WHAT STANDS OUT ABOUT YOU?
Groep: 3 Studenten: Jeffrey Wolfs, Kevin Karsoem, Rens Knoors, Tim van Rens, Else Markslag Onderwijsinstelling: Opleiding: Studiejaar: Semester:
Fontys Hogeschool ICT & Media Design 2015-2016 3
Plaats en datum:
Eindhoven, 20 januari 2016
Project: 1e turor: 2e tutor:
We Are Data Jo-An van Kamp Haran Jonas
INHOUDSOPGAVE 1. 2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 4. 4.1 4.2 5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 6. 7. 8. 8.1 8.2 9. 10.
2 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 5 5 5 5 6 7 7 8 8 8 10 10 10 11 11 11 13 15 16 16 17 19 20
Inleiding Oriëntatie De opdrachtgevers Interactieve verhalen Interactieve datavisualisties Kennis over het onderwerp Probleemstelling Doelstellingen Planning Verantwoordelijkheden groep Verwachting Globale aanpak Doel Planning Oriëntatie Ontwerp Bouw Nazorg Onderzoek Eye-tracker Software Concept voorstellen Matchmaking Good or Evil Leugen Detector Internet gebruik bewustzijn Air Marshal Uiteindelijke keuze Storyboard Vormgeving Schetsen Schermontwerpen Technische Realisatie Bijlagen
1
1. INLEIDING In dit document staat de verantwoording van verschillende (deel)onderdelen van de proftaak gedocumenteerd. Het doel van dit document is om de lezer een beter beeld te geven over het uitgevoerde proces, van concept tot webapplicatie. Wat is er zoal gedaan om tot het uiteindelijk resultaat te komen? Dit document behandeld de volgende punten: • Oriëntatie, wat is er al bekend en wat nog niet • Globale aanpak, hoe wordt het project uitgevoerd • Onderzoek, klein onderzoek over eye-tracker en software pakketten • Concept voorstellen, alle voorgestelde concepten • Uiteindelijke keuze, het gekozen concept • Storyboard, een kleine storyboard die het concept uitbeeld • Vormgeving, schetsen en ontwerpen • Technische realisatie, de uiteindelijk webapplicatie
2
2. ORIËNTATIE 2.1 De opdrachtgevers De opdrachtgever van het project is We Are Data. We Are Data is een initiatief van Thomas Blom, Tijl Akkermans en Hester Swaving in samenwerking met Stichting Autres Directions. Er is op dit moment weinig tot geen informatie bekend over het bedrijf. Het is om deze reden lastig om een beeld te krijgen van de opdrachtgever, wie zijn ze precies, wat doen ze, etc. Gedurende het eerste kennismaking moment, die in week vier zal plaatsvinden, zullen de nodige vragen worden gesteld om een duidelijker beeld van de opdrachtgever te krijgen.
2.2 Interactieve verhalen Een interactief(1) verhaal, is een verhaal waarbij de lezer invloed heeft op het verhaal. Een goed voorbeeld hiervan zijn de interactieve kinderboeken van vroeger. Hier kon de lezer aan bv. een touwtje in het boek trekken waardoor er iets tevoorschijn kwam. Tegenwoordig zijn er digitale varianten hiervan. Door op het telefoon/tablet scherm te klikken wordt een bepaalde actie uitgevoerd.
2.3 Interactieve datavisualisaties Een interactieve datavisualisatie, is een visualisatie waarbij er een bepaalde mate van interactie is tussen de gebruiker en de visualisatie. Een gebruiker kan bv. invloed hebben op de inhoud van de visualisatie door filters aan te klikken en/of de gebruiker krijgt extra informatie te zien door over een item te hoveren.
2.4 Kennis over het onderwerp Binnen de proftaak heeft iedereen wel wat kennis op dit gebied. Alleen is niet iedereen zich even bewust van de gevolgen en/of gevaren die hieraan zijn gekoppeld. De laatste paar jaren speelt data een steeds grote rol in ons leven. Zo plaatsen we dagelijks talloze gegevens over ons zelf op verschillende websites. Wat gebeurd er nu precies met deze data? Wordt de data daadwerkelijk gebruikt voor hetgeen waarvoor toestemming is gegeven of gebeurd er achter de schermen nog meer? Wij willen de mensen hiervan bewuster maken.
2.5 Probleemstelling De gemiddelde Nederlandse burger is niet bewust van de hoeveelheid data die over ze wordt verzameld (bewust/onbewust) en wat de gevolgen en/of gevaren hiervan zijn. Bewust, zelf gegevens op een website opgeven. Onbewust, zoekresultaten worden opgeslagen om advertenties specifieker te maken. (1)
http://www.woorden.org/woord/interactief
3
2.6 Doelstelling De doelen zijn als volgt te formuleren: • We Are Data • Bewustwording krijgen op het gebied van data vergaren • Datawijsheid opbouwen onder de mensen • Inzicht krijgen in wat techniek kan • Proftaak groep • Het nodige onderzoek verrichten en documenteren • Het creëren en uiteindelijk realiseren van een concept • Het bouwen van een webapplicatie op basis van het vooronderzoek, concept en ge maakte ontwerpen
2.7 Planning Zie projectdocument.
2.8 Verantwoordelijkheden groep De proftaak groep draagt de verantwoordelijkheid om de proftaak uit te voeren binnen de afgesproken tijdspan en volgens de eisen en wensen van de opdrachtgever (We Are Data) en Fontys.
2.9 Verwachting Tutor Goede en duidelijke begeleiding gedurende de proftaak. Wij zien de tutoren als een aanspreekpunt waarmee we de voortgang van ons proces kunnen bespreken. Indien er vragen, opmerkingen of andere problemen zijn, dan kan er altijd naar de tutor worden gecommuniceerd. Opdrachtgever Gedurende de proftaak verwachten wij vragen te kunnen stellen aan de opdrachtgever. Er zullen vragen worden gesteld indien er iets niet duidelijk is. We verwachten dit soort vragen direct of via de mail naar de opdrachtgever te kunnen communiceren.
4
3. GLOBALE AANPAK 3.1 Doel Het doel van dit project is mensen bewust maken van de gevaren die big data met zich meebrengt. Tegenwoordig wordt er op allerlei manieren data over je verzameld, deze data kan op straat komen te liggen, hier kunnen dingen tussen zitten die voor sommige mensen gevoelig liggen. Wij willen als proftaak groep de mensen hiervan bewust maken. Dit willen wij bereiken door een webapplicatie te bouwen die op een verhalende manier de gebruiker met data confronteert. Om dit doel te realiseren zal er veel onderzoek gedaan moeten worden. Hiervoor zullen wij als proftaak groep gebruik maken van de vijf verschillende onderzoeksmethoden. Deze methoden zullen ons helpen om een beter beeld te krijgen over een vraagstuk of onderwerp.
3.2 Planning In week twee is er een projectplan opgesteld waarin onder andere een planning is opgenomen. Deze planning biedt een overzicht van de verschillende fasen die wij verwachten te gaan doorlopen. De planning is heel globaal gemaakt aangezien we niet tot in detail weten wat we elke week precies moeten doen. Hieronder zal er per projectfase worden beschreven welke onderzoeksmethoden wij gaan inzetten en hoe/waarom wij deze toepassen.
3.3 Oriëntatie In de oriëntatiefase draait het voornamelijk om informatie rondom het onderwerp te vergaren. Door actief informatie op te zoeken weten wij als proftaak groep meer over het onderwerp en kunnen wij concrete vragen stellen aan de opdrachtgever. Dit moet ons ook helpen om een eerste concept te bedenken. In de oriëntatiefase zal er onder andere gebruik worden gemaakt van veldonderzoek. Dit zal gebeuren in de vorm van een interview met de opdrachtgever die in week vier plaats zal vinden. De bedoeling hiervan is om een beter beeld van de opdrachtgever te krijgen en onduidelijkheden op te helderen. Hierdoor kan er in de weken daarna een goed concept worden geformuleerd en uiteindelijk in week acht worden gepresenteerd.
5
Verder zal er in de oriëntatiefase veel bieb onderzoek plaats vinden. De opstart van een project loopt meestal wat moeizaam, aangezien niet iedereen weet wat hij/zij moet uitvoeren voor de opdracht. Door bronnen te raadplegen zowel online als offline, willen wij als groep een beter beeld krijgen over het onderwerp om een zo goed mogelijk en haalbaar concept te creëren. Dit is alleen haalbaar door het nodige vooronderzoek te verrichten.
3.4 Ontwerp Aan het eind van de oriëntatiefase is er al een voorlopig concept bekend. Dit concept zal zo worden vormgegeven, zodat het voor de opdrachtgever duidelijk is wat wij als proftaak groep willen gaan doen. Gedurende deze fase zal er nog steeds onderzoek worden gedaan om het huidige concept nog sterker te maken. Nadat de eerste concept presentatie is geweest weten wij of de opdrachtgever ons concept goed vindt of niet. Op basis van gekregen feedback kan het huidige concept worden aangepast. Het aangepaste concept zal in week dertien worden gepresenteerd. Indien nodig wordt aan het eind van de presentatie het concept in overleg met de opdrachtgever aangepast. In de ontwerpfase zal er onder andere gebruik worden gemaakt van bieb onderzoek. Hierbij wordt er informatie verzameld over bv. datavisualisaties, is het haalbaar wat wij willen doen, hoe kunnen we dit het beste uitvoeren, welke webtechnieken hebben we hiervoor nodig. Door middel van deze gegevens kunnen wij een realistisch concept presenteren aan de opdrachtgever. Verder zal er in de ontwerpfase gebruik worden gemaakt van de werkplaats methode. We gaan ervan uit dat ons concept niet in een keer goed zal zijn en dat het moet worden bijgesteld. Nadat wij ons concept hebben gepresenteerd kunnen we de gekregen feedback verwerken van de opdrachtgever en opzoek gaan naar betere oplossingen voor een bepaald probleem mocht deze aanwezig zijn.
6
3.5 Bouw In deze fase van het project wordt alle aandacht besteed aan het bouwen van een webapplicatie die gebruikers ervan bewust moet maken wat er zoal met (hun) data gebeurd. Door middel van vaste of zelf gegenereerde datasets willen wij mensen op een verhalende manier confronteren met data. In de bouwfase zal er onder andere gebruik worden gemaakt van bieb onderzoek. Deze methode wordt ingezet om informatie te vergaren over de verschillende webtechnieken om de data op een duidelijke, logische en verhalende manier te visualiseren. Om bovenstaande te realiseren is er kennis nodig van PHP, Javascript (library’s) en verschillende dataset formaten. Verder zal er in deze fase van het project gebruik worden gemaakt van lab onderzoek. Hierbij wordt de webapplicatie continu getest op de gewenste functionaliteit. Het is van belang dat het werk continu wordt gecontroleerd en getest, niet alleen op het eind. Wij willen voorkomen dat de groep aan het eind voor verrassingen komt te staan. Tegen het eind aan zal de webapplicatie grondig worden getest aan de hand van een zelf gemaakte functionaliteit test en een gebruikerstest. Deze tests zullen aan het eind van de bouwfase worden opgesteld. De functionaliteit test zal door minimaal twee van ons worden uitgevoerd en de gebruikers test zal door meerdere (onbekende) gebruikers worden uitgevoerd.
3.6 Nazorg We hebben als groep besloten om de week voor de oplevering volledig te besteden aan nazorg. In deze fase van het project gaan we als groep het project evalueren, hoe is het project gelopen, wat is er goed gegaan, wat is er minder goed gegaan. Dit zal gedocumenteerd worden en in combinatie met peerreviews ter inzage worden aangeboden bij de proftaak tutoren. Verder wordt deze week besteed om handleidingen te schrijven indien dit gewenst is.
7
4. ONDERZOEK 4.1 Eye-tracker Een van de eerste stappen was het uitvoeren van een klein onderzoek naar de eye-tracker. Wat is het precies en wat kan het apparaat precies meten? Hierbij is er niet alleen gekeken naar de theorie, maar ook de werking van de eye-tracker in de praktijk. Resultaat: De eye-tracker is een sensor die de ogen van een gebruiker kan meten.(2) Dit wordt gedaan aan de hand van speciale software. Met de eye-tracker is het mogelijk om precies te meten waar iemand heeft gekeken en hoelang er naar een bepaald punt is gekeken. Verder is het ook mogelijk om de pupil grote en hartslag van een gebruiker te meten.(3) Om bovenstaande te meten moeten de ogen van een gebruiker eerst worden gekalibreerd. Hoe preciezer de kalibratie, hoe beter het eindresultaat. Er is een foutmarge van één vingertop, hiermee moet rekening worden gehouden bij het uiteindelijke resultaat.
4.2 Software Nadat we meer kennis hadden op het gebied van de eye-tracker, zijn we opzoek gegaan naar software die we konden gebruiken. Uiteindelijk zijn er twee applicaties getest. Er waren meerdere applicaties gevonden, maar deze zijn niet voldoende getest, omdat deze applicaties een licentie nodig hadden. De trial-versies hiervan beschikte niet over voldoende functionaliteit.
Matlab Matlab is een van de eerste applicaties die wij hebben getest. Matlab is een software omgeving waarmee complexe wiskundige berekening gevisualiseerd kunnen worden.(4) Matlab maakt gebruik van een eigentaal waarop de omgeving draait.(5) We kwamen vrij vroeg tot de conclusie dat dit het niet zou worden. De omgeving is te complex, wilden we het echt begrijpen, dan moesten we er veel tijd in steken. Bovendien moesten we een geheel nieuwe taal leren. Het zou er dan uiteindelijk op neer komen, dat we meer tijd in de werking van een programma zouden steken, dan in de daadwerkelijke uitvoering van de proftaak. Om deze reden hebben wij er uiteindelijk voor gekozen om geen gebruik te maken van Matlab. (2) (3) (4) (5)
http://www.tobii.com/group/about/this-is-eye-tracking/ http://www.tobiipro.com/product-listing/tobii-pro-x2-60/#Specifications http://nl.mathworks.com/products/matlab/features.html http://nl.mathworks.com/products/matlab/features.html
8
Ogama De tweede applicatie die werd getest is, Ogama. Ogama is een open-source pakket waar oog en muis tracking gemeten en geanalyseerd kan worden.(6) Het programma is minder complex, maar is wel voorzien van veelbelovende functionaliteiten. Ogama is verschillende keren getest om te controleren of de applicatie bruikbaar is in combinatie met het concept dat wij willen gaan uitvoeren. Na meerdere malen testen is de groep tot de conclusie gekomen dat Ogama niet over alle gewenste functionaliteiten beschikt, maar dat het wel de beste / enige optie is.
(6)
http://www.ogama.net/
9
5. CONCEPT VOORSTELLEN Gedurende de proftaak hebben we meerdere concepten gehad. Alle concept voorstellen staan hieronder gedocumenteerd. Sommige concepten zijn minimaal uitgewerkt en sommige zijn uitgebreid uitgewerkt. Het verschil in uitwerking heeft te maken gehad met het feit, dat we bij sommige concepten in een vrij vroeg stadium achter kwamen dat het niet genoeg potentie had.
5.1 Matchmaking
5.2 Good or Evil
Het match making concept was ons eerste concept. Hierbij was de uiteindelijke bedoeling dat een participant aan het eind van de test zijn ideale partner te zien krijgt. Om dit resultaat te behalen wilden we met de eye-tracker meten waar een persoon zoal naar kijkt. Dit wilde we doen door steeds twee identieke plaatjes te laten zien waarbij er altijd maar één ding niet gelijk is, bv. de haarkleur. Als een participant dan voor een langere tijd naar het plaatje kijkt waarbij de persoon bruin haar heeft, dan gaan we ervan uit dat die persoon een voorkeur heeft voor bruin haar. Na het zien van X aantal plaatjes moet er dan een resultaat uitkomen.
Bij dit concept worden er een reeks plaatjes getoond. Op de plaatjes krijgt de participant een scenario te zien die heel duidelijk opvalt, bv. een mooie dame of heer. Het is iets dat meteen opvalt. Op hetzelfde plaatje wordt er echter nog een scenario getoond, een die wat minder opvalt en die veel subtieler wordt getoond. In dit scenario wordt bv. een gevecht tussen twee mensen getoond. Als uit de eye-tracker data blijkt dat je alleen maar naar de mooie dame of heer hebt gekeken, dan gingen wij ervan uit dat iemand “evil” was, omdat het andere scenario niet is opgevallen.
We hebben uiteindelijk als groep besloten om niet verder te gaan met dit concept, omdat het naar onze mening niet origineel genoeg was. Het is al is eerder gedaan en bovendien is er een andere groep met exact hetzelfde concept.
We hebben uiteindelijk als groep besloten om niet verder te gaan met dit concept, omdat we met de gemeten data niet konden zeggen of iemand nou goed of slecht is. Als iemand het scenario van het gevecht niet is opgevallen, dan maakt dit hem/haar niet direct een slecht persoon.
10
5.3 Leugen Detector Het leugen detector concept is een simpel maar duidelijk concept. Bij dit concept worden er beelden getoond met daarop een vraag. Dit kunnen simpele vragen zijn of juist hele persoonlijke vragen. Door het meten van de pupil grote van een participant kunnen we eruit halen of hij/zij liegt. We hebben uiteindelijk als groep besloten om niet verder te gaan met dit concept, omdat het naar onze mening net wat te simpel was. Bovendien waren we het allemaal mee eens over het deel van vragen stellen. Door vragen te stellen geef je het deel van “onbewust” gedeeltelijk weg.
5.4 Internet gebruik bewustzijn De kern van dit concept is, ben jij je bewust hoe je het internet dagelijks gebruikt? Hierbij laten we de participant een paar scenario’s zien waarin de gebruiker zich in een onveilige situatie bevindt. De gebruiker in het plaatje staat op het punt zijn bank gegevens in te vullen op een niet versleutelde pagina of bevindt zich op een malafide website. Het eindresultaat is een rapport waarin staat aangegeven of je een veilige of onveilige internet gebruiker bent. We hebben uiteindelijk als groep besloten om destijds niet verder te gaan met dit concept, omdat we er geen verhaal aan konden koppelen.
5.5 Air Marshal Hoe bewust zijn mensen van een omgeving die zij gepresenteerd krijgen? Dit punt willen wij met ons concept duidelijk maken. Hierbij zoomen we vooral in op het gedeelte, hoe bewust is iemand, wat valt hem op, wat valt hem niet op. Wij willen deze data verzamelen door middel van een eye tracker. Hieraan koppelen we een verhaal die de participant te zien krijgt. Op basis van de gemeten informatie komt er een resultaat naar voren. Dit resultaat krijgt de participant aan het eind te zien. Op de volgende pagina wordt het verhaal doorlopen die de participant te zien krijgt.
11
H
et verhaal speelt zich af op een vliegveld. De bedoeling is dat de participant een vrouw volgt die naar het buitenland gaat reizen. We noemen deze vrouw voor nu Loesje. Loesje zal op elke shot terug te vinden zijn, de reden hiervoor wordt later uitgelegd. De participant krijgt het verhaal te zien in de vorm van een tekening waarop de desbetreffende scenario wordt uitgebeeld. Er worden in totaal negen shots getoond (inchecken, paspoort controle, boarden, etc.).
De bedoeling is om op meerdere van deze shots een verdachte man te laten zien. Deze verdachte man is een terrorist en is van plan een vliegtuig op te blazen. Hij zal in meerdere tekeningen terug te vinden zijn waarop hij verdachte handelingen verricht. Om maar een voorbeeld te noemen, hij checkt met twee koffers in en heeft uiteindelijk bij de boarding wachtruimte drie koffers. Op basis van de eye tracker data moet naar voren komen of iemand deze verdachte man is opgevallen. Dit wordt bv. duidelijk als iemand voor een groot deel van de shot alleen maar naar hem heeft gekeken. Als een participant voor een bepaalde percentage naar deze man heeft gekeken, dan gaan wij ervan uit dat zij deze man hebben gezien. In dit scenario heeft de participant de bewaking van het vliegveld ingelicht, er zal aan het eind een scherm verschijnen waarin staat, “Goed werk! U heeft zojuist een bomaanslag voorkomen”. Als uit de eye tracker data blijkt dat iemand te weinig of helemaal niet naar deze man heeft gekeken, dan gaan wij ervan uit dat de verdachte man niet is opgevallen. In dit scenario heeft de participant niet aan de bel gerinkeld en zal hij/zij een melding te zien krijgen dat er zojuist een bom is afgegaan. Loesje wordt ingezet om een verhaal te vertellen, namelijk het verhaal van Loesje die op het punt staat te gaan reizen. Loesje wordt tevens ook ingezet als een afleiding. Een participant zal zonder enige voor informatie de container binnen lopen, als hij/zij gewoon willekeurige tekeningen ziet, dan zal de participant snel in de war raken. Zonder Loesje is het meer een collectie van tekeningen die je laat zien die geen betekenis hebben. Door tekening te laten zien waarop je steeds één vast persoon volgt en ziet is het verhaal voor onbekenden wat duidelijker en makkelijker te volgen. We hebben uiteindelijk als groep besloten om destijds niet verder te gaan met dit concept, omdat de focus te veel op terroristen gericht was. Het is niet de bedoeling dat mensen continu om zich heen gaan kijken om te controleren of alles wel in orde is. Dit zorgt voor angst onder de mensen en dat is niet onze bedoeling.
12
6. UITEINDELIJKE KEUZE Het uiteindelijke concept is een combinatie van onze voorgaande concepten. Hierbij hebben we alle positieve punten van onze oude concepten in een nieuw concept proberen te vormen. Het nieuwe concept gaat over hoe mensen naar jou kijken. Wat valt op aan jou? Participanten die de container binnen lopen komen voor een scherm te zitten. Op dat moment wordt er onbewust een foto van de participant gemaakt. De participant krijgt vervolgens vijf foto’s van mensen te zien, dit zijn foto’s van groepsleden uit onze proftaak. Dit zijn de eerste set foto’s. Als er eenmaal voldoende mensen hebben meegedaan aan het experiment, dan worden deze foto’s vervangen door foto’s van festivalgangers (foto’s die in de container zijn gemaakt). Als de participant klaar is met het bekijken van de foto’s wordt hij/zij weer naar buiten verwezen. De participant krijgt vervolgens een bandje om zijn arm. Dit bandje is voorzien van een QR-code die kan worden gescand.
Als de participant ervoor kiest om de data niet in te zien, dan wordt er een melding getoond of hij/zij zeker is van de keuze. Alle data over deze specifieke participant wordt namelijk verwijderd. De participant kan zijn eigen data niet meer inzien en de data die de participant heeft gegenereerd wordt ook verwijderd. Als de participant ervoor kiest om de data wel in te zien, dan krijgt de participant een reversed heatmap te zien. D.m.v. de reversed heatmap worden de meest bekeken punten gemarkeerd. Verder zijn er buttons aanwezig waardoor de participant zelf het resultaat kan filteren. De participant kan kiezen om zijn meest bekeken en/of langst bekeken “feature” te zien. Alle resultaten worden real-time bijgewerkt, zodat participanten verandering in hun reversed heatmap kunnen zien. Het is mogelijk om de heatmap als PNG te downloaden. Na een X aantal weken wordt uiteindelijk alle data verwijderd. De participanten worden hierover ingelicht op de website.
Bij het inscannen van de code komt de participant op een speciale webpagina waar alleen de participant toegang tot heeft. Op deze pagina wordt uitgelegd wat er zojuist is gebeurd. De participant krijgt vervolgens de optie om zijn/ haar gegevens in te zien, er kan echter ervoor gekozen worden om de gegevens niet in te zien.
13
OPSOMMING 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Participant loopt de container binnen Participant gaat voor een scherm zitten Er wordt ongemerkt een foto van de participant gemaakt Participant krijgt vijf foto’s van mensen te zien (slideshow vorm) Participant bekijkt de foto’s en genereert onbewust data Data wordt in een database gestopt en later opgehaald Slideshow is voorbij, participant loopt naar buiten Participant krijgt een armband met daarop een QR-code Participant kan de QR-code scannen om gegevens in te zien
14
7. STORYBOARD
15
8. VORMGEVING 8.1 Schetsen
16
8.2 Schermontwerpen
17
18
9. TECHNISCHE REALISATIE Het uiteindelijke resultaat is een website waar gebruikers aan de hand van een unieke QR-code op kunnen komen. Op deze website wordt de gegenereerde data van een participant getoond. Dit gebeurt in de vorm van een reversed heatmap, waarbij de meest bekeken punten worden gemarkeerd.
WEBSITE
19
10. BIJLAGEN
20
21
22
23
24
25