Wijze van keuren voor een nationale kleine serie typegoedkeuring voor voertuigen van de voertuigclassificaties L1e, L3e en L4e
Nr.
Onderwerp
Regelgeving
L3e en L4e L1e (motorfiets (bromfiets zonder/met op 2 wielen) zijspan)
Wijze van keuren nationale kleine serie typegoedkeuring
C(9) C(10)
C
Voor wat betreft het netto maximumvermogen: a. Voor voertuigen van de voertuigclassificaties L3e en L4e moet worden voldaan aan de volgende eis: het netto maximumvermogen wordt gemeten volgens Richtlijn 95/1/EG indien het door de fabrikant opgegeven vermogen niet meer bedraagt dan 25 kW en het de categorie B of C van Richtlijn 97/24/EG betreft. b. Voor voertuigen van de voertuigclassificatie L1e wordt het netto maximumvermogen opgegeven door de fabrikant.
Richtlijn 97/24/EG (Hoofdstuk 7)
X
X
-
20. Brandstofreservoir(**)
Richtlijn 97/24/EG (Hoofdstuk 6)
B(12) A(11)
B(12) A(11)
25. Door de constructie bepaalde maximumsnelheid van het voertuig
Richtlijn 95/1/EG
A
n.v.t.
26. Massa’s en afmetingen
Richtlijn 93/93/EEG
A
A
-
A
A
-
18. Maximumkoppel en netto maximumvermogen
Richtlijn 95/1/EG
19. Maatregelen tegen het opvoeren van bromfietsen en motorfietsen
27. Koppel- en Richtlijn bevestigingsinrichtingen 97/24/EG (Hoofdstuk 10)
Wijze van keuren NKS L1e-L3e-L4e versie: april 2011
De ingevolge Richtlijn 97/24/EG, hoofdstuk 6, voorgeschreven beproeving, anders dan de druken kanteltest van een brandstofreservoir van kunststof, mag worden vervangen door een gefundeerde verklaring van de fabrikant van die kunststof, dat: 1. de kunststof voldoet aan de eisen uit Richtlijn 97/24/EG, hoofdstuk 6, of 2. de kunststof reeds eerder is toegepast in soortgelijke constructies waar vergelijkbare eisen aan zijn gesteld.
Pagina 1 van 7
Wijze van keuren voor een nationale kleine serie typegoedkeuring voor voertuigen van de voertuigclassificaties L1e, L3e en L4e
Nr.
Onderwerp
Regelgeving
L3e en L4e L1e (motorfiets (bromfiets zonder/met op 2 wielen) zijspan)
Wijze van keuren nationale kleine serie typegoedkeuring
28. Maatregelen tegen luchtverontreiniging(**)
Richtlijn 97/24/EG (Hoofdstuk 5)
A(11)
A(11)
a. De proef, bedoeld in bijlage I, onder punt 2.2.1.1.2, wordt eenmaal uitgevoerd indien de voorgeschreven grenswaarden, genoemd in de tabel niet wordt overschreden; b. Indien bij de proef, bedoeld onder a, de voorgeschreven grenswaarden worden overschreden, wordt de procedure, bedoeld in bijlage I, onder punt 3 gevolgd, waarbij de beschreven grenswaarde niet mag worden overschreden; c. De proef, bedoeld onder a, wordt niet uitgevoerd indien blijkt dat de motor, de ontstekingsinrichting, het brandstofsysteem en het in- en uitlaatsysteem overeenkomen met de motor met voormelde toebehoren van een motorvoertuig dat voldoet aan de eisen van artikel 3.2 van de Regeling voertuigen.
29. Banden
Richtlijn 97/24/EG (Hoofdstuk 1)
X(2) B(4)
X(2) B(4)
-
31. Reminrichting
Richtlijn 93/14/EEG
A(11)
A(11)
Indien het voertuig beschikt over een ABSremsysteem wordt voor de goede werking van dit systeem enkel een functietest uitgevoerd.
32. Installatie van de verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen op het voertuig
Richtlijn 2009/67/EG
B
B
-
33. Verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen
Richtlijn 97/24/EG (Hoofdstuk 2)
A
A
-
34. Geluidssignaalinrichting Richtlijn 93/30/EEG
B
B
-
35. Plaats voor de Richtlijn bevestiging van de 2009/62/EG achterste kentekenplaat
B
B
-
Wijze van keuren NKS L1e-L3e-L4e versie: april 2011
Pagina 2 van 7
Wijze van keuren voor een nationale kleine serie typegoedkeuring voor voertuigen van de voertuigclassificaties L1e, L3e en L4e
Nr.
Onderwerp
Regelgeving
L3e en L4e L1e (motorfiets (bromfiets zonder/met op 2 wielen) zijspan)
Wijze van keuren nationale kleine serie typegoedkeuring
36. Elektromagnetische compatibiliteit
Richtlijn 97/24/EG (Hoofdstuk 8)
A(1) C(3)
A(1) C(3)
Aan de richtlijn 97/24/EG is voldaan indien het voertuig of de afzonderlijke onderdelen zijn getoetst aan VN/ECE reglement nr. 10. In de overige gevallen is voldaan: a. Indien de elektronische onderdelen van de motor, de ontstekingsinrichting, het brandstofsysteem, het koelsysteem, het in- en uitlaatsysteem en de aandrijflijn overeenkomen met de elektronische onderdelen van de motor met voormelde toebehoren van een motorvoertuig dat voldoet aan de eisen van Richtlijn 2007/46/EG, 2003/37/EG of 2002/24/EG, wordt de elektromagnetische breedbandstraling niet gemeten. b. Bij de meting van de elektromagnetische smalbandstraling in het frequentiebereik van 30 tot 1000 MHz wordt volstaan met het scannen van het frequentiebereik met behulp van een spectrumanalysator of automatische ontvanger, waarbij de referentiegrens niet mag worden overschreden. c. De elektromagnetische immuniteit van de voertuigen wordt gemeten volgens het bepaalde in bijlage IV van Richtlijn 97/24/EG, hoofdstuk 8
37. Geluidsniveau en uitlaatinrichting(**)
Richtlijn 97/24/EG (Hoofdstuk 9)
A(11)
A(11)
De voorschriften betreffende geluiddempers die vezelig geluiddempend materiaal bevatten, bedoeld in hoofdstuk 9, bijlage III, punt 2.3.1.3.1 tot en met 2.3.1.4.3.5, zijn niet van toepassing indien de gemeten waarde voor het geluidsniveau tenminste 1 dB(A) lager is dan in hoofdstuk 9, bijlage I, in de tweede kolom van de tabel voor de desbetreffende voertuigen is aangegeven. Opschriften zijn niet verplicht.
38. Achteruitkijkspiegel(s)
Richtlijn 97/24/EG (Hoofdstuk 4)
A(2) B(4)
A(2) B(4)
-
39. Scherpe uitwendige delen
Richtlijn 97/24/EG (Hoofdstuk 3)
C
C
Er wordt visueel gecontroleerd. Indien noodzakelijk wordt er volgens de richtlijn gemeten en getest.
40. Standaard (behalve voor voertuigen met tenminste drie wielen)
Richtlijn 2009/78/EG
C
C
Er moet worden voldaan aan de volgende eisen: − de eisen gesteld in de bijlage, punt 2, algemene voorschriften; − indien de zijstandaard is uitgeklapt moet het onmogelijk zijn om weg te rijden. Er wordt visueel gecontroleerd waarbij het voertuig stabiel op de standaard moet staan.
Wijze van keuren NKS L1e-L3e-L4e versie: april 2011
Pagina 3 van 7
Wijze van keuren voor een nationale kleine serie typegoedkeuring voor voertuigen van de voertuigclassificaties L1e, L3e en L4e
Nr.
Onderwerp
Regelgeving
L3e en L4e L1e (motorfiets (bromfiets zonder/met op 2 wielen) zijspan)
Wijze van keuren nationale kleine serie typegoedkeuring
41. Beveiligingsinrichting tegen gebruik van het voertuig door onbevoegden
Richtlijn 93/33/EEG
A(5)
A(5)
43. Handgrepen voor passagiers van tweewielers
Richtlijn 2009/79/EG
B
B
-
45. Snelheidsmeter
Richtlijn 2000/7/EG
C
C
De Richtlijn 2000/7/EG is van toepassing met uitzondering van het gestelde in punt 2.3.3 van de bijlage bij deze richtlijn.
46. Identificatie van bedieningsorganen, verklikkerlichten en meters
Richtlijn 2009/80/EG
C
C
De in bijlage I van de Richtlijn 93/29/EEG vermelde bedieningsorganen, verklikkerlichten en meters moeten voor zover deze zijn aangebracht worden geïdentificeerd door middel van symbolen. Symbolen en tekstblokken moeten duidelijk zichtbaar en leesbaar zijn. Symbolen en tekstblokken mogen afwijken van het gestelde in de Richtlijn 93/29/EEG mits dit voor de bestuurder geen verwarring oplevert. Voertuigen moeten voor wat betreft de kleur van de verklikkerlichten voldoen aan het bepaalde in bijlage I van de Richtlijn 93/29/EEG.
47. Voorgeschreven opschriften
Richtlijn 2009/139/EG
B(11)
B(11)
B
B
Voorschriften voor de 100. goedkeuring van elektrische voertuigen
ECE Reglement Nr. 100
Wijze van keuren NKS L1e-L3e-L4e versie: april 2011
Het voertuig moet voor wat betreft een aanwezige beveiliging tegen onrechtmatig gebruik voldoen aan de eisen van Richtlijn 93/33/EEG betreffende beveiligingsinrichtingen tegen onrechtmatig gebruik met uitzondering van het gestelde in bijlage II.
De ingevolge bijlage I bij de Richtlijn 2009/139/EG, paragraaf 2.1.2, vereiste vermelding van het nummer van de EG-typegoedkeuring wordt vervangen door een vermelding van het nummer van de nationale kleine serie typegoedkeuring. -
Pagina 4 van 7
Wijze van keuren voor een nationale kleine serie typegoedkeuring voor voertuigen van de voertuigclassificaties L1e, L3e en L4e (**) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (12)
Deze rubriek geldt niet voor voertuigen met elektrische aandrijving, tenzij voor voertuigen met dubbele aandrijving (elektrische aandrijving en aandrijving door middel van een verbrandingsmotor). Elektronisch deel van een samenstel. Onderdeel. Voertuig. Installatievoorschriften. Indien aanwezig. Reeds goedgekeurd vervangend en passend onderdeel toegestaan. Voertuigen van deze categorie moeten zijn voorzien van een geschikte ontdooiings- en ontwasemingsinrichting. Voor wat betreft het netto maximumvermogen indien gebruik gemaakt wordt van de brandstof diesel of bij elektrische aandrijving. Voor wat betreft het netto maximumvermogen indien geen gebruik gemaakt wordt van de brandstof diesel of indien geen elektrische aandrijving is toegepast. Voor wat betreft het maximum koppel. De Dienst Wegverkeer kan uitzonderingen toestaan. Indien het geen kunststofreservoir betreft.
Verklaring: X Volledige naleving van de regelgeving is vereist; EG-typegoedkeuringscertificaat moet worden afgegeven; overeenstemming van de productie wordt gegarandeerd. A Geen ontheffingen toegestaan, behalve die welke in de regelgeving zijn vermeld. Typegoedkeuringscertificaat en typegoedkeuringsmerk zijn niet vereist. Testrapporten moeten door een aangewezen technische dienst worden opgesteld. B Aan de technische voorschriften van de regelgeving moet zijn voldaan. De tests waarin de regelgeving voorziet, moeten volledig worden uitgevoerd; als de Dienst Wegverkeer hiermee instemt, mag de fabrikant zelf deze tests uitvoeren; hij kan ook de toestemming krijgen om het technisch rapport op te stellen; er moet geen goedkeuringscertificaat worden afgegeven en typegoedkeuring is niet vereist. C De fabrikant moet tot tevredenheid van de Dienst Wegverkeer aantonen dat aan de essentiële voorschriften van de regelgeving is voldaan. n.v.t. Deze regelgeving is niet van toepassing (geen voorschriften). Geen aanvullende wijze van keuren.
Wijze van keuren NKS L1e-L3e-L4e versie: april 2011
Pagina 5 van 7
Wijze van keuren voor een nationale kleine serie typegoedkeuring voor voertuigen van de voertuigclassificaties L1e, L3e en L4e
Bijlage IV annex 4
Versie: april 2011
Voertuigclassificatie:
Bron:
M1, M2, M3, N1, N2, N3, L1e, L2e, L5e, L6e, L7e
bijlage IV annex 4
Datum eerste toelating vanaf: n.v.t.
Datum eerste toelating tot en met: n.v.t.
Eis volgens Regeling voertuigen: Artikel 1 Voorafgaand aan het verkrijgen van een goedkeuring voor toelating tot het verkeer op de weg overlegt de aanvrager van de goedkeuring documentatie over de elektrische aandrijflijn aan de Dienst wegverkeer. Artikel 2 1. De hoogspanningskabels: a. moeten oranje zijn, en b. mogen niet in de nabijheid van een scherp deel zijn gemonteerd. 2. De energieopslagsystemen worden niet in het passagierscompartiment geplaatst, tenzij deze goed zijn afgeschermd. 3. Het voertuig moet zijn voorzien van een voorziening waarmee de hoogspanning kan worden uitgeschakeld. 4. De onderdelen van de elektrische aandrijflijn en de bekabeling vormen niet het laagste punt van het voertuig, waarbij de wielen buiten beschouwing worden gelaten. 5. De tractiebatterij moet deugdelijk zijn bevestigd.
Wijze van keuren individuele goedkeuring: Artikel 1 Visuele controle. Artikel 2 1. Visuele controle, waarbij indien noodzakelijk het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting wordt geplaatst. 2. Visuele controle. 3. Visuele controle, waarbij documentatie van de voertuigfabrikant of van het bedrijf dat de voorziening heeft aangebracht wordt geraadpleegd. Indien de voorziening een noodschakelaar betreft, dan moet de schakelaar worden bediend. 4. Visuele controle, waarbij indien noodzakelijk het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting wordt geplaatst. 5. Visuele controle, waarbij indien noodzakelijk het voertuig boven een inspectieput of op een hefinrichting wordt geplaatst en eventueel gebruik wordt gemaakt van een geschikt meetmiddel. Bij de beoordeling van de deugdelijkheid van de bevestiging van de tractiebatterij worden in ieder geval de volgende criteria in acht genomen: - de tractiebatterij is bevestigd overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant van de tractiebatterij; - de tractiebatterij is bevestigd met de daartoe bestemde vaste bevestigingspunten; - de tractiebatterij is niet bevestigd ter plaatse van samendrukbare stoffen; - er moet een minimale vrije ruimte zijn van 100 mm tussen de tractiebatterij en achterzijde voertuig, waarbij de kortste afstand bepalend is.
Toelichting: In bijlage IV, annex 4, zijn een nadere eisen beschreven waaraan een elektrisch of hybride elektrisch voertuig moet voldoen.
Wijze van keuren NKS L1e-L3e-L4e versie: april 2011
Pagina 6 van 7
Wijze van keuren voor een nationale kleine serie typegoedkeuring voor voertuigen van de voertuigclassificaties L1e, L3e en L4e
Beleidsregel uitvoering weggedragtest van de Dienst Wegverkeer bij toelating en wijziging constructie van voertuigen (Beleidsregel weggedrag) De directie van de Dienst Wegverkeer, Gelet op artikelen 3.2, derde lid, 3.3, tweede lid, 3.7, 3.11 en 6.3, vijfde en zesde lid en de bijlagen IIIA, artikel 2, eerste lid, IIIB, artikel 2, eerste lid, IIID, artikel 2, eerste lid, bijlage IV, artikel 8, eerste en tweede lid van de Regeling voertuigen;
Besluit: Artikel 1 Deze beleidsregel is van toepassing op de behandeling van aanvragen voor nationale kleine serie typegoedkeuringen en individuele goedkeuringen van voertuigen, als bedoeld in de artikelen 22 respectievelijk 26 van de Wegenverkeerswet 1994, voorzover het gaat om de voertuigcategorieën personenauto, bedrijfsauto, bus, motorfiets, bromfiets en driewielig motorrijtuig. Artikel 2 De Dienst Wegverkeer voert een weggedragtest uit: a. indien de technisch toegestane maximummassa voertuig en/of de technisch toegestane maximumlast onder de as of assen van het oorspronkelijke voertuig wordt verhoogd; b. indien het zwaartepunt van het voertuig dusdanig hoger komt te liggen dat dit een nadelig effect kan hebben op het weggedrag; c. indien de aslastverdeling dusdanig wijzigt ten opzichte van het oorspronkelijke voertuig dat dit een nadelig effect kan hebben op het weggedrag. Artikel 3 Deze beleidsregel treedt in werking op het tijdstip waarop de Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu tot wijziging van de Regeling voertuigen in verband met de toevoeging van technische eisen met betrekking tot de toelating van elektrisch aangedreven en hybride elektrische voertuigen tot het Nederlandse verkeer en in verband met de toevoeging van nationale toelatingseisen betreffende het weggedrag van motorvoertuigen in werking treedt. Artikel 4 Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel weggedrag. Deze beleidsregel zal in de Staatscourant worden geplaatst.
De directie van de RDW, J.G. Hakkenberg
Wijze van keuren NKS L1e-L3e-L4e versie: april 2011
Pagina 7 van 7