Windenergie OP MAAT VOOR AGRARIËRS Exploitatie van windenergie kan voor boeren een aantrekkelijke bedrijfsactiviteit zijn. In Nederland zijn reeds tal van projecten gerealiseerd, waarbij de exploitatie van windenergie rendabel is gebleken. Als u als boer overweegt ‘in de windenergie te stappen’, dan zult u zich van te voren goed moeten oriënteren. Verschillende zaken spelen een rol: •
de locatie die u op het oog heeft moet geschikt zijn;
•
u zult uw plan financieel goed moeten onderbouwen;
•
u zult mogelijk moeten samenwerken met diverse partijen;
•
en u krijgt te maken met allerlei wet- en regelgeving.
Deze aspecten komen in dit informatieblad beknopt en puntsgewijs aan de orde. Mocht u na lezing van dit informatieblad nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met het Informatiecentrum Duurzame Energie (IDE) van het Projectbureau Duurzame Energie. Als u op een gegeven moment serieus van plan bent om windenergie te gaan exploiteren, dan is het zeer aan te bevelen al in een vroeg stadium adviseurs (technisch, financieel, juridisch) in te huren. De regionale Land- en Tuinbouworganisatie LTO kan daarbij een eerste ingang zijn. Zij kan u eventueel doorverwijzen naar meer specialistische adviseurs. Het IDE heeft ook adressen van adviseurs.
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl
LOCATIE Op de eerste plaats moet de locatie die u op het oog heeft geschikt zijn voor de exploitatie van windenergie. Locaties aan de kust zijn aantrekkelijker dan meer landinwaarts gelegen locaties. Een locatiestudie kan duidelijkheid brengen in de haalbaarheid en winstgevendheid van de exploitatie van windenergie. Windaanbod Het zogeheten windaanbod is bepalend voor de energieopbrengst van een windturbine. Het windaanbod kan worden gemeten of berekend. Meten is duur, maar windsnelheidsgegevens van windturbines in de buurt kunnen worden gebruikt om de nauwkeurigheid van de aanbodberekening te vergroten. Gespecialiseerde adviesbureau’s kunnen het windaanbod voor een locatie in kaart brengen. Landschap De gemeente moet toestemming geven voor de plannen die u heeft voor een bepaalde locatie. Hierbij is onder andere het aantal windturbines en de mogelijkheid om deze in te passen in het landschap van belang. Tegenwoordig worden vaak lijnopstellingen toegepast, waarbij de turbines aansluiten bij bestaande lijnen in het landschap zoals dijken en kanalen. Als zich woningen in de nabijheid van de locatie bevinden, moet u rekening houden met de eisen die gelden voor geluidhinder. Ook moet in dat geval worden voorkomen dat de slagschaduw van de draaiende wieken hinder oplevert. Tot slot mogen windturbines geen nadelige gevolgen opleveren voor de flora en fauna in het gebied. Vooral de invloed op vogelpopulaties is van belang. Elektriciteitsnet Van belang bij de locatiekeuze is ook de mogelijkheid om de opgewekte stroom te kunnen leveren aan het elektriciteitsnet. Afhankelijk van het totale opgewekte vermogen is directe aansluiting op het dichtstbijzijnde elektriciteitsnet soms niet mogelijk. Er moet dan een kabel worden gelegd naar een punt in een zwaarder nettracé dat wel geschikt is, zoals bijvoorbeeld een onderstation. Hierbij moet de netbeheerder zich houden aan de regels die in de codes van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) staan vermeld.
SAMENWERKING Er zijn twee duidelijke trends waar te nemen in de windenergie: de turbines worden steeds groter en ze vormen steeds vaker onderdeel van een ‘project’, een groep van turbines.
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl
Turbinegrootte Tien jaar geleden waren windturbines zo’n 30 meter hoog en hadden ze een vermogen van gemiddeld 100 kW. De hoogte van de huidige turbines kan oplopen tot 100 meter, waarbij het vermogen 1500 kW (1,5 MW) bedraagt. Hiermee kunnen ongeveer 1000 huishoudens van elektriciteit worden voorzien. De Rijksoverheid heeft in de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening aangegeven dat alleenstaande windturbines in principe niet meer zullen worden toegestaan in open landschappen. Ook de provincies geven uit het oogpunt van inpassing van windturbines in het landschap de voorkeur aan groepen van windturbines, zoals een lijnopstelling. Slechts in enkele gevallen zal nog toestemming worden verleend voor het plaatsen van een alleenstaande turbine. Dit betekent in de praktijk dat plaatsing van één turbine bij het eigen bedrijf vaak geen haalbare kaart is. Een groter project maakt beduidend meer kans. Hierbij moet naar een geschikte samenwerkingsvorm met collegaboeren en/of andere partijen (zoals het energiebedrijf) worden gezocht. Rechtsvorm Boeren kunnen samen met collega’s een collectief oprichten, maar ook andere opties zoals het recht van opstal verlenen aan een exploitant en vele andere tussenvormen zijn mogelijk. Van belang is ook de gekozen rechtsvorm (particulier ondernemerschap, BV, CV, VOF, coöperatieve vereniging), waarbij elke rechtsvorm een eigen fiscaal regime kent (vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, belasting op inkomsten uit aanmerkelijk belang, vermogensrendementsbelasting). Ook kan de gekozen rechtsvorm invloed hebben op de subsidieerbaarheid van het project.
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl
Het is verstandig om een duidelijke ‘trekker’ van het project aan te wijzen, die de voortgang in de gaten houdt en actie onderneemt als dat nodig is. Ook samenwerking met de gemeente bij het ontwikkelen van een project wordt steeds gebruikelijker. Wanneer een gemeente windenergie nog niet in het bestemmingsplan heeft opgenomen (nog geen locaties heeft aangewezen waar plaatsing van windturbines onder voorwaarden wordt toegestaan), zal er de nodige discussie in de gemeenteraad worden gevoerd. Het is dan goed om als initiatiefnemer flexibel om te gaan met inrichtingsplannen voor de locatie: wanneer u nog rekening kunt houden met wensen van de gemeente of belanghebbenden, dan krijgt u ook eerder medewerking. Een voorbeeld van een gezamenlijk windenergieproject wordt beschreven in het bijgevoegde artikel 'Mensen én molens op één lijn'.
FINANCIËN Windenergie is op veel plaatsen in Nederland rendabel. Dit geldt zeker voor de locaties in de buurt van de kust of het IJsselmeer. Voor meer landinwaarts gelegen locaties kan een rentabiliteitsstudie duidelijkheid verschaffen. Hieronder wordt nader ingegaan op de financiële aspecten van windenergieprojecten. De materie kan weerbarstig zijn: het inhuren van financiële adviseurs is zeer aan te bevelen. De LTO’s zijn ook hiervoor een goede eerste ingang. Investeringskosten Voor de kosten van een windturbineproject kan een richtlijn van € 1150,- per kW geïnstalleerd vermogen worden gehanteerd. Dit betekent dat de investering per windmolen van 1,5 MW zo’n 1,7 miljoen euro bedraagt. Financiële stimuleringsregelingen Exploitanten van windturbines kunnen gebruik maken van financiële stimuleringsregelingen die de investeringskosten omlaag brengen. Of dit ook daadwerkelijk kan, hangt onder andere af van de rechtsvorm (BV, CV, VOF, coöperatieve vereniging) die wordt gekozen. De volgende regelingen zijn relevant: •
Financiering van het project tegen een gunstige rente (groenfinanciering)
•
Voor exploitatie als onderneming: Energie Investeringsaftrek (EIA). Met uitzondering van de CV kan de ondernemer of vennoot in alle gevallen gebruik maken van de EIA. Deze regeling is overigens pas interessant als er voldoende winst wordt gemaakt, zodat van de volledige aftrek gebruik kan worden gemaakt. De EIA kan worden verschoven over de jaren: drie jaar terug of vooruit. Overleg met de belastinginspecteur.
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl
•
Ook een leaseconstructie is een aantrekkelijke optie. De leasemaatschappij (de bank) komt dan in aanmerking voor deze regelingen. Deze kan het financiële voordeel dan doorberekenen aan de windexploitant.
Exploitatiekosten De belangrijkste exploitatiekosten zijn: afschrijving, rente, onderhoud, verzekeringen, belastingen en eventuele grondhuur. De jaarlijkse kosten voor onderhoud, verzekeringen en belastingen liggen tussen de 3 en 5 procent van de investeringskosten. Opbrengsten De inkomsten uit een kiloWattuur windenergie is opgebouwd uit twee delen. De prijs in het contract met het energiebedrijf en de productiesubsidie van de overheid (MEP). De elektriciteit die door de windturbines wordt geproduceerd moet natuurlijk worden verkocht aan een energiehandelaar. Hoeveel een energiehandelaar (bijvoorbeeld energiebedrijf, groene-stroomleverancier) hiervoor biedt is van vele factoren afhankelijk. Het is daarom aan te raden bij meerdere bedrijven een offerte aan te vragen en je door een financieel adviseur te laten bijstaan.
Garantie’s van Oorsprong
Windenergie is groene energie en wordt als zodanig geleverd aan de groene stroomklanten van een energiebedrijf. Om deze klanten zekerheid te geven omtrend de oorsprong van de elektriciteit is het systeem van Garanties van Oorsprong (voorheen groencertificaten) geïntroduceerd. Deze Garanties van Oorsprong (GO’s) zijn het bewijs dat de stroom duurzaam is opgewekt. Ze kunnen worden ingekocht door (stroom)handelaren die ze kunnnen doorverkopen op de markt. Dit betekent dat exploitanten van windturbines de aan hun stroom gekoppelde GO’s kunnen afzetten bij wie ze maar willen. De stroom zal echter fysiek moeten worden ingevoed op het elektriciteitsnet van de netbeheerder in de regio. Deze is verplicht om de windstroom op het net toe te laten, maar niet om de stroom ook af te nemen. Wat betekent dit alles nu voor de exploitant van windenergie? In het gros van de gevallen zal hij over een totaalprijs voor zijn stroom plus GO’s onderhandelen met de grotere handelaren (waaronder de huidige energiebedrijven, maar ook groepen van gebruikers kunnen inkopen en groepen van exploitanten kunnen zelf als handelaar/leverancier op de markt actief worden). Voor die totaalprijs is ook van belang om te weten dat de hoeveelheid windstroom een sterk fluctuerend karakter heeft. Het stroomproductie is immers sterk afhankelijk van de windsnelheid. Omdat de netbeheerder de balans tussen de op het net ingevoede en de van het net afgenomen stroom moet handhaven, zijn exploitanten verplicht om een energieprogramma in te dienen. Over het algemeen wordt deze verplichting
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl
overgedragen aan de afnemer van de stroom (de handelaar), die dan de ‘programmaverantwoordelijke’ is. De Garantie van Oorsprong (GO) wordt uitgegeven door Certiq een dochteronderneming van TenneT. Op basis van de geproduceerde elektriciteit worden de GO’s uitgegeven. Deze GO’s kunnen apart van de elektriciteit worden verkocht. Voor de werking van dit systeem kunt u terecht op de website van Certiq, www.certiq.nl.
Milieukwaliteit elektriciteitsproductie
De regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) is een subsidieregeling van de overheid waarmee zij de binnenlandse productie van duurzame elektriciteit wil bevorderen. Producentren van duurzame elektriciteit zijn met de MEP voor een periode van tien jaar verzekerd van een vaste subsidie per geproduceerde kWh. Voor windenergie op land geldt nog een maximum van 18.000 vollasturen. De subsidie bedraagt op dit moment 4,8 ct per kWh en is aan te vragen bij Enerq. Enerq is een dochterorganisatie van Tennet, de landelijke hoogspanningsnetbeheerder. Meer informatie over de MEP is te vinden in het informatieblad ‘Financiële stimuleringsregelingen’ of bij Enerq, www.enerq.nl. Rentabiliteit Kleine marges in de kostprijs van een kilowattuur windstroom en de marktprijs die de exploitant krijgt, hebben een groot effect op het netto resultaat. Stel dat de exploitant aan een kilowattuur 0,5 cent overhoudt. Bij een jaaropbrengst van 3,5 miljoen kilowattuur voor een 1,5 MW windturbine betekent dat toch al € 16.000,- winst voor belasting.
WET- EN REGELGEVING Als exploitant van windenergie krijgt u te maken met allerlei wet- en regelgeving. Een project bestaande uit meerdere grote turbines kan een groot landschappelijk impact hebben. De gemeente moet toestemming geven voor het project en de benodigde vergunning verlenen. Voor het plaatsen van windturbines is minimaal een bouwvergunning nodig; afhankelijk van de omvang en aard van een gepland windenergieproject moet eerst een milieuvergunning worden aangevraagd. Gemeenten kunnen beide aanvragen tegelijk behandelen om tijd te besparen. Voor projecten kleiner dan 15 megawatt is, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, geen milieuvergunning nodig. Die voorwaarden staan beschreven in het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer. Bij windparken groter dan 10 megawatt of meer dan tien turbines, geldt dat het bevoegd gezag (de overheid die met een ruimtelijk plan de plaatsing van de windturbines mogelijk maakt: gemeente of provincie) een beoordeling maakt of een milieu-effectrapportage (m.e.r) noodzakelijk is. In de eventueel uit te voeren m.e.r. worden voor- en nadelen van het windpark afgewogen tegen mogelijke alternatieven. De
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl
grens voor de m.e.r.-beoordelingsplicht zal door het ministerie van VROM worden opgetrokken naar 15 megawatt. Bouwvergunning De gemeente toetst de voor de realisatie van een windturbineproject benodigde bouwvergunning aan het bestemmingsplan. Hierin kunnen bepaalde gebieden vanwege hun bijzondere karakter uitgesloten zijn van windenergie. Ook het provinciale streekplan of landelijke nota’s kunnen beperkingen opleggen. Vaak houdt het bestemmingsplan van de gemeente geen rekening met windenergie. De gemeente kan echter door het starten van een zogeheten artikel 19 procedure afwijken van het bestemmingsplan. De provincie (Gedeputeerde Staten) moet dan een verklaring van geen bezwaar afgeven. De gemeente zal daarvoor een onderbouwing moeten geven, bijvoorbeeld in de vorm van een ruimtelijke visie voor windenergie. Milieuvergunning Windturbines kunnen hinder voor de directe omgeving opleveren. Ze produceren geluid en de draaiende wieken veroorzaken schaduwwerking. Om deze reden moet de exploitant een milieuvergunning aanvragen. In het kader van de milieuvergunning beoordeelt de gemeente ook of er van een toelaatbaar veiligheidsrisico sprake is. Als er woonbebouwing in de directe omgeving van de turbine aanwezig is, moet de exploitant een akoestisch rapport overleggen met gegevens over de geluidsbelasting ter plaatse van de woningen. Ook moet de exploitant gegevens aanleveren over de schaduwwerking van de turbine en de eventuele hinder voor vogels. Een milieuvergunning is alleen verplicht bij grote windparken. Mits aan bepaalde voorwaarden (zie Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer) is voldaan, is voor projecten kleiner dan 15 MW geen milieuvergunning nodig. Bezwaren De plannen voor het plaatsen van windturbines in een gebied kunnen veel bezwaren oproepen. Daardoor kunnen de procedures voor het verkrijgen van de benodigde vergunningen sterk worden vertraagd. Het is dan ook van belang om al in een vroeg stadium met alle betrokkenen (collegaboeren, omwonenden, de gemeente, het energiebedrijf, de milieubeweging) een draagvlak voor het project te creëren. Ook hier bewijst een ‘trekker’ zijn diensten aan het project. Hij houdt de voortgang in de gaten en brengt betrokkenen om de tafel als dat nodig is. Meestal moet voor de termijn die ligt tussen de bekendmaking van het initiatief bij de gemeente tot het moment van oplevering worden gerekend op 1 tot 3 jaar. Dit geldt indien de gemeente de locatie als windenergielocatie in het bestemmingsplan heeft staan. Is dit niet het geval, dan moet worden uitgegaan van 3 tot 5 jaar.
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl
MEER INFORMATIE? Meer informatie over windenergie kunt u verkrijgen bij het Informatiecentrum Duurzame Energie. Andere uitgaven over duurzame energie Windenergie Informatieblad met algemene en technische informatie Windturbines 2000-2001 Overzicht van windturbines op de Nederlandse markt De Windwijzer Uitgebreide adressenlijst van instanties op het gebied van windenergie Windenergie en geluid Brochure over geluidsaspecten Bio-energie op maat voor agrariërs Praktijkgericht informatieblad over bio-energie Zonne-energie op maat voor agrariërs Praktijkgericht informatieblad over zonne-energie
© PDE
Tekst: Videm Communicatie. Foto's: Hans Pattist. Dit informatieblad is met de grootste zorg
samengesteld. Aan de inhoud kunnen echter geen rechten worden ontleend. WE002/02062004/jc
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl
BESLUIT VOORZIENINGEN EN INSTALLATIES MILIEUBEHEER: GEEN MILIEUVERGUNNING NODIG VOOR WINDPARKEN TOT 15 MW Dit besluit is gepubliceerd in Staatsblad 2001 nr. 487 van 30 oktober 2001. Het bevat ondermeer regels voor de plaatsing van windturbines, waarbij voor windparken tot 15 MW geen vergunningplicht in het kader van de Wet Milieubeheer geldt. Dit kan een aanzienlijke vermindering van de procedurele rompslomp betekenen. Niet onbelangrijk is verder dat het nu relatief eenvoudig is om inrichtingsplannen voor windparken te maken die (bij voorbaat) voldoen aan de milieueisen. Het besluit is van toepassing op windturbines en windparken met een •
opgesteld vermogen minder dan 15 MW en
•
afstand van de dichtstbijzijnde windturbine tot een woning of andere geluidgevoelige bestemming van ten minste viermaal de ashoogte.
Voorschriften windturbines De windturbines moeten daarbij voldoen aan een aantal voorschriften: •
veiligheidseisen zoals opgenomen in de norm NVN 11400-0 Windturbines –deel 0: ‘Voorschriften voor typecertificatie –Technische eisen’, uitgave 1999 (hieraan wordt in ieder geval voldaan indien een typecertificaat is afgegeven door een geaccrediteerde instelling)1;
•
het equivalente geluidsniveau LAeq aan de gevel van en in woningen en het maximale geluidsniveau Lmax aan de gevel blijven beneden de in de AMvB gegeven en van de periode van de dag afhankelijke normen;
•
metingen ter bepaling van de akoestische bronsterkte zijn uitgevoerd volgens de norm IEC 61400-11’Wind turbine generator systems part 11: Acoustic noise measurements techniques’. (zie hierna: akoestisch onderzoek);
•
bij metingen voor de bepaling van het immissieniveau aan de gevel van een woning of geluidgevoelige bestemming, wordt gelijktijdig de windsnelheid gemeten; bij de beoordeling van het geluidsniveau is een windsnelheidsafhankelijke correctie op de norm van toepassing, conform een in de AMvB opgenomen curve (zie hierna: akoestisch onderzoek);
•
slagschaduwhinder voor woningen of andere gevoelige bestemmingen op afstanden van minder dan 12 maal de rotordiameter, moet worden voorkomen (d.m.v. een automatische stilstands-voorziening) indien de slagschaduw gedurende meer dan 20 minuten per dag en gemiddeld meer dan 17 dagen per jaar optreedt;
•
lichtschittering wordt zoveel mogelijk voorkomen of beperkt door toepassing van lichtabsorberende materialen of coatings.
1
Voor kleine windturbines, d.w.z. met een bestreken rotoroppervlak kleiner dan 40 m (rotordiameter circa 7 m), geldt de norm IEC 61400-2.
2
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl
Voorschriften bedrijfsvoering De initiatiefnemer is voorts gehouden aan voorschriften met betrekking tot de bedrijfsvoering. Zo is er een voorschrift voor de veiligheidscontroles en procedure bij geconstateerde defecten. Voorts mag een windturbine niet in werking worden gesteld als zich een zodanige ijslaag op de rotorbladen heeft afgezet dat in verband met loslatende ijsscherven de veiligheid voor de omgeving in het geding komt. Overigens is in het besluit opgenomen dat het bevoegd gezag (normaliter de gemeente) nadere eisen kan stellen, wijzigen en aanvullen in het belang van de bescherming van het milieu. Voorzover het besluit van toepassing is, moet een initiatiefnemer ten minste vier weken voor de oprichting van de windturbine(s) (‘inrichting’) melding doen van de oprichting. Hierbij wordt vermeld: • •
adres van de inrichting; naam en adres van degene(n) die de inrichting opricht en die de inrichting drijft;
•
de aard van de activiteit, in dit geval het omzetten van windenergie in elektrische energie, en de omvang;
•
de indeling en uitvoering van de inrichting;
•
het tijdstip waarop de inrichting in werking zal worden gebracht.
Tevens moet een rapportage van een akoestisch onderzoek worden ingediend waaruit, door middel van berekeningen of metingen, blijkt dat aan hierboven genoemde voorschriften wordt voldaan. Het bevoegd gezag kan echter besluiten dat deze rapportage niet is vereist, wanneer aannemelijk is dat de geluidsbelasting binnen de normen zal blijven. Een akoestisch onderzoek is in ieder geval niet vereist indien de afstand van de dichtstbijzijnde windturbine tot een woning meer bedraagt dan •
100 meter, bij een rotordiameter tot 30 meter;
•
200 meter, bij een rotordiameter vanaf 30 en tot 50 meter;
•
300 meter, bij een rotordiameter vanaf 50 meter.
In de praktijk betekent dit, dat –indien bij het inrichtingsplan rekening wordt gehouden met de masthoogte- en rotordiameter-gerelateerde bepalingen – een eenvoudige melding volstaat. Omdat het besluit alleen betrekking heeft op milieuaspecten voortvloeiend uit de Wet Milieubeheer, blijft de vergunningsplicht uit hoofde van andere wetten of richtlijnen met wettelijke status onveranderd. Een bouwvergunning is altijd vereist. Eisen uit hoofde van de Natuurbeschermingswet, Vogelrichtlijn e.d. blijven onverkort van kracht. © PDE November 2001.
Dit informatieblad heeft geen rechtsgeldigheid; voor de exacte bepalingen van het Besluit
voorzieningen en installaties milieubeheer wordt verwezen naar het Staatsblad. Projectbureau Duurzame Energie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de hier gepresenteerde informatie. WE002B/01112001/BJ.
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl
AGRARIËRS AAN DE SLAG MET WINDENERGIE
Mensen én molens op één lijn Wie door Flevoland van Lelystad naar Swifterbant rijdt, komt het grootste particuliere
windmolenpark van Nederland tegen. Zeven molens in lijnopstelling leveren voldoende elektriciteit voor negenduizend huishoudens. Ko de Jonge voerde namens een collectief van zes agrariërs de onderhandelingen om het project van de grond te krijgen. ‘Het heeft ons zo’n drie jaar gekost om het
meter hoog en produceren veel minder
project te realiseren’, vertelt De Jonge. ‘Ik
geluid dan je zou verwachten. ‘Ik nodig
ben daar gemiddeld drie dagen per week
vaak mensen uit om te komen kijken’,
zo’n probleem, mijn zoon runt op dit
ook horen wat een park van deze grootte
moment mijn bedrijf en bovendien vond ik
nou precies inhoudt. Ik krijg hier iedereen
mee zoet geweest. Nu was dat voor mij niet
het leuk om te doen.’
vertelt De Jonge. ‘Dan kunnen ze zien en
over de vloer: ambtenaren, journalisten, buitenlandse studenten, noem maar op.
Pionieren
Maar vaak krijg je dezelfde reactie, iedereen
windenergie. Hij is een echte pionier: de
om te zien en iedereen verbaast zich erover
eerste windmolen van Flevoland werd door
dat de molens zo stil zijn.’
De Jonge interesseerde zich altijd al voor
hem geplaatst. De wieken van deze molen
is onder de indruk. Ze vinden het prachtig
Via een deur in de voet van de molen kan de bezoeker het inwendige van de molen bekijken. Op het controlepaneel is precies te
volgen hoeveel elektriciteit op dat moment wordt geproduceerd. ‘We hebben nauwelijks last van uitval’, vertelt De Jonge, terwijl hij de cijfers voor de afgelopen maand laat
zien. Het paneel geeft honderd procent aan: de molen heeft die maand geen seconde stilgestaan. De Jonge klikt een aantal
maanden terug: slechts één maand levert minder dan honderd procent op: 99,8 procent. ‘Daar wilde ik de fabrikant maar niet mee lastig vallen’, lacht hij. Tweede inkomstenbron
De Jonge stapte in de windmolens om minder afhankelijk te zijn van de inkomsten uit de akkerbouw. ‘Voor boeren is het een moeilijke tijd, niet alleen voor de veehouders, maar ook voor de akkerbouwers. Windmolens kunnen dan een bij het akkerbouwbedrijf van De Jonge
draaien hun rondjes al sinds 1995. De Jonge: ‘Deze molen is relatief klein met een vermogen van 225 kW. De molens van ons
windmolenpark zijn veel groter, die hebben ieder een capaciteit van 1650 kW.’ Staande aan de voet van de molens zie je
pas echt hoe groot ze zijn. Ze zijn zeventig
belangrijke tweede inkomstenbron voor je zijn. Het kan even duren voor ze er staan,
maar dan heb je er ook bijna geen omkijken naar. Ze gaan zo’n twintig jaar mee.’
In feite is het zelfs zo dat De Jonge op dit moment meer geld verdient met de verkoop van elektriciteit aan Nuon dan aan zijn
akkerbouwbedrijf. Hij voerde namens het collectief de onderhandelingen met Nuon en
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl
de overheid en stuitte daarbij op een
De Jonge voerde de onderhandelingen met
vaak het beste is voor de landschappelijke
meer complexe onderhandelingen werd hij
inpassing van de molens, zo moeten ook
hierbij geassisteerd door een financieel
één lijn worden gebracht. De Jonge: ‘Alle
alleen over de prijs van de stroom die de
neuzen moeten dezelfde kant op staan. In
boeren leveren, maar ook over de kabel die
aardige analogie: zoals een lijnopstelling
alle betrokken personen en instanties op
ons geval liep dat allemaal vrij soepel,
Nuon, de netbeheerder in het gebied. Bij de
adviseur. De onderhandelingen gingen niet
moest worden aangelegd. De Jonge: ‘Het
meestal waren we het snel met elkaar eens. Ik voerde de onderhandelingen en als we een
gezamenlijk standpunt moesten innemen, riep ik iedereen even bij
elkaar. Dat kostte vaak maar een uurtje.’
De Jonge heeft wel een belangrijk advies: ‘Zorg dat iedereen in de omgeving weet wat je van plan bent. Dan kan iedereen die mee wil
draaien in het project dat laten weten. Zo voorkom je dat mensen achteraf willen instappen. Doe je dat niet, dan leidt dat
vermogen dat wij kunnen leveren is te groot om direct op het net gezet te kunnen worden. Er moest een aparte kabel komen
onherroepelijk tot problemen. De mensen
van de molens naar een onderstation. Dit
proberen zelf nog een project van de grond
De kabel kon toen alleen via Nuon geleverd
gaan bezwaarschriften indienen en
bracht een forse investering met zich mee.
te krijgen wat dan vaak niet meer mogelijk
worden en zij vroegen een behoorlijke prijs.
van de gemeente.’
Binnenkort kun je zo’n kabel ook op de vrije
is. Ze krijgen daarvoor geen toestemming
Onderhandelen Met het totale project was een investering
Ze zijn echter wel behoorlijk gezakt. markt kopen.’ Vinger aan de pols
gemoeid van zo’n 11,3 miljoen Euro. ‘Dat is
De zeven molens draaien vanaf december
het voor elkaar gekregen dat het risico
initiatief bij de gemeente Dronten en de
een groot bedrag voor ons, maar we hebben
1999, tussen de aanmelding van het
volledig bij de bank ligt. De exploitatie van
realisatie zat zo’n drie jaar. De Jonge: ‘Bij
boerenbedrijf, zodat je niet het risico loopt
op zo’n drie jaar rekenen voordat het zaakje
de molen is losgekoppeld van het
dat je bedrijf wordt meegesleurd mocht het
projecten van deze grootte moet je al snel draait en het kan zelfs nog wel langer
allemaal niet zo goed lopen.’
duren. Door zelf de vinger aan de pols te
adviseurs in. ‘Die investering verdient zich
hebben wij er regelmatig bij de gemeente
De Jonge huurde als het nodig was
houden kun je de vaart erin houden. Zo
zeker terug. Voor de keuze van de molens
op aangedrongen een artikel 19 procedure
voor ons de selectie hebben gedaan. Ook
plan niet hoefde te wijzigen. Door je actief
hebben we windadviseurs ingehuurd, die
op te starten, zodat ze het bestemmings-
hebben we financiële en juridische
op te stellen kost het je een paar jaar flink
natuurlijk met de winstgevendheid van het
hebt gekregen, heb je er verder weinig
adviseurs ingehuurd. Alles staat of valt project.’
wat tijd, maar als je het eenmaal voor elkaar omkijken meer naar.’
Informatiecentrum Duurzame Energie is onderdeel van Projectbureau Duurzame Energie Postbus 12, 6800 AA Arnhem Telefoon 0900 – 9892 (€ 0,10 p.m.) / Fax 026 – 3557404
[email protected] / www.duurzame-energie.nl