriteit gekregen. Veldinternationals werden op zeker moment uitgesloten van zaalhockey. OZ bleef echter nog relatief lang inzetten op de winterse variant. De oogst: tien nationale zaaltitels. Die van 2005 was de laatste.
SPORT 43
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
M A ANDAG
DOND ERDAG
tot 12.00u School
School
School
dan naar Utrecht (ouders van Kyra Fortuin , Maud Renders of die van ons rijden)
18.00u training district Zuid in Den Bosch
14.00u eerste training Oranje Meisjes B
19.45u gezamenlijk soep en brood eten
16.00u pauze
20.30u naar huis
School
k en ’s middags tijd voor huiswerk reken om met vriendinnen af te spreken
Vrije tijd
19.30-21.30u training OZ Meisjes A
17.30u tweede training 19.00u douchen , eten en dan naar huis
DINSDAG
VRIJDAG
School
School
School
15.30u training OZ Meisjes A Ene week: 17.00-18.00u training OZ Meisjes B Andere week: 18.30-20.30u training OZ dames-1
16.30-18.00u training OZ Meisjes B ’s avonds half uur pianoles en tijd om huiswerk te maken
16.30-18.00u training eisjes B OZ Meisjes
School 16.30-18.00u training OZ Meisjes j B
otte De tweelingzusjes Charl len spe t en Willemijn de Wi Zwart in de jeugd van Oranje van uit en maken ook deel le de regionale en nationa kje kij selectie . Ze geven een in hun agenda .
ATERDAG Z AT E R DAG
WOENSDAG School (mis hierdoor de ochtendtraining) 16.30-18.30u Training OZ Meisjes B Aansluitend keeperstraining
School (mis hierdoor de ochtendtraining) 16.30-18.30u Training OZ Meisjes B
Samen: 12.30u: wedstrijd es B OZ Meisjes ij (kijken bij Meisjes A))
ZONDAG Kijken bij dames-1 en/of heren-1 en rondhangen op OZ
Charlotte & Willemijn de Wit
OZ bepaalt agenda zusjes De Wit door Linda Derksen EINDHOVEN – De tweelingzusjes Charlotte en Willemijn de Wit geven het ruiterlijk toe, echt voorbeeldige leerlingen zijn ze niet. De twee vijftienjarige havisten aan het Augustinianum kiezen er bewust voor hockey meer prioriteit te geven dan school. Veel meer.
„Wij plannen alles om het hockey heen. En dan mis je wel eens een halve dag school. Maar wij maken ook de keuze om op zondag naar het eerste te gaan kijken. In die tijd kun je natuurlijk ook huiswerk maken.” Keepster Charlotte is alleen al met trainen zeker tien uur in de week kwijt, bij Oranje Zwart en met Nederlands B. Bij de snelle flankspeelster Willemijn loopt het ook op nu ze is aangehaakt bij Oranje Meisjes B. „Als je iets goed kan, maakt dat het ook leuker. Het is zeker geen straf om hier veel te zijn”, stelt Charlotte. Willemijn: „Als je het niet leuk vindt, dan ga je niet zo vaak trainen. Je wilt gewoon beter worden. Wij doen dit al vanaf dat we klein waren en ook veel van onze vriendinnen zitten op hockey.” Maar die benaderen het niet alle-
maal als topsport. Oranje Zwart heeft er voor gekozen om de jeugd van de club al in een vroeg stadium goed op te leiden. En dat beleid werpt zijn vruchten af. Zo werd Meisjes A1 de afgelopen drie jaar landskampioen en vonden speelsters als Daphne van der Velden, Laura Nunnink, Liselotte van Mens en Sian Keil moeiteloos aansluiting bij dames-1. Nieuwe groeibriljantjes – denk aan Kyra
Fortuin, Wietske Velthuijs, Maud Renders, Floor Hoogers, Sam de Bruijn én de zusjes De Wit – staan alweer te trappelen. „Sinds drie jaar is het hier echt wel aanpoten. Vanaf de C1 wordt verwacht dat je minimaal drie keer in de week traint en een sessie afzeggen wordt niet geaccepteerd”, aldus Kiki de Ruiter (25), die als coach van OZ Meisjes B1 Charlotte en Willemijn de Wit onder
haar hoede had. Toen ze zelf tien jaar geleden selectietrainingen bij de B-jeugd van OZ had, ging het er wel anders aan toe. „Ik trainde dan wel vier dagen in de week, maar geregeld met andere teams. Anders kwam ik slechts aan twee keer anderhalf uur. Er waren trainingen bij waarop we alleen maar aan het kletsen waren. Onze trainer vond dat allang prima. Het was geen ‘vader van’, maar het
Lisa Post moet kiezen tussen ijzers en stick Hoewel ze er bij de prestatieve jeugdtak van Oranje Zwart een strak trainingsregime op nahouden, combineert Lisa Post uit de B1 al die arbeid vrolijk met schaatsen. Ook die sport beoefent de veertienjarige Eindhovense op hoog niveau. Met schaatsen kwam Post als eerste in aanraking, hockey wilde ze er graag bij doen. Nu is Post elke dag in de weer en zitten er dinsdagen tussen dat ze zowel een volwaardige schaatsals hockeytraining afwerkt. „Dat merk ik met name in mijn be-
nen”, zegt Post. „Die voelen dan zwaarder aan dan normaal. Maar ik ga gewoon door omdat ik het sporten superleuk vind.” Uren die ze op het ijs doorbrengt maar eigenlijk op het kunstgras had moeten staan, worden op een ander moment ingehaald. Post zit in de derde klas van het Sint-Joriscollege. Dankzij de ondersteuning van LOOT (Landelijk Organisatie Onderwijs en Topsport) kan ze er haar havodiploma halen én tegelijkertijd een topsportcarrière ontplooien. Toch zal ze over niet al te lange
tijd een keuze moeten maken. Trainster Kiki de Ruiter geeft toe te vrezen dat de bij EMHC begonnen centrale verdedigster, die ook tot de selectie van Nederlands B behoort, straks ijzers boven een stick verkiest. Post heeft in haar hart al een beslissing genomen. Zolang het niet hoeft, wil ze zich daarover niet uitlaten. Wel zegt ze: „Het fijne aan hockey is dat je met een team bent. Bij het schaatsen hangt de prestatie helemaal van jezelf af, terwijl er op het hockeyveld altijd nog iemand achter je staat.”
had zomaar gekund”, herinnert De Ruiter zich nog goed. „Als je ziet wat ik nu met mijn meiden kan trainen, dat moest je met ons toen niet proberen. Je kunt ze al een bepaald systeem aanleren. Het niveauverschil met mijn lichting is dan ook enorm groot. Als je het zou vergelijken, konden wij destijds net een stick vasthouden.” Volgens De Ruiter is de tweeling De Wit, die op een paar minuten fietsen van de Genneper Parken woont, erg talentvol. „Bij deze leeftijdsgroep zie je al wie er alles voor het hockeyen laten en het ver kunnen schoppen. Charlotte is net als Larissa Meijer heel snel in haar bewegingen, heeft katachtige reflexen. En Willemijn doet alles op intuïtie. Als ik zeg hoe ze de volgende bal moet spelen, weet ik dat dat niet gaat gebeuren. Maar het is juist haar kracht om puur op gevoel het goede te doen”, meent de oud-speelster van dames-1, die nu overgangsklasse speelt bij het Tilburgse Were Di. De Ruiter vindt de B’tjes de leukste leeftijdscategorie om training aan te geven. „Je kunt een serieus gesprek met je speelsters voeren, maar ze hebben ook nog het speelse over zich.”
EXTRA 45
EINDHOVENS DAGBLAD WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
OZ-puzzel I T U O H N A V Y R R A H B L S R N Z D
M P K O A I S O R R R N E K O K S E C M I E A A R R E B Y L O T O R S F O C K O D Y A NO C H E O OM E O I A B H N O R
H U E I R H E U E L O F E P I I S P A G
woordzoeker G R O OM S N O I R S F L R T E Y E R ON P E T H E D U B R H S U O Y A Y S T R O T T A N D S R K A T MA K H S D T E I
E N S D D G V A E N N L I E R E H S E L
N E K A A R E V O H D N E MA D N E A E H R E I D P I C R T K E F S E S R L L L H E I A A L E Z G S S S I S I L S V S J A L I C E E P V I OH L C K T MT E C T O R A T E T N I E F C H T E R B O L I E K J D N A LWA M H AWA A E M E A S S
T I N A B A C H M A N N D R I R O R L I
R E H C S I F N E T S R A C S A E R R S
TIEN VERSCHILLEN
J O O P V E E L E N T U R F O N Z T E T
OPLOSSING:
HARRYVANHOUT HEREN HOCKEYSTICK HOOFDKLASSE INTERNATIONAL JOOPVEELENTURF KEEPER KUNSTGRASVELD LANDSKAMPIOEN MARILYNAGLIOTTI MIDDELLIJN PIERREVISSCHERS
PLAYOFFS ROBERTVANDERHORST ROBRECKERS ROOMSKATHOLIEK SCHEIDSRECHTER SELFPASS SHOOT TINABACHMANN WAALRE ZESTIEN
1 onderkant rode ballon, 2 knopen jas opa, 3 links onderste wolk, 4 strikje schoen meisje, 5 bloemetje onder blauwe vlag, strepen sok jongen, 7 vingers opa, 8 oor beker rechts, 9 linker hockeystick in beker, 10 achterste voet opa
AHMEDSHAHBAZ ASSIST BODYPROTECTOR BULLY CARSTENFISCHER CLUBHUIS DAMES EINDHOVEN EMELIETGROND EMHC FAMILIETOERNOOI GROENEKAART
PROGRAMMA LUSTRUM OZ 80 JAAR 2013 September Za 7 Opening lustrumjaar. ‘OZ 80 jaar reünie’ en knalfeest met de ‘OZ huis-DJ’s’
Zo 8 Opening seizoen, Super Sunday met na afloop ‘The day after’- party en ‘groepsfoto’ van de vereniging. Dames-1: OZ - SCHC Heren-1: OZ - Rotterdam
Zo 15 Dames-1: Den Bosch - OZ Heren-1: HGC - OZ
Vr 20
Heren-1: OZ - Tilburg
Zo 22
Dames-1: OZ - HDM Heren-1: Pinoké - OZ
Vr 27
Dames-1: Pinoké - OZ
Zo 29
Dames-1: OZ - Laren Heren-1: OZ - Laren
Oktober Zo 6 Dames-1: Amsterdam - OZ Heren-1: Amsterdam - OZ
Vr 11 Heren-1: Euro Hockey League (Barcelona)
Za 12
Heren-1: Euro Hockey League (Barcelona) CD ‘Glitz & Glam’-feest, voor C- & Dleden
Zo 13
Dames-1: OZ - Kampong
Za 19
MINI-toernooi voor de jongste jeugd
Zo 20
Dames-1: Nijmegen - OZ Heren-1: Den Bosch - OZ
Vr 25
Dames-1: OZ - MOP
Zo 27
Dames-1: HIC - OZ Heren-1: OZ-Bloemendaal
November/December Zo 3 Dames-1: OZ - Hurley Heren-1: Schaerweijde - OZ
Zo 10 Dames-1: SCHC - OZ Heren-1: OZ - Hurley
Zo 17 Dames-1: OZ - Den Bosch Heren-1: Rotterdam - OZ
Zo 24
Za 15
Dames-1: HDM - OZ Heren-1: OZ - HGC
Zwart-wit feest voor leden en introducees
Heren-1: Tilburg - OZ
Zo 16
Vr 29
Nog te agenderen: Eindejaarshappening, voor leden en oud-leden Eind december Winter Wonderland AB-feest
2014 Februari Za 15 ‘OZ Bastards’- midwintertoernooi voor senioren/ veteranen, voor leden en op uitnodiging
Zo 23 Dames-1: OZ - Pinoké Heren-1: OZ - Pinoké
Maart Zo 2 Dames-1: Laren - OZ Heren-1: Laren - OZ
Dames-1: OZ - Nijmegen Heren-1: OZ - Den Bosch
Za 14
Dames-1: OZ - HIC Heren-1: Bloemendaal - OZ
Afsluiting lustrumjaar met OZ-Rally en aspergediner op veld 1
Heren-1: OZ - Schaerweijde
Zo15
Vr 28
Zo 30
Dames-1: Hurley - OZ Heren-1: Hurley - OZ
April Za 5 Eerste ronde play-offs hoofdklasse (duel 1)*
Zo 6
Eerste ronde play-offs hoofdklasse (duel 2)*
Zo 13
Heren-1: Kampong - OZ
WK hockey in Den Haag (duurt t/m zondag 15 juni)
Zo 23
Zo 9
Vr 14
Mei Za 31
Juni
Dames-1: MOP - OZ
Za 12
Dames-1: Kampong - OZ Heren-1: OZ - Amsterdam
Finale van de Euro Hockey League
Vr 21
Vr 7
Dames-1: OZ - Amsterdam
Ma 21
Finales play-offs (duel 1)* Finales play-offs (duel 2)*
Zo 20
Laatste ronden van de Euro Hockey League (Pasen)
VOF-toernooi (familie toernooi) voor OZ- families en vriendenclubs De wedstrijden van Dames-1 beginnen op zondag altijd om 12.45 uur, Heren-1 om 14.45 uur. *De play-offs bestaan dit seizoen uit twee duels per ronde; een uitwedstrijd en een thuiswedstrijd. De telling is volgens het Champions League-model. Wijzigingen in programma en data voorbehouden. Het thuisduel van Heren-1 met Kampong (gepland op 13 oktober) wordt verplaatst naar een andere datum. Kijk voor de meest actuele informatie op de website van Oranje Zwart: www.o-z.nl