Wmo-special, nummer 9 voor kaderleden PCOB
PCOB Telefoon E-mail Website
(038) 422 55 88
[email protected] www.pcob.nl
© PCOB Wmo-special, nummer 9, februari 2011
Inhoud Kanteling Wmo: iedereen doet mee .......................................................................................... 3 Nieuwe modelverordening Wmo gepubliceerd .......................................................................... 3 Grip op vervoer ......................................................................................................................... 5 Bezuinigingen Wmo .................................................................................................................. 6 Anticiperen op bezuinigingen .................................................................................................... 9 Handreiking ‘Kritische kijk op bezuinigingen Wmo’ ................................................................. 10 Wmo-raden ............................................................................................................................. 10 Mantelzorgers niet genoeg op de hoogte van respijtzorg ........................................................ 11 Eerste respijthuis geopend in Alkmaar .................................................................................... 12 Vooraankondiging inspiratiedag: Actie(f) van, voor en door ouderen ...................................... 12 Gemeentes hebben geen zicht op wachtlijsten AWBZ ............................................................ 13 Premieplan ............................................................................................................................. 14 Cursus ‘Effectief Onderhandelen’ voor lokaal kader: doe mee! ............................................... 15 Over deze uitgave................................................................................................................... 16
2
Kanteling Wmo: iedereen doet mee Met het project ‘de Kanteling’ willen CSO, CG-Raad en VCP (Versterking CliëntenPositie) de uitvoering van de Wmo zo 'kantelen' dat participatie van mensen met beperkingen en ouderen centraal komt te staan. De Kanteling geeft regelmatig nieuwsbrieven uit. Daarin leest u over de vorderingen bij het ‘kantelen’ van de Wmo. De (op het moment van schrijven) laatstverschenen nieuwsbrief, nummer 4 (december 2010) kunt u vinden op http://www.invoeringwmo.nl/bibliotheek/nieuwsbrief-project-de-kanteling-aflevering-4-15december-2010. U kunt u ook bij ‘Zoeken binnen bibliotheek’ het trefwoord ‘kanteling’ invullen. U krijgt dan de nieuwsbrief als één van de eerste resultaten te zien.
Nieuwe modelverordening Wmo gepubliceerd Op 10 december vorig jaar heeft de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) de nieuwe modelverordening voor de Wmo gepresenteerd. Een nieuwe modelverordening was nodig, omdat de Wmo meer toegespitst is op de eigenlijke bedoeling ervan: een invulling van de compensatieplicht zoals die bij het maken van de wet in 2006 is bedoeld. Dat proces van verandering heet ‘de kanteling’. Ouderenkoepel CSO en de CG-Raad hebben een adviserende rol gehad bij de voorbereiding van deze modelverordening. Zij zijn geen medeopstellers geweest. In een brief aan de Tweede Kamer heeft de CSO zijn visie gegeven op het resultaat dat er nu ligt. De CSO vindt de tekst van de nieuwe modelverordening een verbetering ten opzichte van de bestaande verordening. De kantelinggedachte is in de nieuwe verordening voor het eerst uitgewerkt in concrete handvatten voor de uitvoering van de Wmo op gemeentelijk niveau. De verordening is zeker nog niet volmaakt. Op een aantal onderdelen zou de verordening er anders uitgezien hebben als de CSO en de CG-Raad het voor het zeggen hadden. Zelfredzaamheid is een belangrijk thema in de Wmo en in de gekantelde verordening. De Wmo gaat uit van zelfredzaamheid en de term geeft uitdrukking aan de activerende functie van de Wmo. Zelfredzaamheid sluit goed aan bij het appèl op de eigen verantwoordelijkheid. Deze ingang zou het vertrekpunt moeten zijn bij het gesprek, maar ook bij de beoordeling van een voorziening. Voorzieningen die zelfredzaamheid bevorderen zouden voorrang moeten hebben. Afgesproken is dit onderwerp in een bredere kring ter discussie te stellen in een bijeenkomst om te zien of hierover consensus te bereiken valt. Verslag van het gesprek Eén van de punten die door de VNG uiteindelijk niet is overgenomen, is dat er van het gesprek standaard een verslag gemaakt wordt. Nu is in de verordening opgenomen dat er een verslag gemaakt kan worden. De CSO en de CG-Raad vinden het echter noodzakelijk om standaard een verslag te maken. Het verslag hoeft niet lang te zijn, maar is het middel bij uitstek om na te kunnen gaan of de gesprekspartners elkaar goed begrepen hebben en om als uitgangspunt bij een eventueel vervolg te gebruiken. Tevens kan het gespreksverslag, indien ondertekend, direct worden gebruikt als aanvraag voor een eventuele individuele voorziening.
3
Aandacht voor vrijwilligers en mantelzorg In de verordening zijn compenserende voorzieningen voor bijvoorbeeld een mantelzorger toegekend aan degene die wordt verzorgd. Nadeel daarvan is dat de mantelzorger zelf niet in beeld komt. De toekenning van voorzieningen aan de mantelzorger, zoals een parkeervergunning of vervoersvergoeding (bij laag inkomen) als bereikbaarheid of vervoer een probleem vormen bij het verlenen van mantelzorg, is een goede tweede mogelijkheid. Het houdt een erkenning in van de mantelzorger en levert maatwerk op. Bij vrijwilligerswerk speelt iets vergelijkbaars. Afgesproken is de ontwikkelingen in de praktijk en de jurisprudentie af te wachten om te kijken of er aanleiding is de optie van de directe koppeling te formaliseren. Plaats van het gesprek in de verordening De VNG heeft er voor gekozen om het gesprek vooraf te laten gaan aan de formele aanvraagprocedure. Dit schept openheid en ruimte tussen burger en gemeente. Tegen deze benadering zijn bedenkingen, zowel bij belangenorganisaties als bij gemeenten. De optie om het gesprek op te nemen in de aanvraagprocedure zelf is een reële mogelijkheid. Het gesprek krijgt zo een officiëler karakter, wat bijvoorbeeld van belang kan zijn als er een bezwaarprocedure komt. De gekantelde Wmo-verordening en de financiering van de Wmo In de huidige kabinetsperiode zal een nieuw financieel arrangement worden ontwikkeld voor de Wmo. In deze discussie moet de gekantelde Wmo-modelverordening betrokken worden. De CG-Raad en de CSO gaan ervan uit dat de uitwerking van het maatwerkprincipe (onder andere door het gesprek met de Wmo-aanvrager) bijdraagt aan doelmatigheid. Hierbij zou een evenwicht kunnen ontstaan tussen de kosten van ‘het gesprek’ en de doelmatigheid van het gebruik van de voorziening. De discussie over de Wmo-budgetten zouden hierom steeds structureel gevoerd moeten worden en niet als argument gebruikt moeten worden om drempels op te werpen bij het toekennen van reële oplossingen voor concrete problemen. Nu begint op gemeentelijk niveau het proces van omzetten van de eigen gemeentelijke verordeningen, op basis van deze nieuwe modelverordening. Het is belangrijk dat een aantal elementen door gemeenten nog eens op hun eigen merites zullen worden beoordeeld. In het vervolg van het cliëntendeel van project ‘De Kanteling’ zullen wij, in onze voorlichtingsbijeenkomsten voor lokale belangenbehartigers en andere activiteiten in het kader van het project, ook op deze elementen blijven wijzen. Zie voor de brief van de CSO, de bijlage en de modelverordening plus toelichting: http://www.ouderenorganisaties.nl, het bericht van 23 december 2010.
4
Grip op vervoer
Help mee de kwaliteit van het Wmo- / Regiotaxivervoer te verbeteren!
PCOB-kaderleden in Overijssel hebben onlangs de regiotaxi uitgeprobeerd. Dat ging niet goed: ze kwamen bij lange na niet op tijd voor een bijeenkomst. Precies de reden waarom ‘Grip op Vervoer’ in het leven is geroepen: verbetering van regiotaxi- en Wmo-vervoer en verbetering van de betrokkenheid van de gebruikers daarbij. Die verbetering kan bewerkstelligd worden door betrokken te zijn bij de aanbesteding en bij de ‘monitoring’ daarna. Monitoring kan bijvoorbeeld door ‘mystery guest’ te zijn: de bovengenoemde rit van de kaderleden in Overijssel zou je zo kunnen betitelen. Wanneer u lid bent van een Wmo-raad, van een Rocov (‘Regionaal Overlegorgaan Consumentenbelangen Openbaar Vervoer) of soortgelijk regionaal reizigersorgaan, dan is Grip op Vervoer iets voor u. Wanneer u een reiziger bent die zorgen heeft over de kwaliteit van het Wmo- of regiotaxivervoer, en u wilt uw gemeente ervan overtuigen dat het advies van gebruikers van deze vormen van contractvervoer nuttig is en bijdraagt aan de kwaliteit, dan kunt u uw Wmo-raad daarover benaderen. Uit de ervaringen van Grip op Vervoer tot nu toe, blijkt dat veel Wmo-raden zich bezig willen gaan houden met het Wmo- en regiotaxivervoer. Daaruit zou afgeleid kunnen worden dat zij dat nu nog niet doen. Voorlichtingsbijeenkomsten over succesvol beïnvloeden van de aanbesteding Er zijn de afgelopen periode diverse voorlichtingsbijeenkomsten over Grip op Vervoer gehouden. U vindt de verslagen ervan op www.gripopvervoer.nl. Daar vindt u ook alle andere informatie, zoals een brochure. Wilt u informatie over Grip op Vervoer, of over de regiotaxi en het Wmo-vervoer in het algemeen, neemt u dan contact op met Klaas Wierda (038) 422 55 88,
[email protected]). Grip op Vervoer wordt uitgevoerd in een samenwerkingsverband van de CG-Raad, Programma VCP (Versterking CliëntenPositie), Sociaal Fonds Taxi (een stichting van werkgevers en werknemers in het taxivervoer) en de ouderenbonden ANBO, Unie KBO en PCOB. Het project is tot stand gekomen op initiatief van bovengenoemde partners, Platform VG (de koepelorganisatie voor collectieve belangenbehartiging van mensen met een verstandelijke beperking, hun ouders en vertegenwoordigers), Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV), Taxi en FNV Bondgenoten. De ministeries van V&W, VWS en OC&W financieren het project. Het project loopt tot en met mei 2011.
5
Bezuinigingen Wmo Steeds meer taken en verantwoordelijkheden worden neergelegd bij de gemeenten en daarnaast staat een herziening van het zorgstelsel op stapel. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt beperkt, delen worden overgeheveld naar de Wmo of de zorgverzekeringswet (Zvw). Door de centrale overheid wordt wetgeving voorbereid en ingevoerd rond de herziening van de AOW en het pensioenstelsel. Mede daardoor, en vanwege de te verwachten bezuinigingen op de overheidsfinanciën, zal de inkomenspositie en koopkracht van groepen ouderen onder druk komen te staan. Ook gemeenten moeten gaan bezuinigen. Dit als gevolg van de economische crisis en de aankondiging van het kabinet dat de budgetten voor zowel de Wet Werk en Bijstand (WWB) als Wmo omlaag gaan. Bij de bezuinigingen die het Rijk hanteert (en waarvan de gemeenten de gevolgen ondervinden) gaat het om het volgende. In de miljoenennota 2011 is een ‘bijstelling’ (ander woord voor bezuiniging) van € 200 miljoen van het Wmo-budget opgenomen. Deze bezuiniging van € 200 miljoen bestaat uit twee delen. In de eerste plaats wordt er vanuit gegaan dat er voor de pgb-uitgaven in de Wmo € 150 miljoen minder nodig is. De regering beroept zich daarbij op het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau), dat in haar advies over het Wmo-budget 2011 constateert dat sprake is van een overschatting van deze uitgaven. Het tweede deel van de bezuiniging van € 200 miljoen bestaat uit een korting van € 50 miljoen. Het gaat hier om door de gemeenten te realiseren doelmatigheidswinst door meer gebruik te maken van collectieve voorzieningen, in plaats van individuele voorzieningen. Daarnaast is er nog sprake geweest van een mogelijk tweede bezuiniging. Die is echter niet doorgegaan. Het ging, ten tijde van de kabinetsformatie, om een mogelijke tweede korting van € 200 miljoen op de Wmo-uitgaven (totaal dus € 400 miljoen). In de Economische Verkenningen 2011–2015 (maart 2010) heeft het CPB (Centraal Plan Bureau) namelijk verondersteld dat een deel van de groei van de zorgkosten wordt opgebracht door hogere eigen betalingen in de Wmo. Hogere eigen betalingen in de Wmo komen ten gunste van gemeenten, waardoor volgens het CPB het Wmo-budget met € 200 miljoen verlaagd zou kunnen worden. Deze (andere) korting is niet overgenomen door het kabinet. Niettemin is de kans groot dat gemeenten, naast de bezuiniging van € 200 miljoen, zoeken naar andere mogelijkheden om geld te besparen, of geld te herverdelen. Zo zijn er Kamervragen gesteld naar aanleiding van signalen dat boodschappenbegeleidingsdiensten voor ouderen gevaar lopen. Minister Veldhuijzen van Zanten-Hyllner geeft in haar antwoord aan dat het om belangrijke diensten gaat, maar dat de gemeenten (in het kader van het compensatiebeginsel van de Wmo) zelf kunnen bepalen hoe zij de compensatie invullen. De minister wijst daarbij op het bekende principe van maatwerk. Bovendien moeten gemeenten verantwoording afleggen aan de gemeenteraad en zijn gemeenten verplicht vertegenwoordigers van vragers om advies te vragen.
6
In veel gemeenten hebben ambtenaren zich het hoofd gebroken over manieren om geld te besparen. Onderstaand een bloemlezing van creatieve ideeën: • De gemeente Vlagtwedde opent in Ter Apel een Wmo-servicepunt (toepasselijk in de kringloopwinkel) waar tweedehands rollators kunnen worden gekocht. Deze kunnen in de winkel worden uitgeprobeerd. Daar kunnen ook reparaties worden verricht. • Gemeenten in de Stadsregio Parkstad Limburg starten een pilot die moet uitwijzen of het goedkoper en beter is mensen in het kader van de Wmo in een huisartsenpraktijk te indiceren. In twee praktijken in Heerlen en Kerkrade is een speciaal Wmo-loket ingericht. Een gang naar een gemeenteloket kan daarmee overbodig worden, is de gedachte. Indiceren wordt nu nog gedaan door het Centrum Indicatiestelling Zorg. Die indiceert vaak telefonisch. Enkele gemeenten sturen ambtenaren op huisbezoek. In de visie van de medisch directeur van de huisartsenkoepel is dat een ‘schakel te veel’ en is het beter én goedkoper gespecialiseerde praktijkondersteuners in de huisartsenpraktijk te laten indiceren. “Gebruikmakend van onze patiëntendossiers, als betrokkenen ermee instemmen. Het past ook volledig in het idee van de Wmo, breng de zorg zo dicht mogelijk bij mensen in hun eigen wijk”. Diverse zorgverleners hadden er juist voor gepleit om het indiceren aan hen te laten. Juist omdat hun personeel dagelijks bij klanten thuis komt. Daar ziet de medisch directeur van de huisartsenkoepel niets in, vanwege het grote eigenbelang van zorgverleners. “Laat de slager niet zijn eigen vlees keuren. Natuurlijk gebruiken we wel hun ‘antenne’ als het gaat om mensen die ‘afglijden’, maar die eerste indicatie moet in onze handen komen”. • In Tilburg is juist weer een andere beweging zichtbaar: méér huisbezoek. Dat past volledig in het idee van de Wmo: breng de zorg zo dicht mogelijk bij mensen in hun eigen wijk. De helft van de acht loketten in de wijken verdwijnt. In plaats daarvan kan worden gebeld voor een afspraak voor een huisbezoek of bij één van de overgebleven loketten. Het CIZ hoeft niet meer te adviseren over hulp bij het huishouden, rolstoelen, scootmobielen, de regiotaxi en andere voorzieningen van de gemeente. Daardoor gaat de aanvraagprocedure sneller en krijgen klanten sneller duidelijkheid. • De gemeente Culemborg gaat in de wijk Terweijde op eigen initiatief huisbezoeken aan ouderen afleggen. Zij blijken slecht op de hoogte te zijn van aanvullende inkomensvoorzieningen en voorzieningen op het gebied van thuiszorg en woningaanpassingen. Juist door deze groep wordt minder gebruik gemaakt van het minimabeleid van de gemeente. Het informeren over de mogelijkheden en het helpen bij het doen van een aanvraag kan het resultaat zijn van een huisbezoek en draagt op die manier bij aan het voorkomen van eenzaamheid. Een ander resultaat van een huisbezoek kan de organisatie van specifieke activiteiten voor ouderen zijn. Zo wordt ook geprobeerd tegemoet te komen aan individuele wensen. Doel van de huisbezoeken en de daaruit voortvloeiende acties is om ouderen weerbaarder, gezonder, actiever en zelfredzamer te maken. Dat moet tevens voorkomen dat zij een groter beroep gaan doen op individuele voorzieningen van de Wmo. • In de gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis willen de colleges van B&W onder andere het budget dat kan worden ingezet om in een complex collectieve voorzieningen aan te brengen, schrappen. • Verschillende gemeenten (Purmerend, Pekela, Hardenberg) voeren inkomensafhankelijke eigen bijdragen in voor bijvoorbeeld scootmobielen, woningaanpassingen en woonvoorzieningen. 7
•
•
•
•
Naast zo’n inkomensafhankelijke eigen bijdrage overweegt de gemeente Overbetuwe een uitleenservice van hulpmiddelen als rollators, verhoogde toiletten, wandbeugels en scootmobielen. (In de bron van dit bericht, dagblad De Gelderlander van 28 december 2010, wordt het doel van ‘De Kanteling’ als volgt omschreven: “Doel van de kanteling is dat inwoners gaan beseffen dat hulpmiddelen geld kosten”!!) In navolging van Tilburg wil ook Breda gaan werken met alfacheques. De gemeente Breda wil daarmee (en met andere maatregelen) € 3 miljoen besparen. Nieuwe thuiszorgklanten en bestaande klanten met een nieuwe indicatie kunnen kiezen voor een alfacheque voor lichte huishoudelijke hulp door alfahulpen (thuiszorgmedewerkers voor lichte huishoudelijke hulp die niet in dienst zijn van een thuiszorginstelling, maar in dienst van de cliënt). De gemeente gaat thuiszorgklanten helpen met het zoeken naar alfahulpen en bij het vervangen van uitgevallen alfahulpen. Het thuiszorgtarief dat de gemeente moet betalen voor een alfahulp ligt vijf euro lager dan het reguliere thuiszorgtarief. Ook de alfahulpen zelf gaan door de constructie met de cheque netto meer verdienen. Breda wil na verloop van tijd helemaal af van de verplichte aanbesteding van licht huishoudelijk werk en alles via alfahulpen regelen. De SP heeft hierover in de Tweede Kamer vragen gesteld: past dit beleid bij de keuzevrijheid van cliënten, en zijn de desbetreffende cliënten in staat om allemaal werkgever te worden? Ook het Wmo-vervoer ontloopt de bezuinigingen niet. In de Samenwerkingsovereenkomst Regiotaxi Noord-Brabant 2011-2015 is vastgelegd tussen de provincie en de gemeenten dat het de bedoeling is dat klanten van de deeltaxi vaker de gewone bus pakken. Dat kan omdat de bussen steeds toegankelijker worden en tussen de tien en twintig procent van de bushaltes daarop is aangepast. Ook is in de overeenkomst afgesproken dat de provincie geen kortingen op de tarieven van de Regiotaxi meer toestaat, en dat bestaande kortingen, zoals het seniorentarief, geleidelijk worden afgeschaft. Het aantal zones waarmee tegen het (lagere) Wmo-tarief van het Wmo-vervoer gebruik kan worden gemaakt staat ook op de tocht. De gemeente Leek wilde dat aantal zones van zeven terugbrengen naar vijf. Een meerderheid van de gemeenteraad (PvdA, ChristenUnie, GroenLinks) heeft daar een stokje voor gestoken, door aan te tonen dat een rit naar de dichtstbijzijnde grotere plaatsen (Drachten en Groningen) meer dan vijf zones kost.
De bezuinigingen die voor 2011 gepland zijn, kunnen op gespannen voet staan met het nieuwe beleid in het kader van ‘de kanteling’. Kantelen levert alleen positieve resultaten op als er door de gemeente op een groot aantal verschillende terreinen geïnvesteerd wordt. Betrokkenheid op lokaal beleid keihard nodig! Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat we als maatschappij, als burgers, de leemtes opvullen die de bezuinigingen achterlaten. De PCOB ziet, naast de zorgen om gevolgen van bezuinigingen, ook kansen. Samen kunnen we opkomen voor de belangen van kwetsbare 50- plussers, zodat zij de juiste ondersteuning krijgen om mee te kunnen doen in de maatschappij. PCOB-afdelingen kunnen zich profileren door het uitdragen van bestaande en helpen bij het ontwikkelen van nieuwe initiatieven voor kwetsbare ouderen. De PCOB wil u hier graag bij ondersteunen. Medewerkers van het landelijk bureau komen graag naar u toe! 8
U kunt beschikken over een aantal praktische handreikingen, en er is een aantal digitale nieuwsbrieven verzonden. Dit heeft al geleid tot enkele goede lokale initiatieven. Handreikingen De handreiking ‘Kwetsbare ouderen’ gaat in op het vinden van de groep kwetsbare ouderen. De verschillende manieren om kwetsbare ouderen te herkennen en methoden voor verbeterd zicht op hun wensen, worden belicht. ‘Van knelpunt naar keerpunt’ staat vol tips en adviezen voor succesvolle beïnvloeding van gemeentelijk Wmo-beleid. In deze uitgave ligt de focus op de veranderingen in de AWBZ en de gevolgen voor de lokale situatie. Opzetten lokale initiatieven Op lokaal niveau wordt hard gewerkt aan initiatieven voor ouderen. Zo denkt de afdeling Tilburg actief mee over bezuinigingen in hun gemeente. Zij maken de gevolgen van mogelijke bezuinigingen inzichtelijk aan de hand van persoonlijke verhalen, die worden aangeboden aan de gemeente. Daarbij wordt de afdeling ondersteund door het landelijk bureau in Zwolle. De afdeling Kampen wil beter inzicht in de wensen en signalen van ouderen. Medewerkers van het landelijk bureau helpen bij de opzet van een plan van aanpak, waaronder een vragenlijst. Ook ondersteuning nodig? Neem met het landelijk bureau te Zwolle.
Anticiperen op bezuinigingen Om inzicht te krijgen in de mogelijke gevolgen voor de ouderen, heeft de PCOB een overzicht gemaakt waarin aandacht is voor: • • • •
de financiële gevolgen die het beleid voor 2011 heeft voor deze doelgroep aan de hand van cijfers van het NIBUD; de maatregelen die zijn genoemd in het regeerakkoord en die van belang zijn voor senioren; welke mogelijke gevolgen deze maatregelen lokaal hebben en welke gevolgen er eventueel kunnen ontstaan wanneer er lokaal aanvullende maatregelen genomen worden; mogelijke alternatieve oplossingen/suggesties.
U kunt deze notitie opvragen bij
[email protected]. We zien deze notitie als groeidocument en houden ons van harte aanbevolen voor aanvullende suggesties.
9
Handreiking ‘Kritische kijk op bezuinigingen Wmo’ Er is ook een handreiking beschikbaar van Programma VCP over bezuinigen en de Wmo. Deze handreiking geeft informatie voor belangenbehartigers hoe gemeenten met de bezuinigingen kunnen omgaan. Maar vooral ook tips hoe lokale belangenbehartigers ervoor kunnen zorgen dat gemeenten in hun plannen rekening houden met burgers met een beperking. De handreiking biedt handvatten om het gesprek met de gemeente aan te gaan. De handreiking bevat voorbeelden van goede en slechte bezuinigingen. Voorbeelden van ‘goede’ bezuinigingen zijn: • • • • •
Goede indicatiestelling Woonvoorzieningen alleen voor de Wmo-doelgroep Preventie Efficiënte organisatie Goede algemene voorzieningen
Download hier de handreiking ‘Kritische kijk op bezuinigingen Wmo’: http://www.programmavcp.nl/wmo/nieuwsbrief-kanteling-5-2429.html Hoe gaan gemeenten besparen op de Wmo? De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een inventarisatie gehouden onder de gemeenten om te kijken welke besparingsmogelijkheden zij gaan inzetten om de kosten voor de Wmo beheersbaar te houden. Volgens de VNG korten gemeenten over het algemeen niet op de budgetten voor de Wmo. Vaak wordt gekozen voor het (verder) invoeren van eigen bijdragen en een inkomenstoets op individuele voorzieningen. Een aantal gemeenten geeft aan besparingen te zien door in het ‘gesprek’ beter te kijken naar wat nu echt nodig Download hier inventarisatierapport van de VNG: http://www.vng.nl/smartsite.dws?id=102651&ch=DEF
Wmo-raden Wmo-raden zijn belangrijk in het kader van de Wmo. In een tijd van bezuinigingen is dat natuurlijk nog eens extra het geval. We houden ons daarom graag aanbevolen voor het ontvangen van (vooral goede) voorbeelden van hoe Wmo-raden functioneren. Twee voorbeelden geven we u hier. Lopik De Wmo-raad van de gemeente Lopik vergadert iedere maand in een andere dorpskern van de gemeente, zodat alle kernen aan bod komen. De vergaderingen zijn openbaar en iedereen kan zijn of haar ervaringen ten aanzien van de Wmo aan de Wmo-raad voorleggen. De gemeente Lopik kent sinds december 2006 een Wmo-raad. In de eerste plaats wil de Wmo-raad voor de inwoners van de gemeente Lopik een luisterend oor zijn, waar zij terecht kunnen met hun ervaringen bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en met hun suggesties.
10
Anderzijds heeft de Wmo-raad de taak de besluitvorming op het gebied van de Wmo en de uitvoering van de besluiten kritisch te volgen en het gemeentebestuur daarover gevraagd en ongevraagd te adviseren. Inwoners kunnen de vergadering van de Wmo-raad bijwonen. Zij zijn van harte welkom hun opmerkingen en ervaringen met de uitvoering van de Wmo aan de leden van de raad voor te leggen, aan het begin van de vergadering. Dit mag zowel mondeling als schriftelijk. Vooraf aanmelden is niet nodig. Dinkelland Zes van de zeven leden van de Wmo-raad van de gemeente Dinkelland hebben hun taken neergelegd uit onvrede over de communicatie met de gemeente. Volgens de leden werden zij altijd erg laat om advies gevraagd bij nieuw beleid. Ook werden deze adviezen vaak genegeerd. De voorzitter blijft wel in de Wmo-raad. De overige leden waren nog niet gewend aan de rol van 'ongevraagd adviseur', aldus de voorzitter.
Mantelzorgers niet genoeg op de hoogte van respijtzorg Mantelzorgers zijn slecht op de hoogte van mogelijkheden om zorg tijdelijk of volledig over te dragen aan mensen in de eigen omgeving, vrijwilligers of professionals. Dat blijkt uit het eerste onderzoek naar deze zogenoemde respijtzorg door mantelzorgplatform Mezzo. Een vijfde deel van de geënquêteerde mantelzorgers is niet bekend met respijtzorg. Van de mantelzorgers die wel bekend zijn met respijtzorg, maakt de overgrote meerderheid er geen gebruik van. Men zou vaker gebruik willen maken van vrijwilligers die de zorg tijdelijk overnemen. Wat de door professionals overgenomen zorg betreft: de helft van de ondervraagden weet niet dat men een (gedeeltelijke) vergoeding kan krijgen. Pro-actief beleid Volgens Mezzo-directeur Jancor de Boer bewijst het onderzoek dat “er gemeentelijk een proactiever beleid nodig is. Respijtzorg voorkomt dat mantelzorgers overbelast raken. Respijtzorg werkt dus preventief. Gemeenten moeten meer werken aan preventie, mantelzorgondersteuning en lokaal vrijwilligersbeleid door lokaal of regionaal respijtvoorzieningen aan te bieden. Daarnaast mogen wat de respijtzorg door professionals betreft de financiële vergoedingen voor respijtzorg niet onder druk komen te staan.” Panel De enquête is door een panel van ruim zeshonderd mantelzorgers beantwoord. De respons op het eerste onderzoek is circa 65 procent. 21 procent van de ondervraagden is niet bekend met het verschijnsel respijtzorg. 68 procent van de geënquêteerden die bekend is met respijtzorg heeft daar in 2010 geen gebruik van gemaakt; ruim een derde van hen zou daar wel regelmatig gebruik van willen maken. Ruim tweederde van de ondervraagden zou voor respijtzorg gebruik willen maken van intensieve vrijwilligershulp of professionals. Ruim de helft van de geënquêteerden weet niet dat men voor respijtzorg een financiële vergoeding kan krijgen. Bron: Zorgvisie 11
Eerste respijthuis geopend in Alkmaar In de wijk ‘de Hoef’ in Alkmaar is het eerste respijthuis in Nederland geopend. In het respijthuis kunnen vier mensen die intensieve zorg nodig hebben worden opgevangen, zodat hun mantelzorgers even op adem kunnen komen. Als plek voor het respijthuis is bewust gekozen voor een woonwijk, om een huiselijk gevoel te bevorderen en te zorgen dat mensen dicht bij hun familie kunnen worden opgevangen. Het gaat om een vrijstaand woonhuis dat aan de achterkant is uitgebouwd. Het huis heeft vier woon/slaapkamers, elk met eigen badkamer. Verder is er een ontmoetingsruimte en een keuken. Omwonenden reageerden positief, toen de plannen bekend werden. Ze gaven aan graag betrokken te blijven. Het respijthuis draait vooral op vrijwilligers (45). Er is financiële steun van de gemeente en ook een woningcorporatie doet mee. Het Oranjefonds heeft een subsidie gegeven. Volgens wethouder Van Veen zijn er alleen in Alkmaar al 1.000 tot 1.300 zwaar belaste mantelzorgers. Het respijthuis is Alkmaar is er alleen voor inwoners van Alkmaar en omgeving. Meer informatie: www.respijthuis.nl
Vooraankondiging inspiratiedag: Actie(f) van, voor en door ouderen Voor wie: Wat:
Wanneer: Waar: Waarom:
kaderleden van ouderenorganisaties, leden cliëntenraden en leden Wmo-raden Een dag waarop u bijgepraat wordt over wat vitale ouderen kunnen doen voor kwetsbare ouderen. In acht verschillende workshops hoort u alles over bestaande initiatieven voor en door ouderen. Wat zijn de kansen en mogelijkheden, voordelen en valkuilen, met wie kun je samenwerken en hoe stimuleer je anderen om mee te doen? Daarnaast zullen allerlei andere initiatieven en projecten uitgenodigd worden om zich te presenteren in de centrale hal 5 april 2011 van 10.00 tot 16.00 uur NBC vergadercentrum te Nieuwegein Steeds meer taken en verantwoordelijkheden worden neergelegd bij de gemeenten, onder andere via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daarnaast moeten gemeenten gaan bezuinigen, als gevolg van de economische crisis en de aankondiging van het kabinet dat de budgetten voor zowel de Wet Werk en Bijstand (WWB) als Wmo omlaag gaan. Vooral vanaf 2012 zullen de gevolgen duidelijk merkbaar zijn. Voorzieningen komen onder druk te staan en er zal meer van (oudere) burgers zelf verwacht worden. Deze ontwikkelingen vragen om actie vanuit de visie: (vitale) ouderen zetten zich in voor kwetsbare ouderen. Maar hoe pak je dat aan? Gelukkig zijn er al veel goede voorbeelden in het land: van Buurtkamers tot maatjesprojecten en van specifieke informatie over dementie tot allerlei vormen van preventief huisbezoek
Deze inspiratiedag is een initiatief vanuit het project Betrokken bij buurtbeleid, een project van PCOB, NOOM, NVOG, LOC Zeggenschap in zorg en Unie KBO. 12
Gemeentes hebben geen zicht op wachtlijsten AWBZ Zes tot zeven van iedere tien gemeenten hebben geen zicht heeft op wachtlijsten voor de intramurale zorg. Daarmee staat de beleidsdoelstelling om de Wmo en AWBZ nauw op elkaar te laten aansluiten onder druk. Ook heeft een kwart van de gemeenten geen idee van het aantal mantelzorgers. Dit blijkt uit de Benchmark Wmo 2010 van SGBO Benchmarking. Volgens SGBO draagt de informatielacune bij gemeentes het gevaar in zich dat mensen uit nood langer zelfstandig thuis moeten wonen, terwijl dit altijd een vrije keuze zou moeten zijn. De onderzoekers pleiten daarom voor meer aandacht voor de relatie tussen de Wmo en AWBZ-zorg. Uitvoeringskosten dalen Een ander opvallend punt uit de benchmark is dat de uitvoeringskosten van de Wmo in 2009 met tien procent zijn gedaald. Gemiddeld bedragen de uitvoeringskosten voor het verlenen van individuele voorzieningen zeventien euro per inwoner. De kostendaling hangt samen met het feit dat gemeentes steeds meer zelf indiceren. Gemiddeld 67 procent van de aanvragen voor hulp bij het huishouden wordt door de gemeenten zelf afgehandeld. Dat geldt voor 63 procent van de overige voorzieningen. Hoe meer gemeenten zelf indiceren, des te lager de uitvoeringskosten. Zelfbewustzijn Positief is de gestegen bekendheid van mantelzorgers en het uitstel van beroep op de ABWZ. In de benchmarkgemeenten doet een derde van de inwoners aan vrijwilligerswerk. De helft hiervan is mantelzorger. Volgens SGBO is er sprake van een groeiend zelfbewustzijn. Inmiddels ziet 72 procent van de mantelzorgers zichzelf ook daadwerkelijk als mantelzorger, een stijging van dertien procent. Dit toont volgens SGBO aan dat de inspanningen van gemeenten en steunpunten mantelzorg om meer bekendheid te geven aan mantelzorg hebben het beoogde effect hebben. Ook de bekendheid van het ondersteuningsaanbod is gegroeid en wel van 34 procent in 2008 naar 72 procent in 2009. Onbekend Dit neemt niet weg dat bijna een kwart van de gemeenten geen zicht heeft op het aantal mantelzorgers. Daarnaast is bij veel gemeenten het aanbod aan respijtzorg onbekend. Ongeveer de helft van de gemeenten heeft geen zicht op het aantal beschikbare plaatsen voor respijtzorg. De onderzoekers van SGBO merken dit feit aan als een verbeterpunt, omdat juist respijtzorg overbelasting bij mantelzorgers kan voorkomen. Download hier het volledige rapport van de SGBO: http://www.sgbo.nl/eCache/DEF/5/304.pdf
13
Premieplan U kunt voor uw afdeling geld verdienen door mee te doen met het Premieplan. Daarvoor wordt er wel iets van u verwacht. Het is namelijk de bedoeling dat u als afdeling met het Premieplan geld inzamelt voor een goed doel, voor kwetsbare ouderen in uw omgeving. Daarmee sluit u goed aan bij de doelstellingen uit de Wmo. Het bedrag dat u met uw afdeling voor dit goede doel inzamelt wordt verdubbeld door Fonds Sluyterman van Loo en het RCOAK, tot een maximum van 1500 euro. Dit verdubbelde bedrag mag u in 2011 besteden aan iets extra’s voor de vrijwilligers van uw afdeling. Dit vanwege het Europees Jaar van de Vrijwilliger. U kunt denken aan bijvoorbeeld een feest voor de vrijwilligers, scholing, een uitje, of een beamer voor bijeenkomsten. Meer informatie kunt u vinden op intranet: www.pcob.nl/Intranet. Via intranet kunt u ook een aanvraagformulier downloaden. Wij raden u aan om voor het indienen van de officiële aanvraag even contact met ons op te nemen. We kunnen dan uw aanvraag zo goed mogelijk laten verlopen, zodat u de meeste kans van slagen heeft. Mocht u bij het doen van een aanvraag wat hulp kunnen gebruiken, dan kunt u ook daarvoor bij ons terecht. Overigens kunt u als afdeling ook iets organiseren samen met een andere afdeling bij u in buurt. Het indienen van aanvragen kan in drie rondes. De sluitingsdata hiervoor zijn: 15 februari 2011 1 mei 2011 15 oktober 2011 Voor vragen kunt u terecht bij Agnes Goldenbeld (fondsenwerver) (038) 422 55 88, of
[email protected]. Zij is aanwezig op dinsdag en donderdag. In 2010 hebben verschillende afdelingen van de PCOB gebruik gemaakt van het Premieplan. Om u een idee te geven van de mogelijkheden, een opsomming van wat er is gerealiseerd: • Beamer voor woonzorgcentrum, of verpleeghuis • Nieuwe geluid- en beeldapparatuur voor zorgcentrum, of hospice • Meermansfiets voor activiteitencentrum • Twee sta-op stoelen voor hospice • Twee bankjes op looproute naar bibliotheek (net te ver voor ouderen) • Bijdrage aankleding terras, opknappen binnentuin, inrichting belevingsruimte woonzorgcentrum • Tuinmeubilair voor twee woonzorgcentra • Rolstoelfiets voor verpleeghuis
14
Cursus ‘Effectief Onderhandelen’ voor lokaal kader: doe mee! Van actieve kaderleden wordt op lokaal niveau steeds meer verwacht. Nu zoveel beleidsontwikkelingen en besluitvorming dichtbij de burgers door de gemeenten gebeurt, hebben vrijwilligers een groeiende taak op het gebied van belangenbehartiging. U kunt daarbij aan allerlei terreinen denken: ouderenbeleid in het algemeen, goed en toegankelijk openbaar vervoer, beleid rond het aanbod van geschikte woningen, ketenzorg en goed mantelzorgbeleid. Leden van ouderenbonden, Wmo-raden en cliëntenraden van verzorgings- en verpleeghuizen, thuiszorg en GGZ-instellingen lobbyen en onderhandelen om gehoord te worden en invloed te hebben. Om u hierin te ondersteunen bieden we u een cursus onderhandelingsvaardigheden aan onder de naam ‘Effectief Onderhandelen’. De cursus is ontwikkeld in opdracht van en in samenspraak met project Betrokken bij Buurtbeleid, door het Scholings- Trainings- en Opleidingscentrum, (STOC). Hij zal worden gegeven door speciaal daarvoor door het STOC opgeleide cursusleiders uit de deelnemende organisaties NOOM, NVOG, LOC Zeggenschap in Zorg, Unie KBO en PCOB Doel van de training De cursus inspireert en motiveert. De cursus geeft ook vaardigheden voor de praktijk van alle dag. Bijvoorbeeld het oefenen van een rollenspel: dat is niet alleen een leuke oefening, maar geeft ook inzicht in de mogelijkheden van onderhandelen en in hoe je het in elk geval niet moet doen. Zo kunt u meer voldoening halen uit uw belangenbehartiging én meer plezier. Mensen die de cursus hebben gevolgd zijn er positief over. Inhoud De volgende onderwerpen kunnen in de cursus aan bod komen: • Korte schets van de maatschappelijke situatie en omstandigheden • Inleidingen over onderhandelen, denken en handelen vanuit win-win! • Fasen in het onderhandelingsproces • Hoe hanteer je op creativiteit gerichte oplossingsmethoden? • Effectieve communicatie, LSD en geven en ontvangen van feedback • Conflicthantering • Onderhandelingscasuïstiek cq. een rollenspel Opgeven of meer informatie? Neem, voor meer informatie of om u op te geven, contact op met Carmen Jonkman via
[email protected] of (038) 422 55 88.
15
Over deze uitgave Extra exemplaren bestellen van deze Wmo-special? Een extra gratis Wmo-special vraagt u aan door een e-mail te sturen naar
[email protected]. Wilt u de uitgave liever digitaal, dan sturen wij de special in het pdfbestandsformaat naar u toe. Aanvragen informatie In de artikelen in deze Wmo-special worden veelal internet- en/of e-mailadressen genoemd waar (veel) meer informatie te vinden is. Hebt u niet de beschikking over internet en e-mail, maar wilt u toch meer weten over het betreffende onderwerp, neemt u dan contact op met Klaas Wierda (038) 422 55 88. We doen dan ons best u van passende informatie te voorzien (rekening houdend met de omvang die rapporten soms hebben). Vragen? Hebt u een inhoudelijke vraag, of reageert u op vragen van de samenstellers, dan kunt u een e-mail sturen, of telefonisch contact opnemen. Aan deze special werkten mee: • Gerrie Abrahamse, Beleidsmedewerker zorg e-mail
[email protected] • Sabina Jonker, Beleidsmedewerker e-mail
[email protected] • Klaas Wierda, Beleidsmedewerker wonen en mobiliteit e-mail
[email protected] • Johan Bakker, Communicatieadviseur e-mail
[email protected]
16