Kristel Provost
Opleiding Observatiejaar Logistiek assistent Wasserij-operator
Cardijnschool, Brussel
Leeftijd 12 - 14
Werkvorm Klasgesprek Duowerk
Duur 70’
Materiaal Verkeerd gewassen kledij Computer Internet
Ontwikkelingsdoelen Leren leren Taalvaardigheid
Witte wasjes, bonte wasjes In deze les ontdekken de leerlingen wat er allemaal op een textieletiket staat. Ze ondervinden dat de aanwijzingen op een textieletiket worden omschreven in verscheidene talen omdat dergelijke etiketten wereldwijd worden gebruikt. Ze leren wat de onderhoudssymbolen betekenen en hoe ze die correct moeten gebruiken om probleemloos te wassen. Voorbereiding De leerkracht kopieert werkblad 1, één per twee leerlingen De leerkracht kopieert werkblad 2, één per twee leerlingen De leerkracht kopieert werkblad 3, één per twee leerlingen De leerkracht kopieert bronblad 1, één per twee leerlingen 1. Inleiding (30’) De leerkracht brengt een fel gekrompen kledingstuk mee naar de klas en vertelt daarbij dat dit weekend zijn/haar partner/zoon/dochter kleren heeft gewassen en dat dit kledingstuk er zo uitkwam. Hij/Zij vraagt aan de leerlingen wat er mis ging. De leerlingen komen er misschien zelf toe dat het op een te hoge temperatuur is gewassen en dat je de wasinstructies kunt vinden op het textieletiket. De leerlingen bekijken het textieletiket en de gebuikte symbolen daarop worden op het bord getekend. De leerlingen geven tegelijk aan wat volgens hen de betekenis is van de verschillende symbolen. 2. Wat kan je aflezen van een textieletiket? (20’) De leerlingen bekijken per twee de textieletiketten in hun eigen kledij met behulp van werkblad 1. Wie sneller klaar is, krijgt bronblad 1, zoekt op wat de symbolen in hun kledij betekenen en noteert dit ook in het kader op het werkblad. Achteraf bespreekt de klas samen welke talen ze op het etiket zien staan en welke woorden uit welke talen sterk op elkaar lijken. De leerkracht vraagt waarom het goed is om weten dat sommige talen sterk op elkaar lijken (communicatie, duidelijkheid). Vervolgens worden de getekende symbolen op het bord bekeken. Wie bronblad 1 kreeg, mag vertellen wat de symbolen op het bord betekenen. Ontbrekende symbolen zoeken ze op op het internet. Wat kunnen ze als boodschap meegeven aan de partner/zoon/dochter die de was deed? Daarna bekijken ze werkblad 2. Ze zoeken wat er allemaal op de textieletiketten staat en vullen de tabel aan. De leerkracht vindt de oplossingen op infoblad 1. 3.
Verkeerd gewassen tekst (20’)
De leerlingen krijgen per twee werkblad 3. Ook deze tekst werd verkeerd gewassen, daardoor kwamen er ‘vreemde’ woorden te voorschijn. Kunnen ze de ‘vreemde’ woorden linken aan de juiste vertaling? De oplossingen worden klassikaal besproken. Hierbij wordt dieper ingegaan op de manier waarop ze de betekenis van het woord gevonden hebben (context, voorkennis, opgezocht in een online woordenboek, lijkt op een gekend ander woord,…). De leerkracht vindt de oplossingen op infoblad 1. Bronvermelding werkblad 2: http://www.labelfactory.nl/index.lasso?page=article_detail&id=1, http://www.fabrictag.com/waslabels-wasetiketten/16-wash-care-labels-nylon-polyamide-wasetiketten.html, http://designandstyle.blogosfere.it/galleria/2008/05/magiccarpet-per-cappellini.html/6, http://safetysmartgear.files.wordpress.com/2013/04/ansi-washing-instructions.jpg, http://www.omerique.net/twiki/bin/view/CEIPsanjose/LecturaComprensiva1, http://blogestilomeu.blogspot.be/2011/04/simbolosos-melhores-amigos-da-sua.html. © Buitengewoon Talig, Regionaal Integratiecentrum Foyer
Kristel Provost
Cardijnschool, Brussel
bronblad 1: http://www.etitex.be/gin_pfle_bro_be_rz.pdf.
Doelstellingen De leerlingen vertellen wat de symbolen in een textieletiket betekenen. De leerlingen gebruiken een zelfgekozen manier om de betekenis van woorden in een andere taal te achterhalen en verwoorden die methode. De leerlingen tonen zich bereid tot nadenken over hun eigen leesgedrag. De leerlingen maken kennis met taaldiversiteit als kenmerken van hun maatschappelijke omgeving. De leerlingen zijn bereid te reflecteren over taal en taalgebruik. De leerlingen durven hun eigen taal en cultuur uiten en leren die van de anderen beter kennen. Ontwikkelingsdoelen LL 6, 17, 20, 63, 64 TV 23, 29, 47, 65, 70, 71, 73, 83, 92 © Buitengewoon Talig, Regionaal Integratiecentrum Foyer
Kristel Provost
Cardijnschool, Brussel
Infoblad 1: Oplossingen Werkblad 2
materiaal
maat
land
wassen
strijken
1
100% katoen
S
Italië
30°
lauw
2
95% katoen, 5 % elastaan
XL
Nederland
koud
warm
3
100% katoen
/
Spanje
30°
lauw
4
100% katoen
/
Brazilië
40°
heet
5
100% polyester
L
/
40°
niet
6
100% zijde
/
Italië
niet
niet
Werkblad 3 giysi: kledingstuk etichetta tessile: textieletiket compréhensible: duidelijk mão: hand töö: werk planchar: strijken
(Turks) (Italiaans) (Frans) (Portugees) (Ests) (Spaans)
© Buitengewoon Talig, Regionaal Integratiecentrum Foyer
Kristel Provost
Cardijnschool, Brussel
Werkblad 1: Het textieletiket
Teken de symbolen die je terugvindt in de textieletiketten in jullie kleding.
Welke talen herken je op het etiket? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________
Zijn er woorden in verschillende talen die sterk op elkaar lijken? Noteer woorden die op elkaar lijken in dezelfde kolom.
© Buitengewoon Talig, Regionaal Integratiecentrum Foyer
Kristel Provost
Cardijnschool, Brussel
Werkblad 2: Het textieletiket Bekijk aandachtig de zes textieletiketten en vul de tabel aan. Zet een schuin streepje (/) als je de informatie niet kan terugvinden.
3
1 2
5
4
6
materiaal
maat
land
wassen
strijken
1
------------------------------
----------
--------------------
----------
----------
2
------------------------------
----------
--------------------
----------
----------
3
------------------------------
----------
--------------------
----------
----------
4
------------------------------
----------
--------------------
----------
----------
5
------------------------------
----------
--------------------
----------
----------
6
------------------------------
----------
--------------------
----------
----------
© Buitengewoon Talig, Regionaal Integratiecentrum Foyer
Kristel Provost
Cardijnschool, Brussel
Werkblad 3 Deze tekst werd verkeerd gewassen. Daardoor verschenen er woorden in andere talen. Krijg jij deze tekst weer proper?
Als je kleren koopt moet je goed letten op het etichetta tessile. Het moet ingenaaid zijn op een zichtbare plaats. Het moet compréhensible zijn zodat je je niet kan vergissen bij het onderhoud. Het moet volledig zijn en toepasselijk voor heel het giysi. Let bijvoorbeeld goed op of je het met de mão moet wassen. Dat vraagt heel wat meer töö dan met de wasmachine. En moet je het planchar? Het is heel handig als dat niet moet en je het na het drogen meteen weer gewoon in de kast mag hangen.
Verbind de woorden met de juiste vertaling.
giysi
O
O
werk
etichetta tessile
O
O
hand
compréhensible
O
O
kledingstuk
mão
O
O
strijken
töö
O
O
textieletiket
planchar
O
O
duidelijk
© Buitengewoon Talig, Regionaal Integratiecentrum Foyer
Kristel Provost
Cardijnschool, Brussel
Bronblad 1: Onderhoudssymbolen Wassen: hoe en op welke temperatuur moeten we het
op 30° wassen
kledingstuk wassen?
op 40° wassen op 60° wassen op 95° wassen handwas niet wassen
Bleken: kunnen we een bleekmiddel gebruiken?
elk oplossingsmiddel toegestaan niet bleken
Strijken: met welke
lauw strijken
strijktemperatuur mag het kledingstuk gestreken worden?
warm strijken heet strijken niet strijken
Professionele reiniging: mag het kledingstuk naar de droogkuis?
geen droogkuis professionele droogkuis, normaal proces professionele natreiniging, normaal proces
Drogen: hoe moeten we het kledingstuk drogen?
trommeldrogen, lage temperatuur trommeldrogen, normale temperatuur niet drogen in de droogtrommel
© Buitengewoon Talig, Regionaal Integratiecentrum Foyer