Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht
TNO-rapport
www.tno.nl
TNO-060-UT-2012-01634
Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011
Datum
18 december 2012
Auteur(s)
Ir. M.H. Voogt, Ing. J. den Boeft
Aantal pagina's Aantal bijlagen
19 0
Opdrachtgever
Provincie Noord-Brabant T.a.v. Ir. A.L. Schoenmakers Bureauhoofd Milieubeheer Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch ProjectnaamWindroosanalyse Brabant 2011
Projectnaam
Windroosanalyse Brabant 2011
Projectnummer
054.03169
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belang-hebbenden is toegestaan. © 2012 TNO
T +31 88 866 42 56 F +31 88 866 44 75
[email protected]
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
2 / 19
Samenvatting Ten noordoosten van de landingsbaan van Eindhoven Airport meet de provincie Noord-Brabant sinds april 2010 de concentraties van luchtvervuilende stoffen, waaronder PM10, NO2 en benzeen. Met deze metingen wordt de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in beeld gebracht. Het doel van deze studie is om met behulp van een windroosanalyse de bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van PM10, NO2 en benzeen in 2011 te bepalen. Daartoe worden uurgemiddelde metingen van PM10 en NO2 op het regionale LML station Biesthoutakker gebruikt als achtergrondconcentraties. Voor benzeen is als achtergrondconcentratie uitgegaan van de jaargemiddeld gemeten 3 concentratie op Biest Houtakker (van 0.4 µg/m ). Een eventuele bijdrage hangt af van de emissiesterkte van de bronnen en van de voorkomende meteorologische omstandigheden. Door de van jaar tot jaar wijzigende meteorologische omstandigheden (vooral windrichting is van belang, maar ook windsnelheid) fluctueert de geschatte bijdrage van jaar tot jaar. Ook het optreden van incidentele emissies (of het niet constant zijn van de emissies) maakt dat de bijdrage van jaar tot jaar anders kan zijn. Het is dus niet zo dat uit deze methode direct een bronsterkte afgeleid kan worden. Op de meetlocatie kwam de wind in 2011 in 56% van de tijd uit de richting van Eindhoven Airport (150-270 graden). De windhoek is zo gekozen dat de totale bijdrage van het vliegveld in kaart wordt gebracht (dus niet alleen de bijdrage van de vliegbewegingen). De jaargemiddelde concentraties van PM 10, NO2 en benzeen en de gemiddelde bijdrage van Eindhoven Airport in 2011 zijn weergegeven in onderstaande tabel.
PM10 NO2 benzeen
Concentratie (µg/m3) 26.0 28.4 1.2
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in µg/m3 2.9 0.22
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in % 10 18
Er wordt opgemerkt dat het niet mogelijk is om een schatting van de onzekerheid te geven. Verschillende bronnen van onzekerheid spelen een rol in de gekozen methode, maar kunnen niet eenvoudig gekwantificeerd worden. Gezien de ligging van de stedelijke omgeving in de gekozen windhoek, zal bij de gepresenteerde bijdragen eerder sprake zijn van een overschatting dan van een onderschatting. Het volgende wordt geconcludeerd: De jaargemiddelde concentraties van PM 10, NO2 en benzeen in 2011 op de meetlocatie Eindhoven Airport liggen (ruim) beneden de gestelde grenswaarden. Op basis van de concentratiewindroos van PM10 op de meetlocatie wordt geconcludeerd dat Eindhoven Airport niet meetbaar bijdraagt aan de concentratie van PM10. De bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van NO2 in 21011 is naar schatting 10%.
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
3 / 19
De bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van benzeen in 2011 is naar schatting 18%.
Deze resultaten wijken nauwelijks af van de resultaten uit een eerdere studie over de periode april 2010 t/m maart 2011 [4].
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
4 / 19
Inhoudsopgave Samenvatting ........................................................................................................... 2 1
Inleiding .................................................................................................................... 5
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Beschrijving van de metingen ................................................................................ 6 Meetlocaties ............................................................................................................... 6 PM10 ........................................................................................................................... 6 NO2 ............................................................................................................................ 6 Benzeen ..................................................................................................................... 8 Meteorologie .............................................................................................................. 8
3 3.1 3.2
Data-analyse ............................................................................................................. 9 Methode ..................................................................................................................... 9 Onzekerheid ............................................................................................................ 10
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Resultaten .............................................................................................................. 11 Frequentieverdeling van de windrichting ................................................................. 11 PM10 ......................................................................................................................... 11 NO2 .......................................................................................................................... 12 Benzeen ................................................................................................................... 14
5
Conclusies en aanbevelingen .............................................................................. 17
6
Referenties ............................................................................................................. 18
7
Ondertekening ....................................................................................................... 19
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
1
5 / 19
Inleiding Ten noordoosten van de landingsbaan van Eindhoven Airport meet de provincie Noord-Brabant sinds april 2010 de concentraties van luchtvervuilende stoffen, waaronder PM10, NO2 en benzeen. Met deze metingen wordt de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in beeld gebracht. Het doel van deze studie is om met behulp van een windroosanalyse de bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van PM10, NO2 en benzeen in 2011 te bepalen. Daartoe worden uurgemiddelde metingen van PM10 en NO2 op het regionale LML station Biesthoutakker, beschikbaar gesteld door het RIVM, gebruikt als achtergrondconcentraties. Voor benzeen is uitgegaan van de jaargemiddeld gemeten concentratie op Biest Houtakker als achtergrondconcentratie (van 0.4 3 µg/m ). De meteorologische gegevens zijn lokaal bij het meetstation door de provincie gemeten. De eventuele bijdrage hangt af van de emissiesterkte van de bronnen op Eindhoven Airport en van de voorkomende meteorologische omstandigheden. Het is dus niet zo dat uit deze methode direct een bronsterkte afgeleid kan worden. Dit rapport bestaat uit: Hoofdstuk 2: Beschrijving van de metingen. Hoofdstuk 3: Beschrijving van de data-analyse methode. Hoofdstuk 4: Resultaten. Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen.
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
2
Beschrijving van de metingen
2.1
Meetlocaties
6 / 19
In Figuur 1 zijn de meetlocaties Eindhoven Airport en LML Biest Houtakker getekend, inclusief een detailkaart van Eindhoven Airport. De meetlocatie nabij Eindhoven Airport wordt bij wind tussen 150 en 270 graden potentieel blootgesteld aan emissies van Eindhoven Airport. De windhoek is zo gekozen dat emissies van het gehele vliegveld worden meegeteld. Dat wil zeggen niet alleen het opstijgen en landen van vliegtuigen, maar ook de bronnen op het vliegveld zelf inclusief de voertuigen van bezoekers. Ten zuidoosten van het vliegveld bevindt zich een bedrijventerrein dat voor een groot deel ook binnen de gekozen windhoek valt. De afstand tot het meetpunt is echter minimaal 500 meter, zodat de bijdrage aan de concentratie op de meetlocatie naar verwachting klein zal zijn. Ook is invloed van de stedelijke omgeving van Veldhoven en Eindhoven niet geheel uit te sluiten. Daarom zal de vastgestelde bijdrage eerder een overschatting dan een onderschatting zijn. LML station Biest Houtakker is het dichtstbijzijnde regionale luchtmeetstation en dient als achtergrondstation. 2.2
PM10 PM10 is gemeten met bètastofmonitoren. Voor meer details over de meetapparatuur wordt verwezen naar het meetrapport van de Provincie Noord- Brabant [1] en het jaaroverzicht van de luchtkwaliteit van het RIVM Error! Reference source not found.. De daggemiddelde waarden van de bètastofmonitoren zijn volgens procedures van de provincie en het RIVM gevalideerd. Voor dit onderzoek zijn de uurgemiddelde concentraties van PM10 gebruikt. Omdat PM10 concentraties gekalibreerd worden op daggemiddelde waarden, geldt dat de uurgemiddelde waarden indicatief zijn. De validatie voor de uurgemiddelde data levert voor locatie Eindhoven Airport 99% van de tijd goedgekeurde data op en voor locatie Biest Houtakker 88%.
2.3
NO2 NO2 is gemeten met NOx-monitoren op basis van chemoluminescentie. Voor meer details over de meetapparatuur wordt verwezen naar het meetrapport van de Provincie Noord- Brabant [1] en het jaaroverzicht van de luchtkwaliteit van het RIVM Error! Reference source not found.. De validatie voor de uurgemiddelde data levert voor locatie Eindhoven Airport 95% van de tijd goedgekeurde data op en voor locatie Biest Houtakker 99%.
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
Figuur 1
Meetlocaties bij Eindhoven Airport. De rode lijnen geven de grenzen van de windrichtingsector aan (150-270 graden) waarbij de meetlocatie belast wordt verondersteld door Eindhoven Airport.
7 / 19
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
2.4
8 / 19
Benzeen Voor de analyse van benzeen zijn alleen de metingen op locatie Eindhoven Airport gebruikt. De metingen zijn uitgevoerd met een GC met PID detector [1]. De validatie voor de uurgemiddelde data levert 91% van de tijd goedgekeurde data op. 3
Als achtergrondconcentratie is de waarde van 0.4 µg/m aangehouden. Deze waarde komt overeen met de jaargemiddeld gemeten achtergrondconcentratie in 2011 op LML station Biest Houtakker [2]. Gemiddeld per 10 graden windsector over de meetperiode is de laagst gemeten 3 concentratie op de meetlocatie Eindhoven Airport 0.6 µg/m . Dat deze waarde hoger is, kan verklaard worden door de aanwezigheid van verschillende bronnen rondom het meetstation. De keuze voor de lagere achtergrondconcentratie versterkt voor benzeen de constatering uit paragraaf 2.1, namelijk dat de vastgestelde bijdrage eerder een overschatting dan een onderschatting is. 2.5
Meteorologie Voor dit onderzoek zijn de windgegevens gebruikt zoals gemeten bij de meetlocatie Eindhoven Airport door de provincie. Vooraf is de frequentie windroos vergeleken met die gemeten op het KNMI station Eindhoven. De overeenstemming was goed. De beschikbaarheid van de winddata van het meteo station is 95%.
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
3
Data-analyse
3.1
Methode
9 / 19
Op basis van de uurgemiddelde concentraties en windrichtingen worden windroosanalyses uitgevoerd. Ten eerste wordt de frequentieverdeling van de windrichting over 2011 bepaald. Voor elke windsector wordt berekend hoeveel uur de wind uit die richting kwam. Door te delen door het totaal aantal uren wordt dit omgerekend naar een percentage. Bij de uiteindelijke bepalingen van de bijdrage van PM 10, NO2 en benzeen vallen er uren weg door het niet beschikbaar zijn van meetdata. Ook worden de uren waarop de windsnelheid lager was dan 1 m/s uitgesloten. Voor de analyse van de bijdrage aan de totale concentratie moeten deze uren dan ook uit frequentieverdeling gehaald worden. Onderzocht is of dit de frequentieverdeling sterk beïnvloedt. Het blijkt dat het aandeel wind uit zuidwestelijke richting (200-240 graden) daardoor iets groter wordt. Op zichzelf is dat gunstig voor de analyse, omdat deze windrichtingen binnen de geselecteerde windhoek liggen. Ten tweede worden concentratiewindrozen van PM10, NO2 en benzeen voor beide locaties gemaakt. Bij een concentratiewindroos wordt voor elke windsector de gemiddeld optredende concentratie getoond. De concentratiewindrozen geven inzicht in de windrichtingen waarbij de concentratie verhoogd is. Hoe meer waarnemingen er in een windsector voorkomen, hoe betrouwbaarder de gemiddelde concentratie is. Ten derde is de lokale bijdrage van Eindhoven Airport ter plaatse van de meetlocatie bepaald. Dit is stapsgewijs gedaan: 1 Er wordt een windroos van het concentratieverschil tussen de belaste locatie Eindhoven Airport en de onbelaste locatie LML Biest Houtakker gemaakt. Op deze manier wordt de grootschalige bijdrage op het belaste punt er als het ware uitgefilterd. Ook hier geldt dat hoe meer waarnemingen er in een windsector voorkomen, hoe betrouwbaarder het verschil in concentratie is. 2 De windroos van het concentratieverschil wordt vermenigvuldigd met de frequentieverdeling. Dit levert een zogenaamde bijdragewindroos op. Deze heeft alleen betekenis bij de windsectoren waarbij de meetlocatie door Eindhoven Airport belast wordt. Op basis van de ligging van de meetlocaties in Figuur 1 liggen deze windsectoren tussen 150 en 270 graden. 3 De bijdragen in de windsectoren tussen 150 en 270 graden worden opgeteld tot 3 de jaargemiddelde bijdrage van Eindhoven Airport (in µg/m ). Dit wordt vergeleken met de jaargemiddelde concentratie op de meetlocatie, over de uren die aan de criteria voldoen. Daaruit volgt een schatting van de bijdrage in procenten. De op deze manier gevonden bijdrage is een gemiddelde waarde.
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
10 / 19
De uiteindelijke bijdrage is gebaseerd op de voor de analyse geselecteerde uren met de volgende selectiecriteria: De windrichting is tussen 150 en 270 graden. De windsnelheid is groter dan 1 m/s. De uurgemiddelde concentratie is beschikbaar (voor PM10 en NO2 op beide meetlocaties). De selectie van windsnelheid en beschikbaar zijn van gelijktijdige meetwaarden leidt ertoe dat voor de windroos van het concentratieverschil van PM10 56% van het totale aantal uren in 2011 beschikbaar is. Voor NO2 is dat 64% en voor benzeen 61% (zie Tabel 1). De relatief lage percentages worden veroorzaakt door het feit dat de gemeten windsnelheid vaak lager was dan 1 m/s. Tabel 1 PM10 56
3.2
Aandeel van de uurgemiddelde metingen die voldoen aan criteria voor de windroosanalyse t.o.v. het aantal uren in een jaar (in %). NO2 64
benzeen 61
Onzekerheid De onzekerheid in de gevonden gemiddelde bijdrage is niet gemakkelijk af te leiden voor de werkwijze die is gevolgd. Deze hangt voor een belangrijk deel samen met de mate waarin de gekozen uren representatief zijn voor de gemiddelde situatie. Een kortstondig verhoogde emissie vanaf Eindhoven Airport kan bijvoorbeeld gemist worden wanneer de meetdata op een van de stations niet beschikbaar zijn. Daarnaast is het de vraag in hoeverre de gemeten concentratie op Biest Houtakker 1 representatief is voor de achtergrondconcentratie nabij Eindhoven Airport . De afstand tussen beide stations is relatief groot. Ook speelt de representativiteit van het gekozen criterium voor de windsnelheid een rol. In het kader van een afstudeeronderzoek is voor de situatie nabij industrieterrein Moerdijk vastgesteld dat de resultaten voor 2008, 2009 en 2010 nauwelijks gevoelig zijn voor de gekozen waarde voor de windsnelheid [3]. De onzekerheid in relatie tot de representativiteit is niet eenvoudig te kwantificeren. Een uitgebreidere analyse met bijvoorbeeld Monte Carlo technieken waarbij willekeurig verschillende subsets van de data worden gekozen, kan meer inzicht verschaffen. Een dergelijke omvangrijke analyse past echter niet binnen de huidige onderzoeksopzet.
1
Zie ook paragraaf 2.2.
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
11 / 19
4
Resultaten
4.1
Frequentieverdeling van de windrichting In Figuur 2 is de jaargemiddelde frequentieverdeling van de windrichting weergegeven. Het is duidelijk dat de wind voor een groot deel van de meetperiode afkomstig is uit zuidelijke en meer specifiek zuidwestelijke richtingen. De wind kwam tijdens de meetperiode in 56% van de tijd uit de richting van het vliegveld (150-270 graden).
340
350
0
10
10
20
330
30
8
320 310
40 50
6
300
60
4
290
70
280
2
80
270
0
90
260
100
250
110
240
120
230
130 220
140 210
150
200
Figuur 2
4.2
190
180
170
160
Frequentieverdeling (%) van de windrichting in 2011.
PM10 De concentratiewindrozen voor PM10 staan in Figuur 3. Het volgende valt in de windrozen op: De gemiddelde concentratie van PM10 is het hoogst bij noordelijke en oostelijke windrichting. De patronen van de concentratiewindrozen komen goed met elkaar overeen. De verschillen in concentratie zijn beperkt. Bij wind uit de richting van Eindhoven Airport (150-270 graden) is de concentratie bij het vliegveld (beperkt) lager dan bij Biest Houtakker. Dit duidt erop dat de concentratie van PM10 nabij Eindhoven Airport met name bepaald wordt door grootschalige processen en niet door lokale bijdragen. Het heeft geen zin om de windroosanalyse naar de bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentratie van PM10 verder voort te zetten. Voor PM10 kan geconcludeerd worden dat Eindhoven Airport niet meetbaar bijdraagt aan de concentratie.
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
12 / 19
In een eerdere studie over de periode april 2010 t/m maart 2011 bleek dat de gemiddelde concentratie bij Biest Houtakker over de gehele periode aanzienlijk 3 hoger was dan bij Eindhoven Airport (ca. 7 µg/m ) [4]. Voor het jaar 2011 is het 3 gemiddelde verschil afgenomen tot ca. 3 µg/m . De jaargemiddelde concentraties 3 zijn respectievelijk 26.0 en 29.3 µg/m .
Eindhoven-airport 230 Biest Houtakker
340
350
0
50
10
20
330
30
40
320
310
40
50
30
300
60
20
290
70
280
10
80
270
0
90
260
100
250
110
240
120
230
130 220
140 210
150 200
Figuur 3
4.3
190
180
170
160
Concentratiewindrozen van PM10 (µg/m3) op locaties Eindhoven Airport (roze) en LML Biest Houtakker (blauw) in 2011.
NO2 De concentratiewindrozen voor NO2 staan in Figuur 4. Het volgende valt in de windrozen op: De gemiddelde concentratie van NO2 is het hoogst bij oostelijke windrichting. De patronen van de concentratiewindrozen lijken op elkaar (invloed van variatie in de achtergrondconcentratie). De gemiddelde concentratie op Eindhoven Airport is bij de meeste windsectoren hoger dan die op de achtergrondlocatie Biest Houtakker (invloed van lokale bronnen). De windroos van het NO2 concentratieverschil en de bijdragewindroos zijn gegeven in Figuur 5.
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
13 / 19
Eindhoven-airport 230 Biest Houtakker 350 60
340 330
0
10
20 30
50 40 30 20 10 0
320 310 300 290 280 270
40 50 60 70 80 90
260
100
250
110
240
120
230
130
220
140 210
150 200
350 30
0
10
160
20
330
340
30
320
300
50 60
300
70
0
260 250
280
90
270
100
260
110
240
120
130
220
140
210
150 200
190
180
170
160
20 40 50 60
0.0
290
80
-10
230
10
0.5
310
290
270
0
30
320
10
280
350 1.0
330 40
20
310
Figuur 5
170
180
Concentratiewindrozen van NO2 (µg/m3) op locaties Eindhoven Airport (roze) en LML Biest Houtakker (blauw) in 2011.
Figuur 4
340
190
70
-0.5
80
-1.0
90 100
250
110
240
120
230
130
220
140 210
150
200
190
180
170
160
Links: windroos van het NO2 concentratieverschil (µg/m3) tussen locatie Eindhoven Airport en LML Biest Houtakker in 2011. Rechts: windroos van de NO2 bijdrage (µg/m3) per sector op locatie Eindhoven Airport tijdens de meetperiode. De zwarte lijn is de 0-lijn. Het sommeren van de bijdragen uit de rechterfiguur binnen de sectoren 150 en 270 graden levert de bijdrage van Eindhoven Airport op (zie Tabel 2).
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
14 / 19
Uit Figuren 4 en 5 wordt het volgende afgeleid: Het concentratieverschil is het sterkst bij oostelijke richting (40-140 graden), waarschijnlijk als gevolg van de nabijheid van rijksweg A2 (op ongeveer 1 km afstand), de stad Eindhoven die oostelijk van de A2 ligt en enig verkeer op de Spottersweg (op 50 meter afstand). In de richting van het vliegveld is een kleine verhoging van de concentratie te zien tussen 200 en 260 graden. Dit is de richting onder invloed van opstijgende en landende vliegtuigen. Tussen 150 en 190 graden is een groter verschil te zien, waarschijnlijk als gevolg van emissiebronnen op de grond gerelateerd aan het vliegveld (zie ook paragraaf 2.1, waarin de mogelijke invloed van andere bronnen wordt besproken). De geschatte gemiddelde bijdrage van Eindhoven Airport aan de NO2 concentratie in 2011 staat in Tabel 2. Tabel 2
Gemiddelde NO2 concentratie (µg/m3) en de geschatte bijdrage van Eindhoven Airport op de meetlocatie in 2011.
Concentratie (µg/m3) 28.4
4.4
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in µg/m3 2.9
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in % 10
Benzeen De concentratiewindroos voor benzeen voor Eindhoven Airport staat in Figuur 6. De windroos van het benzeen concentratieverschil en de -bijdragewindroos zijn gegeven in Figuur 7. Het volgende valt in de figuren op: De gemiddelde concentratie van benzeen is het hoogst bij oostelijke windrichting. De laagste concentratie wordt gemeten bij noordwestelijke windrichting en is ca. 3 0.6 µg/m . Dit is hoger dan de regionale achtergrondconcentratie gemeten in Biest Houtakker (zie paragraaf 2.4). Het patroon van de windrozen komt grotendeels overeen met die van de windrozen voor NO2. De verhoging bij oostelijke wind kan met waarschijnlijkheid aan het verkeer op de A2 en de Spottersweg toegeschreven worden.
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
15 / 19
Eindhoven-airport
3504
340
0
10
20
330
30
320
40
3
310 300
50 60
2
290
70
1
280
80
0
270
90
260
100
250
110
240
120
230
130
220
140 210
150 200
Figuur 6
340
3503
0
10
190
180
160
Concentratiewindroos van benzeen (µg/m3) op locatie Eindhoven Airport in 2011.
350 340 0.05
20
330
30
320
300
50 60
0
260 250
280
90
270
100
260
110
240
120 130 140 210
150
200
190
180
170
160
40
50 60
0.00
290
80
-1
220
30
300
70
230
20
310
290
270
10
320
1
280
0
330
40
2
310
Figuur 7
170
70 80
-0.05
90 100
250
110
240
120
230
130
220
140 210
150 200
190
180
170
160
Links: windroos van het benzeen concentratieverschil (µg/m 3) tussen locatie Eindhoven Airport en de veronderstelde achtergrondconcentratie van 0.4 µg/m3 in 2011. Rechts: windroos van de benzeen bijdrage (µg/m3) per sector op locatie Eindhoven Airport tijdens de meetperiode. De zwarte lijn is de 0-lijn. Het sommeren van de bijdragen uit de rechterfiguur binnen de sectoren 150 en 270 graden levert de bijdrage van Eindhoven Airport op (zie Tabel 3).
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
16 / 19
De geschatte gemiddelde bijdrage van Eindhoven Airport aan de benzeen concentratie in 2011 staat in Tabel 3. Tabel 3
Gemiddelde benzeen concentratie (µg/m3) en de geschatte bijdrage van Eindhoven Airport op de meetlocatie in 2011.
Concentratie (µg/m3) 1.2
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in µg/m3 0.22
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in % 18 3
De bijdrage van Eindhoven Airport is ca. 0.22 µg/m , hetgeen bijna 20% is van de totale concentratie op de meetlocatie bij Eindhoven Airport. Hierbij wordt benadrukt 3 dat deze waarde geldt bij de toegepaste achtergrondconcentratie van 0.4 µg/m . De vastgestelde bijdrage is mede daardoor eerder een overschatting dan een onderschatting.
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
5
17 / 19
Conclusies en aanbevelingen Op de meetlocatie kwam de wind in 2011 in 56% van de tijd uit de richting van Eindhoven Airport (150-270 graden). De jaargemiddelde concentraties van PM10, NO2 en benzeen en de gemiddelde bijdrage van Eindhoven Airport in 2011 zijn weergegeven in onderstaande tabel. Gezien de ligging van de stedelijke omgeving in de gekozen windhoek, zal bij de gepresenteerde bijdragen eerder sprake zijn van een overschatting dan van een onderschatting. Tabel 4
PM10 NO2 benzeen
Gemiddelde concentratie (µg/m3) en schatting van de bijdrage van Eindhoven Airport in 2011. Concentratie (µg/m3) 26.0 28.4 1.2
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in µg/m3 2.9 0.22
Gemiddelde bijdrage Eindhoven Airport in % 10 18
Het volgende wordt geconcludeerd: De jaargemiddelde concentraties van PM 10, NO2 en benzeen in 2011 op de meetlocatie Eindhoven Airport liggen (ruim) beneden de gestelde grenswaarden. Op basis van de concentratiewindroos van PM10 op de meetlocatie wordt geconcludeerd dat Eindhoven Airport niet meetbaar bijdraagt aan de concentratie van PM10. De bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van NO 2 is naar schatting 10%. De bijdrage van Eindhoven Airport aan de concentraties van benzeen is naar schatting 18%. Deze resultaten wijken nauwelijks af van de resultaten uit een eerdere studie over de periode april 2010 t/m maart 2011 [4].
TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01634
6
18 / 19
Referenties [1] Hubers, P., 2012. Onderzoek naar de luchtkwaliteit nabij Vliegbasis Eindhoven & Eindhoven Airport. Rapportage 2011-0099-L-O. September 2012. [2] RIVM, 2012. Jaaroverzicht Luchtkwaliteit 2011. RIVM Rapport 680704020/2012. [3] Van Strien, N., 2012. Gevoeligheidsanalyse van windroosbijdragenberekeningen bij industriegebied Moerdijk. Afstudeerrapport, 20 juli 2012. [4] Voogt, M.H. en Weststrate J.H., 2012. Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit -april 2010 t/m maart 2011. TNO rapport TNO-060-UT-2012-00111.
TNO-rapport
I
19t19
TNO-060-UT-2O12-01634
Ondertekening Naam en adres van de opdrachtgever
Provincie Noord-Brabant t.a.v. lr. A.L. Schoenmakers Bureauhoofd Milieubeheer Postbus 90151 5200 MC's-Hertogenbosch Naam en functies van de medewerkers
lr. M.H. Voogt lng. J. den
Boeft
Projectleider
Projectmedewerker
Periode waarin het ondezoek plaatsvond:
Oktober 2012
- December 2012
Naam en ondertekening interne reviewer
Ondertekening:
Goedkeuring:
lr. M.H. Voogt Projectleider
Drs. H.C. Borst Research Manager