Wijkontwikkelingsplannen Venray
0 ALGEMEEN
maart 2007
Versie maart 2007
1
Versie maart 2007
2
Inhoudsopgave
Leeswijzer
blz 6
0 ALGEMEEN 1. Gebiedsgericht werken 1.1. Aanleiding…………………………………………………………………………………………………………………………..
blz 8
1.2. Inleiding …………………………………………………………………………………………………………………………….
blz 9
1.3. Beleidskader gebiedsgericht werken ………….……………………………………………………………………
blz 9
1.3.1. Klantgericht …………………………………………………………………………………………………..…
blz 9
1.3.2. Definitie gebiedsgericht werken ………………………………………………………………………
blz 9
1.3.3. Gebiedsindeling …………………………………………………………………………………………………
blz 10
1.3.4. Gebiedspanels …….……………………………………………………………………………….....…….
blz 10
1.3.5. Rollen ………………………………………………………………………………………………………………..
blz 11
1.3.6. Proces ………………………………………………………………………………………………………….….
blz 12
1.3.7. Participatieladder ………………………………………………………………………………………………
blz 12
1.3.8. Implementatie …………………………………………………………………………………………………
blz 13
1.3.9. Beheer en Onderhoud ……………………………………………………………………………….………
blz 13
1.3.10 Communicatie ……………………………………………………………………………………………………
blz 13
2. Beleidskaders kernpartners 2.1. Beleidskader Politie ……………………………………………………………………………………………………………
blz 14
2.2. Beleidskader Wonen Venray ……………………………………………………………………………………………… blz 15 2.3. Beleidskader Synthese ………………………………………………………………………………………………………
blz 16
2.4. Beleidskader Dorps- en Wijkraden ……………………………………………………………………………………
blz 18
2.5. Beleidskader gemeente Venray ……………………………………………………………………………………….
blz 19
2.5.1. Ruimtelijke pijler 2.5.1.1. Volkshuisvesting ……………………………………………………………………………………………
blz 19
2.5.1.2. Nieuwe gemeentelijke Woonvisie …………………………………………………………………
blz 20
2.5.1.3. Welstand …………………………………………………………………………………………………….…
blz 21
2.5.1.4. Monumenten, cultuurhistorie en archeologie ………..……………………………………
blz 22
2.5.1.5 Inrichting Openbare Ruimte ………………………………………………………………………….
blz 22
2.5.1.6.Verkeer en vervoer ………………………………………………………………………..………………
blz 23
2.5.1.7 Groen ………………………………………………………………………………………………………………
blz 24
2.5.1.8 Speelruimteplan ………………………………………………………………………………………………
blz 25
2.5.1.9 Afval …………………………………………………………………………………………………………………
blz 26
2.5.1.10. Water ……………………………………………………………………………………………………………
blz 27
2.5.1.11. Flora en fauna ………………………………………………………………………………………………
blz 28
2.5.1.12. Milieubeleidsplan …………………………………………………………………………………………… blz 28 Versie maart 2007
3
2.5.2 Economische pijler 2.5.2.1 Ontwikkelingsperspectief ……………………………………………………………………………….
blz 30
2.5.2.2 Detailhandelsnota ……………………………………………………………………………………………… blz 30 2.5.2.3 Herziening detailhandelsbeleid Venray …………………………………………………………… blz 30 2.5.2.4 Evenementenbeleid ………………………………………………………………………………………… blz 31 2.5.2.5 Horeca ……………………………………………………………………………………………………………… blz 31 2.5.2.6 Segmenteringnota …………………………………………………………………………………………… blz 32 2.5.2.7 Toerisme en recreatie ……………………………………………………………………………………… blz 32 2.3 Sociaal / maatschappelijke pijler 2.5.3.1 Integraal veiligheidsbeleid ……………………………………………………………………………… blz 34 2.5.3.2 Drugsbeleid ……………………………………………………………………………………………………
blz 35
2.5.3.3 Jeugdbeleid ……………………………………………………………………………………………………
blz 35
2.5.3.4 Werk en Inkomen …………………………………………………………………………………………… blz 37 2.5.3.5 Zorg …………………………………………………………………………………………………………………
blz 38
2.5.3.6 Accommodatiebeleid ………………………………………………………………………………………
blz 39
2.5.3.7 Sport ………………………………………………………………………………………………………………
blz 39
2.5.3.8 Kunst en cultuur …………………………………………………………………………………………….
blz 40
2.5.3.9 Kermissen in Venray………………………………………………………………………………………
blz 41
3. Bijlagen 3.1 Nog op te stellen c.q. te actualiseren beleid 2007 - 2010 3.2 Lijst van gebruikte afkortingen 3.3 Statistische gegevens dorpen en wijken van Venray 3.4 Communicatieplan Centrum
Deel I Zie achter het tabblad van het betreffende dorp of wijk. Voor zover mogelijk en relevant is bij de inventarisatie per gebied de indeling gevolgd zoals die hierboven in Deel O is aangegeven. Bij de dorpen is voor de inventarisatie gebruik gemaakt van de DOP’s zoals ze door de dorpen zelf zijn opgesteld. Daarnaast hebben de beperkt ruimtelijke visies zoals die in 2007 voor alle dorpen zijn opgesteld voor belangrijke input gezorgd. Tenslotte zullen ook de gevolgen die de Geurwet voor de dorpen heeft een plaats krijgen in de integrale visie. Deel I sluit telkens af met de integrale visie van het betreffende gebied.
Versie maart 2007
4
Deel II Zie achter het tabblad van het betreffende dorp of wijk. In dit deel vindt u de voor het betreffende gebied aangegeven integrale projecten. Bovendien is hier door het gebiedspanel een prioritering in aangebracht zodat zij in volgorde van belangrijkheid voor het gebied zijn vermeld.
Versie maart 2007
5
Leeswijzer Voor u liggen een tweetal boekwerken. Het ene omvat de “Dorpsontwikkelingsplannen van de gemeente Venray” en het andere de “ Wijkontwikkelingsplannen van de gemeente Venray”. Beide boekwerken starten op 1 januari 2006 en zullen in de loop van 2009 hun totale omvang bereiken. Het boekwerk “ Dorpsontwikkelingsplannen” omvat de ontwikkelingsplannen van de 10 dorpen en het boek “Wijkontwikkelingsplannen” de plannen van de 10 wijken van de gemeente Venray. Een dorp- of een wijkontwikkelingsplan bestaat uit 3 delen. Onderdeel 0 Algemeen omvat op hoofdlijnen het bestaand beleid zoals dat geldt op 1 januari 2007. Om niet elk ontwikkelingsplan opnieuw te laten beginnen met een nagenoeg gelijkluidend onderdeel waarin het bestaande beleid wordt benoemd, is er voor gekozen het bestaande beleid in dit deel wat uitvoeriger te beschrijven en dit vervolgens niet meer bij elk dorp of elke wijk te herhalen. Indien u bij een bepaald dorp of wijk vragen hebt met betrekking tot de geldende beleidskaders raadpleeg dan telkens dit onderdeel. Binnen het gemeentelijk beleid maken we onderscheid in een 3 tal pijlers. •
Een ruimtelijke pijler
•
Een economische pijler
•
Een sociaal maatschappelijke pijler.
Bijlagen Naast het nu geldend beleid hebben we ook aangegeven welk beleid op stapel staat. Hiervoor verwijzen we naar bijlage 3.1. Deze lijst is onverkort overgenomen uit de jaarschijf 2007 van het college programma 2006-2010. De beleidsvoornemens voor de periode 2008-2010 zijn eveneens opgenomen. Wie meer gedetailleerde vragen heeft kan de website www.venray.nl/beleid raadplegen. Op deze website zijn alle beleidnota’s en bestuurlijke documenten in te zien. Er worden in dit document nog al eens afkortingen gebruikt. Voor de volledige benaming van de gebruikte afkortingen verwijzen we u naar bijlage 3.2. Voor alle gebieden zijn in dit deel de statistische gegevens van het gebied voor zover bij de gemeente bekend in beeld gebracht. Deze gegevens vindt u in bijlage 3.3. Elk gebied kent haar eigen communicatieplan waarin de gebiedsspecifieke communicatiemiddelen zijn opgenomen. Het format voor de communicatieplannen is gelijk. Ter illustratie is het communicatieplan van één van de startgebieden, te weten Centrum, opgenomen onder bijlage 3.4. Achter de tabbladen van elk dorp en elke wijk treft u vervolgens een deel I en een deel II aan. In Deel I vindt u de inventarisatie van betreffende gebied. We hebben voor een goede leesbaarheid getracht om de onderwerpen c.q. paragrafen in eenzelfde volgorde te beschrijven. Dat maakt een vergelijking per dorp of wijk met andere dorpen/wijken makkelijker. Vervolgens treft u een analyse en de benoeming van knelpunten aan. Deel I wordt telkens afgesloten met een integrale visie die gedragen wordt door alle partners.
Versie maart 2007
6
Deel II omvat het eerste uitvoeringsprogramma zoals dat gezamenlijk met de partners uit het betreffende gebied is opgesteld. Dit uitvoeringsprogramma bevat de lijst met, voor zover mogelijk, integrale projecten die bijdragen aan de concretisering van de opgestelde visie uit deel I. Actualisatie Het onderdeel Algemeen wordt jaarlijks geactualiseerd. Dit onderdeel wordt aangepast met wijzigingen in bestaand beleid en nieuw beleid van de kernpartners. Elke vijf jaar actualiseren we de gebiedsvisies. Dit betekent dat we vanaf 2009 elk kwartaal één gebied opnieuw tegen het licht houden en beoordelen of er aanpassingen nodig zijn in het visiedeel. Zo komen alle 20 gebieden in 5 jaar aan de beurt. Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks geactualiseerd en er vindt elk 4e kwartaal van elk jaar een prioritering plaats welke projecten het gebiedspanel wil inbrengen bij de voorjaarnota van het opvolgende jaar.
Versie maart 2007
7
1. Gebiedsgericht Werken 1.1 Aanleiding In de perspectiefnota 2002-2006 wordt in thema 2 vastgelegd dat we integraal en gebiedsgericht gaan werken. Het college wil de Venrayse bestuurlijke structuur en cultuur en de communicatie met de burger weer een stap verder brengen. Dit leidt tot de opdracht om een beleidskader voor deze manier van werken te ontwikkelen. Gebiedsgericht werken is een goede manier om de burger meer bij de gemeentelijke beleidsvorming te betrekken. Dezelfde nota vraagt onder thema 3 naar structurele aandacht voor strategische en tactische beleid- en visievorming. Daarom zijn we in de vorige collegeperiode ook gestart met het opstellen van de “Strategische visie Venray 2015 Dorp en Stad”. Hierin wordt op een hoog abstractieniveau en voor de lange termijn beschreven waar we met Venray in 2015 willen staan. Het opstellen van de strategische visie is tot stand gekomen met inbreng van burgers uit Venray. De Strategische Visie is in februari 2006 door de gemeenteraad vastgesteld. Het hoge abstractieniveau van de Strategische visie werd vervolgens vertaald in concretere beelden en beleidsvoornemens die zijn beschreven in het Ontwikkelingsperspectief 2015. Tegelijkertijd is met behulp van een pilot het beleidskader Gebiedsgericht werken samen met onze partners opgesteld. In april 2005 zijn zowel het “Ontwikkelingsperspectief 2015” als het “Beleidskader Gebiedsgericht Werken” (ggw) door de gemeenteraad vastgesteld. Onderstaand plaatje geeft schematisch weer hoe het een zich tot het ander verhoudt.
2003
S T R A T E G IS C H E V IS IE
2015
O n tw ik k e lin g s P e r sp e c tie f P e r sp e c tiefn o ta * B u r gerp articip atie * L ee fb a arh e id * V eiligh eid sb e le id
* H an d h a vin g * p lat.lan d so n tw * stra teg is ch e visie
‘0 2
‘0 3
‘0 4
C o lle g e p r o g r a m m a
C o lle g e p r o g r a m m a
DOP WOP
‘0 5
‘0 6
‘0 7
‘0 8
‘0 9
‘1 0
‘1 1
‘1 2
‘1 3
V o o rjaa rsn o ta B eg ro tin g V o o rjaa rsn o ta B eg ro tin g V o o rja arsn o ta B eg ro tin g
Versie maart 2007
8
1.2 Inleiding Het collegeprogramma 2006-2010 “Doorontwikkelen en Meedoen” gaat weer een stap verder in het concreet uitwerken van het Ontwikkelingsperspectief. Met name het daar aan gekoppelde uitvoeringsprogramma vormde de basis voor het vaststellen van de doelen voor de komende 4 jr. Er is een wethouder benoemd met als portefeuille “Bestuurlijke vernieuwing en leefbaarheid”. Daarmee geeft het college aan dat we de Venrayse bestuurscultuur en de communicatie met de burger doorontwikkelen met als doel de kloof tussen bestuur en burgers te verkleinen. We geven niet alleen aan welke ideeën we hebben over bestuurlijke vernieuwing en burgerparticipatie maar zijn er via gebiedsgericht werken (ggw) ook daadwerkelijk mee aan de slag. Met gebiedsgericht werken richten we ons op leefbaarheid en eigen ontwikkelingsruimte in dorpen en wijken. Burgers in Venray moeten zich thuis en veilig voelen, waar ze ook wonen. Burgers die overlast ervaren worden gehoord, bijvoorbeeld via vaste aanspreekpunten in de eigen buurt. Gezamenlijk met partners en maatschappelijke instellingen zullen we problemen aanpakken. Dorps- en wijkbewoners moeten ook zelf aan hun woonomgeving vorm en inhoud kunnen geven. Via gebiedsgericht werken kunnen we de inwoners van dorpen en wijken daadwerkelijk eigen ontwikkelingsruimte geven. Met het beleidskader Gebiedsgericht Werken kan na de personele invulling eind 2005 ingaande 1.1.2006 in de eerste 3 gebieden ( te weten; Centrum, Oostrum en Brukske ) worden gestart. Daartoe is door de betrokken (kern)partners in januari 2006 een convenant afgesloten.
1.3. Beleidskader gebiedsgericht werken Het door de gemeenteraad vastgestelde beleidskader ggw omvat “de spelregels” die we bij het Gebiedsgericht werken hanteren. Deze zijn hieronder op hoofdlijnen nog eens weergegeven.
1.3.1.Klantgericht Het samenwerken met burgers en partners moet leiden tot producten waar men om vraagt en waaraan men bij de totstandkoming heeft deelgehad. Het is dus belangrijk om de juiste input uit de samenleving te verkrijgen. Dit geldt voor het actief ophalen van input alsook het openstaan voor input die ons ongevraagd wordt aangeboden. Daarnaast spelen begrippen als integraliteit en interactiviteit en wezenlijk rol bij het tot stand brengen van beleid.
1.3.2. Definitie gebiedsgericht werken Gebiedsgericht werken is een proces van structurele samenwerking tussen de gemeente en haar partners in een bepaald gebied, voor die producten en/of diensten die het individuele belang overstijgen en waarvoor een gebiedsgerichte aanpak meerwaarde heeft. Het resultaat van deze werkwijze moet leiden tot 20 integrale dorps- en wijk ontwikkelingsplannen (DOP´s en WOP´s ) Deze WOP´s en DOP´s bestaan uit twee delen te weten een integrale visie en een daarbij behorend uitvoeringsprogramma.
Versie maart 2007
9
1.3.3. Gebiedsindeling Niet alles kan inhoudelijk Gebiedsgericht zijn. Wij hanteren als bovengrens zaken die gemeentebreed geregeld zijn, zoals brandweer, verlichting, huisvuil. Als ondergrens is bepaald dat individuele producten zoals paspoorten, vergunningen, uitkering etc. zijn uitgesloten. Schematisch kan dit als volgt worden weergegeven. Besluitvorming door
Domein
Participatie vindt plaats in
Gemeenteraad
Gemeentebreed
Gemeentebrede Overlegtafel
College van B & W
Gebiedsgericht
Het Gebiedspanel
Afdelingshoofd of
Individueel gericht
Individueel gericht
gemandateerde ambtenaren.
communicatie vormen.
De bij gebiedsgericht werken gehanteerde indeling is gebaseerd op de indelen naar dorpen en wijken zoals vastgesteld door de gemeenteraad. Deze indeling vormt sedert begin negentiger jaren de basis voor de indeling die ook door het Centraal Bureau van de Statistiek ( CBS ) voor Venray wordt gehanteerd. Hierop zijn ook de statistische gegevens gebaseerd. Of deze indeling op den duur onder alle omstandigheden stand kan houden is nu nog niet te zeggen. Mochten er gedurende dit traject redenen zijn om een andere indelingen te gebruiken dan zullen we dat steeds vermelden.
1.3.4. Gebiedspanels Bij het onderzoek naar wie onze (kern)partners zijn hebben we vastgesteld dat dit zijn: •
De dorps- en wijkraden
•
De Politie
•
Wonen Venray
•
Synthese
•
Gemeente
Daarnaast wordt per gebied gekeken naar wie er in dat specifieke gebied bij het opstellen van de gebiedsvisie ook nog betrokken moeten worden. Dit zijn de gebiedsspecifieke partners. Tezamen met de gemeente zijn deze partners verenigd in een gebiedspanel.
Versie maart 2007
10
Elk gebiedspanel heeft een vaste kernbezetting. Dat zijn steeds de vertegenwoordigers van de kernpartners. •
Een dorpsraad of een wijkraad
•
De politie
•
Wonen Venray
•
Synthese
•
De gemeente Venray
Schematisch ziet een gebiedspanel er in de basis als volgt uit:
Legenda
KERNPARTNERS
Beleidsmatig
Gemeente
Uitvoerend
Wijk/dorpsraad
GebiedsPanel
Wijk of Dorpsontwikkelings
Wonen Venray Politie
Plan. (WOP/DOP)
Synthese Evt.gebiedspecifieke Partners
Werkgroepen (structureel)
Communicatie
Integraal Beheer Openbare Ruimte = IBOR
Projectgroepen (projectmatig)
WOP/DOP
Bijvoorbeeld
GebiedsVisie + Uitv.Progr
Bouwprojecten
1.3.5. Rollen De partners hebben een binnen het beleidskader ggw vastgelegde rol toegedeeld gekregen.
Versie maart 2007
11
1.3.6. Proces Het proces van structurele samenwerking krijgt werkendeweg gestalte. In de eerste drie startgebieden is de eerste ervaring opgedaan. Deze wordt weer gebruikt om de werkwijze voor de volgende gebieden te verbeteren.
1.3.7. Participatieladder Participeren betekent “het deel hebben aan iets”. Door partners te laten participeren in beleidsprocessen levert dit een betere input vanuit de specifieke gebieden op. Immers mensen die wonen/werken/verblijven in een gebied kennen de specifieke knelpunten, sterke en zwakke kanten in dat gebied. Door deel te hebben aan het tot stand komen van beleid creëren we tevens draagvlak voor dit beleid. Mensen zien nut en noodzaak doordat ze er van meet af aan bij betrokken waren. Niet alle beleidskwesties blijken geschikt voor een interactief proces. De kunst zal zijn dit tijdig te onderkennen en daar ook tijdig over te communiceren. Zo proberen we aan de voorkant in het proces de verwachtingen t.a.v. de mogelijke resultaten met onze partners zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Hiertoe levert onderstaande participatieladder een goede bijdrage. Door vooraf afspraken te maken over; •
waar is wel en waar is geen participatie over mogelijk
•
wie kan waarin participeren
•
welke mate van participatie ( welke trede) zouden wij (gemeente) op prijs stellen
•
welke mate van participatie (welke trede) kunnen partners leveren
proberen we de verwachtingen op elkaar af te stemmen teleurstellingen achteraf te voorkomen. Wij hebben er voor gekozen om al werkende in gezamenlijk overleg de participatietrede met onze partners vast te leggen.
6. Zelfbestuur 5. Meebeslissen, middelen verdelen 4. Adviseren in partnerschap, klankbordgroep 3. raadplegen, info-avonden 2. Reageren inspreken 1. Informeren, publiceren
Versie maart 2007
12
1.3.8. Implementatie Gebiedsgericht werken is een andere wijze van werken. Op sommige terreinen is het dan ook zeker niet totaal nieuw. Wel gebeurd het sinds 1.1.2006 procesmatig en structureel in de eerste 3 gebieden. ( Centrum, Oostrum en Brukske) In 2007 volgen 7 nieuwe gebieden en wel de dorpen Heide, Leunen, Merselo en Vredepeel. Daarnaast ook de wijken Centrum-West, Landweert en Veltum. In 2008 volgen de overige dorpen en wijken. ( Smakt, Ysselsteyn, Oirlo, Veulen, Castenray en Brabander, Centrum-Oost, Smakterheide, Vlakwater en St. Antoniusveld. )
1.3.9. Beheer en Onderhoud Bij de vaststelling van het beleidskader ggw is besloten dat er binnen de gemeentelijke organisatie geen aparte afdeling voor ggw komt. Het gebiedsgericht werken is een andere manier van samenwerken die door de gehele organisatie moeten worden overgenomen. Daartoe zal voor afloop van de invoeringstermijn van 3 jaar nader uitgewerkt moeten worden hoe een en ander binnen de afdelingen in het reguliere werk kan worden ingevoegd. Het gaat immers niet om nieuwe dingen doen maar om de bestaande dingen anders doen.
1.3.10 Communicatie Elk gebied beschikt over een door het gebiedspanel vastgesteld communicatieplan. Het communicatieplan voor de startgebieden is hierbij als format gehanteerd. Voor elk gebied zijn in het betreffende communicatieplan de gebiedsspecifieke communicatiemiddelen opgenomen. Ter illustratie is het communicatieplan van Centrum opgenomen onder bijlage 3.4. De communicatieplannen van de afzonderlijke gebieden zijn te raadplegen via het virtueel kantoor voor gebiedsgericht werken dan wel via www.dorpenvenray.nl/gebiedspanels c.q. www.wijkenvenray.nl/gebiedspanels.
Versie maart 2007
13
2. Beleidskaders van de (kern)partners 2.1
Beleidskader Politie Limburg-Noord
Algemeen In het beleid van de politie Limburg-Noord zijn vijf beleidsvelden belangrijk: jeugd, criminaliteit, overlast, verkeer en milieu. Binnen deze beleidsvelden richt de politie zich op drie kernprioriteiten: jeugd, veelplegers en ernstige zaken. Visie Een integrale aanpak van de beleidsuitvoering staat voorop met als doel de leefbaarheid en veiligheid van burgers te optimaliseren. Een integrale aanpak, waarbij de gemeente de regie voert en waarbij naast repressie, ook aandacht is voor een proactieve en/of preventieve ketenbenadering. Bij deze aanpak zullen de betrokken organisaties steeds meer hun werkwijzen op elkaar afstemmen, opdat gezamenlijk een effectieve en efficiënte bijdrage wordt geleverd aan gevoelens van leefbaarheid en veiligheid van de burger. Aanpak Naast districtelijke speerpunten, zoals aanpak inbraken in voertuigen, of aanpak illegale hennepteelt, stelt de politie Limburg-Noord jaarlijks lokale speerpunten voor de basiseenheid Venray vast. Voor 2007 zijn dit;
•
Toezicht (integraal) jeugd op overlastplekken
•
Bedreigingen in gezondheidsinstellingen
•
Drugsverkoop uit woningen
•
Geweld uitgaansleven
•
Drugsgerelateerde overlast horeca
•
Overlast uitgaansleven
•
Geluidsoverlast evenementen/horeca Algemeen centrum toezicht (zichtbaar blauw op straat)
•
Verbod gebruik alcohol op openbare weg
•
Toezicht snelheid (Landweert, Wanssumseweg, Lorbaan
•
Hinderlijk verkeersgedrag (Merseloseweg)
•
Bromfietsverkeer fietspad (Zwarte pad Brukske)
•
Controle (integraal) afvaldumping
Versie maart 2007
14
2.2
Beleidskader Wonen Venray
Algemeen Verschillende trends en ontwikkelingen beïnvloeden het werk en de markt waarin Wonen Venray zich begeeft. Denk daarbij aan demografische, economische, sociaal-maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Over het algemeen verwacht Wonen Venray dat in de toekomst minder inwoners, maar meer (kleinere huishoudens) zijn in de provincie Limburg. Dit laatste betekent dus automatisch meer behoefte aan woningen. Het economisch klimaat heeft een grote invloed op het beleid. Gaat het economisch slecht dan groeit de vraag naar goedkopere woningen. Als de rentestand laag is, dan is het kopen van een huis aantrekkelijk. Er zijn vele sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. Een stagnerende doorstroming op de huurmarkt. Een groeiende vraag naar woningen voor kwetsbare groepen zoals ouderen en hulpbehoevenden. De vraag om keuzemogelijkheden en maatwerk. Een groeiende behoefte aan tijdelijke huisvesting. Goede samenwerking met gespecialiseerde organisaties is steeds belangrijker. De speciale positie van woningcorporaties staat in de schijnwerpers. De steun van de overheid zal zich beperken tot de ‘sociale’ huisvesting. Voor het overige zal Wonen Venray gewoon in vrije concurrentie moeten werken.
Visie Wonen Venray Als woningcorporatie wil Wonen Venray dat mensen goed, betaalbaar en prettig kunnen wonen. Om dat doel te realiseren verhuurt het duizenden woningen. Die woningen zijn over het algemeen van een goede technische kwaliteit, die de vergelijking met de koopsector kan doorstaan.
De woningen hebben verder merendeels een lage huur. Wonen Venray verhuurt aan mensen die niet of moeilijk zelfstandig in eigen woonruimte kunnen voorzien. Voornamelijk aan huishoudens met een laag tot modaal inkomen. En aan mensen die zorg en sociaal-maatschappelijke ondersteuning nodig hebben. Maar omdat wonen meer is dan een huurwoning is Wonen Venray ook actief op de koopmarkt. Biedt het diverse aanvullende diensten aan. Bestrijdt Wonen Venray overlast. En ondersteunt het initiatieven van buurten en dorpen om de leefbaarheid te verbeteren.
Ambities Wonen Limburg 1.
Wij staan midden in de samenleving
2.
Wij hebben een brede doelgroep, maar we maken wel keuzes
3.
We doen zelf vooral waar we goed in zijn
4.
We blijven ons verbeteren
5.
We hebben een sterke lokale binding
Aanpak Er is onlangs een convenant met prestatieafspraken opgesteld tussen de gemeente Venray en Wonen Venray. In dit convenant zijn ondermeer de volgende afspraken vastgelegd.
Versie maart 2007
15
Er zal voldoende aandacht geschonken worden aan de dorpen in Venray. Daarom werkt
•
de gemeente samen met Wonen Venray in de ontwikkeling van de gebiedsvisies. Er wordt geïnvesteerd in gedifferentieerde wijken. Het woningbouwprogramma is ook
•
gericht op ouderenhuisvesting en starters. Ook wordt actief gewerkt aan onderzoek naar geschikte locaties voor huisvesting van
•
specifieke doelgroepen. Het betreft hoofdzakelijke sociale huurwoningen. •
Vraag en aanbod op de woningmarkt worden beter op elkaar afgestemd.
•
Er wordt actief gewerkt aan (ver)koop stimulerende maatregelen voor bijvoorbeeld starters, bouwen in eigen beheer, voorraadbeleid enz.
•
Er wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van wonen en woningen.
•
Er wordt gezorgd voor de realisatie en instandhouding van relevante maatschappelijke voorzieningen in het werkgebied. Leefbaarheid, maatschappelijke opvang zijn extra speerpunten. Er wordt aandacht besteed aan specifieke doelgroepen zoals ouderen en gehandicapten.
•
Een onderzoek naar huisvesting van buitenlandse werknemers wordt gestart in 2007.
2.3
Beleidskader Synthese
Algemeen De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) maakt de gemeente verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning. Voor kwetsbare groepen is extra aandacht. De WMO omschrijft maatschappelijke ondersteuning in negen prestatievelden. Synthese bestrijkt zes van de negen prestatievelden. Leefbaarheid en sociale samenhang Dit prestatieveld is ruim en breed. Leefbaarheid kan worden omschreven als het wonen in een prettige en veilige omgeving, met de mogelijkheid om (thuis of in de buurt) gebruik te kunnen maken van zorg-, welzijn-, en gemakdiensten. Synthese staat daarbij een vraag- en gebiedsgerichte aanpak voor ogen, gericht op een drietal onderdelen of componenten: •
Een goede toegankelijke woning
•
Betaalbare en bereikbare haal en brengdiensten
•
Een veilige, toegankelijke openbare ruimte
Het spreekt dan ook vanzelf dat het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid raakt aan andere sectoren zoals wonen, ruimtelijke ordening, veiligheid en economie. Met name de laatste twee elementen zijn niet alleen interessant voor mensen met een handicap, maar voor iedere wijkbewoner. Maar ook andersom, in een omgeving die schoon en veilig is, waarin gemeenten dus veel investeren in leefbaarheid, zal de vraag naar zorg verminderen. Een leefbare woonomgeving wordt in hoge mate bepaald door de inwoners zelf. Het ligt dan ook voor de hand aan te sluiten bij initiatieven van de bewoners, of dergelijke initiatieven te stimuleren, om ervoor te zorgen dat de voorzieningen in de wijk optimaal aansluiten bij de wensen en behoeften van de bewoners. De sociale samenhang wordt bevorderd door het hanteren van het principe van algemeen naar bijzonder en omgekeerd. Vaak is het voordeliger om oplossingen te kiezen die niet voor specifieke
Versie maart 2007
16
doelgroepen maar voor iedereen bruikbaar zijn. Dit zorgt er tevens voor dat mensen meer de mogelijkheid krijgen om direct of meer op afstand elkaar tegen komen en/of elkaar te ontmoeten. Preventieve ondersteuning jeugd Is gericht op jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. Activiteiten zijn gericht op jeugdigen en ouders bij wie sprake is van een verhoogd risico als het gaat om ontwikkelingsachterstand of uitval zoals schooluitval of criminaliteit, maar voor wie zorg op grond van de Wet op de Jeugdzorg niet nodig is dan wel voorkomen kan worden. Dit beleidsterrein geldt als aanvulling op een andere wetgeving, zoals de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid en de Leerplichtwet. Gemeenten zullen bij dit prestatieveld aansluiting zoeken bij de door en met andere overheden en brancheorganisaties als de MO groep overeengekomen functies van het preventief jeugdbeleid die er op lokaal niveau tenminste moet zijn. Naast de functie informatie en advies betreft dit de functies signaleren van problemen, toegang tot hulpaanbod, lichtpedagogische hulp, en coördinatie van zorg. Informatie, advies en cliëntondersteuning Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning, kan zowel een algemene als een individuele component hebben. Met het geven van informatie en advies wordt gedoeld op activiteiten die de burger de weg wijzen in het veld maatschappelijke ondersteuning. Het kan hierbij zowel gaan om algemene voorzieningen zoals informatiepunten, als om meer specifieke voorzieningen zoals een individueel advies, hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag. Cliëntondersteuning is ondersteuning van een cliënt bij het maken van een keuze of het oplossen van een probleem. Mantelzorg en vrijwilligerswerk Mantelzorg is langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. De vrijwillige inzet van burgers, zowel in formeel en informeel als georganiseerd verband, vormt een onmisbaar deel van de ‘civil society’. Vrijwilligerswerk is bij uitstek het voertuig voor burgers om verantwoordelijkheid te nemen en niet alles van een ander of van de overheid te verwachten. De doelstelling van de WMO is meedoen in de brede zin van het woord en het vereist dat vrijwillige inzet op alle terreinen van de samenleving ondersteund kan worden. Bevordering deelname maatschappelijk verkeer Het gaat om het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem. Bedoeld worden algemene maatregelen die zonder dat men zich tot de gemeente behoeft te wenden, ten goede kunnen komen aan een ieder die daaraan behoefte heeft. Deze participatie zal gelden voor alle mensen, inclusief de doelgroep: mensen met een lichamelijke beperkingen, lichte verstandelijke beperkingen en gedragsproblemen en ouderen, gehandicapten, chronisch zieken, (ex) psychiatrische patiënten. Verlenen van individuele voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning die zich richt op individuele mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. Het gaat hier om individueel te
Versie maart 2007
17
verlenen voorzieningen, die aan de behoefte van het individu zijn aangepast. Dat individuele gebruikskarakter van de voorziening betekent niet dat de gemeente het verlenen van die voorziening niet op collectieve wijze kan vormgeven (vervoer gehandicapten bijvoorbeeld).
2.4
Beleidskader Dorps- en wijkraden.
Dorps- en wijkraden zijn vanaf het begin van hun ontstaan, de meeste in de jaren ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw, voor het college van B&W belangrijke (gespreks)partners gebleken. Reeds in 1972 werden de functies van de contacten tussen dorps- en wijkraden en het gemeentebestuur onder andere omschreven als “een bijdrage tot het verkleinen van de afstand tussen bestuurders en bestuurden” en “mensen betrekken bij de bespreking van plaatselijke problemen” en “het stimuleren van de bevolking om zelf mee te werken aan de vormgeving van een stuk leefbaarheid in eigen dorp of wijk”. Beschrijvingen, die anno 2007 nog onverkort gelden. De dorps en wijkraden fungeren als een georganiseerd communicatiemiddel, als “spreekbuis” voor hun dorp of wijk. Voor de gemeente zijn de dorps- en wijkraden een herkenbare gesprekspartner. Bovendien treedt een kwaliteitsverbetering op in de besluitvorming, doordat bewoners ten aanzien van hun leefomgeving hun eigen deskundigheid kunnen inbrengen. Ook voor de bewoners van een wijk of dorp geldt dat door zich te organiseren in een raad of platform een sterk communicatiemiddel is ontstaan tussen bestuur en burgers. In het kader van gebiedsgericht werken zijn dorps- en wijkraden voor het gemeentebestuur nagenoeg onmisbare partners. Zo waren dorps- en wijkraden een belangrijke partner bij het opstellen van de Strategische visie en het Ontwikkelingsperspectief. De opstelling van Dorps- en Wijk Ontwikkelings Plannen (DOP’s en WOP’s) geschiedt ook in nauwe samenwerking tussen de gemeente met haar (kern)partners, waarvan de dorps- c.q. wijkraad een van de kernpartners is. Deze werkwijze is geconcretiseerd in het convenant Gebiedsgericht Werken dat in januari 2006 door de bij het gebiedsgericht werken betrokken partners is ondertekend.
Versie maart 2007
18
2.5. Beleidskader gemeente Venray
2.5.1 Ruimtelijke pijler
2.5.1.1 Volkshuisvesting Regionale Woonvisie Algemeen Een woning kiezen was in het verleden nog overzichtelijk. Door het toenemende aantal tweeverdieners en langere woonwerkafstanden krijgt de woningmarkt vandaag de dag echter meer en meer een regionaal karakter. Het gebied waarop mensen, op zoek naar een woning, zich oriënteren is vaak groter dan de eigen gemeente. Ook maatschappelijke ontwikkelingen, zoals individualisering, emancipatie, vergrijzing en ontgroening hebben geleid tot veranderingen op de woningmarkt. De gemeente Venray heeft daarom in 2005 samen met de gemeenten Horst aan de Maas, MeerloWanssum, Sevenum en de Provincie Limburg een regionale Woonvisie opgesteld. De belangrijkste uitgangspunten voor deze woonvisie zijn het realiseren van een goede balans tussen vraag en aanbod, stedelijke vernieuwing, het opplussen van bestaande woningen en invulling geven aan het nieuwe woonzorg concept. Met de visie komt formeel een einde aan het sturingsmodel van de richtcijfer regeling van de Provincie. De Provincie laat de richtcijfers los, maar zij wil daarvoor wel in de plaats een bepaalde bandbreedte in de projecten, uitgaande van haalbare plannen.
Visie en ambitie In de regio Venray is veel variatie in woonmilieu te vinden. Venray zelf is een stedelijke centrumgemeente, Horst aan de Maas een toeristische plattelandsgemeente met regionale centrumfunctie, Meerlo-Wanssum en Sevenum zijn typische plattelandsgemeenten met rust en ruimte. De regionale ambities zijn: •
Voorzien in kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte voor de doelgroepen
•
Versterken van de economische structuur
•
Streven naar kwaliteit van de leefbaarheid
De vraag naar huurwoningen is in de regio sterk toegenomen. Door de toenemende vergrijzing ontstaat er behoefte aan woningen voor mensen die aangewezen zijn op zorg. Tot 2010 is de extra intramurale zorgbehoefte in de regio berekend op 167 zorgwoningen, waarvan in Venray 58. Van belang is in gesprek te gaan met lokale instellingen en organisaties, alsook inwoners, om leefbaarheidaspecten in beeld te brengen en mogelijke oplossingen aan te dragen. De dorps- en wijkvisies zijn hiervoor belangrijke documenten. Belangrijke doelstellingen zijn: •
Het scheppen van voorwaarden voor een betere afstemming van wonen, welzijn en zorg
Versie maart 2007
19
•
Uitvoering geven aan herstructureringsplannen om de leefbaarheid en het leefklimaat te verbeteren
•
Kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van woonomgeving
•
Goedkoper aanbod voor starters
•
Kwalitatief hoogwaardig aanbod voor senioren en ouderen van zelfstandige woningen, kleinschalige woonvormen met zorg en intramurale opvang
•
Medewerking verlenen aan de huisvesting van asielzoekers en statushouders.
Het gemeentelijk beleid dat in de regionale woonvisie wordt gedefinieerd is in ieder geval gericht op het stimuleren van aanvullende nieuwbouw in de gewenste categorie koop en huur. Daarnaast wordt ingezet op stedelijke vernieuwing en het opplussen van woningen, leefbaarheid en de vervanging/renovatie van woningen. De gemeente ondersteunt het huisvestingsplan van de Zorggroep Noord Limburg tot ombouw van intramurale zorg naar het zelfstandig wonen in kleinere “voorzorg” complexen en “gewone” woningen. Daarnaast verdienen de woonomgeving en kwaliteitseisen meer aandacht, onder meer als navolging van de landelijke trend om kwaliteit in plaats van kwantiteit sturend te laten zijn.
Om een goede invulling te geven aan strategische aanvulling op de woningmarkt is de behoefte in beeld gebracht. Daaruit blijkt dat in de koopsector een tekort bestaat aan woningen in alle prijsklassen, met een sterke nadruk op goedkope woningen < € 200.000,--. Daarbij gaat het om grote eengezinswoningen. De behoefte aan koopappartementen is minimaal. In de huursector betreft het tekort zowel goedkopere als duurdere huurwoningen met een nadruk op goedkopere (< € 427,--). Het tekort aan eengezinswoningen is ongeveer even groot als aan meergezins huurwoningen en het betreft uitsluitend kleine huurwoningen. Kijken we naar de huidige plannen voor woningbouw in de gemeente, dan blijkt dat voor het segment van de meergezinswoningen en met name de koop meergezinswoningen de planologische ruimte groter is dan de behoefte. In het centrum van Venray is deze onevenwichtigheid nog groter doordat de plannen vrijwel allemaal voorzien in koopappartementen. Deze dreigende mismatch tussen vraag en aanbod is onder meer aanleiding voor de gemeente om een nieuwe gemeentelijke woonvisie op te stellen.
2.5.1.2 Nieuwe gemeentelijke Woonvisie Algemeen De regionale Woonvisie geeft richting aan het woonbeleid in de regio Venray. De visie doet algemene uitspraken over de richting van het Venrayse woonbeleid. De opgenomen ambities moeten vertaald worden naar de Venrayse situatie. Deze vertaalslag wordt vormgegeven in de gemeentelijke woonvisie.
Visie en ambitie De gemeentelijk woonvisie moet antwoord geven op de vraag wat, waar en wanneer we willen bouwen om invulling te geven aan het thema uit het collegeprogramma: Venray voorziet in alle
Versie maart 2007
20
woonwensen. Om hierop een goed antwoord te geven wordt momenteel een woningmarktonderzoek uitgevoerd. Naar verwachting zal de gemeentelijke woonvisie medio 2007 gereed zijn. De ambities zijn: •
Met het nieuwe gemeentelijk woonbeleid kan beter sturing gegeven aan de woningmarkt.
•
De woningvoorraad van gemeente Venray sluit beter aan op de woonwensen van de inwoners.
2.5.1.3
Welstand
Algemeen In juni 2004 heeft de gemeenteraad de Welstandsnota gemeente Venray vastgesteld. Nadat in 2005 hiervan een evaluatie heeft plaatsgevonden is besloten de welstandsnota te herzien. De nieuwe welstandsnota zal naar verwachting in maart 2007 vastgesteld worden door de gemeenteraad. Deze nota zal de titel “Ruimtelijke Kwaliteit in Venray” krijgen en zal een eigentijdse welstandsnota zijn voor de gemeente Venray. Visie en ambitie Het toekomstige welstandsbeleid zal inspelen op een vergaande versoepeling van het welstandsbeleid, op een efficiëntere beoordeling van bouwplannen en op een betere begeleiding van het ontwerpproces. Er zal meer aandacht besteed worden aan grotere plannen, die van wezenlijke invloed zijn op de omgeving en minder aan kleine plannen, die nauwelijks van invloed zijn op hun omgeving. Kleine plannen, welke niet grenzen aan de openbare ruimte zullen waarschijnlijk nagenoeg welstandsvrij worden of door een medewerker ruimtelijke kwaliteit beoordeeld kunnen worden aan de hand van verruimde criteria. Voor overige plannen die niet al te grootschalig van omvang zijn zal voortaan een “bouwcoach” of gebiedsadviseur gemandateerd worden. Het nieuwe welstandsbeleid houdt verder in het opheffen van de commissie Welstand, Monumenten en Architectuur in en het inwerkingtreden van het nieuwe Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit (ARK). Het nieuwe ARK zal haar energie volledig kunnen besteden aan die plannen, die van wezenlijke invloed zijn op het karakter en de uitstraling van de gemeente Venray. Zij zal hierbij meer tijd hebben voor een goede begeleiding van deze belangrijke projecten, zodat zij op zorgvuldige wijze vormgegeven kunnen worden. Ook voor agrarische bedrijfsgebouwen in het buitengebied zullen de welstandseisen versobert worden en zal meer ingespeeld worden op de kwaliteiten van de omgeving en op een goede inpassing van bebouwing. Speciaal voor nieuwe initiatieven in het buitengebied zal een kwaliteitsteam opgericht worden, dat multidisciplinair aanvragen zal gaan beoordelen.
Versie maart 2007
21
2.5.1.4
Monumenten, cultuurhistorie en archeologie
Algemeen Het cultuurhistorisch erfgoed is onze geschiedenis. Het maakt Venray en zijn dorpen tot hetgeen het nu is. Deze eigenheid en onderscheiding van andere plaatsen is een voorwaarde om zich thuis te kunnen voelen. Het is een belangrijke peiler voor de leefbaarheid in onze gemeente.
Visie en ambitie Het cultuurhistorische erfgoed van Venray blijft behouden en wordt meer herkenbaar gemaakt. Er dient een grotere bewustwording van en inzicht in het belang van onze monumenten, archeologische waarden en overige cultuurhistorische overblijfselen te ontstaan. Dat vormt een onmisbare basis om tot een goede belangenafweging bij ruimtelijke ingrepen te kunnen komen. Tevens kan daarmee een gerichtere bijdrage worden geleverd aan het versterken van toerisme en recreatie in Venray.
In het kader van de eerste herziening bestemmingsplan buitengebied heeft een uitgebreide inventarisatie van cultuurhistorisch waardevolle boerderijen plaatsgevonden. Daarbij zijn regels opgesteld die het aantrekkelijk maken om in zo’n waardevolle boerderij te wonen en te werken. Samen met de Archeologische Werkgroep Venray en RAAP Archeologisch Adviesbureau wordt gewerkt aan het opstellen van een Archeologische Beleidskaart van de gemeente Venray. Daarmee wordt duidelijker welke gebieden daadwerkelijk archeologisch van belang zijn en op welke wijze met die gebieden omgegaan dient te worden. In samenwerking met de Stichting Venray Monumentaal onderzoeken wij momenteel hoe we tot een Cultuurhistorische Waardenkaart van de gemeente Venray kunnen komen, die als inspiratiebron voor ons ruimtelijk beleid kan gaan dienen. Het doel is om alle cultuurhistorische waarde-elementen in een kaart vast te leggen: monumenten, bijzondere gebouwen, ensembles, wegenpatronen, lanen en bomen, landschap enzovoorts. Tot slot staat in de planning het opstellen van een Beleidsnota Monumentenzorg. Het centrale thema daarvan zal communicatie zijn.
2.5.1.5
Inrichting Openbare Ruimte
Algemeen Terrassen, winkeluitstallingen en verkoopstandplaatsen in de gemeente zijn mede beeldbepalend voor de uitstraling van de openbare ruimte waarin zij geplaatst zijn. Daarom zullen de terrassen, winkeluitstallingen en verkoopstandplaatsen op zich en in samenhang met hun omgeving aan bepaalde kwaliteitseisen moeten voldoen. Daarnaast is duidelijke normstelling noodzakelijk ten behoeve van de woon- en leefkwaliteit in de gemeente. Terrassen, winkeluitstallingen en verkoopstandplaatsen kunnen namelijk ook hinder veroorzaken. Zowel het voorkomen van overlast als het streven van de gemeente om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren zijn aanleiding om goede afspraken te maken over de eisen die aan terrassen, winkeluitstallingen en verkoopstandplaatsen moeten worden gesteld.
Versie maart 2007
22
Visie en ambitie Het doel van het gemeentelijke winkeluitstallingenbeleid (2005), het gemeentelijke terrassenbeleid (2005) en het gemeentelijke standplaatsenbeleid (2006) is het geven van helderheid in beleid, regelgeving, uitvoering en handhaving. De volgende uitgangspunten gelden voor het plaatsen van terrassen, winkeluitstallingen of verkoopstandplaatsen: •
Een
goede
doorstroming
van
voetgangers,
bevoorradend
verkeer
en
hulpverleningsvoertuigen moet worden gewaarborgd. •
Er mag geen hinder of overlast ontstaan door: a.
belemmering van winkelend publiek en overige gebruikers van de weg,
b.
belemmering van de toegang tot woningen en andere gebouwen,
c.
belemmering van de toegang en etalages van winkels,
d.
belemmering van onderhoudsdiensten voor de openbare ruimte,
e.
verstoring van het woon- en leefklimaat voor bewoners in de omgeving.
Het terras, de winkeluitstalling of de verkoopstandplaats moet zo mogelijk een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit en mag de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kwaliteit niet verstoren.
2.5.1.6
Verkeer en vervoer
Algemeen Het verkeer- en vervoerbeleid van de gemeente is gebaseerd op het landelijk gehanteerde beleid van “Duurzaam Veilig”. Dit beleid is in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw ontwikkeld als antwoord op het grote aantal doden en gewonden in het verkeer. De basisgedachte achter dit beleid is dat de verkeersstructuur zodanig is ingericht dat de kans op ongevallen zo klein mogelijk is en de ongevallen die desondanks gebeuren een minder ernstige afloop hebben. De dalende ongevallencijfers over de laatste decennia laten zien dat het beleid effectief is. Landelijk is er daarnaast veel aandacht gekomen voor de inrichting en gebruik van een voertuig (kreukelzones, ABS, verlichting) en het gedrag van de weggebruiker (voorlichtingscampagnes maar ook repressief optreden van de politie).
In Venray is dit landelijke beleid vertaald in het “Beleidsplan Verkeer en Vervoer 1995”. De wegenstructuur is in kaart gebracht en van alle wegen is de functie binnen die structuur benoemd. Vervolgens is een programma opgesteld van maatregelen die zorgen voor een goede afstemming tussen functie, vormgeving en gebruik van de weg. Deze afstemming draagt bij aan het fundamenteel veilig maken van de wegen. Op basis van dit programma zijn al veel voorzieningen aangebracht als rotondes, vrij liggende fietspaden en 30km/h-gebieden. In het “Verkeersveiligheidsplan 1997” is ingezoomd op concentraties van verkeersongevallen om, naast bovengenoemd programma, voor deze locaties versneld maatregelen te gaan nemen.
Versie maart 2007
23
In 2006 is het gemeentelijke verkeer- en vervoerbeleid geëvalueerd en geactualiseerd. Vaststelling in de raad vindt naar verwachting plaats in maart 2007.
Visie en ambitie De conclusie van de evaluatie is dat het gevoerde beleid van “Duurzaam Veilig” vruchten heeft afgeworpen en een goede basis blijft voor de toekomst. Daarnaast is geconstateerd dat er ruimtelijke ontwikkelingen en andere onderwerpen zijn die de komende jaren meer aandacht behoeven. Voor de periode 2006-2015 zijn daarom de volgende speerpunten voor het beleid geformuleerd: 1.
Ruimtelijke ontwikkelingen en wegenstructuur
2.
Centrumontwikkelingen en parkeren
3.
Verkeersveiligheid kerkdorpen en buitengebied
4.
Verkeersveiligheid voor voetgangers en fietsers
5.
Openbaar vervoer en vervoermanagement
6.
Vinger aan de pols houden
Per speerpunt zijn uitwerkingsplannen beschreven die resulteren in een gemeentebreed actieplan of visie. Afhankelijk van het onderwerp en de uiteindelijke uitwerking leidt dit tot voorstellen voor concrete maatregelen per wijk of dorp. In de analyse, de thematische uitwerking en het uitvoeringsprogramma per wijk of dorp wordt hier dieper op ingegaan. 2.5.1.7
Groen
Algemeen De gemeente heeft in 2005 een groenstructuurplan opgesteld waarin de kaders voor de ontwikkeling van het groen worden weergegeven. Dit plan is met name gericht op de uitstraling, inrichting en gebruik van het groen. Het groenbeheerplan vormt het vervolg en de nadere uitwerking van het groenstructuurplan. In het beheerplan wordt met name ingegaan op de groenkwaliteit en groenverzorging. De centrale vraag in dit plan is: "Welke kwaliteit wil ik op welke plaats tegen welke kosten". Het resultaat vormt de basis voor het toekomstig groenbeheer en geeft een indicatie voor het benodigde budget. Naast de groenkwaliteit is in het beheerplan dieper ingegaan op enkele thema's die momenteel extra aandacht verdienen. Voor de verschillende wijken en dorpen is een gedetailleerd advies opgenomen waarin wordt aangegeven welke knelpunten aanwezig zijn en op welke manier de kwaliteit kan worden verbeterd en/ of de gewenste kwaliteit kan worden gerealiseerd. Hiermee geeft het groenbeheerplan richting aan het toekomstige groenbeheer. Visie en ambitie In het groenbeheerplan wordt ingegaan op de technische en verzorgende kwaliteit van het groen in de gemeente. Onder het begrip “technische kwaliteit” worden aspecten zoals vitaliteit, volledigheid van de plantvakken, snoeibehoefte van bomen/ beplanting, overgroeide randen en maaibeeld verstaan. Met “verzorgende kwaliteit” wordt onkruidgroei en zwerfafval bedoeld. De belangrijkste uitgangspunten voor het groenbeheer zijn: • groen moet vooral functioneel zijn
Versie maart 2007
24
•
gebruik mag zichtbaar zijn, als het maar schoon is
•
centrum vormt het visitekaartje van de gemeente
•
de verzorging op bedrijventerreinen mag wat minder
•
slechte plekken zijn niet gewenst
•
indien mogelijk aansluiten bij het groenstructuurplan.
Aan de hand van deze uitgangspunten zijn kwaliteitskeuzes gemaakt voor het centrum, woongebieden, groengebieden en de bedrijventerreinen in Venray. Bij het maken van de keuzes is gekeken naar de huidige kwaliteit en het huidige budget. De kwaliteitskeuzes zijn gemaakt aan de hand van wensbeelden, de zogenaamde kwaliteitsniveaus. Deze methode zorgt ervoor dat voor iedereen duidelijk is waaraan het groen in een gebied moet voldoen. Voor de kwaliteit van het groen zijn de volgende keuzes gemaakt: • Technische staat: centrum hoog, overige gebieden basis •
Verzorging: centrum, woongebied en groengebied hoog, bedrijventerrein basis.
Aan de hand van deze kwaliteitskeuzes zijn per wijk acties benoemd om te komen tot de gewenste kwaliteit. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen eenmalige acties en regulier beheer. De belangrijkste reguliere maatregelen zijn het vaker verwijderen van zwerfafval, vaker snoeien en regelmatig inboeten van plantvakken. De eenmalige acties zijn bedoeld om op plekken waar de kwaliteit niet met regulier beheer op het gewenste niveau kunnen worden gebracht de kwaliteit te verhogen. De belangrijkste eenmalige acties zijn het herstellen van plantvakken en bermen, het verwijderen van snippergroen en het omvormen van beplanting/ hagen. Daarnaast zijn enkele specifieke thema’s benoemd die op dit moment in de gemeente actueel zijn. Het betreft de thema's boombeleid, levensduur, groenrenovatie en snippergroen. In de thema's wordt aangegeven hoe terugkerende problemen kunnen worden aangepakt. Voor het boombeleid wordt onder andere een structurele monitoring behandeld, evenals een vereenvoudiging van het kapbeleid en het opzetten van een bomenfonds. Met betrekking tot het thema levensduur wordt geadviseerd om richtlijnen op de stellen voor de aankoop en aanplant van nieuw plantgoed. Renovatie, vervanging en verjonging kan verbeterd worden door middel van een controle op de fysieke kwaliteit en door (her-) inrichtingsplannen integraal aan te pakken. De problematiek rondom snippergroen kan worden voorkomen door een programma van eisen op te stellen met randvoorwaarden voor ontwerpers en beheerders en door groen bij het ontwerpen een belangrijke plaats toe te kennen. Het reeds aanwezige snippergroen kan, afhankelijk van de locatie, worden aangepakt door uitgifte van groen aan particulieren, het veranderen van de bestemming en door het samenvoegen van diverse kleine vakken tot een groter vak.
2.5.1.8
Speelruimteplan
Algemeen Speelvoorzieningen behoren te voldoen aan de normen van het Attractiebesluit van maart 1997. De gemeente wordt verantwoordelijk gesteld voor inspectie en controle van hun speelvoorzieningen. Hiervoor heeft de gemeente Venray in 1998 het speelruimteplan vastgesteld. Het plan behelst een onderzoek naar de speelruimte in de gemeente. Doel van het plan is inzicht te
Versie maart 2007
25
krijgen in de knelpunten op het gebied van de openbare speelruimte en welke verbeteringen mogelijk kunnen zijn. Hiertoe heeft een afweging plaatsgevonden van het totale aanbod in de gemeente in relatie tot de vraag per wijk. Hierin spelen spreiding, speelwaarde en kwaliteit van de woonomgeving een rol. De gegevens en behoeften zijn veranderd in de loop van de tijd, en afstemming van vraag en aanbod van speelvoorzieningen behoeft actualisatie. Daarbij is in de nota Jeugdbeleid aangegeven dat voor de jeugd van 12-16 jaar een duidelijke behoefte bestaat aan speelvoorzieningen en ontmoetingsplekken. Visie en ambitie De gemeente Venray streeft naar een gelijkmatige verdeling van de speelruimten over de gemeente, waarbij vraag en aanbod op elkaar afgestemd zijn. Voorzieningen en behoeften voor de jeugd van 12-16 jaar is een belangrijk aandachtspunt. Tevens zoeken we naar efficiënte oplossingen, waarbij samenwerking met andere partijen gezocht wordt. Speelvoorzieningen moeten veilig zijn en worden daarom regelmatig geïnspecteerd. Het speelruimteplan gaan we in 2007 actualiseren, waarbij de vraag van kinderen en jeugd en het aanbod aan voorzieningen tegen het licht gehouden worden. Nieuwe ontwikkelingen en inzichten zoals samenwerking met scholen en verenigingen, verkrijgen van subsidies, behoefte van kinderen en jeugd en (verkeers)veiligheid worden daarin meegenomen. Tevens gaan we door met inspecties en de daaruit voortvloeiende vervangingen van toestellen en ondergronden. We verwerken verzoeken van bewoners, binnen de mogelijkheden van het huidige speelruimteplan en het budget. In nieuwbouwplannen leggen we nieuwe speelvoorzieningen aan.
2.5.1.9
Afval
Algemeen De gemeente Venray wil de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen optimaliseren. Hiertoe is in 1994 het Afvalstoffenplan Gemeente Venray door de gemeenteraad vastgesteld. Dit plan kwam voort uit het Gemeentelijk Milieubeleidsplan van 1992. Beleid en uitvoeringsplannen zijn van toepassing op het hele grondgebied van de gemeente. Het afvalstoffenplan bestaat uit vier onderdelen: 1.
Evaluatie afvalstoffenbeleid;
2.
Inventarisatie afvalverwijdering;
3.
Beleidskader afvalverwijdering
4.
Uitwerkingsplannen beleidskader afvalverwijdering
Visie en ambitie De belangrijkste doelstelling voor afvalstoffenbeheer, die uit beide plannen volgt, is: ‘Reductie van te storten en te verbranden afval door preventie, gescheiden inzameling en hergebruik van huishoudelijke afvalstoffen’. In het beleidskader zijn per onderdeel van de afvalverwijdering doelstellingen geformuleerd. Hieronder zijn deze doelstellingen weergegeven: •
Aanpak zwerfafval
Versie maart 2007
26
•
Monitoring en registratie
•
Handhaving
•
Communicatie
•
Beheersing van afvalverwijderingskosten
•
Streven naar een zo laag mogelijke afvalstoffenheffing
•
Streven naar een goed service en voorzieningen niveau
•
Minimaal voldoen aan de doelstellingen voor gescheiden inzameling uit het Landelijk Afvalbeheerplan
•
Contractbeheer.
2.5.1.10
Water
Algemeen Op veel plaatsen wordt regenwater op de riolering geloosd. Het gevolg daarvan is dat schoon water met vuil rioolwater wordt vermengd hetgeen kan leiden tot negatieve effecten: lozing van ongezuiverd afvalwater (overstorten), slechtere zuivering. Bovendien wordt het grondwater niet aangevuld met verdroging als gevolg. Om deze negatieve gevolgen voor het watersysteem en de waterketen te voorkomen wordt gestreefd naar het afkoppelen van verhard oppervlak als (duurzame) bronmaatregel. Volgens het onlangs vastgestelde Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) dient in 2020 minimaal 20% verhard oppervlak voor bestaande bebouwing en minimaal 60% verhard oppervlak binnen nieuwbouw te zijn afgekoppeld. In de zogenaamde “infiltratiegebieden” geldt voor nieuwbouwlocaties een norm van 80% af te koppelen verhard oppervlak. In het POL is aangegeven waar deze infiltratiegebieden zijn gelegen. In het kader van het afkoppelen van hemelwater is door de provincie Limburg, het Zuiveringschap Limburg en de waterschappen een beslisboom opgesteld voor het verantwoord afkoppelen van hemelwater. Met behulp van deze beslisboom wordt snel duidelijk of het verantwoord is om af te koppelen en onder welke voorwaarden. Verder wordt de voorkeur uitgesproken voor respectievelijk gebruik van hemelwater, infiltratie van hemelwater, vertraagde afvoer naar het oppervlaktewater en als laatste afvoer naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Visie en ambitie Uitgangspunt van het gemeentelijk beleid is dat bij nieuwbouw een gescheiden riolering wordt aangelegd. Voor bestaande bouw is reeds op een enkele locatie een pilot uitgevoerd om het afkoppelen en infiltreren van hemelwater te stimuleren. De bedoeling is om dit in de toekomst voor de gehele gemeente Venray mogelijk te maken. Hierbij wordt in alle gevallen getoetst aan de beslisboom “Verantwoord afkoppelen regenwater”. In 2006 zijn alle ongezuiverde lozingen van percelen in het buitengebied gesaneerd middels het aansluiten op drukrioleringen. In de kerkdorpen ligt van oorsprong een gemengd stelsel, behalve in het kerkdorp Vredepeel waar een gescheiden rioolstelsel ligt. In de uitbreidingsgebieden van Oostrum en Leunen is een verbeterd gescheiden stelsels aangelegd. In de bouwverordening is geregeld dat bij nieuwbouw, aanbouw of verbouw het dak van het nieuwe deel niet aangesloten wordt op de riolering. In de nieuwbouwplannen van de gemeente Venray geld het uitgangspunt van 100% niet aansluiten. In veel gevallen betekent dit dat
Versie maart 2007
27
hemelwater zal infiltreren in de bodem. Als de bodemgesteldheid infiltreren niet toelaat, behoort bufferen en vertraagd afvoeren naar een watergang tot de mogelijkheden. Tot 2010 wordt er in de bebouwde kom van Oostrum, Leunen en Venray afgekoppeld om te voldoen aan de basisinspanning. In de overige gebieden van de gemeente wordt hier al aan voldaan. Om straks ook te kunnen voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water is gericht afkoppelen alleen niet voldoende. Afkoppelen, ook na 2010, is een goede bronmaatregel. Echter voldoen aan de kaderrichtlijn vergt ook een aanpak van de huidige riooloverstorten. Doordat andere gebruikers in de beperkte ruimte in het centrum infiltratie niet mogelijk maken, dient er een ruimteclaim komen te liggen in het gebied rondom het centrum. Een goede mogelijkheid is om infiltratie van hemelwater te combineren met de groene wig, waarnaar wordt gestreefd in het noordelijk deel van het centrum.
2.5.1.11 Flora en fauna Algemeen Er wordt onderscheid gemaakt tussen de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) en de Provinciale Ontwikkelingszone groen (POG). De EHS is door het rijk in de Nota Ruimte aangewezen. De provincie Limburg heeft daarnaast een POG aangewezen. Dit zijn met name de ecologische verbindingszones, die de EHS-gebieden aan elkaar kunnen koppelen. Als sprake is van aantasting van natuur, door bijvoorbeeld stedelijke ontwikkeling of infrastructuur, dan zal deze met een compensatieplan elders moeten worden hersteld. De compensatie mag niet plaatsvinden in de EHS (daar zijn separaat gelden voor gereserveerd), maar moet in de POG plaats vinden. Uitzonderingen hierop zullen vanuit ecologisch oogpunt goed onderbouwd moeten worden. Versnipperde compensatie van natuur moet worden voorkomen. Bij uitbreiding van natuur moet aansluiting gezocht worden bij grootschalige integrale projecten.
2.5.1.12 Milieubeleidsplan Algemeen De gemeente Venray beschikt over een vastgesteld milieubeleidsplan uit 2003. Het milieubeleidsplan schetst de koers en werkwijze die de gemeente in de uitvoering van haar milieubeleid de komende jaren gaat volgen. Visie en ambitie Het Venrayse milieubeleid heeft de begrippen “duurzaamheid” en “leefbaarheid” als vertrekpunt gekozen. Duurzaamheid staat voor een manier van omgaan met ruimte, energie, grondstoffen en natuur dat toekomstige generaties niet worden belast. Leefbaarheid staat voor het (subjectieve) totaaloordeel van individuen over hun woonomgeving. Typische leefbaarheidproblemen zijn geluid en stank. Waar het bij de gemeente Venray om gaat is het op gang brengen van een ontwikkeling die een bijdrage levert aan zowel leefbaarheid als duurzaamheid zodat de kwaliteit van de leefomgeving duurzaam wordt verbeterd. Om dit te bereiken heeft de gemeente Venray gekozen voor een Versie maart 2007
28
gebiedsgerichte aanpak van haar milieubeleid. Daarnaast heeft de gemeente vijf speerpunten geformuleerd: lucht, duurzaam bouwen, energie, water en externe veiligheid. Per gebied wordt nader ingegaan op de relatie van het gebied met de verschillende speerpunten. Van belang is o.a. de duurzame ontwikkeling van toekomstige woninglocaties en van (bestaande) groenvoorzieningen. Problematisch zijn de beperkingen die de stankregelgeving voor woningbouw in enkele kerkdorpen veroorzaakt. Op het moment dat deze beperking is opgeheven ontstaat de mogelijkheid voor duurzame ontwikkeling van uitbreidingslocaties. Aandacht is tevens gewenst voor de milieukwaliteit van de doorgaande wegen die een kerkdorp doorsnijden. Aan het te ontwikkelen beleid voor duurzaam bouwen en duurzame stedenbouw heeft de gemeente Venray de volgende hoofduitgangspunten gekoppeld: •
zuinig en efficiënt ruimtegebruik
•
beperking van de automobiliteit door compact bouwen
•
behoud en versterking van groenstructuren
•
bewuster omgaan met het beschikbare water
•
planmatige en integrale aanpak van het beheer in de kerkdorpen
•
grenzen aan de groei van Venray: rekening houden met overgang stad versus landschap
•
versterken van ecologische structuren in het buitengebied
•
in buitengebied de emissies in de lucht, de bodem en het water terugdringen
Deze hoofduitgangspunten zullen verder worden uitgewerkt in gemeentelijk beleid. Bij nieuwe ontwikkelingen dient er zoveel mogelijk rekening te worden gehouden met deze hoofduitgangspunten. Een ander belangrijk thema is externe veiligheid. Bij ruimtelijke plannen dient rekening te worden gehouden met het aspect externe veiligheid. Daartoe moeten de risico’s voor de bevolking, die verbonden zijn aan gevaarveroorzakende activiteiten (bestaand en nieuw), in beeld worden gebracht.
Versie maart 2007
29
2.5.2 Economische pijler
2.5.2.1 Ontwikkelingsperspectief Algemeen Het ontwikkelingsperspectief uit 2006 heeft de rol van het Sociaal Economisch Plan uit 2000 overgenomen. Met name het thema ‘Venray is kennisintensief’ geeft de ontwikkelingsrichting van de Venrayse economie aan. Het Ontwikkelingsperspectief zal ten aanzien van dit punt in 2007 worden uitgewerkt in een nieuwe gemeentelijke Economische Visie. Visie en ambitie Het thema ‘Venray is kennisintensief’ kiest voor de volgende speerpunten van beleid: •
een selectieve groei van de bedrijvigheid;
•
verdieping en verbreding van onderwijsfaciliteiten;
•
synergie in regionaal verband;
•
bereikbaarheid en mobiliteit;
•
nieuwe kansen voor de agrarische sector.
Zoals aangegeven wordt dit thema in 2007 uitgewerkt in een nieuwe gemeentelijke Economische Visie.
2.5.2.2 Detailhandelsnota algemeen De nota Detailhandelsnota Gemeente Venray (oktober 1999, bijgesteld 2001) geeft een beeld van de gewenste ontwikkeling van de detailhandel en doet daarnaast een aantal uitspraken over de horeca en de dienstverlening in het centrum van Venray. Visie en ambitie Het kernwinkelgebied vormt het hart van de gemeente Venray en moet verder ontwikkeld worden als een aantrekkelijk winkelgebied met een volledig voorzieningenpakket (zowel food als non-food). Voor de pleinen wordt ingezet op vertier en vermaak. In dat kader zal de Grote Markt worden ontwikkeld als horeca-plein. Daarnaast moet de foodbranche zich in de wijkcentra verder kunnen ontwikkelen en wordt de ontwikkeling van een PDV-locatie (PDV= Perifere Detailhandels-Vestiging) aangekondigd.
2.5.2.3 Herziening detailhandelsbeleid Venray algemeen Op specifieke punten (functie centrum, positie supermarkten, omvang en branchering PDV, aanbod wijk- en dorpscentra) is een herijking van de detailhandelsnota opgesteld. Deze is in september 2005 door de gemeenteraad vastgesteld.
Versie maart 2007
30
Visie en ambitie Ten opzichte van de detailhandelsnota uit 1999 zijn de volgende bijstellingen gedaan: - Binnen de hoofddoelstelling “stimulering recreatief winkelen” is uitgesproken om een flinke impuls te geven aan de aantrekkelijkheid van het centrum en aan het streven naar een volwaardiger kernwinkelcircuit. - Gesignaleerd wordt dat de rol van de supermarkten als publiekstrekker voor het centrum op de langere termijn minder evident is dan de afgelopen periode. Het is echter niet de bedoeling om het vertrek van de supermarkten uit het centrum te stimuleren. Mocht een initiatief tot een vertrek vanuit de supermarktorganisatie worden genomen dan is het streven gericht op nieuw vestiging op locaties, waarbij zowel de supermarkt als het centrum als totaal baat hebben. Daarnaast dient de achterblijvende locatie in het kader van de gewenste ontwikkelingsrichting een betere functionele invulling te krijgen. - In de wijk- en dorpscentra wordt gestreefd naar een volledig aanbod aan dagelijkse goederen. Dit betekent dat naast de foodwinkels ook zaken in de dagelijkse niet-foodbranche en ambachtelijke activiteiten zich daar kunnen vestigen (bloemen, tijdschriften, drogisterij-artikelen, kapper, schoenmaker etc.). - De Brier kan als PDV-locatie met in eerste instantie een oppervlakte van ca. 13.000 m2 worden ontwikkeld. Toegestane branches zijn ABC-goederen (inclusief tenten), grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen, woonartikelen in de brede zin, tuincentra en bouwmarkten.
2.5.2.4 Evenementenbeleid Algemeen Evenementen bevorderen de gemeenschapszin. Het stimuleren van initiatieven van particulieren voor evenementen die aansluiten bij de identiteit van Venray is één van de speerpunten binnen het thema “Venray is levendig” van de Strategische Visie. Waarbij kleinschalige en grootschalige evenementen zoveel mogelijk op elkaar aan moeten sluiten en elkaar moeten versterken. Maar waarbij de veiligheidsaspecten niet uit het oog verloren moeten worden. Visie en ambitie In 2007 zal het evenementenbeleid verder ontwikkeld worden, met als basis de kadernota evenementen van 1998. Eén van de uitgangspunten van het evenementenbeleid wordt het stimuleren van organisaties om evenementen te organiseren die passen bij de combinatie van stad en dorp die voor Venray kenmerkend is. In het beleid zullen subsidiemogelijkheden voor evenementen opgenomen worden. Onderdeel van het evenementenbeleid zal het wel of niet ontwikkelen van een evenemententerrein zijn.
2.5.2.5 Horeca Algemeen De visie op het gebied van horeca is als uitwerking van de detailhandelsnota vastgelegd in de nota integraal horecabeleid (december 2001). In deze nota wordt onderkend dat de horeca een van de elementen is die de aantrekkelijkheid van een winkelgebied kunnen versterken. Voor de
Versie maart 2007
31
versterking van het hoofdwinkelgebied moeten de sectoren horeca (en cultuur) de kans krijgen zich uit te breiden, met name op het vlak van nieuwe vormen van aanbod. Visie en ambitie In het kader van een volledig voorzieningenpakket wordt voor wat betreft het hoofdwinkelgebied gestreefd naar handhaving c.q. versterking van de overige commerciële voorzieningen in de sectoren horeca en cultuur. Op het Schouwburgplein dient de functie vermaak en vertier uitgebouwd te worden met aanvullende horeca die ook ’s avonds een belangrijke functie vervult. De Grote Markt dient ingericht te worden als horecaplein, waarbij ingezet wordt op kwaliteit, met wat minder vertier en met meer rustiek. Het is niet wenselijk om in het centrum zonder meer overal horeca toe te laten. Gestreefd wordt naar een evenwicht in het spanningsveld tussen enerzijds een woon- en leefklimaat waarop (ook) de centrumbewoner recht heeft en anderzijds zo min mogelijk beperkende voorschriften voor horecaondernemers. Op grond van de opgedane ervaringen, al waren deze niet onverdeeld positief, is tot een vrij sluitingsuur gekomen. Door het reguleren van de horeca kan tegemoet gekomen aan de bezwaren die er leven bij sommige centrumbewoners. Het weigeren van vergunningen die nodig zijn voor het exploiteren van een horecabedrijf(een drank- en horecavergunning, exploitatie- en gebruiksvergunning en een melding HSR) is vaak niet mogelijk. Om die reden is het bestemmingsplan het juiste juridische instrument om sturing te geven aan de vestiging van horeca.
2.5.2.6 Segmenteringnota Algemeen In Venray is een aantal trends van invloed op de bedrijventerreinen van de toekomst. Deze trends hebben betrekking op de ontwikkelingen in de productiestructuur, ontwikkelingen als gevolg van de geografisch-economische ligging en ontwikkelingen in het productiemilieu. Om deze ontwikkelingen in ruimtelijk opzicht in goede banen te leiden is in 2003 een segmenteringsnota opgesteld. Doel daarvan is om het juiste bedrijf op de juiste plek te krijgen. Visie en ambitie De segmenteringsnota geeft een karakteristiek van de verschillende bedrijventerreinen en bepaalt aan de hand daarvan de categorieën van bedrijven die daar bij voorkeur gevestigd kunnen worden. De nota is verouderd in de zin dat sinds het verschijnen daarvan een nieuw bedrijventerrein (de Blakt) is ontwikkeld. In de tweede helft van 2007 zal de nota worden geactualiseerd.
2.5.2.7 Toerisme en Recreatie Algemeen De gemeente heeft het beleid ten aanzien van het toerisme neergelegd in de kadernota ‘Toerisme en Recreatie gemeente Venray’ die in februari 2006 door de Raad is vastgesteld. De nota geeft een
Versie maart 2007
32
globale analyse van de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van Venray en presenteert een aantal beleidsvoornemens. Visie en ambitie De nota sluit aan bij de uitgangspunten van het Ontwikkelingsperspectief waarin Venray wordt gekenschetst als dorp én stad. Ten aanzien van het centrum van Venray wordt ingezet op het bevorderen van het recreatief winkelen. In het buitengebied wordt gemikt op meer extensieve recreatievormen zij het dat grootschalige initiatieven serieus op hun toegevoegde waarde zullen worden bekeken. De beleidsvoornemens zullen in de loop van 2007 samen met vertegenwoordigers van bedrijven, promotie-organisaties en overige instellingen worden uitgewerkt in een activiteitenplan. Daartoe zal begin 2007 een overlegtafel Toerisme en Recreatie worden opgericht.
Versie maart 2007
33
2.5.3 Sociaal/maatschappelijke pijler 2.5.3.1
Integraal veiligheidsbeleid
Algemeen In 2005 is het beleidskader integrale veiligheid “Naar publiek ondernemen in Veiligheid” geformuleerd. Dit beleidskader biedt houvast voor het ontwikkelen van een “Publiek ondernemingsplan integrale veiligheid“. Belangrijkste kenmerk van het publiek ondernemen is de integrale insteek en de nauwe samenwerking met onze partners. Informatie van de partners is ook nadrukkelijk meegenomen bij het schrijven van het “Publiek ondernemingsplan integrale veiligheid 2006 - 2007”. De informatie is op zowel strategisch als tactisch niveau in kaart gebracht. Het geheel aan ontwikkelingen, signalen en actiepunten voortkomend uit deze inventarisatie laat een heel divers beeld zien dat raakvlakken heeft met vele beleidsterreinen. Vanuit integrale veiligheid zijn voor deze collegeperiode de volgende beleidsspeerpunten benoemd:
Jeugd; implementatie jeugdbeleid in relatie tot veiligheid, jeugdcriminaliteit en overlast, spanningen tussen groepen jeugdigen, alcoholgebruik.
Horeca; uitgaansgeweld en overlast, geluidsoverlast horeca en evenementen, drugsgerelateerde overlast, grip krijgen op vestiging van horeca ( o.a. via wet BIBOB).
Huisvesting; kamerverhuur, overbewoning, illegale onderhuur.
Toezicht in de openbare ruimte "Blauw op straat" o.a. in relatie tot de kerntakendiscussie van politie en de bestuurlijke boete.
Aanpak hennepteelt.
Aanpak van onveilige plekken als uit de veiligheidsmeting blijkt dat deze binnen de gemeente aanwezig zijn.
Ontwikkelingen Het aantal burgers dat aangeeft zich vaak onveilig te voelen neemt af. Onveiligheid hangt samen met angst en onzekerheid; geen grip hebben op de eigen omgeving. Radicalisering is een belangrijk thema. In Venray is radicalisering zichtbaar in de vorm van rechtser worden, echter niet vanuit politieke motieven. Alcohol en drugs zijn een ernstig probleem: ontsporing van de samenleving hangt nauw samen met het gebruik van deze middelen. Er is een afname zichtbaar van het aantal vernielingen en diefstallen. (Bedreiging met) lichamelijk geweld neemt echter toe. Accenten van rijksbeleid en regionaal beleid zullen de komende jaren liggen op een veilige publieke ruimte, jeugd, overlast, verkeer, milieu en criminaliteit. Aanpak onveiligheid is kansrijk omdat Venray veilig is. De ontwikkelingen rondom het gebiedsgericht werken en de (eventuele) bouw van het multifunctioneel centrum kunnen positieve effecten hebben op de aanpak. Visie openbare ruimte De openbare verlichting in Venray, zowel binnen als buiten de bebouwde kom is niet op het gewenste niveau. Het gemeentelijk afvalstoffenbeleid werkt mogelijk zwerfvuil in de hand, hierdoor verloedert de woonomgeving.
Versie maart 2007
34
Het extra toezicht in de openbare ruimte door de ruimere inzet van parkeercontroleurs is succesvol. Bekijk of verdere uitbreiding van toezicht, anders dan door politie, mogelijk is. De kwaliteit van de openbare ruimte is hoog.
2.5.3.2
Drugsbeleid
Algemeen Een coffeeshop moet voldoen aan de eisen van kwaliteit en uitstraling die bij een horeca-inrichting algemeen gebruikelijk zijn.
Visie Doel van het drugsbeleid is het gebruik van drugs terug te dringen door een zekere mate van aanbodbeperking en regulering, onder andere door voorlichting, maar niet door een geheel verbod. Hiervoor is het nodig dat het huidige aantal verkooppunten wordt beperkt, dat er gedoogvoorwaarden worden geformuleerd en dat de voorlichting over de (nadelige) effecten van het gebruik van cannabis wordt geïntensiveerd. Door middel van het gedogen van een relatief laagdrempelig aanbod van gebruikershoeveelheden cannabis wordt bovendien beoogd de consumentenmarkten van soft- en harddrugs van elkaar gescheiden te houden, zodat een sociale drempel wordt opgeworpen voor de overgang van het gebruik van softdrugs naar het gebruik van harddrugs.
Aanpak Behoudens de bepalingen bij of krachtens de Wet op de ruimtelijke ordening zijn ten aanzien van de vestigingsplaats van coffeeshops verder de volgende regels van toepassing: •
niet binnen 250 meter van een schoolgebouw;
•
niet in de directe nabijheid van een jongerencentrum;
•
niet in een woonstraat;
•
bij voorkeur in een pand met een horecabestemming;
•
in het gebied binnen de zogenaamde binnenring.
2.5.3.3
Jeugdbeleid (inclusief onderwijsbeleid)
Algemeen De gemeenteraad heeft de nota “Venray Prikkelt Jongeren” in 2005 vastgesteld. De nota vormt de inventarisatie van het Venrays jeugdbeleid op dat moment, volgens het stramien van de strategische visie Venray 2015. Op basis van deze inventarisatie zijn in “Venray prikkelt jongeren” per onderdeel richtlijnen voor de komende periode geschetst. Vervolgens is er ook een implementatieplan verschenen onder de naam “Samenhang en Samenwerking in Jeugdbeleid,”. In deze nota wordt stilgestaan bij de heersende problemen binnen het huidige jeugdbeleid. De nadruk ligt op de volgende zaken: 1.
Bestrijden van het voortijdig schoolverlaten.
2.
Oppakken van coördinatie/gemeentelijke regierol binnen het jeugdbeleid.
Versie maart 2007
35
3.
Creëren van ruimte (letterlijk en figuurlijk; respectievelijk voorzieningen en werkwijzen) voor participatie, communicatie en zinvolle vrijetijdsbesteding van onze jongeren.
Visie In de komende periode wordt er aanvullend op de reeds ingezette en lopende ontwikkelingen binnen het jeugdbeleid extra geïnvesteerd op de bovenstaande terreinen teneinde een gemeentelijke integraal jeugdbeleid te realiseren waarbij onze jeugd de beste kansen krijgt om zich te kunnen ontwikkelen tot economisch en sociaal zelfstandige, mondige burgers.
Aanpak Hiervoor moet een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn van jongeren van 0 tot en met 23 jaar gerealiseerd worden waarbij
Onderwijsachterstanden moeten worden bestreden (denk met name aan taalachterstanden).
Er een sluitende netwerkstructuur (zorgstructuur) rondom jeugd binnen en buiten het onderwijs moet worden gecreëerd. Partners zijn SPOV, Raayland College, Stichting Peuterspeelzalen Venray, Gilde opleidingen, Synthese, GGZ, GGD, JGZ Groene Kruis, Openbare Bibliotheek, Vrijwillig jongerenwerk.
Voortijdig schoolverlaters moeten worden opgespoord om ze vervolgens terug te laten keren in het onderwijs waar ze alsnog een startkwalificatie behalen (of dat hen zoveel mogelijk kansen geboden worden om voldoende gekwalificeerd de arbeidsmarkt te kunnen betreden).
Gerelateerde projecten Brede school In 2007 wordt de gemeentelijke visie op het brede school concept nader uitgewerkt in een nota. De brede school beoogt een netwerk van voorzieningen te creëren rond een onderwijsinstelling waarbij wordt samengewerkt om de ontwikkeling van kinderen en jongeren optimaal te ondersteunen. Elementen die kunnen worden samengebracht zijn onderwijs, opvang, zorg en vrije tijd. Daarnaast biedt de ontwikkeling van het brede school concept kansen voor versterking van de sociale samenhang binnen wijken en dorpen.
‘t Podium Op 31 oktober 2006 heeft de gemeenteraad ingestemd met de aankoop van café ’t Podium om zo ruimte te creëren voor activiteiten voor en door jongeren. Inzet is om met deze voorziening gemeentebreed een door jongeren (16+) gedragen activiteitenaanbod aan te bieden, om zo een bijdrage te leveren aan participatie, communicatie en zinvolle vrijetijdsbesteding van onze jongeren. Het voorjaar van 2007 wordt benut om een definitieve invulling uit te werken, gebaseerd op de onderstaande bepalingen:
Versie maart 2007
36
Het jongerencentrum moet breed toegankelijk zijn voor alle jongeren en doelgroepen. Voorkomen moet worden dat één of enkele groepen het centrum claimen.
Het moet ruimte bieden aan eigen initiatieven van jongeren en eigen initiatieven stimuleren.
Ondersteuning aan jongeren die het nodig hebben (jongerenwerk) wordt toegankelijk gemaakt, het jongerencentrum verwijst indien nodig naar activiteiten elders of naar hulpverlening.
2.5.3.4
Werk en Inkomen
Kadernota wet werk en bijstand Kadernota Wet werk en bijstand 2005 is vastgesteld door de gemeenteraad op 27 september 2005. Het is een richtinggevend kader waarop vervolgens beleid gemaakt wordt over hoe de gemeente Venray werk maakt van de Wet werk en bijstand. Aan de ene kant een strikte fraudepreventie/frauderepressie (hoogwaardig handhaven) en aan de andere kant investeren in het zoveel mogelijk aan een betaalde baan helpen van burgers met een uitkering (reïntegratie). Een derde pijler betreft de groep burgers met een uitkering waarvoor werk niet (meer) mogelijk is, maar waarvan we wel willen dat ze volwaardig meedoen aan de Venrayse samenleving. Hier wordt nadrukkelijk de verbinding gelegd met de WMO. Wet Sociale Werkvoorziening Op 1 januari 2008 treedt de modernisering Wet Sociale Werkvoorziening in werking. In de eerste helft van 2007 wordt een kadernota opgesteld waarbij de Wsw geplaatst wordt binnen een integraal arbeidsmarkt- en zorgbeleid. Aansluitend wordt dit in 2007 uitgewerkt in een beleidsnota waarin beschreven wordt hoe we op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier de door de raden gestelde kaders en doelstellingen kunnen bereiken.
Wet inburgering (WI) Op 1 januari 2007 is de nieuwe Wet Inburgering van kracht. In december 2006 is het inburgeringsbeleid en de verordening door B&W vastgesteld. In februari heeft de Raad beide stukken vastgesteld. Het is een beleid op hoofdlijnen en sluit aan op “Venray is zorgzaam/zelfredzaam” en “Venray is kennisintensief“. Inburgering vormt het eerste onderdeel van het integratieproces. In het hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet de richting aangegeven van de wijze waarop etnische minderheden in de Nederlandse samenleving moeten integreren. Het kabinet doet daarbij een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar en op de omgeving waarbinnen de integratie plaatsvindt. Integratie is een wederzijds proces. Om volwaardig mee te kunnen doen in de Nederlandse samenleving is beheersing van de taal het belangrijkst. Daarnaast is de elementaire kennis van de normen en waarden essentieel. In uitvoerende zin wordt aansluiting gezocht bij Jeugdbeleid, WWB beleid en maakt deze nota onderdeel uit van het minderhedenbeleid.
Versie maart 2007
37
Integratiebeleid Op dit moment wordt er nog gewerkt vanuit de nota minderhedenbeleid uit 2002. In 2007 dient de nota integratiebeleid gereed te komen. Dit wordt een integrale nota op het terrein van integratie, waarin onderdelen als inburgering, jeugd, onderwijs, participatie en arbeidsmarkt een plaats zullen krijgen. De insteek voor de nieuwe nota is dus breder dan alleen minderhedenbeleid en past goed bij het thema “Iedereen doet mee”. Minimabeleid In november 2005 is de nota “Mee(r ) doen met minder” vastgesteld door de Raad. Het Venrayse minimabeleid richt zich met name op de groep mensen die moeten rondkomen van een inkomen op of rond het sociaal minimum. Het beleid richt zich dan ook voornamelijk op het voorkomen van sociale uitsluiting van deze groep mensen. De thema’s in het minimabeleid zijn: 1.
Het bieden van een aanvullende inkomensondersteuning;
2.
Het bieden van ondersteuning bij het voorkomen en oplossen van (problematische) schulden;
3.
Het bevorderen van participatie;
4.
Het bevorderen van gebruik van voorzieningen (terugdringing niet gebruik);
5.
Het optimaliseren van de verhouding tussen de uitvoeringskosten en verstrekkingen.
2.5.3.5
Zorg
Beleidskader Wet Maatschappelijke Ondersteuning In de eerste helft van 2007 zal het beleidskader WMO door de gemeenteraad vastgesteld worden. In het huidige conceptbeleidskader WMO worden vier strategische doelen geformuleerd die mede vorm en inhoud moeten geven aan wonen en leven in wijken en buurten. Het beoogd resultaat is zo lang mogelijk zelfstandig functioneren in de eigen woonomgeving. Dit geldt voor iedereen, maar met name ook voor die mensen die na een verblijf in centrale zorginstellingen individueel of in groepsverband in wijken gaan wonen, als onderdeel van de vermaatschappelijking van de zorg. De strategische doelen van de kadernota WMO zijn: 1.
Versterken van de individuele en collectieve mobiliteit;
2.
Versterken van de individuele en collectieve leefbaarheid van de woonomgeving;
3.
Versterken van de individuele en collectieve zorghulpstructuur;
4.
Versterken van het individu op basis van de collectiviteit en samenhang op lokaal niveau;
De uitvoering op basis van het WMO-kader is zo breed, dat een lopende ontwikkeling als Wonen Welzijn Zorg (WWZ) in het vervolg als onderdeel van de WMO verder ontwikkeld zal worden. Centrale doelen die onder de WWZ belangrijk waren, blijven ook in het kader van de WMO met prioriteit aanwezig. Dit geldt voor de keuzemogelijkheden van de zorgvrager, maar bijvoorbeeld ook voor de samenhang in het aanbod wonen, welzijn en zorg. Het bij elkaar brengen van het aanbod van wonen welzijn en zorg wordt op dit moment in de praktijk ontwikkeld en uitgevoerd in de wijken Noord-West, Veltum, en Landweert op basis van bestaande behoefte.
Versie maart 2007
38
Vrijwilligers- en mantelzorgbeleid De functie van vrijwilligerswerk en mantelzorg is op basis van maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder de toenemende individualisering, als één van de belangrijkste beleidsvelden opgenomen in de WMO. Landelijk maar ook lokaal worden vrijwilligerswerk en mantelzorg als belangrijke onderdelen gezien die verdere individualisering kunnen afremmen. Daarnaast worden ze als onmisbaar beschouwd om het leven in wijken, buurten en dorpen in stand te houden, of een nieuwe impuls te geven. De gemeente Venray heeft prioriteit gegeven aan de uitwerking van vrijwilligersbeleid als onderdeel van de WMO. In 2007 zal hier samen met de partners vorm aan worden gegeven. Dit geldt ook voor het mantelzorgbeleid. Gezondheid Er is een nota: Venray, Een gezonde gemeente, lokaal gezondheidsbeleid 2002-2006. In deze nota wordt een visie gegeven op lokale gezondheidszorg. Opvatting in deze nota is dat gezondheid meer is dan niet ziek zijn. In de nota wordt gesteld dat gezondheid de voorwaarden schept voor welzijn, welvaart en maatschappelijke stabiliteit. Een goede gezondheidstoestand verhoogt de kwaliteit van het individuele leven en van de samenleving. Gezondheid is het resultaat van een balans tussen wonen, welzijn en zorg. De nota gezondheidsbeleid wordt in 2007 geëvalueerd en geactualiseerd.
2.5.3.6 Accommodatiebeleid De volgende uitgangspunten moeten binnen het integraal accommodatiebeleid een plek krijgen: •
Sociaal-culturele en maatschappelijke voorzieningen vormen belangrijke elementen in de leefbaarheid van dorpen en wijken.
•
Er moeten voldoende voorzieningen naar schaal en maat zijn.
•
Verder kiezen we in ons accommodatiebeleid voor multifunctionaliteit en een evenwichtig gespreid aanbod, met name in de dorpen maar ook in de wijken. Daar waar de schaalgrootte van het verzorgingsgebied en/of het gebruik dat nodig maakt, zal clustering plaatsvinden, waarbij een goede bereikbaarheid een van de randvoorwaarden is.
2.5.3.7
Sport
Visie Sport is meer dan alleen plezier, sport heeft ook andere kwaliteiten die we met elkaar belangrijk vinden. Sport draagt bij aan ontspanning, gezondheid, integratie en sociale cohesie. De gemeente Venray benut deze kwaliteiten om een bijdrage te leveren aan het oplossen van allerlei maatschappelijke knelpunten. Sport wordt gebruikt als middel om andere maatschappelijke ontwikkelingen te ondersteunen. Sport is belangrijk voor de preventieve gezondheid en de wisselwerking tussen sociale hechtheid, zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid, voor anderen en waar men bezig is met de eigen gezondheid. Aanpak In 2007 wordt het sportbeleid opnieuw vastgesteld.
Versie maart 2007
39
We willen sport meer inzetten als middel om maatschappelijke doelen rond jeugd, jongeren, ouderen, mensen met beperkingen en mensen met achterstanden in de samenleving te bereiken. Daarbij willen we de samenwerking tussen sportorganisaties/verenigingen, onderling en met andere maatschappelijke organisaties, stimuleren, bijvoorbeeld als het gaat om het organiseren van activiteiten in het kader van de naschoolse opvang. Tot slot willen we, mede in directe relatie tot de prestatievelden uit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, beleid ontwikkelen gericht op de maatschappelijke functie van sport. Dat beleid zal ook aansluiten bij het integrale accommodatiebeleid en het vrijwilligersbeleid.
•
Sportverenigingen worden gesubsidieerd in de activiteiten die zij voor de jeugdleden ondernemen.
•
Via het regionale BOS-project worden jongeren met een handicap extra gestimuleerd om, zonodig met bijbehorende hulpmiddelen en ondersteuning, actief aan sport te doen.
•
Breedtesport.
Wijkgericht sporten In een tweetal wijken worden wekelijks open sportactiviteiten georganiseerd waaraan vooral jeugd en jongeren deelnemen die in de reguliere sportverenigingen om verschillende redenen (nog) geen plaats kunnen vinden. De organisatie daarvan ligt in handen van Synthese in samenwerking met wijkorganisaties en scholen Enkele malen per jaar worden, eveneens in de wijken, voor de jeugd straattoernooien georganiseerd. Ook hierbij zijn een aantal participanten betrokken, zoals wijkorganisaties, scholen en verenigingen. Jeugdsportparticipatie: Kies voor Hart en Sport; project gericht op leerlingen van de basisscholen en uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de GGD. In dit project wordt een verband gelegd tussen sport, voeding en gezondheid. Vervolgens worden daar jeugdsportkennismakingsactiviteiten aan gekoppeld. Deze laatste activiteiten worden georganiseerd in samenwerking met een groot aantal sportaanbieders, zowel in Venray-centrum als in wijken en dorpen.
2.5.3.8
Kunst en cultuur
In 2007 wordt een nieuwe nota Kunst en cultuur vastgesteld. Het gemeentelijk beleid sluit aan op de maatschappelijke vraag en wordt daarom geformuleerd in samenspraak met alle betrokkenen. Daarbij wordt aansluiting gezocht op de speerpunten van de strategische visie en nota’s over verwante thema’s waarbij de verlevendiging van Venray en de nadruk op de jeugd belangrijke aandachtspunten zijn. Uitgangspunt is het behoud en versterking van bestaande voorzieningen. Versterking richten we met name op voor Venray kenmerkende culturele uitingen. Wij willen de samenhang tussen professionele instellingen en aanbod verbeteren. In de laatste jaren is er op basis van samenwerking van de professionele instellingen een aanbod gecreëerd voor de schoolgaande jeugd, leidend tot een kunstmenu in Cultuurpunt en de lessen CKV. De gemeente ondersteunt de verdere uitbouw in de richting van vraagsturing.
Versie maart 2007
40
Plaatsing van kunst in de openbare ruimte sluit aan op de stedenbouwkundige en architectonische ontwikkeling van Venray op basis van de uitgangspunten uit het Masterplan “De kracht van kunst”. De mogelijkheden van een meer structurele inbedding worden onderzocht. In 2007 wordt ook een standpunt bepaald over de huisvesting van het Freulekeshuus in relatie tot de ontwikkeling van het Servaashof.
2.5.3.9
Kermissen in Venray
Algemeen Er zijn ieder jaar in totaal negen kermissen in Venray: de kermis in Venray-centrum en de kermissen in acht kerkdorpen. De kermissen worden georganiseerd door de gemeente Venray. In de loop van de jaren is de kermis in Venray-centrum naast een volksfeest een belangrijk economisch evenement met een regionale betekenis geworden. Het in stand houden en op een kwalitatief goed peil houden van de kermis in Venray-centrum sluit aan bij het thema ‘Venray is levendig’ van het Ontwikkelingsperspectief. De kermissen in acht kerkdorpen hebben een lokale functie. Een kermis in een kerkdorp heeft binnen een dorp een grote maatschappelijke functie en komt de saamhorigheid en leefbaarheid binnen een dorp ten goede; hierdoor wordt het dorpsgevoel versterkt. De kermissen zijn voor het dorp belangrijke culturele evenementen met een hoge traditionele waarde. De dorpen hechten aan hun kermissen en willen deze ook graag behouden. Visie en ambitie Doel van het kermisbeleid (31 oktober 2006 door het college vastgesteld) is het organiseren van een aantrekkelijke kermis voor zowel bezoekers als kermisexploitanten met een evenwicht in de kosten en opbrengsten van de kermis in de gemeente Venray. De ambities die uitgewerkt zijn in het beleid zijn: •
Het kermisbeleid is gericht op het organiseren van een kwalitatief aantrekkelijke, betaalbare en veilige familiekermis. De kermis Venray centrum is een evenement met regionale aantrekkingskracht, waarmee ook Venray als gemeente wordt gepromoot.
•
Ten behoeve van de leefbaarheid in de kleine kernen streeft de gemeente naar behoud van de kermissen in de kerkdorpen. Het beleid is gericht op het organiseren van gezellige, veilige en betaalbare dorpskermissen, bij voorkeur gecombineerd met activiteiten van lokale verenigingen en dorpsraden.
•
Onder betaalbaar wordt verstaan: betaalbaar naar de inwoners (maximale rit- en entreeprijzen) en de exploitanten, maar ook voor de gemeente (een kostendekkende exploitatie).
•
De organisatie van de kermis Venray centrum wordt in eigen beheer uitgevoerd.
Versie maart 2007
41
3 Bijlagen 3.1
Overzicht van op te stellen beleid uit het collegeprogramma 2006-2010 in de jaarschijf 2007 en 2008-2010.
2007 Afdeling MD MD MD MD MD BZ BZ BZ BZ BZ BZ MD MD MD MD P WW WW WW OR OR WW WW WW OR WW WW WW WW WW OR WW WW WW BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ
par. College progr.
2.3 2.3 2.3 2.3 2.5 2.7 2.7 2.7 2.8 2.9 3.2 3.3 3.3 3.4 3.5 4.1 4.1 4.1 4.3 4.4 4.4 4.4 4.4 4.4 4.4 5.1 5.1 5.2/5.3 5.3 5.3 5.4 5.6 5.7 5.7 6.1 6.2 6.2 6.3 6.3 6.3 6.3
Versie maart 2007
Omschrijving Drugspreventie-project Check Zorgstructuur jeugd en jongeren Onderzoek vroegtijdige schoolverlaters (RMC) Jeugdmonitor Ontwikkelen Vrijwilligersbeleid WMO) Veiligheidsbeleid 2008-2009 Veiligheidsregio Jaarlijkse oefening rampenbestrijding invoering bestuurlijke boete uitbreiding regionale handhaving Herijking evenementenbeleid Opstellen cultuurbeleidsplan Beleidsplan Bibliotheekwerk Actualiseren sportbeleid Integraal accommodatie-beleid Herstructurering Veltum Bouwbeleidsplan Starters en zorgwoningen huisvesting buitenlandse werknemers (beleid en accommodatie) Integraal uitvoeringsprogramma openbare ruimte Uitwerkingsplan GAP (handhaving + aanpak zwerfafval en illegale dumpingen) Cultuurhistorische waardekaarten Plan van aanpak ruimtelijke kwaliteit Eerste aanpassing buitengebied Wijkbeheer voortzetten en uitbreiden Intensievere samenwerking met Meerlo-Wanssum (Haven-infrastructuur) Floriade Segmenteringnota bedrijventerreinen Revitalisering Hulst 1 Parkmanagement Uitv. verkeers- en vervoersplan (VVVP) Uitvoeringsprogramma Toerisme en recreatie Nota Grondbedrijf Herziening grondprijsbeleid Doordualiseren Ontwerp richtlijnen burgerparticipatie Transactionele website (uitbouw) Invoering gebiedsgericht werken Startgebied Gebiedsgericht werken Centrum startgebied gebiedsgericht werken Brukske startgebied gebiedsgericht werken Oostrum
WW BZ M BZ PD
6.3 6.4 7.3 7.4 7.7
Ruimtelijke visies kerkdorpen Bestuurkrachtmonitor 2007 Rechtmatigheid/risicomanagement Visie op communicatiebeleid kwaliteitshandvest 2007
2008-2010 Afdeling
par. College progr.
MD MD P MD MD MD BZ OR P WW WW WW OR OR WW OR BZ WW WW WW OR BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ BZ WW M
Versie maart 2007
2.3 2.3 2.4 2.6 2.6 2.6 2.7 3.1 3.5 4.1 4.1 4.2 4.4 4.4 4.4 4.4 5.1 5.1 5.3 5.3 5.4 6.1 6.2 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 6.3 7.3
Omschrijving Drugspreventie-project Check Zorgstructuur jeugd en jongeren Doorstart Brede School (2005) Beleid Mantelzorg (WMO) Beleid Zorgloket (WMO) Ontwikkelen beleid sociale activering (relatie WMO) Jaarlijkse oefening rampenbestrijding Herinrichten kernwinkelgebied Ontwikkeling MFC Uitwerking beleidsvisie wonen Ontwikkeling Circus-terrein Woningbehoefteonderzoek Integraal uitvoeringsprogramma openbare ruimte Uitwerkingsplan GAP (handhaving + aanpak zwerfafval en illegale dumpingen) Opstellen van een bos-, natuur- en landschap-beleidsplan Wijkbeheer voortzetten en uitbreiden Visie op regionale samenwerking Floriade Revitalisering De Brier Revitalisering Smakterheide I Uitv. verkeers- en vervoersplan (VVVP) Doordualiseren Transactionele website (uitbouw) Invoering gebiedsgericht werken Opstellen WOP centrum - West Opstellen WOP Antoniusveld Opstellen WOP Brabander Opstellen WOP Landweert Opstellen WOP Smakterheide Opstellen WOP Veltum Opstellen WOP Vlakwater Opstellen DOP Castenray Opstellen DOP Heide Opstellen DOP Leunen Opstellen DOP Merselo Opstellen DOP Oirlo Opstellen DOP Smakt Opstellen DOP Veulen Opstellen DOP Vredepeel Opstellen DOP Ysselsteyn Herstructurering wijk West Rechtmatigheid/risicomanagement
3.2 Lijst van afkortingen
Wet BIBOB
Wet Bevordering van Integriteitbeoordelingen door het Openbaar Bestuur
BOS project
Buurt Onderwijs Sport project
B&W
Het college van burgemeester en wethouders
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CWI
Centrum voor Werk en Inkomen
EHS
Ecologische Hoofd Structuur
DOP
Dorp Ontwikkelingsplan
GGZ
Groep Geestelijke Gezondheidszorg
GGW
Gebiedsgericht Werken
PDV
Perifere Detailhandels Vestiging
POG
Provinciale Ontwikkelingszone Groen
RMC
Regionaal meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
WIA
Wet Werk en Inkomen na Arbeidsvermogen
WOP
Wijk Ontwikkelingsplan
WSW
Wet Sociale Werkvoorziening
WW
Werkloosheidswet
Versie maart 2007
3.3 Statistische gegevens gemeente Venray
Versie maart 2007
Versie maart 2007
3.4 Communicatieplan Centrum
Communicatieplan Gebiedsgericht Werken Centrum Vastgestelde versie
Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray
Samengesteld door Monique Schaller 28 december 2006
Versie maart 2007
1
Inhoud
1
Inleiding
3
2
Doelstelling
3
2.1
Doel communicatie ............................................................................................. 3
2.2
Doelgroep ......................................................................................................... 3
2.3
Afzender ........................................................................................................... 3
2.4
Communicatiedoelstellingen................................................................................. 4
3
Communicatiemiddelen
4
3.1.1
Interne middelen ........................................................................................ 4
3.1.2
Externe middelen ........................................................................................ 5
4
Overig
7
5
Kernboodschap
7
6
Planning
7
7
Kosten
7
8
Inventarisatie bestaande middelen kernpartners
8
9
8.1.1
Wonen Venray ............................................................................................ 8
8.1.2
Synthese ................................................................................................... 8
8.1.3
Politie........................................................................................................ 8
8.1.4
Gemeente Venray ....................................................................................... 8
8.1.5
Wijkplatform centrum .................................................................................. 8
8.1.6
Overzicht in te zetten middelen ..................................................................... 9
Vervolgstappen
Versie maart 2007
10
2
1
Inleiding
In dit communicatieplan wordt een lijn uitgezet voor communicatie rondom Gebiedsgericht werken voor de wijk centrum. Het plan sluit aan bij het communicatieplan dat tijdens de ontwikkeling van gebiedsgericht werken is gebruikt.
2
Doelstelling
Om nog eens terug te grijpen onderstaand de doelstelling van Gebiedsgericht werken:
door gebiedsgericht werken wordt een betere dienstverlening aan onze partners verschaft. Wijk- en dorpsgericht samenwerken richt zich op het verbeteren van de directe leefomgeving op het gebied van economische, maatschappelijke en ruimtelijke aspecten, inspelend op de wensen en behoeften van burgers en partners. 2.1 Doel communicatie Externe doel van de communicatie is op structurele wijze de interactie met een representatieve groep partners/burgers in Oostrum te optimaliseren. Op deze wijze moet bij de inwoners een positief beeld ontstaan. Zij moeten zich betrokken voelen en actief deelnemen. Interne doelstelling; een goede interne communicatie naar de eigen achterban moet zorgen voor kennis over gebiedsgericht werken en de rol van het gebiedspanel. Daarnaast streven we naar een positieve houding ten opzichte van gebiedsgericht werken en het gebiedspanel en aansluitend gedrag.
2.2 Doelgroep Het is belangrijk de externe doelgroep goed in beeld te hebben. Zoals gezegd in de doelstelling moet dit ‘een representatieve groep’ zijn. Voor het centrum betekent dit dat de externe doelgroep betrokken moet worden bij de wijk en het gebiedspanel. In het begin zal het vooral nodig zijn de bekendheid van het gebiedspanel en ook het Wijkplatform te verbeteren. Externe doelgroepen zijn inwoners, bewonersverenigingen, (religieuze) organisaties, verenigingen, centrumondernemers (en via hen bezoekers), maar ook de politiek, raad, Venrayse bevolking et cetera. Deze zijn nog verder onder te verdelen, maar op dit moment volstaat een grove indeling. Interne doelgroep zijn de kernpartners (Wijkplatform Centrum / Wonen Venray / Politie / Synthese en gemeente Venray) én hun achterban onderling; medewerkers van Wonen Venray, het Wijkplatform, de gemeente et cetera. Juist zij moeten gebiedsgericht gaan werken en bekendheid met het gebiedspanel en de werkwijze krijgen.
2.3 Afzender Bij communicatie is het belangrijk voor de ontvanger (bv. inwoner/vereniging) om te weten wie de afzender is. In dit geval is het een samenwerking van diverse kernpartners, namelijk het gebiedspanel. Voor de meesten een nog onbekende afzender. Voor de ontvanger zal dus vaak onduidelijk zijn of de boodschap komt van het gebiedspanel, het Wijkplatform of misschien toch Synthese of de gemeente. Een duidelijke herkenbare afzender zorgt er voor dat de ontvanger de communicatie herkent en de boodschap beter kan plaatsen. Bekendheid realiseren voor de afzender gebiedspanel is de eerste prioriteit. Voorstel
Versie maart 2007
3
Het gebiedspanel is de afzender.
Om de informatie bij de bewoners te krijgen gebruiken we zoveel mogelijk de al bestaande middelen van de individuele kernpartners. Hiervoor kiezen we met name voor het gebruik van de middelen van het Wijkplatform. De invulling van het gedeelte gebiedspanel is natuurlijk een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle kernpartners.
We laten op korte termijn voor het gebiedspanel logo/beeldmerkje ontwikkelen dat de gezamenlijkheid benadrukt. Iedere keer als in de middelen van de kernpartners gecommuniceerd wordt over acties voortvloeiend uit het gebiedspanel wordt het logo geplaatst. Ook als we alleen over het gebiedspanel communiceren gebruiken we het logo. Een visuele teken is snel herkenbaar en zonder bijbehorende overall huisstijl makkelijk en eenvoudig in te zetten.
2.4 Communicatiedoelstellingen Om het communicatiedoel verder uit te werken de kernwoorden belicht: Representatieve groep; zie kopje doelgroep. De achterban moet zo breed mogelijk benut worden. Dat betekent investeren in bestaande netwerken, samenwerken en contact leggen Structureel; door een regelmaat in middelen aan te bieden ontstaat duidelijkheid over de afzender. De herkenbaarheid verbetert er ontstaan structurele contactmomenten Interactief; we beginnen met kennis opbouwen. Pas daarna kunnen we werken aan het stimuleren van ontvangers om zelf actief deel te nemen. Een aantal middelen ondersteunt interactieve mogelijkheden Optimaliseren; verbeteren van de communicatie. Dit volgt uit het bovenstaande. Door letterlijk en figuurlijk de wijk in te gaan, praktische middelen te maken en de mogelijkheid tot tweezijdigheid goed te bewaken.
3
Communicatiemiddelen
3.1.1
Interne middelen
Deze middelen worden ingezet tussen de interne gebruikers. De interne gebruikers (lees kernpartners) zijn natuurlijk gezamenlijk verantwoordelijk voor een goede communicatie. Daarnaast is iedere partij uiteraard zélf verantwoordelijk voor de interne communicatie in de eigen organisastie / met de eigen achterban (medewerkers/vrijwilligers). In het communicatieplan GGW van 1 maart 2005, is aandacht voor de participatieladder. Om de rol die bij een onderwerp hoort goed te kunnen uitvoeren is tijdige en volledige informatie essentieel. Reguliere vergaderingen bij de kernpartners Bij reguliere vergaderingen bij de kernpartners worden vragen, bespreekpunten vanuit het gebiedspanel meegenomen/ingebracht en doorvertaald naar de achterban. In vergaderverslagen worden deze duidelijk benoemd. Indien gewenst kan op uitnodiging (incidenteel) een ander lid van het gebiedspanel aanschuiven bij het overleg. Interne digitale nieuwsbrief
Versie maart 2007
4
Te verzorgen door Henk Verstegen / Monique Schaller over voortgang, terugkoppeling, bespreekpunten uit andere overleggen. Ook staat hierin informatie over financiële cyclus, commisies en raad. De digitale nieuwsbrief wordt per mail verstuurd naar de kernpartners en kan alleen intern verder verspreid worden. De interne nieuwsbrief wordt minstens 1 maal per kwartaal verstuurd. De input voor de nieuwsbrief komt vanuit alle kernpartners. De interne nieuwsbrief wordt niet gebruikt naar externe partijen. Bijeenkomsten Tweemaandelijkse bijeenkomst met alle kernpartners, 3e dinsdag van de maand. Persoonlijke communicatie blijft nodig om elkaar te informeren, onderwerpen toe te lichten, te discussiëren en te besluiten. Verslaglegging kan dienen als input externe communicatie van het gebiedspanel (voor website, wijkkrant of digitale nieuwsbrief). Notulen dienen ook om terug te koppelen met de eigen organisaties. Notulen van deze bijeenkomsten (met actiepunten) blijven gescheiden van de digitale nieuwsbrief. Correspondentie Vanzelfsprekend wordt relevante correspondentie (notulen, brieven, nota’s) beschikbaar gemaakt voor alle kernpartners onderling. Dit kan per post, mail of via bijvoorbeeld BIS op de gemeentesite indien het gemeentelijke stukken betreft. Snelheid en volledigheid is hierbij belangrijk. Naast deze wegen wordt ook gekeken naar een gedeeld softwarepakket (projecttoolkit) waar alle kernpartners vanuit iedere gewenste locatie kunnen inloggen (virtueel kantoor). Wil iedere partner zijn rol goed kunnen uitoefenen (participatieladder) dan is het zaak de onderlinge informatievoorziening up-todate te houden.
3.1.2
Externe middelen
Deze middelen worden ingezet richting de externe partijen, zoals inwoners/gebruikers (ondernemers, verenigingen, overige organisaties) van het centrum. Wijkkrant Vier keer per jaar wordt door het Wijkplatform een folder uitgegeven. Dit is de laatste tijd niet meer regelmatig gebeurd.
Voorstel:
We hebben eerder in dit plan aangegeven er voor te kiezen om zoveel mogelijk bestaande middelen te gebruiken. We bieden aan de folder van het Wijkplatform nieuw leven in te blazen en kijken of we een algemenere naam kunnen/willen kiezen (bijvoorbeeld wijkkrant). In deze wijkkrant staat natuurlijk primair het nieuws van het Wijkplatform. Daarnaast ruimte voor het nieuws van het gebiedspanel (voorzien van logo voor de herkenbaarheid). Ook kan de wijkkrant ruimte bieden voor berichten van bijvoorbeeld bewoners, bewonersverenigingen et cetera. De wijkkrant kan worden ingedrukt op voorgedrukte vellen. Hierdoor oogt hij professioneel, is eenvoudig te maken en door het verhogen van de frequentie wordt gezorgd voor een betere herkenbaarheid. Digitale nieuwsbrief Naast de gedrukte wijkkrant wordt ook voor de externe partijen een digitale nieuwsbrief aangeboden. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden via het Wijkplatform, door hun e-mailadres op te geven. Zodra de nieuwsbrief verschijnt wordt deze naar de geïnteresseerden gemaild. De
Versie maart 2007
5
vormgeving van de digitale nieuwsbrief sluit aan bij layout wijkkrant. Door het digitale karakter kan deze flexibel en eenvoudig, tegen lage kosten verspreid worden. Afhankelijk van tijd, financiële middelen en nieuwsaanbod kan deze wel / geen regelmatige verschijningsdatum krijgen. Mogelijke onderwerpen: extra aankondiging vergaderingen, korte highlights uit het vergaderverslag, achtergrondartikeltje bij een onderwerp uit de wijkkrant et cetera. Website Ook voor de digitale communicatie proberen we zoveel mogelijk bij bestaande middelen aan te sluiten. De websitestructuur van wijken en dorpen Venray leent zich hier voor. Ook op de website komen berichten van het gebiedspanel (herkenbaar door het logo). We onderzoeken wat de concrete samenwerkingsmogelijkheden en functionaliteiten kunnen zijn (kan de bezoeker vragen stellen, wensen of klachten achterlaten. Kunnen we zorgen voor tweezijdigheid, sites moeten wederzijds gelinkt worden) Infocentrum In het communicatieplan van het Wijkplatform wordt al gesproken over een infocentrum in de bibliotheek. Dit zorgt uitstekend voor persoonlijke communicatie en vervult een loketfunctie. Persoonlijke/mondelinge communicatie is immers zeer waardevol. Door de locatie kan de achterban van het Wijkplatform worden uitgebreid. Via het infocentrum worden ook bezoekers geïnformeerd over de mogelijkheden die ook het gebiedspanel hen biedt. Daarnaast worden ze hier geïnformeerd over resultaten van concrete projecten van het gebiedspanel (groot en klein). Hierdoor kunnen ze zelf weer gestimuleerd worden eigen initiatieven op te zetten. Vergaderingen Vergaderingen van het Wijkplatform behandelen ook zaken die voortvloeïen uit acties van het gebiedspanel. Ook in de vergadering en vergaderverslagen moeten dit duidelijk herkenbaar zijn/benoemd worden. Daarnaast blijft het lastig mensen in hun toch al drukke bezigheden te interesseren voor het bijwonen van een vergadering. Consequentere inzet van de overige middelen moet deelname stimuleren. Daarnaast is het aan te raden, mensen persoonlijk (één op één) voor een bepaald agendapunt uit te nodigen en hen het belang van het punt te schetsen (soort verwachtings-management zoals ook in het communicatieplan van GGW 2005 besproken). Mogen ze luisteren, kunnen ze meedenken of zelfs meebeslissen (participatieladder)? Kortom, What’s in it for me! Ambassadeurs Niet alle inwoners/bezoekers van het centrum zijn met schriftelijke, digitale en persoonlijke communicatie te bereiken. Probeer daarom ambassadeurs te krijgen, een soort vrienden van het centrum. Zij proberen anderen in hun omgeving attent te maken op het bestaan van het Wijkplatform en de samenwerking van het gebiedspanel. Zeker bij bijvoorbeeld allochtone of oudere inwoners kan dit nodig zijn. Via sleutelfiguren of een religieuze instelling worden deze inwoners vaak beter bereikt. Maak ook gebruik van bestaande verbanden (bewonerscommissie, straat-bijeenkomsten e.d.) Hier gebeurt wellicht al veel. Alleen dan krijg je een brede vertegenwoordiging. Informatieavonden
Versie maart 2007
6
Deze kunnen worden ingezet om speciale onderwerpen onder de aandacht te brengen. Dit kan gaan over onderwerpen geïnitierd door het gebiedspanel, maar ook over onderwerpen die door de inwoners/gebruikers zijn aangedragen. De informatieavonden worden specifiek voor het doel ingericht. Naast informatieavonden voor specifieke onderwerpen kan per onderwerp ook nog aanvullende communicatie worden ingezet. Indien nodig wordt een plannetje uitgewerkt. Middelen partners Naast gerichte middelen voor de wijk wordt natuurlijk ook gebruik gemaakt van de middelen die de kernpartners inzetten. Ook zij kunnen via hun middelen informeren over het gebiedspanel. Om de herkenbaarheid te waarborgen wordt de boodschap altijd aangevuld met het logo. Ook in deze middelen moet de kernboodschap (zie onderstaand punt) los van de specifieke inhoud altijd gelijk zijn. Media Regelmatig wordt contact gelegd met vooral de lokale media. Inzet van communicatie via de media wordt bewaakt door de Henk Verstegen, gezamenlijkheid is hierin noodzakelijk. Hij kan de ondersteunende boodschap van het gebiedspanel toetsen en zorgen dat momenten op elkaar afgestemd worden.
4
Overig
Naast structurele middelen kunnen aanvullende incidentele middelen bijvoorbeeld rondom thema’s worden bedacht. Domino-straat-actie, mooiste straat verkiezing, wijksportcompetitie, et cetera. Naast themas kan het ook nodig zijn met incidentele partners (doelgroep) te communiceren zoals Seniorenraad, sportverenigingen of 3VO. Middelen worden bedacht indien de behoefte ontstaat.
5
Kernboodschap
Los van de inhoud waarover wordt gecommuniceerd (verbetering kruising/aanbrengen speelvoorziening of iets dergelijks) moet de kernboodschap altijd gelijk zijn.
‘De samenwerking van partners via het gebiedspanel levert de volgende resultaten op.’ Inwoners/bezoekers centrum moeten uit de kernboodschap inspiratie krijgen dat het belangrijk is betrokken te zijn bij het reilen en zeilen van de wijk en daarnaast zelf actief deelnemen. Denk hierbij aan grote maar zeker ook kleine (succes)momenten!
6
Planning
Na goedkeuring van het communicatieplan kan een praktische, overzichtelijke communicatiekalender tot ongeveer medio 2007 worden opgesteld. Hierin staan per maand de communicatiemomenten en daarbij behorende middelen aangegeven. Op die manier is het voor alle kernpartners inzichtelijk wanneer acties plaatsvinden (en aansluitend acties richting de eigen achterban kunnen worden gepland).
7
Kosten
Voor alle middelen geldt dat ze een verzorgde, professionele uitstraling voorop staat. Dit hoeft niet altijd synoniem voor kostbaar te zijn. Door voordrukken te laten maken, digitale middelen in te
Versie maart 2007
7
zetten, niet meer dan 1 steunkleur te kiezen kunnen de kosten binnen de perken blijven. Als we het communicatieplan goedkeuren kunnen de kosten van de gekozen middelen in kaart worden gebracht.
8
Inventarisatie bestaande middelen kernpartners
8.1.1
Wonen Venray
Intranet, Internet, E-zine, bewonersverenigingen centrum, huurdersvereniging Noord-Limburg, verhuurmappen
8.1.2
Synthese
Intranet, Synthese bulletin, unitoverleg, infohoek
8.1.3
Politie
Intranet, internet, ochtendbriefing, gebiedsmentoren
8.1.4
Gemeente Venray
Gemeentepagina (Peel & Maas), intranet, internet, informatieavonden, commissies, raad, map nieuwe inwoners
8.1.5
Wijkplatform centrum
Infocentrum, internet, infokrant
Versie maart 2007
8
8.1.6
Overzicht in te zetten middelen
Interne communicatie Wie
Frequentie
Tussen kernpartners Digitale nieuwsbrief
1 x per kwartaal
Bijeenkomsten
2-maandelijks
Correspondentie
Zo vaak als nodig
Persoonlijke contacten
Zo vaak als nodig
Software projecttoolkit
Mogelijkheden nog onderzoeken
Intern bij kernpartners, naar medewerkers Reguliere vergaderingen,
Zo vaak als gebruikelijk binnen organisatie
ochtendbriefings e.d. Personeelsbladen, intranet
Zo vaak als gebruikelijk binnen organisatie
prikborden e.d.
Externe communicatie Wijkkrant
4 x per jaar
Digitale nieuwsbrief
Wisselend, indien nieuwsaanbod
Internet wijkenvenray.nl
Minstens maandelijks actualiseren
Infocentrum
Wekelijks
Vergaderingen
Maandelijks
wijkplatform Ambassadeurs
Continue
Informatieavonden
Indien nodig, start 2 themas per jaar
Middelen partners
Zo vaak als gebruikelijk binnen organisatie
Media
Bij nieuwsitems en achtergrond, interviews, persberichten (via Henk Verstegen)
Overig
Versie maart 2007
In te zetten naar wens
9
Vanuit de kernpartners wordt een communicatiewerkgroep benoemd. Daarnaast moeten we gezamenlijk vaststellen welke kernpartner(s) voor de communicatiemiddelen verantwoordelijk zijn. Zie hiervoor onderstaand invulschema. Interne
Politie
Wonen V
Synthese
Gemeente
Wijkplatform
communicatie Digitale nieuwsbrief Bijeenkomsten Correspondentie Persoonlijke contacten Reguliere vergaderingen Personeelsbladen, intranet e.d. Externe communicatie Wijkkrant Digitale nieuwsbrief Website Infocentrum Vergaderingen wijkplatform Ambassadeurs Informatieavonden Middelen partners Media Overig
9
Vervolgstappen
•
Vaststellen communicatieplan
•
Uitwerken communicatiekalender (tot medio 2007)
•
Opstellen briefing / opvragen offertes (wijkkrant, onderhoud website, ontwerp logo)
•
Kiezen ontwerpbureau
•
Kiezen ontwerp, opstellen gebruik logo, redactieformule wijkkrant
•
Benoemen verantwoordelijkheden
•
Bespreken persafspraken
•
Financiering middelen
Versie maart 2007
10