2008-2009 MASTER WIJSBEGEERTE 20030066
Wijsgerige analyse van het geloof in irrationele denkbeelden. D‟HAEYER BARRY
Promotor: prof. dr. Johan Braeckman 1
A.Inleiding All superstition is much the same whether it be that of astrology, dreams, omen, retributive judgment, or the like, in all of which the deluded believers observe events which are fulfilled, but neglect and pass over their failure, though it be much more common. Francis Bacon5
Een bijzondere menselijke eigenschap is dat wij in staat zijn om rationeel te denken. Hoewel ik hier geen platonische invulling aan wil geven, is het wel een feit dat mensen beschikken over de mogelijkheid om over allerlei zaken na te denken, om vooruit (voorspellen) en achteruit (reconstrueren) te denken. Vaak gebruiken we onze rede dan ook buitengewoon goed. Indien men de geschiedenis van de laatste driehonderd jaar zou bekijken is het eigenlijk bizar dat we niet meer verwonderd staan over de gigantische vooruitgang die we in deze tijd hebben geboekt. We zijn naar de maan gevlogen, de medische wetenschap heeft reeds miljoenen levens gered, we hebben het menselijk lichaam tot op een heel diepgaand niveau uitgepluisd, we hebben een goed zicht op hoe de mens en het leven in het algemeen is ontstaan door Darwins formulering van de evolutietheorie, enz. Dit is slechts een erg summiere opsomming van belangrijke gebeurtenissen of processen die de wereld zoals die er nu is op een erg ingrijpende manier hebben beïnvloed. We kunnen echter veel verder terug gaan in de geschiedenis en kijken naar de verschillende zaken die mensen toen hebben gepresteerd, en die ons nog steeds met ontzag vervullen. Men kan bijvoorbeeld denken aan de piramiden van Egypte, de werken van Plato, het terracotta leger van Xi‟an, enzovoort. Dit zijn allemaal werken die wijzen op een grote menselijke inventiviteit, kunnen en intellectuele grootheid. Filosofen en wetenschappers (maar natuurlijk ook mensen die buiten deze categorieën vallen) trachtten doorheen de geschiedenis de wereld te doorgronden en hoewel deze pogingen vaak niet succesvol waren, was dit alleszins een grote stap vooruit op het mythische denken. Dit wordt gekenmerkt door het zich beroepen op geesten, goden en andere mythische wezens om de wereld rondom ons te verklaren. Zo werd (of wordt) in bepaalde delen van Afrika het bewegen van de zon verklaard door een gigantische mestkever die deze voortduwt. Men kan gemakkelijk zien hoe deze mensen met die verklaring op de proppen 5
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
2
kwamen. Men ziet in deze streek geregeld mestkevers mestballetjes voortduwen over het landschap. De link dat een gigantische versie van dit insect hetzelfde doet met de zon is vlug gemaakt. De mens is immers een wezen dat op zoek gaat naar verklaringen voor wat er rondom ons gebeurt en mythes zijn een middel om deze zaken te verklaren. Mythes bieden immers verklaringen voor alles en nog wat. Waarom lijden wij? Waarom sterven wij? Hoe is de wereld ontstaan? Er zijn zelfs mythes die verklaren waarom een bepaalde maatschappelijke organisatie is waarom die zo is. In deze zin zijn mythes een vorm van sociale cohesie, men moet immers een bepaald sociale orde aanvaarden, eer men zich ervoor inzet. Zo zorgden mythes ervoor dat er binnen een groep bepaalde regels golden, welke het voortbestaan van de groep (meestal) bevorderden.
Tegenwoordig weet men dat de zon niet door een gigantische kever wordt voortgeduwd en men heeft een goed zicht op vragen over het ontstaan van de wereld. We moeten bescheiden blijven en toegeven dat er inderdaad nog vele vragen niet zijn opgelost (alsof men ooit alle vragen zal oplossen), maar onze kennis is ontegensprekelijk over de eeuwen enorm toegenomen. Indien men de geschiedenis van de rede (laat ons veronderstellen dat we dit in boekvorm kunnen publiceren) zou lezen, zou men tot de conclusie komen dat de mens op weg is naar een wereld geregeerd door de rede, waar men steeds meer kennis vergaart en men naïeve en foutieve denkbeelden systematisch elimineert. Voor een groot deel klopt dit dan ook, binnen de wetenschappelijke wereld bouwt men immers constant voort op voorgaand werk, elimineert men foutieve hypotheses en zoekt men naar betere verklaringen. Een groot deel van de bevolking gelooft echter nog steeds in irrationele zaken. Dit zijn zaken die niet waarschijnlijk zijn of waarvan men het bestaan of het nut van heeft ontkracht. De lijst is enorm lang: tarotkaarten, astrologie, alternatieve geneeskunde (diverse vormen zoals acupunctuur, homeopathie, magneettherapie, hypnose therapie (er zijn hypnosetherapieën die beloven dat je haar terug zal groeien of zelfs dat je de grootte van je penis kan „hypnotiseren‟), vliegende monniken, aliens, UFO‟s en graancirkels, geesten, telepathie, telekinese, waarzeggers, toekomstvoorspellers, gigantische reptielen die zich als mensen verkleden (vaak in hoge posities, zo wordt ex-president Bush ook verdacht van een reptielachtig wezen te zijn), complottheorieën, Bigfoot, Nessie, psychoanalyse (of althans bepaalde aspecten van de psychoanalyse), heling door handoplegging, mirakels, verschijningen, praten met de doden, Satan die zich op zolder heeft verstopt, creationisme, Elvis die naar huis is gegaan in plaats van Elvis die is overleden op 16 augustus 1977, demonische bezetenheid en het daarbij horende exorcisme, Atlantis en de Bermuda driehoek. 3
De lijst is veel langer, maar het toont aan dat irrationele denkbeelden allerlei vormen aannemen. Elke vorm heeft zijn eigen specifieke manier van argumenteren waarom men gelooft dat dergelijke ideeën lijken te kloppen en wie deze denkbeelden wil weerleggen zal moeten zoeken naar een specifieke aanpak voor elk van deze opvattingen. Zo kan men bij complottheorieën geen dubbelblind experiment6 uitvoeren, maar bijvoorbeeld bij homeopathie wel. Men moet ook opmerken dat niet alle mensen die in irrationele zaken geloven vatbaar zijn voor alle vormen van soortgelijk foutief denken, sommigen hebben bijvoorbeeld het idee dat UFO‟s ons ‟s nachts komen bezoeken, graancirkels maken en af en toe iemand meenemen voor onderzoek, maar voor de rest niet geloven in waarzeggers, Schotse meermonsters of geesten. Er zijn met andere woorden gradaties en ook binnen een bepaalde overtuiging zijn er meningsverschillen. Sommigen beweren dat aliens ons komen bezoeken om ons een boodschap te melden (men kan zich afvragen waarom ze dat dan niet duidelijker doen), anderen zeggen dat deze hier komen om ons te onderzoeken, een beetje zoals wij dat doen met andere dieren in het wild of in het laboratorium. Beide partijen geloven dat aliens ons komen bezoeken maar zijn het niet eens over wat hun doel hier op aarde is.
Het wordt al snel duidelijk dat de scepticus die zich verzet tegen dergelijke denkbeelden het niet makkelijk zal hebben. Niet alleen is voor elk van deze domeinen een zeer specifieke kennis vereist, er spelen ook psychologische factoren mee. Wie denkt zoals een moderne Socrates7 mensen te benaderen en hun doen twijfelen aan hun irrationele denkbeelden, zal van een kale reis thuiskomen. Vaak heeft dit zelfs een averechts effect en worden deze mensen in hun overtuiging gesterkt.
Het eerste deel van deze verhandeling gaat over de vraag waarom mensen geloven in dingen zonder daar goede redenen voor te hebben. Dit zijn de denkbeelden die ik irrationeel (ik leg hier onder uit wat ik hiermee bedoel) zal noemen. Vervolgens ga ik in deel twee toelichten hoe de mensen die deze denkbeelden aanhangen zich verdedigen tegen kritiek op die 6
Een dubbelblind experiment is een experiment waarvan de onderzoeker zelf niet op de hoogte is van een aantal
met het experiment samenhangende feiten. Zo weet een onderzoeker bij een dubbelblind experiment dat een nieuw geneesmiddel moet testen niet welke proefpersonen er het te testen medicijn gekregen hebben en welke een placebo hebben gekregen. 7
Socrates wordt ervan verdacht in het oude Griekenland iedereen te confronteren met hun ideeën en deze
personen zwaar het vuur aan de schenen te leggen om hun ideeën onderuit te halen. Dit wekte echter vooral ergernis op en dit is de dag van vandaag niet anders.
4
denkbeelden. In deel drie bekijken we waarom mensen ondanks alle feiten die erop wijzen dat hun denkbeelden fout zijn er toch in blijven geloven. Ik wil hier natuurlijk wel eerst een nuance aanbrengen voor ik verder ga. Sommige mensen passen hun ideeën wel aan indien deze met conflicterend bewijs worden geconfronteerd. Een groot deel doet dit echter niet. Doorheen dit werk zal ik mijn uitleg illustreren aan de hand van twee casestudies, homeopathie en complottheorieën (hoofdzakelijk omtrent 9/11). Ik heb voor deze twee casestudies gekozen omdat deze elk erg specifiek zijn en aldus sterk van elkaar verschillen in zowel hun redenering als hun weerlegging. We zullen ook nog andere irrationele denkbeelden bekijken, maar we zullen deze niet zo diepgaand analyseren.
In dit werk zal ik een aantal termen vaak opnieuw gebruiken, dus lijkt me het aangewezen om op voorhand te verduidelijken wat ik bedoel met deze termen. Met irrationele denkbeelden of ideeën bedoel ik redeneringen of overtuigingen die niet gestoeld zijn op een redelijk standpunt, in tegenstelling tot denkbeelden die bijvoorbeeld wetenschappelijk getoetst zijn of denkbeelden die we aannemen omdat we daar geldige redenen voor hebben. Irrationele denkbeelden bevatten drie kenmerken8: Het gaat om een bewering over een bepaald deel van de wereld die door de meesten die dat veld (wetenschappelijk) bestuderen niet geaccepteerd wordt. De bewering is hoogst onwaarschijnlijk of beschrijft iets wat logisch onmogelijk is. Het bewijsmateriaal is grotendeels anekdotisch en de bewering wordt verder niet empirisch ondersteund. Men dient wel op te merken dat de scheidingslijn tussen „rationeel‟ en „irrationeel‟ niet absoluut is, er is een grote grijze zone met daarin verschillende gradaties. Claims kunnen worden ondergebracht in een gradatieschaal die gaat van „zeer waarschijnlijk‟ tot „zeer onwaarschijnlijk‟. Zo zijn zowel de evolutietheorie als de theorie van de thermodynamica heel waarschijnlijk, terwijl het standaardmodel van de kosmologie dat iets minder is, maar nog steeds waarschijnlijk. Men heeft goede redenen om de theorie van de kosmische inflatie aan te nemen, maar voor bijvoorbeeld de snarentheorie heeft men niet echt bewijs, maar vele experts vinden dit idee erg aannemelijk.9 Irrationele ideeën zijn met andere woorden opvattingen of 8
De Regt, 2008, p. 137.
9
Primack, 2006, p. 295-296.
5
claims die neigen naar de „onwaarschijnlijke‟ kant. De kans dat dergelijke ideeën kloppen, is erg klein. Dit staat in contrast met ideeën met een hoge waarschijnlijksgraad, omdat deze zijn getoetst en correct bevonden door wetenschappelijk onderzoek of omdat er voldoende of veel bewijzen en goede argumenten voor zijn. Irrationele mensen zijn mensen die geloven in een of meerdere irrationele denkbeelden. Men moet dit niet opvatten als mensen die compleet niet in staat zijn om rationeel te handelen, enkel dat deze er bepaalde irrationele denkbeelden op na houden. Paranormale claims zijn uitspraken waarbij een kracht of een agent aan het werk zou zijn welke niet door de wetenschap verklaard kan worden.10 Met pseudowetenschap bedoel ik een verzameling ideeën die worden voorgesteld als wetenschappelijk, maar die dat eigenlijk niet zijn.11 Carroll kenmerkt pseudowetenschappen als pogingen om bepaalde claims of theorieën als wetenschappelijk te laten doorgaan, terwijl deze ofwel (1) gebaseerd zijn op een verkeerd gebruik van wetenschappelijke methodes; (2) de claim zelf niet wetenschappelijk kan getest worden; of (3) de claim of theorie reeds weerlegd is, maar waarbij de aanhangers van de claim of theorie blijven achter de theorie of claim staan.12
Wetenschap daarentegen veronderstelt dat er een orde in de natuur is en neemt aan dat er bij natuurlijke fenomenen onderliggende principes aan het werk zijn.13 Deze principes (of wetten) worden verondersteld relatief constant te zijn. In de wetenschap(pen) probeert men systematisch feiten te verzamelen over deze natuurlijke fenomenen, om dan theorieën te construeren om deze feiten uit te leggen. Een wetenschappelijke theorie is een eendrachtige reeks van principes, kennis en methodes om het gedrag van een duidelijk omschreven gebied van empirische fenomenen te verklaren. Ze proberen te verklaren hoe de natuurlijke wereld werkt. Daarom moet een wetenschappelijke theorie dan ook logische gevolgen hebben, die we binnen de natuur kunnen testen door voorspellingen te maken aan de hand van de theorie. Sommige theorieën, zeker in een vroege fase, zijn vaak niet meer dan giswerk, gebaseerd op de beperkte informatie die men heeft. Maar als een theorie verder ontwikkeld wordt, stelt deze ons in staat om kennis systematisch te organiseren en een breed spectrum aan empirische fenomenen te voorspellen. Een theorie moet zeker één eigenschap bezitten om 10
http://skepdic.com/paranormal.html (27-06-2009).
11
Wynn, 2001, p. 31-48.
12
Carroll, 2000, p. 194.
13
Paragraaf gebaseerd op Carroll, 2000, p. 195-198.
6
wetenschappelijk genoemd te worden en dat is dat deze theorie in staat is om door de waarneming getest te worden. Dit wil zeggen dat men vanuit een theorie bepaalde observeerbare of meetbare gevolgen kan voorspellen. Indien men bijvoorbeeld een theorie heeft over hoe fysieke lichamen bewegen in relatie tot elkaar, kan men voorspellen hoe een slinger zal bewegen. Men kan dan een proef doen waarin men een opstelling met een slinger maakt en kijken of deze beweegt zoals de theorie voorspelt. Indien deze dat doet, is de theorie geconfirmeerd, zoniet is deze gefalsifieerd. Dit veronderstelt natuurlijk wel dat het experiment op een correcte manier is verlopen. Één test is natuurlijk niet voldoende om een theorie te bewijzen, hoe meer tests een theorie confirmeren, hoe groter de confirmatiegraad wordt van die theorie en hoe redelijker het wordt om de theorie te aanvaarden. Dit komt echter niet overeen met iets logisch of wiskundig bewijzen, wetenschappelijke theorieën kunnen nooit met absolute zekerheid bewezen worden. Wetenschappelijke theorieën zijn met andere woorden steeds feilbaar en indien iemand een idee als absoluut zeker of onweerlegbaar voorstelt, wil dat zeggen dat dit idee niet wetenschappelijk kan genoemd worden.
Het grootste verschil tussen wetenschap en non-wetenschap of pseudowetenschap is dat wetenschap gebruik maakt van „een‟ wetenschappelijke methode. Net zoals er methodes zijn om mensen te leren autorijden, viool spelen of een andere taal te leren, zo ook is er een methode om aan goede wetenschap te doen. Het is een soort grondplan, een leidraad van hoe men op een correcte manier aan betrouwbare kennis kan komen. Het is echter niet zo dat er iets bestaat als „de‟ wetenschappelijke methode, onder wetenschapsfilosofen heerst er geen consensus over wat dit nu eigenlijk is. Ten eerste heeft elke wetenschappelijke discipline haar eigen methodiek, de psychologie gebruikt andere methodes dan de biologie. Etnologen gebruiken andere observatiemethodes dan fysici. Ten tweede is er een verschil tussen de methodologie binnen de context van zaken ontdekken enerzijds, en zaken motiveren anderzijds. Deze „zaken‟ kunnen processen, objecten, gebeurtenissen of eigenschappen van objecten zijn. Binnen de context van „ontdekken‟ hebben we methodes van het vinden, uitvinden, construeren of ontdekken van hypothesen. Binnen de context van motivatie hebben we het over methodes om hypothesen te valideren, garanderen, bewijzen, onderzoeken, enz. Simpel gezegd is er een verschil in methode tussen hypothesen „maken‟ en hypothesen „rechtvaardigen‟. Natuurlijk kunnen deze elkaar ook overlappen, Indien men nieuwe feiten
7
ontdekt kunnen deze ook reeds bestaande hypothesen ondersteunen, denk maar aan het ontdekken van „missing links‟ die als bewijs voor de evolutietheorie gelden.14 Filosofen zijn het over het algemeen eens dat er methodes bestaan om hypothesen te motiveren. Over het bestaan van methodes voor het ontdekken van hypothesen is men het echter minder eens. Popper zei dat er geen logica zit achter het ontdekken van nieuwe ideeën, dat er dus geen methode is om tot nieuwe hypothesen te komen.15 Met andere woorden, „anything goes‟ als het op wetenschappelijke ontdekkingen aankomt. Hij meende echter wel, net als Lakatos, een scherp demarcatieprincipe te kunnen opstellen, welke wetenschap van pseudowetenschap zou scheiden.16 Laudan gaat hiermee echter niet akkoord en noemt het onderscheid tussen wetenschap en pseudowetenschap een pseudoprobleem. De term „pseudowetenschap‟ is voor hem niets meer dan een emotioneel geladen woord en voor de rest een hol begrip. Laudan spreekt dan ook liever van een onderscheid tussen goed en onvoldoende onderbouwde theorieën. Vraag dus niet of een theorie al dan niet wetenschappelijk is, vraag of hij goed onderbouwd is.17 Lugg aanvaardt het eerste deel van Laudans redenering, maar gaat niet akkoord met het criterium van het kijken of een theorie al dan niet goed onderbouwd is.18 Het onderscheid tussen pseudowetenschap en wetenschap is volgens hem geen kwestie van gradatie, maar komt voort uit het feit dat pseudowetenschappen conceptueel gammel en structureel foutief zijn. Wat hij daarmee bedoelt legt hij niet precies uit, hij geeft echter wel een voorbeeld over parapsychologie. Parapsychologie faalt de test omdat ze voorbij gaat aan de standaardmethodes van goede experimenten en gefundeerde statistische analyses. Maar hebben we hier niet te maken met wetenschappelijke vooroordelen? Wat is immers goed en wat is slecht als het op wetenschap aankomt? Het verschil tussen pseudowetenschap en wetenschap is moeilijk aan te tonen volgens Derksen, omwille van drie redenen:19 Wetenschap en de opvattingen over wetenschap zijn doorheen de geschiedenis veranderd. Wetenschap is een heterogene discipline. 14
Paragraaf is gebaseerd op: Nola, 2007, p.12-15, 19-20.
15
Nola, 2007, p.21.
16
Nola, 2007, p.28-31.
17
Derksen, 1992, p. 3.
18
Derksen, 1992, p. 4.
19
Derksen, 1992, p. 5.
8
Wetenschappen begaan ook sommige fouten die pseudowetenschappen maken en sommige pseudowetenschappen volgen bepaalde wetenschappelijke methodes, zoals het respecteren van empirische feiten. Derksen stelt daarom voor om te kijken naar de personen die de claims (zowel wetenschappelijk als pseudowetenschappelijk) maken.20 Pseudowetenschappers doen zich graag voor als bonafide wetenschappers, ze doen alsof ze het wetenschappelijke spel meespelen. Daarom kunnen we ze volgens Derksen daarop aanspreken, en eisen dat ze hun claims hard maken via de juiste wetenschappelijke methode. In plaats van een bepaald onderwerp of theorie pseudowetenschappelijk te noemen, richten we onze blik op de wetenschapper of pseudowetenschapper en kijken we of zijn beweringen op een correcte manier zijn onderbouwd. Ten eerste zijn mensen feilbare wezens, dus ook de mogelijke pseudowetenschappers en kunnen ze dus fout zijn in hun opvattingen. Ten tweede, omdat sommigen onder hen nu eenmaal wetenschappelijke allures hebben, verbinden ze zich vaak expliciet aan het op een correcte manier volgen van wetenschappelijke methodes. Indien ze dit niet doen kunnen we hun daar op afrekenen. Derksen stelt daarom „zeven zonden‟ op waar pseudowetenschappers aan zondigen.21 Deze zijn: The Dearth of Decent Evidence: Indien men beweert betrouwbare kennis te produceren, door middel van betrouwbare methodes, maar zich daar niet aan houdt, bekomt men enkel speculatie omtrent een bepaalde theorie. Pseudowetenschappers beroepen zich niet als gelovigen op een bepaalde bovennatuurlijke kracht, ze hebben net als wetenschappers wetenschappelijke pretenties. Dus moeten zij ervoor zorgen dat hun methodes op een correcte manier uitgevoerd zijn. Unfounded Immunizations: Hierbij interpreteert men de data steeds in het voordeel van de eigen theorie of opvatting. Wat er ook gebeurd, het past binnen het plaatje van de opvatting die de pseudowetenschapper heeft. Freud beweerde bijvoorbeeld dat mensen bepaalde seksuele verlangens hebben, maar indien deze verlangens zich niet uiten, dan wil dat zeggen dat de persoon in kwestie deze al verdrongen heeft. In beide gevallen klopt de theorie van Freud. 20
Derksen, 1992, p. 5-8.
21
Derksen, 1992, p. 8-29.
9
The Ur-Temptation of Spectacular Coincidences: Pseudowetenschappers schrijven vaak een diepere betekenis toe aan prima facie spectaculaire gebeurtenissen. De toevalligheden die men waarneemt kunnen niet toevallig zijn, dus schrijft men er een diepere betekenis aan toe. The Magic Method: Naast de gebruikelijke wetenschappelijke methodes, lijken veel pseudowetenschappers ook hun eigen „magische‟ methode te hebben die hun helpt bij het genereren van data. En natuurlijk is dit de data die zij nodig hebben. Maar het gemak waarmee hij op die manier de data genereert is bedenkelijk. Zo liet Freud zijn patiënten door middel van vrije associatie praten, maar Freud zelf bepaalde welke elementen uit het gesprek zinvol waren. The Insight of the Initiate: Hiermee wil men zeggen dat enkel ingewijden kunnen begrijpen hoe en waarom de theorie werkt. Buitenstaanders kunnen de theorie niet begrijpen, niet enkel/slechts omdat deze niet de kennis van de theorie hebben, maar omdat er fundamenteel iets mis is met die mensen. De buitenstaander zelf moet getransformeerd worden eer hij kan ten volle de theorie kan snappen. Zo moest een leerling van Freud niet enkel de freudiaanse principes kennen, hij moest zelf ook eerst „gezuiverd‟ worden eer hij anderen kon analyseren. Maar dit speciale inzicht komt natuurlijk van de theorie die moet worden getest. The All-Explaining Theory: Een theorie die alles verklaart geeft een vals gevoel van veiligheid. Alle informatieve inhoud is immers verloren binnen de theorie. De pseudowetenschapper levert slechts schijnbaar betrouwbare kennis. Men kan alle gebeurtenissen verklaren binnen de theorie. De theorie van Freud past dan ook binnen dit plaatje, elke vorm van menselijk gedrag is verklaarbaar binnen de theorie. Freud beschrijft het geval van de „wolfman‟, een kind dat zo werd genoemd omdat deze een droom had van 7 witte wolven die stilzitten in een boom.22 Deze wolven staan volgens Freud voor de schrik dat het kind heeft voor zijn vader. Het stilzitten moeten we interpreteren als een dreigende beweging, welke de schrik voor de vader verklaart. Het betekent ook dat indien een bepaalde verklaring van de theorie niet blijkt te kloppen, men meteen een andere verklaring kan bedenken die de data verklaart. Elke
22
Het feit dat er 7 wolven waren kwam volgens Freud voort uit de sprookjes die de „wolfman‟ kende, zoals het
feit dat er 7 geitjes waren die werden opgegeten door de boze wolf. De wolven symboliseerden de vader omdat de „wolfman‟ ooit zijn ouders had betrapt tijden de geslachtsdaad, en de vader toen in een opwaartse positie zat, zoals een wolf die op zijn achterpoten staat.
10
hypothese die niet blijkt te kloppen, kan vervangen worden door een die moeilijker te weerleggen is. Indien de „wolfman‟ 5 wolven tekent (of ziet in zijn droom) in plaats van 7, wil dat volgens Freud zeggen dat dit het uur symboliseert waarop de „wolfman‟ zijn ouders betrapte terwijl deze seks hadden. The Uncritical and Excessive Pretension: Pseudowetenschappers die denken een theorie te hebben die alles lijkt te verklaren, maken vaak buitengewone beweringen. Deze beweringen kunnen zij natuurlijk niet staven.
11
1. Waarom geloven mensen vreemde dingen? People may believe correct things for the damndest and weirdest of wrong reasons. Stephen Jay Gould23 De titel van het eerste hoofdstuk komt van het boek van Michael Shermer; „Why people believe weird things: Pseudoscience, Superstition, and Other Confusions of Our Time.‟24 In dit boek beschrijft Shermer een reeks praktijken en ideeën waarin mensen geloven, terwijl deze op zijn zachtst gezegd hoogst onwaarschijnlijk zijn. Als voorbeelden geeft hij onder andere: Holocaustontkenning, ontvoeringen door aliens en geloof in het wijdverspreid bestaan van satanische sekten. Vervolgens weerlegt hij deze ideeën, meestal op een manier waarop hij persoonlijke ervaringen vermengt met wetenschappelijk onderzoek. Voor we kijken naar de vraag waarom mensen vreemde dingen geloven, kijken we eerst naar de vraag waarom we moeten kritisch zijn tegenover zulke ideeën.
I. Waarom moeten we wantrouwig zijn tegenover irrationele denkbeelden? The beginning of wisdom is found in doubting; by doubting we come to the question, and by seeking we may come upon the truth. Pierre Abelard25
Mensen halen voor de scepticus vaak hun neus op. Wie kritiek uit wordt vaak aanzien als een soort lastpost die men liever kwijt dan rijk is. Susan Blackmore schrijft dat ze de strijd heeft opgegeven.26 Ze beschrijft dat sceptici geen mensen zijn die anderen hun foutieve denkbeelden bekritiseren gewoon omdat ze dat leuk vinden. Noch zijn sceptici koppigaards die aan hun eigen denkbeelden vastklampen alsof hun leven ervan afhangt. Sceptici zullen maar al te graag in telepathie „geloven‟, indien daar voldoende bewijs voor is gevonden. Wie kan aantonen dat telepathie echt is, zal daar waarschijnlijk de Nobelprijs voor krijgen. Maar 23
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
24
Shermer, 1997.
25
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
26
Blackmore, 2001, p. 85-94.
12
Blackmore was het beu om steeds dezelfde gevechten te leveren, steeds te moeten horen dat ze bang is voor de waarheid, of dat ze probeert de waarheid te onderdrukken. Ze is het vooral beu om te moeten horen dat ze geen „open mind‟ heeft. Voor haar betekent een „open mind‟ hebben dat men zijn „beliefs‟ verandert indien het bewijs aantoont dat je dat best doet. Dit is natuurlijk niet simpel, iemand verandert zijn „beliefs‟ niet zomaar. Maar uit ervaring weet ze dat een „open mind‟ hebben voor paragnosten en pseudowetenschappers het volgende betekent: ”Indien je met mij akkoord gaat heb je een open geest, indien je met sceptici en wetenschappers akkoord gaat heb je dat niet”. Blackmore was nochtans bereid samen met vele andere wetenschappers om vele buitengewone claims te onderzoeken. Uiteindelijk hebben de vele negatieve reacties ervoor gezorgd dat ze de handdoek in de ring gooide.
De volgende vraag dringt zich natuurlijk op: waarom moeten we kritiek uiten op bepaalde denkbeelden? Waarom kunnen we de mensen die erin geloven niet met rust laten in hun overtuigingen? Welk recht hebben wij om ons met andere mensen hun leven te bemoeien en te zeggen dat wat ze geloven fout is? Het antwoord is echter heel simpel, geregeld zijn irrationele denkbeelden gevaarlijk. Een groot deel is onschuldig (of op zijn minst onschadelijk) en valt onder de noemer „prettig gestoord‟, zoals bijvoorbeeld cryptozoölogen die een klein fortuin uitgeven aan materiaal om Bigfoot te vinden. Maar in sommige gevallen heeft het geloof in irrationele denkbeelden verstrekkende gevolgen. We geven een voorbeeld ter illustratie.
Sylvia Millecam was een Nederlandse actrice, comédienne, zangeres en presentatrice van diverse programma‟s op de Nederlandse televisie.27 Ze speelde onder andere mee in de Vlaamse speelfilm „Hector‟ met Urbanus. Zij overleed op 20 augustus 2001 aan kanker. Hoewel dit natuurlijk tragisch is zou u kunnen denken dat dit op zich niets bijzonder is, er sterven immers dagelijks mensen aan kanker. Bij Millecam zit er echter meer achter. Op 22 september 1999 ging ze naar de huisarts vanwege een knobbeltje in haar rechterborst. Deze liet een mammografie en echografie uitvoeren, maar de resultaten waren onduidelijk. De dokter verwees haar door naar een chirurg, maar Millecam is nooit komen opdagen. Op 11 mei 2000 bezocht ze een plastisch chirurg die na een punctie vaststelde dat Millecam aan borstkanker leed. De tumor was sinds 1999 aanzienlijk gegroeid (van 1.5 cm tot 3 a 4 cm).
27
Stuk over Sylvie Millecam is gebaseerd op: Vermassen, 2002 &
http://www.igz.nl/15451/17876/Rapport_S.M._definitief_17_1.pdf (27-07-2009) .
13
Millecam wees echter alle reguliere behandelingsmethodes af, ondanks de vele adviezen van reguliere artsen. Millecam was er namelijk van overtuigd dat ze enkel leed aan een bacteriële infectie, en zag dus geen heil in chemotherapie. Millecam was erg onder de invloed van Jomanda, een zelfverklaard medium en paranormaal genezer, wiens echte naam eigenlijk Johanna (Joke) Wilhelmina Petronella Damman is. Hoewel ze in het begin van haar leven vooral als danseres door het leven ging, kreeg ze op 21-jarige leeftijd te horen van een helderziende dat ze genezende krachten had.. Sindsdien ging ze door het leven als paranormaal genezer en medium. Ze wordt „the lady of the light‟ genoemd, en heeft naar eigen zeggen reeds tientallen mensen geholpen.28
Ondanks dit alles kon ze Millecam niet redden. Millecam was in de greep van Jomanda, dankzij haar „deskundig advies‟ besloot zij om alle conventionele therapieën de rug toe te keren (eigenlijk keerde Millecam deze de rug niet toe, ze heeft ze nooit een kans gegeven) en zich volledig over te laten aan de heil van alternatieve therapieën. De behandelingen die Millecam onderging waren onder andere een zouttherapie, een magneetveldtherapie en electro-acupunctuurmetingen. Het bleek ook dat haar vader jaren daarvoor ook chemotherapie had ondergaan, welke niet succesvol was, en dat zij niet hetzelfde wou meemaken. Daarom bezocht ze zoals gezegd onder andere een acupuncturist en verbleef ze thuis bij een van de paranormale genezers, die nog zo vriendelijk was om haar paracetamol tegen de pijn toe te dienen. Deze situatie was echter niet houdbaar en op 17 augustus 2001 werd ze opgenomen in het UMC Sint Radboud te Nijmegen. Ondertussen had de kanker zich al flink kunnen verspreiden in het lichaam van Millecam, er was sprake van een gemetastaseerde mastitis carcinomatosa. De gehele rechter thoraxhelft was overwoekerd door de tumormassa en er waren uitzaaiingen in de oksel. Millecam overleed op de nacht van 19 op 20 augustus 2001. Nu beweer ik niet dat indien Millecam de „reguliere‟ therapieën had ondergaan dat zij zonder problemen zou genezen zijn. De arm van de medische wetenschap reikt maar zo ver en niet iedereen geneest effectief van zijn of haar ziekte, zelfs ondanks al het mogelijke dat men probeert. Wat ik echter wel beweer is dat haar overlevingskansen veel hoger zouden geweest zijn indien zij zich had laten behandelen met chemotherapie. Het gevaar was misschien zelfs heel klein gebleven indien zij naar de chirurg was geweest en tijdig het gezwel had laten
28
http://www.jomanda.nl/over.php (05-08-2009).
14
wegsnijden. Millecam was echter zo danig bedwelmd door de roes van de „alternatieve‟ geneeswijze dat ze het heeft bekocht met haar leven. De hele zaak kreeg natuurlijk nog een staartje, de praktijken van onder andere Jomanda kwamen in opspraak, omdat dankzij haar advies Millecam alle niet alternatieve behandelingen weigerde.29 Jomanda was mede verantwoordelijk dat Millecam geloofde dat zij slechts te maken had met een bacteriële infectie en niet met borstkanker. Hoewel het openbaar ministerie eerst besloten had Jomanda en de andere alternatieve genezers die Millecam raadpleegde niet te vervolgen, werd er na een procedure van de Vereniging tegen de kwakzalverij en Stichting Skepsis besloten door het hooggerechtshof dat Jomanda en de drie artsen strafrechtelijk moesten vervolgd worden.30
Hier is het gevaar overduidelijk, bij een gebrek aan een legitieme geneeswijze bestaat de kans dat zelfs een ziekte die relatief gemakkelijk te behandelen is dodelijk kan aflopen. Maar wat met de andere gevallen, zaken die niet rechtsreeks met gezondheid te maken hebben? Neem nu bijvoorbeeld iemand als John Edward.31 Hij is vooral bekend van zijn TV show „Crossing over‟, waarin hij beweert te spreken met de doden. Wie de show ziet is zonder meer onder de indruk (indien de kijker met een onkritisch oog zou kijken tenminste) en kan men zich dus afvragen of Edward echt in contact staat met de doden. Het publiek is zonder meer overtuigd. Edward lijkt dingen te weten die enkel de betrokken personen (levend of dood) kunnen weten en het publiek heeft echt het idee dat ze in contact staan met de doden via Edward. Men kan makkelijk verklaren hoe Edward zoveel „weet‟, via een combinatie van hot- en cold reading,32 en wat kennis van de menselijke psyche (en voor de kijker thuis via de magie van het knippen en plakken in de regiekamer). Dit is hier nu echter niet mijn bedoeling, ik wou het hier nog even hebben over de vraag of de scepticus al dan niet het recht heeft om op hier kritiek op te uiten. De mensen die bij John Edward op seance gaan beweren dankzij de bovennatuurlijke gaven van Edward een onuitputtelijke bron van troost te hebben gevonden. Velen kennen het verdriet dat gepaard gaat met het verliezen van een geliefde (een vriend, ouder, grootouder, 29
http://www.nu.nl/algemeen/1962397/jomanda-raadde-sylvia-millecam-operatie-af.html (14-07-2009).
30
http://skepp.be/nieuws/veroordeling-dreigt-voor-nederlands-medium-jomanda (15-07-2009)
31 32
http://www.johnedward.net/(18-02-2009). Hot reading is een techniek waarbij het medium op voorhand zoveel mogelijk over de persoon die men gaat
„lezen‟ te weten tracht te komen, door zaken op te zoeken over deze persoon. Cold reading is als het medium gist naar informatie over de persoon die de „reading‟ vraagt, vaak door het formuleren van erg vage uitspraken. Gebaseerd op De Regt, 2008, p. 45-49.
15
kind,...) en we kennen ook allemaal het gevoel dat het te vlug is gegaan. Ergens hebben de meeste mensen het idee dat ze nog iets moesten zeggen tegen de overledene, of dat zijn tijd te vroeg is gekomen en dat ze nog samen veel moesten doen.33 Edward komt hier tussen als bemiddelaar tussen de nog levende en de overleden partij. De mensen die in de show met hun „overleden familieleden‟ hebben gesproken zijn opgelucht, ze hebben kunnen afscheid nemen, de losse eindjes zijn vastgeknoopt en nu kunnen ze eindelijk verder met hun leven. Is dit dan een slechte zaak? In mijn ogen is dit zonder meer zo. John Edward doet dit alleszins niet uit filantropie, maar uit winstbejag. Indien we zijn trucjes kritisch analyseren kan men met een hoge waarschijnlijkheid besluiten dat John Edward evenveel contact heeft met de doden als u en ik (ik ga ervan uit dat de lezer net als ik totaal geen contact heeft met „the other side‟). Uiteindelijk komt het dus neer op puur winstbejag en eigenlijk een bijzonder lage soort, omdat deze aast op het verdriet van mensen. Mensen die betalen voor de „kunsten‟ van Edwards betalen voor een lege doos. Verder kan men beargumenteren dat Edward via zijn communicatie met het hiernamaals in zekere zin de herinneringen van de mensen die een geliefde hebben verloren bezoedelt door willekeurige uitspraken te doen. Bij een sterfgeval zijn de herinneringen aan die persoon het beste wat je nog bezit als link met de overleden persoon en in zekere zin walst Edward hier over door zaken te zeggen die absoluut niets te zien hebben met de overleden persoon in kwestie.
Toegegeven, er zijn mensen die zich opgelucht voelen na een gesprek met Edward, ze beschouwen dit dan als „de eindjes die aan elkaar geknoopt zijn‟ en „ik heb nu op een waardige manier kunnen afscheid nemen‟. Ik wil hier niet aan twijfelen, we nemen dit zelfs waar bij een bezoek aan de huisarts34 (een gesprek kan een gevoel van opluchting veroorzaken). Bij sommige ziektes zoals een verkoudheid kan je maar beter je warm kleden en desnoods wat kippensoep drinken, dan gaat dit vanzelf over na een tijdje. Sommige mensen kennen pas rust als de dokter hun effectief iets voorschrijft, zelfs al is dit maar een placebo. Men kan beargumenteren zoals de 19de eeuwse filosoof William James35 voor het gebruik van prudentiële argumenten, ergens in geloven omdat dit ons een zeker voordeel
33
Eigenlijk is dit bijzonder ironisch, aangezien we zelden tijd maken voor elkaar als beide partijen nog leven.
Verder komt ieder afscheid van een geliefde altijd te vroeg. 34
Zie infra p.30.
35
Weber, 2006, p35-43.
16
oplevert, zoals bijvoorbeeld gemoedsrust of stabiliteit, zonder dat deze gebruikt worden als argument om het bestaan van dat object te bewijzen.36 Het probleem is dat voor mensen als Edward dit niet door de beugel kan, Edward heeft altijd ten stelligste beweerd dat zijn „dialogen‟ authentiek zijn, paranormale genezers beweren echt over bovennatuurlijke krachten te bezitten en tarotleggers menen echt de toekomst te kunnen voorspellen.
Verder kan men ook beargumenteren dat mensen recht hebben op betrouwbare informatie. Indien een restaurant bedorven eten serveert, heeft het publiek het recht om dit te weten, zodat men weet dat men dat restaurant beter vermijdt. Men kan iets soortgelijk zeggen voor kennis, indien een school foutieve informatie aanleert krijgen de kinderen van die school bij wijze van spreken bedorven voedsel voorgeschoteld. Hetzelfde geldt voor auteurs die boeken schrijven of schrijven voor magazines en daarin zaken verkondigen die niet kloppen. Men beliegt de mensen die dergelijke zaken lezen en al wie niet voldoende kritisch is wordt meegesleurd in het verhaal van de fantast. Men heeft recht op betrouwbare informatie omdat deze van grote invloed kan zijn binnen het leven van een persoon. Mensen die zich baseren op foutieve informatie, maken meestal ook verkeerde keuzes. Indien ik iemand wijsmaak dat hij gerust door het raam op het tweede verdieping van mijn huis kan springen, omdat er beneden een net hangt, terwijl dit eigenlijk niet zo is, zal zich pijnlijk bezeren indien hij door het venster springt. Wie is wijsgemaakt dat acupunctuur een wetenschappelijke medische behandeling is, kan beslissen om zich op die manier te laten behandelen als hij ziek is, hoewel dit waarschijnlijk niet doeltreffend is om de ziekte te bestrijden.
Religie, een speciaal geval
Ik wil in dit werk niet teveel uitwijden over religie, ten eerste omdat dit al genoeg stof zou zijn voor meerdere verhandelingen, ten tweede omdat religie voor een stuk buiten datgene valt dat ik wil aantonen. Laat ik stellen dat er op zich niets mis is met het hebben van een geloof in een opperwezen of meerdere opperwezens, transcendent of immanent. Een verpersoonlijkte vorm van religie is
36
Zo zou men, indien men gebruik maakt van prudentiële argumenten, het geloof in God kunnen justificieren,
omdat dit voor ons een bepaald voordeel zou kunnen opleveren, zonder het effectieve bestaan van God te moeten aantonen.
17
perfect aanvaardbaar en onschadelijk. Het kan dienen als een bron van kracht in moeilijke tijden en een leidraad doorheen het leven zijn. De problemen stellen zich pas als religie (of de aanhangers van een religie tenminste) zich op het maatschappelijke vlak wil begeven. De voorbeelden zijn legio: creationisme moet op dezelfde hoogte worden geplaatst als de evolutietheorie in het onderwijs, de sharia moet als alternatief van de seculiere wetgeving worden gebruikt, de bijbel (of eender welk ander heilig boek) moet als morele leidraad dienen (zo zou euthanasie en abortus moeten verboden worden, en zou homoseksualiteit als zonde moeten worden beschouwd), etc. Hitchens geeft in zijn boek „God is not great‟ hiervan een mooi voorbeeld.37 Religies hebben vaak een nogal bizarre relatie met dieren, zeker als het er op aan komt op welke dieren al dan niet mogen gegeten worden. Voor Hindoes bijvoorbeeld is de koe een heilig dier en moet ook als dusdanig behandeld worden. Binnen de Islam heeft men dan weer een afkeer van het varken, een die ze hebben overgenomen van de Joodse godsdienst. De haat tegenover het varken gaat soms extreem ver, sommige moslims willen George Orwell‟s „Animal Farm‟ laten verbieden, ondanks dat de varkens in dat verhaal een verwerpelijke rol hebben. Het varken is nochtans een enorm nuttig dier, los van het feit dat men het varken kan opeten, kan men ze misschien ooit gebruiken om bijvoorbeeld huid, nieren of hartkleppen te transplanteren bij mensen. Een groot deel van de moslims zou echter dergelijke transplantaties weigeren, zelfs al kan dit hen het leven redden. Zo begeeft religie zich op terreinen waar deze eigenlijk geen functie of nut heeft. „De‟ wetenschap verklaart de wereld veel beter dan eender welk religieus document, seculiere wetten en rechtbanken garanderen (althans in theorie, men moet ook nog rekening houden met secundaire factoren zoals vooroordelen en foutieve informatie) een veel objectievere en aangepaste beschouwing van de maatschappij, enzovoort. Eenmaal religie zich verder begeeft dan het persoonlijke ontstaan er hoe dan ook problemen, wat eigenlijk normaal is aangezien men regels die ontstaan zijn in een historische context van honderden jaren geleden wil toepassen op de hedendaagse maatschappij, waardoor die regels compleet out of date zijn. Het is in zekere zin eigen aan religie dat deze zichzelf op de voorgrond wil duwen. Wie immers (letterlijk) gelooft wat in de bijbel staat, zal zich daar ook naar gedragen. Indien je gelooft dat God de schepper van de wereld en alles erop is, en dat zijn woord absoluut is (en dat de bijbel 37
Deze paragraaf is gebaseerd op: Hitchens, 2007, p. 37-41
18
het woord van God is), zal je je beslissingen daar aan aanpassen. Dit verklaart bijvoorbeeld waarom er eigenlijk geen tekort is aan zelfmoordterroristen. Had men bijvoorbeeld gezegd dat wie zich opblaast voor de heilige zaak kan rekenen op een mooie bos bloemen, in plaats van het eeuwige gelukzalige leven als een martelaar in het hiernamaals, zou men al twee maal nadenken eer men de bommengordel aandoet. Volgens de redenering van het leven in het hiernamaals wint men er enkel bij door zich op te blazen, na je dood gaat het leven toch gewoon verder en dan nog beter dan hier op aarde. Wie werkelijk gelooft dat de wereld en alles erop is ontstaan door toedoen van God, zal dit ook trachten te doen weerklinken in de maatschappij.
II. Zin en zinloosheid van sceptische kritiek The skeptic, being a lover of his kind, desires to cure by speech, as best he can, the self-conceit and rashness of the dogmatists. Sextus Empiricus38
Soms lijkt het wel of auteurs als Richard Dawkins, Steven Pinker, Daniel Dennett en Michael Shermer, organisaties als SKEPP en magazines zoals Sceptical Inquirer en anderen die zich bezighouden met het „debunken‟ van allerlei claims omtrent het paranormale, occulte en van diverse pseudowetenschappen, ondanks al hun moeite niets bereiken.39 De wereld loopt nog vol met gelovigen en „believers‟ van diverse strekkingen. Hoewel er af en toe wel iemand zich „bekeert‟ door het lezen van dergelijke werken, is het grootste deel van het publiek mensen die hoe dan ook al overtuigd waren en hun ideeën bevestigd zien in de boeken van Dawkins en co. Alcock, een lid van CSI40, meent dat het niet allemaal voor niets is.41 CSI is volgens hem een lichtbaken geweest voor mensen die meer wouden weten over het paranormale of buitengewone, zonder enkel maar de versie van de „believers‟ te horen. CSI heeft volgens Alcock ervoor gezorgd dat er toch een tegengewicht is voor de vele vreemde en bizarre claims die er dagelijks worden gemaakt. Voorheen was het moeilijk om verklaringen 38
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
39
Het zijn niet enkel academici die zich bezighouden met het ontkrachten van allerlei nonsens, ook entertainers
als Penn en Teller nemen in hun show „Bullshit‟ allerlei absurde claims op de korrel, en ook Matt Stone en Trey Parker steken geregeld de draak met allerlei onzin in de animatiereeks „South Park‟. 40
Het vroegere CSICOP. CSI staat voor Committee for Skeptical Inquiry.
41
Alcock, 2001, p. 37-46.
19
te vinden voor bepaalde gebeurtenissen zonder gebruik te maken van een paranormale/supernatuurlijke verklaring.
Het is duidelijk dat mensen die in irrationele denkbeelden geloven, deze ideeën niet zomaar opzij gaan zetten als je hen de irrationaliteit ervan aantoont. Moeten deze auteurs dan maar de boeken toedoen en zich met andere zaken bezighouden omdat hun pogingen toch maar bitter weinig uitmaken? Dat ware een overhaaste conclusie. We gaan er immers van uit dat er zoiets bestaat als „betrouwbare kennis‟, wat wil zeggen dat er voor een bepaalde claim of opvatting voldoende bewijs of goede redenen zijn om deze aan te nemen.42 Laat ons als voorbeeld het ontstaan van de mens nemen. Ofwel is de mens het resultaat van eeuwenlange evolutie, ofwel zijn wij geschapen door een bovennatuurlijk wezen (of aliens of iets anders) of via een derde nog niet gekende weg. Los van de discussie welke van de drie opties nu „correct‟ is, kunnen we wel zeggen dat de ene optie betrouwbaarder is dan de andere. De evolutietheorie biedt een verklaring waarom we zijn wat we nu zijn en deze kan men dan beschouwen als „betrouwbaar‟ doordat we hiervoor zoveel bewijs hebben. Wat auteurs als Dawkins proberen is hun versie van de feiten naar voor te brengen, omdat ze aannemen dat deze „waar‟ is. Dit wil niet zeggen dat deze mensen effectief gelijk hebben. Het is mogelijk (doch heden heel onwaarschijnlijk) dat men nieuwe ontdekkingen doet en men tot het besluit komt dat de evolutietheorie verkeerd is en men moet zoeken naar een nieuwe, betere theorie. Maar dit is op zich niet belangrijk, wat Dawkins en co doen is de versie van de feiten brengen waar het meeste bewijs voor is, welke versie met andere woorden het meest waarschijnlijk is. We kunnen niet met 100% overtuiging zeggen dat deze juist zijn, maar we kunnen wel zeker zeggen dat deze waarschijnlijker zijn dan de andere gekende alternatieve theorieën zoals het creationisme.
De menselijke geschiedenis is er een van vallen en opstaan, maar over de grote lijn kunnen we vaststellen dat we vooruitgang boeken. Had men 150 jaar geleden gezegd dat de mens op de maan zou wandelen zou men voor gek worden verklaard, maar het is ondertussen wel gebeurd (hoewel sommigen claimen van niet en beweren dat Neill Armstrong nooit naar de maan is geweest).43 Deze vooruitgang is te danken (althans voor een deel) aan een kritische attitude 42
Zoals reeds gezegd in de inleiding, werken we hier met een gradatieschaal. Deze varieert tussen hoogst
waarschijnlijk en hoogst onwaarschijnlijk. Zo is de evolutietheorie hoogst waarschijnlijk, en het idee dat men via het kijken naar de sterren de toekomst kan voorspellen hoogst onwaarschijnlijk. 43
Zoals gezegd in: Christopher, 2001, p.9.
20
ten opzichte van de wereld en de overtuigingen van andere mensen. Door niet zomaar de dingen te aanvaarden zoals ze zich voordoen of door deze te geloven omdat deze door een bepaalde autoriteit worden geponeerd, en zelf alles te onderzoeken ontdekt men nieuwe gegevens en leert men bij, en komt men tot vooruitgang.44 Clifford (1845-1879) schreef in „The Ethics of Belief‟ dat ieder mens de plicht heeft om zijn of haar overtuigingen te onderzoeken en het moreel laakbaar is om zomaar bepaalde „beliefs‟ te aanvaarden, of om kritiek op deze denkbeelden uit de weg te gaan.45 Als voorbeeld geeft hij een gedachteexperiment over een schipeigenaar, die veronderstelt dat zijn schip in goede vaarconditie is, maar hiervoor geen redelijke argumenten heeft. Hij gelooft dat het schip de overtocht zal halen, omdat dit reeds vele malen is gebeurd, en het schip nog nooit is gezonken. Voor Clifford is dit compleet fout, hij heeft de morele plicht om zijn schip te onderzoeken en indien het schip niet in staat is om uit te varen, mag deze het schip niet laten uitvaren. Zelfs al zinkt het schip niet, dan nog is volgens Clifford de schipeigenaar moreel verantwoordelijk. Clifford acht het voor iedereen een plicht om zijn of haar overtuigingen te onderzoeken, niet voor het nut dat dit aan een bepaald persoon zou geven, maar voor het nut van de totale mensheid.
Ik kan Clifford volgen tot op een bepaalde hoogte. Zijn conclusie vind ik echter niet praktisch. Hij voelde de kritiek aan: “Wat met iemand die geen tijd heeft om zijn „beliefs‟ te onderzoeken?”, waarop Clifford antwoordt dat die persoon dan maar geen „beliefs‟ moet hebben. Sommige „beliefs‟ kies je echter zelf niet. Deze overtuigingen zijn eerder het resultaat van jarenlange bewuste en onbewuste invloeden, we kiezen ze niet op een manier zoals we onze kleren kiezen. Deze denkbeelden zijn met andere woorden het resultaat van factoren die los van onze eigen keuzes staan. Ze ontstaan bij wijze van spreken „vanzelf‟, los van het individu die de opvattingen heeft. Verder zijn vele „beliefs‟ niet te rechtvaardigen, zoals de reden waarom je verliefd op iemand bent of waarom je iemand aan goede vriend vindt. Deze opvattingen zijn voor ieder individu verschillend en men kan hiervoor geen rationele gronden
44
Er zijn hier natuurlijk vele mogelijkheden tot debat, over hoe en wat men zou omschrijven als vooruitgang.
Velen beschouwen onze westerse manier van handelen niet als vooruitgang, omdat dit vaak ten koste gaat van derden zoals de derde wereld of het milieu. Ook het verlies aan menselijk contact zou een gevolg zijn van onze overvloed aan technologische snufjes zoals computers, televisie en het internet. Het is inderdaad waar dat onze huidige situatie nefast is voor bepaalde zaken, maar anderzijds heeft dit ook voor een aantal goede zaken gezorgd zoals democratie, vrije meningsuiting, betere gezondheidszorg (zelf indien deze voor grote groepen niet toegankelijk is) en bescherming van minderheden. 45
Clifford, 1999.
21
vinden voor het waarom van deze zaken. In die zin vraagt Clifford dan ook het onmogelijke. Maar zijn kritiek snijdt wel tot op zekere hoogte hout. Bepaalde van onze denkbeelden, zoals diegene die een zekere invloed (kunnen) hebben op de maatschappij of diegene die een invloed kunnen hebben op je gezondheid of die van anderen, moeten onderzocht worden door de personen die ze aanhangen.
Daarom is het belangrijk dat er auteurs zoals Dawkins zijn, zodat er een tegengewicht is voor de duizenden irrationele denkbeelden die jaarlijks de wereld ingezonden worden. Hoewel deze niet leiden tot een massale ommekeer van „irrationele mensen‟ naar „rationele mensen‟, kunnen deze er wel voor zorgen dat irrationele denkbeelden niet gratuit worden aanvaard en verspreid. Een van de vervelendste zaken is wanneer bepaalde irrationele denkbeelden het politieke of maatschappelijke niveau bereiken of met andere woorden, dat irrationele denkbeelden een grote maatschappelijke impact hebben. Dit is al veel problematischer dan een groep mensen die op zoek zijn naar Bigfoot, maar verder niemand ermee storen.
In 2003 gaf de vereniging SKEPP (Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudowetenschap en het Paranormale) de skepptische put46 (een soort non-award zoals bijvoorbeeld de „Razzies‟, een prijs voor de slechtste films, acteurs, muziek enz. het tegenovergestelde van de Oscars aldus), aan de drie grote ziekenfondsen van ons land: de Christelijke, de Socialistische en de Liberale Mutualiteiten, omdat deze hadden besloten om niet bewezen behandelingen terug te betalen. De mensen die bij deze mutualiteiten waren aangesloten moesten dus extra bijbetalen voor deze behandelingen, hoewel dat vele van deze mensen niet op deze manier behandeld werden . Men werd geforceerd te betalen voor behandelingen die men niet kreeg en waarvan geen bewijs is dat ze meer dan een placeboeffect opwekken. De voormalige Nederlandse minister van Wetenschap Van Der Hoeven voelde wat voor de „theorie‟ van intelligent design.47 Hiermee plaatst men creationisme op dezelfde hoogte als de evolutietheorie, hoewel hier geen goede redenen voor zijn. De creationistische verklaring voor het ontstaan van het leven is niet beter dan de verklaring dat omdat ‟s morgens de zon opkomt de wekker afloopt. Dit is duidelijk een verkeerd signaal naar de bevolking toe, omdat door zulke acties velen effectief zullen geloven dat creationisme een wetenschappelijk aanvaarde
46
http://skepp.be/node/483 (15-07-2009).
47
De Regt, 2008, p. 93- 94.
22
theorie is. De voorbeelden van hoe irrationele denkbeelden de maatschappij kunnen beïnvloeden zijn legio. Vandaar dat het nodig is dat Dawkins en co blijven doen wat ze doen, al was het maar om toch een kritische stem in te brengen.
Zoals hierboven al is vermeld, mensen zullen hun irrationele ideeën niet zomaar laten varen omdat er een ander, beter alternatief is. De redenen waarom mensen irrationele denkbeelden hebben (en blijven hebben) is niet logisch, noch rationeel. Dit wil echter niet zeggen dat deze mensen hun denkbeelden niet beargumenteren. Irrationele mensen (maar eigenlijk mensen in het algemeen) zijn heel goed in het rationaliseren van irrationele ideeën. We zullen hier later uitgebreider op terugkomen.
III. Case studies: homeopathie, samenzweringstheorieën. Science is the great antidote to the poison of enthusiasm and superstition. Adam Smith48
Ik heb in dit werk geopteerd om mijn standpunt te belichten aan de hand van een aantal case studies. Ik heb gekozen voor een aantal cases die op zich niets met elkaar te zien hebben, behalve het feit dat het geloof erin als irrationeel bestempeld kan worden. Ik heb gekozen voor deze diversiteit omdat elk een aparte manier van behandelen vraagt. De redeneringen die achter samenzweringstheorieën en alternatieve geneeskunde zitten en de manier om deze twee te „debunken‟ zijn enorm verschillend, en vragen dus elk voor een specifieke aanpak. Omdat ik onmogelijke alle irrationele denkbeelden kan behandelen, heb ik er dus voor geopteerd om een aantal specifieke, maar verschillende cases onder handen te nemen. Ik zal beginnen met elk geval apart te belichten, om vervolgens aan te tonen hoe we deze ideeën (trachten te) ontkrachten.
Homeopathie
In het stuk over Millecam49 heb ik geregeld verwezen naar „reguliere‟ geneeskunde of „conventionele‟ geneeskunde. Voor ik begin uit te leggen wat een „alternatieve 48
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
49
Zie supra p.13.
23
geneeskundige‟ theorie zoals homeopathie inhoudt, dien ik dit te contrasteren met de „niet alternatieve geneeskunde‟. Simpel gezegd valt de „conventionele‟ geneeskunde samen met wat we „evidence based medicine‟ noemen. Dit zijn behandelingen of medicijnen die zijn gestoeld op een aantal principes, zoals de werking van het menselijk lichaam en die een aantal tests (zoals dubbel blinde experimenten) succesvol hebben doorstaan. De notie dat deze behandelingen werken is gestoeld op het feit dat deze voldoen aan een aantal standaarden. Het medicijn of de behandeling werkt effectief (het geneest de ziekte met andere woorden) voor een voldoende groot aantal personen en de bijwerkingen zijn niet schadelijk of tolereerbaar. Kort gezegd, indien we voldoende bewijs hebben dat een behandeling werkt,wordt deze aanzien als „evidence based medicine‟ of „science based medicine‟. Dit kan niet worden gezegd van alternatieve geneeswijzen zoals acupunctuur, homeopathie of osteopathie. Homeopathie50 is ontwikkeld door de Duitse arts Samuel Christian Friedrich Hahnemann (1755-1843), die een alternatief zocht voor de toen gebruikte medische behandelingswijzen51. Ironisch genoeg was zijn methode beter dan de toen gebruikte methodes (zoals bijvoorbeeld aderlatingen), niet omdat deze effectief beter werkte, maar omdat deze geen negatieve effecten met zich meedroeg. Een behandelingswijze die niets doet is beter dan een die nog extra schade aanricht. Men geloofde in die tijd dat indien men een ziekte wou bestrijden, men de ziekmakende stof uit het lichaam moest verwijderen en Hahnemann was hiervan niet overtuigd, dus zocht hij naar een alternatief. Hahnemann had hierin gelijk, maar zijn alternatief was op zich niet veel beter. Hoewel zijn methode indertijd een stap vooruit was, zijn er nu veel betere behandelingsmethoden voor handen. Hij beargumenteerde dat een ziekte moest bestreden worden door de „vitale kracht‟ van het lichaam te helpen de harmonie en balans van het lichaam te herstellen. Deze vitale kracht stamt af van de metafysische redeneringen van het vitalisme, een denkwijze die beargumenteert dat er zoiets bestaat als een niet-fysische substantie in organismen die hun het leven schenkt. Dit komt voor onder vele vormen, zoals Ki in Japan, Chi in China, Henri Bergsons élan vital en vele anderen.
Hahnemann publiceerde zijn ideeën in The Organon of Homeopathic Medicine (1810) en Theory of Chronic Diseases (1821). Het woord homeopathie komt voort van het Griekse
50
Homeopathie was bijzonder populair tot 1890, en kende sinds de jaren 60 van de vorige eeuw weer een sterke
revival. 51
De volgende paragrafen zijn gebaseerd op: Barret, 1987, p. 56-62.
24
homeo, welke gelijkaardig betekent, en phatos, wat lijden betekent. Een homeopathische behandelingswijze bestaat erin dat men een ziekte behandelt door het toedienen van stoffen in kleine dosissen, welke, indien men deze stoffen in grotere hoeveelheden zou innemen, gelijkaardige effecten produceren als de te behandelen kwaal. Deze stoffen werden enorm verdund in water en dit via een methode die Hahnemann „dynamiseren‟ noemt. Dit komt eigenlijk neer op krachtig schudden van het water waar de stof inzit. Dit zou de „immateriële en spirituele krachten‟ van de stof vrijmaken en aldus zouden deze het lichaam in staat stellen om te genezen. Om een idee te geven over welke verdunning we het hier hebben, zal ik dit met een voorbeeld illustreren. Stel dat u lijdt aan slapeloosheid. Indien u dan opteert voor een homeopathische behandelingswijze, moet u op zoek gaan naar een stof die, indien u die in grote hoeveelheden zou innemen, leidt tot slapeloosheid, zoals bijvoorbeeld koffie of een energiedrankje zoals Red Bull. U neemt uw kop koffie en giet die in een olympisch zwembad. Deze mengeling mixt u goed door elkaar en vervolgens neemt u uit dit zwembad een nieuwe schep. Deze giet u in een ander zwembad, u mengt, neemt er een schep uit en dit herhaalt u enkele malen. De uiteindelijke verdunning komt vaak neer op het equivalent van één druppel van de stof in de Atlantische oceaan te laten vallen. De stof is zodanig verdund, dat er vaak zelfs geen molecule van de originele stof in het mengsel aanwezig is en u dus met andere woorden gewoon water inneemt. Indien dit niet in een vloeibare vorm wordt toegediend, verstuift men het water over suikerbolletjes, welke een gelijkaardig effect beogen. Chemisch gezien is er limiet voor het maximum aantal keer men een stof kan verdunnen zonder de stof te verliezen. Deze limiet, welke Avogadro‟s getal (6.023 x 10^23) heet, komt overeen met een homeopathische verdunning van 12 C of 24X (1 deeltje op 10^24) . Hahnemann besefte maar al te goed dat de kans erg klein was dat er ook maar 1 deeltje van de originele stof zou overblijven in het mengsel na zo een extreme verdunning, maar dat zou verholpen worden door het mengsel te dynamiseren, zoals hierboven reeds is uitgelegd.
Hahnemann kwam op dit idee toen hij zichzelf kinine toediende en hierbij effecten voelde gelijkaardig aan de symptomen die men bij malaria voelt. Hij begon deze zichzelf toe te dienen in steeds kleinere dosissen, tot hij uiteindelijk niets meer voelde. Deze werkwijze vertrekt vanuit het idee dat men niet de eigenlijke ziekte moet bestrijden (Hahnemann beweerde dat de natuur van ziektes te complex was om te doorgronden), maar dat men moest kijken naar de symptomen. Dit staat natuurlijk haaks op de moderne geneeskunde. Hij experimenteerde voorts met allerhande stoffen op zichzelf, om te zien welk resultaat dat gaf.
25
Vaak zijn dit de meest absurde substanties, zoals parels, zand, dolfijnenmelk en zelfs uitwerpselen van honden. Homeopathie was erg populair tijdens de 19de eeuw en hiervoor zijn een aantal redenen. Ten eerste was homeopathie veel minder gevaarlijk dan de toen gebruikelijke geneeskunde. Ten tweede paste de homeopathische opvatting van zaken zoals „vitale kracht‟ goed binnen de toen gebruikte en gekende wetenschap, waardoor veel dokters snel gewonnen waren voor deze nieuwe behandeling. Ten derde toonden homeopaten vaak aan dat ze beter dan gemiddeld bepaalde ziektes, zoals bijvoorbeeld cholera, konden genezen. Tenslotte kon het idee van een „vitale kracht‟ en de rol ervan binnen het lichaam verbonden worden aan bepaalde religieuze opvattingen, in het bijzonder opvattingen over de rol van de ziel tot het lichaam.
Ik zal nu beargumenteren dat homeopathie totaal geen effect heeft op het menselijk lichaam, althans niet in de zin dat homeopathie een genezend effect erop zou hebben. Het simpelste argument is het feit dat van de studies die gedaan zijn rond homeopathie, de overgrote meerderheid stelt dat homeopathie absoluut geen genezend effect heeft. Na meer dan honderd studies en twaalf wetenschappelijke reviews zijn de resultaten eenduidig, men vindt geen genezend effect bij homeopathie.52 Op zich is dit niet zo verwonderlijk, aangezien men eigenlijk niets meer inneemt dan water. Zoals ik hierboven al opgemerkt heb, zijn de verdunningen zo extreem dat er van de stof met de „magische krachten‟ die wordt gemengd in het water niets meer overblijft. Er zijn echter mensen als Jacques Benveniste die beweerden dat homeopathie wel degelijk werkt en hij weet zelfs hoe en waarom het werkt. Volgens Benveniste heeft water een „geheugen‟, na het dynamiseren van het water, heeft men de structuur van het water veranderd.53 Deze verandering in structuur zorgt ervoor dat het wel degelijk een genezend effect heeft op het menselijk lichaam. Deze claim is echter makkelijk te ontkrachten: hoe komt het dat water zo selectief is in zijn „geheugen‟?54 Dat water is waarschijnlijk al ettelijke malen de wereld rond geweest en is dus met vele andere stoffen in contact gekomen. Waarom „onthoudt‟ het water dan enkel de moleculen van de stof die de homeopaat heeft toegevoegd? Men kan stellen dat indien deze hypothese correct is, men gewoon van de kraan kan drinken om zich van allerhande kwaaltjes te genezen. Als men de 52
http://www.skepdic.com/homeo.html (14-07-2009).
53
Benveniste, 1988, p.816-818.
54
Paragraaf gebaseerd op : http://skepdic.com/homeo.html (14-07-2009).
26
quasi oneindige lijst van homeopathische geneesmiddelen bekijkt kan men wel stellen dat water zowat met elke stof al in contact is gekomen (er is een boutade die zegt dat als je een glas water drinkt je minstens één molecule drinkt die ooit al eens door Thomas Jefferson is gedronken), dus volgens de homeopathische redeneerwijze zou dat water genezende krachten bezitten. Verder kan men zich ook afvragen waarom het water bepaalde eigenschappen onthoudt van de stof waarmee deze in contact kwam, en andere niet.
Een reden waarom ik besloten heb om homeopathie te bespreken is omdat ik daar persoonlijk mee in contact ben gekomen. Van mijn twaalf tot mijn zestien jaar ben ik homeopathisch behandeld geweest, grotendeels omdat mijn vader vond dat ik toch niets opschoot met de „conventionele‟ geneeskunde (ik was in die periode vaak ziek en erg zwak qua gestel), en hij had vernomen dat een teveel aan antibiotica ook niet gezond is. Hij had hierin gelijk natuurlijk, men moet geen pillen slikken indien dat niet nodig is. En ik kan hem ook niets verwijten aangezien hij dit deed uit oprechte bezorgdheid. Maar wetende wat ik nu weet kon hij mij evengoed niets hebben gegeven en veel geld hebben uitgespaard. De dokter waarbij ik op consultatie ging noemde zich een „specialist‟ en kon blijkbaar daarom ook meer aanrekenen. Ik herinner me dat een consultatie al vlug € 50 kostte en dan had je de medicatie nog niet. Eerlijk gezegd had ik toen al mijn bedenkingen bij het hele gebeuren. De procedure was altijd hetzelfde: na 5 minuten luisteren naar Mozart in de wachtkamer riep de specialist ons binnen in zijn vertrek. Hij stelde toen een aantal vragen (altijd dezelfde) zoals “Zweet hij vlug?”, “Is hij angstig?”, “Nerveus?” enz. Ik vroeg me toen af wat de relevantie was van dergelijke zaken met betrekking tot mijn verkoudheid. Vervolgens werd ik onderzocht zoals je onderzocht wordt bij elke dokter, eens voelen aan de klieren, met de stethoscoop luisterde hij naar mijn longen, hij keek in mijn keel en oren, enz. Vervolgens mocht ik mij aankleden en toen schreef hij mij een waslijst medicijnen voor. Vaak moest ik een „schokeffect‟ ondergaan, dit was meestal het in één keer opnemen van een tube suikerbolletjes, die ik onder mijn tong moest laten smelten (heel belangrijk) of ik moest om de minuut 8 druppels nemen van een bepaalde vloeistof, gedurende 10 minuten. Daarna moest ik elke dag X aantal bolletjes of druppeltjes van product Y nemen op tijdstip Z en soms zelfs X1 aantal bolletjes of druppeltjes van product Y1 op tijdstip Z1. Soms hing het af van welke dag het was welk product ik mocht nemen. Een ander verdacht punt vond ik dat hij zei dat ik geen munt of niets met munt erin mocht eten of drinken. Waarom heeft hij nooit verteld, maar ik neem aan dat de muntsmaak het medicijn verzwakte of teniet deed. Dit is eerlijk gezegd wel een geniepige tactiek, indien ik 27
niet genas, zelfs ondanks de homeopathische kuur, kon hij vragen of ik geen munt had gegeten. Munt zit namelijk in vele producten (tandpasta, kauwgom, thee,...), dus dat vermijden was geen makkelijke klus. Gelukkig kon hij mij wel een goede homeopathische tandpasta (wat dat ook moge zijn) voorschrijven. Maar wat ik erg bizar vond, is dat een vriend van mij ook homeopathie nam, en meestal dezelfde producten als ik, en blijkbaar had zijn arts niets gezegd over het grote verbod op muntsmaak. Het leek mij nogal arbitrair en laat dat nu geen kenmerk zijn van goede geneeskunde. Verder is dit iets typisch voor homeopathische geneeskunde, 50 verschillende dokters kunnen 50 verschillende homeopathische middelen voorschrijven, omdat er zoveel producten zijn die gelijkaardige effecten als de symptomen van de ziekte oproepen.
Maar de belangrijkste vraag is nu natuurlijk, werkte het? Ik ben in ieder geval altijd genezen, maar het is twijfelachtig of dit te danken is aan de behandelingswijze van de homeopaat. Ik herinner me nog dat hij zei dat: “Homeopathie trager werkt, maar grondiger en zuiverder dan de conventionele geneeskunde.” Ik heb nooit goed begrepen wat hij bedoelde met grondiger (indien een medicijn je geneest moet je er toch niet meer van verwachten) en zuiverder (ik neem aan dat hij bedoelde dat homeopathie niet de nadelige gevolgen heeft die conventionele geneeskunde met zich meebrengt). In ieder geval was ik altijd genezen na maximum 2 tot 3 weken, de periode waarin men uit zichzelf van de meeste ziektes zoals griep, bronchitis en verkoudheden geneest. Er wordt hier met andere woorden van een drogreden gebruik gemaakt, namelijk „post hoc, ergo propter hoc‟, letterlijk, „na dit, daarom door dit‟. Het bestaat in vele vormen, maar het komt erop neer dat men valselijk redeneert dat indien iets volgt na een andere gebeurtenis, dat het eerste veroorzaakt wordt door deze gebeurtenis. Bijvoorbeeld, indien ergens een ramp heeft plaatsgevonden en men nam een paar dagen voor de ramp een komeet waar, denken sommigen dat de komeet een voorbode van de ramp was. Zoals Hume al zei, correlatie betekent niet dat er een causaal gevolg is.
Beyerstein beschouwt 10 redenen waarom het soms lijkt alsof een alternatieve geneeskundige therapie wel degelijk in staat is om mensen te genezen.55
De ziekte kan zijn beloop hebben gehad. Sommige ziektes gaan vanzelf over na een bepaalde periode. Men moet dus een medicijn testen op voldoende mensen met
55
Beyerstein, 1997, p. 29-34.
28
dezelfde ziekte om te voorkomen dat men zijn data baseert op mensen die zonder behandeling ook zouden genezen zijn.
Sommige ziektes zijn cyclisch, ze komen op en ze gaan weer even vlug liggen. Vaak zoeken mensen hulp als de ziekte of kwaal de kop op steekt. Bij een alternatieve behandeling kan het dus lijken alsof het medicijn echt werkt, maar eigenlijk is het gewoon de ziekte die in het andere deel van de cyclus komt. Alweer rijst hier de nood om medicijnen te testen op een voldoende grote groep proefpersonen.
Spontane remissie. Soms in een zeldzaam geval kunnen bepaalde ziektes, zelfs dodelijke kankers, gewoonweg verdwijnen. Vele mensen die zich geen raad meer weten, kloppen aan bij de homeopaat (of bij een andere kwakzalver). Geregeld gebeurt het dus wel eens dat men kan spreken van een geval van spontane remissie, waardoor het lijkt alsof dit door de behandeling komt. Men weet nog niet goed hoe dit komt, maar men tracht dit te onderzoeken, in de hoop dat dit ook andere mensen kan helpen. Het is belangrijk dat men goede statistieken bijhoudt van hoeveel procent van de patiënten nu eigenlijk genezen is tijdens de behandeling.
Het placebo effect is hier natuurlijk ook van toepassing. Indien men denkt dat men een behandeling voorgeschreven krijgt, reageert het lichaam hier op (vrijkomen van endorfine, welke een pijnstillend effect heeft). Het maakt niet uit of de behandeling werkelijk iets doet of slechts een placebo is. De patiënt voelt zich in ieder geval beter, enkel en alleen al door het placebo effect. Om dit tegen te gaan moeten we gebruik maken van dubbelblinde experimenten.
Sommige zaken die genezen lijken te zijn, waren psychosomatisch. Psychosociale stress kan lichamelijk ongemak veroorzaken, maar hier helpt geen medicijn tegen, het lichaam „zelf‟ is immers niet ziek. Alternatieve genezers echter doen hun patiënten geloven dat ze echt ziek zijn en schrijven dus ook een behandeling voor. De problemen gaan echter weg omdat de personen een gesprek hebben gevoerd met de alternatieve geneesheer. Een gesprek dat steun biedt en waarin men gerustgesteld wordt, verlicht de psychosociale stress en dus ook de psychosomatische pijn.
Vaak denkt men ook ten onrechte dat indien de symptomen van een ziekte weggaan, de ziekte zelf ook weg is. Alternatieve genezers focussen vooral op het wegwerken van de symptomen, zo kan men bijvoorbeeld pijn beter controleren indien men zich daar psychologisch op traint, maar de oorzaak van de pijn gaat daar natuurlijk niet van weg.
29
Alternatieve geneeswijzen pikken vaak ook een graantje mee van de standaardgeneeskunde. In plaats van zich „alternatief‟ te noemen, spreekt men van „complementaire‟ geneeskunde. Ze erkennen de waarde van de conventionele geneeskunde, maar beweren dat zij de „ware‟ aard van de ziekte kunnen aanpakken (zoals bijvoorbeeld slecht karma van een vorig leven). Natuurlijk genezen er veel patiënten die zich laten behandelen door zowel de gewone geneeskunde als de „complementaire‟ geneeskunde, maar de reden daarvoor ligt enkel bij de eerste. Niettemin teren de „complementaire‟ behandelingswijzen op het succes van de conventionele geneeskunde.
Een van de simpelste redenen is dat men een verkeerde diagnose heeft gekregen. Het kan zijn dat men dacht dat iemand ziek was, maar dat dit puur was gebaseerd op verkeerde of onvolledige informatie. Dokters zijn immers ook maar gewone mensen die fouten maken. Maar als de vaststelling dat men een verkeerde diagnose heeft gesteld niet aan het licht komt en de „zieke‟ is ondertussen naar Lourdes geweest of bij de kwakzalver, lijkt het natuurlijk alsof er een mirakel is gebeurd of de „alternatieve‟ geneeswijze de ziekte heeft uitgeschakeld.
Differentiële voordelen komen geregeld voor bij alternatieve therapieën. Vaak is de genezer een charismatische figuur, die bij zijn klanten een enorme indruk achterlaat. Men ziet dat deze mensen na contact met de kwakzalver in kwestie psychologisch in vervoering zijn. Dit optimisme zorgt ervoor dat orthodoxe geneesmiddelen beter werken en mensen zich ook beter verzorgen (beter slapen, kleden, eten, sociaal contact aangaan), waardoor het natuurlijke genezingsproces een stuk beter zijn werk kan doen. Natuurlijk geldt zoals hierboven dat de ware aard van de ziekte hiermee niet wordt aangepakt. Dit komt natuurlijk ook soms voor bij een bezoek aan de huisarts die zijn patiënt verzekerd dat zijn ziekte niet ernstig is en wel vanzelf zal genezen.
Mensen die een bepaald aandeel hebben in het gebruik van alternatieve therapieën, zijn in staan zichzelf te overtuigen dat ze beter worden, zelfs al ziet men objectief geen verschil. Men heeft het hier over een geval van cognitieve dissonantie.56 Men denkt ook dat men werkelijk geholpen is indien iemand (in dit geval de alternatieve genezer) hun een dienst doet. Dit inzicht is al vaak genoeg om patiënten te doen geloven dat ze meer geholpen zijn dan werkelijk het geval is. Men kan zich dus niet alleen op anekdotes beroepen om claims omtrent alternatieve geneeskunde te staven.
56
Zie infra p.71.
30
Voorstanders van homeopathie worden zelden serieus genomen binnen de wetenschappelijke wereld. Een keer mocht Jacques Benveniste, die beweerde dat water een geheugen had,57 zijn artikel publiceren in „Nature‟, een vooraanstaand wetenschappelijk tijdschrift. Benveniste kwam op dit idee toen hij werkte met allergenen die hij tot homeopathische proporties verdunde. Toen hij deze in contact bracht met een basophil, een type bloedcel, reageerde die op de verdunde allergene substantie.58 Sir John Maddox was bereid het paper van Benveniste te publiceren in „Nature‟, maar hij verbond een voorwaarde aan zijn voorstel. Benveniste moest zijn onderzoek laten testen59 door een team wetenschappers, waaronder ook de goochelaar James Randi (die technisch gezien geen wetenschapper is).60 Men zorgde ervoor dat het experiment op een correcte manier verliep, zo mochten de onderzoekers niet weten welke stalen „homeopathisch‟ waren en welke de controlestalen waren. De resultaten waren onbevredigend en de „geheugenhypothese‟ heeft geen geloofwaardigheid verworven. Park gaat hier verder op in.61 Hij beschrijft hoe anderen in navolging van Benveniste (zoals Wayne Jonas, de directeur van the Office of Alternative Medicine of the National Institutes of Health) probeerden een verklaring te geven voor de geheugenhypothese. Indien men hier niet kan spreken over een placebo-effect, zo zegt Jonas, dan moet de „informatie‟ van de actieve substantie op de een of andere manier bewaard zijn in de homeopathische oplossing, misschien wel in de structuur van het vloeibare mengsel. Over wat die structuur dan wel mag zijn is er veel speculatie, volgens Park beweren sommigen dat het ligt aan clusters van watermoleculen die in een bepaalde volgorde zijn gerangschikt, anderen zeggen dat het ligt aan de „coherente vibratie‟ tussen de watermoleculen. Park vond voor elke van deze claims geen bewijs, noch zijn er goede wetenschappelijke redenen om elk van deze claims te aanvaarden. Indien men een „snapshot‟ zou nemen van het watermengsel zou men inderdaad een bepaalde orde zien in de moleculen, maar deze veranderen echter indien de temperatuur van het mengsel verandert.
57
Zie supra p. 26.
58
Basophillen reageren op stoffen waarvan de persoon van wie de bloedcel komt allergisch is.
59
Men keek vooral of het onderzoek methodologisch in orde was.
60 61
http://www.bbc.co.uk/science/horizon/2002/homeopathy.shtml De volgende paragrafen zijn gebaseerd op: Park, 1997, p. 24-28.
31
Jonas biedt nog een verklaring aan volgens Park, een die de weg van de chaostheorie inslaat. Deze zou verklaren hoe homeopathische remedies mogelijk een effect hebben op de zelfgenezende mogelijkheden van het lichaam. Volgens Jonas kan een kleine verandering in een variabele grote effecten op het lichaam hebben, zoals het genezen van een ziekte. Hiermee toont hij echter aan dat hij niet snapt wat de chaostheorie werkelijk omvat, namelijk dat complexe systemen zo onderhevig zijn aan initiële condities dat het moeilijk is om te voorspellen hoe deze zich zullen gedragen. Een vlinder kan een orkaan doen ontstaan door met zijn vleugels te slaan, maar vlinders doodslaan zal niet het aantal orkanen doen verminderen. Door de superverdunningen die de homeopathie hanteert, zou men beter spreken van een rups die met zijn vleugels slaat.
Indien al deze claims niet blijken te kloppen, kan Jonas nog steeds naar het placebo-effect grijpen. Dit is voor hem niet problematisch, hij beweert namelijk dat een belief hebben (zoals overtuigd zijn dat homeopathie je van je ziekte kan genezen) op zich kan helpen, omdat hier een „eenheid met het universum‟ mee samenhangt. Dit is duidelijk gebaseerd op de new age ideeën over een universeel bewustzijn. Concreet houdt dit in dat homeopathie een vorm van „psychic healing‟ wordt.
Complottheorieën
Complottheorieën zijn moeilijk onder één algemene noemer te brengen, maar algemeen kan men zeggen dat complottheorieën poneren dat er achter de schermen van wat het „gewone volk‟ te zien krijgt machtige organisaties plannen smeden om de wereld naargelang hun wensen te manipuleren. Deze organisaties zijn extreem machtig en hebben de media, de rechters, de FBI tot zelfs de president van Amerika in hun binnenzak. Soms wordt ook gesteld dat deze hoogwaardigheidsbekleders zelf lid zijn van deze organisaties. De bekendste van deze organisaties is de „Illuminati‟,62 een organisatie die op het eind van de 18de eeuw in Bavaria actief was. Deze wou de monarchieën van toen omver werpen om een republikeins regime te stichten, door middel van geheime acties en complotten. Erg succesvol waren deze echter niet en de Illuminati zijn dan ook na 15 jaar ontbonden. Complottheoretici echter beweren nog dat de Illuminati tot op heden actief is of dat er op zijn minst een organisatie bestaat die gebaseerd is op de toenmalige Illuminati. In de hoofden van de aanhangers van 62
http://skepdic.com/illuminati.html (18-02-2009)
32
complottheorieën rond de Illuminati zijn deze in hun opzet geslaagd en zijn deze tot in de diepste lagen van de machthebbende organisaties geïnfiltreerd, zoals de banksector, de wereldregeringen (nationaal en subnationaal), het leger, de voedingsindustrie, de kerk, etc. De volgende quote omschrijft de paranoia van de „believer‟ bijzonder goed:
In the paranoid mind, the Illuminati succeeded in their goals, and have now infiltrated every government and every aspect of society. They are responsible for every evil and every unjust act that ever occurs anywhere; the fact that absolutely no evidence of their existence can be found only serves to make them stronger and more frightening. They are the demon in the closet, and will probably never disappear from the paranoid fantasy world of right-wing conspiracy theorists. --New England Skeptical Society63
Complottheorieën zijn populair, omdat mensen er nu eenmaal graag in geloven. Ze zorgen ervoor dat de wereld een logische, voorspelbare plaats is, men zoekt een reden waarom de gebeurtenissen in de wereld plaatsvinden. Alle complottheorieën maken echter een aantal fouten, zoals:64
Ze schenden het principe van Ockham‟s scheermes.65
Ze negeren de opinies van experts, en doen deze af als naïef en belachelijk.
Ze maken gebruik van immunisatiestrategieën.66
Steeds meer mensen worden betrokken bij de complottheorie. Indien een expert beweert dat er geen bewijzen zijn voor een complot, wil dat zeggen dat hij deel is van het complot.
Ze zijn erg selectief in het kiezen van de feiten, gegevens die de complottheorie niet ondersteunen worden genegeerd. Zo knipt men bijvoorbeeld in uitspraken van experts, ooggetuigen, politici, etc. tot er een versie overblijft die hun kant van het verhaal ondersteunt.
63
http://skepdic.com/illuminati.html (18-02-2009)
64
Gebaseerd op Porter, 1995, p. 12-13.
65
Zie infra p.39.
66
Zie infra p.56.
33
Harrington beschrijft in „Conspiracy Theories and Paranoia: Notes from a Mind-Control Conference‟ hoe het er op een gemiddelde samenkomst van complottheoretici aan toe gaat.67 Het is geen wonder dat alternatieve visies daar niet aan bod komen. Een zekere Chrystine Oksana sprak over haar ervaringen met ritueel misbruik en hoe men verdrongen herinneringen terug kon halen. Oksana had naar eigen zeggen meer dan 500 boeken over het onderwerp gelezen. Zij meende onder andere dat hoe meer geweld er gebruikt werd tijdens ritueel misbruik, hoe groter de kans was dat deze gebeurtenis verdrongen zou worden door het slachtoffer. Harrington vroeg daarop of zij de studie van Linda Meyer Williams uit 1994 had gelezen. Oksana had er nog nooit van gehoord. Het onderzoek van Williams toonde aan dat hoe meer geweld er gebruikt wordt tijdens seksueel misbruik van kinderen, hoe vaker verdongen herinneringen boven komen drijven. Met andere woorden, het omgekeerde van wat Oksana beweerde. Harrington kreeg veel kritiek om de oren geslingerd op de conferentie toen hij dit punt aanhaalde. Het punt dat Oksana maakte stond niet ter discussie, Harrington had zelfs geen kans toen hij zijn kritiek uitte. De personen waarmee hij converseerde leken niet geïnteresseerd in wat hij te zeggen had. Een vrouw meende ritueel misbruikt te zijn door een satanische sekte en was op zoek naar naziewetenschappers die na de tweede wereldoorlog naar de Verenigde Staten zijn overgebracht. Ze bleek niets over het onderwerp te weten, maar was ervan overtuigd dat het iets met haar te zien had. Een andere man had het over de opkomst van de New World Order, die eenmaal ze aan de macht zouden komen, alle gevangenen en geïnterneerden zullen afmaken, om daarna seksslaven en „drugmules‟ van ons allemaal te maken. Hij meende ook dat de befaamde „men in black‟ bij hem zijn langsgekomen, met bijpassende zwarte helikopters. Het werkte aanstekelijk, een vrouw die seksueel misbruik onderzocht in een crèche meende zich te herinneren dat de kinderen spraken over zwarte helikopters en zou de zaak verder onderzoeken. Verder was Harrington ook gechoqueerd door het feit dat er zoveel racistische statements werden gemaakt. Men verbindt de Illuminati maar al te graag met de Joden, welke een groot deel uitmaken die illustere groepering. Eenzelfde redenering werd jaren eerder gemaakt door de nazi‟s als legitimatie voor de antisemitische wetten en de Holocaust. Verder blijkt dat veel mensen daar maar uit hun nek staan te lullen. Een zekere Phillips beweerde dat men countryzangers selectief kweekte op basis van hun genen, om geld in te zamelen voor de NWO. Harrington vroeg hem wat hij wist over het „Human Genome Sequencing Project‟, 67
Harrington, 1996, 35-42.
34
maar daar had hij nog nooit van gehoord. Iets wat nochtans erg bekend in de oren zou moeten klinken van iedereen die een beetje kennis heeft over genetica. Het was voor Harrington meteen duidelijk dat Phillips eigenlijk niet goed wist wat genetica nu eigenlijk omvat, en met andere woorden niets meer dan loze beweringen maakte.
Er zijn honderden complottheorieën: de moord op John F. Kennedy, 9/11, het Zionistisch complot en Area 51. Vaak hebben deze ook elk tientallen varianten. In dit werk zal ik me vooral focussen op het „complot‟ rond de gebeurtenissen van 11 september en dit zal al stof genoeg zijn om uitgebreid over te discussiëren. Een van de redenen waarom ik deze kies is omdat 9/11 nog vers in het geheugen ligt en een van de best gedocumenteerde complottheorieën is. Ik ga ook niet alle aspecten van de 9/11 complottheorieën aanhalen: zo zal ik het niet of amper hebben over de aanslag op het Pentagon, of het neergestorte United Flight 93 in Pensylvania, maar vooral focussen op de aanslagen op de WTC torens in New York.
Een algemene omschrijving geven van de complottheorie rond 9/11 is bijzonder moeilijk, om de simpele reden dat er vele theorieën zijn rond de tragische gebeurtenissen van die dag. Er heerst onder de „sceptici‟ namelijk geen consensus over wat er die dag nu precies is gebeurd. Sommigen beweren dat de WTC torens zijn geraakt door onbemande militaire vliegtuigen, anderen beweren dat deze zijn geraakt door een raket. Ook het pentagon zou volgens sommige complottheoretici zijn geraakt door een raket.68 Volgens sommige complottheorieën zijn de torens neergehaald door de impact van de vliegtuigen, anderen beweren dat deze niet zomaar konden instorten en dat men gebruik heeft gemaakt van een springstof genaamd thermiet.69 Volgens de ene groep heeft de Illuminati achter de schermen de aanslagen laten gebeuren (oftewel LIHOP, let it happen on purpose), ondanks het feit dat ze ervan wisten, de andere groep zegt dat de Illuminati alles tot in de fijnste details heeft gepland (oftewel MIHOP, Made it happen on purpose).70 De bekendste en meest besproken complottheorie is deze van „Loose change‟, een „documentaire‟ gemaakt door Dylan Avery en geproduceerd door Korey Rowe en Jason Bermas.71 68
http://www.abovetopsecret.com/forum/thread79655/pg1 (30-06-2009).
69
http://whatreallyhappened.com/WRHARTICLES/thermite.htm (14-07-2009).
70
Een aantal van deze beweringen werden ook aangepakt door Populair Mechanics, zie
http://www.popularmechanics.com/technology/military_law/1227842.html (14-07-2009). 71
Avery, 2006.
35
Men kan wel steeds een aantal basisprincipes onderscheiden waarop al deze groepen hun verhaal baseren. Later zullen we ontleden waarom deze geen goede argumenten zijn. De volgende vijf punten die ik zal beschrijven zijn gegevens die ik terugvond in elke complottheorie over 9/11 die ik kon vinden. Omdat het onmogelijk is om alle complottheorieën over dit thema aan te pakken, zal ik de volgende vijf punten trachten te ontkrachten.
1. Hoe kan dit nu het machtigste land ter wereld overkomen? Tenzij...
Of je er nu akkoord mee gaat of niet en of je het nu graag hoort of niet, de Verenigde Staten van Amerika is een van de machtigste landen ter wereld, zoniet het machtigste. Zowel militair als economisch staat de VSA tot op de dag van vandaag op nummer 1. Het lijkt dan ook sterk dat een actie van een paar mensen bewapend met cuttermessen dit kon klaarspelen. Hieruit leiden de „conspiracy theorists‟ af dat er een grotere macht moest hebben meegespeeld achter de schermen om de aanslagen voor elkaar te krijgen of dat er van het originele verhaal (dat 9/11 het resultaat was van de acties van een terroristische groepering) zelfs helemaal niets kan kloppen.
2. Ooggetuigenverslagen
Wetende dat de aanslagen plaatsvonden in New York, een metropool met miljoenen inwoners, is het maar normaal dat er ooggetuigen zijn van de gebeurtenissen die plaatsvonden op die dag. Op het moment van de aanslagen liepen er duizenden mensen in de buurt van de Twin Towers. De verslagen die deze mensen geven van de gebeurtenissen is een belangrijke bron van bewijs voor de aanhangers van de complottheorie. Geregeld maken complottheoretici beweringen zoals: “wij hebben getuigen die beweren dat het helemaal geen commercieel toestel was, want ze zagen een toestel zonder markeringen van vliegmaatschappijen, en de ramen waren geblindeerd. Dus waarom beweert de regering dan dat de torens zijn geraakt door commerciële toestellen?”.
3. Uitspraken van mensen ter plekke
Tijdens de chaos van de aanslagen is er vanzelfsprekend heel wat over en weer gezegd. Er zijn vele uitspraken bekend van brandweerlui, agenten, journalisten, ooggetuigen, politici, etc. 36
waarvan complot aanhangers beweren dat deze uitspraken aantonen dat er wel degelijk meer aan de hand was dan wat de regering laat uitschijnen. We hebben het hier over uitspraken van brandweerlui die explosies hoorden, journalisten die uitroepen hoe het mogelijk is dat de torens zo snel instortten, enz.
4. De torens konden niet instorten op de manier zoals ze zijn ingestort. Tenzij...
Ik denk dat de beelden van de instortende torens bij velen onder ons op ons netvlies zijn gebrand. Het is immers een beeld dat men niet vlug vergeet. Volgens complot aanhangers klopt er echter iets niet aan de manier waarop deze zijn ingestort. Ze stortten te snel in en ze vielen quasi recht naar beneden, wat er voor aanhangers van de complottheorie rond 9/11 op wijst dat deze torens zijn neergehaald door een gecontroleerde ontploffing.
5. Er is niets dat wijst op een complot, dus er moet een complot zijn.
Het feit dat er eigenlijk geen aanwijzingen zijn die wijzen op een complot rond 9/11, versterkt de overtuigingen van complot aanhangers alleen maar. Ze gaan er immers van uit dat indien 9/11 georkestreerd werd door een machtige, geheime organisatie, die ook alle sporen die mogelijks leiden naar zichzelf kunnen uitwissen. Het niet hebben van bewijs van het bestaan van die organisatie, is met andere woorden bewijs dat er wel degelijk van een complot sprake is.
Er komt natuurlijk veel meer bij kijken dan enkel deze vijf punten, maar deze zijn allemaal erg belangrijk om een complot rond 9/11 te weven. Deze punten stellen allemaal keer op keer de officiële standpunten in vraag en beweren dat “er meer aan de hand is dan we te horen krijgen”. Voor ik deze vijf punten tracht te ontkrachten, zal ik eerst een paar opmerkingen geven over de te volgen strategie. Complottheorieën zijn voor sceptici bijzonder moeilijk om aan te vallen. In vergelijking met bijvoorbeeld homeopathie of claims omtrent telepathie of telekinese, kan men bij complottheorieën geen experimenten doen om te zien of de claims van de complotaanhangers wel kloppen. Men kan John F. Kennedy geen tweede keer neerschieten of de aanslagen van 9/11 reconstrueren.72 Dit zijn telkens eenmalige gebeurtenissen en eenmaal ze gebeurd zijn, 72
Men kan dit in theorie wel doen, maar vaak is dit zo complex en duur dat het niet gedaan wordt.
37
moeten we ons redden met het materiaal dat we hebben. Dit maakt het moeilijk om een sluitend bewijs te vinden (of beter bewijs dat de complottheoretici aanvaarden) tegen de claims van de complot aanhangers. Verder hebben we te maken met een bijzonder complexe materie (zeker in het geval van 9/11, maar eigenlijk complottheorieën in het algemeen) aangezien vele claims bijzonder technisch zijn. De claim bijvoorbeeld dat de torens niet recht konden instorten of niet konden instorten door de schade van de vliegtuigen alleen, zijn slechts te controleren door mensen met een grote technische kennis omtrent deze materie. Aangezien ik geen ingenieur ben en de berekeningen niet kan maken om te zien of het al dan niet mogelijk is of de impact van de vliegtuigen en de schade aangericht door deze genoeg was voor de torens te doen instorten, ga ik mij hiermee dan ook niet bezighouden. Er zijn hiervoor meer dan genoeg bronnen voorhanden.73 Ik ga echter vooral op logische wijze trachten aan te tonen dat de gebeurtenissen van 9/11 niet het gevolg waren van een complot.
Eerst en vooral moeten we kijken naar het motief dat er achter het complot kan zitten. Volgens de complot aanhangers had de Amerikaanse regering (of de groep die de touwtjes zogezegd in handen heeft) de zaken gepland of laten gebeuren om zo meer macht te krijgen.74 De redenering gaat als volgt: indien er een terroristische dreiging is, worden mensen bang. Bange mensen zijn minder kritisch ten aanzien van de regering en zo kan de regering een beleid voeren dat over het algemeen slecht is voor de mensen (verkocht onder het mom van „in het belang van de staat‟) maar waar zij zelf of de achtergrondspelers wel veel macht mee verkrijgen. Er bestaat geen consensus bij de complottheoretici over het waarom van het 9/11 complot. De ene groep zegt dat dit werd gedaan om zo de Bush administratie meer macht te geven, andere groepen zeggen dat dit was om de oorlog in Irak te kunnen beginnen, om de olie daar in handen te krijgen, of beide.75 Ook uit de heropbouw van het land zouden bepaalde spelers miljardenwinsten opstrijken. Hoewel ik niet ontken dat er bepaalde mensen en groepen zich verrijkt hebben aan de oorlog in Irak en de regering Bush in de nasleep van 9/11 enkele dubieuze zetten heeft gedaan (zoals bijvoorbeeld de Patriot Act), staat dit nog mijlenver van beweren dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor de aanslagen op 9/11. Verder heeft de Amerikaanse regering, buiten een paar 73
Zie bijvoorbeeld http://www.debunking911.com/impact.htm en
http://www.popularmechanics.com/science/research/4278927.html. 74
Shermer, 2006, p.8
75
http://tvnewslies.org/html/9_11_facts.html (10-07-2009).
38
officieren, nooit een link gelegd tussen 9/11 en het bewind van Saddam Houssein. De uitleg was steeds dat er WMD‟s (weapons of mass destruction) in Irak aanwezig waren of dat Irak in ieder geval WMD‟s aan het produceren was.76 Dit is later niet zo gebleken, wat natuurlijk de publieke opinie van de Amerikaanse regering door het Amerikaanse volk geen goed heeft gedaan. Maar de vraagt rijst nu waarom zou de Amerikaanse regering al die moeite doen om een terroristische aanval te faken, zodat ze dan een vrijgeleide voor de oorlog in Irak zouden krijgen, als ze dit nooit als argument zouden gebruiken? Verder is er ook een probleem met de theorie die stelt dat er thermiet werd gebruikt om de WTC torens te vernietigen. Waarom was dit nodig? Als men toch al vliegtuigen (of desnoods een raket) die gebouwen laat raken, waarom zou men dan nog de moeite doen om ze compleet op te blazen? Waarschijnlijk omdat dit veel dramatischer is, maar mij lijkt een beeld van een vliegtuig die een toren raakt waardoor die voor een groot stuk in brand vliegt al dramatisch genoeg.
Laten we nu kijken naar de 5 punten die ik hierboven al heb aangehaald waar complottheorieën op steunen, en deze kritisch bekijken.
1. Hoe kan dit nu het machtigste land ter wereld overkomen? Tenzij...
Tenzij er grote gaten zitten in het beveiligingsnetwerk op de luchthavens, de Amerikaanse intelligentiediensten toch niet zo goed functioneren als ze zelf denken, er groeperingen zijn die willen aanslagen plegen en hiervoor het geld, de middelen en de mensen hebben, enz. 9/11 roept vele vragen op, maar niet zozeer of de Amerikaanse regering al dan niet zelf de aanslagen heeft gepleegd, maar eerder dat hun beveiligingsnetwerk te wensen overlaat. Je hebt helemaal geen Hollywood scenario77 nodig om de aanslagen te verklaren. Soms kan iets klein, laag en gemeen, iets groot en mooi vernietigen. JFK was niet het slachtoffer van een complot, wel van een individu met een geweer en bereid was om iemand te doden. Het is handig om in deze situaties het scheermes van Ockham78 te gebruiken. Wat is het meest 76
http://georgewbush-whitehouse.archives.gov/news/releases/2003/03/20030322.html (07-08-2009).
77
Sommige van de bekendste complottheorieën lijken sterk op verhalen van Dan Brown of Tom Clancy, met
veel intriges en geheime plotten. Dat is fictie, en de aanslagen van 9/11jammer genoeg niet. 78
Ockham‟s scheermes is als volgt; „Entia non sunt multiplicanda praeter necessitatem‟ ofwel, „men moet
zijnden niet zonder noodzaak vermenigvuldigen„. Simpel gezegd wordt hiermee bedoeld dat de simpelste hypothese de beste is. Williams, 2000, p. 243.
39
waarschijnlijke: Dat 9/11 het resultaat is van een terroristische groepering die goed de gaten wist in de luchthavenbeveiliging of dat de Amerikaanse regering een complot heeft in elkaar gestoken, de WTC torens doen ontploffen en het dan nog doen lijken op een terroristische aanslag? Het eerste is veel waarschijnlijker. Ook bij het argument dat er thermiet is gebruikt die dag kunnen we snoeien met Ockham‟s scheermes: is het waarschijnlijker dat de torens zijn neergestort door de impact van de vliegtuigen en de daarna ontstane branden, of zijn deze het gevolg van de impact, de branden en het gebruik van springstoffen? We kunnen ons ook afvragen hoe en wanneer de springstoffen in de torens zijn aangebracht en waarom niemand hier iets van gemerkt heeft. De gebeurtenissen van die dag zijn wat Nassim Nicholas Taleb een zwarte zwaan noemt, een gebeurtenis die niemand had zien afkomen of zelfs maar durven voorspellen.79 Er zit geen complot achter (buiten wat Al Qaida had gepland), het is gewoon gebeurd of je dit nu graag hoort of niet.
2. Ooggetuigenverslagen Aan ooggetuigenverslagen is veel te lang veel te veel krediet verleend.80 In rechtszaken bijvoorbeeld heeft men lange tijd gedacht dat een ooggetuige van een misdaad een van de belangrijkste autoriteiten was om te kunnen aantonen of iemand schuldig is of niet. Tot men plots begon op te merken dat bij ooggetuigen de verdachte meestal zwarter was dan de effectieve dader. Bias en andere vooroordelen spelen een enorm grote rol, en vervormen de waarnemingen van degene die waarneemt.81 Zo deden Singer en Benassi in 1980 een experiment met universiteitsstudenten. Deze werden willekeurig in twee groepen verdeeld en beide groepen moesten kijken naar een goochelaar die verschillende trucs deed. De ene groep werd echter verteld dat ze naar een goochelaar keken die zijn kunsten deed, de andere werd verteld dat ze naar iemand keken die echte psychische gaven had. Achteraf werd aan de studenten gevraagd of ze geloofden dat de man een goochelaar was of iemand met psychische gaven. In beide groepen geloofde ongeveer twee derde dat de man psychische krachten had. Zelfs bij een later experiment, waar een groep uitdrukkelijk te horen kreeg dat de man een goochelaar was, geloofde 58% dat hij in het bezit was van bovennatuurlijke gaven.82 Dit toont 79
Taleb, 2008.
80
http://www.skepdic.com/skeptimedia/skeptimedia31.html (14-07-2009).
81
Carroll, 2000, p. 55-56.
82
Wiseman, 1995, p 29-32.
40
aan dat ooggetuigenverslagen bijzonder onbetrouwbaar zijn, vaak omdat „beliefs‟ van mensen beïnvloeden wat ze menen waar te nemen. De studenten meenden werkelijk een paranormaal fenomeen waar te nemen, hoewel hun uitdrukkelijk was gezegd dat men met een goochelaar te maken had. Indien men die studenten achteraf zou vragen wat ze die dag hebben gezien, zouden sommigen antwoorden dat ze getuige waren van een paranormaal fenomeen en niet van een goochelaar die zijn kunstjes opvoerde. Het kan zijn dat de geïnterviewde ooggetuigen die aanwezig waren in New York op 11 september reeds in de waan waren dat er sprake was van een complot en zelfs meenden zaken te zien (of zaken te herinneren) die er niet waren. Men moet beseffen dat kort na de aanslagen, de geruchtenmolen reeds flink aan het draaien was en dat er enorm veel foutieve informatie over en weer vloog. Deze informatie beïnvloedt natuurlijk ook de ooggetuigen en vervormt dus wat men meende waar te nemen. Het is ook niet ongebruikelijk dat ooggetuigen zelf de gaten in hun geheugen opvullen. Verder bestaat de kans ook dat onze zintuigen ons bedriegen. Het kan donker zijn, er kan veel achtergrondlawaai zijn, men kan slecht uitgeslapen zijn, enz. Zeker op een dag als 11 september kan men zich voorstellen dat de ooggetuigen allesbehalve kalme toeschouwers waren. Er heerste een enorme chaos en de meeste mensen waren op de vlucht. Neem nu de getuigenis dat men een niet-commercieel toestel zag crashen in de zuidelijke WTC toren (de tweede die geraakt werd). Men kan zich vragen stellen bij een getuigenis die is gemaakt tijdens zo een chaotische situatie en het lijkt mij sterk om dit te kunnen waarnemen bij een vliegtuig dat zich op (relatief) grote hoogte bevindt en aan hoge snelheid richting een toren raast. Men moet zich ook afvragen hoe betrouwbaar de ooggetuigen zijn. Zo beweerde Marc Birnbach,83 een werknemer van FOX, dat het vliegtuig dat in een van de torens vloog een vrachtschip zonder ramen was en niet een passagiersschip zoals de boeiing 767. Ondertussen is gebleken dat Marc Birnbach zich ongeveer twee kilometer van „Ground Zero‟ bevond. Hij heeft zelfs niet gezien hoe het vliegtuig de toren raakte, hij had enkel de explosie gehoord.84 Deze bedenkingen bij ooggetuigenverslagen zijn natuurlijk ook van toepassing bij de verklaringen van ooggetuigen van bijvoorbeeld UFO ontmoetingen en paranormale waarnemingen.
83
http://www.911review.com/pm/markup/index.html (18-02-2009).
84
http://www.popularmechanics.com/science/defense/1227842.html?page=3&c=y (30-06-2009).
41
3. Uitspraken van mensen ter plekke
Complottheorieën baseren hun ideeën vaak door gebruik te maken van uitspraken die er mogelijks op wijzen dat er een complot aan de gang is. Ze zijn hierin erg selectief, niet alleen negeren ze alle uitspraken die hun zaak niet ondersteunen, maar ze deinzen er ook niet voor terug te snijden in uitspraken tot als die hun belangen verdedigen. Hier is een goed voorbeeld uit Loose Change:85 „“I saw a flash flash flash [at] the lower level of the building. You know like when they demolish a building?86” Deze uitspraak kwam van Assistant Fire Commissioner Stephen Gregory”. Deze uitspraak lijkt de bewering te staven dat de torens zijn neergehaald met behulp van springstoffen. Maar bekijk nu de volledige uitspraak: “I know I was with an officer from Ladder 146, a Lieutenant Evangelista, who ultimately called me up a couple of days later just to find out how I was. We both for whatever reason -again, I don't know how valid this is with everything that was going on at that particular point in time, but for some reason I thought that when I looked in the direction of the Trade Center before it came down, before No. 2 came down, that I saw low-level flashes. In my conversation with Lieutenant Evangelista, never mentioning this to him, he questioned me and asked me if I saw low-level flashes in front of the building, and I agreed with him because I thought -- at that time I didn't know what it was. I mean, it could have been as a result of the building collapsing, things exploding, but I saw a flash flash flash and then it looked like the building came down. Q.: Was that on the lower level of the building or up where the fire was? A: No, the lower level of the building. You know like when they demolish a building, how when they blow up a building, when it falls down? That's what I thought I saw. And I didn't broach the topic to him, but he asked me. He said I don't know if I'm crazy, but I just wanted to ask you because you were standing right next to me. He said did you see anything by the
85
Avery, 2006.
86
Ook te bekijken op http://www.debunking911.com/quotes.htm .
42
building? And I said what do you mean by see anything? He said did you see any flashes? I said, yes, well, I thought it was just me. He said no, I saw them, too.”87
Vaak maken complottheoretici ook gebruik van „experts‟ om hun theorie te ondersteunen. Ik zet „experts‟ met opzet tussen aanhalingstekens, omdat men best bijzonder kritisch mag zijn als complottheorieën afkomen met „experts‟. Hier volgt nog een voorbeeld uit „Loose Change‟. Daarin wordt een zekere Kevin Ryan, werkende bij Underwriters Laboratories, het bedrijf dat het staal van het WTC heeft gecertificeerd, naar voor gebracht en hij beweerde dat het staal van de WTC torens niet kon gesmolten zijn. Eerst en vooral werkt Kevin Ryans voor een departement dat de kwaliteit van het water test. Ook heeft hij nooit de claim gedaan dat het staal gesmolten was en blijkt op de koop toe dat Underwriters Laboratories nooit het staal van het WTC heeft gecertificeerd.88 In „Becoming a critical thinker‟ legt Carroll uit dat we steeds moeten controleren of experts wel echt experts zijn, en indien van wel, of ze experts ter zake zijn.89 Binnen de wetenschappelijke wereld heerst er een consensus over de aanslagen op de torens: de impact en de branden (de vliegtuigen waren volgetankt met kerosine, en ook de enorme hoeveelheid erg brandbare materialen zoals houten meubels en PVC van computers waarmee de WTC torens gevuld waren stonden in brand) hebben het staal van de torens verzwakt, waardoor het gebouw in elkaar is gestort. De vergelijking dat de torens zijn ingestort zoals dat bij een gecontroleerde sloop gaat trouwens niet op, aangezien daar gebouwen van beneden naar boven ontploffen, en bij de WTC torens zag men het omgekeerde, de torens vielen van bovenaan naar beneden.90 Maar meer hierover in het volgende punt.
4. De torens konden niet instorten op de manier zoals ze zijn ingestort. Tenzij...
Een van de kernpunten van het complotvertoog is de redenering dat de torens op een „verdachte‟ manier zijn ingestort. Volgens sommigen was het onmogelijk dat de torens
87
Het volledige interview is te lezen op
http://www.nytimes.com/packages/html/nyregion/20050812_WTC_GRAPHIC/Gregory_Stephen.txt (20-042009). 88
http://screwloosechange.blogspot.com/2006/05/loose-screw-3-kevin-ryan-of.html (30-06-2009).
89
Carroll, 2000, p. 56-59.
90
http://www.popularmechanics.com/technology/military_law/1227842.html?page=4 (14-07-2009).
43
instortten, en al zeker niet op de manier waarop ze zijn ingestort. De logische conclusie is dus dat er nog een kracht aan het werk was die dag om ervoor te zorgen dat de torens op die manier zijn neergestort. Meestal steunen complottheorieën hiervoor op twee punten:
De torens zijn niet ingestort op een manier die men zou verwachten indien er een vliegtuig in zou vliegen, maar eerder op de manier waarbij een gebouw instort via een gecontroleerde ontploffing.
De schade van de vliegtuigen was niet voldoende om de gebouwen te doen instorten.
Vaak betrekt men in deze redenering ook de case van WTC 7, een gebouw dat niet is geraakt door een vliegtuig die dag, maar toch is neergestort. Volgens de complottheorieën stond WTC 7 te ver van de twee andere torens om mee in de brokken te delen, en was de schade die dat gebouw had geleden zeker onvoldoende om het te doen instorten. Dus ook WTC 7 is met explosieven vernietigd. Indien men echter het grondplan van New York voor 2001 zou bekijken zou men opmerken dat WTC 7 vlak naast „Ground Zero‟ staat, dus vlak naast de Twin Towers. Bij de impact van de 2 vliegtuigen is WTC7 ook zwaar beschadigd geraakt door vallende brokstukken. Minstens 10% van het gebouw was ernstig beschadigd.91 Dit zou nog toegenomen zijn toen de twee torens ineenstorten en nog meer puin WTC7 zou geraakt hebben. Verder zou het gebouw meerdere uren hevige branden hebben moeten doorstaan, waardoor de schade nog aanzienlijk zou vergroot zijn. Ook hadden meerdere brandweermannen al laten weten dat het gebouw er erg aan toe was, en men moest beginnen evacueren omdat er instortingsgevaar dreigde.92
Maar nu verder met de twee punten die ik hierboven heb aangehaald. Laat ik beginnen met de claim dat de schade van de vliegtuigen niet genoeg was om de gebouwen te doen instorten te debunken. Het officiële verhaal echter stelt dit niet.93 De reden dat de torens zijn ingestort was een combinatie van de schade die de vliegtuigen hebben aangericht, samen met de urenlange branden die woedden in de torens. Op beelden van de brandende torens ziet men geregeld ook een rode stof „druipen‟ uit de torens, welke volgens de complot aanhangers zou wijzen op
91
Popular mechanics, 2006, p.4-7.
92
http://www.911myths.com/html/wtc7_damage.html (30-06-2009).
93
http://www.9-11commission.gov/report/911Report.pdf (30-06-2009).
44
gesmolten staal. Dit kan echter niet want de brandstof van de vliegtuigen, kerosine, zou niet heet genoeg kunnen branden en zeker niet lang genoeg om het staal te doen smelten. Maar ook dit wordt niet beweerd door het 9/11 commision report.94 Wat we zien is geen gesmolten staal, maar eerder gesmolten aluminium, welke een veel lagere smeltingtemperatuur heeft. Ook moest het staal helemaal niet smelten om de torens te doen instorten, de hoge temperaturen waren voldoende om het staal voldoende te verzwakken zodat deze niet meer de nodige draagkracht hadden. Verder brandde er veel meer in de torens dan enkel de kerosine. Uiteindelijk lijkt het heel waarschijnlijk dat de torens wel degelijk zijn ingestort door deze twee factoren alleen.
De andere claim dat de torens zijn neergehaald door middel van een controlled demolition snijdt evenmin hout.95 Volgens de complotten zouden de instortingen erg sterk gelijken op een gebouw dat vakkundig wordt opgeblazen door sloopexperts. De toren valt namelijk recht naar beneden, in plaats van zijwaarts. Hij valt daarenboven ook nog te snel, bijna aan vrije val snelheid. In „Loose change‟ bijvoorbeeld tonen ze het moment dat de torens vallen, met een timer erbij die aftikt op 9.2 seconden, veel te vlug gezien de omvang en gewicht van het gebouw. Echter, de beelden zijn enorm vaag, grote stofwolken verhinderen het grootste deel van het zicht. Indien men deze beelden opnieuw bekijkt, zien we een grote fout in „Loose change‟. De klok wordt te vroeg gestopt, de toren was nog niet compleet ingestort toen de timer aftikte op 9.2 seconden.96 We kunnen dit bewijzen door te kijken naar de eerste seconden van de instorting. Men merkt dat eerst de buitenste „columns‟ vlugger vallen dan de stofwolk, die op zijn beurt vlugger valt dan de rest van het gebouw. De klok in „Loose change‟ stopt als de columns de grond raken, maar achter de stofwolk valt de rest van het gebouw nog. Dit toont aan dat het gebouw niet aan vrije val snelheid naar beneden is gekomen. De manier waarop het gebouw valt komt trouwens helemaal niet overeen met de manier waarop een gebouw gesloopt wordt door middel van springstoffen. Een gebouw dat op deze manier gesloopt wordt stort namelijk in vanaf de bodem, terwijl we bij de WTC torens duidelijk zien dat de instorting van bovenaan begint. Het gebouw klapte met andere woorden in op zichzelf, door het gewicht van de vallende verdiepingen.
94
http://www.9-11commission.gov/report/911Report.pdf (30-06-2009).
95
http://wtc.nist.gov/pubs/factsheets/faqs_8_2006.htm (30-06-2009).
96
http://www.911myths.com/html/freefall.html (30-06-2009)
45
5. Er is niets dat wijst op een complot, dus er moet een complot zijn. De hele hypothese dat 9/11 een „inside job‟ was, berust op de veronderstelling dat er achter de schermen een machtige organisatie aan het werk is die de touwtjes in handen heeft. Dit houdt ook in dat deze organisatie hiervoor over een enorme macht moet beschikken zoals financiële middelen, mankracht, kennis, politieke macht, enz. Deze organisatie (laten we ze de „Illuminati‟ noemen omwille van het gemak) kan dus ook zijn eigen bestaan verborgen houden voor de rest van de wereld. Het ontbreken van bewijs van het bestaan van de Illuminati is voor complottheoretici bewijs dat ze er wel degelijk zijn. Ze zijn immers zo machtig dat ze geen sporen nalaten. Indien een complottheorie „debunked‟ wordt, dan zien complottheoretici hier meteen een antwoord van de Illuminati in, nogmaals het bewijs dat ze wel degelijk reëel zijn97. Het is duidelijk dat er een en ander rammelt aan dit argument. Zo moeten we uit het feit dat we geen elfjes waarnemen, concluderen dat elfjes bestaan. Immers, elfjes zijn listige wezens die hun bestaan aan onze ogen kunnen onttrekken. Ze zijn misschien in het bezit van magie die hen onzichtbaar maakt, of gebruiken een vergevorderde camouflagetechnologie. Indien men nergens sporen vindt van deze elfjes, is dat enkel omdat ze goed hun sporen kunnen wegvegen.
Deze redenering over de Illuminati biedt de complottheoretici ook enkele markante voordelen. Door deze argumentatie te gebruiken maken ze zich als het ware immuun tegen kritiek. Dit geldt ook voor kritieken vanuit de wetenschappelijke wereld. Zoals ik al vermeld heb bestaat er binnen de wetenschappelijke wereld consensus over wat er op 9/11 is gebeurd, en die consensus houdt in dat de Twin Towers zijn neergestort door de schade van de vliegtuigen en de daaropvolgende branden. Complottheoretici moeten hiervan niets weten en beweren consequent dat al deze personen onder één hoedje spelen met de Illuminati. Indien ze niet samenwerken met de Illuminati, zijn ze er wel bang van, en durven ze geen dissidente mening er op na te houden uit angst om hun job te verliezen. De paar mensen die niet het officiële verhaal prediken zijn zeldzame dappere zielen die durven de waarheid te verkondigen, zelfs al zijn deze personen vaak niet bevoegd om dergelijke claims te maken98.
97
http://911review.com/coverup/index.html (14-07-2009).
98
Zie infra p.65.
46
Terwijl ik deze thesis schrijf is mijn oog gevallen op alweer een nieuwe complottheorie, deze keer rond de onlangs verkozen president van de Verenigde Staten van Amerika Barack Obama. In de „documentaire‟ „The Obama deception99‟ van Alex Jones100, wordt Obama afgedaan als een pion van diverse miljardenbedrijven (gelijkgesteld aan invloedrijke personen van de Illuminati (alweer)), en hij zou dus niets meer zijn dan een stromanpresident, iemand die vooral de belangen dient van zijn „duistere meesters‟. De „documentaire‟ maakt gebruik van het gebruikelijke arsenaal dat complottheoretici tot hun beschikking hebben: duistere quotes, uitspraken die alluderen op een mogelijk complot101. Jesse Venture, voormalig gouverneur in de VS, zegt dat politiek als professioneel worstelen is; politici spreken publiekelijk stoere taal, maar achter de schermen zijn het dikke vrienden. In „The Obama deception‟ wordt deze uitspraak gebruikt om te wijzen op een mogelijk complot. Er is natuurlijk meer show in de politiek dan we vaak zouden geloven, en de meeste politici gaan om met elkaar om zoals de meeste collega‟s dat overal doen, maar dat wil niet zeggen dat men achter de schermen samen complotten aan het smeden is. Het algemene idee is dat Obama de vlotte vervanger van Bush is, omdat Bush er blijkbaar zo een zootje van had gemaakt, dat het publiek zich tegen de regering begon te keren, en zo „had the globalist agenda been stalled‟ volgens de film. Obama werd als charismatische figuur naar voor geschoven zodat de publieke opinie zich weer achter de regering schaarde, en het „grote plan‟ kon verdergaan. De Verenigde Staten zijn onder controle van het militaire industriële complex en Wall Street. De laatste „goede‟ president was John F. Kennedy, die vanwege zijn „rebellie‟ tegen de Illuminati door diezelfde groepering is uitgeschakeld. De film staat vol van deze buitengewoon waanzinnige beweringen. Zo zou de huidige financiële crisis in gang zijn gezet door de Illuminati, om het publiek ervan te overtuigen dat enkel een „New World Order‟ in staat is deze onder controle te krijgen. Het einddoel is natuurlijk dat de Illuminati hierdoor meer macht verkrijgen, en Obama „is the first one to sell it to the world‟. Ook wordt er in de film een quote vermeld die zogezegd van Abraham Lincoln komt: “I see in the near future a crisis approaching. It unnerves me and causes me to tremble for the safety of my country. The money power preys upon the nation in times of peace and 99
Te bekijken op http://video.google.com/videoplay?docid=7886780711843120756
100
Alex Jones heeft de voorbije jaren reeds meerdere malen beweerd dat de aanslagen van 9/11 georkestreerd
werden door de Amerikaanse regering. 101
http://screwloosechange.blogspot.com/2009/04/obama-deception-debunked-part-i.html (14-07-2009).
47
conspires against it in times of adversity. It is more despotic than a monarchy, more insolent than autocracy, more selfish than bureaucracy. It denounces, as public enemies, all who question its methods or throw light upon its crimes. I have two great enemies, the Southern Army in front of me & the financial institutions at the rear, the latter is my greatest foe. Corporations have been enthroned, and an era of corruption in high places will follow, and the money power of the country will endeavor to prolong its reign by working upon the prejudices of the people until the wealth is aggregated in the hands of a few, and the Republic is destroyed. I feel at this moment more anxiety for the safety of my country than ever before, even in the midst of war. God grant that my suspicions may prove groundless.” 102
Deze bleek echter te komen uit een een brief die vervalst was, wat reeds in 1896 aan het licht is gekomen103. Het is niet vreemd dat een dergelijke complottheorie nu boven water komt. Er heerst een zware economische crisis, en het algemeen vertrouwen in de economie staat op een laag peil. Hiermee hangt de verschijning van Obama samen, die op zich al een uniek voorval is, aangezien hij de eerste zwarte president van de Verenigde Staten is. Hij contrasteert ook enorm met de veel oudere en minder vlotte, conservatieve Bush, de voormalige president. Net zoals bij de aanslagen van 9/11 verbinden de complottheoretici allerlei willekeurige feiten, en zien ze hierin een patroon. Dit patroon is het complot dat zogezegd achter de schermen steekt. Zoals gewoonlijk zijn de bewijzen voor het complot bijzonder mager: verknipte of foutieve quotes, uitspraken van mensen die waarschijnlijk helemaal geen kennis van de politieke wereld hebben (zoals muzikanten en komieken) en uitspraken van mensen die reeds in het verleden dubieuze uitspraken hebben gedaan. Dit alles wordt doorspekt met een gezonde dosis paranoia: door vermeldingen te maken van geheime meetings, journalisten die achtervolgd worden, er wordt gebruik gemaakt van woorden als „puppets‟, „New World Order‟, „world domination‟, enz. Er wordt vanalles beweerd, maar feiten die erop wijzen dat Obama werkelijk een stroman van een grote, geheimzinnige organisatie is zijn nog niet boven water gekomen.
102
Citaat overgenomen van http://screwloosechange.blogspot.com/2009/04/obama-deception-debunked-part-
i.html (14-07-2009). 103
De weerlegging is te lezen door op http://query.nytimes.com/ „popocratic forgery‟ in te geven in het zoekveld.
(20-04-2009).
48
IV. Waarom geloven mensen nu in deze ideeën? “It takes a wonderful brain and exquisite senses to produce a few stupid ideas.” George Santayana104
Tot nu toe hebben we nog niet besproken waarom mensen geloven dat deze irrationele denkbeelden waar kunnen zijn. Hier is geen eenduidig antwoord voorhanden, dit is hoogstwaarschijnlijk verschillend voor elk individu. Een andere moeilijkheid is dat bij veel van deze personen de redenen waarom ze nu die opvattingen hebben, voor hen zelf vaak erg duister zijn. Zoals ik al had aangehaald in het stuk over Clifford105 zijn wij vaak niet in staat om onze „beliefs‟ te kiezen, vaak is het helemaal gaan kwestie van keuze, en „overvallen‟ onze „beliefs‟ ons als het ware. Los hiervan kunnen we wel een paar algemene trends waarnemen. Later zullen we dieper ingaan op de verschillende soorten „believers‟106 en hoe die staan ten opzichte van hun eigen opvattingen. Het eerste wat we moeten opmerken is dat „beliefs‟ sterk verbonden zijn met emoties. De overtuigingen die we hebben zijn met andere woorden sterk verbonden met onze gevoelens die we hebben tegenover die bepaalde denkbeelden. Indien men terugdenkt aan het voorbeeld van Millecam107 zagen we, dat een van de redenen waarom zij wantrouwig tegenover de „conventionele‟ geneeskunde stond, was omdat haar vader was overleden aan kanker ondanks de behandelingen die hij had gekregen. Natuurlijk is de geneeskunde geen wondermiddel dat eender welke ziekte kan overwinnen, het is mogelijk dat de kanker al teveel was uitgezaaid, of dat de toen voorhanden geneesmiddelen ontoereikend waren om effectief de ziekte te bestrijden. Dit neemt niet weg dat die behandelingswijze waarschijnlijk het meeste kans op slagen had, althans veel meer dan de behandelingen die Millecam later zou ondergaan. Niettemin is het heengaan van een familielid steeds een pijnlijke zaak, en vaak lopen de emoties dan sterk op. Het hele gebeuren kan een blijvende indruk laten op de persoon die ermee geconfronteerd werd, wat zich dan, zoals bij Millecam, kan uiten in het creëren van bepaalde aversies.
104
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
105
Zie supra p. 20.
106
Zie infra p. 76.
107
Zie supra p. 13.
49
Een ander voorbeeld komt uit mijn persoonlijke kring. Een vriend van mij heeft ooit meegedaan aan een Ouijasessie. Dit wordt gedaan door middel van een Ouijabord, wat meestal niet meer is dan een houten plank met cijfers en letters en ook nog de woorden „ja‟, „nee‟, „misschien‟ en „vaarwel‟ erop. De deelnemers van de sessie leggen elk een vinger op de wijzer die bij het bord zit, en deze beweegt dan over het bord om een boodschap uit te drukken. De redenering hierachter is dat men via het bord in contact staat met de geestenwereld, en deze geesten bewegen dan, via de deelnemers, de aanwijzer over het bord, om te antwoorden op diverse vragen. 108 De meer wetenschappelijke verklaringswijze is dat de aanwijzer beweegt door de (onbewuste) spierbewegingen van de deelnemers, en dat vele van de aangewezen letters nogal vrij geïnterpreteerd worden. Zo worden bijvoorbeeld de letters „JU‟ geïnterpreteerd als „Juice‟ toen men een vraag stelt over wat iemand als ontbijt had. 109 In ieder geval was mijn vriend er bijzonder van onder de indruk, aangezien hij er een panische angst aan over heeft gehouden. Hij beweert dingen te hebben gezien die hem een zodanige angst hebben opgeleverd, dat hij nooit nog in de buurt van een ouijabord wil komen. Naast het bewegen van de aanwijzer zijn er nog zaken gebeurd, zoals het bewegen van meubels, het horen van vreemde geluiden en het zien van „onverklaarbare zaken‟. We kunnen aannemen dat er voor al deze zaken een betere uitleg is dan geesten die aan het werk zijn. Indien men echt opgaat in het ouijaspel, begint de menselijke geest zich dingen voor te stellen die er niet zijn, en bij elk vreemd feit legt men de link naar het ouijabord. Men begint zichzelf wijs te maken dat er effectief een contact is met supernatuurlijke krachten. Ik ontken niet dat mijn vriend wel degelijk iets heftigs heeft meegemaakt, zijn reacties en gedrag lijken mij authentiek. Echter, zijn gevoelens zijn gebaseerd op foutieve uitgangspunten. Voor hem lijken de logischere verklaringen weinig uit te maken, de ervaring heeft als het ware een bepaald „belief‟ bij hem „geprogrammeerd‟.
Een ander belangrijk punt is het gebrek aan (correcte) info. Het is niet uitzonderlijk dat mensen meningen vormen aan de hand van foutieve of incomplete informatie, of misschien zelfs ondanks een gebrek aan informatie. Bij velen bijvoorbeeld heerst het idee dat homeopathie of acupunctuur een erkende medische behandelingswijze is. 110 Meestal weet
108
http://skepdic.com/ouija.html. (26-02-2009)
109
Dillon,1993, p. 281-287.
110
Op dit punt zijn deze personen misleid; toen de Christelijke, de Socialistische en de Liberale Mutualiteiten in
2003 ervoor kozen om homeopathische medicijnen terug te betalen, stuurden ze hiermee een verkeerd signaal
50
men niet precies hoe bij dergelijke behandelingen de vork in de steel zit. Als men de redenering achter hoe homeopathie zou horen, zou er waarschijnlijk bij velen al een belletje rinkelen dat het een absurd idee is, en waarschijnlijk geen heilzaam effect op het menselijk lichaam kan hebben.
Een derde punt is dat mensen vaak hun opvattingen verkrijgen door hun sociale context. De mensen om je heen (gezin, vrienden, collega‟s, leerkrachten, en misschien beroemdheden) vormen voor een groot deel de denkbeelden die je hebt. Dit zien we bijvoorbeeld erg sterk bij sektes. 111 Sektes zijn groepen, vaak religieus maar niet altijd, met een bepaalde (vaak absurde) opvatting. Ze sluiten zich vaak af van de buitenwereld (vaak geuit in wij- versuszijdenken), hebben een strikte hiërarchie (met de sekteleider die helemaal bovenaan staat), en hebben zij een agressieve manier om hun leden te indoctrineren in de leer van de sekte. Dit gaat vaak over extreem waanzinnige dingen, zoals bij de „Heaven‟s Gate‟ sekte, waar men geloofde dat de leider Marshall Applewhite Christus was, en dat er een ruimteschip hem en zijn volgelingen (uitverkorenen zoals ze zichzelf noemen) zou oppikken om in de ruimte een beter leven te leiden. De mensen die dit geloven zijn niet gek, of hebben geen lichamelijk gebrek zoals een hersenletsel. Vaak zijn zij mensen die iets missen in hun leven, en is de leider van de sekte iemand die de leegte kan opvullen. Het is dan ook niet ongebruikelijk dat de sekteleider vaak erg charismatisch is. Hij geeft met andere woorden zin aan het leven van zijn volgelingen. Zij zijn dan zo betoverd, dat zij bereid zijn alles te geloven en doen wat de sekteleider hen opdraagt, soms met dramatische gevolgen. Bij de „People‟s Temple‟ sekteuitte dit zich door de collectieve zelfdoding van 918 leden door inname van cyanide. 112
Een vierde reden waarom mensen zo vatbaar zijn voor bepaalde ideeën ligt aan het brein zelf. Hoewel het brein op zich een fantastisch apparaat is, dat ons in staat stelt de wereld rondom ons te interpreteren, bedriegt het ons evenzeer. Vaak zien we patronen (een handig hulpmiddel om te overleven, te leren, etc.) die er helemaal niet zijn. 113 Dit is sterk het geval bij pseudowetenschappen als astrologie. We zien patronen in de sterren, en geven aan die
naar de bevolking. Dit legitimeert deze behandelingen in zekere zin, ondanks het feit dat ze geen bewezen werking hebben. 111
Het volgende stuk is gebaseerd op http://skepdic.com/cults.html. (26-02-2009)
112
Layng, 2004, p. 46-48.
113
De Regt, 2008, p. 143-144.
51
patronen een betekenis mee. De stand van de sterren heeft dan zogezegd een invloed op het leven hier op aarde. Maar ook los daarvan krijgen we opvattingen door ons brein, simpelweg door de manier waarop het in elkaar zit. James Alcock beweert dat ons brein een „belief engine‟ bevat, een soort motor die „beliefs‟ genereert, los van het feit of ze waar zijn of niet.114 Zoals Alcock zegt: “This belief engine selects information from the environment, shapes it, combines it with information from memory, and produces beliefs that are generally consistent with beliefs already held. This system is as capable of generating fallacious beliefs as it is of generating beliefs that are in line with truth. These beliefs guide future actions and, whether correct or erroneous, they may prove functional for the individual who holds them. Whether or not there is really a Heaven for worthy souls does nothing to detract from the usefulness of such a belief for people who are searching for meaning in life.” 115 Het brein en het zenuwstelsel bevatten volgens Alcock hiervoor een aantal „units‟, onderdelen van de „belief engine‟, die samen „beliefs‟ genereren. Deze units zijn: The learning unit
Zoals de naam al doet vermoeden zorgt dit deel ervoor dat wij zaken aanleren. Belangrijker is dat dit deel ook verantwoordelijk is voor „magisch denken‟, waarbij men een causale link legt tussen twee zaken zonder zich de vraag te stellen of deze zaken wel echt aan elkaar zijn gelinkt. Een voorbeeld hiervan is een voetballer die voor de match een kruisteken slaat, omdat hij denkt dat dit hem geluk zal brengen. Hoe meer „geluk‟ deze handeling hem opbrengt (door meer doelpunten te scoren bijvoorbeeld), hoe meer hij de handeling zal associëren met het welkome resultaat. De meeste van deze correlaties zijn toevallige gebeurtenissen, en hebben geen invloed op elkaar. The critical thinking unit
De critical thinking unit wordt gevormd door ervaring en onderwijs. In tegenstelling tot magisch denken is kritisch nadenken en onderzoeken niet aangeboren. We moeten leren zien 114
Alcock, 1995, p. 14-18.
115
Alcock 1995, p. 15.
52
welke de echte verbanden in de wereld zijn. Dit ligt natuurlijk in de lijn met wetenschap en onderzoek: onze eigen zintuigen zijn niet voldoende om de wereld te doorgronden, dus moeten we andere methodes toepassen. Vaak lukt dit echter niet, door een gebrek aan ervaring of door het opspelen van emoties waardoor onze rede onderdrukt wordt. De ratio haalt het niet altijd van ons intuïtief denken. We zijn wel in staat om deze eigenschap aan en af te zetten, zoals wanneer we onze rationaliteit opzij zetten als het om religieuze zaken gaat, of als we deze aanzetten als we willen overpeinzen of we al dan niet geld lenen aan iemand. The yearning unit
Als mensen hebben we bepaalde verlangens: het verlangen om een zin in het leven te hebben, het verlangen om gelukkig te zijn, het verlangen om geliefd te zijn, enz. Het bevredigen van bepaalde verlangens onderdrukt angst, en daarvoor zijn we tot veel bereid. We zijn bereid om beelden over een hiernamaals te aanvaarden om onze angst voor de dood te doen verdwijnen, of we zijn bereid een bepaald medicijn te nemen indien men hoopt dat dit ons kan genezen. Vaak hebben irrationele denkbeelden hier een voordeel op wetenschappelijke verklaringen: ze geven in tegenstelling tot de wetenschap vaak ook een existentiële waarde mee aan de verklaring, zodat ook existentiële angsten gezalfd worden. Hier geldt natuurlijk ook dat wanneer we het meest bepaalde zaken verlangen, we het kwetsbaarst zijn voor irrationele opvattingen. The input unit
Dagelijks worden we gebombardeerd door miljoenen inputs om ons heen: een boek dat we lezen, een geluid dat we horen, het eten dat we ruiken,… We ontdekken vaak patronen hierin, maar niet alle patronen zijn zinvol, sommige zijn nutteloos of schadelijk. Niettemin lijken deze patronen ons redelijk. Daarenboven verloopt het verzamelen van sensorische stimuli niet passief, de zaken die we oppikken worden gerangschikt volgens in het brein opgeslagen „biases‟, met andere woorden: we zorgen ervoor dat wat we waarnemen in ons wereldbeeld past.
53
The emotional response unit
Telkens als er een sterke emotionele input samengaat met een bepaalde situatie, kan deze leiden tot een immens sterk „belief‟. Indien iemand zich bijvoorbeeld echt overrompeld voelt door het idee dat hij in telepathisch contact staat met iemand anders, kan hij dit voor de rest van zijn leven meedragen door de gedachte dat telepathie echt is. Soms kunnen deze ervaringen vanuit het brein zelf komen, zoals wanneer iemands brein die persoon doet geloven dat hij uit zijn lichaam treedt bij een bijna-doodervaring. Hier is de ervaring die we hebben natuurlijk heel reëel. The memory unit
Dankzij ons geheugen slaan we kennis op die we in het verleden hebben opgedaan: gaande van de wiskunde die we in het lager hebben gezien, over een gesprek dat we ooit hebben gehad tot een landschap dat we ooit hebben gezien. Ons geheugen is niet zo scherp als we soms zouden denken, enerzijds natuurlijk omdat wij gegeven een verstreken tijdsspanne vanzelfsprekend zaken zullen vergeten, anderzijds omdat ons geheugen ook constructief te werk gaat, in plaats van letterlijk de zaken uit het verleden op te halen uit ons brein. Net zoals hoe onze waarneming „biased‟ is, is ons geheugen dat ook. Daarom lijken herinneringen vaak ook enorm echt, zoals bij personen die beweren dat ze ooit door een UFO zijn ontvoerd (en dit daadwerkelijk geloven). De herinneringen die zij hebben zijn beïnvloed door hun overtuiging dat zij ooit zijn ontvoerd, en aldus construeren zij (onbewust) die „herinnering‟ om aan dat feit te voldoen. The environmental feedback unit Hoewel ik me in dit werk nogal negatief opstel ten opzichte van (bepaalde) „beliefs‟, kan ik niet anders dan toegeven dat „beliefs‟ ook erg nuttig zijn. Deze zorgen ervoor dat wij dagdagelijks kunnen functioneren. „Beliefs‟, ook diegene die fout zijn, „werken‟, ze helpen ons te overleven, ordenen ons leven, en helpen ons op vele andere manieren. Feedback die we krijgen versterkt of verzwakt deze „beliefs‟, maar net zoals het geval was bij de „memory‟ en de „input unit‟, is deze feedback onderhevig aan „bias‟. We interpreteren de feedback die we krijgen in termen van onze „beliefs‟. Feedback die tegen onze „beliefs‟ ingaat kan gerationaliseerd worden. 54
We moeten hier opmerken dat, zoals Alcock beweert, zowel rationele als irrationele ideeën via dit systeem in het brein „verankerd‟ worden. Dit toont aan dat ons brein op zich geen onderscheid maakt tussen enerzijds juiste ideeën en anderzijds foute denkbeelden. Het brein op zich controleert met andere woorden niet hoe correct onze „beliefs‟ zijn. Het kritisch onderzoeken van onze eigen en die van anderen is niet een automatisme zoals ademen of het verkrijgen van „beliefs‟, het is een methode waarmee we onszelf vertrouwd moeten maken. Dit gezegd zijnde is het duidelijk dat dit allesbehalve evident is. Net zoals bijvoorbeeld een ongetraind iemand niet op hetzelfde niveau als een getraind persoon kan sporten, zo zal ook iemand die weinig kennis heeft van kritisch redeneren veel vatbaarder zijn voor irrationele „beliefs‟ dan iemand die hier wel kennis van heeft. Aangezien een groot deel van de wereldbevolking deze mentale training niet heeft ondergaan, is het niet verwonderlijk dat irrationele ideeën zich zo goed verspreiden.
In een artikel van Whitson en Galinsky, gepubliceerd in Science, wordt beschreven hoe personen die minder controle binnen bepaalde domeinen hebben (of denken minder controle te hebben), vlugger zaken als complotten en illusoire connecties zien in onder andere de beurs dan personen met meer controle.116 Hoe minder controle men heeft, hoe meer ingebeelde patronen men begint waar te nemen. Het omgekeerde is ook waar: hoe meer controle men heeft of denkt te hebben, hoe minder patronen men ziet. In het brein merkte men op dat angst de amygdala meer stimuleert, en men trachtte deze angst weg te werken. In plaats van naar een objectieve controle, streefde men naar een perceptuele controle, waarbij men een aantal stimuli trachtte te verbinden en zo een vorm van controle probeerde na te streven. Iemand kan bijvoorbeeld niet goed vatten wat er nu werkelijk is gebeurd op 11 september 2001, dus construeert hij een verhaal waarbij de Amerikaanse regering achter de aanslagen zit. Gelijkaardig zien mensen die hongerig zijn, vaker afbeeldingen van voedsel in ambigue tekeningen. Dit werd getest aan de hand van een aantal experimenten. Men liet proefpersonen kijken naar tekeningen die werden verstoord door ruis (zoals je op je televisie soms kan waarnemen) en men vroeg of de proefpersonen er de afbeelding in konden waarnemen, wat nog net mogelijk was. De meeste proefpersonen konden de afbeeldingen waarnemen. Maar men liet ook ruis zien zonder een afbeelding erin, en ook hier zagen de proefpersonen die het gevoel hadden minder controle te hebben, patronen opduiken, hoewel deze er niet waren.
116
De paragraaf is gebaseerd op: Whitson, 2008, p. 115-117.
55
2. Het antwoord van de ‘believers’: hoe verdedigen zij zich tegen kritiek op hun denkbeelden? Ignorance is preferable to error; and he is less remote from the truth who believes nothing, than he who believes what is wrong. Thomas Jefferson117
Hoewel irrationele denkbeelden veel meer verspreid zijn dan hun rationelere tegenhangers, krijgen deze (vooral) vanuit academische hoek heel wat kritiek te verwerken. Schrijvers als Dawkins en Dennett bekijken religie vanuit een kritisch oogpunt, Shermer doet dit met Holocaustontkenners en mensen die beweren te zijn ontvoerd door aliens, enz. Door deze kritiek zien de aanhangers van deze irrationele ideeën zich genoodzaakt om een antwoord te bieden. Vaak is de waarde van deze antwoorden ondermaats, en verwerft de conclusie dat de denkbeelden die onder vuur kwamen te liggen geen greintje meer geloofwaardigheid. Niettemin maakt dit voor veel „believers‟ weinig uit, in het antwoord op de kritiek zien zij vaak hun gelijk. Vaak wil men zelfs geen verklaring geven indien men geconfronteerd wordt met kritiek, men gaat ervan uit dat zij gelijk hebben en dat degene die kritiek levert „het‟ niet begrepen heeft. Dit is vooral het geval bij wat men kan omschrijven als „toogfilosofie‟, de ideeën die leven bij de man in de straat. Bij meer academischere discussies zien de „believers‟ zich wel genoodzaakt om meer overtuigende argumenten te bedenken om hun ideeën te verdedigen tegen kritiek.
I.
De wapens van de scepticus zijn bot. The whole problem with the world is that fools and fanatics are always so certain of themselves, and wiser people so full of doubts. Bertrand Russell118
In het eerste deel heb ik reeds gealludeerd op het feit dat kritiek op irrationele denkbeelden vaak op dovenmansoren valt. Hoe vaak men ook deze ideeën weerlegt, ze lijken altijd terug te 117
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
118
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
56
komen. Voor veel sceptici is het vaak vechten tegen de bierkaai, en tot vervelens toe moet men steeds dezelfde ideeën, hoewel vaak in een ander jasje gestoken, weerleggen. Een goed voorbeeld hiervan is de discussie over „Intelligent Design‟. Dit komt eigenlijk neer op creationisme, een eeuwenoude idee waarbij men beweert dat de mens is geschapen door een godheid. Dit is door het gros van de wetenschappelijke wereld verworpen als zijnde onwetenschappelijk. Het creationistisch beeld leeft voort binnen het Intelligent Designdebat, die een „verwetenschappelijkte‟ versie is van het creationisme. Men besefte dat men het creationisme niet meer verkocht kreeg binnen de wetenschappelijke wereld, dus probeerde men dit opnieuw met Intelligent Design.119 Oude wijn in nieuwe zakken dus. Phil Mole beschrijft in „Fallacies and Frustrations: Why Skeptics Dread Conversations with True Believers‟120 hoe frustrerend het soms is voor een scepticus om met een „believer‟ een gesprek te voeren over datgene waarin de „believer‟ gelooft. „Believers‟ neigen ernaar om misleidend gebruik te maken van taal, logische argumenten en gevestigde kennis. Zo lijken sommigen niet te snappen dat woorden een bepaalde definitie hebben, dat men een bepaald woord enkel in een bepaalde zin kan gebruiken. Men mag niet zomaar een betekenis meegeven aan een woord omdat dit voor die persoon handig is. Zo maakt de bijbel niet echt „voorspellingen‟, want een voorspelling houdt in dat men de bewering maakt dat een gebeurtenis op een bepaalde manier zal plaatsvinden. Dit onderschept het argument dat de bijbel onder andere de AIDS epidemie heeft voorspeld. Een andere bron van frustratie is dat sommigen niet in staat zijn een goed argument op te bouwen. Men maakt onder andere gebruik van valse dilemma‟s, waarin men de keuze laat tussen slechts twee alternatieven. Paragnosten maken hier vaak gebruik van door te beweren dat mensen die bij hem of haar een paranormale ervaring hebben gehad ofwel de waarheid vertellen, ofwel liegen of gek zijn. En aangezien de meeste mensen niet gek zijn, of dwangmatige leugenaars zijn, concluderen paragnosten hier dan maar uit dat er wel degelijk paranormale gebeurtenissen plaatsvinden. Maar het kan even goed gebeuren dat iemand oprecht gelooft dat hij of zij een paranormale ervaring had, maar er in werkelijkheid geen sprake van was. Sociale en psychologische factoren spelen hierbij immers een belangrijke rol. Iemands herinneringen kunnen vervagen na een bepaalde periode of men kon op het moment van de gebeurtenis verward of moe zijn geweest.
119
http://skepdic.com/intelligentdesign.html. (12-03-2009)
120
Paragraaf gebaseerd op: Mole, 2004a, p. 30-35.
57
De fallacy of personal preference assumptions houdt in dat mensen die iets bovennatuurlijks hebben meegemaakt, zogezegd een betrouwbare bron zijn van de authenticiteit van de gebeurtenis. Stel dat iemand beweert dat hij in een oud hotel (waarvan wordt gezegd dat het er spookt) waar hij verbleef een spook heeft gezien. De meest logische verklaring zou zijn dat de man wist van de legendes rond het hotel, en dat dit samen met zijn verbeelding ertoe leidde dat hij een spook zag. „Believers‟ wijzen er dan op dat, indien hij werkelijk wist dat het er spookte, hij er zou zijn weggebleven. Maar hiermee ontsnapt aan de „believer‟ het feit dat de persoon in kwestie het zogezegde spook mogelijk is gaan opzoeken. Men kan niet weten wat er in het hoofd van de hotelgast omging toen hij besloot om voor dat hotel te kiezen. Men doet niets anders dan de eigen preferenties op iemand anders projecteren. De meest gebruikte drogredeneringen zijn echter diegene die op onwetendheid zijn gebaseerd. Hoewel men vaak onvoldoende kennis heeft over een onderwerp, heeft men er toch vaak een mening over. Creationisten menen dat er geen bewijs is voor de evolutietheorie, en sommige belangengroepen strijden tegen het toevoegen van fluoride in het drinkwater. Men denkt vaak dat er niet meer kennis is over een bepaald onderwerp dan men zelf denkt te weten. Men weet soms zelfs niet dat er tegenargumenten zijn.
Borgo ziet een probleem in het feit dat de meeste mensen niet weten wat het betekent een scepticus te zijn. De term scepticus is vaak synoniem voor muggenzifter, zuurpruim, ontkenner,…121 Mensen denken dat sceptici in niets geloven. Het is een geladen woord, wie zichzelf een scepticus noemt, plakt zichzelf een label op. Binnen discussies omtrent buitengewone fenomenen wordt degene die zich scepticus noemt vaak a priori buitenspel gezet. Het imago dat dit ene woord met zich meesleurt heeft vaak een enorme impact op de gevolgen van een discussie. Sommige believers menen ten onrechte, zoals Blackmore hierboven al zei, dat sceptici halsstarrig weigeren om hun versie van het verhaal aan te horen, dat ze hun ideeën op voorhand afdoen als onzin, en zich ganse dagen bezig houden met „believers‟ te kwellen met lastige vragen. Voor Borgo moet men het imago dat iemand heeft, gelijkstellen met de mogelijke gevolgen van de discussie. Dit houdt in dat wie zichzelf een scepticus noemt, meteen al bepaald het slachtoffer wordt van bepaalde vooroordelen. Vooroordelen die ervoor zorgen dat de „believer‟ niet tot een ernstige discussie wil overgaan. Misschien is het daarom maar beter dat we de term „scepticus‟ in de prullenmand gooien. Niemand studeert immers af als scepticus, en niemand heeft een job als scepticus. Sceptici 121
Paragraaf gebaseerd op: Borgo, 2005, p. 51-53.
58
zijn wetenschappers en filosofen uit diverse stromingen die zich bezighouden met de betrouwbaarheid van fantastische beweringen te testen. Scepticisme is dan volgens Borgo ook meer een manier van werken, een methode. De inhoud van het vertoog moet natuurlijk de kern blijven, men moet verklaren waarom het onwaarschijnlijk is dat men een bezoek heeft gekregen van buitenaardse wezens, of waarom een magneettherapie waarschijnlijk niet helpt tegen ADHD. Men mag echter het imago dat men uitstraalt niet vergeten, het imago is soms bepalend voor het aanslaan van een boodschap. Hij pleit dan ook voor een „bottom up‟aanpak van irrationele denkbeelden, men moet vertrekken vanuit feiten, en zo tot conclusies komen, in plaats van meteen zaken als „pseudowetenschap‟ en „onzin‟ te labelen. Indien sceptici niet willen dat zij een label opgeplakt krijgen, moeten ze deze handeling ook vermijden.
Dit alles lijkt erop te wijzen dat sceptici een strijd voeren die zij onmogelijk kunnen winnen. Het ideaal dat heerste in de Verlichting, een wereld geregeerd door wetenschap en rede, vrij van foutieve denkbeelden, ligt al lang achter ons. Irrationele denkbeelden zullen pas verdwijnen als de menselijke soort verdwijnt. Desondanks kunnen we wel opmerken dat de rede meer en meer terrein wint, de wereld is in grote mate minder onder invloed door irrationele denkbeelden dan pakweg 100, 500 of 2000 jaar geleden. Het is echter van groot belang dat wij ons blijven verzetten tegen irrationele denkbeelden, om ervoor te zorgen dat deze zo weinig mogelijk invloed hebben op het dagelijkse leven. Het is voor niemand wenselijk (behalve natuurlijk voor diegenen die er voordeel uit halen) dat men terugvalt in een maatschappij waar kwakzalvers mensen „genezen‟ of waar religieuze fanatici prediken hoe de maatschappij moet geregeld worden.
59
II.
Het weerwerk van de ‘believers’. For those that believe, no explanation is necessary. For those who do not, none will suffice. Joseph Dunninger122
We zullen nu enkele methodes bekijken die „believers‟ gebruiken om hun opvattingen verdedigen tegen kritiek. We hebben er reeds een aantal gezien in het artikel van Mole. Eerst en vooral dient men op te merken dat dit opnieuw geen eenzijdige zaak is. Zoals elke opvatting anders dient weerlegd te worden, zo zal ook elke opvatting zich op een andere manier verdedigen tegen kritiek. Sommige van onderstaande methodes zullen dus niet op elk irrationeel idee van toepassing zijn.
Immunisatiestrategieën.
Bepaalde opvattingen zijn bijzonder goed in het zich indekken tegen kritiek. Nog voor het eerste kritische woord valt is voor deze theorieën en hun aanhangers de kous al af. Hiermee bedoel ik dat men probeert zich immuun te maken tegen kritiek, met andere woorden, men probeert een bepaalde theorie of opvatting zo te construeren dat deze niet vatbaar is voor kritiek. Een van de bekendste voorbeelden hiervan is Freud, die beweerde dat de menselijke geest zich verzet tegen de psychoanalyse, maar dat dit een bewijs is van de psychoanalyse. Maar ook binnen complottheorieën kan men dergelijke strategieën waarnemen. Indien men bewijs voorlegt dat niet strookt met de opvatting van de complottheorie, doet men deze af als „biased‟. Vaak beweert men dat al wie kritiek levert op de complottheorie, mee in het complot zit. Indien dit niet het geval is, kan men altijd zeggen dat men bang is om er een dissidente mening op na te houden. In de nasleep van 9/11 werd maar al te vaak beweerd dat de critici onder een hoedje spelen met de „werkelijke daders van 9/11‟, of dat ze er niet voor terugdeinzen om dissidente meningen uit te schakelen (via bv. een economische boycot tegen deze personen). Vandaar dat zoveel publicaties meeheulen met het officiële verhaal, en er zo weinig dissidente (in hun visie, „correcte‟) meningen zijn. Men kan zich natuurlijk afvragen waarom er dan überhaupt nog dissidente meningen zijn. Op zijn website steekt 122
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
60
internetkomiek Maddox de draak met deze opvatting. 123 Hij toont een foto van Dylan Avery (de maker van „Loose Change‟) met daarrond de tekst „The fact that this man is alive, is proof that „Loose Change‟ is bullshit‟. Hoewel op een nogal cynische wijze, stelt Maddox zich de terechte vraag, als die organisatie (in dit geval de Amerikaanse overheid) werkelijk zo machtig is als men beweert, waarom is Avery dan nog niet uitgeschakeld? Waarom is zijn video al zolang op het internet beschikbaar, en waarom heeft diezelfde organisatie hier niets tegen gedaan? Dezelfde groepering die zogezegd in staat is om zoiets complex als 9/11 in gang te zetten, kan een student als Avery niet het zwijgen opleggen.
Het is duidelijk dat immunisatiestrategieën op zich geen goede verdediging zijn tegen kritiek, ze zijn een schijnbeweging om zichzelf in te dekken, maar ze zijn flinterdun. Voor de aanhangers is het natuurlijk wel een sterk middel om zich niet tegenover kritiek te moeten verantwoorden. Ik verwijs hiermee terug naar mijn voorbeeld dat ik gaf over de elfjes in mijn tuin.124 Anekdotes.
Heel wat denkbeelden worden gepropageerd aan de hand van anekdotes. Anekdotes zijn eigenlijk niet meer dan verhalen die worden verteld om een bepaalde claim te verdedigen. Uitspraken als: „Jij beweert dat homeopathie niet werkt, maar hoe komt het dan dat mijn zus is genezen?‟, zijn niet uitzonderlijk. Maar zonder bewijs, bv. door middel van een experiment, ondersteunen zelfs 100 anekdotes geen claim. Mensen zijn feilbare wezens, en elke anekdote kan dus foutief zijn, al heeft degene die de anekdote vertelt geen slechte bedoelingen. Je zus kan vanzelf genezen zijn, of een verkeerde diagnose hebben gekregen. Indien men wil weten of homeopathie echt werkt, moet men hiervoor proeven doen, met een groep die homeopathie gebruikt als behandeling, en een controlegroep die een placebo neemt, en moet men kijken of er een verschil is tussen beide.
123
http://www.thebestpageintheuniverse.net & http://www.thebestpageintheuniverse.net/c.cgi?u=911_morons
(12-03-2009). 124
Zie supra p. 45.
61
De „Alle grote genieën werden belachelijk gemaakt‟-verdediging of het Galileiargument. Toen de gebroeders Wright indertijd stelden dat de mens ooit zou vliegen, lachte men hen uit. Maar niet lang daarna is het de broers gelukt om te vliegen. Hetzelfde gebeurde met Copernicus toen hij een heliocentrisch zonnestelsel poneerde. Personen die indertijd bepaalde claims deden die wij nu als evident aanvaarden, werden vaak geridiculiseerd door hun tijdgenoten. Men vond hun ideeën bespottelijk of men verwierp die a priori. „Believers‟ trekken die lijn graag door naar vandaag wanneer ze beweren dat diegene die nu verworpen worden door de wetenschappelijke wereld, misschien wel gelijk kunnen hebben. Men haalt vaak Schopenhauer aan die het volgende heeft gezegd: „All truth passes through three stages. First, it is ridiculed. Second, it is violently opposed. Third, it is accepted as being selfevident.‟ Maar niet alle ideeën worden zo behandeld. Sommigen worden aanvaard zonder dat daar ooit de spot mee gedreven wordt, of zonder gewelddadig verzet. Uit het feit dat de wetenschappelijke wereld bepaalde ideeën als ridicuul beziet, volgt niet dat die ideeën ook juist zijn. Vaak worden bepaalde claims nooit onderzocht of weerlegd, bv. omdat die logisch inconsistent zijn. Men kan ook niet verwachten dat men elk idee van iedere fanaticus gaat onderzoeken. Indien men met zijn ideeën serieus wil worden genomen, zal men eerst moeten leren hoe correcte wetenschap beoefend wordt. De term „Galilei-argument‟125 komt van de vaststelling dat velen van deze miskende genieën zich graag vergelijken met Galilei. Deze moest, hij werd immers door de inquisitie verplicht, zijn ideeën dat de aarde rond de zon draaide afzweren. Galilei wordt hier bijna als een held van het vrije denken afgeschilderd, er wordt soms beweerd dat hij op de brandstapel stierf voor zijn overtuigingen, wat niet klopt. Hij mocht van de katholieke kerk zijn laatste dagen slijten in Toscane. Verder gaat de vergelijking tussen Galilei en paragnosten en andere pseudowetenschappers niet op. Galilei werd veroordeeld door de katholieke kerk, vanwege het controversiële karakter van zijn uitspraken. Paragnosten en anderen worden niet gebroodroofd door de wetenschappelijke praktijk, en al zeker niet gefolterd en vermoord. De hedendaagse wetenschap heeft niets te zien met de kerk van toen.
125
Elbers, 2005, p. 23-24.
62
Mislukkingen worden gerationaliseerd. Soms kan men „believers‟ zo ver krijgen dat ze bereid zijn om mee te werken aan een wetenschappelijk experiment dat de correctheid van hun claims zal onderzoeken. Indien het onderzoek geen verklaring kan geven, of niet kan aantonen dat de claim fout is, is dit voor degene die de bewering maakt natuurlijk mooi meegenomen. Het versterkt zijn of haar claim enkel maar. Tegenwoordig beginnen meer en meer sceptische organisaties ook geldprijzen uit te loven aan diegene die een bepaalde claim kan hardmaken (bv. Aan iemand die door middel van telekinese objecten van op afstand kan doen bewegen). Aangezien het hier vaak om grote sommen gaat zijn sommigen bereid om de test te ondergaan. Maar indien het experiment op een correcte wijze wordt uitgevoerd, worden de meeste „believers‟ betrapt. En bijna altijd hebben zij een uitleg klaar over waarom het mislukt is. Hun krachten werken niet in een laboratorium, of worden verstoord door de „negatieve energie‟ van de experimentator. Een aantal jaar geleden heeft James Randi, een professioneel goochelaar en wetenschappelijk scepticus, een man genaamd James Hydrick ontmaskerd die beweerde telekinetische krachten te hebben.126 In een show voor een live publiek deed hij met zijn geest een potlood bewegen, en kon hij de pagina‟s van een telefoonboek doen omslaan. Randi beweerde dat Hydrick dit simpelweg deed door te blazen. Hij vroeg aan Hydrick of hij nogmaals de pagina van de telefoonboek kon doen omslaan, maar deze keer met een pak piekschuim er rond. Indien Hydrick de pagina‟s deed omslaan door te blazen, zouden we ook het piepschuim zien bewegen. Indien Hydrick Randi kon overtuigen dat hij werkelijk telekinetische krachten had, ging hij 10.000 dollar rijker naar huis. Plots liet de geest van Hydrick het afweten, aangezien het hem niet meer lukte om ook maar één pagina om te slaan. Zelf beweerde hij dat dit kwam door statische elektriciteit die werd gevormd door een combinatie van piepschuim en de lichten in de zaal, waardoor de pagina‟s aan elkaar kleefden. Randi en de aanwezige juryleden waren niet onder de indruk van dit argument, en Hydrick kwam van een kale reis thuis. Denial is everything.
De beste manier om je te verdedigen tegen kritiek is nog steeds doen alsof die kritiek geen kritiek is. Men ontkent de argumenten van de critici, of probeert de bron van waar de kritiek komt in een slecht daglicht te stellen. Critici zijn mensen met oogkleppen die vastzitten 126
Het volledige filmpje is te bekijken op http://www.youtube.com/watch?v=QlfMsZwr8rc .
63
binnen hun „rationeel denkkader‟, of zijn blind voor wat overduidelijk „bovennatuurlijke fenomenen‟ zijn. En af en toe doet men gewoon alsof men de kritiek niet hoort en gaat men lustig verder met orakelen, alsof de kritiek er nooit geweest is.
Heel vaak draait men gewoon de rollen om, door de bewijslast door te schuiven naar de criticaster. Het zou zo moeten zijn dat, indien iemand een stelling poneert, het aan is hem om die stelling te verdedigen. Toen Darwin 150 jaar geleden beweerde dat het leven op aarde het resultaat is van jarenlange evolutie, moest hij opboksen tegen de toen heersende opvatting dat het leven geschapen is. Over de jaren heen vond men meer en meer bewijs en werd de evolutietheorie plausibeler. Heden ten dage is deze in de hele wetenschappelijke wereld aanvaard, en zo ook is de bewijslast verschoven van de darwinisten naar de creationisten (of eender wie de evolutietheorie tracht te weerleggen). In alternatieve kringen „weerlegt‟ men kritiek maar al te graag door de critici met de bewijslast op te zadelen. „Jij beweert dat astrologie geen voorspellende kracht heeft, wel, bewijs dat dan maar.‟ Dit is natuurlijk in strijd met de methode waarop men aan wetenschap doet, wie iets beweert, moet dit ook zien te bewijzen. Bertrand Russell fulmineerde hiertegen in een ongepubliceerd artikel voor Illustrated Magazine in 1952. Indien de bewijslast verschoven wordt naar diegene die de claim ontkent, staat de deur open voor legio beweringen die niet of moeilijk te weerleggen zijn. Hij schreef: “Many orthodox people speak as though it were the business of sceptics to disprove received dogmas rather than of dogmatists to prove them. This is, of course, a mistake. If I were to suggest that between the Earth and Mars there is a china teapot revolving about the sun in an elliptical orbit, nobody would be able to disprove my assertion provided I were careful to add that the teapot is too small to be revealed even by our most powerful telescopes. But if I were to go on to say that, since my assertion cannot be disproved, it is intolerable presumption on the part of human reason to doubt it, I should rightly be thought to be talking nonsense. If, however, the existence of such a teapot were affirmed in ancient books, taught as the sacred truth every Sunday, and instilled into the minds of children at school, hesitation to believe in its existence would become a mark of eccentricity and entitle the doubter to the attentions of the psychiatrist in an enlightened age or of the Inquisitor in an earlier time.” 127
127
http://www.cfpf.org.uk/articles/religion/br/br_god.html (21-03-2009).
64
In dit artikel had Russell het vooral over het al dan niet bestaan van God, of eender welk goddelijk wezen, maar het is in deze discussie evenzeer van toepassing. Onverklaard dus onverklaarbaar.
Hoewel de wetenschap met al dan niet grote sprongen vooruit gaat, zijn er nog veel zaken die nog niet verklaard zijn. Vaak grijpt men hierbij de gelegenheid aan om te beweren dat er dus wel degelijk iets „hogers‟ (bv. telepathie, magie, etc.) aan het werk moet zijn. Het is niet uitzonderlijk dat indien een bepaalde ervaring voor een persoon niet verklaarbaar is, dit wordt aanzien als bewijs dat iets compleet onverklaarbaar is, en aldus bovennatuurlijk. Een foutieve verklaring is beter dan geen verklaring, in die zin dat het hebben van een „verklaring‟ een middel is om angst en ongemak te verminderen. Het is belangrijk voor ogen te houden dat vele van deze zaken wel degelijk kunnen verklaard worden, en dat diegene die (nog) geen verklaring hebben, niet noodzakelijk bewijs zijn van bovennatuurlijke krachten. Science vs. Beauty.128
Wetenschappers worden vaak verweten de schoonheid van de wereld uit het oog te hebben verloren, net zoals filosofen vaak verweten worden dat zij met hun hoofd in de wolken zitten, waardoor zij contact met de realiteit lijken te verliezen. Personen met een antiwetenschappelijke attitude spelen hier vaak op in: „Ondanks het feit dat jullie wetenschappers de wereld hebben ontleed tot in zijn atomen, zijn jullie blind voor het mooie en het mystieke van de wereld.‟ Het argument is duidelijk, wetenschappelijke kennis kan niet alles verklaren. Maar het is een nogal vreemde redenering, aangezien wetenschap, schoonheid en mystieke ervaringen samen kunnen bestaan. Iemand kan van een zonsondergang genieten, alhoewel hij weet dat deze niet gemaakt is door God. Iemand kan een diepere connectie voelen met de wereld en andere mensen, op een mystieke wijze, en dit kan hem een gevoel van rust of gelukzaligheid geven, los van het feit dat hij beseft dat dit fenomeen het resultaat is van de configuratie van zijn brein. Meer zelfs, wetenschappers weten waarschijnlijk meer over kunst dan kunstenaars over wetenschap. Een fysicus kent waarschijnlijk het verschil tussen een ode en een sonnet, maar kent een acteur het verschil tussen een elektron en een 128
Dit punt is gebaseerd op: Gardner, 1995, p. 14-16 & 55.
65
proton? De verwondering van wetenschappers groeit hoe meer ze ontdekken. Hoe de natuur in elkaar zit is ook vanuit wetenschappelijke hoek wonderbaarlijk, en zo goed als geen enkele wetenschapper kan onderzoek doen zonder met verbazing te kijken naar wat dit allemaal betekent.
Het hele punt van deze tegenwerping is natuurlijk om te laten uitschijnen dat wetenschappers met al hun feiten en experimenten (vaak vieze woorden voor paragnostici en pseudowetenschappers) bepaalde zaken niet „zien‟. Men kan bepaalde zaken niet vatten omdat men geen „open mind‟ heeft voor deze zaken. Wetenschappers sluiten zichzelf uit voor sommige fenomenen door hun wetenschappelijk paradigma. Het feit blijft echter wel dat indien men die paranormale en pseudowetenschappelijke claims op een wetenschappelijke manier onderzoekt, deze vaak wegsmelten als sneeuw voor de zon. Op zich maakt het niet uit of wetenschappers al dan niet openstaan voor deze zogezegd bestaande fenomenen, de wetenschappelijke methode is wat test of een claim al dan niet geldig is. En indien men de gegevens van de claims onderwerpt aan een experiment, en deze blijken niet voldoende, dan is dat een teken dat er iets schort aan de claim, en niet aan de wetenschapper. 129 Tot op heden is wetenschappelijk onderzoek ontegensprekelijk de beste manier om kennis te verwerven. Voorts schrikken velen die dit argument gebruiken er niet voor terug om zich toch in een wetenschappelijk jasje te steken. Sommige gelovigen beweren ook dat men geloof en wetenschap moet scheiden (waar ik volledig mee akkoord ben), vaak als er een wetenschappelijk tegenargument komt op een religieuze claim, maar proberen op hetzelfde moment wel wetenschappelijke credibiliteit te verwerven (bv. met de Intelligent Designhypothese). Zo ook zullen pseudowetenschappen en paragnosten trachten mee te spelen met de „gewone‟ wetenschap. Het valt op dat dit argument aangehaald wordt als er tegenwind komt vanuit wetenschappelijke hoek, en niet als de wetenschappelijke wereld instemt met hen.
129
Gegeven dat het onderzoek op een correcte manier is verlopen natuurlijk.
66
III.
Experts vs. ‘experts’. No statement should be believed because it is made by an authority. Hans Reichenbach130
Indien men wil weten hoe correct een bepaalde opvatting is, zal men zich meestal wenden tot experts ter zake. Zo gaat men bv. naar een dokter indien men zich ziek voelt of naar een theoloog indien men meer wil weten over de bijbel. Het probleem echter stelt zich indien men zich de vraag stelt wie er nu eigenlijk bevoegd is om over bepaalde zaken uitspraken te maken. 131 Plato bespreekt dit probleem reeds in een van zijn vroege dialogen, de Charmides. In deze dialoog vraagt Socrates of iemand in staat is om uit te maken of iemand echt kennis heeft van de zaken waarvan hij of zij beweert kennis te hebben. Kan iemand het verschil zien tussen een dokter, en iemand die beweert een dokter te zijn? Voor een leek is dit vaak een heel moeilijke kwestie, hoe kan men de ene expert onderscheiden van de andere?
De personen die irrationele denkbeelden verspreiden spelen hier vaak op in. Dit doen ze bijvoorbeeld door zich titels aan te meten die een bepaalde autoriteit uitstralen. Ze noemen zichzelf dokter, wetenschapper, professor, etc. terwijl die titels hun niet toebehoren. Soms geven ze zichzelf een obscure titel (zoals bijvoorbeeld „uitverkorene‟, „verlichte‟ etc.) waaruit moet blijken dat zij betrouwbaar zijn. Geregeld geven zij ook anderen die titels of beschouwen zij personen die zeggen met wat overeenstemt met wat zij beweren als experts. Zo wordt binnen het creationistisch denken vaak beroep gedaan op Harun Yahya (pseudoniem van de in Istanbul wonende Turk Adnar Oktar) 132, de auteur van de befaamde „Atlas of Creation‟, welke een antwoord zou bieden op de evolutietheorie.133 Yahya heeft echter totaal geen wetenschappelijke geloofwaardigheid, hij is immers niet meer dan een binnenhuisarchitect die het tot zijn missie heeft gemaakt om het (islamitisch) creationisme te verspreiden. Verder is hij ook voor dit werk interessant omdat hij meent dat achter de evolutietheorie eigenlijk een complottheorie zit, wat impliceert dat de evolutietheorie een bepaald sociaal programma inhoudt. De biologische evolutie is voor hem de bron van bijna al
130
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
131
Gebaseerd op: Sellinger, 2006, p. 14-38.
132
http://www.harunyahya.com/ (12-03-2009)
133
De paragraaf is gebaseerd op: Decleir, 2008, p. 8-11.
67
het kwaad op aarde. Zo zouden volgens hem ook de aanslagen van 9/11 gepleegd zijn door darwinisten. Indien men zijn werk echter bestudeert kan men niet anders dan tot de conclusie komen dat er niets wetenschappelijk is aan zijn werk: men vindt nergens referenties terug, data, experimenten,… Dit weerhoudt niets ervan dat werk van Yahya bij velen een grote indruk nalaat. Immers, wie niet begrijpt hoe wetenschap werkt, kan ook geen kritiek leveren of bemerkingen maken bij dergelijke publicaties.
Hiermee hangt samen dat men gebruik maakt van wetenschappelijk jargon. Men maakt gebruik van wetenschappelijke termen of van termen die wetenschappelijk klinken om zijn standpunt uit te leggen. Meestal krijgt men dan een vage uitleg met begrippen die niet gedefinieerd zijn en die geregeld niets betekenen. Het volgende citaat, dat ik heb overgenomen van een site die het over chakra‟s heeft, is hiervan een goed voorbeeld. “Rondom de mens hangen verschillende energielagen. Dit energieveld wordt aura genoemd. Wanneer er zich blokkades of openingen voordoen in de aura, heeft dit een invloed op het lichaam via de chakra's. Deze energiecentra zijn dus in feite een verbinding tussen de aura en de zenuwknooppunten in ons lichaam. Deze laatsten zijn op hun beurt verbonden met endocriene klieren die voor de sturing van de hormonen zorgen. Wanneer de werking van een bepaalde chakra wordt geblokkeerd of onderdrukt, raken we uit evenwicht. We moeten er dus voor zorgen dat al onze chakra's in evenwicht zijn. Wanneer ze allen optimaal functioneren, kunnen we gelukkig leven. Dan is er een positieve energieuitwisseling tussen lichaam en kosmos en kunnen we één worden met het universum.” 134
Deze tekst wekt de illusie dat de hele chakratheorie wetenschappelijk onderbouwd is, terwijl dit helemaal niet zo is. Wat wordt in deze tekst bedoelt met energie? Wat is een aura? Wat verstaat men onder energie-uitwisseling tussen lichaam en kosmos en hoe wordt men één met het universum?
In alle eerlijkheid moeten we ook toegeven dat dit niet altijd een fenomeen is dat zich afspeelt bij marginale randfiguren, ook binnen meer gerespecteerde groepen vindt men vaak ideeën 134
http://www.culturadechile.be/Chakra%27s.htm (15-03-2009).
68
terug die (achteraf gezien) geen steek houden. Het is niet uitzonderlijk dat sommige van deze personen hoogopgeleide mannen of vrouwen zijn, die zaken beweren die wetenschappelijk niet hard te maken zijn. In verband met pseudowetenschappen is het niveau en de invloed van scholing een van de meest onderzochte facetten. In „What Does Education Really Do? Educational Dimensions and Pseudoscience Support in the American General Public, 19792001‟135 wordt hiervan een kort overzicht gegeven. Zo ondervond men dat New Ageaanhangers vaak erg hoog opgeleid waren. Men zag wel dat bepaalde „beliefs‟ verminderen naarmate het opleidingsniveau stijgt, zoals bijvoorbeeld de creationistische verklaring van het bestaan van universum uit de bijbel, maar andere „beliefs‟, zoals het idee dat aliens ons komen bezoeken, deden dat dan weer niet. Ook bleek dat pseudowetenschappen erg populair waren bij het Amerikaanse volk (gekeken over een periode van 1979 tot 2001). Men onderzocht vier pseudowetenschappen. 37% vond dat astrologie een wetenschap was of op zijn minst wetenschappelijk mag genoemd worden. Meer dan de helft las geregeld zijn horoscoop. Ongeveer een derde gelooft in geluksnummers of denkt dat UFO‟s ruimteschepen zijn. In de resultaten van 2001 zag men dat 44% geregeld zijn horoscoop bekijkt, 28% was nog steeds overtuigd van het bestaan van geluksnummers, 29% ziet in UFO‟s ruimteschepen van buitenaardse wezens. 74% verwierp de evolutietheorie, en 60 % geloofde dat er mensen met psychische krachten rondlopen. 89% was ervan overtuigd dat er alternatieve genezingswijzen (die effectief ook werken) zijn die de medische wetenschap niet erkent. Oudere mensen zijn over het algemeen negatiever en verwerpen vaker het bestaan van buitenaardse bezoekers, geluksnummers, en evolutie. Vrouwen geloven over het algemeen meer in astrologie en minder in evolutie. Men onderzocht de invloeden van pseudowetenschappen bij vier opleidingsniveaus: “a high school degree or less; a two-year college degree; a baccalaureate; and an advanced college degree.”136 Initieel vond men dat het geloof in pseudowetenschappen daalt naarmate het opleidingsniveau stijgt. Indien men ook naar andere zaken begon te kijken (zoals welke studies er precies zijn gevolgd, de mate waarin de proefpersonen een wetenschappelijke achtergrond hebben, leeftijd), krimpt het verschil tussen de verschillende niveaus. Het bleek dus dat veel van de initiële verschillen afkomstig waren van een andere factor dan het opleidingsniveau. Hoe meer wetenschappelijke vakken iemand had genoten, hoe minder deze zal geloven in geluksnummers en astrologie. De evolutietheorie doet het bij deze groep ook beter, maar het
135
Paragraaf gebaseerd op: Losh, 2003, p. 30-35.
136
Losh, 2003, p. 33.
69
geloof dat UFO‟s soms buitenaardse schepen zijn wordt hierdoor niet beïnvloed. Hoe positiever men is ten opzichte van de wetenschap, hoe minder geloof men hecht aan astrologie, geluksnummers en UFO‟s en hoe vaker men ook voorstander van de evolutietheorie is. Hoe geloviger de proefpersoon was, hoe groter de kans was dat hij de evolutietheorie niet zal aanvaarden, maar het maakt geen verschil voor het geloof in de drie andere pseudowetenschappen. Een vraag die zich natuurlijk wel stelt is welke van onze „beliefs‟ we a priori kunnen verwerpen. Aangezien de wetenschap feilbaar is en onze overtuigingen van vandaag de leugens van morgen kunnen zijn, hoe kunnen we dan zeker weten dat onze overtuigingen kloppen en moeten we dan niet met een enorm aantal mogelijkheden rekening houden? Binnen het licht van dit werk zou een „believer‟ kunnen zeggen dat de wetenschap misschien datgene wat zijn overtuiging staaft nog niet ontdekt heeft, bijvoorbeeld omwille van technische inadequaatheid. Zo kon men bijvoorbeeld maar bacteriën waarnemen nadat men de microscoop had uitgevonden. Vaak worden zulke uitspraken ook gedaan om de wetenschap in diskrediet te brengen of op zijn minst om de overtuigingskracht van wetenschap te verminderen.
Dit is natuurlijk vreemd, aangezien de wetenschap de meest geschikte manier is om tot betrouwbare kennis te komen. Natuurlijk evolueert de wetenschap zelf ook en er zullen inderdaad nieuwe technologieën komen die ons in staat stellen zaken waar te nemen die we daarvoor niet konden waarnemen. Nieuwe informatie zal ervoor zorgen dat we hedendaagse theorieën zullen moeten aanpassen of misschien wel verwerpen. Maar de hedendaagse wetenschap op grond daarvan verwerpen is vergelijkbaar met de houding van iemand die vastzit op een roeiboot in het midden van een meer, en klaagt dat hij geen speedboot heeft, waarmee hij de oever veel vlugger zou bereiken. Men moet roeien met de riemen die men heeft, en tot nu toe zijn de beste „riemen‟ als het gaat over kennisverwerving die van de wetenschap.
De wetenschap gebruikt in tegenstelling tot pseudowetenschap onder andere gegevens en methodes die experimenteel onderzocht zijn binnen de realiteit. Dankzij de wetenschappelijke methode zijn we in staat een heel spectrum aan fenomenen te voorspellen, identificeren en te
70
manipuleren.137 We weten bijvoorbeeld goed hoe bepaalde ziektes zich zullen gedragen en kunnen we voorspellen wat de mogelijke gevolgen zullen zijn. Men kan ziektes ook identificeren. Door te onderzoeken welke symptomen een patiënt heeft, kan een dokter te weten komen aan welke ziekte de patiënt lijdt. Dit stelt hem in staat om een gepast geneesmiddel voor te schrijven, een geneesmiddel waarvan de nuttige werking is onderzocht en dat ons in staat stelt de ziekte te bestrijden (manipuleren). Indien we dit vergelijken met bijvoorbeeld astrologie, zien we dat deze weinig tot geen voorspellende kracht heeft. De „voorspellingen‟ van astrologen zijn meestal enorm vaag, waardoor er wel altijd een hoop mensen zijn die meemaken wat de astroloog „voorspelde‟.138 Hier is een typische horoscoopvoorspelling, verschenen op 14-05-2009 voor mensen die als sterrenbeeld „kreeft‟ hebben: “Vanavond zou het wel eens tot meningsverschillen kunnen komen. Misschien zijn er een paar belangrijke dingen te bespreken en u heeft dat al veel te lang voor u uit geschoven. Neem rustig de tijd om over alles te praten voordat er echt ruzie van komt!” 139 Het is hoogst waarschijnlijk dat er vanavond „kreeften‟ zullen zijn die een meningsverschil zullen hebben met „iemand‟, aangezien de horoscoop niet zegt dat men dit meningsverschil zal hebben met bijvoorbeeld een partner of een collega. Meningsverschillen zijn dagelijks voorkomende fenomenen, dus met een dergelijke uitspraak speelt diegene die de „voorspelling‟ doet op veilig. Indien we kijken naar hoe correct de voorspellingen vanuit astrologische hoek zijn, kunnen we niet anders dan toegeven dat deze geen echt voorspellende kracht hebben en dat alle voorspellingen die kloppen niet meer dan (goedgekozen) toevalstreffers zijn. Indien het bijvoorbeeld gaat over het identificeren van ziektes, zien we dat alternatieve therapieën het niet veel beter dan doen dan astrologie. Homeopathie bijvoorbeeld houdt zich niet bezig met het identificeren van ziektes, maar kijkt enkel naar welke symptomen een patiënt heeft en schrijft op basis daarvan een product voor. Het feit dat pseudowetenschappen zoals homeopathie en acupunctuur geen goede middelen zijn om ziektes te bestrijden (manipuleren) volgt rechtsreeks uit het gegeven dat men tot nu toe nog geen bewezen werking heeft gevonden.
137
Wynn, 2001, p. 1-11.
138
Dean, 1987, p.257-273.
139
http://www.horoscoop-gratis.be/daghoroscoop-kreeft.htm (14-05-2009).
71
Lipps geeft een aantal punten waar men als leek op kan letten om te weten te komen of iemand al dan niet een expert ter zake is, indien men deze bepaalde claims hoort maken.140 Maakt de bron in kwestie gebruik van kritisch & correct redeneren, zoals gebruik maken van correcte argumenten? Heeft hij het feitenmateriaal goed onderzocht, etc.? Heeft de bron voldoende geloofwaardigheid? Is hij gemachtigd om dergelijke uitspraken te doen? Men kan zich maar een expert noemen indien men in het betreffende onderwerp voldoende ervaring heeft. Is de bron betrokken bij een betrouwbare vereniging? Heeft hij contacten met gerespecteerde universiteiten, musea of politieke partijen? Indien wel, heeft die organisatie belang bij de claims die worden gemaakt? Het is altijd aan te raden kritisch te zijn indien iemand claims maakt waar hij een bepaald voordeel uit kan halen. Is het werk van de persoon die een claim maakt onderworpen aan een onderzoek door anderen? Met andere woorden, hebben andere experts zijn opvattingen reeds onderzocht? Is degene die de claim maakt een expert in het veld van het onderwerp? Het spreekt voor zich dat een architect geen goede bron is indien het gaat over de werking van het lichaam. Legt de bron voldoende bewijzen voor om zijn claim te ondersteunen? Geeft deze een bewijs of argument voor al zijn claims? Heeft de persoon reeds in het verleden rationele en betrouwbare claims gemaakt of niet?
140
Lipps, 2004, p. 35-38.
72
IV.
Cognitieve dissonantie. 141 The cure for a fallacious argument is a better argument, not the suppression of ideas. Carl Sagan and Ann Druyan142
Cognitieve dissonantie is een theorie betreffende menselijke motivatie die beweert dat het onaangenaam is om tegenstrijdige cognities te hebben. Dissonantie is onaangenaam, dus zal volgens de theorie dissonantie ertoe leiden dat een persoon zijn gedrag, cognitie of attitude verandert. Leon Festinger omschreef cognitieve dissonantie als volgt: “Dissonance and consonance are relations among cognitions that is, among opinions, beliefs, knowledge of the environment, and knowledge of one's own actions and feelings. Two opinions, or beliefs, or items of knowledge are dissonant with each other if they do not fit together; that is, if they are inconsistent, or if, considering only the particular two items, one does not follow from the other.” 143
Mensen hebben zo een sterke motivatie om cognitief consistent144 te zijn, dat dit zelfs kan leiden tot irrationeel en maladaptief gedrag. Indien iemand geconfronteerd wordt met cognitieve dissonantie, kan hij deze op 3 manieren trachten weg te werken. 1. Bepaalde „beliefs‟, gedragingen of meningen aanpassen of veranderen. 2. Men kan nieuwe informatie of „beliefs‟ verkrijgen die de overtuiging van de persoon ondersteunen en aldus dissonantie verminderen. 3. Men kan het belang van de cognities die voor de dissonantie zorgen verminderen, of gewoon vergeten. Rokers bijvoorbeeld weten dat roken ongezond is, maar kunnen beargumenteren dat roken het gewicht op peil houdt en dat overgewicht schadelijker is roken. Anderen stoppen met roken. 141
Hoofdstuk gebaseerd op: http://skepdic.com/cognitivedissonance.html (10-04-2009).
142
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
143
Citaat komt van http://skepdic.com/cognitivedissonance.html (10-04-2009).
144
Dit wil zeggen dat mensen de nood hebben om consistente „beliefs‟ te hebben, zo is men cognitief
inconsistent indien men weet dat roken schadelijk is, maar tegelijk toch blijft roken.
73
De meesten onder ons kunnen ad hocverklaringen bedenken om onze denkbeelden te verdedigen. Hoe mensen omgaan met cognitieve dissonantie is afhankelijk van persoon tot persoon, sommigen gaan op een meer redelijke manier om met cognitieve dissonantie dan anderen.
Een eerder onredelijk voorbeeld is dat van Marian Keech, de leidster van een UFO-sekte, die beweerde boodschappen te krijgen van buitenaardse wezens, die via haar spraken dankzij „automatisch schrijven‟145.146 De persoon in kwestie schrijft dus niet zijn gedachten neer maar die van de kracht die hem beïnvloedt. Ook geloofde zij dat vliegende schotels haar en haar volgelingen (alle 11) zouden meenemen, vlak voordat de aarde vernietigd zou worden door een grote zondvloed, die zou plaatsvinden op 21 december 1954. Toen duidelijk werd dat er geen zondvloed zou komen, en Keech en haar volgelingen zich nog steeds op de aarde bevonden, zei Keech dat zij een boodschap had ontvangen waarin de aliens zeiden dat zij en haar volgelingen door hun acties genoeg licht hadden verspreid over de aarde. God had dan maar besloten om de wereld toch maar niet te vernietigen. Haar volgelingen waren hierdoor nog meer onder de indruk van Keech en in plaats van te twijfelen aan de beweringen van goeroe Keech, werden ze nog fanatieker in hun overtuiging. Men moet niet twijfelen aan de echtheid van deze mensen hun overtuiging. Het feit dat de voorspelling niet is uitgekomen was voor hen dan ook een voorbeeld van het gelijk van hun geloof. Hun geloof heeft immers (in de hoofden van de volgelingen) de wereld gered van de ondergang. Het geloof in een bepaalde overtuiging is bij deze mensen zo groot dat men enorme inspanningen zal leveren om bepaald gedrag (zoals fysieke mishandeling door een sekteleider) of bepaalde fouten binnen hun overtuiging te rationaliseren.
Het klassieke onderzoek rond cognitieve dissonantie van Festinger en Merril Carlsmith ging als volgt: een aantal proefpersonen werd gevraagd een saaie taak uit te voeren, zoals het naar links draaien van een hele reeks knopjes, om deze vervolgens allemaal naar rechts te draaien, en vervolgens weer naar links en dit gedurende ongeveer een uur.147 Na dit (waarschijnlijk enorm lange) uur vertelt de proefleider dat er meer achter het experiment zat en dat de proefpersoon in de controlegroep zat. Het „eigenlijke‟ experiment gaat over de invloed van
145
De volgende paragraaf is gebaseerd op het onderzoek van Williams, 2000, p. 21-22.
146
Het stuk over Keech is gebaseerd op: Armando, 1984, p. 363-366.
147
Brehm, 2000, p. 209-210.
74
motivatie op gedrag en de proefleider stelt voor dat de proefpersoon moet proberen de volgende proefpersoon (die eigenlijk een handlanger van de proefleider is) ervan te overtuigen dat de taak eigenlijk wel leuk is. Sommige proefpersonen kregen 1 dollar, andere 20 dollar (ongeveer 60 euro vandaag) voor hun bereidwilligheid om de anderen te overtuigen.
De proefpersonen probeerden in beide gevallen de handlanger te overtuigen. De personen die 20 dollar kregen, voelden zich voldoende vergoed om een leugen te vertellen, en voelden dus geen dissonantie.148 De personen die 1 dollar kregen, beseften maar al te goed dat de taak saai was en 1 dollar was niet genoeg om dissonantie te vermijden. Festinger beweerde dat iemand die dergelijke dissonantie voelt zich gedwongen zal voelen om zijn attitude aan te passen (in het experiment werd het onmogelijk gemaakt dat de proefpersonen hun gedrag verloochenen, welke een andere manier is om dissonantie te verminderen). Slechts indien men overtuigd was dat de taak niet saai was, kon men beweren dat het interessant is. Toen het experiment zogezegd voorbij was vroeg men aan de proefpersonen wat men nu eigenlijk van de taak vond. De deelnemers die in de controlegroep zaten (die niet moesten liegen tegen de „medeproefpersoon‟) gaven toe dat ze saai was, net zoals de personen die 20 dollar hadden gekregen (welke voldoende justificatie hadden voor hun gedrag). Bij de groep die 1 dollar had gekregen vonden de meesten de taak toch een beetje leuk. Doordat ze een bepaald gedrag hadden gesteld, zonder voldoende justificatie en daardoor een hoge mate van dissonantie waarnamen, trachtten ze deze te reduceren door hun attitude in de richting van het gedrag te sturen.
Dit onderzoek toonde twee dingen aan: ten eerste dat een grotere beloning niet noodzakelijk een grotere attitudeverandering inhoudt, en ten tweede, en veel interessanter voor dit werk, is dat mensen in staat zijn tot zelfovertuiging. Een ander onderzoek, gevoerd door Leippe en Eisenstadt (1994), illustreert dit fenomeen.149 Blanke universiteitsstudenten werden overtuigd om een essay te schrijven ten voordele van een nieuw fonds voor studiebeurzen exclusief voor zwarten. Deze studenten bleken achteraf positievere attitudes te hebben tegenover AfroAmerikanen.
148
Paragraaf gebaseerd op: Vonk, 2003, p.20-21
149
Brehm, 2000, p. 210-211.
75
Een andere fenomeen dat cognitieve dissonantie genereert is wanneer we ergens veel moeite voor doen, wat later de moeite niet waard blijkt. In een onderzoek van Witteman uit1990 bleek dat 58% van de ondervraagde Vietnamveteranen (de Amerikanen die het meeste onder de Vietnam oorlog hebben geleden) de tussenkomst in Vietnam door de VS terecht vonden, tegenover slechts 29% van de andere Amerikanen.150 Dit kan een manier zijn om hun lijden tijdens die oorlog te rechtvaardigen. Dit verklaart ook waarom sekteleden bij hun sekte blijven, ondanks de vele vernederingen en fysieke mishandelingen.
Men neemt ook waar dat indien iemand een keuze maakt, men vaak de genomen keuze beter voorstelt dan het verworpen alternatief. Telkens als men een keuze moet maken, loopt men een risico (en al zeker bij moeilijke beslissingen), want men kan immers de verkeerde keuze hebben gemaakt. Dit wekt alweer cognitieve dissonantie op, welke de persoon in kwestie opnieuw zal trachten te reduceren. Men kan immers vaak niet op zijn keuze terugkomen, dus zal men de gekozen optie trachten te rationaliseren door de positieve kanten van het gekozene en de negatieve kanten van het alternatief te overdrijven. Het onderzoek van Knox en Inskter (1968) toonde dit aan, gokkers die reeds 2 euro op een paard hadden gewed, waren er meer van overtuigd dat hun paard ging winnen dan gokkers die nog stonden aan te schuiven voor het gokkantoor.151 Regan en Kilduff (1988) constateerden in hun onderzoek dat kiezers die al hadden gekozen er zekerder van waren dat hun kandidaat zou winnen dan kiezers die hun stem nog moesten uitbrengen.152 Dit verklaart bijvoorbeeld waarom mensen die eenmaal een bepaald denkbeeld aanhangen, zoals bv. homeopathie, zullen zoeken naar redenen om bij dat denkbeeld te blijven.
150
Brehm, 2000, p. 211-212.
151
Brehm, 2000, p. 212.
152
Brehm, 2000, p. 212.
76
3. Waarom blijven irrationele denkbeelden bestaan? Only two things are infinite, the universe and human stupidity, and I'm not sure about the former. Albert Einstein153
Het ideaal dat men tijdens de Verlichting voor ogen had: een wereld geregeerd door de rede en waarin alle bijgeloof en vooroordelen van de kaart zijn geveegd, is dezer dagen nog steeds niet gerealiseerd. Men moet schoorvoetend toegeven dat dit ideaal waarschijnlijk nooit zal gerealiseerd worden. Het is een feit dat men op vele gebieden al een enorme vooruitgang heeft geboekt, maar het is evenzeer zo dat bepaalde denkbeelden nog steeds prominent aanwezig zijn. Astrologie is vandaag de dag waarschijnlijk zelfs meer ingeburgerd in de maatschappij dan pakweg 300 jaar geleden. Men kan geen krant of tijdschrift openslaan zonder met een horoscoop te worden geconfronteerd en op televisie zien we reclame voor SMS-diensten die jouw „persoonlijke‟ toekomst voorspellen. 154
Het lijkt weinig uit te maken dat deze denkbeelden door de wetenschappelijke wereld worden afgedaan als larie en apekool.
I.
Types ‘believers’: van de ‘scepticus’ tot de ‘true believer’. Coincidence is the science of the true believer. Chet Raymo155
Niet iedereen is even vatbaar voor irrationele denkbeelden en niet iedereen gelooft deze overtuigingen in dezelfde mate. Sommigen onder ons zullen veel vlugger een bepaalde opvatting aannemelijk vinden of geloven dan anderen. Mensen zijn in dit opzicht niet gelijk aldus en wat volgt is een rudimentair overzicht van welke types „believers‟ er nu allemaal zijn. Dit is geen absoluut maar een gradueel gegeven, mensen zijn niet netjes in strak 153
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
154
Men kan zich afvragen hoe persoonlijk dergelijke berichten zijn, aangezien men vaak niet meer dan de
geboortedatum moet opgeven om jouw „toekomst‟ voorspeld te zien. 155
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
77
afgelijnde archetypes onder te verdelen, maar zullen zich ergens op de graduele schaal bevinden. Ik zal in dit werk 5 types „believers‟ onderscheiden. De scepticus.156
De scepticus‟ wil overtuigd worden, maar is niet zomaar te overtuigen. Een scepticus is een persoon die op zoek gaat naar de waarschijnlijkheid van de zaken die hem of haar ter ore komen. Hij of zij gaat met andere woorden op onderzoek uit en tracht daarbij te letten op de argumenten die een bepaald verhaal ondersteunen. Indien iemand zou zeggen tegen een scepticus dat zijn kanker is genezen door een sjamaan uit Zuid-Amerika, zal bij de scepticus de neiging ontstaan om te kijken of dit verhaal wel klopt. Het is immers een uitzonderlijk feit dat iemand beroep doet op geesten om een ander te genezen en uitzonderlijke beweringen vragen om uitzonderlijke bewijzen. Het woord van de persoon die zogezegd genezen is zal niet voldoende zijn en de scepticus zal dus op zoek gaan naar meer plausibele verklaringen (zoals bijvoorbeeld dat de persoon in kwestie liegt of dat de kanker op een andere manier is verdwenen of dat hij mogelijk nooit kanker had en een verkeerde diagnose heeft gekregen). Indien de feiten overeenstemmen met wat er beweerd wordt, zal de scepticus pas toegeven dat het verhaal klopt. De „ongeïnformeerde believer‟.
Zelfs wetenschappers moeten constant up to date blijven met de laatste ontwikkelingen op het gebied van pseudowetenschappen en andere nonsens omdat daar de wereld ook niet stilstaat. Er verschijnen dagelijks wel nieuwe ideeën en opvattingen en er verschijnen ook varianten op reeds bestaande ideeën. Dit is bijvoorbeeld zeker het geval bij complottheorieën, waar er vaak tientallen variaties bestaan op hetzelfde verhaal, denk maar bijvoorbeeld aan de MIHOP- & LIHOP-theorieën omtrent 9/11.157
Het is vanzelfsprekend dat het kunnen scheiden van de zin en onzin in de wetenschappelijke wereld voor de gewone man of vrouw in de straat geen makkelijke klus is. Zeker al niet omdat wetenschap op zich een moeilijk vak is en dat het oefening en kennis vraagt om te leren goede wetenschap van slechte te onderscheiden. Daarenboven wordt men bij wijze van 156
Gebaseerd op Carroll, 2000, p. 4-6.
157
Zie supra p. 34 .
78
spreken bedolven onder een lawine van wetenschappelijke en onwetenschappelijke opvattingen, waardoor men vaak door de bomen het bos niet meer ziet.
Uiteindelijk is het dus niet verwonderlijk dat veel mensen niet weten waarover zaken zoals alternatieve geneeskunde en pseudowetenschap nu eigenlijk gaan. Men neemt geregeld aan dat deze gelijkwaardig zijn aan andere theorieën, terwijl dit natuurlijk niet zo is. Zo kan men de misvatting hebben dat homeopathie en acupunctuur alternatieven zijn gelijkwaardig voor de algemene geneeskunde en welke behandelingswijze men kiest niet meer is dan een kwestie van persoonlijke keuze. Men begrijpt niet goed of men weet niet hoe een bepaalde behandelingswijze in elkaar zit en dus krijgt men foutieve opvattingen. Geregeld kan men deze mensen op het rechte pad zetten indien men uitlegt hoe dergelijke theorieën werken. Wanneer men met correcte informatie geconfronteerd wordt, ziet men in dat sommige opvattingen waarschijnlijker zijn dan andere en zal men de rug keren naar de minder waarschijnlijke theorie. Dit is niet altijd het geval, maar correcte informatie zorgt er wel voor dat men goed beseft waarover men spreekt. De „laatste kans‟-„believer‟.
Een aantal jaar geleden vertelde iemand mij dat zijn zoon een paar jaar eerder was overleden aan kanker en dat hij verschillende alternatieve behandelingen heeft geprobeerd, gaande van homeopathie tot kruidentherapie. Hij is dit echter beginnen doen nadat de algemeen aanvaarde behandelingen niet opgewassen bleken tegen de ziekte. Het was dus met andere woorden een wanhoopspoging om het leven van zijn zoon te redden, wat natuurlijk geheel begrijpbaar is. Indien het leven van een geliefde op het spel staat is men tot veel in staat en het idee dat een alternatieve behandeling misschien wel zal werken geeft mensen in deze situatie hoop. De heer in kwestie valt in dit geval weinig te verwijten, hij had eerst de conventionele behandelingen of „science based medicine‟ geprobeerd en pas als bleek dat deze niet hielpen is hij begonnen met het toepassen van alternatieve geneeswijzen. Indien hij van meet af aan zou begonnen zijn met alternatieve behandelingen zonder de algemene geneeskunde te raadplegen was het natuurlijk wel een ander verhaal geweest.
79
Zoals we reeds hebben gezien is men in tijden van nood vatbaarder voor irrationele denkbeelden.158 In extreme nood zoals in bovenstaand voorbeeld is het niet ongebruikelijk dat men naar extreme middelen grijpt, zoals het gebruik van alternatieve behandelingen of het lid worden van een sekte. Het zijn „believers‟ die door omstandigheden zijn gedreven om een bepaald denkbeeld te omarmen. Op zich is dit niet slecht, aangezien dit een bron van hoop is en leven in hoop is beter dan leven in wanhoop, maar de vraag rijst hoever men hierin kan gaan. Hoewel mensen wel kracht kunnen putten uit deze zaken moet men toch benadrukken dat er vaak betere alternatieven zijn. Indien men lijdt onder eenzaamheid of doelloosheid in het leven kan men bijvoorbeeld beter een nieuwe hobby zoeken of aan vrijwilligerswerk doen en in contact komen met nieuwe mensen dan lid worden van een sekte. In het geval dat men op sterven ligt is het desondanks beter om met de normale behandelingen door te gaan, dan te opteren voor een alternatieve behandeling, al was het maar omdat alternatieve geneesmiddelen het geld dat men ervoor neertelt niet waard zijn. Bij de conventionele behandelingen is de kans dat men geneest veel groter dan bij andere behandelingen. De „omgekeerde scepticus‟.
Indien iemand bijzonder kritisch is ten opzichte van de wetenschappelijke verklaring voor bijvoorbeeld een complottheorie, heeft men waarschijnlijk te maken met een „omgekeerde scepticus‟. Dit is meestal iemand die enorm kritisch staat tegenover wat ik maar „het officiële verhaal‟ zal noemen, maar meestal onkritisch is ten opzichte van zijn eigen denkbeelden en opvattingen. Een „omgekeerd scepticus‟ die heult met homeopathie zal bijvoorbeeld constant wijzen op de mislukkingen van de conventionele geneeskunde, zoals het probleem dat bacteriën resistent worden tegen antibiotica en de soms kwalijke neveneffecten van bepaalde medicatie. Een aanhanger van een complottheorie zal constant wijzen op de „fouten‟ van de officiële verklaring. Dit is een drogreden genaamd „Tu Quoque‟, wat zoveel betekent als „jij ook‟. Het gaat hier over een poging om een verkeerde actie goed te praten door te wijzen op het feit dat een ander het ook doet. Vooral bij alternatieve geneeskunde zien we deze drogreden vaak naar voor komen.159 Omgekeerde sceptici zullen hun eigen verhaal nogal kritiekloos aanvaarden en ook niet zoeken naar mogelijk hiaten in hun redenering. Men is zo wantrouwig tegenover de officiële kant van het verhaal dat men de andere versie gretig
158
Zie supra p.51 .
159
Novella, 2008, p.29-31.
80
gelooft. Dit wantrouwen kan ontstaan door een wantrouwen tegenover de regering, de algemene geneeskunde (mogelijk door een slechte ervaring), tegenover machtshebbers, etc.
Deze werkwijze is overduidelijk fout, men moet alle redeneringen even kritisch en op dezelfde methode onderzoeken, niet enkel degene waar men een persoonlijke rancune tegen heeft. Men kan natuurlijk „bias‟ niet compleet uitschakelen, zelfs goede wetenschappers zijn „biased‟, maar dat wil daarom niet zeggen dat men zijn eigen opvattingen niet kritisch kan bekijken, door deze bijvoorbeeld te contrasteren met andere opinies. De „true believer‟.160 Een „true believer‟ kan men met de volgende zin perfect omschrijven: “So strong is his faith that mere facts can not shake it”. En inderdaad, de‟ true believer‟ is de meest gedreven „believer‟ van allemaal. Het „true-believer‟-syndroom is bedacht door Lamar Keene en het staat voor een duidelijk cognitieve stoornis waarbij een persoon gelooft in het bestaan van supernatuurlijke of paranormale gebeurtenissen, zelfs indien onomstotelijk het tegendeel is aangetoond. Dit syndroom is tevens de reden waarom irrationele denkbeelden zo succesvol zijn, geen enkele mate van logica kan de „believers‟ van de onzin van die denkbeelden overtuigen. Deze mensen zijn dan ook het moeilijkst, zoniet onmogelijk, te overtuigen. Men kan ook niet zeggen dat deze mensen zichzelf voorliegen, om te liegen moet men immers beseffen dat wat men zegt vals is. Het is geen kwestie van kennis, maar eerder van welke „beliefs‟ men heeft. Een „belief‟ omvat altijd de mogelijkheid dat men verkeerd is in zijn opvatting, kennis daarentegen wil zeggen dat de mogelijkheid dat een bepaalde opvatting fout is erg klein is.161 Zelfs indien de bron van het irrationele denkbeeld zelf toegeeft dat zijn ideeën vals zijn,162 zullen „true believers‟ nog steeds blijven geloven dat de opvatting juist is. Sommigen gaan zo ver dat ze de waarzegger of medium in kwestie proberen te overtuigen dat hij of zij wel degelijk bovennatuurlijke krachten heeft.
160 161
Gebaseerd op http://skepdic.com/truebeliever.html (30-06-2009). Of althans veel kleiner dan bij ongefundeerde beliefs. Zoals reeds hierboven is gezegd kunnen al onze
opvattingen fout zijn. 162
Bijvoorbeeld bij een scepticus die mensen opzettelijk „bedriegt‟ door hun te laten geloven dat hij magische
krachten bezit, om dan uit de doeken te doen dat het allemaal maar een truc was.
81
De eigenschappen van de omgekeerde scepticus vinden we ook terug bij de „true believer‟; het grootste verschil is dat een „true believer‟ vaak meer geëngageerd is voor zijn zaak: bijvoorbeeld door het verspreiden van pamfletten of het onderhouden van een blog of website, door het schrijven en uitgeven van boeken, deelnemen aan debatten, enz. Vanwege zijn grote persoonlijke betrokkenheid is hij of zij ook het meest overtuigd van zijn eigen standpunt en zal hij of zij trachten zoveel mogelijk andere mensen te overtuigen. Zelfs indien onomstotelijk wordt aangetoond dat de overtuiging van de „true believer‟ fout is, zal hij of zij blijven geloven in het fenomeen. Sommige „true believers‟ zijn zo overtuigd, dat deze in staat zijn om te moorden voor hun overtuiging of zelfdoding te plegen, zoals vaak het geval is bij sektes. Op internationaal vlak is David Icke een van de bekendste „true believers‟. Een vroegere profvoetballer, reporter en afgevaardigde van de Green Party in het Verenigd Koninkrijk, en nu fulltime „believer‟. Hij heeft 16 boeken geschreven waarin hij zijn diverse ideeën uitlegt en die hij verkoopt op zijn website.163 Hij beweert dat de wereld wordt geregeerd door buitenaardse reptielen en de Illuminati, dat de wereld een beetje is zoals in de film „The Matrix‟, een schijnwereld waarin we leven met daarachter de „echte‟ wereld en hij promoot diverse alternatieve gezondheidsproducten. Bij wijze van boutade zou men kunnen zeggen dat het moeilijk is om een verhaal te bedenken dat Icke niet geloofwaardig acht.
Verder meent hij constant het slachtoffer te zijn van diverse geheime organisaties die er niet voor terugdeinzen hem te bedreigen, op een manier die hij vergelijkt met “handelingen die ooit door de nazi‟s werden uitgevoerd”. Achtervolgingswaanzin en paranoia zijn niet ongebruikelijk bij true believers, ze geloven immers dat zij het complot hebben doorprikt, en dus nu het doelwit zijn van wie er achter het complot zit. In „The Obama Deception‟164 is er een moment waarop Alex Jones „wegvlucht‟ van het Westfields Marriott hotel waar hij, ergens in 2008 vlak buiten Washington DC, op de loer lag. De reden is dat de Bilderberg Group daar samenkwam, welke een onderdeel zou zijn van de Illuminati. De reden hiervoor is voornamelijk omdat de Bilderberg Group altijd in het geheim samenkomt en dat deze uit een groep hoogwaardigheidsbekleders vanuit de politieke, zakelijke en de bankwereld bestaat. Toen zijn „informant‟ Jones die nacht belde, ging het brandalarm af. Hij ziet hierin meteen weer een boycot van de beruchte Illuminati. Later, toen hij de oprit van het hotel verliet
163
http://www.davidicke.com/index.php/ (07-04-2009).
164
Zie supra p. 51 .
82
merkte hij op dat hij „gevolgd‟ werd. Gedurende een aantal minuten zien we beelden van de auto die hem zogezegd volgt, tot als deze uiteindelijk afslaat aan een benzinestation. Voor Jones was dit wel weer het bewijs dat ze hem „in de gaten houden‟. David Icke zelf verwijst ook verschillende keren naar de Bilderberg Group in zijn diverse werken.
II.
Het permanente karakter van irrationele denkbeelden. The public will believe anything, so long as it is not founded on truth. Edith Sitwell165
Irrationele denkbeelden zullen pas verdwijnen als de mens dat ook doet. Zolang er denkende wezens zijn, zo zullen er, naast de vele goede, ook foutieve opvattingen bestaan. Zoals we eerder zagen, is het onmogelijk om hier aan te ontsnappen, simpelweg omdat het brein nu eenmaal zulke zaken produceert, of we dit nu willen of niet. Een andere vraag is waarom deze zo prominent aanwezig blijven in de maatschappij. Ondanks onze groeiende kennis lijkt het merendeel of op zijn minst een groot deel van de bevolking onderhevig aan het geloven in zaken die niet rationeel te funderen zijn. James Lett ziet 4 redenen, die hij neerschreef in zijn artikel „The persistant popularity of the paranormal‟.166
1. De onzekerheid van het publiek
Hoe komt het dat bepaalde nonsens zo een weerklank vindt bij het grote publiek? Het antwoord is niet verwonderlijk, antropologen weten reeds vele jaren dat indien men problemen heeft die men niet op een duidelijke manier kan oplossen, men zich keert tot magisch denken. Zo zullen stammen die leven van de visvangst eerder magische rituelen beoefenen indien deze in gevaarlijk gebied gaan vissen (zoals bijvoorbeeld een gebied met veel haaien), dan indien deze gaan vissen in een kalmer gebied. De meeste westerlingen zullen het vreemd vinden om een dans te doen om zich te beschermen tegen haaien, maar anderzijds zullen diezelfde westerlingen het niet vreemd vinden om vlak voor een gevaarlijke 165
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
166
Lett, 1992, p. 381-388.
83
klus een kruisteken te slaan, om een kort schietgebedje te prevelen of een andere handeling die een bepaalde betekenis heeft voor de gebruiker in kwestie. Magisch denken is dus universeel, maar de verspreiding van wetenschappelijke kennis is dit niet. Hoe komt het dus dat ondanks onze grotere kennis over de wereld, het magische denken niet is achteruit gegaan? De reden is dat mensen in tegenstelling tot vroeger, veel minder zeker zijn over hun plaats binnen de wereld. 167 De maatschappij verandert aan een enorm snel tempo, veel vlugger dan vroeger.168 Veranderingen brengen altijd een bepaalde vorm van ongemak met zich mee, men moet zich immers aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Omdat de maatschappij sneller verandert, moet men zich meer aanpassen en zal men zich dus sneller wenden tot magisch denken. Men zoekt naar antwoorden in een maatschappij die voor veel mensen vreemder en vreemder aanvoelt.
2. De onbetrouwbaarheid van de media
Voor de meeste mensen is de media de bron waaruit men een groot deel van onze kennis over de wereld haalt. De media is echter niet altijd de beste manier om aan juiste informatie te komen, de media heeft namelijk ook een eigen agenda en die stemt vaak niet overeen met de werkelijkheid. Sensatiezucht zorgt er geregeld voor dat spectaculaire claims zonder al te veel scepsis als feiten worden tentoongesteld. Dit kan gaan van paranormale getuigenissen tot een schandaal van de een of andere popster. Er bestaat nu eenmaal een markt voor UFO ooggetuigen, paranormale genezers, spoken, reïncarnatie, etc. In 2008 zond de VTM „Het zesde zintuig‟ uit, een spelprogramma waar verschillende paragnosten tegen elkaar streden om de titel van de beste paragnost van Vlaanderen. Het leek alsof alles wat deze mensen deden een gerespecteerde business was en dat men werkelijk op objectieve wijze kon bepalen wie er de betere paragnost was, net zoals men dat zou kunnen met wie er de beste wielrenner is. Het programma werd onder andere door SKEPP bekritiseerd vanwege de kritiekloze aanpak van de VTM. Tijdens de laatste aflevering van het programma mocht Jean Paul Van Bendegem de kandidaten onder de loep nemen en tijdens een gesprek trachtte hij de diverse paragnosten op de korrel te nemen. Het was echter vlug duidelijk dat men duchtig had geknipt en geplakt in de opnames zodat uit de eigenlijke 167
Zie infra p. 88.
168
Denk maar aan het verschil met de maatschappij van voor de tweede wereldoorlog, men heeft te maken met
een nieuwe seksuele moraal, immigratie, de multiculturele maatschappij, meer echtscheidingen, lagere geboortecijfers, vergrijzing, vervuiling, global warming, etc.
84
uitzending leek alsof de kandidaten zonder kleerscheuren uit het gesprek kwamen. De vragen die Van Bendegem stelde in de uitzending waren bijzonder mals en vaak werd er niet eens echt kritiek geuit. Men zag telkens maar een paar minuten van het gesprek en na het gesprek zei een van de kandidaten toen die terugkwam van het gesprek dat: „De professor een wijs man is, maar nog veel moet leren op zielsniveau‟. Ook Etienne Vermeersch wijst in verband met dit programma op de gevaren. Zolang mensen waarzeggers en helderzienden beschouwen als een vorm van entertainment is er geen gevaar. Velen geloven echter dat helderzienden kunnen helpen in probleemsituaties, en wenden zich dan ook tot hen indien ze hulp nodig hebben. Deze „helderzienden‟ handelen vaak ter goeder trouw, ze zijn overtuigd dat zij beschikken over paranormale gaven. Dit neemt echter niet weg dat er geen enkele garantie van betrouwbaarheid is. Vermeersch beschouwt ook dat dergelijke denkbeelden promoten in strijd is met de „sociale verantwoordelijkheid‟ van alle omroepen, en dat deze dat in acht moeten nemen. 169 De nieuwsmedia is op zich niet veel beter dan de sensatiemedia op dit vlak. Magazines als „Dag allemaal‟ staan bol van de horoscopen, getuigenissen van paranormale gebeurtenissen en zijn voor paragnosten vaak een ideale manier is om reclame voor zichzelf te maken, maar ook binnen de meer respectabele media zien we geregeld dat men daar een steek laat vallen. Sommige berichten worden onkritisch aanvaard en als feiten verkocht aan het grote publiek, zonder te controleren of deze wel kunnen kloppen. Het signaal dat men hiermee naar de bevolking stuurt is verkeerd.
3. Het tekortkomen van het onderwijssysteem
Onze kennis is exponentieel gegroeid sinds de ontdekking (of misschien beter gezegd, de toepassing) van de wetenschappelijke methode en tot op heden is er geen systeem dat meer kennis oplevert dan de wetenschappen. Het onderwijs slaagt er echter niet in de kern van de wetenschappelijke methode170 over te brengen aan jongeren. Voor veel kinderen en jonge volwassenen (en dit heeft natuurlijk ook gevolgen voor als die mensen later volwassen worden) is wetenschap iets dat saai en droog is. Niet verwonderlijk, want in school ligt de 169
Vermeersch, 2008, p.15.
170
Hiermee bedoel ik de manier waarop men aan wetenschap doet. Kinderen en jonge volwassenen komen
dagelijks in aanvaring met wetenschappelijke gegevens, maar men ziet nooit of zelden hoe men aan die gegevens komt, welke discussies er bestaan binnen de wetenschappelijke wereld, hoe men gegevens moet interpreteren, etc.
85
nadruk op het verwerven van kennis en niet op hoe kennis verwerven. In de lessen geschiedenis bijvoorbeeld moeten vele kinderen hopen data uit het hoofd leren, maar niet de methode van hoe men aan geschiedenis doet of waarom geschiedenis nu eigenlijk belangrijk is.
Wetenschap is voor veel mensen het leren onthouden van data uit een vorig onderzoek, niet leren hoe zelf zaken te onderzoeken of leren hoe wetenschap werkt en hoe men komt tot bepaalde conclusies. De meeste mensen hebben nog niet gehoord van zaken als inductieve en deductieve logica, causale verklaringen, wetenschappelijke methode, interpretatie van data, etc. Het resultaat is dat men kinderen op school behandelt als papegaaien of computers, men steekt ze vol data, maar men verwacht niet dat ze zelf nadenken. Zonder een besef van hoe wetenschap werkt, kan men niet of moeilijk het verschil tussen goede en slechte wetenschap of tussen zin en onzin onderscheiden. Men kent wel iets van wetenschap (zoals het jargon, de citaten, enz.) maar niet hoe wetenschap werkt. Ook daarmee is het niet verwonderlijk dat men geloofwaardigheid verschaft aan iets wat wetenschappelijk oogt (zoals door het gebruik van wetenschappelijke termen) terwijl er vaak niets tot weinig wetenschappelijk aan is.
4. De onbepaaldheid van de Amerikaanse/Europese wereldvisie
Hoewel Lett vanuit een Amerikaans oogpunt schreef, kan men deze redenering ook makkelijk toepassen op Europa. Iedereen (elke persoon, maar ook elk volk) bekijkt de wereld vanuit een bepaald paradigma, een set assumpties over de natuur van de werkelijkheid. Deze set bestaat uit een mix van zaken die zinnig en onzinnig, nuttig en schadelijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn: ieder mens bezit een ziel, een leugendetector is een betrouwbaar toestel om te weten of iemand liegt of niet, er zijn zaken die niet verklaard kunnen worden door de wetenschap of logisch verklaard kunnen worden, etc.
Wie tracht iets te veranderen aan irrationele denkbeelden binnen de maatschappij levert eigenlijk een oneerlijk gevecht. Vele van onze foutieve redeneringen zitten ingebakken in de funderingen van onze maatschappij en worden van kindsbeen af met de paplepel ingegeven. Deze ideeën zitten ingebed in de vele lagen van onze cultuur op sociaal, economisch, politiek vlak, enz. Juist omdat deze zo ingebakken zijn is het enorm moeilijk om deze ideeën te
86
ontkrachten of te doen verdwijnen. Velen nemen deze namelijk als vanzelfsprekend aan en het idee om deze kritisch te benaderen komt bij veel mensen zelfs niet op.
Deze vier zaken verklaren waarom irrationele ideeën blijven bestaan tot op de dag van vandaag en waarom ze waarschijnlijk ook nooit zullen verdwijnen. Natuurlijk zullen er wel bepaalde denkbeelden verdwijnen: het geloof dat de aarde plat is of dat bloedzuigers helpen tegen hoge bloeddruk kent vandaag nog maar weinig aanhangers, maar er zijn altijd nieuwe foutieve theorieën die klaarstaan om de plaats van een ander in te pakken, en andere zijn zo ingeburgerd dat ze niet meer weg te werken zijn uit de maatschappij (zoals bv. astrologie).
III. De nood aan kritisch denken.171 Learning without thinking is useless. Thinking without learning is dangerous. Kong Fuzi (Confucius)172
Kritisch denken is niet iets wat natuurlijk is voor mensen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld patronen herkennen of het kunnen aanleren en spreken van een taal. Onze hersenen zijn in staat, maar zijn niet gemaakt, om de wereld rondom ons in vraag te stellen. Vooral kinderen zijn erg suggestief. Dit heeft natuurlijk zijn oorsprong bij onze voorouders. Het feit dat kinderen erg suggestief zijn, biedt een groot evolutionair voordeel. Een kind komt als het ware als een tabula rasa, een onbeschreven blad in de wereld. Hij weet niets van de wereld rondom hem. Het is dan ook voordelig voor dat kind dat hij op korte tijd enorm veel informatie verwerkt, informatie die voor hem nuttig is om te overleven. Stel je voor dat een kind 10.000 jaar geleden leefde, in een wereld die voor hem veel gevaarlijker is dan die van nu. Al vlug wordt duidelijk dat kinderen die suggestief zijn, veel meer kans hebben om te overleven dan kinderen die dat niet zijn. Een kind dat alles gelooft wat zijn ouders hem vertellen, en we gaan er van uit dat ouders vooral het goede met hun kinderen voorhebben, zal vlug leren wat hij mag doen en wat hij moet laten. Stel bijvoorbeeld dat indien een kind wordt gezegd dat hij niet van een bepaalde plant mag eten omdat die giftig is of dat hij slangen met rust moet laten. Een kind dat gelooft dat hij werkelijk beter die plant en dat dier links laat 171
Dit stuk is gebaseerd op Dawkins, 1999, p.112-138.
172
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
87
liggen, zal meer kans hebben om te overleven, dan het kind dat kritisch is en zelf gaat testen of er werkelijk sprake is van gevaar.
Er ontstaat echter een probleem indien deze eigenschap blijft bestaan bij een volwassene. Bij volwassenen is deze eigenschap eerder schadelijk dan nuttig. Wie niet voor zichzelf leert denken is immers een makkelijke prooi voor irrationele denkbeelden en kan geen onderscheid maken tussen nuttige en nutteloze of schadelijke beliefs. Een keerzijde van de goedgelovigheid van kinderen, is dat ze ook zaken geloven die onwaar zijn. Een kind kan immers niet op jonge leeftijd het onderscheid maken tussen wat waar en onwaar is en daarbij komt het gegeven dat kinderen vaak een rotsvast vertrouwen hebben in hun ouders (en andere volwassenen). Indien deze eigenschap niet verdwijnt naarmate men ouder wordt, kan dit voor de volwassene veel problemen opleveren. Het is mogelijk dat sommigen dit expres niet cultiveren, vanwege een hunkering naar de kindertijd, waarin er meer zekerheden waren en de wereld niet zo angstaanjagend leek, omdat je wist dat je ouders er waren om je te beschermen. In de kinderjaren lijkt de wereld immers een magische plaats: in de verbeelding van het kind kunnen er kabouters in de tuin zitten, komt sinterklaas elk jaar met geschenken en snoep en zijn oude huizen spookhuizen, enz. In vergelijking met de kinderwereld lijkt de wereld van de volwassenen een veel saaiere plek. Dit uit zich vaak in een existentiële leegte. Die leegte wordt makkelijk ingevuld door sterrenwichelaars, goeroes, sekteleiders, kwakzalvers, etc. Indien men nooit leert kritisch te denken, is men hier een makkelijk slachtoffer voor.
IV. Een nieuw wereldbeeld voor een niet zo nieuwe wereld. We can easily forgive a child who is afraid of the dark; the real tragedy of life is when men are afraid of the light. Plato173
De grote verhalen lijken verdwenen uit de wereld. De grote mythen lijken niet meer van toepassing binnen onze moderne maatschappij. De mensheid lijkt de zekerheid te zijn ontnomen, die ontstond binnen een context van verhalen, religies en mythes. We hebben ontdekt dat onze planeet niet het centrum is van het universum, maar slechts een planeet 173
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
88
onder miljarden anderen. Wij weten nu dat wij als soort niet het toppunt van de schepping zijn, maar slechts een dier onder alle andere. De wetenschap ontkracht meer en meer de oude zekerheden, de dingen die ons speciaal leken te maken, in wat nu een kil en gevoelloos universum lijkt. Een heelal waar we als soort onze eigen boontjes moeten doppen. Sommigen onder ons aanvaarden dit gegeven voor wat het is, anderen zoeken hun heil in kwakzalverij en andere irrationele denkbeelden. We moeten echter steeds waakzaam zijn dat niet meer en meer mensen troost zoeken door een vlucht in het irrationele te nemen. Het is niet ondenkbaar dat naarmate men meer over de natuur en de mens zal te weten komen, meer en meer mensen zullen grijpen naar irrationele „beliefs‟, voor redenen die hierboven reeds zijn uitgelegd. Paul Kurtz omschrijft in zijn artikel „The Growth of Antiscience‟ het volgende: in een wereld waarin de wetenschap met grote sprongen vooruitgaat, waar de wereld meer en meer wordt getransformeerd door wetenschappelijke uitvindingen en ontdekkingen, zien we dat er meer en meer een antiwetenschappelijke attitude ontstaat.174 Wetenschappers lijken de slechteriken van de 21ste eeuw te worden. Een film als „Jurassic Park‟, waarin een wetenschapper een hoop dinosaurussen kloont die daarna uitbreken en daaropvolgend dood en vernieling aanrichten, is gemaakt om wetenschappers in een slecht daglicht te stellen, om te wijzen op de gevaren van wetenschap die niet aan banden wordt gelegd. Wetenschappers knoeien met „the fabric of life itself‟ en dat kan nooit goed zijn volgens deze mensen. Dit is niet nieuw, in de 19de eeuwse roman „Frankenstein‟ van Mary Shelley, wordt er exact hetzelfde gezegd. Een wetenschapper maakt een mens uit stukken van lijken en wekt het tot leven. Het resultaat is een monster, dat niet onder de gewone bevolking kan leven. Het verhaal eindigt bijzonder tragisch met onder andere de dood van dokter Frankenstein. Het is het verhaal van een mens (wetenschapper in deze context) die voor God speelt en controle over zijn eigen creatie verliest. Een soortgelijk verhaal zien we in de roman „The strange case of dr. Jeckyll and mr. Hyde‟ van R.L. Stevenson. Dr. Jeckyll ontwikkelt een brouwsel dat hem van zijn immorele kant zou moeten ontdoen, maar verandert in de kwaadaardige mr. Hyde, met alweer tragische gevolgen.
Het antiwetenschappelijke gevoel zit diep in onze maatschappij ingeburgerd. In de jaren 50 van vorige eeuw waren er vele B-films die gingen over wetenschappelijke experimenten die verkeerd afliepen. De Japanse film „Godzilla‟ gaat over een wezen dat gemuteerd is door atoomstraling tot gigantische proporties en (in een paar films) Tokyo verwoest. Men wijst duidelijk op de gevaren van een van de toen recentste uitvindingen, de atoombom en het 174
De volgende paragrafen zijn gebaseerd op: Kurtz, 1994, p. 255-263.
89
gebruik van kernenergie. In de Amerikaanse serie „The X-Files‟ worden diverse mysterieuze zaken onderzocht door FBI agenten Mulder en Scully. Het is niet verwonderlijk dat de verklaringen van de „believer‟ Mulder het bijna altijd halen van die van de rationelere Scully, die eerder zoekt naar logische, wetenschappelijke verklaringen. Goode meent dat er 3 redenen zijn voor het succes van „The X-Files‟: het veelvuldig gebruik maken van paranormale fenomenen, complot denken en populisme.175 „The X-Files‟ gaat infeite over de strijd van de underdog, de „believer‟ (in dit geval Mulder) die zich verzet tegen het establishment (wetenschappen, politiek,…) en steeds zijn gelijk krijgt. Men denkt dat er een complot is, en men gaat op zoek naar de waarheid erachter.
Beroemdheden lopen vaker te koop met hun irrationele beliefs dan met hun wetenschappelijk kennis. In België is Geena Lisa een overtuigd devoot van de chakra theorie,176 en in de Verenigde Staten waren ex president Reagan en zijn first lady geregeld op seance bij een astroloog.177 Programma‟s over het paranormale scoren beter dan wetenschappelijke programma‟s.
Ook vanuit filosofische hoek kwam er vaak kritiek op de wetenschap en de wetenschappelijke methode. Kurtz geeft twee voorbeelden: de ene kritiek komt uit de wetenschapfilosofische hoek, de andere komt van het postmodernisme. Filosofen zoals Kuhn en Feyerabend beweerden dat er niet zoiets is als een wetenschappelijke methode, aangezien wetenschappelijke kennis afhankelijk is van sociologische instituten en dat vaak eerder geloofde objectieve methodes om tot wetenschappelijke kennis te komen vaak fout bleken te zijn. Hoewel dit waar is, moeten we hiermee niet overdrijven. Er zijn objectieve methodes die onafhankelijk zijn van sociologische en culturele invloeden en er zijn betrouwbare standaarden om claims te onderzoeken. Hoe kan men anders de enorme hoop wetenschappelijke kennis, die men over de voorbije eeuwen heeft verworven, verklaren? Wetenschappelijke claims zijn niet hetzelfde zoals de claims van de poëet of de fantast, aangezien deze zijn getoetst op hun (experimentele) gevolgen binnen de wereld. Een tweede groep filosofen die de wetenschap hebben aangevallen zijn de Franse postmodernisten zoals onder andere Lyotard en Foucault. Indien we volgens hen de 175
Goode, 2002, p. 48-50.
176
http://www.hbvl.be/Archief/guid/we-zijn-moderne-priesters.aspx?artikel=f050587c-7905-47b9-937b-
54f480ab2aa8 (27-07-2009). 177
Murray, 1988, p. 7-9.
90
wetenschappelijke taal deconstrueren, moeten we tot de conclusie komen dat er eigenlijk geen objectieve standaarden zijn waaraan we claims en opvattingen kunnen toetsen. Foucault zei bijvoorbeeld dat wetenschap wordt gedomineerd door machtstructuren en dat organisaties zoals de staat, economisch geldgewin en politieke invloeden geen wetenschappelijke neutraliteit kunnen garanderen. Hier zit natuurlijk wel een kern van waarheid is, maar indien er enkel subjectiviteit is en claims niet objectief waar kunnen zijn, dan geldt dat ook voor de uitspraken van de postmodernist. Wat de postmodernisten eigenlijk aanvallen is de rationalistische visie op wetenschap van de 16de en 17de eeuw en hierin hebben ze wel gelijk. Maar voor bovengenoemde redenen is het niet nodig om de wetenschappelijke onderneming helemaal van de kaart te vegen.178 Mole omschrijft in „Nurturing Suspicion What College Students Learn About Science‟ enkele problemen in verband met hoe wetenschap wordt gedoceerd.179 Wetenschap wordt binnen bepaalde vakken180 als feilbaar beschouwd, maar niet op de manier waarop de meeste wetenschapsfilosofen deze term hanteren. Men bedoelt ermee dat wetenschap inherent fout is, dat het in de aard van het beestje zit dat deze racistisch en imperialistisch is. Wetenschap keert zich tegen intuïtie en weigert de „vrouwelijke stem‟ (wat dat ook moge zijn) te erkennen. Wetenschappers zouden „feiten‟ bedenken om hun eigen sociaaleconomische positie te rechtvaardigen, om zo tot een sociaal status quo te komen en bepaalde groepen uit te sluiten. Men leert studenten dat wetenschap niet de enigste methode is om tot betrouwbare kennis te komen en dat er evenwaardige (of soms betere) alternatieven zijn. Volgens Mole zijn dergelijke radicale visies verbonden met het feit dat mensen eigenlijk niet snappen wat wetenschap is. De schuld ligt dus niet enkel bij diegene die radicale uitspraken doet, zoals beweren dat wetenschap imperialistisch is, maar ook bij leerkrachten die wetenschappelijke vakken doceren of andere mensen die wetenschap propageren. Men kan hiervoor wel begrip opbrengen natuurlijk, een semester duurt immers maar zo lang, en het is onmogelijk om alle aspecten van de wetenschap te laten zien, zoals de punten waar wetenschap heeft gefaald (zogenaamde „dead ends‟). Maar om de complexiteit van wetenschap te vatten, moet men naar het grotere plaatje kunnen kijken en zien waarom bijvoorbeeld wetenschappers kiezen voor theorie A en niet theorie B. Het is een feit dat 178
Kurtz, 1994, p. 256-258.
179
Mole, 2004b, p. 33-37.
180
Hij geeft twee voorbeelden van „courses‟ die hij zelf heeft gevolgd; „Behavioral Sciences and Public Health‟
en „Introduction to Research Purposes and Methodologies‟.
91
wetenschappers inderdaad cultureel en ideologisch bevooroordeeld zijn, maar dat wil zeggen dat we een systeem nodig hebben waarin veel wetenschappers met verschillende achtergronden elkaars uitspraken controleren en beoordelen. Los daarvan kunnen zelfs wetenschappers met bedenkelijke achtergronden grote ontdekkingen doen. Zo wou Paul Broca via anatomische analyses bewijzen dat zwarten inferieur zijn aan blanken, maar leverde hij ook enkele opmerkelijke bijdragen aan de neurologie.181 Indien men aan studenten uit het middelbaar een ongenuanceerde, intellectueel verarmde visie van wetenschap aanbiedt, zijn deze erg makkelijke doelwitten voor de aanvallen die Mole hierboven beschrijft. Het is niet voldoende de postmoderne invloeden te negeren of te corrigeren, er is nood aan een hervorming binnen het wetenschapsonderwijs. Men moet de geschiedenis van de wetenschappen leren, de successen en de fouten die er gemaakt zijn tijdens dat eeuwenoude proces. Men moet leren hoe men tot wetenschappelijke theorieën komt, welke processen er zich afspelen en hoe men beslist welke wetenschappelijke theorie beter is dan zijn alternatieven.
De laatste jaren zien we echter een nieuwe aanval op de wetenschap, die van de new age beweging182. Het occulte, het paranormale en de pseudowetenschappen zijn aan een sterke opmars bezig. Met het bekender worden van de psychologie ontstond ook de parapsychologie. De astrologie volgde in het voetspoor van de astronomie. Science en science fiction kwamen naast elkaar te staan. Kurtz ziet hiervoor 10 redenen.
1. Na de tweede wereldoorlog was er de angst voor een nucleaire Holocaust. Hieraan gelijkaardig was er ook de angst voor kerncentrales (vooral als er iets fout loopt zoals in Tsjernobyl). 2. De druk van de milieubewegingen, die beweren (voor een deel terecht) dat de planeet schade ondervindt van de menselijke vooruitgang (zoals bv. het gat in de ozonlaag). 3. Een wijdverspreide angst voor chemicaliën. 4. Het misprijzen van biogenetisch manipuleren van levende wezens. 5. De aanvallen op de orthodoxe geneeskunde, zoals het aanklagen van dierproeven en het nodeloos lijden van patiënten verlengen door hun tegen hun wil in leven te houden. 6. De aanvallen op de psychiatrie.
181
Mole, 2004b, p. 35.
182
Kurtz, 1994, p. 255-263.
92
7. De verspreiding van het gebruik van alternatieve geneeswijzen. 8. De invloed van het Aziatische mysticisme, welke blijkbaar een wijsheid zou bevatten die wij in het westen niet kennen. 9. De revival van fundamentalistische strekkingen binnen religies, zelfs binnen westerse landen. 10. De aanvallen van multiculturele en feministische strekkingen, die beweren dat wetenschap niet transcultureel en universeel is, maar cultuurgebonden zijn. De multiculturalisten beweren dat„waarheden‟ van primitieve culturen evenwaardig zijn aan die van de westerse. De feministen klagen vooral de „male bias‟ binnen de wetenschap aan, de overtuiging dat wetenschappen seksistisch en racistisch zijn omdat wetenschap vooral door blanke, mannen wordt beoefend.
Hoewel over al deze punten wel wat kan gezegd worden (buiten de toename van religieuze fundamentalisten) overdrijven de meesten hierin. We moeten inderdaad voorzichtig zijn met kernenergie, maar men moet die ook niet compleet van de kaart vegen omdat de alternatieven ofwel erg vervuilend zijn, ofwel ontoereikend zijn. Er is inderdaad kennis of wijsheid (bijvoorbeeld boeddhistische literatuur) te vinden in het oosten die men in het westen niet vindt, maar daarom is acupunctuur nog geen beter alternatief dan antibiotica. Dieren moeten inderdaad zo weinig mogelijk lijden, maar indien we dierproeven afschaffen, zouden er veel meer mensen sterven omdat we geen (getest) medicijn hebben om hen te helpen.
Moesten mensen beter de doelstellingen en de werking van wetenschap begrijpen, zouden veel van deze problemen in omvang afnemen. De genetica heeft de bedoeling om mensen met erfelijke ziektes te helpen of erfelijke ziektes te helpen voorkomen, niet om monsters te maken. Het gebruik van kernenergie dient niet om de wereld in een nucleaire Holocaust ten onder te laten gaan, maar om te helpen voorzien in onze stijgende energienood.
Maar er is meer voor nodig dan een betere educatie als het op wetenschap aankomt. Zoals aan het begin van dit hoofdstuk al is gezegd zijn we als menselijke soort de grote verhalen kwijt, de verhalen die ons als soort en individu betekenis gaven. Wetenschap op zich kan deze leegte niet opvullen, dat is ook niet zijn taak. De wetenschap wil enkel een verklaring bieden van waarom de dingen zijn zoals ze zijn, niet de vraag beantwoorden waarom ze zo zijn. De wetenschappelijke wereld echter hoeft daarom geen kille, lege plaats te zijn. In „The view from the centre of the universe‟ beschrijven Joel R.Primack en Nancy Ellen Abrams op een 93
eenvoudige wijze de laatste ontdekkingen over het universum, zoals men die verkreeg door onderzoek in terreinen zoals de kwantummechanica.183 Hoewel deze ontdekkingen ons lijken te overweldigen hoeven wij onszelf daarom niet als onbelangrijk beschouwen. Er zijn immers miljarden planeten en slechts een handvol is leefbaar. Daarenboven is de kans dat er zich intelligent leven ontwikkelt nog veel kleiner. Als mens zijn wij binnen dit immense universum uitzonderlijk. Wij zijn waarschijnlijk de enigste soort van onze planeet die over zichzelf en de wereld rondom hem kan redeneren en geen enkele soort op de planeet heeft er zoveel invloed op als wij (soms goed, soms slecht). Wij zijn niet microscopisch klein, noch macroscopisch groot, wij bevinden ons in het midden van de schaal der grootheden.
De wetenschap op zich is een fantastisch verhaal waarachter mensen zich kunnen scharen. Het is het verhaal van de mens die loskomt van het naïeve denken en zich niet langer als passief beschouwt in de wereld en misschien zelfs het universum en groeit naar een wezen dat op eigen benen staat. Dit doet denken aan de groei van een kind, dat van een goedgelovig, afhankelijk persoon uitgroeit naar iemand die voor zichzelf nadenkt en voor zichzelf kan zorgen in een immer veranderende wereld. De mensheid maakt met andere woorden zijn eigen verhaal, waarin we als soort zo goed en zo kwaad als mogelijk vooruit trachten te gaan, door de wereld rondom ons te leren begrijpen. De wereld is mooi en fantastisch genoeg om interessant te zijn en om zinvol te leven zonder dat men daar bigfoot of spoken moet bij fantaseren. Ook al staat onze toekomst niet in de sterren geschreven, dan nog maakt dat de toekomst niet minder interessant. Hoewel de medische wetenschap niet alles kan genezen, is het al een „wonder‟ dat we in staat zijn zoveel ziektes en gebreken te genezen of te verlichten en misschien voorkomen. Omgekeerd zijn de aanslagen van 9/11 zo angstaanjagend en gemeen, dat er geen nood is aan wilde geruchten over het al dan niet bestaan van een complot om deze gruweldaden te verklaren.
183
Primack, 2006, p. 269-299
94
B. Conclusie Making up your mind does not mean freeing yourself to believe what you want - but examining so closely that you know the result. Alan Gregg184
De mensheid is als het ware gedoemd om tot het eind van zijn dagen opgescheept te zitten met irrationele en foutieve denkbeelden. Ondanks het harde werk van vele sceptici blijven pseudowetenschappen, complottheorieën, paranormale claims en andere opvattingen welig tieren. Eigenlijk vecht men een strijd die men niet kan winnen, er zullen altijd irrationele ideeën blijven bestaan en er zullen altijd mensen zijn die dergelijke ideeën geloven. Men kan een creationist geen darwinist maken door te wijzen op de hiaten in zijn of haar redenering. Maar daarom hebben we nog geen reden om deze ideeën niet aan kritisch onderzoek te onderwerpen en openbaar in vraag te stellen. Hoewel dergelijke opvattingen nooit zullen verdwijnen, kunnen we opmerken dat er over het algemeen wel vooruitgang wordt geboekt in het terugdrijven ervan. De meeste mensen gaan naar de dokter als zij ziek zijn en niet bij een medicijnman om slechte geesten uit te drijven of grijpen niet naar alternatieve geneeskunde om van hun kwaaltjes verlost te zijn. In tijden van nood worden de meeste mensen geen lid van een sekte om zin aan hun leven te geven. De meeste mensen zijn overtuigd dat de aanslagen van 11 september het werk waren van een groep terroristen en niet van de Amerikaanse regering. Hoe meer kennis men heeft van hoe wetenschap werkt, hoe minder mensen naar alternatieve opvattingen of handelingen zullen grijpen om zich te behelpen bij een bepaald probleem. Natuurlijk zijn niet alle mensen compleet vrij van irrationele denkbeelden, velen hebben hoogstwaarschijnlijk een foutieve opvatting als het gaat om spoken, alternatieve geneeswijzen of waarzeggers, maar laten hun leven hierdoor niet beïnvloeden. Iemand kan wel geloven dat er misschien geesten zijn die ronddwalen in onze wereld, maar die persoon koopt daarom niet een middel dat zogezegd spoken afschrikt of betaalt niet voor de hulp van spokenjagers om te zien of het al dan niet spookt in zijn nieuwe huis. Iemand kan geloven dat er misschien wel mensen zijn die de toekomst kunnen voorspellen, maar er persoonlijk geen gebruik van maken. Of men kan gewoon toegeven dat men niet goed snapt waarover bepaalde ideeën gaan en zich uit het debat terug trekken zonder er zich al te veel door te laten beïnvloeden. 184
Citaat komt van http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
95
De vraag is nu hoe we moeten omgaan met al deze denkbeelden. Als sceptici, filosofen en wetenschappers kunnen we maar één ding doen en dat is trachten de diverse claims die dagelijks verschijnen zo goed en zo kwaad mogelijk te onderzoeken en onderzoeken of deze claims wel kloppen. Het is niet aan ons om te zeggen dat bepaalde ideeën verboden moeten worden, dat lijkt mij trouwens niet de meest geschikte wijze om met dergelijke denkbeelden om te gaan. Belangrijk is dat het debat eerlijk en open wordt gevoerd en dat de juiste informatie het publiek bereikt. Het is niet aan ons om de harten van de mensen te veranderen, iets wat mij toch onmogelijk lijkt, maar wel om ervoor te zorgen dat deze een zo goed mogelijk oordeel voor zichzelf kunnen vellen.
Dit is dan ook in mijn ogen een maatschappelijk debat, en niet louter iets voor mensen die zich fulltime bezighouden met het „debunken‟ van allerlei nonsens. Het is evident dat (zoals Lett beweert) het aanleren van kritisch denken meer in het onderwijs te pas moet komen om vanaf een zo vroeg mogelijke leeftijd kinderen te leren denken over wat ze horen, in plaats van hun vertrouwen in (verkeerde) autoriteiten te stellen. De nadruk moet komen te liggen op hoe men tot goede kennis komt en niet zozeer het overdragen van kennis op zich. Men moet natuurlijk bepaalde feiten memoriseren, maar dit zou niet de focus mogen zijn van wat goed onderwijs inhoudt. De beste manier om irrationele denkbeelden te verminderen is mensen vertrouwd maken met hoe de wetenschap werkt, hoe men goede van slechte wetenschap onderscheidt, welke argumenten betrouwbaar zijn en welke niet, waarom de ene verklaring plausibel is en de andere niet, enz. De „true believers‟ zullen we nooit kunnen overtuigen, geen enkel argument zal ooit voor zulke personen voldoende zijn om hun eigen overtuigingen in vraag te stellen, laat staan om die overtuiging te verwerpen. Dit werk, en vele andere in zijn genre, is dan ook niet voor de „true believer‟ bedoeld. Het is eerder de grote onbesliste massa die auteurs als Dawkins en Dennett proberen te bereiken. Die mensen die in het ongewisse zijn over wetenschap en pseudowetenschap, geloof en atheïsme, zin en onzin. Deze pogingen zijn niet bijster succesvol zoals ik reeds heb gezegd, omdat dit doelpubliek niet echt wordt bereikt. De reden is dat veel mensen geen interesse hebben in wetenschap. Het komt er op neer dat meer mensen vertrouwd moeten worden met wetenschappen in het algemeen. Voor de meesten is wetenschap iets droog en saai, iets dat zich afspeelt ver van hun bed en dat beter aan de „knappe koppen‟ wordt overgelaten. Deze attitude zal eerst moeten veranderen eer we kunnen hopen dat irrationele denkbeelden minder vat krijgen binnen de maatschappij. 96
C.Bibliografie
Alcock James E. (1984), Parapsychology's Past Eight Years: A Lack-of-Progress Report, Sceptical Inquirer, Vol. 8, Nr. 4, p. 312-319.
Alcock James E. (1995), The belief engine, Sceptical Inquirer, Vol. 19, Nr. 3, p. 14-18.
Alcock James E. (2001), Science vs. pseudoscience, nonscience, and nonsense, Skeptical Odysseys (edited by Paul Kurtz), Prometheus books, New York p. 37-46.
Armando Simon (1984), Psychology and UFOs, Sceptical Inquirer, Vol. 8, Nr. 4, p. 363-365.
Avery Dylan (2006), Loose change, 2nd edition (DVD), Louder then words.
Barret Stephen (1987), Homeopathy: Is It Medicine?, Sceptical Inquirer, Vol. 12, Nr. 1, p. 56-62.
Benveniste Jacques (1988), Human basophil degranulation triggered by very dilute antiserum against IgE, Nature, Vol. 333, Nr. 6176, p.816-818.
Beyerstein Barry L. (1997), Why Bogus Therapies Seem to Work, Sceptical Inquirer, Vol. 21, Nr. 5, p. 29-34.
Blackmore Susan (2001), Why I have given up, Skeptical Odysseys (edited by Paul Kurtz), Prometheus books, New York p. 85-94.
Borgo Alejondro J. (2005), What Should We Do with Skepticism?, Sceptical Inquirer, Vol. 29, Nr. 4, p. 51-53.
Brehm Sharon S., Kassin Saul M., Fein Steven & Mervielde Ivan (2000), Sociale Psychologie, Academia press, Gent, 209-215.
97
Carroll Robert Todd (2000), Becoming a critical thinker; a guide for the new millennium, Pearson custom publishing, Boston, p. 4-6.
Carroll Robert Todd (2000), Becoming a critical thinker; a guide for the new millennium, Pearson custom publishing, Boston, p. 55-56.
Carroll Robert Todd (2000), Becoming a critical thinker; a guide for the new millennium, Pearson custom publishing, Boston, p. 56-59.
Carroll Robert Todd (2000), Becoming a critical thinker; a guide for the new millennium, Pearson custom publishing, Boston, p. 194.
Carroll Robert Todd (2000), Becoming a critical thinker; a guide for the new millennium, Pearson custom publishing, Boston, p. 195-198.
Christopher Kevin (2001), Fox Special Questions Moon Landing But Not Its Own Credulities, Sceptical Inquirer, Vol. 25, Nr. 3, p. 9.
Clifford W.K. (1999), The ethics of belief and other essays, Amherst, Prometheus books, New York.
Dawkins Richard (1999), Een regenboog ontrafelen; over wetenschap, waanideeën en wonderen, Richard Dawkins, uitgeverij contact, Amsterdam/Antwerpen, p. 112-138.
Dean Geoffrey (1987), Does Astrology Need to Be True? Part 2: The Answer Is No, Sceptical Inquirer, Vol. 11, Nr. 3, p. 257-273.
Decleir Walter (2008/01), Atlas of creation(ism),Wonder is gheen wonder, p. 8-11.
De Regt H. & Dooremalen H. (2008), Wat een onzin! Wetenschap en het paranormale, Boom, Amsterdam, p. 45-48.
De Regt H. & Dooremalen H. (2008), Wat een onzin! Wetenschap en het paranormale, Boom, Amsterdam, p. 93-94. 98
De Regt H. & Dooremalen H. (2008), Wat een onzin! Wetenschap en het paranormale, Boom, Amsterdam, p. 137.
Derksen A.A. (1992), The seven sins of pseudo-science, Nijmegen university, p.1-35.
Dillon Kathleen M. (1993), Facilitated Communication, Autism, and Ouija, Sceptical Inquirer, Vol. 17, Nr. 3, p. 281-287.
Elbers Astrid (2005/06), Alternatieve geneeskunde en sektarisme: een stilzwijgend verbond?, Wonder is gheen wonder, p. 23-24. Festinger Leon (1956), When Prophecy Fails: A Social and Psychological Study of A Modern Group that Predicted the Destruction of the World, Harper-Torchbooks, p. 25-26. Gardner Martin (1995), Science vs. Beauty?, Sceptical Inquirer, Vol. 19, Nr. 2, p. 14-16, 55.
Goode Erich (2002), Why Was The X-Files So Appealing?, Sceptical Inquirer, Vol. 26, Nr. 5, p.48-50. Harrinton Evan (1996), Conspiracy Theories and Paranoia: Notes from a Mind-Control Conference, Sceptical Inquirer, Vol. 20, Nr. 5, p. 35-42.
Hitchens Christopher (2007), God is not great, Atlantic books, London, p. 37-41.
Jones Lewis (1987), Alternative Therapies, Sceptical Inquirer, Vol. 12, Nr. 1, p. 63-69.
Kurtz Paul (1994), The Growth of Antiscience, Sceptical Inquirer, Vol. 18, Nr. 3, p. 255263.
Layng Anthony (2004), Religious Beliefs and Their Consequences, Sceptical Inquirer, Vol. 28, Nr.2, p.46-48.
Lett James (1992), The Persistent Popularity of the Paranormal, Sceptical Inquirer, Vol. 16, Nr.4, p.381-388.
99
Lipps Jere H. (2004), Judging Authority, Sceptical Inquirer, Vol. 28, Nr. 1, p. 34-37.
Losh Susan Carol, Christopher M. Tavani, Rose Njoroge, Ryan Wilke, and Michael McAuley (2003), What Does Education Really Do? Educational Dimensions and Pseudoscience Support in the American General Public, 1979-2001, Sceptical Inquirer, Vol. 27, Nr. 5, p. 30-35.
Mole Phil (2004a), Fallacies and Frustrations Why Skeptics Dread Conversations with True Believers, Sceptical Inquirer, Vol. 28, Nr. 1, p. 30-34.
Mole Phil (2004b), Nurturing Suspicion What College Students Learn About Science, Sceptical Inquirer, Vol. 28, Nr. 3, p. 33-37.
Murray Bob L. (1988), The Stars Smile on Soothsayers: The Secret of Reagan‟s Success, Sceptical Inquirer, Vol. 13, Nr. 1, p. 7-9.
Nola Robert & Sankey Howard (2007), Theories of scientific method, Acumen Publishing Limited, Stocksfield, p. 12-15, 19-22, 28-31. Novella Steven (2008/04), Hoe argumenteren? Deel 2, Wonder is gheen wonder, p. 29-31.
Park Robert L. (1997), Alternative Medicine and the Laws of Physics, Sceptical Inquirer, Vol. 21, Nr. 5, p. 24-28.
Popular mechanics (2006/03), 9/11: De mythes weerlegd, Wonder is gheen wonder, p. 4-7.
Porter Henry, (1995), Conspiracy Theories: Searching for Sense Amid Senselessness, Sceptical Inquirer, Vol. 19, Nr. 12, p. 12-13.
Primack Joel R. & Abrams Nancy Ellen (2006), The view from the centre of the universe; discovering our extraordinary place in the cosmos, Riverhead books/penguin group, London, p. 269-269.
100
Primack Joel R. & Abrams Nancy Ellen (2006), The view from the centre of the universe; discovering our extraordinary place in the cosmos, Riverhead books/penguin group, London, p. 295-296.
Sellinger Evan & Crease Robert P. (2006), The philosophy of expertise, Columbia university press, p. 14-38.
Shermer Michael (1997), Why people believe weird things: Pseudoscience, superstition, and other confusions of our time, W.H. Freeman and Company, New York.
Shermer Michael (2006/03), 9/11 heeft de moeder van alle complottheorieën op de wereld gezet, Wonder is gheen wonder, p. 8.
Taleb Nassim Nicholas (2008), De zwarte zwaan; de impact van het hoogst onwaarschijnlijke, Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam.
Vermassen Griet (2002/02), Nederland schiet wakker door rapport Millecam: vernietigend oordeel over niet-reguliere gezondheidszorg in Nederland, Wonder is gheen wonder. Vermeersch Etienne (2008/02), Zin en onzin van „Het zesde zintuig‟, Wonder is gheen wonder, p. 15.
Vonk Roos (2003), Cognitieve sociale psychologie; psychologie van het dagelijks denken en doen, Uitgeverij Lemma, Utrecht, p. 20-21.
Weber Erik (2006), Kennis ontrafeld; vijtien hedendaagse filosofen over wetenschap, ethiek en metafysica, Garant, Antwerpen-Appeldoorn, p. 35-43. Whitson Jennifer A. & Galinsky Adam D. (2008), Lacking Control Increases Illusory Pattern Perception, Science, Vol. 322, October, p115-117.
Williams William F. (general editor) (2000), Encyclopedia of pseudo science; from alien abductions to zone therapy, , Fitzroy Dearbon publishers, Chicago/London, p. 18-19.
101
Williams William F. (general editor) (2000), Encyclopedia of pseudo science; from alien abductions to zone therapy, Fitzroy Dearbon publishers, Chicago/London, p. 21-22.
Williams William F. (general editor) (2000), Encyclopedia of pseudo science; from alien abductions to zone therapy, Fitzroy Dearbon publishers, Chicago/London, p. 147-148.
Williams William F. (general editor) (2000), Encyclopedia of pseudo science; from alien abductions to zone therapy, Fitzroy Dearbon publishers, Chicago/London, p. 243.
Wiseman Richard, Smith Matthew,& Wiseman Jeff (1995), Eyewitness Testimony and the Paranormal, Sceptical Inquirer, Vol. 19, Nr.6, p.29-32.
Wynn Charles M. & Wiggins Arthur W. (2001),Quantum leaps in the wrong direction: where real science ends and pseudoscience begins, , Joseph Henry press, Washinton D.C. p. 1-11 .
Wynn Charles M. & Wiggins Arthur W. (2001),Quantum leaps in the wrong direction: where real science ends and pseudoscience begins, , Joseph Henry press, Washinton D.C. p. 31-48 .
Gebruikte internetbronnen:
9/11 Myths, Freefall, 30-06-2009, http://www.911myths.com/html/freefall.html
9/11 Myths, WTC 7 Damage, 30-06-2009, http://www.911myths.com/html/wtc7_damage.html ANP (2009), 'Jomanda raadde Sylvia Millecam operatie af', 14-07-2009, http://www.nu.nl/algemeen/1962397/jomanda-raadde-sylvia-millecam-operatie-af.html Belga (2009), Veroordeling dreigt voor Nederlands medium Jomanda, 15-07-2009, http://skepp.be/nieuws/veroordeling-dreigt-voor-nederlands-medium-jomanda
Bertand Kirsten & Minten Serge, We zijn moderne priesters, (17-09-2007), 27-07-2009, http://www.hbvl.be/Archief/guid/we-zijn-moderne-priesters.aspx?artikel=f050587c-790547b9-937b-54f480ab2aa8 102
Betz Willem (2003), Skepptische Put 2003: De Ziekenfondsen, 15-07-2009, http://skepp.be/node/483 Bush George W. (2003), Operation Iraqi freedom, 07-08-2009, http://georgewbushwhitehouse.archives.gov/news/releases/2003/03/20030322.html Carroll (2009), Cognitive dissonance, 10-04-2009, http://skepdic.com/cognitivedissonance.html
Carroll (2009), Cult, 26-02-2009, http://skepdic.com/cults.html
Carroll (2009), Evaluating evidence, 14-07-2009, http://www.skepdic.com/skeptimedia/skeptimedia31.html Carroll (2009), homeopathy, 14-07-2009, http://skepdic.com/homeo.html Carroll (2009), Illuminati, The New World Order & Paranoid Conspiracy Theorists (PCTs), 18-02-2009, http://skepdic.com/illuminati.html Carroll (2009), Intelligent design, 12-03-2009, http://skepdic.com/intelligentdesign.html
Carroll (2009), Ouija board, 26-02-2009, http://skepdic.com/ouija.html
Carroll (2009), Paranormal, 27-06-2009, http://skepdic.com/paranormal.html
Carroll (2009), true-believer syndrome, 30-06-2009, http://skepdic.com/truebeliever.html CatHerder (2004), 9/11: A Boeing 757 Struck the Pentagon, 18-02-2009, http://www.abovetopsecret.com/forum/thread79655/pg1 Cultura Y Artesania de Chile (2005), Chakra‟s, 15-03-2009, http://www.culturadechile.be/Chakra%27s.htm
Edward John (2001-2009), 18-02-2009, http://www.johnedward.net/
103
Hoffman Jim (2005), Popular Mechanics' Deceptive Smear Against 9/11 Truth, 18-02-2009, http://www.911review.com/pm/markup/index.html Horizon (2002), Homeopathy: The Test, 14-07-2009, http://www.bbc.co.uk/science/horizon/2002/homeopathy.shtml
http://www.horoscoop-gratis.be/daghoroscoop-kreeft.htm
Icke David (2009), 07-04-2009, http://www.davidicke.com/index.php/
Inspectie voor de gezondheidszorg, De zorgverlening aan S. M.; een voorbeeldcasus, (Februari 2004), 27-07-2009, http://www.igz.nl/15451/17876/Rapport_S.M._definitief_17_1.pdf
Jesse (2009), 9/11 facts, 10-07-2009, http://tvnewslies.org/html/9_11_facts.html Jomanda (2009), Jomanda‟s World children; over Jomanda, 05-08-2009, http://www.jomanda.nl/over.php
NIST (2006), Answers to Frequently Asked Questions (August 30, 2006), 30-06-2009, http://wtc.nist.gov/pubs/factsheets/faqs_8_2006.htm Pat (2006), Loose Screw #3--Kevin Ryan of Underwriter‟s Laboratories, 30-06-2009, http://screwloosechange.blogspot.com/2006/05/loose-screw-3-kevin-ryan-of.html Pat (2009), The Obama Deception Debunked Part I, 04-07-2009, http://screwloosechange.blogspot.com/2009/04/obama-deception-debunked-part-i.html Peeters Mark, 07-04-2009, http://markpeeters.skynetblogs.be/ Popular Mechanics (2005), Debunking the 9/11 Myths: Special Report, 30-06-2009, http://www.popularmechanics.com/science/defense/1227842.html?page=3&c=y Popular Mechanics (2005), Debunking the 9/11 Myths: Special Report, 14-07-2009, http://www.popularmechanics.com/technology/military_law/1227842.html 104
Russell Bertrand (1952), Is there a God?, 21-03-2009, http://www.cfpf.org.uk/articles/religion/br/br_god.html The New York Times (1896), A popcratic forgery, 20-04-2009, http://query.nytimes.com/mem/archivefree/pdf?_r=1&res=9C0DEFDE133BEE33A25750C0A9669D94679ED7CF Yahya Harun (2009), 12-03-2009, http://www.harunyahya.com/
Zelikow Philip (2004), The 9/11 commission report, 30-06-2009, http://www.911commission.gov/report/911Report.pdf
Alle titel quotes komen van: http://www.ntskeptics.org/quotes.htm
105
D.Dankwoord Graag had ik volgende personen willen bedanken (in chronologische volgorde) die mij hebben geholpen en gesteund tijdens het maken van deze thesis.
Mijn promotor Braeckman Johan.
Mijn commissarissen Boudry Maarten, Meheus Joke & Leuridan Bert.
Mijn familie D‟haeyer René & D‟haeyer William. Mijn collega‟s Degeyter Elien, De Kock Liesbeth, De Saeger David, Deschrijver Wolfgang, Dobbelaere Bert, Kosolosky Laszlo, Leyn Ilse & Moorthamers Joris.
Mijn vrienden Aelvoet Karel, De Scheerder Kenny, Hermie Tim, Ingelbert Doren, Ingelbert Wout, Larno Karel, Larno Karolien, Manhaeve Ninotchka, Raes Inez, Rosier Tim, Schiettecatte Emanuel, Seynaeve Alexis, Vandendaele Flore, Van houtte Nick & Van Parys James.
En al de rest die ik mogelijk ben vergeten.
106