Inhoud 1
Voorwoord: Groen van toen .....
Jan Put/Wim Oltwater
2
Ommetje Het Mölln'pad opengesteld..
..... Clemens Wentink
3
De liefde voor het platteland..
4
De beplanting op boerenerven
..... Henk Menkehorst
6
Nog drie Mariakapellen ......
Wim Oltwater
.......................... Clemens Wentink
8
Rijksmonument schaapsschuur erve Roossink .........
... Eric Ooink
9
Overzicht schaapsschuren .................
10
Landgoed en villa De Horste ................................................... Clemens Wentink
11
Overzicht landgoederen, natuurgebieden en parken... .................... Eric Ooink
13
Alf van Heek: "Door landgoederen meer natuur" ...........................Frans de Lugt
14
Een groen verdedigingswerk ....................................................... Norbert Eeltink
16
Schaapskudde op weg naar eigen schuur ................................. Wim ten Voorde
17
Schaapherder Hans Abbink: "Mooi werk, maar best zwaar" .........Frans de Lugt
18
Frans van Duist: "De rijwielpaden zijn mijn kindje" ........................ Frans de Lugt
18
Duurzaam landhuis op landgoed Elderinkshave ..........................Peter Eijkholt
........... Eric Ooink
20
Erve de Kotte staat er weer prachtig bij
. Clemens Wentink
21
Kamperen bij de boer: Camping De Beek...
. Clemens Wentink
22
Irma Horck-van Mast: "Oude glorie voor erve Nijenhuis" ............... Frans de Lugt
23
Boerderij Van Heek en boer Jan...
24
Jaap in 't Veld: "Trots op nieuw bezoekerscentrum" ........
25
Thema's Open Monumentendagen, prijzen en colofon
......... Eric Ooink -Frans de Lugt
Voorwoord Groen van toen Bij Haaksbergen denk je meteen aan alle bossen, heidevelden, parken en landgoederen die onze prachtige kern omzomen. Dankzij een beleid van behoud van het goede heeft de Historische Kr i ng Ha ak s ber g en er mede voor gezorgd, dat we nog steeds kunnen genieten van al dat groen en ook onze Een karakteristiek beeld voor het thema 'Groen van toen': de kinderen en kleinkinderen. oude schuur van het Ploddershoes aan de Molenveldweg in het Veel 'groen van toen' is nog groene buitengebied. (Foto Herman Nijhuis) steeds 'groen van nu'. We zijn trots op ons groen en willen u dit ook laten zien. Dat doen we tijdens de prachtige fietstocht door het fraaie buitengebied van Haaksbergen op de Open Monumentendag op zaterdag 8 september. En dat doen we ook door u dit themanummer van Aold Hoksebarge aan te bieden, waarin we vele groene monumenten beschrijven. Naast de boeiende teksten bevat dit nummer ook veel mooie foto's, waarop vanuit het heden wordt teruggekeken op het verleden, met een knipoog naar de toekomst. Dit jaar hebben we voor de Open Monumentendag gekozen om de historie van het buitengebied rondom het kerkdorp Buurse na der te belichten. Met het Buurserzand, het Haaksbergerveen, het Witte Veen en andere landgoederen, bossen en parken beschikken wij gelukkig over veel groen. Hier tussendoor slingert zich de Buurserbeek, de levensader van ons dorp. Laten we zeer zorgvuldig omgaan met het 'groen van toen', opdat dit ook het 'groen van de toekomst' zal zijn. Jan Put, voorzitter Monumentenraad Wim Oltwater, voorzitter commissie Monumenten en Archeologie van de Historische Kring Haaksbergen Omslagfoto: Voor het terras van café-restaurant Winkelman in Buurse staat de Wilhelminaboom. Deze witte paardenkastanje is daar op 6 september 1898 neergezet ter gelegenheid van de kroning van prinses Wilhelmina tot koningin. Het boompje werd geplant door Küpers-Naads, medewerker van het toenmalige cafébedrijf Wienk, waar ook een kruidenierswinkel en een bakkerij werden geëxploiteerd. De weg door Buurse was honderd jaar geleden een zandweg en de katholieke kerk stond pal naast Wienk. Het huidige kerkgebouw dateert uit 1940. De Wilhelminaboom is met de grote zomereik en de dikke beuk een van de drie zeer ou de bomen die sfeerbepalend zijn voor het centrum van Buurse aan de Broekheurnerweg. (Foto Herman Nijhuis)
1
Ommetje Het Möll'npad opengesteld Honderden jaren was de voetzool het belangrijkste communicatiemiddel, ledere belangrijke bestemming, of het de school, de kerk of de markt was... men ging te voet. Het gevolg was dan ook dat het landschap doorkruist werd door honderden kleine voetpaden, die je via de kortste weg naar je bestemming brachten. Ook in Haaksbergen wemelde het van de school- en kerkpaden. De Pancratius kon vanuit alle windrichtingen te voet bereikt worden. Vanaf de uitvinding van de fiets en nog later door de komst van de auto veranderde alles. Er kwamen verbij de Sonderenstraat begint harde wegen, zelfs in het buitengebied, en de vele langs de bergingsvijver Het Möll'npad. kleine voetpaden raakten in onbruik en werden toe(Foto Bert Koebrugge) gevoegd aan de landbouwgrond. Na 1980 werd wandelen weer populair, niet om naar kerk of school te gaan, maar als ontspanning en ter compensatie van het autorijden. Het idee van 'het ommetje' werd geboren, een wandelroute in het buitengebied om te genieten van rust en natuur. Op veel plaatsen probeerde men de oude historische routes te herstellen. Vaak was dit een moeilijk proces, omdat de structuur van het landschap totaal veranderd was. In 2007 won de werkgroep Monumenten en Archeologie de provinciale prijs 'Maak je eigen ommetje', uitgeloofd door Het Landschap Overijssel. Een rijk geïllustreerd vouwblad, waarin het oude kerkpad van de Oostendorper Watermolen naar de Pancratius in een nieuw jasje werd gestoken, overtuigde de jury. Haaksbergen kreeg 10.000 euro voor de realisering van het plan. Toen bleek dat een prijs slechts een aanmoediging is... Het heeft enige jaren geduurd voordat het plan in gewijzigde vorm uitgevoerd kon worden. De lengte van de zeer attractieve route met veel natuur en historische plekjes is 11 km. Overzichtelijke informatieborden attenderen de wandelaar op interessante wetenswaardigheden. Leden van de Historische Kring zijn druk bezig om eikenhouten naamborden te plaatsen bij de oude boerderijen. Het Möll'n pad is 16 mei feestelijk voor het publiek opengesteld. Na de oversteek van de rondweg
De heemtuin aan het Dievelaarslaantje van de natuurvhenden van het IVN. (Foto Herman Nijhuis)
Clemens Wentink: De liefde voor het platteland De liefde voor het platteland is de Twentenaar aangeboren. Dat is niet verwonderlijk, Twente was tot ver in de 19e eeuw een weinig ontwikkeld gebied met veel woeste gronden, die onmisbaar waren voor het toenmalige landbouwsysteem. De verstedelijking begon in het begin van de 20e eeuw, maar dat was niet het einde van de betekenis van het platteland. De textielfabri kanten ontvluchtten de binnensteden en kochten heidevelden en bossen, waar prachtige landgoederen verrezen. De Twentse boeren waren gehecht aan hun grond en de grootschalige landbouw kreeg pas na 1970 greep op het landschap. Ook Twente ontkwam niet aan de kaalslag. Tientallen karakteristieke boerderijen verdwenen, de
ruilverkaveling
trok
rechte sporen
in
het
landschap. Overal in Europa dreigde het platteland ontvolkt te raken en verschraalde de kwaliteit. Vanaf 2000 kwam er een herbezinning: wat gaat er gebeuren met ons platteland? In de bescherming Clemens Wentink is oud-voorzitter van de commissie Monumenten en Archeologie
speelde de Europese Unie een belangrijke rol. Gelukkig gaat het goed met ons buitengebied. Dankzij het project 'Streekeigen Huis en Erf' zijn er in Haaksbergen maar liefst
250 aanvragen binnengekomen voor advies en subsidie. Dat zegt iets over de belangstelling van de bewoners voor het behoud van historisch erfgoed en de streekeigen beplanting. De resultaten v an dit project, dat loopt tot 1 januari 2013, zijn goed zichtbaar. Het betreft vaak kleine objecten, zoals herstel van kapbergen, waterputten, bakhuizen, schaapsschuren en natuurlijk het herstel van erfbe-planting. De organisatie van 'Streekeigen Huis en Erf' is in handen van de Gemeente Haaksbergen,
Het
Landschap
Overijssel
en
De
Monumentenwacht.
Tijdens
de
Open
Monumentendag zullen deze organisaties aanwezig zijn om de deelnemers te informeren.
3
De beplanting op de boerenerven Op het boerenerf in Nederland is eeuwenlang gewerkt met een opbouw en inrichting die direct volgt uit de noodzakelijke werkzaamheden en behoeften van het boeren-gezin. De verschillende elementen als schuren, moestuin, boomgaard enz. worden zo gerangschikt dat optimaal gewerkt en geleefd kan worden.
De achterkant van het Ploddershoes. (Foto Bert Koebrugge)
De belangrijkste indeling van het Twentse erf is de scheiding tussen vóór en achter. Voorin de boerderij bevindt zich het woongedeelte en het achterdeel is in gebruik als stal en opslagplaats. Deze indeling heeft zijn doorwerking gehad op de inrichting van het erf. Op de erven was vroeger veel beplanting aanwezig. In tegenstelling tot nu had het groen in die tijd als belangrijkste functie het nut en in mindere mate de sier. Elke beplanting had zijn eigen functie. Bijna altijd zijn er vruchtbomen aanwezig. Deze bevinden zich in een boomgaard voor de boerderij, veelal omgeven door een meidoornhaag om het vee buiten te houden. Bomen voor appels, peren en pruimen worden het meest geplant, maar ook voor walnoten, kersen, mispels en hazelnoten. Een walnotenboom wordt veelal dichtbij het huis geplaatst om vliegen en muggen uit huis te weren. Voor de voorkant van de boerderij worden vaak eiken geplant. Zij zorgen na verloop van tijd voor schaduw, zodat het in warme zomers in het voorhuis koel wordt gehouden. Veelal wordt er dichtbij het huis een linde geplant. Een linde staat voor vruchtbaarheid en deze boom heeft ook nog een praktische functie. Een linde gebruikt wel 500 liter water per dag; daarmee zorgt die ervoor dat de grond onder de boerderij droog blijft. Als afsluiting naar buiten toe wordt het Haaksbergse boerenerf soms afgesloten met een houtwal of elzensingel. 4
De houtwallen hebben naast hun functie als afscheiding en veekering nog een andere functie: het leveren van geriefhout. Die houtsoort wordt voor meerdere zaken gebruikt, van greepstelen tot bonenstaken. En als men die voor dergelijke zaken niet kan gebruiken, is het zeer welkom als aanmaak- of brandhout. Daarvoor worden de fijne takken gebonden tot 'boesken' (takkenbossen), die op het erf worden opgestapeld. Deze worden door het boerengezin gebruikt om een 'fenuuspot' te stoken (grote kookketel voor het koken van de was of het wecken van groenten) of als handelswaar verkocht aan bijvoorbeeld de bakker. Veel van de erven van boeren kennen een eikenbosje. De eiken staan dicht op elkaar om zoveel mogelijk rechte en takkenvrije stammen te creëren, die bruikbaar zijn voor bouwmaterialen, zoals gebinten. Deze hoge bomen hadden daarnaast ook nog een functie als bliksemafleider. Aan de voorkant van de boerderij ligt de moestuin, het domein van de boerin. Die moest het boerengezin van groente voorzien. In de moestuin bevinden zich vaak ook struiken met kleinfruit, zoals kruisbessen, aalbessen en zwarte bessen. Vroeger was een boerderij selfsupporting, zoals dat nu wordt genoemd. Alles wat nodig was voor mens en dier was op het boerenerf of in de directe omgeving aanwezig. In de moderne tijd is deze leefwijze bijna geheel verdwenen. De boeren van nu doen hun boodschappen voor het grootste gedeelte in de supermarkt. De moestuinen zijn siertuinen geworden. Jammer? Bron: 'Boerenerven in Haaksbergen', Rob Ellenbroek. De voorkant van het oude boerderijtje Ploddershoes van de familie Beumers aan de Molenveldweg. (Foto Bert Koebrugge)
5
Nog drie Mariakapellen Mariakapellen zijn plekken van rust en bezinning, bedoeld om Maria te vereren. Deze kapellen zijn tot stand gekomen op basis van inspiratie, door de vrome beleving van het rooms-katholieke geloof. Meestal hebben deze kapelletjes in Twente de traditionele vorm die aan een Twentse boerenbehuizing doet denken. Een enkele keer heeft de bekende grot in Lourdes min of meer als voorbeeld gediend. Ook de beeltenis van Maria kan variëren. Vaak is het een madonna met kind, maar de H. Maagd alleen komt eveneens voor, zoals bij het kapelletje aan de Bekkevosweg. In Twente hebben er veel gestaan, maar helaas zijn er daarvan ook veel verdwenen. De laatste tijd staan ze weer meer in de belangstelling en worden overal in Twente nieuwe kapellen opgericht. Vroeger zag je er veel langs landwegen, waar de mensen ieder moment in gebed konden gaan. In het Mariajaar 1958 zijn in Haaksbergen vijf Mariakapelletjes gebouwd. Daarvan is alleen dat aan de Bekkevosweg bewaard gebleven. Het kapelletje is opgericht door de Katholieke Arbeiders Jongeren (K. A.J.) en hoorde bij de in datzelfde jaar gestichte Lourdesparochie. Opdrachtgever was pastoor Dijkman, bouwpastoor van de Lourdeskerk. De grond was beschikbaar gesteld door de familie Aellerinck van het naastgelegen erf De Bekkevos. De buren Bernard Kleinsman en Gerard Groothuis ('n Timmerman) waren destijds de bouwers. De kapel is op deze plek gebouwd en nooit meer verplaatst. Toen de grondei genaren van plan waren het kapelletje een eind verderop te plaatsen en hen ter ore kwam dat het metselwerk door Gerard van 'n Timmerman was verricht, moest het op dezelfde plek blijven staan. Het bouw werk zat immers zo stevig in elkaar, dat verplaatsing on herroepelijk tot gevolg zou hebben. De kapel is in 2005 opgeknapt en opnieuw ingewijd. In de groenstrook langs het fietspad aan de Bekkevosweg staat een Mariakapel. (Foto Herman Nijhuis)
6
De Bekkevosweg, ook wel het eikenlaantje genoemd. (Foto Herman Nijhuis)
Overige Mariakapellen in Haaksbergen (beide parochie van de H.H. Bonifatius en Gezellen in De Veldmaat): De 'Onze Lieve Vrouw van Vrede' uit 1954, herbouwd in 2009 aan de Veldmaterstraat/Wagnerstraat. Kapel aan de Veldmaterstraat achter de Bonifatiuskerk, oorspronkelijk gebouwd in 1953-1956 in het Kuilsbos aan de Hanenbergerweg en sinds 1999 op de huidige plek. Waarom staat deze kapel juist op die plek aan de Bekkevosweg? Uit aantekeningen uit het dagboek van pastoor Groenhage van de Pancratiuskerk blijkt de aanleiding om na 50 jaar, in 1958, de kapel te bouwen: "Nadat Marie een theedoek over de stoelzitting had gelegd - want Graads zag er werkelijk wat smerig uit - kwam er een verward verhaal van Graads. Hij praatte over witte wolken in de buurt van de Oostendorper Watermolen en van vreemde geluiden, die uit de hemel schenen te komen en over een Mariaverschijning in de buurtschap Honesch aan een landweg bij een stuk of wat bomen. Als pastoor kan ik met dat verhaal van Poet'n Graads niets beginnen, maar hij is kennelijk erg in de war over iets dat hem is overkomen. En als hij over die verschijning praat, dan heeft hij het meteen over een kapel om te kunnen bidden. Ik heb Graads uiteindelijk toch gerust kunnen stellen met de mededeling dat ik zijn relaas toch eens met het bisdom zal bespreken." Bron: Mariakapellen en Landkruizen in Twente. 7
Rijksmonument schaapsschuur erve Roossink De schaapsschuur ('t schoapschot) op erve Roossink is tussen 1750 en 1800 gebouwd. De schuur stond op het erf van boerderij Roossink. Erve Roossink was hier kort na 1600 ontstaan als afsplitsing van het naburige erve Horstink. De boerderij die aan de overkant stond op de plek van de woning, brandde in 1972 af. De schaapsschuur, kort hiervoor rijksmonument geworden, bleef gespaard. Aan de noordzijde is een houten topgevel; de zuidzijde kent een wolfseinde (schuin aflopend dak). De schuur bestaat uit vier gebinten op een extra dik gemetselde, één meter hoge muur. Naar men zegt werd door deze bouwwijze voorkomen dat roofdieren, zoals wolven, konden binnendringen. Deze bouwwijze maakt de vakwerkgevel aan de straatzijde extra bijzonder. In 2010 is de schaapsschuur gerestaureerd door Bouwbedrijf Brevink. Er is een nieuwe fundering aangebracht, metsel- en vakwerk zijn hersteld en de muren zijn opnieuw gevoegd. De ramen zijn ontroest, deuren en kozijnen vervangen. De kapconstructie is opgeknapt, een nieuwe vloer is aangebracht en alles is geschilderd. De laatste herder (of scheper) van de kudde in deze schaapsschuur was J.B. Onland, alias Roossink-Jans (1857-1941), die met zijn ruim 100 schapen over de heidevlakten van Honesch trok. In 1937 hield hij hiermee op. Jan Bos van erve Horstink was hier de laatste scheper van Haaksbergen. Hij borg zijn herdersstaf in 1953 voorgoed op. Het houden van schapen is in Twente nooit algemeen geweest. Dit geldt ook voor Haaksbergen. Alleen de marken Haaksbergen en Honesch (waartoe Roossink behoorde) en Buurse stonden schaapskudden toe op hun gemeenschappelijke heidevelden. Historische schaapsschuren worden aangetroffen in Honesch en Buurse.
De gerestaureerde schaapsschuur van erve Roossink, eigendom familie Reith. (Foto Bert Koebrugge)
8
Overzicht schaapsschuren Haaksbergen telt 15 (voormalige) schaapsschuren. Acht daarvan staan in Buurse, vier in Honesch, twee in Langelo en één in Eppenzolder. Vier hebben de status van rijksmonument. Drie zijn ondergebracht in stichtingen, de overige zijn particulier eigendom. Kenmerk van het Twentse 'schoapschot' is het rechthoekige schuurvormige patroon. In Haaksbergen staat het gebint bovendien in de meeste gevallen op een stevige muur. Hieronder een overzicht met achtereenvolgens erfnaam, adres en eigenaar. BUURSE • Haarmölle, Alsteedseweg 60, fam. Van Mast. Rijksmonument, 18e eeuw,
• • • • •
•
gebint op zandstenen muren. Groot Buursink, Broekheurnerweg 17, fam. Ter Huurne. 18e eeuw, gevelsteen uit Klein Buursink. Doornbos, Bosweg 4, fam. Bos-Winkelman. 18e eeuw, met uitbreiding in 19e eeuw. Verkeert niet in goede staat. De Fraach, Alsteedseweg 77, fam. Van Gelderen. Verbouwd tot veeschuur, 18e eeuws doorgezaagd gebint, oorspronkelijk 2e schaapskooi van Haarmölle. Nijenhuis, Zendvelderweg 5-7, fam. Horck-van Mast. Rijksmonument, 18e eeuw, zandstenen muren met gemetselde steunberen. Steenberg, Haaksbergerweg 14-16, Stichting Schaapskudde. In 2011 gekocht van fam. Scholten. 18e eeuw met vlechtwerkwand. In juni 2012 gesloopt met bedoeling deze te herbouwen bij het toekomstig onderkomen van de schaapskudde nabij de Urkerweg. Scholten Vaarwerk, Haaksbergerweg 4, fam. Noltes. Niet meer compleet, 18e eeuw. (Groot) Reink, Reinksweg 4-6, fam. Grobbink. Afgebroken, hoge zandstenen muren, zandsteen bewaard gebleven, 18e eeuw. Foto's aanwezig (collectie Hagens).
HONESCH
• • •
•
De Weimer, Laakmorsweg 9, fam. Vedders-Lasche. Schuur met deels gemetselde en deels houten wanden, 19e eeuw. Roossink, Rosinkweg 9, fam. Reith-ter Grote. Rijksmonument, 18e eeuw. Joasker, Hasseltweg 35, fam. Warfman-Bekkers. Klein houten gebouw, 19e eeuw. Molenveld, Hasseltweg 19, fam. Boksem, Rijksmonument, houten gebouw, 18e eeuw.
LANGELO • Het Hagen, Scholtenhagenweg 36, Stichting Groot Scholtenhagen. Gerestaureerd tot restaurant Buffalo Bill. • Boschplaats, Scholtenhagenweg 27, Stichting Groot Scholtenhagen. Houten schaapsschuur, eind 19e eeuw, gebouwd in opdracht W.H. Jordaan. Nu onderdeel kinderboerderij. EPPENZOLDER • Boonk, Boonkweg 21, tot 2011 fam. Eijsink. 19e eeuws bouwwerk, afgebroken in 1997.
9
Landgoed en villa De Morste Op het landgoed De Morste, prachtig gelegen aan de Buurserbeek, staat de gelijknamige villa, in de volksmond 'de koepel' genoemd. De textielfamilie Ter Kuile bouwde het pand als jacht- en buitenhuis. Het heeft een vierkante grondslag, een rieten dak met sierlijke dakkapellen. De grote overstek van het dak zorgt voor een beschut terras met een prachtig uitzicht over de beek. De oorspronkelijke bewoners van het huis, Jim ter Kuile en zijn vrouw Chetty, waren echte idealisten. Zij vervulden tijdens de Tweede Wereldoorlog met gevaar voor eigen leven een belangrijke rol in het verzet. De 29-jarige textielingenieur Jim probeert aanvankelijk de oversteek te maken naar Engeland om zo de vijand te bestrijden. Maar in Toulon aangekomen bedenkt hij zich. Hij is sinds kort verloofd en realiseert zich dat hij wellicht in het bezette Nederland nuttiger werk kan verrichten. Hij is overtuigd van de verantwoordelijkheid die hij vanuit zijn positie heeft. Samen met zijn neef J.P.L ter Kuile probeert hij de Twentse textielfabrikanten te bewegen ook hun verantwoordelijkheid te nemen voor de benarde situatie waarin het Nederlandse volk verkeert. Tijdens een emotionele bijeenkomst in Usselo blijkt echter de meerderheid van de collega-fabrikanten te kiezen voor het lijdelijk verzet. Jim ter Kuile durft meer risico's te nemen en is zelfs betrokken bij de eerste sabotageacties. In het verdere verloop van de oorlog specialiseert hij zich in het verzamelen van inlichtingen via de landelijke spionagegroep Packard. In Twente zijn twee zenders actief, die zich ieder moment moeten verplaatsen om niet ontdekt te worden. Toch zal op het eind van de oorlog een van de zendgroepen opgerold worden, met alle gevolgen van dien. Jim fietst dan met koerierster Jitske Faber honderden kilometers om medewerkers te waarschuwen.
Villa De Horste, door het overhangende dak ook wel De Koepel genaamd. (Foto Herman Nijhuis)
11
Overzicht landgoederen, natuurgebieden en parken Haaksbergen beschikt over 2000 hectare natuurgebied; dit is 1/5 van het grondgebied van de gemeente. Veel landgoederen werden of worden beheerd door nazaten van vroegere textielfamilies. Andere gebieden zijn eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en stichtingen. •
Landgoed Het Lankheet (Langelo)
Honesch) Bij de verdeling van de marke Honesch ge-
landbouwgrond. Eigendom Landgoed Het
kocht door de familie Van Heek (Boekelo).
•
Rouffaer, nazaten van vroegere eigenaar
Landgoed Huttensmid en Koeksbos (Eppenzolder, buurschap Stepelo)
textielfabrikant G.J. van Heek sr., die het
Door koop van de marke Eppenzolder
landgoed in 1895 aankocht.
eigendom van de familie Van Heek
Landgoed Assinkbos (Langelo) Dit eigendom van G.J. van Heek sr. ging
•
(Boekelo). •
(Eppenzolder en Haaksbergen/Honesch)
(van de tak Losser).
Bij de verdeling van de markegronden
Landgoed Het Aaftïnk (Langelo) Bos
Haaksbergen en Honesch in de 19e eeuw
en heide rond erve Het Aaftink, in 1919
kocht Derk Jordaan een landgoed, waar
aangekocht door G.J. van Heek jr.; nu
zoon Hendrik later een perceel heidegrond
eigendom van diens nazaten (fam.
van de marke Eppenzolder en Holthuizen
Rouffaer).
aan toevoegde. Toen 'wönnershoes'
Landgoed Het Waarrecht (Buurse)
Keunekamp gebouwd en pas na 1900
Buurse. Bij de verdeling van de marke
boerderij Jordaanshoeve. •
Landgoed 't Raa (Holthuizen)
Buurse gekocht door de textielfamilie
Erve 't Raa, Raaman of Raaink is zeer
Elderink, daarna vererfd aan de familie
oud, al in 1406 voor het eerst schriftelijk
Jannink.
vermeld. In de 19e eeuw eigendom textiel
Landgoed De Horst (Honesch)
fabrikant Schuiten, later familie Jordaan. In
Bij de verdeling van de marke Honesch
het bos staat een koepel.
gekocht door de Enschedese fabrikanten-
•
Landgoed Jordaanshoeve
na zijn dood over naar zijn zoon Ludwig
Restant van voormalige markegrond van
•
Landgoed De Ziepe (Haaksbergen/
Lankhe-terbos, Hoonesbos, Assinkbos en Lankheet B.V., met vennoten familie
•
•
Ongeveer 500 ha groot, met
•
Landgoed De Kievit, 't V öske en
familie Ter Kuile, die aan de Buurserbeek
Elderink (Buurse)
een fraaie woning liet bouwen.
Restanten van voormalige markegrond van
Landgoed Het St epel er vel d
Buurse. Bij verdeling van de marke
(Eppenzolder, buurschap Stepelo)
gekocht door de familie Elderink, waarna
Stepelerveld en het Veldsnijdersven sluiten aan op Landgoed Twickel. Oorspronkelijk
het vererfde op de familie Jannink. •
Nat uur monument Snakenbur -
eigendom familie Van Heek (tak Boekelo),
gerheide (buurschap Boekelo)
sinds 1995 van Stichting Twickel.
Stukje vochtige en drassige heide met vliegdennen en berken ten zuidoosten van Hengevelde, een overblijfsel van marke grond in Boekelo, nabij de oude erven Snakenborg en Schonenborg. Eigendom Staatsbosbeheer.
12
Natuurmonument Haaksbergerveen (Haaksbergen/Honesch en Buurse)
Bos en heide bij het erve Harmölle.
Afgegraven hoogveencomplex van 327
Grintenbosch
Harmölle (Buurse) Eigendom familie Van Mast. Het
hectare aan Duitse grens. Eigendom
(Haaksbergen/Honesch)
Staatsbosbeheer. Natuurmonument
In Engelse landschapsstijl aangelegd bos
Het Witte Veen
van 5,5 hectare ten noorden van de
(Buurse)
Veldmaat. Met educatief centrum voor
Hoogveen en heideterrein van 330 hectare
scholieren. Door stichting
aan Duitse grens. Was bezit familie Van
Leppink-Postuma aangekocht van
Heek (tak Schuttersveld), sinds 1983
Jordaan en geschonken aan
eigendom Vereniging Natuurmonumenten.
Natuurmonumenten. Park De
Buurserzand (Honesch
Blanckenborgh
en Buurse)
Prachtig terrein van 446 hectare, in 1929
(Haaksbergen/Honesch) Aangelegd in
door Edwina van Heek geschonken aan
1909 door de familie Wisselink (fabrikant
Vereniging Natuurmonumenten, die daar-
bij Jordaan) rond de toen gebouwde villa
mee het eerste bezit kreeg in Overijssel.
(thans restaurant). Park Het
De heidevelden met jeneverbessen dragen
Scholtenhagen Schenking Willem
de namen Sekmaatsvlakte, Steenhaar,
Hendrik Jordaan, die dit park bij zijn dood
Ronde Bulten, Waarveld (Wakelveld) en
in 1902 ten behoeve van de Haaksbergse
Buurserzand. De heide wordt afgewisseld
gemeenschap onderbracht in een
met bospartijen, vennen en recreatiepias
stichting (thans Stichting Groot
Buursermeertje. Op het terrein staat het
Scholtenhagen). Buitenplaats De
kleine los hoes 'De Bommelas'. Door het
Bleeck en natuurmonument Het
zuidelijk deel stroomt de gekanaliseerde
Molenveld Landhuis gesticht door de
Buurserbeek.
fam. Jordaan in 1917-1918, met
Het Brummelhuis (Boekelo) Bos rond
verfhuisje en boerderij De Boeskool
erve Groot Brummelhuis (los hoes). Stukje
(afgebroken, maar bouwmaterialen
kleinschalig landschap, zoals het vroeger
bewaard gebleven). Rondom het huis een
in de omgeving van Haaksbergen veel
park. Aan de andere kant van de
voorkwam. Eigendom familie Fluttert.
Buurserbeek ligt natuurmonument Het Molenveld, een restant van het oorspronkelijke heidelandschap dat hier ruim 100 jaar geleden nog volop aanwezig was.
Alfvan Heek: "Door landgoederen meer natuur." Jan Albert (Alf) van Heek is voorzitter van landgoed De Morste. Zelf woont hij op landgoed Hoge Boekei in het buitengebied van Enschede. Jarenlang was hij voorzitter van de Stichting Edwina van Heek, de stichting die haar naam dankt aan de schenkster van het Buurserzand aan de Vereniging Natuurmonumenten. Over de betekenis van de landgoederen voor de natuur zegt hij: "Rond 1840 kwam er een wettelijke verplichting om de markegronden te verdelen, teneinde een eind te maken aan het armoedig bestaan van de boeren op de zandgronden. Bij die verdeling zijn veel kavels van eindeloze heidevelden aangekocht door families uit de textielindustrie en de adel en zo zijn de landgoederen ontstaan. Zij hebben gezorgd voor de ontwikkeling naar natuurgebieden. Zonder die particuliere eigendom van de grond zou Twente minder mooi zijn geweest. Dan zou een veel groter deel een agrarische bestemming hebben gekregen: meer maisvelden, minder natuur."
13
Een groen verdedigingswerk Het is moeilijk om in de gemeente Haaksbergen een groener monument te bedenken dan de Harrevelder Schans of Statenschans. Dit verdedigingswerk uit de Tachtigjarige Oorlog ligt middenin een natuurgebied, het deel van het Buurserzand tussen de Buurserstraat en de Buurserbeek. Kenmerkend voor het gebied is het mozaïek van natte en droge heide, vennen en jeneverbesstruwelen. Het kwelwater dat de gracht van de schans voedt, maakt de aanwezigheid mogelijk van de kieskeurige waterviolier, een waterplant met witte bloemen. Langs de naast de schans gelegen Buurserbeek leeft de beekrombout, een grote libelle. Het gentiaanblauwtje, een bijzondere vlinder die haar eitjes afzet op klokjesgentianen, komt tevens voor tussen de natte heide. Door de geur van knoopmieren na te bootsen zorgt de rups van de vlinder er voor dat de mieren haar verzorgen en laten overwinteren in hun nest. Een deel van de natte heide is verdroogd door het diepe inslijten van de Buurserbeek, waarvan aan de zuidzijde nog oude beeklopen aanwezig zijn. Voordat het gebied een natuurmonument werd, was het woeste grond. Het exacte bouwjaar van de schans is niet bekend. Het verdedigingswerk werd vermoedelijk aangelegd in de roerige periode eind 16de eeuw toen dit deel van Oost-Nederland het toneel was van talloze bijzonder bloedige oorlogshandelingen. De schans werd door Staatse troepen in het voormalige Honescher Veld gebouwd als verdedigingswerk om de toen direct aan de noordzijde langs de schans lopende Hessenweg en de aan de zuidzijde aansluitende Buurserbeek te kunnen controleren en beheersen. De schans is een goed voorbeeld van een aardwerk. Aardwerken zijn bouwconstructies die hoofdzakelijk uit aarde bestaan en één van de weinige soorten archeologische vindplaatsen die bovengronds zichtbaar zijn. Het complex bestaat uit een vierkant van aarden wallen van ongeveer 40 x 40 m rond een binnenterrein en is omringd door een gracht. Op de hoeken bevinden zich zogenaamde halfbasti ons. Deze konden worden gebruikt om vijandelijke troepen te kunnen beschieten die beschutting zochten tegen de wallen. Dit type schans heet een veldschans of Duitse schans, maar vanwege de halfbastions is het een uitzonderlijke variant. In de oorspronkelijke situatie was de gracht verbonden met de toenmalige loop van de Buurserbeek en sloot het hele complex aan op het stelsel van landweren, lange door het landschap lopende grenswallen met aan weerszijden sloten en bovenop vaak doornenhagen. De defensieve functie werd versterkt door de moerassen in de omgeving. Deze strategische ligging maakte de schans een bijzonder effectief onderdeel van de landsverdediging. Zo effectief dat zij waarschijnlijk werd gebruikt als basis in de Münsterse Oorlog (1672-1674).
14
Vervolgens werd het stil rond de schans. In de Eerste Wereldoorlog hielden in Haaksbergen gelegerde troepen schietoefeningen bij dit monument. Ook deden zij 'opgravingen' in het aardwerk en vonden naast loden kogels knopen en gespen van oude militaire kleding. Stukken van dakpannen die ze aantroffen, wijzen op mogelijke bebouwing op het binnenterrein. In de Tweede Wereldoorlog plaatsten de Duitsers een zoeklicht in de schans als onderdeel van hun luchtafweer. In 1978 werd de vervallen en overwoekerde schans gerestaureerd en werd de inmiddels met zand opgevulde gracht weer uitgediept.
De Harrevelder Schans, eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten, een groen monument in het Buurserzand. (Foto Bert Koebrugge)
15
Schaapskudde op weg naar eigen schuur De Stichting Schaapskudde beheert al meer dan 25 jaar met haar schaapskudde het Haaksbergerveen. Dit unieke stuk hoogveen is eigendom van Staatsbosbeheer. In het Veen is goed zichtbaar wat het resultaat is van deze natuurlijke beheersvorm. Het gebied is weer open. Dat is goed voor de kwaliteit en het verhoogt de belevingswaarde van de vele bezoekers. Een deel van de kudde werkt ook in Het Lankheet, in het Buurserzand en voor andere opdrachtgevers. Schapen zijn in historisch perspectief sterk met Buurse en Honesch verbonden. Er zijn tijden geweest dat er meer schapen dan koeien waren.
De schaapskudde van Haaksbergen is samengesteld uit diverse rassen: Veluws heideschaap, Clun fo-rest, Zwartbles, Schonnebeeker, Drents heideschaap, Swifter, Duitse witkop en Charolais. Hun aantal varieert tussen het begin en het eind van het graasseizoen van minimaal circa 350 tot wel 600 inclusief de lammeren. In de kudde lopen ook enkele geiten (tegen de berkengroei). Op de website van de Stichting Schaapskudde Haaksbergen wordt aangegeven waar de kudde zich op de betreffende dag bevindt. (Foto Bert Koebrugge)
16
De kudde is met de herders Hans Abbink, Jeroen Mulder, Ans Klompberg en veel hulpherders en vrijwilligers deze zomer weer 180 dagen actief in het Haaksbergerveen. Al sinds de oprichting heeft de kudde uitgezien naar een permanent onderkomen. Daar zijn velen actief mee bezig geweest, maar het is er nog niet van gekomen. Gelukkig hebben veel agrariërs de kudde de afgelopen jaren in de winter van onderdak voorzien. De Gemeente heeft zich daar ook actief voor
ingezet. Maar het ziet er naar uit dat een permanente huisvesting nu reëel aan het worden is. De Stichting is er bijzonder trots op dat de familie Scholten Steenbarg haar schaapschot aan de Stichting heeft overgedragen. Het gebouw is ingemeten en inmiddels gedemonteerd en opgeslagen. Wij willen het een belangrijke functie geven op het te stichten nieuwe erf. Het ligt in het voornemen om er publieksfuncties in onder te brengen en onderdak te bieden aan de Stichting. Ook wordt gedacht aan een educatieve invulling, waarbij aandacht is voor bijvoorbeeld de geschiedenis van de schapen, de schaapsschuren en het Haaksbergerveen. Het erf wordt aangevuld met een nieuwe schaapsschuur voor 230 dieren en een kapschuur. De Stichting hoopt haar plannen te realiseren aan de zandweg tussen de Welmerweg en de Urkerweg. De gemeenteraad heeft in de zomer van 2011 besloten, dat zij in principe medewerking wil verlenen aan het verzoek van de Stichting Schaapskudde Haaksbergen om een schaapskooi met bezoekerscentrum te realiseren. In de planning moet de besluitvorming dit jaar worden afgerond. De bouw kan dan in 2013 beginnen. Het bestuur heeft er begrip voor dat het bouwen en exploiteren van een schuur en kudde niet alleen uit de portemonnee van de overheid kan. Bij afnemende middelen zijn er andere prioriteiten te bedenken dan de schaapskudde. Maar binnen hun vermogen verwachten we nog wel een redelijke bijdrage van de overheden. De Stichting heeft voor de bouw de middelen nagenoeg geheel uit andere particuliere fondsen tegemoet mogen zien. Voor de exploitatie zal dit structureel niet helemaal lukken. De Stichting is verheugd dat er velen de afgelopen jaren blijk van hebben gegeven dat zij de kudde een warm hart toedragen. We zien uit naar mensen die actief hun bijdrage willen leveren als vrijwilliger of donateur.
Schaapherder Hans Abbink: "Mooi werk, maar best zwaar." Weer of geen weer, al 28 jaar zwerft herder Hans Abbink van mei t/m oktober met zijn kudde schapen door het Haaksbergerveen. Niet meer alle zeven dagen van de week; tegenwoordig is er een tweede herder en nog een parttimer. Met zijn Engelse border collies houdt hij de schapen bij elkaar om het hoogveen goed te begrazen. De kudde telt rond 350 voornamelijk ooien van vier verschillende rassen, plus 20 geiten. Met de lammeren mee kan het aantal wel oplopen tot 600. Het is voor de herder goed opletten, want zijn dieren kunnen met hun poten blijven steken in putten die onder het veenmos onzichtbaar zijn. Abbink: "Een schaap blijft zitten als het zich vastloopt. Met de haak aan mijn stok kan ik het dier helpen om weer los te komen. Maar ik moet ook zelf uitkijken dat ik niet wegzak. Dit is een moeilijk gebied om te hoeden." Het Haaksbergerveen beslaat ongeveer 10 procent van het nog levende hoogveen in Nederland. "Dit is een belangrijke zuurstofbron", zegt Abbink, die nog steeds kan genieten van zijn werk in de vrije natuur. "Dit is mooi werk, maar ook best zwaar."
17
Duurzaam landhuis op landgoed Elderinkshave Aan de Zendvelderweg, pal tegen de Duitse grens, realiseren Engelbert Jannink en zijn partner Coos hun droom van een duurzaam gebouwd woonhuis en mooie natuurontwikkeling, grenzend aan bestaande landgoederen te midden van agrarische bedrijven. Het vormt daarmee op een perceel van ruim 12 hectare een rijk overgangsgebied tussen natuur en landbouw. In de eerste helft van de 19e eeuw heeft de fabrikantenfamilie Elderink het boerderijtje De Kievit en de vol gewaarde erven Groot Buursink en Het Nijenhuis aangekocht. Bij de verdeling van de markegronden werd met de bij deze erven behorende waarrechten ook een aanzienlijke hoeveelheid heidegronden verworven, waar graag gejaagd werd en later bosbouw bedreven. Naast een economisch belang had de familie Elderink veel belangstelling voor natuur, landschap en het plattelandsleven. De familie verbleef graag in Buurse, waar in de vierde generatie schrijfster en historica Cato Elderink haar liefde voor het buitenleven op treffende wijze en deels in het Twents heeft beschreven. Haar broer Engelbert liet in 1928 aan de Broekdijk een jachtopzienerswoning bouwen, met voor hem een herenkamer. Die heet nu 't Vöske naar de laatste jachtopziener. Engelbert Jannink en Coos hebben er 25 jaar met plezier gewoond en kijken uit naar nieuwe buren, die dit prachtige stukje natuur en historie op waarde weten te schatten. Engelbert Jannink werd in 1991 door vererving en verdeling eigenaar van enige percelen grond, waarna na jaren door ruiling en aankoop van grond het nieuwe landgoed Elderinkshave kon ontstaan. Samen met de aangrenzende landgoederen wil hij het (cultureel) erfgoed continueren en de biodiversiteit vergroten. Als eerste stap is het grondwaterniveau weer verhoogd om de ontwikkeling van plas- en drasgebied, heide, en de groei van kruidenran-den te stimuleren. Voor de ontwikkeling van heide is de teeltlaag afgegraven. Van de zwarte grond zijn wallen gevormd met 40 soorten struweelbeplanting. Op deze wijze is zo'n 10 hectare agrarische grond omgevormd, waar zich een zeer gevarieerde flora en fauna kan ontwikkelen. De plaats van het landhuis op een heuvel is zodanig gekozen, dat het op een centrale plek ligt tussen bosperceel, beukenlaan,
18
Hef duurzaam gebouwde houten huis van Jannink op landgoed Elderinkshave. (Foto Herman Nijhuis)
de waterpartijen en boomgroepen. De bouw past in de agrarische omgeving en is een eigentijdse vertaling van de traditionele vakwerkconstructie. Het gebint is van verlijmd Scandinavisch vurenhout en door het toepassen van grote glasoppervlakten is een beeld van openheid en vrijheid ontstaan, geïnspireerd op het Twentse los hoes. Door de unieke plek kan men de natuur ook van binnen naar buiten beleven. De bouw van Elderinkshave is mogelijk geworden door een nieuwe provinciale landgoedregeling. Randvoorwaarden zijn daarin dat het om voormalige landbouwgrond moet gaan, minimaal 10 hectare groot en dat het een huis van allure moet zijn dat met het erve voor een groot deel opengesteld moet worden. De maatschappelijke meerwaarde van dit nieuwe landgoed komt tot uiting in de volgende aspecten: •
•
•
het leveren van een bijdrage aan een vitaal, fraai platteland en plat telandsvernieuwing; het realiseren van een ecologische verbindingszone tussen de Duitse natuurgebieden en de Broekdijk; in samenhang met de aangren zende landgoederen 't Vöske en het Elderink wordt een toename beoogd van de natuurwaarden;
• •
•
•
de biodiversiteit wordt vergroot; het landgoed zal biologisch onder zoek, educatieve excursies en exten sieve recreatie mogelijk maken; de woning is een aanwinst als controlepunt om de natuurwaarden te beschermen; door voormalige provinciale regelin gen kon het landgoed weer rendabel gemaakt worden.
Frans van Duist: "De rijwielpaden zijn mijn kindje." Dertig jaar geleden richtte Frans van Duist samen met Kars Kip de Stichting Rijwielpaden op. "Ik was voorzitter geworden van de Haaksbergse Toer- en Fietsclub en we wilden een fietsvierdaagse gaan organiseren", zegt Van Duist. "Helaas konden de routes niet door ons mooie natuurgebied gaan, want daar waren alleen maar zandwegen. We zijn toen onder de vlag van de HTFC begonnen met het aanleggen van fietspaden en daar hebben we al na een jaar de Stichting Rijwielpaden voor opgericht. We hadden veel donateurs en vrijwilligers, die de handen uit de mouwen wilden steken. De eerste 30 kilometers zijn gewoon op mankracht met de schop tot stand gekomen. Daarna hebben we van de gemeente een kraantje gekregen." Anno 2012 ligt er een fantastisch fijnmazig netwerk van fietspaden met een lengte van 70 kilometer. Van Duist kan echt genieten van dit resultaat: "Hier heeft de hele gemeenschap plezier van. Dat geeft een enorme voldoening. Dit is echt mijn kindje." In de loop der jaren zijn de paden verbreed van 80 naar 130-140 centimeter. "Met de aanleg zijn we klaar, het werk dat we er nog aan hebben is het onderhoud van de paden, maaien van bermen en snoeien van hinderlijke takken." De 6 nog actieve vrijwilligers, die in twee ploegen werken, bekommeren zich ook om het opruimen van zwerfafval. De Stichting wordt voor 2/3 van de financiën gesubsidieerd door de gemeente. De rest komt van donateurs. Van Duist: "We hebben er nog 1500; dit aantal loopt jaarlijks met 10 procent terug. Op termijn zal de gemeente het onderhoud van de fietspaden helemaal voor haar rekening moeten nemen. Dat mag geen probleem zijn, want met 70.000 toeristische overnachtingen komt er genoeg toeristenbelasting binnen."
19
Erve de Kotte staat er weer prachtig bij Aan de Zendvelderweg in Buurse ligt verscholen in het groen het nieuwe onderkomen van Albert en Mariëlle Kraak. Het ondernemersechtpaar begon in 2005 aan een gewaagd experiment: de renovatie van een vervallen boerenerf. Het Erve de Kotte (keuterboer), ooit bewoond door de familie Tuchter, lag er al jaren verlaten en verwaarloosd bij. Wie steekt energie en geld in zo'n ruïne? Het echtpaar Kraak, eigenaar van een adviesbureau in Den Haag, heeft veel liefde voor architectuur en monumenten. Niet voor niets draagt hun bureau de naam van een beroemde Italiaanse architect: Palladio, ooit de stadsarchitect van Vic enza. Het kantoor is dan ook gevestigd in een monumentaal pand aan de Kneuterdijk. Wat zochten 'de Kraaks' in Twente? Albert kende het Twentse platteland van zijn studietijd aan de UT. En beiden voelden zich aangetrokken tot de rust en het groene landschap. Ze hadden ervaring opgedaan met het verbouwen van andere monumentale woningen in West-Nederland, zoals een herenhuis in Poeldijk en een appartement in een kantongerecht in Den Haag. Maar de landelijke sfeer van Twente bleef trekken. In 2005 werd de beslissing genomen tot de aankoop van een oud erf in Buurse. In dat voorjaar zagen ze hier voor het eerst het paasvuur.
20
De gerestaureerde woonboerderij erve De Kotte van de familie Kraak. (Foto Herman Nijhuis)
Dit was het moment om ook kennis te maken met de buren. Zo begon het verhaal van een familie uit het westen, die zich snel thuis voelde op deze plek en actief deel ging nemen aan het gemeenschapsleven. Er was veel werk aan de winkel om het erf om te vormen tot een schilderachtig landgoed. De oude schuur (schöppe) was het eerste project en hier was het dankzij het nog bestaande bintwerk mogelijk tot een authentieke verbouwing te komen. Dit was niet mogelijk met de oude boerderij; gedeeltelijke afbraak was onvermijdelijk, maar de voorgevel en de zijgevels konden in originele stijl herbouwd worden. Dankzij de speurzin naar oude materialen, zoals dakpannen, zandstenen elementen e.d. kreeg de 'nieuwbouw' een historisch karakter. Het eikenlaantje en het 'groen van toen' is volop aanwezig gebleven. Recent is een boomgaard aangelegd met oude soorten hoogstam fruitbomen. Vanuit het voorhuis heeft men een prachtig uitzicht op een oude es, die in de zomer begraasd wordt door de koeien van een naburige boer.
Kamperen bij de boer: Camping De Beek Het buitengebied van Haaksbergen wordt steeds meer een trekpleister voor fietsers en wandelaars. Het aantal toeristische overnachtingen is de laatste 10 jaar sterk toegenomen. Naast de traditionele overnachtingsmogelijkheden, zoals de campings en hotels, zijn 'bed and breakfast' en de campings bij de boer populair geworden. De lunch tijdens de Open Monumentendag wordt dit jaar heel toepasselijk gehouden midden in het groen op camping De Beek bij Buurse. Deze camping, prachtig gelegen in de nabijheid van de Zoddebeek en het Haaksbergerveen, is een initiatief van Jan en Natasja Korenblik. Natasja zocht werk, waarbij ze de mooi gelegen boerderij een andere functie kon geven. Kamperen bij de boer is een voorbeeld van kleinschalig ondernemen, waarbij de kampeerder zich zo vrij voelt als een vogeltje. De meeste van deze campings liggen mooi in het landschap, waardoor de kampeerder kan genieten van de natuur en ook nog kennis kan maken met het boerenleven.
De entree van boerencamping De Beek van de familie Korenblik. (Foto Herman Nijhuis)
21
Irma Horck-van Mast: "Oude glorie voor erve Nijenhuis." Vlak voordat je komend uit Haaksbergen linksaf slaat naar Buurse, is rechtsaf de Zendvelderweg. Daar ligt verscholen tussen grote eikenbomen erve Nijenhuis, een van de oudste erven in Buurse. Vanaf 1700 heeft dit erve eigenaren gehad van generaties van zes opvolgende families, waaronder de familie Elderink, vooral bekend door dochter Cato, schrijfster van de Twentse geschiedenis. De boerderij heeft een schoenvormige achtergevel met twee hoekschotten. Van dat type is dit de enige die in Haaksbergen is overgebleven. Ook is er een aanbouw voor aparte bewoning en staat op het erve een oude schaaps-schuur, een rijksmonument. De oude boerderij zelf heeft geen beschermde status. In december van het vorig jaar is erve Nijenhuis via een veiling gekocht door de uit Buurse afkomstige Irma Horck-Van Mast en haar man. "Mijn vader is er geboren. Ik heb er altijd een oogje op gehad. Daarom hebben we de kans niet voorbij laten gaan om het eigendom te verkrijgen. We willen er gaan wonen, maar de boerderij verkeert in een verval/en staat. Er moet heel veel aan vernieuwd worden. Sommigen zeggen: waar begin je aan, laat een bulldozer de hele boel plat schuiven en zet er een mooie nieuwe woning op. Maar dat is niet wat wij willen. Hier hebben zoveel generaties gewoond, hier zitten zoveel verhalen Irma Horck-van Mast aan, dat moetje koesteren. We beseffen dat het een immens karwei wordt. We hebben gaat met haar man het daarom een architect in de arm genomen. Zodra we ons huidige huis hebben verkocht, vervallen
erve willen we aan de slag om deze oude boerderij in oude glorie te herstellen, maar wel zo Nijenhuis restaureren datje er modern in kunt wonen." Hoe lang de renovatie gaat duren? "We hopen dat er tot een woonboerderij. na een jaar een bewoonbaar gedeelte is en daarna zien we wel hoe lang het gaat duren voordat alles af is."
22
De bijzondere achtergevel met twee hoekschotten van erve Nijenhuis. (Foto Bert Koebrugge)
Boerderij Van Heek op erve Grobbink. Het woongedeelte is van de familie Smeeman. Daarachter is de kaaswinkel en het pannenkoekrestaurant van de familie Pit. (Foto Bert Koebrugge)
Boerderij Van Heek en boer Jan Aan de Alsteedseweg ligt op erve Grobbink boerderij 'de Hoge Esch', in 1906/07 gebouwd door Gerrit Jan Pieter van Heek (Jan oet Buurse), directeur van textielfabriek Gebr. Van Heek-Schuttersveld. Het achterdeel van deze boerderij is nu vooral bekend door de kaaswinkel en het pannenkoekenrestaurant. Ook is er een koetshuis, uit 1922. Jan (van de Schuttersveldtak) bezat omstreeks 1900 samen met zijn zuster zo'n 56 hectare grond in Buurse. Het betrof erve Het Markslag en het Witte Veen. Later werd hij alleen eigenaar. In 1905 wist hij zijn grondbezit in Buurse flink te vergroten door de aankoop van erve Grobbink. Dit erve werd voor het eerst benoemd in 1475. Op de es van dit erve bouwde hij een boerderij in chaletachtige stijl. Hij ging hier wonen met Johanna Hermina (Jo) Burgers, bijgenaamd Van Heek's Jannoaken, met wie hij in 1907 was getrouwd. Tegen dit huwelijk werd vreemd aangekeken, want Jo was niet alleen een boerendochter, maar ook nog eens de dochter van Van Heeks pachter op erve Het Markslag en 17 jaar jonger dan haar man. Het echtpaar stierf kinderloos. G.J.P. van Heek leefde van 1866-1937, zijn vrouw van 1884-1971. Het echtpaar ligt begraven op het Oald'n Karkhof, achter de hervormde kerk in Buurse. De volgende boer uit de familie op de Hoge Esch was Franz van Heek, kleinzoon van Jan's broer Gijs. Deze Franz stichtte de kaaswinkel en liet achter de oude boerderij een nieuwe woning bouwen. In 1982 viel het doek voor Schuttersveld. De Van Heeks verkochten de boerderij toen aan de familie Pit. Het oude erve Grobbink is een monumentale boerderij met schuur en bakhuis, een typisch Twents hallenhuis. Beide boerderijen zijn gemeentelijk monument. 23
Jaap in 't Veld: "Trots op nieuw bezoekerscentrum" Aan de Stendermolenweg, bijna op de grens tussen Haaksbergen en Enschede, ligt bezoekerscentrum 'De Wakel' van Vereniging Natuurmonumenten. De veldwerkschuur is na een grote verbouwing een parel in het mooie buitengebied, waar de natuurliefhebber terecht kan voor informatie, een kop koffie of thee en voor een sanitaire stop. Beheerder Jaap in 't Veld (17 jaar in functie) is er trots op hoe de bezoeker hier ontvangen kan worden en hoe vrijwilligers hier hun werk kunnen doen. Natuurmonumenten Twente Zuid heeft op Haaksbergens grondgebied het eigendom en het beheer over het Buurserzand (sinds 1929, schenking Edwina van Heek), Het Witte Veen (sinds 1983, aangekocht van de firma Schuttersveld) en Het Grintenbosch. Dit bos aan de rand van de bebouwde kom was in 2002 een schenking van de Stichting Leppink-Postuma. Hier bevindt zich het jeugdeducatiecentrum, waar in samenwerking met het IVN voorlichting aan scholieren wordt gegeven over het belang van goed natuurbeheer. Dit voorjaar werd de 10.000ste scholier geteld. De Vereniging Natuurmonumenten bestaat al 108 jaar en is de particuliere broer van Staatsbosbeheer. "Wij zijn wat ideëler ingesteld. Voor ons staan de natuurwaarden Beheerder Jaap in 't Veld van Natuurmonumenten
voorop. Onze grootste opgave is om het Twentse landschap met zijn kleinschalige karakter in stand te houden. Zodat het 'groen van toen' ook het 'groen van de toekomst' kan blijven."
Bezoekerscentrum De Wakel van Natuurmonumenten aan de Stendermolenweg. (Foto Herman Nijhuis)
24
Thema's Open Monumentendagen en winnaars monumentenprijs > 1997 Religieus erfgoed: De onderhoudsgroep van de Bonifatiuskerk 1998 Restauratietechnieken: De Blanckenborgh BV 1999 Monumentaal groen: Landgoed de Jordaanshoeve 2000 Water: Vereniging Hoksebargse Möll'n 2001 Wonen: Firma R. Klaver 2002 Handel en vervoer: Museum Buurt Spoorweg > 2003 Agrarisch erfgoed: Landgoed Het Lankheet > 2004 Verdediging en grenzen: Vereniging Natuurmonumenten > 2005 Religieus erfgoed: Hervormde Gemeente Haaksbergen / Buurse > 2006 Feest: Stichting Groot Scholtenhagen > 2007 Jonge bouwkunst: Domijn, voorheen Lucht en Licht > 2008 Sporen uit het verleden: Heemkundegroep Buurse > 2009 Op de kaart gezet: Niet uitgereikt > 2010 De smaak van de 19e eeuw: Ploddershoes / familie Beumers > 2011 Oud gebouw - Nieuw gebruik: Projectgroep Theeschenkerij Jordaan > 2012 Groen van toen
Enkele uitgaven zijn nog verkrijgbaar in het Historisch Centrum.
Colofon Uitgave: Historische Kring Haaksbergen, september 2012 Samenstelling: Werkgroep Monumenten en Archeologie, met medewerking van de gemeentelijke Monumentenraad Coördinatie: Jan Goorhuis, Wim Oltwater en Clemens Wentink Tekstbewerking: Frans de Lugt Historische adviezen: Eric Ooink Eindredactie: Bram van Leeuwen Fotografie: Bert Koebrugge en Herman Nijhuis van de Fotogroep Haaksbergen Druk: Hassink Drukkers, Haaksbergen Dank. De Open Monumentendag 2012 is mede mogelijk gemaakt door ondersteuning van de Gemeente Haaksbergen en betrokken eigenaren en bewoners.
Foto achteromslag: Een oude veldwerkschuur in het boerenland, gezien vanaf de Zendvelderweg. (Foto Herman Nijhuis)