Wij en uw hond: dikke vrienden! I N FOW FO W I J Z E R
Voorwoord Honden hebben de mens veel te bieden: vriendschap, spraak, bescherming, gezelligheid, wandelplezier ... Maar voor wat, hoort wat. Onze trouwste viervoeter vraagt ook aandacht, gepaste voeding, beweging, zorg, discipline, een leiband ... Zoniet veroorzaakt ie overlast (overmatig geblaf, hondenpoep, een gevaar op de weg) en brengt ie zijn collega-baasjes in diskrediet. Zover wil de overheid het niet laten komen. Ze bedacht daarom regels, uit respect voor jan en alleman en voor niet in het minst de hond. Honden spelen een belangrijke rol in onze samenleving. In Vlaanderen wordt hun aantal geschat op 800 000. Dat betekent dat meer dan een op de vier huishoudens een hond heeft. Honden zorgen voor gezelligheid, spraak en veiligheid. Onderzoeken geven aan dat ze een gunstige invloed kunnen hebben op de geestelijke en lichamelijke gezondheid. Mensen met honden gaan minder vaak naar de dokter, hebben een lagere bloeddruk en hartslag, voelen zich gelukkiger, minder gestresst en minder depri. Bovendien hebben hondenbezitters vaak meer sociale contacten. Het hebben en houden van een hond heeft dus vele positieve kanten. Maar een hond kan ook overlast veroorzaken. Thema’s als openbare veiligheid en vlot verkeer staan niet in zijn woordenboek. Die laat hij aan zijn baasje over. Hij/zij moet het gedrag van zijn/haar hond in goede banen leiden. Dat is een kwestie van gezond verstand en een verplichting. Ook hondenpoep is een probleem waaraan een hond zich niet stoort. Het scoort nochtans hoog op de lijst van ergernissen in de steden. Een keer wangedrag heeft meer invloed op de omgeving dan honderd keer goed gedrag. Daarom is iedere hondeneigenaar keer op keer een visitekaartje voor andere eigenaren. En er zijn nog enkele kapen die je zal moeten nemen als je je een hond aanschaft. Je zal moeten tijd maken voor de hond, hem aandacht geven en vaak diep in de geldbeugel tasten. En dan hebben we het nog niet over de registratie- en identificatieplicht, de gevaren voor kinderen, het alleen laten van honden, al of niet in de auto bij warm weer.
2
Inhoudstafel EEN HOND KOPEN OF KRIJGEN
4
Stap 1: Ga na of je de hond het volgende kan bieden
4
Stap 2: Hoe een hond kiezen?
5
DE HOND EN DE WET
6
Wet op de dierenbescherming
6
Belasting op honden
6
Identificatie en registratie
6
De warmte als vijand
9
GEVAREN VOOR HONDEN: WARM WEER EN GIFTIGE PLANTEN
9
Giftige planten
10
Andere gevaren
10
3 grote misverstanden
11
Een hond is geen speelgoed
11
Zorg dat de hond het kind leuk vindt
11
Leer het kind om de hond te respecteren
11
KIND EN HOND
11
Pas op met vreemde honden
12
Een boodschap met een staartje aan
13
Samen werken aan een net straatbeeld
13
De lange strijd tegen de hondenpoepvervuiling
13
Waar mag de hond zijn ‘zaakje’niet deponeren?
13
Een kwestie van gezond verstand
13
OVER LAST VAN HONDENPOEP
13
Hondenpoepzakjes te koop
14
Hondentoiletten
14
Aanleren hondenpoepgedrag
14
Blaffende honden zijn normaal
15
Hard blaffen of janken is niet normaal
15
OVER LAST VAN BLAFFENDE HONDEN
15
OVER LAST VAN LOSLOPENDE HONDEN
16
ZWERFHONDEN
17
HONDEN TABOE
17
SPORT VOOR HONDEN
18
HONDENCLUBS EN -SCHOLEN
18
Wandelen met een hondje van het Blauwe Kruis
20
3
Een hond kopen of krijgen Een hond kopen is een belangrijke beslissing die best wel overwogen genomen wordt. Als je er een wil kopen, vraag je dan af of de hond ook jou wel ziet zitten. Overweeg of je hem aandacht en tijd kunt bieden, begrip, lichaamsbeweging en hersengymnastiek, goede huisvesting, verantwoordelijkheid en geld.
Stap 1: Ga na of je de hond het volgende kan bieden TIJD: VOOR UITLATEN, WANDELEN, OPVOEDEN, SPELEN, ETEN GEVEN, BORSTELEN, KNUFFELEN Een hond is van nature een sociaal dier, dat ongelukkig wordt in eenzaamheid. Als je veel van huis bent, neem dan geen hond. Want een hond die veel alleen gelaten wordt, zal zijn eenzaamheid en frustratie uiten door te blaffen, te janken, te plassen of door voorwerpen in huis te vernielen. Je zal hem dan misschien willen straffen (onterecht en zinloos) of modernistische dier-onvriendelijke hulpmiddelen op hem uitproberen, en hem uiteindelijk ‘wegdoen’.
VERANTWOORDELIJKHEID Niet de hond, maar wel het baasje is verantwoordelijk voor het achterlaten van hondenpoep en voor het vasthangen aan de leiband. Weet dat de stad Brugge omwille van de openbare veiligheid en netheid regels heeft ingevoerd, zoals de poep-opruimplicht en de aanlijnplicht. Ben je er niet zeker van dat je een hond dit alles kan bieden, neem er dan geen! Tip: neem eens een hond van familie of kennissen een paar dagen in huis. Dan krijg je alvast een indruk van de zorg en aandacht dat zo’n dier vraagt.
BEGRIP Honden zijn complexe wezens die zich niet automatisch gedragen zoals de mens dat wil. Om je hond de juiste opvoeding te kunnen geven, moet je een goed contact met hem proberen te krijgen. Dat kan alleen door je te verdiepen in het wezen en gedrag van je hond.
LICHAAMSBEWEGING EN HERSENGYMNASTIEK Een van de dingen die een hond nodig heeft is lichaamsbeweging en hersengymnastiek. Zorg dus voor activiteiten zoals spelletjes, training of een cursus.
GOEDE HUISVESTING Neem geen hond als je woning er niet voor aangepast is. Koop dus geen Duitse schaper als je op een klein appartementje woont. Besteed ook aandacht aan de verlichting, temperatuur, vochtigheidsgraad, verluchting en luchtcirculatie. Vergewis je ervan dat er een wandelgebied is in de buurt.
GELD Een hond krijg je meestal niet voor niks, en ook na de aanschaf volgen nog een hele reeks uitgaven: voor voer, een riem, mand, speelgoed, inentingen, hondenbelasting, cursussen, een dierenarts, trimsalon, geneesmiddelen, eventuele reiskosten, aansprakelijkheidsverzekering, sterilisatie ...
4
“ Poep opruimen is de plicht van het baasje..”
Stap 2: Hoe een hond kiezen? Ben je ervan overtuigd dat je een hond alles kan bieden wat hij nodig heeft, en blijf je bij je voornemen om een hond aan te schaffen, ga dan vooral niet overhaast tewerk. * Vraag jezelf goed af welke hond je wil kopen: pup/volwassen hond, kruising/rashond, teef of reu, asiel/fokker ... * Lees informatieve literatuur: boeken, tijdschriften, folders, Internet * Spreek met dierenartsen, asielbeheerders, andere hondenbezitters * Wees kritisch. Bedenk dat vele rassen worden aangeprezen als ‘de ideale gezinshond’, terwijl ze dat niet altijd zijn. * Veel rashonden hebben tegenwoordig aanleg voor erfelijke ziektes * Contacteer voor advies de rasvereniging van het ras waarvoor je kiest. Voor het adres kan je terecht bij de Koninklijke Maatschappij SintHubertus, tel. 02 245 48 40. Zij kunnen je een lijst bezorgen van fokkers van je lievelingsras. De adressen zijn ook terug te vinden op hun website: www.srsh.be
ciaal gekocht is voor de show ... en waarin staat dat hij geen besmettelijke of erfelijke ziekten heeft - vraag ook het identificatiebewijs (bewijs dat hij getatoeëerd is of een chip draagt) - vraag aan de fokker het vaccinatieboekje van de pup (daarop staat de stempel van de dierenarts die de vaccinaties toediende, het product dat werd ingeënt en de datum). De hond dient al rond 6 tot 8 weken ingeënt te zijn met de zogenaamde puppy-enting. En ook zijn eerste spuitje tegen het parvovirus zou hij dan moeten gekregen hebben.
Andere inentingen In de leeftijd tussen 12 en 16 weken moet de pup een aantal nieuwe inentingen krijgen: tegen hondenziekte, kennelhoest, parvo, lepto-spirose en hondsdolheid. Ontwormen Een hond moet totdat hij 6 maanden oud is, om de 4 weken ontwormd worden. Daarna dient dit opnieuw te gebeuren als hij 1 jaar is en vervolgens minstens 1 x per jaar. Laat dit eventueel samenvallen met de jaarlijkse vaccinaties.
Koop nooit een hondje via de telefoon. Ga altijd zelf bij de fokker of handelaar kijken en gebruik je gezond verstand. * Koop geen hond op de markt. Dat is verboden: Artikel 12 van de wet van 14 augustus 1986 gewijzigd bij de wet van 4 mei 1995 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren verbiedt het verhandelen van honden en katten op de openbare weg, op markten, beurzen, ... * Je kan ook een hond adopteren in het Blauwe Kruis. De prijzen variëren van 85 euro tot 115 euro. * Een pup kan je vanaf de leeftijd van 8 weken mee naar huis nemen. Zorg vooraleer te betalen dat volgende formaliteiten in orde zijn: - vraag om de Sint-Hubertusstamboom mee te krijgen of een geschreven belofte dat, indien die stamboom administratief vertraging oploopt, ze zal worden nagestuurd zonder verdere kosten - zorg dat je een verkoopcontract krijgt met o.a. de exacte vermelding van het ras (bv. dwergpoedel en niet gewoon het woordje poedel), het geslacht van de hond, of hij spe-
“We hebben aandacht, begrip, lichaamsbeweging, hersengymnastiek en goede huisvesting nodig!”
5
De hond en de wet Meerdere honden hebben
Identificatie en registratie
- Voor het houden van minder dan 5 honden heb je geen vergunning nodig.
De hond wordt vaak beschouwd als de beste vriend van de mens. Maar wat als hij plots agressief wordt? Wie is aansprakelijk en hoe kan de verantwoordelijke gevonden worden? Of wat als je trouwe viervoeter wegloopt en de weg naar huis niet meer vindt? Om de zoektocht naar het baasje in goede banen te leiden, is er vanaf 1 september 1998 de verplichte identificatie en registratie voor honden. De wet dient onder andere ook om de handel in honden beter te controleren en om bij eventuele incidenten de eigenaars vlot op te sporen en hun verantwoordelijkheid te laten nemen.
- Als je 5 tot en met 10 volwassen honden hebt, heb je volgens Vlarem een 3de klasse inrichting en moet je dit melden aan het college van burgemeester en schepenen. Dat gebeurt aan de hand van een meldingsformulier. Er is een belasting verschuldigd van 25 euro. Vlarem II legt bovendien voorwaarden op die moeten nageleefd worden o.a. op het vlak van geluid, hygiëne en afval. - Als je meer dan 10 volwassen honden houdt, dien je een milieuvergunning aan te vragen. Dit gebeurt aan de hand van een milieuvergunningsaanvraagformulier. Het college van burgemeester en schepenen heeft 3 maanden tijd om een beslissing te nemen. Er moet een dossiertaks betaald worden en een belasting.
OM WELKE HONDEN GAAT HET ? 1) alle honden die geboren zijn na 1 september 1998 2) alle honden die nà 1 september 1998 van eigenaar veranderen
Bel voor meer inlichtingen naar de dienst Leefmilieu op tel. 050 44 83 44.
Wet op de dierenbescherming Een hond verdient een goede verzorging. Zo bepaalt de wet op de dierenbescherming o.a. dat niemand handelingen mag plegen waardoor een dier omkomt of nutteloos een verminking, letsel of pijn ondergaat. Iedereen die een dier houdt of verzorgt, moet de nodige maatregelen nemen om het dier aangepaste voeding, verzorging en huisvesting te geven. Niemand mag de bewegingsvrijheid van het dier zodanig beperken dat het aan vermijdbare pijnen, leed of letsels is blootgesteld. Wanneer het dier gewoonlijk of voortdurend wordt vastgemaakt of opgesloten, moet het voldoende ruimte en bewegingsvrijheid krijgen. Het is dus echt geen goed idee om een Duitse schaper te houden in een klein appartementje.
Belasting op honden Vroeger bestond er jarenlang een belasting op het hebben van een hond. Maar die belasting is enkele jaren geleden afgeschaft.
“Je kunt je hond laten registreren door middel van een tatoeage in zijn oor.”
6
WANNEER LAAT JE JE HOND REGISTREREN? 1) Je bent de trotse bezitter van een hondje dat bij jou thuis geboren is? Dan moet je de puppy laten registreren voordat het de leeftijd van 4 maanden bereikt heeft. 2) Je hebt een hond, maar je wil hem verkopen of weggeven: als hij nog niet geïdentificeerd is, moet je eerst zijn ‘identiteitskaart’ laten opmaken, ongeacht de leeftijd van de hond. 3) Je koopt of krijgt een hond: ga eerst na of hij geregistreerd is en zorg dat je het identificatie- en registratiedocument meekrijgt.
HOE LAAT JE JOUW HOND IDENTIFICEREN? Als eigenaar van een gewone hond heb je de keuze uit twee methodes: - Je kan de hond laten tatoeëren. Wend je daartoe tot een dierenarts. Of contacteer de Kynologische Maatschappij VOE vzw, Bollewerpstraat 119, in 8770 Ingelmunster. Deze vereniging is daartoe erkend en komt de tatoeage ter plaatse uitvoeren na afspraak op tel. 051 31 05 31 of via mail:
[email protected] - Je kan een microchip laten inplanten. Als je kiest voor deze methode kan je enkel terecht bij een dierenarts. De persoon die de identificatie van jouw hond heeft uitgevoerd (tatoeëerder of dierenarts), zal de nodige documenten opsturen naar de Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden (BVIRH). Jij als eigenaar hoeft dus niets te ondernemen. Maximaal drie weken na de identificatie van jouw hond moet je per post een document ontvangen dat geldt als bewijs van de identificatie en registratie.Dit document bevat alle gegevens over jou en jouw hond. Deze ‘identiteitskaart’ van jouw trouwe viervoeter dien je zorgvuldig te bewaren.
HOEVEEL KOST ZO’N HONDENPASPOORT? - 12,50 euro voor een hond die voor de eerste keer wordt geïdentificeerd. Dit bedrag wordt aan de BVIRH betaald door de persoon die de identificatie verricht en dus door de tatoëerder of dierenarts doorgerekend aan de hondeneigenaar. - 5 euro voor de registratie van een hond die al voor 1 september 1998 werd geïdentificeerd maar die nog niet geregistreerd is bij de B.V.I.R.H. Dat is verplicht als je verhuist of als je de hond weggeeft of verkoopt.
Let wel, in dit bedrag zit niet het inplanten van de microchip of de tatoeage. De bedragen hiervoor verschillen van dierenarts tot dierenarts. Geraak je het paspoort van je hond kwijt, dan kan je een nieuw aanvragen mits betaling van 5 euro aan de BVIRH.
WANNEER MOET JE NIETS TE DOEN? Als de hond was al voor 1 september 1998 geïdentificeerd werd, hoef je niets te doen, tenzij je verhuist, het beestje weggeeft of verkoopt. In dat geval moet je alle gegevens (jouw gegevens + de gegevens van jouw hond + het identificatienummer) opsturen naar de BVIRH. Binnen de drie weken krijg je dan de identiteitskaart toegestuurd na betaling van 5 euro.
WAT BIJ VERKOOP, VERHUIS OF OVERLIJDEN? *Verkopen van een hond Wanneer de hond nog niet officieel geïdentificeerd en geregistreerd is, en dus niet over een identificatie- en registratiedocument beschikt, mag hij niet zomaar van eigenaar veranderen. Zorg dan eerst voor zo’n document. De identiteitskaart van jouw viervoeter bevat twee luiken. Als je de hond verkoopt, moet je als eigenaar het bovenste luik van het document aan de koper bezorgen en het onderste luik invullen met de gegevens van de koper. Dit stuur je dan op naar de BVIRH. De nieuwe eigenaar moet binnen de drie weken een nieuw identificatie- en registratiedocument met zijn gegevens ontvangen. * Verhuizen, ja maar ... Wanneer je verhuist, stuur je als eigenaar het onderste deel van het document naar de BVIRH. Ook hier zal je binnen de drie weken een nieuw document moeten ontvangen waarop jouw nieuwe gegevens vermeld staan. * Bij een overlijden Als je trouwe vriend komt te overlijden, stuur je ook het onderste deel van het document naar de BVIRH met de vermelding van de overlijdensdatum.Wanneer je jouw hond al liet identificeren voor 1 september 1998 en je dus niet beschikt over een identificatie- en registratiedocument, stuur je enkel een brief naar de BVIRH met vermelding van jouw gegevens (naam, adres, identificatienummer van jouw hond) en de overlijdensdatum.
7
OP VAKANTIE MET DE HOND NIET ZONDER PASPOORT! Sinds 1 oktober 2004 moet je een Europees paspoort hebben als je met je hond op reis gaat buiten België. Eigenaars die hun Hond na 7 juni 2004 lieten/laten identificeren, kregen/krijgen het paspoort automatisch. Wie zijn hond voor 7 juni 2004 liet registreren, kan een internationaal paspoort aanvragen bij de BVIRH tegen betaling van 5 euro.
NOG VRAGEN? Ministerie van Middenstand en Landbouw Bestuur voor Dierengezondheid en de Kwaliteit van Dierlijke Producten (DG5) – Veterinaire diensten Simon Bolivarlaan 30 - 1000 Brussel tel. 02 208 36 15 – fax 02 208 36 12 www.cmlag.fgov.be Ministerie van Middenstand en Landbouw Veterinaire dienst Hoogstraat 9 - 8000 Brugge tel. 050 33 77 95 – fax 050 34 60 70 Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden (BVIRH) Postbus 168 - 1060 Brussel tel. 070 22 24 45 – fax 070 22 24 46 www.abiec-bvirh.be
[email protected]
“Een hond is niet gediend met al te hoge temperaturen.”
8
Gevaren voor honden: warm weer en giftige planten Hoewel veel honden het heerlijk vinden om binnen of buiten in de zon te liggen, kan warmte ze in gevaar brengen en zelfs doden. Ook planten kunnen een hond ziek doen worden.
De warmte als vijand
TIPS BIJ WARM OF ZONNIG WEER
HONDEN TRANSPIREREN NIET
* Laat je hond nooit lange tijd in de zon of in de warmte (dus ook niet in de auto) zitten of liggen. Hij moet altijd de mogelijkheid hebben om een koele plek op te zoeken. Zorg voor fris drinkwater. Beperk zijn lichaamsbeweging. Laat hem niet te uitbundig ravotten, of te lang achter een bal of stok aanrennen.
Een hond kan niet transpireren als een mens. Hij heeft vrijwel geen zweetklieren. Warmte kan hij alleen afvoeren langs zijn tong (door te hijgen) en zijn voetzolen. Hij is dus niet gediend met al te hoge temperaturen. Te veel zon kan een zonnesteek veroorzaken, te grote hitte kan tot coma of zelfs de dood leiden.
HONDEN DRAGEN GEEN SCHOENEN Vele hondenliefhebbers denken bij warm of zonnig weer zichzelf en hun hond een plezier te doen door eens lekker te gaan fietsen en de viervoeter naast de fiets te laten draven. Niet alleen kan dit snel leiden tot een onverantwoorde stijging van de lichaamstemperatuur van de hond, maar het warme asfalt, steen of beton is ook nog op een andere manier funest. De voetzolen dienen net zoals de tong voor het afvoeren van warmte. Deze zijn bij warm weer dan ook altijd vochtig. Wanneer een hond dan over een warm wegdek loopt, krijgt hij heel snel blaren, die pijnlijk zijn en dagenlang kunnen blijven. Als je de hond over een grotere afstand wil laten lopen, doe dat dan niet op een warm wegdek, maar liever op gras.
DE AUTO ALS BROEIKAS Het achterlaten van een hond in een auto bij warm of zonnig weer kan rampzalige gevolgen hebben. Zelfs als de auto in de schaduw staat en de ramen enigszins geopend zijn, wordt het binnen al gauw ondraaglijk warm en benauwd. Staat de auto in de volle zon, dan is het snel gebeurd: de temperatuur kan dan gemakkelijk oplopen tot 50 à 60 °C. Je hond zit dan levend opgesloten in een broeikas. Hijgen zal onvoldoende zijn om af te koelen en al snel zal zijn lichaamstemperatuur stijgen tot een gevaarlijke hoogte. Hij zal uiteindelijk bewusteloos geraken. Als tijdig wordt ingegrepen kan hij het overleven, maar het gevaar bestaat dan dat hij schade aan hersenen of nieren heeft opgelopen.
EERSTE HULP Wanneer je een hond aantreft die als gevolg van hitte versuft of bewusteloos is, moet je hem zo snel mogelijk proberen af te koelen. * Neem je hond niet mee naar het strand of een recreatieterrein, tenzij hij daar op een beschaduwde plaats kan liggen, regelmatig in het water kan afkoelen en over fris drinkwater beschikt. * Net als een mens heeft een oudere hond nog meer te lijden van warmte dan zijn jongere soortgenoten. Hou je bejaarde Bijou, Astra of Lassie op warme dagen dus lekker koel. * Neem je hond liever niet mee naar zuidelijke streken. Urenlange ritten in warme auto’s en tropische temperaturen zijn een kwelling voor je huisdier. Bovendien lopen ze vooral in het Middelandse Zeegebied het risico besmet te geraken met een gevaarlijke ziekte. De plaatselijke honden zijn vaak wel tegen deze ziekten bestand, maar onze honden echt niet ! * Wees voorzichtig met sloten en vijvers waar je hond graag in zwemt. Als je dode watervogels of vissen ziet, moet je voorkomen dat hij in het water gaat of ervan drinkt. Bovendien moet je altijd zorgen dat je hond is ingeënt tegen de ziekte van Weil (leptospirosis of ook wel rattenziekte genoemd). Deze ziekte wordt vooral via stilstaand water verspreid.
Verplaats hem dan naar een koele plek en giet koud water over hem, of bedek hem met een natte doek (niet te lang, want anders kan hij onderkoeld raken). Als hij dit ‘avontuur’ overleeft, laat hem dan in ieder geval onderzoeken door een dierenarts, voor het geval hij een beschadiging aan de inwendige organen zou hebben opgelopen. Symptomen hiervan kunnen zich voordoen in de vorm van niet-eten, braken en diarree.
9
Giftige planten Heel wat planten zijn giftig voor honden. Enkele voorbeelden van giftige planten zijn tabaksierplant, kerstroos, meiklokje, hyacint, narcis, aronskelk, monnikskap, taxus ... Als je ziet dat je hond giftige planten eet of net heeft gegeten, laat hem dan onmiddellijk braken. Je kan dat doen door een lepel zout achter in zijn keel te gooien. Maar doe dat niet wanneer hij bewusteloos is. Een bewusteloos dier mag je absoluut niet doen braken en geen vloeistof in de keel gieten. Meteen naar de dierenarts hollen is de boodschap. Onderschat de nare gevolgen niet. Vele planten veroorzaken pas na wat langere tijd ziekteverschijnselen en dan kan ook de dierenarts er vaak niets meer aan doen. Nog enkele raadgevingen voordat je naar de dierenarts snelt: * probeer de naam te kennen van de plant waarvan de hond gegeten heeft of neem de plant mee * probeer te weten welk deel van de plant opgegeten is (bv. blad, bloem, bes ...), hoe het contact geweest is (bv. door opeten of door contact met de huid) * breng eventueel geproduceerd braaksel of uitwerpselen mee.
LIJST VAN GEVAARLIJKE PLANTEN
Andere gevaren
* aronskelkfamilie: hiertoe behoren de dieffenbachia, de aronskelken en de slangenwortel. Symptomen: hevige huidirritaties, brandend gevoel van de mondslijmhuid, moeilijk ademhalen en slikken. Deze verschijnselen kunnen wel tot een week na het binnenkrijgen van de plant aanhouden.
Laat nooit je vuilniszak in de tuin staan, want honden die zich vervelen durven de zak stukbijten en een deel van de inhoud verorberen. Dat kan rampzalig zijn als je er schoonmaakmiddelen of slaaptabletten in stopte.
* leliefamilie: hyacinten, lelies, tulpen, herfststijloos en aspidistra (potplanten), lelietjes-vandalen, salomonszegel, prei, asperge, bieslook, ui, sjalotten. Symptomen: hevige maag- en darmkrampen * maagdenpalmfamilie: alle oleandersoorten, zeer giftig. Symptomen: maagpijn, kolieken, hartklachten, verlaagde bloeddruk, krampen; tenslotte coma en hartstilstand. * nachtschadefamilie: rauwe aardappels en aardappelloof, tomatenplanten, bitterzoet, boksdoom, doomappel, capsicum, petunia, tabaksplant, zwarte nachtschade, oranje appelboompje, lampionplantje. Symptomen: maag-/darmontsteking, apathie, toenemende algemene verzwakking, coma. * narcissenfamilie: alle narcissoorten, sneeuwklokje, amaryllis, clivia, agave. Symptomen: ernstige maag-/darmontsteking, gepaard gaand met heftige krampen.
10
* wolfsmelkfamilie: het melksap van alle soorten is giftig, van sommige tropische planten zelfs dodelijk. Tot deze familie behoren de kerstster, het palmboompje of de buxus, de wonderboom met z’n wonderbonen die ricinusolie bevatten en de gatenplant of philodendron. Symptomen: hevig braken, diarree, bewustzijnsstoringen die tot de dood kunnen leiden, soms zelfs nog na weken tot maanden. * losse planten/bloemen: anjer, azalea, boterbloem, laurier, rhodondendron (tranende ogen, hevige slijmvloed uit de neus, braken, verlaagde bloeddruk, krampen, verlammingen en tenslotte de dood), berenklauw, blauwe regen, gouden regen, hortensia, mistel, maretak, monnikskap, naaldbomen (zowel de naalden zelf als het water waarin naalden liggen; de olie in de naalden veroorzaakt hevig braken en diarree), nieskruid, primula, rabarber, ridderspoor, taxus en vingerhoedskruid of digitalis (dat hevige hartkloppingen veroorzaakt). Bron: Vakblad DIBEVO zie ook: www.vvd-dierenkliniek.be Kijk daarbij in het menu onder de rubriek medische info naar giftige planten voor hond en kat. Meer info: Antigifcentrum: 070 245 245
Let op met landbouwvergif, sproeistoffen tegen ongedierte, rattenvergif. Hou je een barbecue, hou dan de hond op afstand, want de ongevallen zijn legio: stokjes die ze opeten en die hun darmen kunnen perforeren, brandwonden, massale hoeveelheid voedsel die ze van gasten krijgen en die indigesties veroorzaken.
“ Heel wat planten zijn giftig voor honden”.
Kind en hond Kinderen en honden kunnen elkaars beste vrienden zijn. Bovendien blijkt uit onderzoek dat het hebben van en zorgen voor een huisdier goed is voor de ontwikkeling van een kind. Maar kinderen zijn ook vaak het slachtoffer van hondenbeten.
3 grote misverstanden
NIET DOEN
*“Hij ziet er zo lief uit” Elke hond kan bijten, of hij nu groot of klein is, zwart of wit, met of zonder staart. Een grote vervaarlijk uitziende hond kan heel lief zijn, een klein knuffelhondje kan heel venijnig uithalen en andersom.
* de hond wegsturen als het kind aandacht krijgt * op de hond mopperen als hij belangstelling voor het kind toont * de hond pas leren op zijn plaats te blijven als het kind al in huis is
* “Hij kwispelt met zijn staart” Het grootste misverstand in de wereld is dat een hond die kwispelt altijd blij is. Kwispelen ziet er heel leuk uit, maar kan verschillende dingen betekenen zoals: “hallo, wat tof dat jij er bent”, of “pas op, dit is mijn terrein, ik ben hier de baas”, maar ook “ga alsjeblieft weg!”
WEL DOEN
* “We hebben zelf ook een hond” Veel mensen denken dat een andere hond hun kind niet zal bijten, omdat ze thuis ook een hond hebben. De hond die bij de supermarkt op zijn baas zit te wachten, heeft hier geen boodschap aan. Als hij geen zin heeft om geaaid te worden, dan doet het er niet toe of je zelf een hond hebt of niet.
Een hond is geen speelgoed Kinderen zijn zo dol op honden, dat ze dingen doen die een hond niet echt prettig vindt. Plotseling aaien, om zijn nek hangen, aan zijn staart trekken, speeltjes afpakken: het lijkt allemaal onschuldig, maar vele honden stellen het niet op prijs. Een hond die dan (volstrekt logisch) waarschuwend gromt, wordt door het kind niet begrepen. Doordat het hoofdje van een kind precies ter hoogte van een hondenbek zit, is een onverhoopte beet meestal goed raak. Kinderen moeten leren dat een hond geen speelgoed is. Een paar regels voor een goede omgang tussen kind en hond zijn dan ook geen overbodige luxe.
* geef de hond aandacht of iets lekkers terwijl het kind erbij is * geef hem bijvoorbeeld iets lekkers als je de baby voedt * of neem hem mee als je met de kinderwagen weggaat
Leer het kind om de hond te respecteren Honden leven al jarenlang samen met mensen, maar hun gedrag wordt voor een deel bepaald door oerinstincten. Eten en een veilige ligplaats zijn zó belangrijk om te overleven, dat een hond alles op alles zal zetten om deze te krijgen en te houden. Kinderen hebben hier geen enkel benul van, en stoppen soms gezellig hun hoofd in de voerbak om “mee te eten met ... ” of kruipen in zijn mand om hem welterusten te wensen. Gelukkig zijn er heel veel honden die zich hier niets van aantrekken, maar er zijn er ook die dit soort acties zeer bedreigend vinden. Ze hebben dan geen andere keus dan waarschuwend te grommen. En als dat niet helpt zouden ze durven bijten.
Zorg dat de hond het kind leuk vindt Kinderen moeten met honden leren omgaan, maar honden moeten ook leren dat een kind in huis (bijvoorbeeld een pasgeboren baby) alleen maar een hele leuke aanwinst is. Als de hond stelselmatig wordt buitengesloten wanneer de baby wordt opgevoed, of op zijn kop krijgt als hij aan het kind snuffelt, zal hij het fenomeen ‘kind’ al snel gaan associëren met rottigheid.
11
NIET DOEN * * * * * * * *
het kind naar de hond laten lopen of kruipen, zeker niet als die in zijn mand ligt het kind zich laten bemoeien met een hond die aan het eten is, of een speeltje of kluif heeft kinderen hard laten schreeuwen en rennen in de buurt van een hond kinderen over de grond laten kruipen in de buurt van een hond het kind de hond laten aanstaren (dat vindt hij soms bedreigend) de kinderen alleen met de hond de straat op sturen het kind over de nek van de hond laten hangen het kind de hond opdrachten laten geven
WEL DOEN * de hond naar het kind toe laten komen om iets leuks te gaan doen * het (iets oudere) kind de hond uit de hand laten voeren, tenzij de hond ‘baknijd’ heeft of erg gespannen is tijdens het eten * kinderen met de hond laten spelen * het kind langs de hond heen laten kijken * de hond en de kinderen samen mee uit nemen voor een leuke wandeling
Pas op met vreemde honden Laat je kind niet zomaar elke hond aaien die hij tegenkomt. Er zijn honden die zich daardoor bedreigd voelen. Een kwart van de bijtongelukken wordt veroorzaakt door vreemde honden.
NIET DOEN * een kind een vreemde hond laten aaien * een kind bang maken voor honden * het kind laten gillen of wegrennen als een hond aankomt. Hoe harder het gilt of rent, hoe interessanter een hond het kind zal vinden. * het kind met zijn handjes naar de hond laten slaan
WEL DOEN * leer je kind 3 regels voor het aaien van honden: 1) Eerst aan papa of mama vragen of het mag (en als die er niet is: niet aaien!) 2) Dan aan de baas van de hond vragen (en als die er niet is: niet aaien!) 3) Als beiden zeggen dat het mag, moet je het aan de hond vragen: steek voorzichtig je hand uit en kijk of de hond naar je toekomt. Zo neen, dan heeft hij er geen zin in en moet je hem met rust laten. Zo ja, kriebel hem dan rustig ONDER zijn kin of borst. Aai hem niet over zijn kop. De meeste honden vinden dat helemaal niet leuk. * leer een (bang) kind rustig stil te staan als er een hond aankomt, en leer hem/haar de andere kant op te kijken
12
Over last van hondenpoep Een boodschap met een staartje aan Vroeg of laat schrikt iedereen wel eens op door een onwelriekende geur die zich van onder de schoenzolen verspreidt. Al kost het veel moeite om alle sporen van het goedje te verwijderen, je kan het de ‘dader’ niet verwijten. Een hond bekommert zich niet om de netheid van de straat, maar de mens wel. Hondenpoep op straat, op grasvelden, in de speeltuin en op andere plekken, zorgt ervoor dat mensen een hekel krijgen aan het meest trouwe huisdier ter wereld. Ten onrechte!
Samen werken aan een net straatbeeld Het eerste wat opvalt als je een stad binnenkomt, is het uitzicht van de straten, pleinen en parken. Het is een beeld dat bijblijft, in positieve of negatieve zin. Dagelijks zijn tientallen personeelsleden van de stad in de weer om de straten, pleintjes en parken te onderhouden, om afvalmandjes te ledigen, om na de diverse markten de marktplaats te reinigen ... Maar niet alleen deze mensen zijn verantwoordelijk voor het straatbeeld: iedereen kan daar zijn steentje toe bijdragen. Nog te vaak zie je mensen papiertjes of blikjes op de grond gooien, zelfs al staat er in de buurt een afvalmand.
De lange strijd tegen de hondenpoepvervuiling Bewust van het probleem ondernam het stadsbestuur allerlei acties om de vervuiling door hondenpoep tegen te gaan. In 1988 nam ze een politieverordening aan, die bepaalt dat honden hun gevoeg moeten doen in de straatgreppel, liefst zo dicht mogelijk bij een rioolput. Ondertussen zocht ze ook naar andere oplossingen, zoals bv. hondentoiletten. Maar het mocht niet baten. Hondenpoep bleef nadrukkelijk aanwezig in het straatbeeld. Daarom opteerde de Stad uiteindelijk voor een strengere aanpak. Op 23 april 1996 keurde de gemeenteraad een nieuwe politieverordening goed, die nog steeds van kracht is. Daarin staat dat hondenbezitters altijd een plastic zakje moeten bij zich hebben om de hondenpoep op te ruimen.
Waar mag de hond zijn ‘zaakje’ niet deponeren? Hondenpoep hoort niet thuis: * in de duinen, op het strand en de zeedijk * in parken en plantsoenen * op andermans eigendom * op de openbare weg en het openbaar domein * op voetpaden en wandelwegen. Op al deze plaatsen moet de eigenaar van een hond altijd in het bezit zijn van een plastic zakje, ook al heeft de hond geen ‘pakje’ achtergelaten. Wanneer de hondenbezitter op vraag van de politie geen plastic zakje kan tonen, kan hij/zij beboet worden. Hierop geldt maar een uitzondering: blinden en personen met een handicap die op stap zijn met een geleidehond zijn niet verplicht om zo’n zakje te gebruiken.
Een kwestie van gezond verstand Vanuit hygiënisch oogpunt zijn uitwerpselen niet zonder gevaar. Ze trekken allerlei insecten aan, wat niet bevorderlijk is voor de volksgezondheid.
DAAROM: Gebruik een zakje ... Wanneer de hond ergens zijn ‘overtollig gewicht’ achterlaat, moet zijn baasje dit altijd opruimen met behulp van een plastic zakje en deponeren in een afvalmandje. ... of leg geld in het bakje
De meeste hondenbezitters houden zich aan de regels, maar het is misschien wel goed eraan te herinneren dat die regels bindend zijn. Hondenbezitters die hun huisdier om het even waar uitwerpselen laten deponeren, kunnen onmiddellijk bestraft worden. Ook de hondeneigenaars die geen plastic zakje bij zich hebben, kunnen hiervoor een boete krijgen.
13
Hondenpoepzakjes te koop
AANLEREN BIJ VOLWASSEN HONDEN
Indien je over geen plastic zakjes beschikt, kan je er kopen. De Stad verkoopt hondenpoepzakjes tegen aankoopprijs (momenteel 100 zakjes voor 3,50 euro). Je kan ze aankopen in de gemeentelijke verkooppunten van vuilniszakken (bureaus gemeenteafdelingen, dienst Leefmilieu, dienst Bevolking).
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, kan een volwassen hond nog van alles leren. Als je hem uitlaat, loop dan zo snel mogelijk naar de geschikte plek, zodat hij niet de kans krijgt om onderweg zelf een ander plekje te zoeken. Probeer ondertussen zijn aandacht vast te houden, eventueel met een leuk speeltje.
Hondentoiletten Hondentoiletten zijn er op het Sint-Annaplein, in de Annuntiatenstraat en in de Baliestraat. Daar ben je niet verplicht om de hondenpoep op te rapen en in een zakje te doen.
Oude honden kunnen soms moeite hebben met het ophouden van hun behoefte. Hou daarmee rekening en ga wat vaker naar de uitlaatplek.Over last van hondenpoep
Aanleren hondenpoepgedrag STRAFFEN HELPT NIET Niet pluis is een hondendrol in huis. Gelukkig is een hond niet dom en kan je hem leren om zijn gevoeg te doen op een plek waar je het makkelijk kan opruimen. Wat je ook doet, straf de hond nooit voor ongelukjes binnenshuis of buitenshuis. De hond zal hierdoor alleen leren dat zijn behoefte doen ‘straf’ betekent, en vervolgens zoveel mogelijk zorgen dat hij iets doet als je niet kijkt. De theorie dat je een hond met zijn neus door zijn eigen ontlasting moet halen is helemaal uit den boze. De hond leert daar echt niets van, behalve dat hij zijn eigen baas geen 100 % kan vertrouwen. Leer de hond op een positieve manier op welke plek hij zijn behoefte mag doen.
AANLEREN BIJ PUPS Iedere pup moet na het slapen, spelen en eten altijd plassen en misschien ook wel meer. Dat is dan ook het meest geschikte moment om hem te leren op een vaste plek zijn gevoeg te doen. Als hij geslapen, gegeten of gespeeld heeft, doe hem dan zijn halsband en riem om, pak hem op en draag hem naar de uitgekozen plek. Zet daar het hondje neer en feliciteer hem van zodra hij daar zijn behoefte heeft gedaan. Door de pup op te tillen treedt de zgn. ‘plasrem’ in werking, zodat je niet moet vrezen dat de hond zijn gevoeg over jouw kleren zal laten lopen. Ga na de gedane boodschap niet meteen naar huis, maar speel eerst even met de pup. Hij zal anders snel in de gaten krijgen dat ‘behoefte doen’ gelijk staat aan ‘einde uitje, einde pret’, en zal dan leren dat hij zijn uitje kan rekken door zo lang mogelijk niets te doen.
14
“De Stad verkoopt hondenpoepzakjes tegen aankoopprijs.”
Over last van blaffende honden Blaffende honden zijn normaal
WEL DOEN
Blaffen is voor een hond een manier om te communiceren. Bijna alle honden blaffen, de een wat vaker en langer dan de ander. Er zijn rassen die niet kunnen blaffen en er zijn er die juist gefokt zijn om te blaffen, zoals sommige jachthonden.
* de hond met geduld, stapje voor stapje, leren om alleen te zijn. Raadpleeg een goede trainer of een goed boek over opvoeding. * het leven van de hond leuker maken. Buitenshuis met veel beweging en spelletjes, maar ook binnenshuis zijn allerhande activiteiten voor de hond te verzinnen. Bij de dierenspeciaalzaak kan je bijvoorbeeld een bal kopen waar de hond brokjes moet uithalen. Terwijl je koffie zet, kan je zijn favoriete speeltje verstoppen en hem laten zoeken ... Hoe meer jouw hond zijn hersens moet gebruiken, hoe meer hij de tijd dat je er niet bent zal benutten om lekker uit te rusten en te slapen. * zoek bij problemen hulp bij een gedragstherapeut. Deze kan je helpen om de oorzaak van het overmatig blaffen te bepalen en samen met jou op zoek gaan naar een oplossing.
Zolang een hond met mate blaft, wordt het niet als storend ervaren. Veel, langdurig en hard blaffen (of janken) kan leiden tot klachten uit de omgeving.
Hard blaffen of janken is niet normaal De meeste klachten over geluidsoverlast hebben te maken met honden die alleen thuis worden gelaten. Een hond is een groepsdier. Gezelschap is voor hem van vitaal belang. Je kan het hem niet kwalijk nemen wanneer hij op die momenten van zich laat horen. Misschien is hij in paniek, omdat hij zomaar alleen moet achterblijven. Of misschien denkt hij dat hij daardoor de postbode, voorbijgangers en op de duur ook vogels en vliegen kan wegjagen. Alleen thuis blijven moet daarom heel zorgvuldig en stapje per stapje worden aangeleerd.
NIET DOEN * een hond nemen als je hele dagen werkt * een hond nemen als je te weinig tijd hebt om hem de aandacht te geven die hij nodig heeft. Als je ’s ochtends werkt, verwacht dan niet dat de hond ook ’s middags als je thuis bent rustig gaat liggen slapen. Hij wil dan juist leuke dingen doen. * de hond opzadelen met allerlei apparaten zoals anti-blafbanden. Het zijn alleen maar lapmiddelen die de eigenlijke oorzaak niet wegnemen.
“Een hond mag niet los lopen op het openbaar domein.”
15
Over last van loslopende honden TE GEK OM LOS TE LOPEN
UITLOOPSTROOK VOOR HONDEN
Honden hebben beweging nodig. Ze willen rennen, graven, snuffelen en ravotten. Daarom is een dagelijkse uitgebreide wandeling nodig, maar de hond los laten lopen mag niet op het openbaar domein. In de stad wordt een loslopende hond als hinderlijk aanzien. Hij kan het verkeer en zichzelf in gevaar brengen. In het bos mag het ook niet, want door zijn jachtinstinct zou hij wel eens achter joggers of andere wandelaars kunnen hollen. Het stadsbestuur keurde daarom een politieverordening goed.
Op de hondenloopweide op het sportpark van de Gulden Kamer op Sint-Kruis mogen honden wel zonder leiband rondlopen. De hondenweide bevindt zich naast het voetbalterrein van de Cercle Ladies op het einde van het parkeerterrein in de Geralaan. Ze bestaat uit een smalle grasstrook van ongeveer 100 m lang en gemiddeld 10 m breed en is afgesloten met een lage afsluiting van 1 m hoog.
HONDEN AAN DE LEIBAND : WAAR ? Volgens de politieverordening moeten honden aan de leiband gehouden worden op volgende plaatsen: * op de openbare weg * in de duinen, op de zeedijk en op het strand in de zone waar en in de periode wanneer er honden toegelaten zijn * op begraafplaatsen * op het openbaar domein (bv. in het Tillegembos, het Astridpark).
WANNEER IS EEN MUILBAND VERPLICHT ? Wanneer de hond agressief aangelegd is of geneigd is te bijten moet hij een muilband dragen.
ZORG VOOR EEN DEGELIJKE ERFAFSLUITING Als je een tuin hebt, zorg er dan voor dat je hond niet kan ontsnappen. Besteed aandacht aan een goede en degelijke afsluiting, want sommige viervoeters kunnen hoog springen. Aan de onderkant van poortjes, schuttingen en hekken kan je best wat gaas aanbrengen, want kleine hondjes wringen zich door de kleinste openingen.
BEN JE STRAFBAAR ALS JOUW HOND NIET AAN DE LEIBAND LOOPT? Iemand die zijn hond niet aan de leiband houdt, is strafbaar, niet alleen omwille van de bepalingen van de politieverordening, maar ook omwille van artikel 1385 van het Burgerlijk Wetboek, dat luidt: “De eigenaar van een dier, of terwijl hij het in gebruik heeft, diegene die er zich van bedient, is aansprakelijk voor de schade die door het dier is veroorzaakt, hetzij het onder zijn bewaring stond, dan wel verdwaald of ontsnapt was”.
“Een verloren gelopen hond moet altijd eerst gebracht worden naar het dierenasiel van Het Blauwe Kruis”
16
Zwerfhonden
Honden taboe
WAT IS EEN ZWERFHOND ?
WAAR IS EEN HOND NIET TOEGELATEN ?
Elke hond die op zijn eentje rondloopt en geen herkenningsteken draagt, wordt als een zwerfhond beschouwd.
Er zijn een aantal plaatsen die voor een hond taboe zijn en waar je dus met je hond niet mag komen. De redenen hiervoor liggen voor de hand. Die verboden plaatsen zijn: * de speelpleinen * de stedelijke zwembaden * de sportvelden en sporthallen * het strand en de zee: gedeelte tussen havendam en zeedijkterminus (tussen 15 maart en 30 september) * centrale begraafplaats Assebroek
MAG JE EEN ZWERFHOND ONDERDAK GEVEN ? Hoewel er viervoeters zijn die er duidelijk plezier in hebben om eens alleen op stap te kunnen gaan, vinden de meeste honden het maar niks. Met lede ogen kijken ze je smekend aan op zoek naar wat aandacht. De kans bestaat dat jouw hart gaat breken en je de hond in jouw huis wenst op te nemen. Welnu, dat mag niet! Hoe goed jouw bedoelingen ook zijn, een verloren gelopen hond moet altijd eerst gebracht worden naar het dierenasiel van Het Blauwe Kruis, waar het minstens 15 dagen moet verblijven. Alleen op die manier kan het dier zijn oorspronkelijk baasje terugvinden. Je mag de hond persoonlijk brengen naar het dierenasiel of hem laten ophalen door de mensen van de Dierenbescherming: Het Blauwe Kruis - Dierenbescherming vzw Krinkelstraat 4, 8380 Brugge (zijweg van Zeelaan tussen Blauwe Toren en Zeebrugge, ter hoogte van de spoorwegbrug) tel. 050 32 09 66, fax 050 32 38 96 open ma - za: 14 u. - 17.30 u. zon- en feestdagen: gesloten Buiten de openingsuren van het dierenasiel kan je je wenden tot: de Lokale Politie (tel. 050 44 88 44) of de Federale Politie (d.i. de vroegere Rijkswacht) (tel. 050 45 76 11 of 101).
EEN (ZWERF)HOND ADOPTEREN : HOE ? Wanneer je de viervoeter wenst te adopteren, kan je er onmiddellijk een optie op nemen. Indien de eigenaar niet opdaagt, word je na een wachttijd van 15 dagen de nieuwe eigenaar. Voor elke geadopteerde hond rekent het Blauwe Kruis een geringe prijs aan, waarin o.a. de inenting tegen specifieke hondenziektes en een eventuele tatoeage is begrepen. Deze wachttijd van 15 dagen geldt niet voor dieren die vrijwillig werden afgestaan aan het Blauwe Kruis.
HONDEN OOK NIET TOEGELATEN IN VOEDINGSZAKEN Ook in grootwarenhuizen en winkels of lokalen waar etenswaren worden verkocht of bereid zijn honden niet welkom. Dat staat in het koninklijk besluit van 7/2/1997 inzake de algemene voedingsmiddelenhygiene (Belgisch Staatsblad van 25/4/1997). Dit verbod geldt niet voor assistentiehonden (zie verder) en ook niet in lokalen die uitsluitend gebruikt worden voor het verbruik van voedingsmiddelen (zoals bv. cafetaria of restaurant). Voorwaarde is dat de huisdieren geen risico vormen voor besmetting van de eetwaren.
UITZONDERINGEN VOOR ASSISTENTIEHONDEN Assisentiehonden zijn in handelszaken van voedingsmiddelen (bv. beenhouwer, grootwarenhuis) wel toegelaten. Onder assistentiehonden verstaat men: * hulphonden om personen met een motorische handicap hulp te bieden * blindengeleidehonden om personen met een visuele handicap te begeleiden * signaalhonden om personen met een auditieve handicap te assisteren. Wat andere publieke gebouwen (zoals bibliotheken, culturele centra, openbare gebouwen...) betreft is er in België geen enkele wetgeving in verband met de toegankelijkheid voor personen met een hulphond of geleidehond. Gewone honden mogen er over het algemeen niet binnen, maar assistentiehonden wel. Want in oktober 2002 besliste het stadsbestuur dat assistentiehonden toegelaten zijn in alle stedelijke gebouwen die toegankelijk zijn voor het publiek. Om dat duidelijk te maken is aan de toegang van deze gebouwen een sticker aangebracht met het pictogram van een assistentiehond en het onderschrift ‘assistentiehonden welkom’.
17
Sport voor honden De hondenfederatie VOE vzw is officieel erkend door BLOSO en de Vlaamse Gemeenschap en organiseert wedstrijden in de disciplines gehoorzaamheid, agility, doggy-dance en dogfrisbee. Info: Hondenvereniging VOE vzw, Rijksweg 180 bus 5, 3630 Maasmechelen, 089 77 11 89,
[email protected], www.hondenfederatie-voe.be
Hondenclubs en -scholen In hondenclubs kan je allerlei basisvaardigheden leren, zoals in en uit de auto stappen, rustig meelopen, optillen van de hond, borstelen ... Je kan er ook leren inzicht te krijgen in het gedrag van de hond, zodat je beter begrijpt waarom die zich zus of zo gedraagt, waardoor je hem gemakkelijker iets aan of af kan leren. En je kan er meestal ook de hond leren springen en klauteren over toestellen. Men spreekt in dat geval van agility of behendigheid, een discipline waarbij honden tegen de tijd een hindernissenparcours moeten afleggen. Enkele clubs bieden ook flyball aan, waarbij de hond over horden springt om uit een toestel een flyball (soort tennisbal) te halen en ermee terug te keren naar de startlijn. En wie graag loopt met zijn hond, kan deelnemen aan joggingwedstrijden van de Canicross Federatie. De meeste hondenscholen geven ook les aan puppies vanaf 8 weken, wat erg toe te juichen is. Want het is gemakkelijker om meteen goed gedrag aan te leren dan achteraf storend gedrag af te leren. Trouwens, gedrag afleren, kan je niet. Je kan enkel ander gedrag in de plaats aanleren.
VZW HONDENCLUB TEMPELHOF stadssportpark ‘Tempelhof’ in Sint-Pieters info: 050 31 23 25 (mevr. J. Renier) www.hondenclub-tempelhof.be * lesuren op woensdagavond, vrijdagavond en zondagvoormiddag * cursussen voor honden vanaf 8 weken oud * socialisatie en basisopvoeding, basisgehoorzaamheid * voor de meer gevorderden: voorbereiding op wedstrijden en agility “Gedrag afleren, kan je niet. Je kan enkel ander gedrag in de plaats aanleren”
VZW HOND EN GEZEL Oude Ieperweg 28, 8210 Loppem-Zedelgem info: 0473 51 57 08 www.hond-en-gezel.be
[email protected] * lesuren op woensdagavond (agility en gehoorzaamheid), vrijdagavond (agility) en zondagmorgen (puppies vanaf 8 tot 16 weken en gehoorzaamheid)
K-OTIC FLYERS VZW domein ‘Koude Keuken’, terrein in de kwekerij, naast kasteel en speelplein info: tel. 050 38 45 72 of 0479 68 18 61 (voorzitster Carine Harnisfeger, Korte Molenstraat 64, Sint-Andries) www.flyball-brugge.be
18
De vereniging houdt zich enkel bezig met flyball voor balgekke honden vanaf 3 maanden. Vanaf 15 maanden kunnen de honden meedoen aan wedstrijden. * lesuren iedere zaterdag vanaf 12.30 uur
met honden voor de rijkswacht en de politie * ook op aanvraag: reddingswerk met Newfoundlanders en landsheren (= grote zwemhonden die een bootje voorttrekken)
HONDENCLUB ‘SINT-LUTGART’
VZW ALL DOGCENTER ZEEBRUGGE
2 terreinen van 40 x 25 m en een ruime kantine in Zuiderakker 31, 8310 Assebroekinfo: 050 36 42 61 http://users.skynet.be/hondenclubsintlutgart * lesuren op woensdagavond (gehoorzaamheid en agility) en zondagmorgen (puppies, gehoorzaamheid, agility)
Lisseweegse Steenweg 170, Zwankendamme 050 55 01 55 of 0475 77 22 10 www.alldogcenter-dominiquestandaert.net
[email protected] * cursussen voor puppytraining, gehoorzaamheid en wedstrijdtraining op dinsdagavond en zaterdagvoormiddag * ook privé-lessen mogelijk, o.a. voor oplossen van probleemgedrag en het vermijden van ongewenst gedrag
VZW DE JONGE GEZELSCHAPSHOND Robrecht van Vlaanderenlaan 46 8200 Sint-Andries (toegang via ’t Steentje) info: tel. 050 38 06 86 (nr. van hondenclub zelf) www.djg.be * lesuren op dinsdagavond (agility), donderdagavond en zondagmorgen (gehoorzaamheid en puppies van 8 tot 16 maanden)
VLAAMSE CANICROSS FEDERATIE
info: tel. 050 82 53 17 of 0497 700 924 of 0486 447 330 (Wilfried Vermander uit Vanhammelaan 30, 8210 Loppem) www.canicross-info.be www.vlaamsecanicrossfederatie.be * organiseren elk jaar een wedstrijd canicross: soort joggingwedstrijd voor honden en hun begeleider. De hond loopt er niet met een leiband om de hals, maar wel met een harnas dat op zijn borst rust. Hierdoor kan hij vrijer ademen. Wilfried Vermander geeft ook graag informatie over joggen met honden.
AFRICHTINGSCENTRUM ‘DE KRULLEPUT’
Torhoutse Steenweg 603, 8200 Sint-Michiels info: tel. 050 38 19 36 of 0496 98 65 06 (Marcel Bayeul) * lesuren op maandagavond (basis-gehoorzaamheid), woensdagnamiddag en -avond (Belgische ringsport: praktijk voor diensthonden), donderdagavond (basis-gehoorzaamheid en puppies) * ook privaattraining op maandag en donderdag: jachtopleiding, jachttraining, zwemtraining, waterwerkafrichting * ook opleiding in ringwerk (indien er vraag naar is). In dat verband komt ook de NVBK (Nationaal Verbond van Belgische Kynologen) er trainen
19
Wandelen met een hondje van het Blauwe Kruis Wist je dat je tijdens de openingsuren van het Blauwe Kruis (ma - za 14.00 u. - 17.30 u.) met een of meerdere hondjes uit het dierenasiel mag gaan wandelen? Enige voorwaarde is dat je lid moet zijn van het Blauwe Kruis. Dat kost 10 euro voor een heel jaar en voor heel het gezin. In dat bedrag zit o.a. de verzekering voor wanneer je op wandel gaat met de hond. Het wandelen dient te gebeuren op het terrein van het Blauwe Kruis zelf, maar dat is vrij groot.
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER J. Coens, stadssecretaris stadhuis Brugge
SAMENSTELLING : Communicatiedienst in samenwerking met de dienst Leefmilieu
EINDREDACTIE EN LAY-OUT
Nog vragen? Hebt u in deze infowijzer een antwoord kunnen vinden op uw vragen? Indien dat niet het geval is, vernemen wij het graag. Wij kunnen die dan bij de volgende herdruk erin verwerken. Stuur uw suggesties naar de Communicatiedienst (zie adres hiernaast).
Communicatiedienst Burg 11 8000 BRUGGE tel. 050 44 80 00 fax 050 34 35 45
[email protected] open: ma - vr van 8.30 u. tot 12.30 u. en van 14 u. tot 18 u. zaterdag van 9 u. tot 12 u. (uitgezonderd juli en augustus)
FOTO’S stedelijke cel Fotografie Maria Luiza Grymonprez
Onze infowijzers staan ook op www.brugge.be (Bewonersinfo > stedelijk Infocentrum > Publicaties)
infowijzer 20
februari 2010 (800 ex.)