Wie is wie? Let op: woorden met een * staan in de woordenlijst
Adriaen van Wesel Beeldhouwer Adriaen van Wesel is de belangrijkste beeldhouwer in Utrecht, nee zelfs in de Noordelijke Nederlanden. Hij werkt onder andere in opdracht van de bisschop. Van Wesel is een invloedrijk man. Hij is ouderman* van het zadelaarsgilde*. Ben je geen lid van een gilde, dan mag je in de Middeleeuwen je beroep niet uitoefenen.
Aleyt Claesdochter Claesdochter Borduurwerkster Aleyt is een vrome, hardwerkende vrouw. Ze is getrouwd met de organist van de Domkerk, Jannis de Blinde. Daarom kent ze de kanunniken en de Domscholieren goed. Het kapittel heeft Aleyt gevraagd om het linnengoed voor hen te verzorgen. Ook bestellen de kanunniken regelmatig nieuwe kleding bij haar. Tijdens de kerkdiensten dragen de kanunniken en scholieren namelijk speciale gewaden. Vaak zijn die heel mooi versierd met borduurwerk.
Ansem Salm Korenkoopman Salm komt uit een familie van kooplieden en belangrijke kunstenaars. In 1469 trouwt hij met Wendelmoed, dochter van een rijke korenkoopman. Samen krijgen ze zeven kinderen. Hun enige zoon en drie dochters overlijden nog voor zij volwassen zijn. Salm hoort bij de rijkste Utrechters. Hij bekleedt belangrijke posities, zoals ouderman van het gilde*, raadslid* en schepen*. In de strijd tussen de stad en de bisschop steunt hij David van Bourgondië.
Anthonis Pot Kanunnik Pot is een machtige kanunnik. Hij is een vertrouweling van de bisschop. Dit maakt hem geliefd bij medestanders van de bisschop, onder wie kanunnik Van Veen en ridder Frederik Utenham. Pot schakelt Geerlof de Karreman in om de tegenstanders van de bisschop af te luisteren. Zijn zoon is net als zijn vader ook geen lieverdje.
Beernt Borre Boekbinder Al eeuwenlang gaat de boekbinderij van de familie Borre over van vader op zoon. Via de winkel, die van de grond tot het plafond bomvol boeken staat, kom je in de binderij. Beernt staat bekend om zijn kennis van zaken. Soms draagt hij een knijpbrilletje. Voor de sier, want hij is bijna blind. Zijn zoon neemt nu het boekbinden over. Borre is een vooraanstaand lid van het zadelaarsgilde*. Dirck kent hem zijn hele leven en komt er graag over de vloer.
Wie is wie?
1
Bruun Marktkoopvrouw Bruun staat al jarenlang met een kraam op de markt. Met haar schelle stem prijst ze haar groenten en fruit aan. Vanachter haar ‘bank’, een uitstaltafel, houdt Bruun iedereen nauwlettend in de gaten. Niets ontgaat haar.
Buurvrouw van Borre Huisvrouw Klein van stuk, vreselijk nieuwsgierig en onbetrouwbaar. Zo kun je buurvrouw van Borre het best omschrijven. Wees bij haar altijd op je hoede. Ze heeft vijf kinderen en doet het huishouden terwijl haar man naar zijn werk gaat.
Claes Klasgenoot van Dirck Claes komt uit een adellijke familie. Zijn vader is wijnhandelaar en zit in de Raad* van Utrecht. De kanunniken hebben veel ontzag voor hem. Claes is de clown van de klas. Dit jaar is hij gekozen tot jongensbisschop. Ieder jaar op 28 december zijn de rollen omgedraaid. Een van de Domscholieren verkleedt zich als bisschop. De jongensbisschop laat de kanunniken alles doen wat de leerlingen elke dag moeten doen. De kanunniken moeten bijvoorbeeld met boeken sjouwen en bedelend langs de deuren om eten.
Cornelis de Wael Bouwmeester De beroemde bouwmeester Cornelis de Wael ontwerpt gebouwen en geeft leiding aan de bouwloods. Dit is een groep timmerlieden, metselaars en steenhouwers die in de werkplaats bij een bouwwerk werken. Vanaf 1477 leidt De Wael in opdracht van bisschop David van Bourgondië een grote verbouwing aan de Domkerk. Er moet nieuw schip, het middendeel van de kerk, komen en een nieuw dwarsschip, het transept. De Wael is rustig en bedachtzaam. Hij kan met iedereen overweg en wordt vaak om raad gevraagd.
David van Bourgondië Bisschop David van Bourgondië is een bastaardzoon van de hertog van Bourgondië*. Met steun van de paus benoemt zijn vader hem tot bisschop van Utrecht. De stadsbewoners protesteren hevig. Ze zijn trots op hun privileges en rechten en zijn bang dat de bisschop teveel macht over hen krijgt. Langzaam krijgt David de touwtjes stevig in handen. David blijkt een krachtige krijgsman. Meedogenloos treedt hij op tegen de protesterende mensen. In 1470 krijgt David het stadsbestuur en de rechtspraak in handen. Dat is het begin van onrusten in de stad.
Wie is wie?
2
Dikke Geert Klasgenoot van Dirck Dikke Geert houdt van eten, liefst veel en zoet. Hij heeft een hekel aan de vermoeiende spelletjes die zijn klasgenoten spelen, zoals haasje over en verstoppertje. Zijn bijbaan bij kanunnik Pot is dan ook perfect. Met zijn prachtige handschrift schrijft hij brieven voor Pot. De kanunnik organiseert graag feesten met uitgebreide maaltijden. De restjes geeft hij aan Dikke Geert. Kanunniken eten veel luxer dan de koorknapen. Ze drinken goede wijn en gebruiken rietsuiker in plaats van honing.
Dirck Domscholier Wanneer Dirck zeven jaar is, wordt hij door zijn ouders naar de Domschool gestuurd om koorknaap te worden. Hij is intelligent, maar ook stoer en brutaal. De andere scholieren kijken tegen hem op. Hij heeft een oogje op Margaretha van Drakenburg. De laatste tijd spijbelt Dirck veel om de raadsels van Schoon Elze op te lossen. Hoewel hij met alle Domscholieren op kamers woont, gaat hij regelmatig bij zijn ouders langs. Hij kan goed met hen opschieten. Alhoewel, de laatste tijd doen ze erg geheimzinnig.
Evert Zoudenbalch Kanunnik De schatrijke Evert Zoudenbalch hoort bij de elite van de stad. Hij studeerde theologie in Leuven. Dankzij zijn invloedrijke familie wordt hij kanunnik. Als thesaurarius, penningmeester, beheert hij het geld van het kapittel. Ook zorgt hij voor verbouwingen en onderhoud van de kerk. In 1467 laat Zoudenbalch een stadskasteel bouwen in de Donkerstraat. Hij woont dus niet op het immuniteitsterrein*. Zoudenbalch staat bekend om zijn liefdadigheid. Hij sticht bijvoorbeeld een weeshuis. Hij zet alles in het werk om de macht van de bisschop in te perken. Zijn partners in crime zijn Proys en Jan van Montfoort.
Femmitgen Publieke vrouw Femmitgen verdient haar brood door ’s avonds en ’s nachts mannen te ontmoeten. De inwoners van de stad en de kerk protesteren tegen vrouwen zoals zij. Ze kijken op vrouwen van ‘haar soort’ neer. Toch is Femmitgen de vriendelijkheid zelve. Ze is de collega en beste vriendin van Schoon Elze.
Wie is wie?
3
Frederik Utenham Ridder De gewelddadige Utenham wordt door veel mensen gehaat. Met zijn vader zit Utenham een jaar gevangen in de Catharijnetoren. In de zomer weten zij te ontsnappen. Zonder aanleiding zet hij in 1479 mensen die in Utrecht naar de markt wilden gaan, gevangen op zijn kasteel Den Ham, bij Vleuten. Frederik komt opnieuw in de gevangenis. Wanneer hij een paar maanden later vrijkomt, gaat hij bij het leger van de bisschop. Ook kan hij het ineens heel goed vinden met de kanunniken Pot en Van Veen.
Geerlof Karreman De inwoners moeten hun afval naar speciale plekken brengen bij de Visbrug en de Neude. Geerlof de Karreman haalt het daar eens per week op. Toch blijft het smerig in de stad. Mensen gooien hun afval het liefst op straat, in de grachten, in kerkportalen of op kerkhoven. Geerlof kent bijna alle inwoners van de stad, van rijk tot arm. Hij weet precies wat er speelt. Maar is hij te vertrouwen?
Geertgen tot Sint Jans Meesterschilder Waarschijnlijk is Geertgen in Leiden geboren. Na zijn opleiding schilder, gaat hij in het klooster van de johannieters* in Haarlem wonen. Zo komt hij aan zijn achternaam ‘Sint Jans’. Geertgen is geen monnik. Hij maakt schilderijen voor de kloosterlingen. Beroemd is zijn fijne manier van schilderen met veel details. Wanneer Geertgen op straat de knappe Schoon Elze ontmoet, wordt hij smoorverliefd. Dan hoort hij van het geheim van haar en Sander van Raey. Uit jaloezie is hij tot alles in staat.
Georgius Murmellius Succentor Streng maar rechtvaardig, de jongens weten precies wat ze aan Murmellius hebben. Hij geeft hen zangles. Samen met de kanunniken vormen de Domscholieren het koor dat de diensten in de Domkerk opluistert met gezang.
Gerardus van Doesburg Rector Gerardus van Doesburg is pas een paar maanden rector* op de Domschool. De scholaster, de ‘schooldirecteur’, ziet hem wel zitten. Het kapittel* twijfelt aan zijn eerlijkheid. Met de rechterhand op zijn borst heeft de rector beloofd dat hij goed les zal geven en de jongens zal opvoeden. Wanneer hij de fout in gaat, mag het kapittel hem direct ontslaan. Het is hem ten strengste verboden om bordelen te bezoeken, met foute mensen om te gaan en te gokken.
Wie is wie?
4
Gerrit Cley Boer Cley woont aan de rand van de stad met een groot weiland voor zijn koeien en schapen. Zijn houten huis heeft een rieten dak. Ondanks de torenwachters van de Buurkerk, die de klokken luiden bij brand, is zijn boerderij al een keer platgebrand. Cley is een onbehouwen kerel met een gouden hart. Zijn vrouw Jaentje kent hij al zijn hele leven. Samen hebben ze twee kinderen. Cley verdient te weinig om meer kindermonden te vullen.
Gysken van Amersfoort Waardin Gysken is eigenaresse van herberg De Zeemeermin bij de Bemuurde Weerd. Iedere reiziger kan bij haar logeren, eten en drinken: de adel met hun gevolg, pelgrims, studenten, muzikanten, zangers, handelslieden. De reizigers brengen de laatste nieuwtjes. Er vinden veel feesten plaats, vooral de gildefeesten zijn berucht. Gysken is een stoere vrouw. Dronken lui en vechtersbazen zet ze tegen sluitingstijd, rond 23.00 uur, zo haar herberg uit. Wanneer er een mis gaande is in de kerk schenkt Gysken geen drank.
Hadewych van Hardenbroeck Non Hadewych van Hardenbroeck is van adel. Speciaal voor vrouwen zoals zij stichtte Machtildis, burggravin van Utrecht, in de twaalfde eeuw een klooster. Deze Sint-Stevensabdij ligt buiten de stadsmuren. Er wonen ongeveer 25 adellijke dames. Ze hoeven niet zo heel streng te leven. De vrouwen mogen ’s middags bijvoorbeeld hun eigen adellijke kleding dragen.
Jan van der Listen Kwakzalver Als wonderdokter trekt Jan van der Listen rond van stad naar stad. Volgens chirurgijns en barbiers heeft Van der Listen geen kennis van zaken. Hij richt meer schade aan dan dat hij mensen geneest. Op jaarmarkten en kermissen verkoopt hij pillen en poeders van kruiden, addergif en paddenbloed. Van der Listen is vrekkig, hebberig en meedogenloos. De ene dag is hij je beste vriend, de andere dag je vijand.
Jan Butendyck Bakker Bakker Jan woont in, hoe kan het ook anders, de Bakkerstraat. In de voorruimte van zijn huis kneedt hij deeg in een houten trog. Daarna brengt hij het op planken naar het erf achter zijn huis waar de oven staat. Wanneer het brood klaar is, blaast Jan op zijn hoorn. Jan is erg geliefd in de stad. Huisvrouwen mogen tegen een kleine vergoeding hun pasteien, taarten en koeken in zijn nog warme oven bakken. Ook Dirck en zijn klasgenoten komen graag bij hem langs, want meestal krijgen ze iets lekkers toegestopt.
Wie is wie?
5
Jan van Montfoort Burggraaf De edelman Jan van Montfoort is verantwoordelijk voor de verdediging van de burcht van de stad Montfoort. Hij behoort tot de tegenstanders van de bisschop. De burgers van Utrecht kiezen hem daarom als hun aanvoerder. Als leider doet de burggraaf er alles aan om de macht van de bisschop te beperken. Daarbij gaat Van Montfoort geweld niet uit de weg. Hij werkt samen met Zoudenbalch en Proys en boekbinder Borre.
Johan Proys Kanunnik De familie Proys speelt een belangrijke rol in het stadsbestuur. Johan krijgt een hoge positie als kanunnik en deken, hoofd van het kapittel. Na een ruzie met de voorganger van bisschop David van Bourgondië wordt Proys ontslagen. Wanneer de bisschop in 1455 overlijdt, keert Johan terug als kanunnik en deken. In 1471 wordt hij weer afgezet na een machtsstrijd met bisschop David van Bourgondië. Ludolf van Veen volgt Proys op. Toch gaat Proys opnieuw de strijd aan. Dit keer in samenwerking met Jan van Montfoort.
Kleine Lubbert Klasgenoot van Dirck Zijn naam zegt het al. De dertienjarige jongen is voor zijn leeftijd erg klein. Hij is ook nog eens heel onhandig, kan niet goed leren en krijgt iedere week bijles. Toch is Kleine Lubbert nergens bang voor. Samen met Dirck zwerft hij uren door de stad op zoek naar avontuur. Kleine Lubbert kennende, staat dat konijnenhok dat hij moest opruimen er binnen een paar weken weer.
Ludolf van Veen Kanunnik Binnen het kapittel heeft de sluwe Ludolf veel vijanden. Natuurlijk de ontslagen Johan Proys, die hij als Domdeken opvolgde. Zoudenbalch is nijdig omdat zijn familie van Van Veen een stuk grond van de Domkerk niet meer mag pachten. Als lieveling van de bisschop moet Van Veen regelmatig de stad uitvluchten wanneer ruzies tussen de bisschop en de stad hoog oplopen. Hij is enorm rijk en heeft twee paarden. Van Veen verzamelt alles wat van zilver is: bierpullen, blakers (kandelaars), roemers (drinkbekers), zoutvaten.
Maeycken Niemandsdochter Matrona Maeycken is de matrona, huishoudster, van de Domscholieren. Zij woont bij hen in huis. De jongens vermoeden dat de ongetrouwde Maeycken stiekem verliefd is op de rector. Maeycken doet het huishouden, kookt een keer per dag een warme maaltijd en houdt een oogje in het zeil. Zij is de enige vrouw die in het huis van de jongens mag komen. Meestal heeft ze een goed humeur, behalve wanneer de jongens hun rommel niet opruimen.
Wie is wie?
6
Margaretha van Drakenburg Echtgenote van Frederik Utenham De mooie Margaretha is geboren in 1464. Ze komt uit een voorname familie met veel geld en macht. Haar vader zit in de Raad* van Utrecht. Wanneer Margaretha negen jaar is, overlijdt haar moeder. Margaretha wordt dan meteen uitgehuwelijkt aan Frederik Utenham. Later krijgen zij samen een zoon en twee dochters. Frederik is een man met een slechte reputatie. Voor Magaretha is hij haar held totdat ook zij hem niet meer vertrouwt.
Pieter Klasgenoot van Dirck De intelligente Pieter heeft het goed voor elkaar. Hij is kannuik-in-spé*. Zijn bijbaantje bij kanunnik Zoudenbalch, waar hij veel invloedrijke mensen ontmoet, kan hij dan ook goed gebruiken. Toch is Pieter geen brave studiebol. Hij raakt regelmatig betrokken bij vechtpartijen. Zijn favoriete spel is het hanengevecht. Met zijn klasgenoten laat Pieter twee hanen vechten totdat een van hen sterft.
Sander van Raey Johannieter Sander van Raey hoort bij de kloosterorde van de johannieters* of jansheren. Hij woont in het klooster Catharijneconvent. Hoewel Van Raey een serieuze hardwerkende man is, gaan er geruchten rond. Voordat hij het klooster in ging, bezocht hij herbergen en had hij veel vrouwen om zich heen. Nu moet hij als kloosterling kuis leven. Hij mag dus geen sex hebben of een relatie. Houdt hij zich daar aan? Hij wordt regelmatig gesignaleerd met Schoon Elze.
Schoon Elze Publieke vrouw Schoon Elze is mooi – ‘schoon’ – en mysterieus. Niemand weet hoe oud zij precies is (mensen denken 35 jaar) of waar ze vandaan komt. Van hoog tot laag heeft zij vrienden in de stad, van bedelaars tot edellieden. Al jaren is zij bevriend met Sander van Raey en boekbinder Borre. Schoon Elze vertrouwt hen blindelings. Dirck kent ze al vanaf zijn geboorte.
Wie is wie?
7