Jaargang 70, no. 10
December 2015
'Wie zijn broosheid omarmt als een pasgeborene in een wieg maakt Gods geboorte mogelijk in een mensenleven' (Francine Carillo)
De Communiteit en het Provinciaal Bestuur van de Congregatie van de Heilige Geest wenst U inspirerende kerstdagen en een gelukkig 2016
1
Verslag Kapittel Provincie Europa (15-21 november 2015) Terwijl in de Brusselse wijk Molenbeek zwaar bewapende commando’s acties uitvoeren en mensen arresteren, begint in een andere wat sjiekere wijk van Brussel het kapittel van de spiritijnse Provincie Europa. Deze bijeenkomst van de twee Regio’s Duitsland en België, welke samen de Provincie Europa vormen, vond plaats in het conferentiecentrum “Maison Notre Dame du Chant d’Oiseau”. Naast de 14 rechthebbende deelnemers waren verder aanwezig Michel Huck als moderator, Belinda Peters en Olaf Derenthal als vertalers en Albert Perrier als secretaris. Aangezien Theo Naus, econoom van de Provincie Europa, en ikzelf, vertegenwoordiger van UCE (Union des Circonscriptions d’Europe), zitting hebben in de Provinciale Raad, maken wij in deze hoedanigheid ook deel uit van het kapittel. Pierre Pochon, Provinciaal van Zwitserland, is als toehoorder aanwezig. Bede Ukwuije, vertegenwoordiger van het Algemeen Bestuur in Rome, sloot zich een dag later bij ons aan. In de loop van de week zullen nog een aantal personen uitgenodigd worden om een bepaald onderwerp te presenteren. Meteen na aankomst op zondagavond komen we samen om de praktische zaken van het kapittel te regelen en daarna drinken we een glaasje op de goede afloop. Op maandagmorgen beginnen we om half 8 met de Lauden. Iedere morgen geeft Jean Pierre Gaillard, als onderdeel van de Lauden, een inleiding op het thema van de dag. Hij doet dat aan de hand van evangelieteksten en van de geschriften van onze Stichters. Dit werd erg gewaardeerd. Vòòr het avondeten om 18.15 uur komen we samen voor de Eucharistie, waarin ook een terugblik op de dag een plek krijgt. De eerste dag werd besteed aan het verslag van de Provinciaal en zijn Raad. In zijn PowerPointpresentatie zei Emeka, de provinciaal: “Na het eerste kapittel van de Circonscriptie Europa in Montana (januari 2010) en de Uitgebreide Raad (november 2012) komen we nu als Provincie samen voor een eerste kapittel. De Circonscriptie is immers Provincie Europa geworden, maar heeft nog dezelfde doelstellingen en oriëntaties ten dienste van de spiritijnse realiteit in Europa. Dit kapittel stelt ons in staat een serieuze evaluatie te maken van de afgelegde weg tot nu toe en na te 2
denken over de uitdagingen, over de sterke en zwakke kanten van de Provincie, maar ook om beleidslijnen uit te zetten voor de komende jaren’. Vanuit de Regio Duitsland werd met enige nadruk de vraag gesteld naar een evaluatie van de structuur van de Provincie en van de rol van de Regioleiders. Sinds het begin in 2010 is duidelijk geworden dat nog niet alles verloopt zoals de Regio’s wensen. Sommige verwachtingen van het begin bleken in de praktijk toch niet haalbaar te zijn. De erfenis en de oude structuren (o.a. huizen, zorg etc.) van de twee Regio’s wegen soms zwaar op de organisatie van de Provincie. Het verwonderde mij dat er regelmatig gesproken werd over de nabije integratie van de provincies Zwitserland en Nederland, alsof dat al een voldongen feit zou zijn. Op de tweede dag stonden de financiën en de solidariteit op de agenda. Theo Naus presenteerde een gedetailleerd financieel verslag van beide Regio’s gezamenlijk. De kapittelanten toonden zich unaniem zeer erkentelijk voor de grote inzet en het vele werk van Theo voor beide Regio’s. Theo maakte van de gelegenheid gebruik om de vergadering aan te sporen zo snel mogelijk een vervanger voor hem te vinden. De financiële situatie van de provincie is fragiel, zowel in Duitsland als in België. De Provincie is financieel afhankelijk van beide Regio’s. Er zal in de komende periode nagedacht moeten worden over zelfvoorzienende middelen die nodig zullen zijn om de continuïteit van de provincie en haar werken te waarborgen, bestaande missionaire projecten draaiende te houden en nieuwe projecten te beginnen. Obstakels waarmee de Provincie te maken heeft zijn o.a. de integratie en consolidatie van de financiën vanwege de juridische en fiscale verschillen in de wetgeving in beide landen en vanwege het feit dat niet alle medebroeders de leefregel naleven. Emeka haakte hierop in door het onderwerp solidariteit ter sprake te brengen. Hij vroeg zich af of we in de provincie in staat zijn om de uitdagingen van een leven in gemeenschap van goederen en van een leven in solidariteit aan te gaan? Kunnen we in onze provincie de financiële solidariteit beleven op een positieve manier in plaats van haar te zien als een beperking? Het gaat toch immers over de trouw aan onze Geloften. Emeka bracht nog een ander aspect in: namelijk de aandacht voor medebroeders die te maken hebben met de druk die hun familie op hen uitoefent, zeker in gevallen als de familie arm is. De familiale solidariteit en de verwachtingen zijn erg groot, zodat de medebroeders, ondanks het feit dat zij religieuzen zijn, zich hier niet aan kunnen onttrekken. Ik moet zeggen, in de kleine groepen werd hier serieus op ingegaan en er zijn enkele aanbevelingen met betrekking tot dit onderwerp geformuleerd. Op de agenda van woensdag stond de Provincie Europa en haar missie. Ieder missionair project kreeg tien minuten de tijd om zich te presenteren. Het was duidelijk dat de invulling van het missionaire aspect op alle plekken een eigen uitdrukking vertoonde, ook al was er zeker sprake van een zekere gemeenschappelijke nestgeur. In de Regio België gaat het om het project Molenbeek (Brussel), dat vooral pastoraal en sociaal gekleurd is, en om Charleroi dat naast een parochie ook bezig is met de opvang en begeleiding van migranten en asielzoekers, drugsverslaafden en prostituees. De Regio Duitsland heeft al jarenlang het project MaZ (Missionar auf Zeit in Stuttgart), een begeleidingsproject voor jongeren die een tijdlang (een tot drie jaar) meeleven en werken met Spiritijnen, in de zin zoals Jongeren en Missie dat in ons land doet. NOTEL in Keulen is een noodslaapverblijf, en bied begeleiding en hulp aan verslaafden en daklozen. Knechtsteden: de basiliek heeft een grote uitstraling binnen de regio, eucharistievieringen (+ 3000 personen per weekend), spiritualiteitcentrum, toerisme. Broich heeft een college met 900 leerlingen. De Aalmoezenier van het college is ook verantwoordelijk voor de Engelstalige gemeenschap die in de kapel bijeenkomt. Rostock is een zeer marxistisch en geseculariseerd milieu, waar vier medebroeders werken in de plaatselijke kerkgemeenschappen en in het territoriale pastoraat. 3
We kregen vandaag bezoek van de vicaris generaal van het bisdom Doornik, Abbé Olivier Frolich en van de bisschop van Antwerpen, Mgr. Bony. Ze wisten allebei het kapittel aan te spreken door de wijze waarop zij hun respectievelijke bisdommen presenteerden. Op een open manier en zeer missionair gewogen. De Internationale communiteit van Charleroi valt onder het bisdom Doornik en er zijn goede relaties met elkaar. De vicaris gaf het belang aan van een religieuze communiteit die de missionaire en sociale aspecten weet te integreren in het parochiepastoraat. Met de bisschop van Antwerpen zijn gesprekken gaande over een nieuw spiritijns missionair project. Beide sprekers hadden duidelijk al de nodige ervaring met priesters en missionarissen uit andere landen en culturen. Het was interessant te horen hoe zij hun buitenlandse missionarissen opvangen en begeleiden. En zoals iedere dag werden we ook vandaag weer in kleine groepjes aan het werk gezet om besluiten, aanbevelingen of oriëntaties te formuleren, vandaag natuurlijk over de missionaire projecten en de internationale en interculturele communiteiten. De huizen van oudere spiritijnen en hun missie kwamen op donderdag ter sprake. De verzorging van oudere medebroeders in België laat volgens mij toch wat te wensen over. De medebroeders van Nijlen zullen waarschijnlijk de stap zetten om in 2016 te verhuizen naar een nieuw verzorgingshuis van de zusters in Berlaar. Maar om die stap te maken hebben ze waarschijnlijk toch nog een duwtje in de rug nodig. Er ligt een voorstel dat zij onze communiteit in Gennep zullen komen bezoeken en dat wij hen in Nijlen een tegenbezoek zullen gaan brengen. In Gentinnes wonen nog 6 oudere medebroeders, praktisch zonder medische voorzieningen voor zorg. Pater Joseph Burggraff, de overste is inmiddels ook al 75 jaar. In Knechtsteden en in Broich zijn echter goede zorg en verpleging voor de oudere medebroeders aanwezig. Wel werd gesteld dat de bezoeken tussen de communiteiten van oudere en van jongere medebroeders gestimuleerd moeten worden. Op donderdag kregen ook Pierre Pochon (Zwitserland) en ik het woord om ons standpunt te geven aangaande een eventuele integratie van onze provincies in de Provincie Europa. Pierre gaf aan dat een toetreding voor zijn provincie op dit moment niet aan de orde is, maar in de toekomst wellicht mogelijk is. In ieder geval de medebroeders van Zwitserland zijn er nu nog niet klaar voor. Nadat ik onze provincie gepresenteerd had, heb ik verwoord wat ons kapittel in de maand mei gezegd heeft. ‘Bij de voorbereiding op een mogelijke toetreding tot de Provincie Europa moeten we weldoordacht en niet overhaast te werk gaan. Belangrijk daarbij is de continuering van de doelstelling van de Provincie Europa met betrekking tot de missionaire projecten, ook door deze zoveel mogelijk ‘zelfstandig’ te maken. Dit moet een beleid zijn gericht op de langere termijn. Dit geeft ook meer zekerheid voor de medebroeders die daarvoor uit het Zuiden worden aangetrokken. Waar mogelijk kan onze provincie expertise aanbieden aan de ontwikkeling van de Provincie Europa’(Kap. Mei ’15). Enkele kapittelanten waren wat teleurgesteld, maar anderen gaven aan dat we een verstandige weg bewandelden. De laatste morgen waren er meerdere korte presentaties van Gerechtigheid, Vrede en Heelheid van de schepping, door Doris Kohncke en Christian Roberti, van VIVAT (Belgie) door zuster Jacqueline, van AEFJN Internationaal door de directeur Chicka, een Nigeriaanse medebroeder. Daarna werden deze onderwerpen in kleine groepen besproken en enkele aanbevelingen voor de toekomst geformuleerd. Tot slot gaf Bede Ukwuije nieuws van het Algemeen Bestuur en moedigde beide Regio’s van deze unieke Provincie aan door te gaan op de ingeslagen weg. Tussen de bedrijven door werd Emeka bijna unaniem herkozen als Provinciaal en bevestigd door de Algemene Overste en zijn Raad. Het was al vanaf het begin duidelijk dat Emeka herkozen zou worden. In de namiddag kwam het moeilijkste, maar wel zeer belangrijke gedeelte van een kapittel: het goedkeuren van de teksten, oriëntaties en besluiten. Maar even na 19 uur was het zover en konden we aan tafel. Daarna gingen Theo en ik op huis aan. De anderen zouden pas zaterdagmorgen na 4
een plechtige afsluitingsceremonie vertrekken. Onderweg naar huis waren we het er met elkaar over eens dat er onder de deelnemers een goede en prettige sfeer heerste. We hadden geen spijt van onze aanwezigheid, al zaten er enkele taaie momenten tussen. Het kapittel heeft ons de gelegenheid gegeven om kennis te maken met medebroeders van beide Regio’s en de doelstellingen van deze unieke provincie en de uiteenlopende situaties beter te begrijpen. Het zal zeker ten goede komen aan onze aanwezigheid en inbreng in de Provinciale Raad. Martin van Moorsel
De Afrikanen hebben mij bekeerd Op de website van de KNR staat onder het hoofdstuk ‘Religieus Leven’ een aantal portretten van gewone en minder gewone religieuzen en wat hen beweegt c.q. bewogen heeft. Een van hen is Harrie Tullemans. Harrie Tullemans (Weert, 1940) is Spiritijn. Hij woont sinds enkele jaren in zijn eentje in een fraaie pastorie tegenover de kerk van Oeffelt, op een steenworp afstand van zijn confraters in het verzorgingshuis te Gennep. Pater Tullemans is wezenlijk gevormd door zijn intensieve contacten met Afrikanen. Bekering Hij herinnert zich zijn eerste kennismaking met Afrika in 1967. Dat betekende een enorme cultuurshock, waarbij hij gebukt ging onder gevoelens van totale verlatenheid. De meegenomen kist met studieboeken kwam niet meer van pas en toen hij na een jaar een boek opensloeg had hij enkel stof in handen, omdat de termieten alles hadden opgevreten. Pater Tullemans: de mensen waren mijn studieboeken geworden. Ik raakte in de ban van dat totaal andere, totaal nieuwe. Je werd een ontdekkingsreiziger in die vreemde cultuur. Dat gebeurt niet van de ene dag op de andere, want je gaat door een proces van vervreemding en ontworteling heen. In Afrika trof hij mensen aan met een diep geloof. Vandaar dat hij zegt: Niet ik heb hen bekeerd, maar zij mij. De Afrikanen die nu in Europa komen vragen ons: wat hebben jullie gedaan met het geloof dat jullie ons gebracht hebben? Afrikanen zijn sterk gericht op de gemeenschap. De sociale verbondenheid is ook gericht op de voorouders. Via de voorouders ben je verbonden met de oerbron van leven. Excommunicatie is in Afrika de grootste straf die een mens kan ondervinden, dan ben je ten dode opgeschreven, want dan ben je afgesneden van de levenskracht en zonder banden met de gemeenschap kun je niet overleven. Wat hij ook waardeert in de Afrikanen is hun vermogen om in het heden te leven. Vandaag het leven vieren, daar gaat het om. Pater Tullemans: Dat is ons niet gegeven. We leven met ons hoofd in de toekomst en met ons hart in het verleden. Veel Afrikanen zijn ook goede psychologen. Ze zijn wel overtuigd van de goede bedoelingen van de missionarissen, maar vinden hen uiterst naïef en het is slim om daar gebruik van te maken. Die mensenkennis is terug te vinden in de populaire dierenverhalen, waarin het ene dier het andere te slim af is. (www.beleven.org/verhalen/thema/anansi) Kenmerkend voor de Anansiverhalen is dat Anansi zijn tegenstanders steeds te slim af is). Wie het onderspit delft fungeert als bron van vermaak. 5
Met lege handen Hij onderscheidt drie periodes in zijn leven, waarin hij Afrika heeft leren kennen. De langste periode was die in Tanzania (28 jaar), hierop volgden vier jaren in Uganda en tenslotte was hij vijf jaar werkzaam in Rotterdam onder Afrikanen en Antillianen. De Tanzaniaanse periode typeert Tullemans als een periode met gevulde handen: Ik had het gevoel dat ik veel kon doen voor mensen. Ik heb veel gebouwd, uitgedeeld en er containers met spullen heen vervoerd, van timmergereedschap, aggregaten tot ziekenhuisuitrustingen. De periode in Uganda was heel anders. Hij werd aangesteld als pastor in het Mulago ziekenhuis en voelde zich volkomen machteloos, met lege handen. De omwenteling leidde tot een verschuiving van prestatie naar presentie. In deze periode schreef hij veel brieven om zijn ervaringen te kunnen delen. Het was onderdeel van een verwerkingsproces. Ondanks dat hij weinig kon doen voor mensen, voelde hij zich in ziekenhuis meer dan ooit tevoren pastor. De brieven zijn later gebundeld onder de titel Tussen twee werelden (uitgave Valkhof Pers). In Rotterdam tenslotte heeft Tullemans Afrika op een bijzondere manier leren kennen in de dubbel ontwortelde mensen. Tullemans: Ze waren los van de traditionele Afrikaanse gemeenschap, de eigen religieuze en culturele wortels, maar ook los van het Christendom, zoals ze dat in Afrika hadden leren kennen. Het is niet moeilijk te begrijpen waarom Afrikanen in hun zoektocht naar geborgenheid en levenskracht, zo gemakkelijk bij de Pinksterbeweging uitkomen. Respect In tegenstelling tot de vorige generaties van kolonisten was het voor pater Tullemans en zijn medemissionarissen vanzelfsprekend om de taal van binnenuit te leren. Dat betekent dat je moet leren denken vanuit een andere cultuur, om te weten wat zij belangrijk vinden, waar hun prioriteiten liggen. Het Kiswahili is een Afro-Arabische taal en om die reden heeft Tullemans ook nog Arabisch geleerd om dieper in de mentale wereld van Afrikanen door te kunnen dringen. Later in Uganda kwam hij terecht bij een andere stam met een andere taal, dus leerde hij Luganda. Teneinde met dove kinderen te kunnen werken leerde hij de Oegandese gebarentaal en nog weer later, tijdens zijn periode in Rotterdam, leerde hij Papiamento om met Antillianen te kunnen communiceren. Tullemans: in Rotterdam leerde ik ook nog de taal van de jeugd. Verrijking Afrika heeft van Tullemans een rijker mens gemaakt. De gastvrijheid verandert jou: elke ontmoeting met iemand uit een andere cultuur verandert jou. Je gaat door de ogen van de ander naar jezelf kijken. Dat heeft veel zelfkennis opgeleverd. Wat blijft is de behoefte aan menselijk contact en aan zingeving. Kijk maar naar de miljoenen mensen van de Wereldjongerendagen. Zij weten zich deel van één grote wereld. Heden ten dage wordt hoog opgegeven over digitale communicatie, maar er gaat toch niets boven de lichamelijke nabijheid. Elkaar in de ogen kijken, elkaar aanraken, de reuk van de ander gewaarworden, geraakt worden of ontroerd, iets delen met elkaar, de uitgebreide begroeting, de troostende aanwezigheid wanneer iemand verdriet heeft, de vonk die overslaat. Dat is onvervangbaar. Op de vraag wat hij van Afrika heeft geleerd is het antwoord: Alles. Afrika heeft mij geleerd hoe naar mensen te luisteren. Afrika heeft mij geleerd van mensen te houden of ze nu groen, geel of paars zijn. Zoals onze stichter Libermann ons voorhield: nègre avec les nègres. Als mens tussen de mensen is jouw blijdschap mijn blijdschap, jouw verdriet mijn verdriet. Afrika heeft mij geleerd dat de mens belangrijk is, en niet of hij zich Katholiek, protestant, moslim of boeddhist noemt, want dat is enkel een jas, die je aan- of uit kunt trekken. Afrika zit in mijn bloed. Veel van mijn ervaringen kan ik nu gebruiken in de verkondiging. Bijvoorbeeld mijn ervaring met de Massai. Dat is een herdersvolk, dat zich insmeert met schapenvet, zodat ze precies zo ruiken als hun kudde. 6
Presentie De overgang naar Nederland was niet eenvoudig. Tullemans: Het geloof is geïsoleerd geraakt, het heeft weinig meer met ‘gemeenschap’ te maken. De privacy is heilig, mensen wonen dicht op elkaar, maar hebben niets met elkaar. Ujamaa is voor Afrikanen onontbeerlijk. Excommunicatie is het ergste wat iemand kan overkomen, want dan ben je afgesneden van de levenskracht. En hier in Nederland schrijven mensen zich vrijwillig uit omdat de paus iets fouts heeft gezegd of vanwege het misbruik door enkele pastores. Uitschrijven is een loos gebaar, want ze hebben niks meer met het geloof. De pastoor en de kerk zijn karikaturen geworden. Daar moest ik doorheen. Voor Tullemans is het wekelijkse kerkbezoek al lang geen graadmeter meer voor de vitaliteit van een gemeenschap. Hij legt het accent op de kruispunten van het leven, want daar wordt gemeenschap gevormd: Het zijn de kruispunten van leven, waarop mensen behoefte hebben aan zinduiding en helende rituelen. Mensen vieren wanneer er iets te vieren of te herdenken valt. Op drie kruispunten van leven komen mensen in groten getale samen: bij de doop, het volwassen worden en het afscheid. Meebewegen met de gemeenschap is zijn devies: Je bezoekt handwerkgroepen en houdt samen met de archivaris het dorpsarchief bij. Je begeleidt vormsel- en communiewerkgroepen. Je doet mee met Maasheggenvlechten, je bezoekt zieke dorpsgenoten in het Maasziekenhuis en de verzorgingshuizen St. Anna, Madaleine en Norbertus in Gennep. Naast het bijstaan van stervende mensen, is de begeleiding van rouwende familieleden belangrijk. ‘Even’ een uitvaart doen, is er niet bij. Naast het parochiewerk blijft Tullemans zich inzetten voor zieken. Hij is pastor voor Oost Afrikaanse patiënten in Dekkerswald, Groesbeek en tolk in het Radboudziekenhuis, Nijmegen. Voorts heeft hij nog vrijwel dagelijks contact met mensen in Tanzania en Uganda. Vorig jaar heeft hij zijn terminaal zieke medebroeder Theo Slaats op zijn reis naar en in Tanzania begeleid: Hij wilde daar sterven, omdat hij bijna 50 jaar daar had gewerkt. Hier zat hij te verpieteren in een verzorgingshuis, daar voelde je wat hij betekende voor de mensen. Reports from Uganda (Berichten uit Oeganda) Observations of missionary Harry Tullemans after 30 years of missionary work, RKK 1998, 30 min In 2002 verscheen het brievenboek Tussen twee werelden, waarin hij zijn belevenissen in Uganda heeft verwoord. Het schrijven van brieven was voor hem een manier om zijn ervaringen te delen en te verwerken. Dictionary of Literary Swahili (2010), Jan Knappert, Leo van Kessel, Frans Wijsen en Harrie Tullemans. Knappert en Van Kessel zijn bijna dertig jaren bezig geweest met het verzamelen van ruim 40.000 woorden uit het literaire Swahili maar stierven voordat ze hun levenswerk konden voltooien. Wijsen en Tullemans completeerden hun werk.
Jarigen in december 2 dec 4 dec 5 dec 7 dec
Toon Gruijters en Charles Eba’a Jules Habets en Trudie Smits Marian Leideritz Toon van Schaik
9 dec 10 dec 16 dec 24 dec 25 dec
7
Piet Loohuis Gerard Hogema en Chris Wiezer Piet Pubben en Frans Wijnen Koos Gordijn Emmanuel Kwame
Uit de communiteit van Berg en Dal De communiteit van Berg en Dal heeft zich in de loop van dit jaar uitgebreid met enkele confraters uit Afrika. Ze willen zich graag aan u voorstellen via Spinet. Wij wensen hen veel succes toe met de studie van onze taal op de Radboud Universiteit in Nijmegen. François Numbi stelt zich voor Mijn naam is François Numbi wa Mbuyu. Ik kom uit Kongolo dat ligt in de vroegere provincie Katanga, in het zuid-oosten van de Democratische Republiek Congo. Mijn studie filosofie heb ik gedaan op het seminarie Daniel Brothier in Libreville in Gabon; het noviciaat heb ik gevolgd in Mbalmayo in Kameroen en voor mijn theologie heb ik gezeten op de Katholieke Universiteit van Centraal Afrika in Kameroen. Mijn eerste geloften heb ik gedaan op 8 september 1998 in Mbalmayo in Kameroen. Ook mijn eeuwige geloften heb ik uitgesproken in Mbalmayo op 15 september 2012. De dag erna, 16 september, ben ik diaken gewijd. Ik ben priester gewijd op 2 augustus 2002 in Kongolo, de plaats waar ik geboren ben. Sinds mijn priesterwijding ben ik alleen maar werkzaam geweest in mijn eigen land en in de spiritijnse circumscriptie van Congo. Ik ben negen jaar pastoor geweest van een parochie; daarna was ik vijf jaar econoom en geestelijk begeleider in ons theologicum in Kolwezi. Na dertien jaar werkzaam geweest te zijn in mijn provincie van oorsprong, wilde ik graag ervaring opdoen in een ander land en een andere taal leren. Ook wilde ik graag kennis maken met een andere cultuur. Zo is het gekomen dat ik een voorstel gedaan heb aan mijn provinciaal en zijn raad om in Nederland te gaan werken. Op dit moment verblijf ik in de communiteit van Berg en Dal waar ik Nederlands leer op de Radboud Universiteit van Nijmegen. Alexis Ndzalouma stelt zich voor Mijn naam is Alexis Ndzalouma. Ik kom uit Congo Brazzaville. Ik heb mijn postulaat gedaan in Brazzaville (2005-2006). De naam van het postulaat was Pater Paul Ondia. Mijn filosofische studies deed ik op het groot-seminarie Pater Daniel Brothier in Libreville, in Gabon (2006-2009). Het noviciaat volgde ik in Mbalmayo , in Kameroen (2009-2010). Mijn eerste geloften deed ik in die plaats op 8 september 2010. Mijn pastorale stage was in Lastoursville in Gabon (2010-2011). Ik studeerde theologie in Dakar, in Senegal, op het Centre Saint Augustin (2011-2014). Op 2 augustus 2014 deed ik mijn eeuwige geloften in de parochie van Onze Lieve Vrouw van Kaap Verdië, in Dakar. Een dag erna ben ik in diezelfde parochie diaken gewijd. Mijn stage als diaken deed ik in Brazzaville in de Heilige Kisito parochie van Makèlèkèlè (2014-2015). Ik ben priester gewijd op 11 juli 2015 in de Onze Lieve Vrouw van de Overwinningen parochie in Brazzaville. Vanwege mijn benoeming bevind ik me in Nederland. Ik verblijf nu in Berg en Dal. Ik leer de Nederlandse taal alvorens naar een parochie te gaan om daar pastoraal werkzaam te zijn. Ik ben in Nederland sinds 10 september 2015.
8
Emmanuel Kwame Tomfiah stelt zich voor Mijn naam is Emmanuel Kwame Tomfiah en ik kom uit Ghana. Ik ben geboren op 25 december 1976 in Nsawam dat ligt op ongeveer 25 km van Accra, de hoofdstad van Ghana. We zijn met zijn vijven in de familie mijn vader en moeder inbegrepen. Ik ben de eerst geborene van de familie en ook de enige jongen. Ik ben ingetreden in de congregatie van de H. Geest in 2003 na drie jaar gewerkt te hebben als afgestudeerd onderwijzer. Na een jaar het postulaat gevolgd te hebben kreeg ik toestemming om door te gaan naar het noviciaat. Dank zij Gods genade heb ik het noviciaatsjaar succesvol afgerond en heb ik mijn eerste professie gedaan op 8 september 2005. Daarna ben ik naar het Spiritan University College gegaan voor mijn filosofische studies die ik met succes heb voltooid in 2008. Hierna kreeg ik een benoeming voor het provincialaat in Ghana om daar mijn pastorale stage te doen. In 2009 na mijn stage werd ik naar Senegal gestuurd om theologie te gaan studeren. Omdat ik toen geen Frans kon spreken, moest ik eerst een taal studie van een jaar doen aan de Cheikh Anta Diop Universiteit. Met de hulp van God en door hard te werken voltooide ik mijn theologische studies met succes in Senegal. Op 7 september 2013 deed ik mijn eeuwige geloften en de dag erna werd ik diaken gewijd. Na mijn diaken wijding werd ik benoemd voor Guinee Konakry voor een pastorale stage. Ik zou hier graag willen opmerken dat al deze jaren van taal studie, theologische studie en pastorale stage als diaken werden gedaan in het gebied van de PANO (Province d’Afrique Nord Ouest). Deze provincie bestaat uit vier landen, te weten Senegal, Mauritanië, Guinee – Bissau en Guinee Conakry. Ik heb vijf jaar doorgebracht in deze provincie en ik heb de gelegenheid gekregen om in twee landen ervan te werken, voornamelijk Senegal en Guinee Conakry. Na een succesvolle afronding van mijn pastorale stage als diaken, ging ik terug naar mijn provincie van oorsprong (Ghana) en werd tot priester gewijd op 9 september 2014 tot de meerdere eer en glorie van God. Na mijn priester wijding benoemde het generalaat mij om in de Europese provincie met name in België te gaan werken. Op het ogenblik ben ik in Nederland, en wel in Berg en Dal, waar ik de Nederlandse taal cursus volg op de Radboud Universiteit. De reden hiervoor is dat de Belgische regio een nieuw project gaat beginnen in Antwerpen en ik maak deel uit van het team voor dit project. Ondanks de moeilijkheden en uitdagingen die ik ondervind met mijn taal studie, geniet ik van mijn verblijf hier. Langzaam ga ik vooruit met mijn taal studie. Ik hoop en bid dat alles goed gaat met me wat betreft mijn verblijf hier en mijn taalstudie A.
Verslag van de Missionaire Werkgroep
15 oktober 2015
“In elke spiritijnse groep”, zo stelde onze medebroeder Marcel Uzoigwe onlangs voor, “moet voortaan iemand ons vertegenwoordigen op maatschappelijk gebied”. Van die persoon of dat groepje verwachten wij dat die ons tot inzet voor rechtvaardigheid brengt, ons helpt vredestichters te zijn, en ook beschermers van ons maakt van wat paus Frans noemt: ‘het gemeenschappelijk huis’. Ons lijfblad Spinet zou een spreekbuis voor deze veelomvattende taak kunnen zijn: voor recht, vrede en natuur. In deze gezamenlijke spiritijnse taak komen steeds nieuwe kanten van de evangelische zaak -van de ‘blijde boodschap’- naar voren. In het lopende jaar 2015 vooral het
9
drama van de vluchtelingen. In het komende jaar 2016 waarschijnlijk het probleem van de gevaarlijke opwarming van de aarde. Beide, zowel de klimaatverandering als de ‘volksverhuizingen’, zijn wereldwijde problemen; en zo ingewikkeld dat je de moed in de schoenen zinkt. Gelukkig is er paus Frans, die met grote kennis van zake en een diepgaande betrokkenheid, beide problemen aanpakt. In zijn rondzendbrief ‘Geprezen zijt Gij!’ zegt hij: “Er bestaan niet twee aparte crisissen, die van het milieu en die van het sociale, wél één enkele en complexe sociale- en milieucrisis. Het zoeken naar oplossingen vereist een integrale benadering, om de armoede te bestrijden, om aan de uitgestotenen hun waardigheid terug te geven en om tegelijk ook voor de natuur te zorgen.”(zie nr. 139 van de encycliek Laudato si) Intussen hebben wij Spiritijnen het voorrecht, een groeiend aantal medebroeders uit Afrika hier in Nederland te mogen ontvangen. Zij zijn in vele opzichten ‘anders’ dan wij, hun andere Nederlandse confraters. Zij helpen ons om ‘lenig van geest’ te blijven; en wij helpen hen om hier in te burgeren: de Nederlandse taal te leren, en zich in te leven in de verschillende opvattingen en gewoonten (bv wat betreft Sinterklaas en zwarte Piet) van ons land. Moge paus Frans hun gids zijn, op de ‘weg van de vrede’. P. Cuijpers Een aanvulling op wat Paul Cuypers schrijft over het ‘anders zijn’ van een nieuwe generatie zielzorgers. We hebben er over gesproken in de laatste bijeenkomst van de Missionaire Werkgroep. Daar werd het artikel besproken Waarom ze “anders” zijn, van Christoph Jacobs (professor Pastorale Psychologie en Sociologie in Paderborn). De nieuwe generatie zielzorgers heeft een totaal andere achtergrond dan de oudere generatie. Wij groeiden op vanuit een katholieke omgeving maar dat is vaak niet het geval bij de huidige generatie. Dat betekent dat ze een heel bewuste keuze maken en die ook vaak moeten verdedigen. De huidige generatie zielzorgers groeit op in een sterk veranderde post-moderne samenleving met eigen, nieuwe ideeën. Ze dragen weer een ‘boordje’, dat voor hen meer een teken van ‘design’ is, terwijl wij besloten hebben geen boord of toog meer te dragen om dichter bij de mensen te staan. Voor velen van ons was het artikel een eye-opener. De nieuwe generatie zielzorgers komt uit een wereld van individualisering en conservatisme. Zij moeten zichzelf waar maken. Kinderen werden vroeger in het gezin gelovig opgevoed en gevormd. Dat is door de globalisering veranderd. Ook de kerk en het geloof. Mensen nemen allerlei dingen over van verschillende culturen en godsdiensten om hun identiteit te vormen. De huidige generatie wil niet meer op de schouders van de oudere generatie staan. Ons referentiekader is van ‘na het concilie’. Toen waren er ook problemen met de generatie van die tijd ! De geschiedenis herhaalt zich, we moeten openstaan voor elkaar. De huidige jonge zielzorgers vormen een minderheid en het gevaar bestaat dat je dan ook verliezer bent. Onze eigen jongeren zeggen dat ze zich ook wel zo voelen, maar geen verliezers zijn omdat ze toch heel goed hun mening kunnen laten horen. Er werden enkele voorbeelden aangehaald van fusies van parochies en kerksluitingen, spanningen tussen jongere en oudere priesters wat soms een wij/zij mentaliteit opriep. Sommige congregaties voelen er niet zo veel voor om nog jongere mensen van buiten hierheen te halen. Gelukkig zijn wij er al zo’n 20 jaar geleden mee begonnen. Het artikel geeft goed weer wat er in Nederland gaande is. Jongere pastores vormen een minderheid en er zijn daarom ook nauwelijks leeftijdgenoten. Dat kan ook een kracht vormen: samen zijn we sterk. Dat kan echter zowel positief uitpakken als negatief. We doen het op onze manier is vaak een reactie van jongeren. De oudere generatie moet wel blijven prikkelen en aandacht besteden aan ons eigen charisma. Het contact tussen jong en oud blijft belangrijk, enerzijds voor de overdracht van kennis waarbij de jongere de oudere helpt ‘lenig van geest’ te 10
blijven anderzijds ook als de oudere generatie moeite heeft om zich in te leven in de wereld van de jongeren om bij hen ook de positieve kanten te ontdekken. Vooral het geloof van jongeren lijkt verdampt te zijn. Toch zie je in contacten met jongeren in je eigen familie hoe er buiten de kerk door hen veel aandacht wordt besteed aan b.v. huwelijksvieringen, crematieplechtigheden enz. Hoe gaan wij ouderen om met deze modernere vormen van ‘geloof’? Oudere generaties verdwijnen en er komen nieuwe voor in de plaats in een post-christelijke samenleving. Kees Bruin
Intercultureel leven, een oproep tot bekering. (Uit de Religieuze Werkgroep, 29 okt. 2015 ) We beleven hectische maanden en weken in een woelige wereld die totaal op hol geslagen lijkt te zijn. Bloedige en onthutsende conflicten en rampen zijn niet langer ver van ons bed maar komen angstig dichtbij, en raken ons in onze onmiddellijke omgeving, zoals de aanslag op vlucht MH 17 waarin bijna 200 landgenoten omkwamen. We zijn in de greep van terroristen, die de wereld gevangen houden in angst en wantrouwen, want overal om ons heen kan het gevaar loeren. Tegelijk is er een vluchtelingenstroom zonder precedent op gang gekomen, ook aan onze eigen grenzen en midden onder ons. Eén ding steekt boven alles uit: de angst voor de vreemdeling, voor een vreemde godsdienst die aan onze samenleving eisen stelt die we als bedreiging ervaren. Er is een roep om onze eigen cultuur en “beschaving” te verdedigen. De multiculturele samenleving waarin veelkleurigheid als een verrijking werd gezien, lijkt verder af dan sinds lange tijd het geval was. Als ik zie hoe heel onze samenleving in een kramp van zelfverdediging lijkt te zijn geschoten maken de lelijke trekken ervan mij bang. Ja: er zijn veel vormen van vrees. Wat is er met ons en ons land, wat is er met Europa aan de hand? Tegelijk zijn we er ons als missiecongregatie meer en meer van bewust dat juist hier voor ons een missionaire taak ligt: te midden van agressie en geweld, scheiding en wantrouwen tussen groepen van verschillende culturen en religies mensen bij elkaar proberen te brengen. Een ander ideaal te formuleren voor onze gezamenlijke toekomst, daarin geïnspireerd door Paus Franciscus. Het mooie gebed van de H. Franciscus is het gebed voor missie in Nederland: “Heer maak me een instrument van uw vrede; laat me liefde brengen waar haat is, eenheid waar verdeeldheid is; waar twijfel knaagt, laat me geloof brengen. Waar wanhoop tot vertwijfeling voert, laat de hoop herleven; waar duisternis het zicht beneemt, laat ons licht ontsteken. Want we ontvangen door te geven, we vinden onszelf door onszelf te verliezen”. En in deze weken waarin wereldwijd wordt overlegd, wat ons te doen staat om de natuur en de schepping te redden van de gevolgen van de opwarming van de aarde, staat ook dat hoog op onze lijst. In al onze ouder wordende provincies in Europa en Noord en Zuid Amerika proberen we dat te doen samen met meestal Afrikaanse confraters. Met hen willen we, als interculturele gemeenschap, juist dat proberen te doen wat Paus Franciscus vraagt aan heel de kerk: afstand doen van de glorie van het verleden, ons devies “één hart en één ziel” een nieuwe inhoud geven in liefdevol en vertrouwvol samen leven en samen dienen. Meer dan ooit in dienst te staan van mensen op zoek, van mensen die aan de kant staan en uitgesloten dreigen te worden of dat al zijn. Getuigen te zijn van de liefde van Christus “die alle begrip te boven gaat”. Dat is in deze tijd een hele opgave, maar we merken ook dat ons samen leven en werken met mensen van verschillende culturen ook door velen om ons heen als een inspiratie wordt ervaren.
11
In Nederland werken nu al 8 Afrikaanse confraters samen met ons – en in onze “missionaire projecten”, in Rotterdam en Eindhoven nemen ze al het voortouw en de leiding. “Veelkleurig religieus leven” is voor de religieuzen in Nederland al een vertrouwd en dierbaar begrip geworden. We praten niet meer over afbouwen en in vrede sterven, we hebben samen een nieuw doel: dat de spiritijnse missie in Nederland door zal gaan. Er was onlangs in Engeland een kapittel, dat is: een bijeenkomst van de hele groep spiritijnen in Engeland en Schotland, om over hun toekomst na te denken, lijnen uit te zetten voor de komende drie jaar en een nieuw bestuur te kiezen. Britten en Afrikanen waren er in gelijke aantallen: 24 en 24. Van de Britten waren nog maar de helft actief. Ik mocht er getuige van zijn: op die vergadering heerste geen pessimisme. De sfeer was ontspannen en positief. Ze kenden elkaar door het samenwerken en samen plannen. Vooral ook door het samen bidden en samen vertrouwen, ook vertrouwen in elkaar. Er was maar één stemronde nodig voor de keuze van een (Afrikaanse) provinciaal overste en een Afrikaanse econoom. Het ging niet om de Britten die hun leiderspositie zouden hebben verloren, het ging om de spiritijnse missie die door ging, - en hun prioriteiten waren dezelfde als die van de Spiritijnen in Nederland. Ook die missie van ons gaat door. Wel zijn we ons er van bewust dat dit aan ons en ook aan onze Afrikaanse confraters hoge eisen stelt. We moeten daar niet te makkelijk over doen. We waren al gewend aan het nieuwe jargon: multiculturele samenleving. Intercultureel. Crosscultureel. Woorden uit de sociale wetenschappen. Voor veel mensen een ergernis. Soms weggelachen als het nieuwe gezicht van de “linkse kerk”, door anderen verworpen: als zouden we onze eigen cultuur en identiteit moeten redden door ons af te sluiten en al dat vreemde buiten de deur te houden. Alsof dat zou kunnen… we merken nu dat die woorden niet alleen iets zeggen over de samenstelling van onze samenleving, maar dat ze direct te maken hebben, voor ons religieuzen en voor ons Christenen, met ons geloof. Een medebroeder noemde dat zo: “intercultureel leven, een oproep tot bekering”. Wij Nederlanders zijn met onze cultuur verweven. Onze Afrikaanse medebroeders zijn dat ook. Zij en wij willen trouw blijven aan onszelf en we moeten samen zoeken en er hard aan werken om zó om te gaan met elkaars eigenheid en verleden, met de respectieve waarden en talenten die we uit onze verschillend culturen hebben meegekregen, dat we dat als het ware tot een nieuwe cultuur kunnen samensmelten, waarin we ons allemaal herkennen en die ons tot nieuwe mensen maakt. Als een nieuwe basis voor ons geloof. Van onze eerlijke pogingen en van onze fouten leren we. We merken dat we er soms wel wat makkelijk over praten. Dat het moeilijk is om niet van onze Nederlandse cultuur de dominante cultuur te maken waaraan de ander zich moet onderwerpen. Dat het te makkelijk is, voor ons en voor hen, om te zeggen: “dat is nu eenmaal onze cultuur”. Want in elke cultuur heb je positieve en negatieve dingen, vandaar ook dat er gesproken wordt over een bekeringsproces waarbij we elkaar moeten helpen in grote eerlijkheid en respect voor elkaar. Wat we als missionaire opdracht zien voor ons in Nederland, dat moeten we ook beleven naar elkaar toe en onder elkaar. Iemand merkte op dat daar het generatieverschil nog bij komt. Als het vertrouwen er is en ook een stukje bewondering voor elkaar, dan ligt er een nieuwe toekomst open. En hoe meer we elkaar leren kennen, hoe meer we weten dat het kan, en dat het een zegen is. Maar waar op het ogenblik zo luid de roep klinkt bij veel mensen en ook in de politiek, om vooral toch het eigen hachje te redden en je niet te laten inpakken, moeten we als religieuzen en als spiritijnen oppassen om te makkelijk te denken dat we er al zijn, of om in oppervlakkigheid te blijven steken. Want dan lukt het niet, dan houden we onszelf en elkaar voor de gek. Elke bekering vraagt loslaten, open staan voor iets nieuws, geven en nemen en vooral, zoals Libermann zei op zijn sterfbed tegen degenen die om hem heen stonden: “vooral de liefde. De liefde vooral”. Naar aanleiding van een artikel van Tony Gittins cssp, van de Engelse Provincie. F. Timmermans 12
DAGBOEK november 2015 1 nov. Allerheiligen Het is prachtig weer en enkele familieleden van overleden medebroeders profiteren van deze zonnige dag om het kloosterkerkhof in Gemert te bezoeken. Voor pater Chima Anyaeze, die sinds vele jaren deel uitmaakt van het Missionair Team in Eindhoven, is het een uitzonderlijke dag. Door de bisschop van Rotterdam is hij met ingang van vandaag benoemd voor onze missionaire communiteit op de Slinge in Rotterdam. Wij wensen hem veel geluk en een vruchtbare arbeid. 2 nov. Allerzielen In een speciale viering gedenken wij de overledenen van het afgelopen jaar: medebroeders, bewoners van Libermannhof, familieleden en verdere dierbaren. Gisteren was het 30 jaar geleden dat Trudie Smits door de Congregatie werd aangenomen als secretaresse van het provinciaal bestuur. Wij zijn haar erkentelijk en dankbaar voor zoveel jaren trouwe dienst en dit willen wij vieren. Trudie zelf heeft voor deze gelegenheid een lekkere kruidenkoek gebakken en met geheven glas wensen wij haar nog enige mooie jaren toe in ons midden. 3 nov. De vicaris generaal van het bisdom Den Bosch, de Heer Ron van Hout, brengt een kennismakingsbezoek aan het Missionair Team in Eindhoven. Het wordt een nuttige informele ontmoeting. 4 nov. Pieter Pubben en Johan Berndsen zijn in Oeffelt aanwezig bij de uitvaart van Mia van Bentum – Rutten, zus van onze medebroeder Ben Rutten. Harrie Tullemans gaat voor in de viering. Zoals iedere woensdagmiddag komt ook vandaag in Gennep een groep medebroeders bijeen om onder leiding van Frans Timmermans zich te bezinnen op de betekenis van de bijbel-teksten van komende zondag. Sinds kort verblijft Leo Gottenbos als tijdelijke gast in Spiritijnenhof. Leo is teruggekeerd uit Brazilië om binnen afzienbare tijd samen met een paar collega’s een nieuwe communiteit te openen in Heerenveen. Vóór zijn komst naar Nederland heeft hij zich in Brazilië waarschijnlijk nog snel een nieuwe bril aangeschaft, een koopje vermoed ik, maar het heeft er alle schijn van dat hij een montuur gekocht heeft met los bijgeleverde glazen. Wij zien hem nl. regelmatig bezig zijn zakken af te tasten op zoek naar zijn brillenglazen, ofwel op zijn knieën onder tafel, met zijn handen tastend en graaiend naar zijn glazen als deze weer eens uit zijn bril gevallen zijn. Het is natuurlijk ook mogelijk , dat hij na aankoop van het nieuwe montuur de glazen eenvoudigweg bij de Braziliaanse bol.com besteld heeft. Laten wij hopen dat ze in Heerenveen een kundige opticien hebben, want het lijkt ons op deze manier echt niet handig. 5 nov. Om 10 uur komt in Spiritijnenhof de sociale werkgroep weer bijeen en in Eindhoven heeft op deze eerste donderdag van de maand de maandelijkse bezinning plaats van een 13-tal medestanders, vrienden en medebroeders. Leo Gottenbos, voorheen zelf ooit lid van het missionair team, ontmoet er nog enkele bekende gezichten van vroeger. Onze zanger en gitarist Ger Keijzers verzorgt vanaf 15 uur in Libermannhof een muzikaal optreden. 6 nov. De gemeente Gennep heeft ons in juni al laten weten dat alle meubels op de overlopen in het trappenhuis van Spiritijnenhof op last van de brandweer verwijderd moeten worden vanwege brandgevaar. Vandaag is daar een begin mee gemaakt: de bank en de stoelen van de begane grond krijgen een plaats in de hal van de villa in Berg en Dal. Wat een groot verlies is voor ons huis in Gennep, wordt een prachtige aanwinst voor de hal van de villa in Berg en Dal. 13
Albert de Jong, Koos Gordijn en Martin van Moorsel hebben in Berg en Dal een gesprek met Frans Dokman en Eric Corsius van het NIM (Nijmeegs Instituut voor Missiewetenschappen). Het hoofdthema van het overleg is de vraag: op welk terrein zouden wij in de toekomst meer voor elkaar kunnen betekenen ? 7 nov. “Het leven samen is heel bijzonder, zoveel dingen delen met elkaar. Tegenwoordig bijna een wonder, maar wij doen dat al 50 jaar !” En die “wij” dat zijn Jo en Lies Maas-Bod, die vandaag samen met familie en vrienden hun gouden bruiloft vieren in de Kokse Hoeve in Gemert. Jo onderhoudt sinds jaren als vrijwilliger ons kerkhof in Gemert en houdt heel trouw een oogje in het zeil in en rondom het kasteel, waar wij hem heel erkentelijk voor zijn. Om hen dit kenbaar te maken zijn Piet Delisse en Martin van Moorsel naar de Kokse Hoeve afgereisd, waar zij vervolgens zijn aangeschoven aan het banket. 9 nov. John Onoja is naar Kroatië vertrokken waar hij tot zaterdag deelneemt aan de Europese spiritijnse bijeenkomst van de commissie “Appel à la Mission”. Gerry Aben neemt enkele dagen vakantie en zal tot 15 november afwezig zijn. Wat zal er tijdens haar afwezigheid van ons worden! Gerard Spierings en Martin van Moorsel hebben zich voorgenomen ons fotoarchief in St. Agatha te schonen. Aangezien beiden geen experts zijn in deze materie besluiten zij contact op te nemen met St. Agatha en zich bij dit werk te laten raden door een medewerker van het kloosterarchief. Om 10 uur krijgt Libermannhof bezoek van het Gennepse Sint Martinus Gilde, dat bij gelegenheid van zijn patroonsfeest ook dit jaar weer krentenbrood komt uitdelen aan de bewoners. Natuurlijk worden de in middeleeuwse pakken uitgedoste gildebroeders met gejuich ontvangen. In de namiddag brengt pater Peter Agbonome, provinciaal van Zuid-Oost Nigeria, een kort bezoek aan het provinciaal bestuur. Hij vertelt ons over de oprichting van een spiritijnse universiteit in Nigeria en dankt de Nederlandse provincie voor haar hulp bij de verwezenlijking van dit project. 10 nov. De redactie van Spinet steekt de koppen even bij elkaar om te zien hoe zij het nummer van december weer rond zullen krijgen. 12 nov. Ongeveer 130 provinciale oversten van ordes en congregaties komen vandaag in de Verkadefabriek in Den Bosch bijeen voor de Algemene Vergadering van de KNR. Op de agenda staan weer de gebruikelijke onderwerpen, zoals nieuws over het overleg met de Bisschoppen en de stand van zaken betreffende de problematiek rond seksueel misbruik; vervolgens zaken die het instituut van de KNR zelf betreffen, zoals Fonds Gemeenschappelijke Belangen Religieuzen, goedkeuring beleidsplan 2016 – 2020, en het jaarplan en de begroting van 2016. Verder geeft de decaan van de Tilburg School of Catholic Theology een uiteenzetting over dit instituut. Ook worden onder de aandacht gebracht de vesperviering op 30 januari in iedere communiteit als afsluiting van het jaar van het godgewijde leven, alsook de bijeenkomst rond kloosterspiritualiteit op 5 februari in Nijmegen. In de avond zijn Paul van Laere en Nelleke Dinnissen in spiritijnenhof aanwezig om de eerste opzet van hun nieuwe film “Sporen van Spiritijnen” te tonen aan de medebroeders die rechtstreeks bij de opnamen betrokken zijn geweest. Dit vervolg van de film “Het Slot van de Spiritijnen” is wederom een geweldige en verrassende film geworden. 150 uur filmopnamen hebben zij teruggebracht tot een film van 1 uur en 40 minuten, maar dat is voor het doorsneepubliek nog veel te lang. Er zal dus nog verder in geknipt gaan worden. Sommige toeschouwers misten bepaalde onderwerpen in de film, zoals broeder Falko, Tieske Thijssen, de rol van de zusters etc… Deze onderwerpen en nog vele anderen waren 14
wel opgenomen in de eerste ruwe versie, maar zijn na lang aarzelen en zoeken toch uit de definitieve versie weggelaten. Uit de previews die Paul en Nelleke met kritische leken gehouden hebben blijkt dat deze keuze wel de juiste is geweest, want anders wordt het te lang en te veel en gaan die extra verhalen juist averechts werken. Het is misschien mogelijk om deze onderwerpen als features op te nemen op de uit te brengen dvd en dat zou een mooie oplossing zijn. 13 nov. Hierboven, op 2 november, hebben wij vermeld dat onze secretaresse Trudie Smits reeds 30 jaar in dienst is van de congregatie. Om dit heuglijke feit te vieren heeft zij vanavond het bestuur, adviseurs en collega-secretaresse met aanhang bij haar thuis op het nieuwe kasteel in Helmond uitgenodigd voor een feestelijk etentje. In gedachten schoven wij natuurlijk allemaal bij hen aan aan tafel. 14 nov. Wij allen zijn natuurlijk ook diep geraakt door de afgrijslijke terroristische aanslagen die gisteravond en vannacht in Parijs hebben plaats gevonden: 129 doden en ruim 200 gewonden. Het roept alom afschuw op. Een zestal medebroeders uit Gennep vertrekt met een busje naar de theatervoorstelling van “Anne” (Frank) in het “Theater Amsterdam” te Amsterdam. Een aangenaam uitstapje voor een indrukwekkende voorstelling. 15 nov. Theo Naus en Martin van Moorsel vertrekken naar Brussel om daar deel te nemen aan het kapittel van de Provincie Europa. Jo en Lies Maas komen in de namiddag voorzien van heerlijk gebak naar Spiritjnenhof om hun gouden bruiloftsfeest van 7 november nog eventjes dunnetjes over te doen met de communiteit van Gennep. Dank aan het gulden paar voor dit mooie gebaar ! 16 nov. De heer Jan Bindels, die werkzaam is op ons economaat, is op 13 november jarig geweest en daarom trakteert hij vandaag de communiteit van Gennep op een goed stuk echte Limburgse vlaai. Hartelijk dank Jan en wij wensen je nog vele gezonde jaren toe in ons midden. De Missiezusters van de H. Geest uit Wijchen laten ons weten dat hun medezuster Pauline van Horrik vanmorgen rustig is ingeslapen. Moge de Heer haar opnemen in zijn Rijk van Licht en Vrede. John Onoja is weer terug uit Kroatië, waar hij heeft deelgenomen aan de bijeenkomst van de spiritijnse Europese commissie “Appel à la Mission”. Hij is door de leden van de commissie gekozen tot Europees coördinator. 18 nov. Frans Timmermans wordt opgenomen in het Maasziekenhuis van Boxmeer, waar hij een pacemaker krijgt. Als hij na één nacht weer ontslagen wordt voelt hij zich weer als een jongeling van 18 jaar. Dit komt goed uit voor Toon Jansen die vandaag door zijn knieën gaat en meteen de wandelstok van Frans Timmermans kan overnemen, waarmee hij zich nu moeizaam strompelend door het huis voortbeweegt. Wij wensen hem toe dat hij ook spoedig iemand anders mag vinden aan wie hij op zijn beurt deze stok weer door kan geven. 19 nov. Gerry Aben, Leo Gottenbos en Koos Gordijn zijn druk in de garage bezig met het bij elkaar zoeken van meubilair etc. voor de pastorie in Heerenveen. Na ongeveer anderhalf uur noeste arbeid hebben ze de uitgezochte spulletjes allemaal netjes bij elkaar staan, zodat het verhuisbedrijf goed kan inschatten hoe groot de verhuiswagen moet zijn. De parochie in Heerenveen laat weten dat de pastorie momenteel opgeknapt wordt en dat er vanaf 9 december verhuisd kan worden. In de namiddag brengt een aantal medebroeder met het Norbertusbusje een bezoek aan het museum “Klok en Peel” in Asten. Natuurlijk is de tijd weer te kort om al het moois goed te bezichtigen. Ze zien er dit gezelschap waarschijnlijk nog wel een keertje terug. 20 nov. In de namiddag heeft in Wijchen de uitvaart plaats van zuster Pauline van Horrik. Meerdere medebroeders zijn daarbij aanwezig. Bert van Tol gaat voor in de dienst. Na afloop van de ceremonie heeft Jan Schiks de organist van Huize Rivo Torto nog een grote dienst kunnen 15
bewijzen. Deze man constateerde met droefheid dat zijn jas uit de garderobe verdwenen was. Al gauw werd de naam van Jan genoemd als de man die misschien de oplossing van dit mysterie bij zich droeg. En inderdaad, toen Jan na enig zoeken gevonden was bood hij met een genereus gebaar één van zijn twee jassen aan aan deze mijnheer. Het was toevallig precies de jas die gezocht werd. Om 19.15 uur wordt in Brussel het kapittel van de Provincie Europa afgesloten, waarna Theo Naus en Martin van Moorsel heel tevreden de terugweg naar Nederland aanvaarden, juist voordat in België de alarmfase 4 in werking treedt. Vooral in de wijk Molenbeek, waar vier van onze medebroeders wonen en werken, is de sfeer erg gespannen. 22 nov. Vanmiddag vindt in het Afrika Museum te Berg en Dal onder grote belangstelling de opening van de nieuwe tentoonstelling “Rhythm en Roots” plaats door de zangeres Giovanca. Hierbij zijn namens de congregatie Leo Gottenbos, Johan Berndsen, Gerard Spierings en Martin van Moorsel aanwezig. Deze tentoonstelling toont o.a. de invloed van Afrika op de muziekgeschiedenis. Het is een leuke creatieve opening geworden, die bij het aanwezige publiek, waaronder veel jongeren, erg in de smaak viel. Piet Delisse is intussen te gast op de viering van het 60-jarig jubileum van Garage Vogels in Gemert. Natuurlijk ontmoet hij er vele bekende gezichten uit Gemert en omstreken. 23 nov. In de vroege ochtend begeven zich vanuit heel Nederland veel spiritijnen (paters en zusters) op weg naar Gennep om deel te nemen aan de halfjaarlijkse studieochtend. Tussen de gasten zijn er twee personen die een speciale vermelding verdienen: allereerst pater Avin Kunnekkedan (SVD) uit India, die voor ons komt spreken over “De toekomst van het religieuze leven”, en vervolgens onze eigen collega emeritus pastor Jacques Verhees uit Someren, die vandaag voor de tweede keer in ons midden is en evenveel aandacht krijgt als de spreker. Pater Avin geeft ons op overtuigende wijze zijn persoonlijke visie op het religieuze leven en op zijn missionair werk in de parochie te Schiedam en in het buitenlands studentenpastoraat. Zijn lezing wordt erg gewaardeerd al zijn er enige medebroeders die wat moeite hebben om hem te verstaan. Om 19 uur is er in de kapel van Libermannhof een herdenkingsviering voor alle bewoners die in het afgelopen jaar in Libermannhof overleden zijn, verzorgd door Melanie van der Laak, geestelijk verzorger van Libermannhof. Familieleden, vrijwilligers, medewerkers en bewoners zijn bij deze viering uitgenodigd. Ger Keijzers verleent muzikale medewerking. De kapel zit afgeladen vol en de aanwezigen zijn getroffen door deze stemmige en indrukwekkende viering. 24 nov. De kogel is door de kerk. Gehoor gevend aan de voorschriften van de brandweer worden alle brandbare meubels op de overlopen van de trap in Spiritijnenhof verwijderd. Deels vinden deze meubels een plaats op kamers en hier en daar verspreid over de gangen, deels staan zij in de garage opgeslagen, gereed voor vertrek naar de pastorie in Heerenveen, waar op 9 december ingeruimd kan worden.
Overledenen 30 oktober
In Oeffelt overleed in de leeftijd van 84 jaar mevrouw Mia van Benthum-Rutten, zus van pater Ben Rutten. 5 november In Voorburg overleed mevrouw J.M. Mijnders, zus van † pater Henk Mijnders. 16 november In Wijchen overleed in de leeftijd van 88 jaar zuster Pauline van Horrik, zus van † pater Toon van Horrik en † Jan van Horrik, oud-collega. 18 november In Laren overleed in de leeftijd van 90 jaar de heer Toon Griffioen, broer van † broeder Carolus Griffioen. 16