Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht
TNO-rapport
www.tno.nl
TNO 2013 R11473
Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012
Datum
3 oktober 2013
Auteur(s)
Ir. M.H. Voogt, Ing. H.L.M. Verhagen
Aantal pagina's Aantal bijlagen
20 0
Opdrachtgever
Provincie Noord-Brabant T.a.v. J.A.J. van Driel Afdeling Milieu, cluster Natuur & Milieu Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch ProjectnaamWindroosanalyse Brabant 2012
Projectnaam
Windroosanalyse Brabant 2012
Projectnummer
060.05515
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belang-hebbenden is toegestaan. © 2013 TNO
T +31 88 866 42 56 F +31 88 866 44 75
[email protected]
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
2 / 20
Samenvatting Ten noordoosten van de landingsbaan van Eindhoven Airport meet de provincie Noord-Brabant sinds april 2010 de concentraties van luchtvervuilende stoffen, waaronder PM10, NO2 en benzeen. Met deze metingen wordt de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in beeld gebracht. Het doel van deze studie is om met behulp van een windroosanalyse de bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van PM10, NO2 en benzeen in 2012 te bepalen. De studie volgt zoveel mogelijk de aanpak van de studie over 2011 die ook door TNO is uitgevoerd [1]. Uurgemiddelde metingen van PM10 en NO2 op het regionale LML station Biesthoutakker worden gebruikt als achtergrondconcentraties. Voor benzeen zijn de metingen op Biest Houtakker in 2012 gestopt. Daarom is voor de achtergrondbelasting uitgegaan van de jaargemiddeld gemeten concentratie op het enig overgebleven regionale 3 meetstation van het LML (633 Zegveld-OudeMeije). Deze was 0.6 µg/m . In 2011 is 3 uitgegaan van een achtergrondbelasting 0.4 µg/m (gemeten op Biest Houtakker). Waarschijnlijk is er daardoor sprake van een trendbreuk met als gevolg dat de bijdrage voor benzeen in 2012 lager wordt ingeschat dan in 2011. Een eventuele bijdrage hangt af van de emissiesterkte van de bronnen en van de voorkomende meteorologische omstandigheden. Door de van jaar tot jaar wijzigende meteorologische omstandigheden (vooral windrichting is van belang, maar ook windsnelheid) fluctueert de geschatte bijdrage van jaar tot jaar. Ook het optreden van incidentele emissies (of het niet constant zijn van de emissies) maakt dat de bijdrage van jaar tot jaar anders kan zijn. Het is dus niet zo dat uit deze methode direct een bronsterkte afgeleid kan worden. Op de meetlocatie kwam de wind in 2012, net als in 2011, in 56% van de tijd uit de richting van Eindhoven Airport (150-270 graden). De windhoek is zo gekozen dat de totale bijdrage van het vliegveld in kaart wordt gebracht (dus niet alleen de bijdrage van de vliegbewegingen). De jaargemiddelde concentraties van PM 10, NO2 en benzeen in 2011 en 2012 en de gemiddelde bijdrage van Eindhoven Airport zijn weergegeven in onderstaande tabel. Jaar PM10 2011 2012 NO2 2011 2012 benzeen 2011 2012
Concentratie (µg/m3)
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in µg/m3
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in %
26.0 24.0
0.9
4
28.4 24.4
2.9 2.2
10 9
1.2 1.0
0.22 0.13
18 13
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
3 / 20
Er wordt opgemerkt dat het niet mogelijk is om een schatting van de onzekerheid te geven. Verschillende bronnen van onzekerheid spelen een rol in de gekozen methode, maar kunnen niet eenvoudig gekwantificeerd worden. Gezien de ligging van de stedelijke omgeving in de gekozen windhoek, zal bij de gepresenteerde bijdrage eerder sprake zijn van een overschatting dan van een onderschatting. Het volgende wordt geconcludeerd: De jaargemiddelde concentraties van PM 10, NO2 en benzeen op de meetlocatie Eindhoven Airport liggen (ruim) beneden de gestelde grenswaarden. De bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van PM10 in 2012 is 3 naar schatting 0.9 µg/m . Voor PM10 is de meetonzekerheid relatief groot ten opzichte van de grootte van de bijdrage. Het is daarom onzeker in hoeverre de gevonden bijdrage significant is. De bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van NO 2 in 2012 is 3 naar schatting 2.2 µg/m . Dat is iets lager dan in 2011. Het procentuele aandeel is vanwege de lagere gemiddelde concentratie wel vergelijkbaar met 2011. De bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van benzeen in 2012 is 3 naar schatting ca 0.1 µg/m . Dit is lager dan de gevonden bijdrage in 2011, maar dat komt (in ieder geval deels) door de genoemde aanpassing in de 1 aanpak .
1
Stel dat er uitgegaan was van een achtergrondconcentratie van 0.4 µg/m3, dan zou de bijdrage
0.24 µg/m3 zijn geweest.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
4 / 20
Inhoudsopgave Samenvatting ........................................................................................................... 2 1
Inleiding .................................................................................................................... 5
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Beschrijving van de metingen ................................................................................ 6 Meetlocaties ............................................................................................................... 6 PM10 ........................................................................................................................... 6 NO2 ............................................................................................................................ 6 Benzeen ..................................................................................................................... 8 Meteorologie .............................................................................................................. 8
3 3.1 3.2
Data-analyse ............................................................................................................. 9 Methode ..................................................................................................................... 9 Onzekerheid ............................................................................................................ 10
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Resultaten .............................................................................................................. 11 Frequentieverdeling van de windrichting ................................................................. 11 PM10 ......................................................................................................................... 11 NO2 .......................................................................................................................... 13 Benzeen ................................................................................................................... 15
5
Conclusies en aanbevelingen .............................................................................. 18
6
Referenties ............................................................................................................. 19
7
Ondertekening ....................................................................................................... 20
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
1
5 / 20
Inleiding Ten noordoosten van de landingsbaan van Eindhoven Airport meet de provincie Noord-Brabant sinds april 2010 de concentraties van luchtvervuilende stoffen, waaronder PM10, NO2 en benzeen. Met deze metingen wordt de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in beeld gebracht. Het doel van deze studie is om met behulp van een windroosanalyse de bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van PM10, NO2 en benzeen in 2012 te bepalen. De studie volgt zoveel mogelijk de aanpak van de studie over 2011 die ook door TNO is uitgevoerd [1]. De meteorologische gegevens zijn lokaal bij het meetstation door de provincie gemeten. Uurgemiddelde metingen van PM 10 en NO2 op het regionale LML station Biesthoutakker, beschikbaar gesteld door het RIVM, worden gebruikt als achtergrondconcentraties. Voor benzeen zijn de metingen op Biest Houtakker in 2012 gestopt. Daarom is voor de achtergrondbelasting uitgegaan van de jaargemiddeld gemeten concentratie op het enig overgebleven 3 regionale meetstation van het LML (633 Zegveld-OudeMeije). Deze was 0.6 µg/m 3 [3]. In 2011 is uitgegaan van een achtergrondbelasting 0.4 µg/m (gemeten op Biest Houtakker). Waarschijnlijk is er daardoor sprake van een trendbreuk met als gevolg dat de bijdrage voor benzeen in 2012 lager wordt ingeschat dan in 2011. De eventuele bijdrage hangt af van de emissiesterkte van de bronnen op Eindhoven Airport en van de voorkomende meteorologische omstandigheden. Het is dus niet zo dat uit deze methode direct een bronsterkte afgeleid kan worden. Dit rapport bestaat uit: Hoofdstuk 2: Beschrijving van de metingen. Hoofdstuk 3: Beschrijving van de data-analyse methode. Hoofdstuk 4: Resultaten. Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
2
Beschrijving van de metingen
2.1
Meetlocaties
6 / 20
In Figuur 1 zijn de meetlocaties Eindhoven Airport en LML Biest Houtakker getekend, inclusief een detailkaart van Eindhoven Airport. De meetlocatie nabij Eindhoven Airport wordt bij wind tussen 150 en 270 graden potentieel blootgesteld aan emissies van Eindhoven Airport. De windhoek is zo gekozen dat emissies van het gehele vliegveld worden meegeteld. Dat wil zeggen niet alleen het opstijgen en landen van vliegtuigen, maar ook de bronnen op het vliegveld zelf inclusief de voertuigen van bezoekers. Ten zuidoosten van het vliegveld bevindt zich een bedrijventerrein dat voor een groot deel ook binnen de gekozen windhoek valt. De afstand tot het meetpunt is echter minimaal 500 meter, zodat de bijdrage aan de concentratie op de meetlocatie naar verwachting klein zal zijn. Ook is invloed van de stedelijke omgeving van Veldhoven en Eindhoven niet geheel uit te sluiten. Daarom zal de vastgestelde bijdrage eerder een overschatting dan een onderschatting zijn. LML station Biest Houtakker is het dichtstbijzijnde regionale luchtmeetstation en dient als achtergrondstation. 2.2
PM10 PM10 is gemeten met bètastofmonitoren. Voor meer details over de meetapparatuur wordt verwezen naar het meetrapport van de Provincie Noord- Brabant [2] en het jaaroverzicht van de luchtkwaliteit van het RIVM [3]. De daggemiddelde waarden van de bètastofmonitoren zijn volgens procedures van de provincie en het RIVM gevalideerd. Voor dit onderzoek zijn de uurgemiddelde concentraties van PM10 gebruikt. Omdat PM10 concentraties gekalibreerd worden op daggemiddelde waarden, geldt dat de uurgemiddelde waarden indicatief zijn. De validatie voor de uurgemiddelde data levert voor locatie Eindhoven Airport 99% van de tijd goedgekeurde data op en voor locatie Biest Houtakker 92%.
2.3
NO2 NO2 is gemeten met NOx-monitoren op basis van chemoluminescentie. Voor meer details over de meetapparatuur wordt verwezen naar het meetrapport van de Provincie Noord- Brabant [2] en het jaaroverzicht van de luchtkwaliteit van het RIVM [3]. De validatie voor de uurgemiddelde data levert voor locatie Eindhoven Airport 91% van de tijd goedgekeurde data op en voor locatie Biest Houtakker 97%.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
Figuur 1
Meetlocaties bij Eindhoven Airport. De rode lijnen geven de grenzen van de windrichtingsector aan (150-270 graden) waarbij de meetlocatie belast wordt verondersteld door Eindhoven Airport.
7 / 20
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
2.4
8 / 20
Benzeen Voor de analyse van benzeen zijn de metingen op locatie Eindhoven Airport gebruikt. De metingen zijn uitgevoerd met een GC met PID detector [2]. De validatie voor de uurgemiddelde data levert 95% van de tijd goedgekeurde data op. Voor benzeen zijn de metingen op Biest Houtakker in 2012 gestopt. Daarom is voor de achtergrondbelasting uitgegaan van de jaargemiddeld gemeten concentratie op het enig overgebleven regionale meetstation van het LML (633 Zegveld3 OudeMeije). Deze was 0.6 µg/m [3]. In 2011 is uitgegaan van een 3 achtergrondbelasting 0.4 µg/m (gemeten op Biest Houtakker). Waarschijnlijk is er daardoor sprake van een trendbreuk met als gevolg dat de bijdrage voor benzeen in 2012 lager wordt ingeschat dan in 2011.
2.5
Meteorologie Voor dit onderzoek zijn de windgegevens gebruikt zoals gemeten bij de meetlocatie Eindhoven Airport door de provincie. Vooraf is de frequentie windroos vergeleken met die gemeten op het KNMI station Eindhoven. De overeenstemming was goed. De beschikbaarheid van de winddata van het meteo station is bijna 100%.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
3
Data-analyse
3.1
Methode
9 / 20
Op basis van de uurgemiddelde concentraties en windrichtingen worden windroosanalyses uitgevoerd. Ten eerste wordt de frequentieverdeling van de windrichting over 2012 bepaald. Voor elke windsector wordt berekend hoeveel uur de wind uit die richting kwam. Door te delen door het totaal aantal uren wordt dit omgerekend naar een percentage. Bij de uiteindelijke bepalingen van de bijdrage van PM10, NO2 en benzeen vallen er uren weg door het niet beschikbaar zijn van meetdata. Ook worden de uren waarop de windsnelheid lager was dan 1 m/s uitgesloten. Voor de analyse van de bijdrage aan de totale concentratie moeten deze uren dan ook uit frequentieverdeling gehaald worden. Onderzocht is of dit de frequentieverdeling sterk beïnvloedt. Het blijkt dat het aandeel wind uit zuidwestelijke richting (200-260 graden) daardoor iets groter wordt. Op zichzelf is dat gunstig voor de analyse, omdat deze windrichtingen binnen de geselecteerde windhoek liggen. Ten tweede worden concentratiewindrozen van PM10, NO2 en benzeen voor beide locaties gemaakt. Bij een concentratiewindroos wordt voor elke windsector de gemiddeld optredende concentratie getoond. De concentratiewindrozen geven inzicht in de windrichtingen waarbij de concentratie verhoogd is. Hoe meer waarnemingen er in een windsector voorkomen, hoe betrouwbaarder de gemiddelde concentratie is. Ten derde is de lokale bijdrage van Eindhoven Airport ter plaatse van de meetlocatie bepaald. Dit is stapsgewijs gedaan: 1 Er wordt een windroos van het concentratieverschil tussen de belaste locatie 2 Eindhoven Airport en de onbelaste locatie LML Biest Houtakker gemaakt . Op deze manier wordt de grootschalige bijdrage op het belaste punt er als het ware uitgefilterd. Ook hier geldt dat hoe meer waarnemingen er in een windsector voorkomen, hoe betrouwbaarder het verschil in concentratie is. 2 De windroos van het concentratieverschil wordt vermenigvuldigd met de frequentieverdeling. Dit levert een zogenaamde bijdragewindroos op. Deze heeft alleen betekenis bij de windsectoren waarbij de meetlocatie door Eindhoven Airport belast wordt. Op basis van de ligging van de meetlocaties in Figuur 1 liggen deze windsectoren tussen 150 en 270 graden. 3 De bijdragen in de windsectoren tussen 150 en 270 graden worden opgeteld tot 3 de jaargemiddelde bijdrage van Eindhoven Airport (in µg/m ). Dit wordt vergeleken met de jaargemiddelde concentratie op de meetlocatie, over de uren die aan de criteria voldoen. Daaruit volgt een schatting van de bijdrage in procenten. De op deze manier gevonden bijdrage is een gemiddelde waarde.
2
Voor benzeen is de jaargemiddelde concentratie op LML station Zegveld-OudeMeije als achtergrondconcentratie gebruikt.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
10 / 20
De uiteindelijke bijdrage is gebaseerd op de voor de analyse geselecteerde uren met de volgende selectiecriteria: De windrichting is tussen 150 en 270 graden. De windsnelheid is groter dan 1 m/s. De uurgemiddelde concentratie is beschikbaar (voor PM10 en NO2 op beide meetlocaties). De selectie van windsnelheid en beschikbaar zijn van gelijktijdige meetwaarden leidt ertoe dat voor de windroos van het concentratieverschil van PM 10 64% van het totale aantal uren in 2012 beschikbaar is. Voor NO2 is dat 63% en voor benzeen 67% (zie Tabel 1). De relatief lage percentages worden veroorzaakt door het feit dat de gemeten windsnelheid vaak lager was dan 1 m/s. Tabel 1 PM10 64
3.2
Aandeel van de uurgemiddelde metingen die voldoen aan criteria voor de windroosanalyse t.o.v. het aantal uren in een jaar (in %). NO2 63
benzeen 67
Onzekerheid De onzekerheid in de gevonden gemiddelde bijdrage is niet gemakkelijk af te leiden voor de werkwijze die is gevolgd. Deze hangt voor een belangrijk deel samen met de mate waarin de gekozen uren representatief zijn voor de gemiddelde situatie. Een kortstondig verhoogde emissie vanaf Eindhoven Airport kan bijvoorbeeld gemist worden wanneer de meetdata op een van de stations niet beschikbaar zijn. Daarnaast is het de vraag in hoeverre de gemeten concentratie op Biest Houtakker (en voor benzeen op Zegveld) representatief is voor de achtergrondconcentratie nabij Eindhoven Airport. De afstand tussen de stations is relatief groot. Ook speelt de representativiteit van het gekozen criterium voor de windsnelheid een rol. In het kader van een afstudeeronderzoek is voor de situatie nabij industrieterrein Moerdijk vastgesteld dat de resultaten voor 2008, 2009 en 2010 nauwelijks gevoelig zijn voor de gekozen waarde voor de windsnelheid [4]. De onzekerheid in relatie tot de representativiteit is niet eenvoudig te kwantificeren. Een uitgebreidere analyse met bijvoorbeeld Monte Carlo technieken waarbij willekeurig verschillende subsets van de data worden gekozen, kan meer inzicht verschaffen. Een dergelijke omvangrijke analyse past echter niet binnen de huidige onderzoeksopzet.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
4
Resultaten
4.1
Frequentieverdeling van de windrichting
11 / 20
In Figuur 2 is de jaargemiddelde frequentieverdeling van de windrichting weergegeven. Het is duidelijk dat de wind voor een groot deel van de meetperiode afkomstig is uit zuidelijke en meer specifiek zuidwestelijke richtingen. De wind kwam tijdens de meetperiode in 56% van de tijd uit de richting van het vliegveld (150-270 graden). Ook in 2011 was dit 56%.
Figuur 2
4.2
Frequentieverdeling (%) van de windrichting in 2012.
PM10 De concentratiewindrozen voor PM10 staan in Figuur 3. Het volgende valt in de windrozen op: De gemiddelde concentratie van PM10 is het hoogst bij een noordoostelijke windrichting. De patronen van de concentratiewindrozen komen goed met elkaar overeen. De verschillen in concentratie zijn beperkt. De piek bij 80 graden is het gevolg van een enkel, geïsoleerd uur met een hoge 3 concentratie (66 µg/m op 22 maart). Verder bevinden zich in de dataset enkele opvallende waarden die door het grotere aantal uren in de betreffende klasse 3 3 het gemiddelde minder beïnvloeden (861 µg/m op 9 maart, 479 µg/m op 25 3 juni en 656 µg/m op 7 augustus). Bij wind uit de richting van Eindhoven Airport (150-270 graden) is de concentratie bij het vliegveld iets hoger dan op Biest Houtakker.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
12 / 20
Eindhoven-airport 230 Biest Houtakker
330
340
320 310
35070
0
10
20
30 40
50
300
50 60
30
290
70
10
280 270
80 90
-10
260
100
250
110
240
120
230 220
130 140 210
Figuur 3
200
190
180
170
160
150
Concentratiewindrozen van PM10 (µg/m3) op locaties Eindhoven Airport (roze) en LML Biest Houtakker (blauw) in 2012.
In 2011 was de gemeten concentratie van PM10 bij wind uit de richting van het vliegveld op Eindhoven Airport lager dan op Biest Houtakker. Dat leidde tot de conclusie dat Eindhoven Airport niet meetbaar bijdraagt aan de concentratie van PM10. In 2012 blijkt de concentratie bij wind uit de richting van het vliegveld wel hoger dan op Biest Houtakker, onder andere als gevolg van enkele kortdurende perioden met zeer hoge concentratie. De windroos van het PM10 concentratieverschil en de bijdragewindroos zijn gegeven in Figuur 4. De geschatte gemiddelde bijdrage van het industrieterrein aan de PM10 concentratie in 2012 staat in Tabel 2. Ook zijn de resultaten voor 2011 [1] weergegeven. 3
De windroosanalyse laat voor 2012 een bijdrage van 0.9 µg/m zien. De bijdrage wordt grotendeels bepaald door enkele kortstondige perioden met zeer hoge concentratie op Eindhoven Airport (o.a. op 6 april en 25 juni). Het is de vraag of deze verhogingen daadwerkelijk het gevolg zijn geweest van activiteiten op Eindhoven Airport. Voor PM10 is de meetonzekerheid relatief groot ten opzichte van de grootte van de 3 bijdrage. Het is daarom onzeker in hoeverre de gevonden bijdrage van 0.9 µg/m significant is.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
330 320 310
35 340 350
0
10 20
330 320 310
30 40
25
300
13 / 20
50 60
15
290
300
70
280
5
80
270
-5
260 250
Figuur 4
200 190
180
170 160
130 140 150
10 20
30 40
0,5
50 60
0,0
290
70
280
80
90
270
-1,0
90
100
260
120
230 220 210
0
-0,5
110
240
1,0 340 350
100
250
110
240 230 220 210
120
200 190
180
170 160
130 140 150
Links: windroos van het PM10 concentratieverschil (µg/m3) tussen locatie Eindhoven Airport en LML Biest Houtakker in 2012. Rechts: windroos van de PM10 bijdrage (µg/m3) per sector op locatie Eindhoven Airport. De zwarte lijn is de 0-lijn. Het sommeren van de bijdragen uit de rechterfiguur binnen de sectoren 150 en 270 graden levert de bijdrage van het Eindhoven Airport op (zie Tabel 2).
Tabel 2 Jaar 2011 2012
4.3
Gemiddelde PM10 concentratie (µg/m3) en de geschatte bijdrage van Eindhoven Airport op de meetlocatie in 2012. Concentratie (µg/m3) 26.0 24.0
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in µg/m3 0.9
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in % 4
NO2 De concentratiewindrozen voor NO2 staan in Figuur 5. Het volgende valt in de windrozen op: De gemiddelde concentratie van NO2 is het hoogst bij oostelijke windrichting. De patronen van de concentratiewindrozen lijken op elkaar (invloed van variatie in de achtergrondconcentratie). De gemiddelde concentratie op Eindhoven Airport is bij de meeste windsectoren hoger dan die op de achtergrondlocatie Biest Houtakker (invloed van lokale bronnen). De windroos van het NO2 concentratieverschil en de bijdragewindroos zijn gegeven in Figuur 6.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
14 / 20
Eindhoven-airport 230 Biest Houtakker
330
340
35050
0
10
20
30
40
320 310
40 50
30
300
60
20
290
70
280
10
80
270
0
90
260
100
250
110
240
120
230 220
130 140 210
Figuur 5
20 340 350 330 320 15 310 10 300
0
190
180
10 20
30
70
0
80
280
270
-5
90
270
100
260
110
240 230 220 210 200 190
Figuur 6
180
120 130 140 150 170 160
0
10 20
30 40 50 60
290
280
250
150
1,0 340 350 330 320 0,5 310 300 0,0
50 60
260
170
160
Concentratiewindrozen van NO2 (µg/m3) op locaties Eindhoven Airport (roze) en LML Biest Houtakker (blauw) in 2012.
40
5
290
200
70
-0,5
80 90
-1,0
100
250 240 230 220 210 200 190
110
180
120 130 140 150 170 160
Links: windroos van het NO2 concentratieverschil (µg/m3) tussen locatie Eindhoven Airport en LML Biest Houtakker in 2012. Rechts: windroos van de NO2 bijdrage (µg/m3) per sector op locatie Eindhoven Airport. De zwarte lijn is de 0-lijn. Het sommeren van de bijdragen uit de rechterfiguur binnen de sectoren 150 en 270 graden levert de bijdrage van Eindhoven Airport op (zie Tabel 2).
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
15 / 20
Uit Figuren 5 en 6 wordt het volgende afgeleid: Het concentratieverschil is het sterkst bij oostelijke richting (40-140 graden), waarschijnlijk als gevolg van de nabijheid van rijksweg A2 (op ongeveer 1 km afstand), de stad Eindhoven die oostelijk van de A2 ligt en enig verkeer op de Spottersweg (op 50 meter afstand). In de richting van het vliegveld is een kleine verhoging van de concentratie te zien tussen 200 en 260 graden. Dit is de richting onder invloed van opstijgende en landende vliegtuigen. Tussen 150 en 190 graden is een groter verschil te zien, waarschijnlijk als gevolg van emissiebronnen op de grond gerelateerd aan het vliegveld (zie ook paragraaf 2.1, waarin de mogelijke invloed van andere bronnen wordt besproken). De geschatte gemiddelde bijdrage van Eindhoven Airport aan de NO2 concentratie 3 in 2012 staat in Tabel 3. De bijdrage in 2012 is naar schatting 2.2 µg/m . Dat is iets lager dan in 2011. Het procentuele aandeel is vanwege de lagere gemiddelde concentratie wel vergelijkbaar met 2011.
Tabel 3 Jaar 2011 2012
4.4
Gemiddelde NO2 concentratie (µg/m3) en de geschatte bijdrage van Eindhoven Airport op de meetlocatie in 2012. Concentratie (µg/m3) 28.4 24.4
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in µg/m3 2.9 2.2
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in % 10 9
Benzeen De concentratiewindroos voor benzeen voor Eindhoven Airport staat in Figuur 7. De windroos van het benzeen concentratieverschil en de -bijdragewindroos zijn gegeven in Figuur 8. Het volgende valt in de figuren op: De gemiddelde concentratie van benzeen is het hoogst bij oostelijke windrichting. In de klassen rond 70 en 80 graden is geen data beschikbaar waarbij zowel de windsnelheid voldoet als gelijktijdige een meetwaarde aanwezig is. De verhoging bij oostelijke wind kan met waarschijnlijkheid aan het verkeer op de A2 en de Spottersweg toegeschreven worden.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
16 / 20
Eindhoven-airport
330 320 310
340 350 3
0
10 20
30 40 50
2
300
60
290
70
1
280
80
270
90
0
260
100
250
110
240
120
230 220 210
Figuur 7
340 350 2 330 320 1 310 300 0
0
270
-2
250
30
180
290
0
10 20
30 40 50 60
-0,01
70
80
280
-0,03
80
90
270
-0,05
90
100
260
110
240 230 220 210 200 190
170 160
0,05 340 350 330 320 0,03 310 0,01 300
70
260
Figuur 8
10 20
50 60
-1
180
Concentratiewindroos van benzeen (µg/m3) op locatie Eindhoven Airport in 2012.
40
290 280
200 190
130 140 150
120 130 140 150 170 160
100
250 240 230 220 210 200 190
110
180
120 130 140 150 170 160
Links: windroos van het benzeen concentratieverschil (µg/m 3) tussen locatie Eindhoven Airport en de veronderstelde achtergrondconcentratie van 0.6 µg/m3 in 2012. Rechts: windroos van de benzeen bijdrage (µg/m 3) per sector op locatie Eindhoven Airport tijdens de meetperiode. De zwarte lijn is de 0-lijn. Het sommeren van de bijdragen uit de rechterfiguur binnen de sectoren 150 en 270 graden levert de bijdrage van Eindhoven Airport op (zie Tabel 3).
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
17 / 20
De geschatte gemiddelde bijdrage van Eindhoven Airport aan de benzeen concentratie in 2012 staat in Tabel 4. Tabel 4 Jaar 2011 2012
Gemiddelde benzeen concentratie (µg/m3) en de geschatte bijdrage van Eindhoven Airport op de meetlocatie in 2012. Concentratie (µg/m3) 1.2 1.0
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in µg/m3 0.22 0.13 3
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in % 18 13
De bijdrage van Eindhoven Airport is ca. 0.1 µg/m , hetgeen 13% is van de totale concentratie op de meetlocatie bij Eindhoven Airport. Hierbij wordt benadrukt dat 3 deze waarde geldt bij de toegepaste achtergrondconcentratie van 0.6 µg/m . In de analyse voor 2011 is uitgegaan van de op LML Biest Houtakker jaargemiddeld 3 gemeten concentratie van 0.4 µg/m . Omdat deze metingen in 2012 gestopt zijn, moest voor 2012 voor een ander regionaal station gekozen worden, welke niet in Noord-Brabant ligt (Zegveld-OudeMeije). Stel dat er uitgegaan was van een 3 3 achtergrondconcentratie van 0.4 µg/m , dan zou de bijdrage 0.24 µg/m (24%) zijn geweest. Dat is meer in lijn met het resultaat voor 2011.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
5
18 / 20
Conclusies en aanbevelingen Op de meetlocatie kwam de wind in 2012, net als in 2011, in 56% van de tijd uit de richting van Eindhoven Airport (150-270 graden). De jaargemiddelde concentraties van PM10, NO2 en benzeen en de gemiddelde bijdrage van Eindhoven Airport in 2012 (en 2011) zijn weergegeven in onderstaande tabel. Gezien de ligging van de stedelijke omgeving in de gekozen windhoek, zal bij de gepresenteerde bijdragen eerder sprake zijn van een overschatting dan van een onderschatting. Tabel 5 Jaar PM10 2011 2012 NO2 2011 2012 benzeen 2011 2012
Gemiddelde concentratie (µg/m3) en schatting van de bijdrage van Eindhoven Airport. Concentratie (µg/m3)
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in µg/m3
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in %
26.0 24.0
0.9
4
28.4 24.4
2.9 2.2
10 9
1.2 1.0
0.22 0.13
18 13
Het volgende wordt geconcludeerd: De jaargemiddelde concentraties van PM 10, NO2 en benzeen op de meetlocatie Eindhoven Airport liggen (ruim) beneden de gestelde grenswaarden. De bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van PM10 in 2012 is 3 naar schatting 0.9 µg/m . Voor PM10 is de meetonzekerheid relatief groot ten opzichte van de grootte van de bijdrage. Het is daarom onzeker in hoeverre de gevonden bijdrage significant is. De bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van NO2 in 2012 is 3 naar schatting 2.2 µg/m . Dat is iets lager dan in 2011. Het procentuele aandeel is vanwege de lagere gemiddelde concentratie wel vergelijkbaar met 2011. De bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van benzeen in 2012 is 3 naar schatting ca 0.1 µg/m . Dit is lager dan de gevonden bijdrage in 2011, maar dat komt (in ieder geval deels) door de genoemde aanpassing in de 3 aanpak .
3
Stel dat er uitgegaan was van een achtergrondconcentratie van 0.4 µg/m3, dan zou de bijdrage
0.24 µg/m3 zijn geweest.
TNO-rapport | TNO 2013 R11473
6
19 / 20
Referenties [1] Voogt, M.H. en den Boeft J., 2012. Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit 2011. TNO rapport TNO-060-UT2012-01634. [2] Hubers, P., 2012. Onderzoek naar de luchtkwaliteit nabij Vliegbasis Eindhoven & Eindhoven Airport. Rapportage 2011-0099-L-O. September 2012. [3] RIVM, 2013. Jaaroverzicht Luchtkwaliteit 2012. RIVM Rapport 680704023/2013 [4] Van Strien, N., 2012. Gevoeligheidsanalyse van windroosbijdragenberekeningen bij industriegebied Moerdijk. Afstudeerrapport, 20 juli 2012.
20t20
TNO-rapport I TNO 2013 R11473
Ondertekening Naam en adres van de opdrachtgever
Provincie Noord-Brabant T.a.v. J.A.J. van Driel Afdeling Milieu, cluster Natuur & Milieu Postbus 90151
5200 MC's-Hertogenbosch
Naam en functies van de medewerkers
lr. M.H. Voogt lng. H.L.M. Verhagen
Projectleider Projectmedewerker
Periode waarin het ondezoek plaatsvond:
September 2013
Naam en ondertekening interne reviewer
Goedkeuring:
Drs. H.C. Borst Research Manager