Willen we uit de file? Dan kunnen we niet langer stilstaan! De fileberichten liegen er niet om: vandaag staan we met z’n allen stil in het geografische en economische hart van ons land. Voor wie met de auto richting Brussel en Vlaams-Brabant moet, is er geen ontkomen aan de files. Het openbaar vervoer is net als de fiets niet altijd een comfortabel alternatief. Zo kan het niet langer. Nietsdoen is geen optie meer, we moeten ons vervoersaanbod en verplaatsingsgedrag radicaal durven herdenken. Een integrale oplossing is nodig.
*
* Vandaag pendelt 75 % met de wagen, 11 % met het openbaar vervoer en 14 % met de fiets of te voet naar het werk.
vlotvlaanderen.be D eze bijlage valt niet onder de verant woordelijkheid van de re dac tie
Sprekende cijfers
WEGINFRASTRUCTUUR
Ochtendlijke volksverhuizing
Goederen op de weg
Brussel en Vlaams-Brabant vormen veruit de belangrijkste tewerkstellingspool van het land, goed voor 1.171.679 mensen die er hun job hebben.
De autopendelaars worden bijgestaan door vrachtwagens en bestelwagens. Het goederentransport heeft weinig alternatieven. Trein en boot leveren immers niet aan huis. 81,2% van het goederenvervoer gaat via de weg, 10,2 via het water en 8,6% via het spoor.
1.171.679
brussel en vlaams-brabant
817.844 599.503 536.555 348.555
81,2%
antwerpen
10,2%
8,6%
De Ring staat vol, maar volstaat hij?
oost-vlaanderen
west-vlaanderen
limburg
10 miljoen passagiers Dat zijn een pak verplaatsingen: elke dag pendelen er 378.538 mensen naar Vlaams-Brabant en Brussel. Vanuit Vlaams-Brabant pendelen er nog eens 118.886 mensen naar het hoofdstedelijk gewest, en omgekeerd zijn er dat 28.187. Maar ook binnen Brussel en Vlaams-Brabant komt er elke ochtend een volksverhuizing op gang.
En bovenop al deze verkeersdrukte lokt de luchthaven 10 miljoen passagiers per jaar naar de regio. De meeste daarvan komen van buiten de provincie: 3,4 miljoen uit Antwerpen, 2,4 miljoen uit Oost-Vlaanderen, 1,4 miljoen uit West-Vlaanderen en 0,9 miljoen uit Limburg.
De Brusselse Ring is hét verkeersknooppunt van het land. Een goede doorstroming van het verkeer is van levensbelang voor onze economie. Het optimaliseren van de R0 is niet los te zien van andere maatregelen zoals een hoogwaardig openbaar vervoersnet, het aanpakken van het sluipverkeer, het invoeren van slimme mobiliteit zoals rekeningrijden.
antwerpenaren
3,4 mio
limburgers
87.681
Oost-Vlamingen
69.851
vlaams-brabanders
0,9 mio
2,6 mio
Antwerpenaren west-vlamingen
1,4 mio
22.489
west-Vlamingen
2,4 mio
Limburgers
11% auto, moto
oost-vlamingen
29.602
De auto is bij uitstek het geliefde vervoermiddel voor al deze pendelaars. Eén op twee pendelaars naar Brussel kiest het openbaar vervoer, richting Vlaams-Brabant is dat slechts één op tien. Van alle mensen die in Brussel werken, neemt slechts 1,9% de fiets en gaat 2,7% te voet.
75%
Economische slagader
openbaar vervoer
14%
Grootste verkeersknooppunt Al dat autoverkeer komt samen op het grootste verkeersknooppunt van het land: de Brusselse Ring. Het hoeft niet te verbazen dat we daar elke ochtend en avond met z’n allen stilstaan. De vele op- en afritten veroorzaken gevaarlijke weefbewegingen. Op vijftien jaar tijd vielen er op het noordelijke deel van de R0 33 doden en 199 zwaargewonden. Daarmee is de Ring veruit de gevaarlijkste ringweg van het land. brusselse ring
andere ringwegen
fiets, te voet
+13,5% =
Een goede weginfrastructuur is onontbeerlijk voor onze economie. Goederenvervoer heeft gewoon weinig alternatief. Het vervoer via water – bijvoorbeeld het kanaal Brussel-Charleroi – neemt wel toe, maar ook dan moet er nog steeds een stuk over de weg vervoerd worden. En hoe zullen we onze distributiecentra en winkels bevoorraden zonder wegtransport? Laten we zeker de luchthaven niet vergeten. Als poort op de regio is de luchthaven van onschatbare economische waarde. Een goede ontsluiting met openbaar vervoer maar ook via de weg is cruciaal.
Als er meer file is, zetten bedrijven meer vrachtwagens in. Een vicieuze cirkel.’
Rekeningrijden
Luc Rogge, Colruyt
Gevaar op de weg Op 15 jaar tijd vielen er op het noordelijke stuk van de Brusselse Ring 33 doden, 199 zwaargewonden en 2376 lichtgewonden. Trieste cijfers. De vele weefbewegingen en de vele op- en afritten maken de R0 een bijzonder gevaarlijke weg. Door het scheiden van het lokaal en doorgaand verkeer kan de doorstroming en dus de veiligheid verbeteren.
Niets doen betekent dat we ook niets doen aan de verkeersonveiligheid. Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit
Variabele snelheden zijn een deel van de oplossing’ Lodewijk De Witte, provinciegouverneur
Alleen de Brusselse Ring aanpakken lost niets op. Andere maatregelen zijn ook nodig. Op fiscaal vlak kan het invoeren van rekeningrijden de toevloed aan wagens tijdens de spitsuren verlichten. Maar ook andere initiatieven zoals het aanmoedigen van thuiswerk, het uitstippelen van een gedurfd parkeerbeleid en uiteraard het uitbouwen van een degelijk openbaar vervoernetwerk moeten het centrum van het land bereikbaar houden. Lees meer over slimme mobiliteit op p.7
Leefbaarheid in de woonkernen Samen met de optimalisering van de Ring moet ook gewerkt worden aan de verkeersleefbaarheid in de woonkernen in de Vlaamse Rand. Een betere doorstroming op de R0 zal immers nog meer mensen aanzetten de Ring te gebruiken. En zo daalt de verkeersdrukte op de plaatselijke wegen in een regio waar de bevolking nog steeds fors groeit. Minder sluipverkeer betekent minder hinder, minder lawaaioverlast, minder vervuiling van de luchtkwaliteit.
Een draagvlak voor de Ring? Eerst het sluipverkeer aan banden leggen.’ Hans Bonte, burgemeester Vilvoorde
Bronnen: Steunpunt Werk en Sociale Economie van de Vlaamse overheid, Brussels Airport Company, VRIND 2012
2
3
OPENBAAR VERVOER
A12 BOOM BORNEM Tramlijn korte termijn
Naar een echt volwaardig alternatief
De grote tewerkstellingspolen hebben recht op kwalitatief openbaar vervoer. Daar is de vraag, dus daar moet het aanbod zijn.’
E19
Beleidskeuzes maken Wat kan de hogere overheid doen om het tij te keren? Om meer mensen van een kwalitatief hoogstaand openbaar vervoer te laten gebruik maken? Enkele duidelijke beleidskeuzes maken: iezen voor het openbaar K vervoer als ruggengraat van een duurzame mobiliteit. Daarvoor is er een totaalvisie nodig, over de drie gewesten heen en samen met de federale overheid.
tram
E40
Belast het gebruik, niet het bezit van een auto.
aak een prioriteit van de M uitbouw van het Gewestelijke Expresnet (GEN) zodat meer pendelaars kiezen voor de snellere en frequente spoorverbindingen van en naar Brussel.
Neem nu het GEN in gebruik waar het kan.
et Brusselse Hoofdstedelijk H Gewest stelde een parkeerbeleidsplan op. Een prima basis om werk te maken van een integrale mobiliteitsvisie over de gewestgrenzen heen.
Mobiliteitsvisie over de grenzen heen.
BRUSSEL TERVUREN NINOVE
E411
Kleine maatregelen, veel comfort De openbare vervoersmaatschappijen zelf kunnen maatregelen nemen die het reizigerscomfort meteen verbeteren. oor samen te werken en dienstverleningen op elkaar D af te stemmen, kunnen reizigers vlot overstappen tussen trein, tram, bus en metro. undel de vervoersstromen. Is openbaar vervoer naar elk B gehucht en woonlint haalbaar? P as de principes van hoogwaardig openbaar vervoer toe: voldoende capaciteit, vlotte doorstroming, hoge frequentie, minder maar beter uitgebouwde haltes, vlotte overstapmogelijkheden, parkeervoorzieningen voor Park & Ride en fiets en Kiss & Ride.
Tram naar Brussel.
enk aan oplossingen voor het voor- en natraject: deelD fietsen, vouwfietsen, taxi, autodelen en zo meer.
GEN
oorzie flexibele abonnementsformules en vervoersbeV wijzen. De elektronische MOBIB-kaart in het Brusselse is een mooi voorbeeld, maar de functies kunnen nog uitgebreider. Hanteer een correcte prijs.
Meer kwaliteit en goede reisinformatie zijn nodig voor een beter openbaar vervoer’.
Mobiliteitsbudget werkt
Het vervoerlandschap hertekenen Is er dan geen rol meer weggelegd voor het openbaar vervoer? Integendeel, maar het een en ander moet grondig hertekend worden. Onze arbeidsmarkt is geëvolueerd: meer tertiaire jobs, meer flexibiliteit op de werkvloer, minder dagelijkse verplaatsingen over hetzelfde traject. De ene dag is de auto de beste oplossing, de andere is het de trein of de fiets, of een combinatie. Aangepaste vervoersbewijzen en abonnementsformules moeten daar op inspelen.
Bovendien moeten we geen hoog rendement verwachten als de overheid investeert in openbaar vervoer maar tegelijkertijd de deur (wagen) wijd blijft openzetten voor de auto. Er is een integrale benadering nodig. Enkele praktische voorbeelden uit het buitenland tonen dat het kan.
Hoogwaardig openbaar vervoer moet een reëel alternatief worden. Het kan: in grootsteden als Parijs heeft 70% van de inwoners geen auto.’ Bart Somers, burgemeester Mechelen
4
Het proefproject ‘Mobiliteitsbudget Werkt’ gaf werknemers een brede waaier aan vervoersmogelijkheden in plaats van enkel een bedrijfswagen. Het autogebruik voor woon-werkverplaatsingen daalde tot 37%. Het aandeel van het openbaar vervoer en de fiets steeg en de combinatie van verschillende vervoermiddelen won duidelijk aan populariteit.
Fons Leroy, gedelegeerd bestuurder VDAB
Basismobiliteit vandaag is duur en inefficiënt. Bundel de verkeersstromen.’
Freiburg: absolute voorrang De Duitse stad Freiburg telt 230.000 inwoners en 30.000 studenten. Al eind jaren 1960 realiseerde het stadsbestuur zich dat het toenemende autoverkeer niet verzoenbaar was met de leefbaarheid in het centrum. Het eerste verkeersplan uit 1969 legde meteen de nadruk op de doorstroming van het openbaar vervoer. Sindsdien gaan mobiliteit en ruimtelijke ordening er hand in hand. De vier tramlijnen, 26 buslijnen en de kabelbaan bepalen letterlijk de stadsstructuur. Voetgangers, fietsers, bussen en trams krijgen absolute voorrang. Autoverkeer wordt ontmoedigd met een doordacht parkeerbeleid en aangepaste snelheidsregimes. Alle tramlijnen hebben een frequentie van 7,5 minuten. De bussen rijden elk kwartier en sluiten naadloos aan op de tramlijnen. Het plan werkt: het openbaar vervoer is elke dag goed voor 200.000 reizigers.
ZAVENTEM
JETTE
Kan een kwalitatief openbaar vervoer een echt alternatief zijn voor de auto? Absoluut! Maar dan is er een duidelijke bijsturing nodig.
Een bushalte op elke straathoek, is dat nog haalbaar? Het openbaar vervoer kan vooral een rol spelen voor de vervoersstromen tussen steden en in de stadscentra. Tussen steden rijden snelbussen en treinen, in de stad de bus, tram en metro. Zo ontstaat een fijnmazig netwerk met een hoogfrequente bediening en graag - met modern en comfortabel materieel. Klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Vlaanderen is een sterk verstedelijkte regio en grote delen zijn vis noch vlees, platteland noch stad.
E314
E40
Jo Libeer, Kamer van koophandel-VOKA
Voor Koning Auto was het openbaar vervoer het belangrijkste vervoersmiddel. Hoe meer auto’s er kwamen, hoe minder mensen kozen voor de trein, tram of bus. Vandaag gebeurt amper 10% van het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer. Hoeft het te verbazen? Door de kwaliteit van de bediening heeft het openbaar vervoer in ons land geen al te beste reputatie: de bus staat mee in de file, de trein heeft vertraging,.... Wie het zich kan veroorloven, kiest dan maar voor het comfort van de auto, ondanks het fileleed.
HAACHT
VILVOORDE
De neuzen moeten in dezelfde richting.
e afbouw van de automoD biliteit. Koning auto hoeft niet langer bepamperd te worden, bijvoorbeeld in de vorm van gunstige fiscale maatregelen voor de bedrijfswagen.
erk de tramlijnen rond W Brussel uit.
Tramlijn middellange termijn
BREENDONk
Daan Schalk, Haven Gent en MORA Vlaanderen
Het GEN kan de noord-zuidverbinding door Brussel verlichten’ Olivier Willocx, gedelegeerd bestuurder BECI
De geplande tramverbindingen zijn cruciaal voor de economische ontwikkeling van Brussels Airport en de hele regio.’ Arnaud Feist, CEO , Brussels Airport Company
5
FIETS
slimme mobiliteit
Fietsers over de streep trekken
Slimme initiatieven doen slim pendelen Dergelijke slimme maatregelen hoeven niet alleen van de overheid te komen. Een school die fietsers beloont, is ook een vorm van slimme mobiliteit. Ook bedrijven, winkels, gemeentebesturen kunnen initiatieven nemen.
De fiets is een goed en gezond alternatief voor korte trajecten, ook naar en van het station of bushalte. Het ontbreekt nog aan comfortabele fietsverbindingen, zeker in en naar Brussel. Investeren in veilige fietssnelwegen geeft de potentiële fietsers een duwtje in de rug.
Bedrijven aan zet Thuiswerken, werken in satellietkantoren, glijdende werkuren, teleconferenties. Het zijn allemaal slimme maatregelen die inspelen op meer flexibiliteit en het pendelverkeer verminderen. Ook carpoolen mindert de files. Plooifietsen en shuttlediensten brengen de werknemers van het station naar het bedrijf. Bedrijfsfietsen kunnen ook ingezet worden voor andere korte verplaatsingen. Bedrijven kunnen kiezen om werknemers niet zomaar een bedrijfswagen te geven, maar wel een mobiliteitsbudget. Dat kunnen de werknemers inzetten hoe ze willen. Wie daar zuinig mee omgaat en kiest voor het openbaar vervoer of de fiets, kan zijn loon op die manier aanspekken.
De luchthaven van Zaventem ligt op fietsafstand van Brussel. In de Vlaamse Rand en Brussel zijn 71% van de verplaatsingen korter dan 15 kilometer. De helft is zelfs korter van 5 kilometer. Waarom gebruiken we dan amper de fiets? Belangrijke redenen zijn het gebrek aan goede infrastructuur en veiligheid.
De sturende rol van overheden A12
E19
GRIMBERGEN E19
ASSE
Vaak speelt de overheid een ondersteunende rol en schept ze een wetgevend kader om slimme maatregelen mogelijk te maken. Door een parkeerbeleidsplan op te maken, zoals het Brusselse Gewest doet. Of gewoon door hiaten in de wetgeving weg te werken, of door de fiscaliteit te hervormen zodat bedrijven hun werknemers een mobiliteitsbudget kunnen geven in plaats van een bedrijfswagen. Het is maar een greep uit wat allemaal kan.
E314
VILVOORDE
MACHELEN KORTENBERG
E40
LEUVEN
SCHAARBEEK
15 KM
GROOT-BIJGAARDEN
E40
Deel van de mobiliteitsketen Ook voor de pendelaar die niet op fietsafstand van zijn werk woont, is de fiets een handig vervoersmiddel. Hij kan er mee naar het station, bijvoorbeeld. Een voorwaarde is dat er degelijke, overdekte, diefstalveilige en goed bereikbare fietsstallingen zijn. Ook voor het traject van het station naar het werk is de fiets een mogelijkheid. Deelsystemen als Villo in Brussel of Blue-bike aan treinstations groeien elk jaar. In de toekomst worden ze zelfs geïntegreerd in de abonnementsformules.
Maar overheden kunnen ook zelf een rits slimme maatregelen nemen. Heel concrete dingen, zoals fietspunten inrichten aan treinstations of busknooppunten. Het aanleggen van vrije busbanen, carpoolparkings of Park & Ride-zones. Of verkeerslichtenbeïnvloeding om de doorstroom van het openbaar vervoer te verbeteren.
SINT-PIETERS-WOLUWE
Andere maatregelen raken de mensen in hun portefeuille met de bedoeling hun gedrag te veranderen. Rekeningrijden of een kilometerheffing, bijvoorbeeld. Maar de overheid kan ook een fiscaal gunstregime uitwerken voor elektrische of andere duurzame mobiliteit.
BRUSSEL
E411 BEERSEL E19 HALLE
Potentieel benutten Uit recent onderzoek blijkt dat mensen best wel bereid zijn om afstanden tot 15 kilometer met de fiets af te leggen. De opkomst van de elektrische fiets vergroot deze radius nog. Een voorwaarde is wel dat de verplaatsing veilig en vlot kan gebeuren. Er is dus potentieel, maar om het te benutten moet er goede fietsinfrastructuur worden uitgebouwd. Daar wordt alvast aan gewerkt: de provincie Vlaams-Brabant, Vlaanderen en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest tekenden de plannen uit voor een netwerk van fietssnelwegen door Brussel en de Vlaamse Rand. Een fietssnelweg is een brede, rechte fietsroute waar geen of weinig auto’s komen, zonder drempels of onnodige stops. Tegen 2025 moet het netwerk van 400 kilometer klaar zijn. De eerste 15 fietsassen langs spoorwegen, kanalen en door valleien worden prioritair gerealiseerd. Ze verbinden strategische plaatsen zoals bedrijventerreinen, ziekenhuizen, scholen en stations.
6
Veilige en comfortabele fietspaden zetten aan tot fietsen, ook naar het werk.’
©verkeerscentrum
Tom Dehaene, gedeputeerde voor mobiliteit ©BELGA
Fietsroutes met voorrang Drie routes kregen topprioriteit: e hst-route tussen Leuven en Brussel. Vandaag maken D al heel wat fietsers gebruik van het traject Leuven-Zaventem. Tegen 2016 moet een fietsbrug over de R0 tussen Zaventem en Diegem de bedrijvenzones ontsluiten, en een aftakking naar de luchthaven is in voorbereiding. e kanaalroute tussen Halle-Vilvoorde. Van Halle tot D Brussel is het nu al aangenaam fietsen, maar richting Vilvoorde kan het jaagpad een stuk comfortabeler. Fietssnelweg Asse-Brussel. Tussen Asse en Zellik zijn al enkele stukken klaar. Het deel van Zellik tot Brussel is in ontwerpfase.
De fiets moet een belangrijke rol in het voortransport spelen.’ Ann Vermorgen, SERV en ACV
Carpoolen, thuiswerken, bedrijfsfietsen, het zijn relatief kleine maatregelen om de mobiliteit te verbeteren. Ook overheden kunnen concrete initiatieven nemen zoals rekeningrijden, maar vaak spelen ze meer een ondersteunende of wetgevende rol. Slimme mobiliteit is net als de fiets, het openbaar vervoer en de weginfrastructuur een deel van de mobiliteitsoplossing.
Slimme mobiliteit? Bestaat er dan ook domme mobiliteit? Het is alleszins niet zo slim om met z’n allen alleen in de wagen naar het werk te pendelen terwijl een wagen 5 personen kan vervoeren. Dit autosolisme is niet efficiënt en ontzettend ruimteverslindend. Slimme maatregelen zijn ingrepen die ons vervoer – met de auto, trein, fiets, bus … - beter laat verlopen. Niet door grote infrastructuurwerken maar doordachte initiatieven die ons gedrag beïnvloeden.
Slim rekeningrijden verdeelt de verkeersstroom over de hele dag’ Guy Engelen, onderzoeker VITO
Rekeningrijden werkt, op voorwaarde dat dalende filekosten een concurrentieel voordeel opleveren’ Daan Schalk, Haven Gent en MORA Vlaanderen
7
Eén weg uit de file bestaat niet. Maar een gedurfd beleid met aandacht voor het openbaar vervoer, de fiets, de auto en slimme mobiliteit houdt ons allemaal in beweging. Om het centrum van het land voor iedereen bereikbaar en leefbaar te houden, is er geen wonderoplossing. Het vergt een integrale aanpak met doordachte maatregelen op vlak van openbaar vervoer, weg- en fietsinfrastructuur en een slim mobiliteitsmanagement. Een beleid met durf is nodig, over de gewest en andere grenzen heen. De provincie Vlaams-Brabant is daarvan overtuigd, net als bedrijfsleiders, onderzoekers, mobiliteitsdeskundigen, burgemeesters. En u?
Debatteer mee
/vlotvlaanderen
#vlotvlaanderen
Initiatief van Provincie Vlaam s - Brabant - P OM - RESOC | Re dac tie : Provincie Vlaam s - Brabant - Eindre dac tie : w w w.war t aal.b e | Foto’s : L ander L oeck x , Provincie Vlaam s - Brabant V.u. : Provincie Vlaam s - Brabant , Provincieplein 1, 3 010 L euven | D eze bijlage valt niet onder de verant woordelijkheid van de re dac tie
vlotvlaanderen.be