WGA Eigen Risicodragerschap voor gemeenten
Uitgangspunten
WGA Eigen Risicodragerschap voor gemeenten Thoma Assurantie- en Pensioenadviseurs Inhoud 1. 2. 3. 4.
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) WGA Premie Argument voor WGA Eigen Risicodragerschap Specifieke regels voor gemeenten
Bijlage: Parameters en ontwikkeling
Onder andere door stijgende gedifferentieerde premies zjin in de afgelopen jaren al veel werkgevers Eigen Risicodrager geworden voor de WGA. Voor gemeenten wordt de wetgeving op dit gebied per 1 juli 2011 gewijzigd. Gemeenten kunnen vanaf deze datum ook WGA Eigen Risicodrager worden voor onderwijzend personeel dat in dienst is van uw gemeente. In dit document vindt u globale informatie voor het maken van uw keuze. Na het lezen van dit document bent u op de hoogte van de voor- en nadelen van WGA Eigen Risicodragerschap.
WGA Eigen Risicodragerschap voor gemeenten
pagina 1 van 8
1. Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) Op 29 december 2005 is de WAO opgevolgd door de WIA. Bij de WIA staat ‘werken naar vermogen’ centraal. Ofwel: ‘Het gaat niet om wat uw werknemer niet meer kan, maar om wat uw werknemer nog wel kan.’ Als een werknemer ziek wordt, dan moet u er samen met hem alles aan doen om hem weer aan het werk te laten gaan. Als werkgever heeft u daar uiteraard alle belang bij, zeker omdat u ook verantwoordelijk bent voor de eerste 10 jaar van arbeidsongeschiktheid. Slaagt de reïntegratie binnen twee jaar, dan komen de kosten van een WGA-uitkering niet voor uw rekening. Is uw werknemer na twee jaar nog ziek, dan kan hij een WIA-uitkering krijgen. Een van de uitgangspunten van de WIA is dat werken, en dus ook weer of meer werken, lonend moet zijn. De WIA beoordeling kent een drietal uitkomsten:
2. WGA-premie De hoofdregel is dat het UWV deze uitkeringen uitvoert en de kosten voor rekening van u komen. U betaalt hiervoor WIA-premie. Deze premie bestaat uit een vaste basispremie en een gedifferentieerde premie, die afhankelijk is van het risico. Als een werknemer vervolgens recht heeft op een WGA-uitkering, dan betaalt u deze gedurende de eerste 10 jaar zelf. Na 10 jaar wordt deze uitkering door UWV betaald. Deze wordt dan gefinancierd uit de basispremie. Heeft een werknemer recht op een IVA-uitkering? Dan wordt deze ook betaald door UWV en gefinancierd uit de basispremie. U kunt als gemeente Eigen Risicodrager worden voor de gedifferentieerde premie van de WGA. U kunt vervolgens de WGA-uitkeringen zelf gaan betalen aan uw (ex-)werknemers of dit risico verzekeren bij een private verzekeraar. In alle gevallen blijft het UWV verantwoordelijk voor de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid en het vaststellen van de hoogte van de uitkering.
WGA Eigen Risicodragerschap voor gemeenten
pagina 2 van 8
Alle WGA-uitkeringen van werkgevers die in het publieke stelsel zitten, worden betaald vanuit de gedifferentieerde premie. In de afgelopen jaren hebben een groot aantal werkgevers ervoor gekozen om dit risico onder te brengen bij een private verzekeraar. Hierdoor wordt de groep werkgevers waarover de WGA-uitkeringen worden omgeslagen kleiner, waardoor de premie waarschijnlijk in de toekomst nog meer zal stijgen. Werkgevers die WGA Eigen Risicodrager zijn geworden, betalen alleen premie over hun individuele werkgeversrisico.
3. Argumenten om te kiezen voor WGA Eigen Risicodragerschap Er zijn een aantal argumenten om te besluiten om WGA Eigen Risicodrager te worden.
Mogelijke afschaffing publieke stelsel In het regeerakkoord zijn afspraken gemaakt over bezuinigingen bij het UWV. De komende regeerperiode moet er 30 tot 40 procent worden bezuinigd. De voorzitter van het UWV, Joop Linthorst, gaf in zijn nieuwjaarsspeech aan dat het nog niet helemaal duidelijk is op welke plekken er precies gesneden gaat worden. Wel voorziet hij dat het uitvoeringsbudget van het UWV in 2015 ongeveer 600 miljoen euro lager is dan nu. Er zijn plannen om de WGA volledig te privatiseren. U heeft dan niet langer de mogelijkheid om gedifferentieerde premie aan het UWV te betalen. Als dit gebeurt, betekent dit voor uw gemeente dat u het risico zelf moet dragen of bij een verzekeraar moet gaan verzekeren. De bestaande WGAschadelast zal niet door verzekeraars worden overgenomen. U gaat hier dan mogelijk een extra restpremie voor betalen aan het UWV. De schattingen van deze premie liggen rond de 0,5% over de totale loonsom gedurende tien jaar!
Kostenontwikkeling publieke WGA-premie De gemiddelde gedifferentieerde premie bij het UWV is de afgelopen jaren gestegen. Ook zijn een aantal parameters aangepast waardoor u bij instroom jaarlijks meer gaat betalen. Voor het berekenen van de premie bij het UWV wordt gewerkt met een correctiefactor. Deze factor bepaalt in welke mate WGA-instroom van uw werknemers wordt doorbelast in uw gedifferentieerde premie. Deze correctiefactor is de afgelopen jaren gestegen van 0,69 in 2009 tot 1,96 in 2011. Ook de komende jaren zal de gedifferentieerde WGA premie waarschijnlijk blijven stijgen.
Premie onder druk door aantal uittreders Ieder half jaar treedt weer een grote groep bedrijven uit. Dit zorgt ervoor dat er steeds minder bedrijven bij het UWV blijven én ook voor een verdere premiestijging bij het UWV. Doordat het UWV werkt met een omslagstelsel is de premie veel gevoeliger voor schommelingen in het werknemersbestand. Op basis van het bovenstaande is het voor iedere gemeente in ieder geval zinvol een analyse te laten maken en een advies te krijgen over de verschillende opties.
WGA Eigen Risicodragerschap voor gemeenten
pagina 3 van 8
4. Specifieke regels voor gemeenten De gemeente heeft als werkgever een aantal uitzonderingen op het gebied van WGA Eigen Risicodragerschap.
U hoeft zich niet verplicht te verzekeren Bedrijven zijn verplicht te kiezen voor het UWV of een private verzekeraar. Kiest een bedrijf voor een private verzekeraar, dan meldt het bedrijf dit aan de Belastingdienst. De private verzekeraar geeft vervolgens een garantieverklaring af aan de Belastingdienst waarin staat dat de verzekeraar garant staat voor het risico van de WGA-uitkeringen. Als u als gemeente besluit om weg te gaan bij het UWV, betekent dit niet dat u zich verplicht bij een verzekeraar hoeft te verzekeren. U kunt ervoor kiezen om dit risico zelf te dragen. U bent dan verantwoordelijk voor de eerste 10 jaar van alle WGA-uitkeringen van uw (ex-)werknemers. Veel gemeenten kiezen er toch voor om dit risico bij een verzekeraar onder te brengen. Het voordeel van het verzekeren bij een private verzekeraar is dat bij een verzekeraar een vaste premie wordt betaald, zodat u kunt budgetteren wat de WGA-kosten voor uw gemeente zullen zijn. Verzekeraars geven daarnaast vaak premiegaranties af voor meerdere jaren, zodat u niet jaarlijks met premieschommelingen wordt geconfronteerd.
Leerkrachten in het openbaar onderwijs Leerkrachten in het openbaar onderwijs in dienst van de gemeente vallen per 1 juli 2011 onder het WGA eigen risicodragerschap. Momenteel geldt nog een uitzondering dat een gemeente wel eigen risicodrager kan worden voor de WGA uitkeringen maar dat u deze keuze niet kon maken voor het onderwijzend personeel van het openbaar onderwijs dat in dienst is bij de gemeente. Per 1 juli 2011 wordt deze uitzonderingssituatie opgeheven. U kunt vanaf dat moment voor al uw personeel Eigen Risicodrager voor de WGA-uitkering worden.
Vergelijk Thoma Assurantie- en Pensioenadviseurs biedt van een groot aantal verzekeraars oplossingen voor het Eigen Risicodragerschap WGA. Op basis van een risico-inventarisatie vragen wij offertes op van verschillende private verzekeraars en vergelijken deze onderling en ten opzichte van het UWV. In veel gevallen is de premie bij een private verzekeraar lager dan bij het UWV. Het onderbrengen van het WGA-risico bij een private verzekeraar biedt daarnaast veel voordelen op het gebied van reïntegratie en preventie.
WGA Eigen Risicodragerschap voor gemeenten
pagina 4 van 8
Bijlage 1 Thoma Assurantie- en Pensioenadviseurs
Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2011 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, Gelet op artikel 38 van de Wet financiering sociale verzekeringen; Besluit:
Artikel 1 Voor de berekening van de gedifferentieerde premie op grond van artikel 38 van de Wet financiering sociale verzekeringen over het jaar 2011 worden voor alle takken van bedrijf en beroep de navolgende premies en parameters vastgesteld: Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2010
2011
2010
2009
Gemiddelde premieplichtig loon Grens grote/kleine werkgever Gemiddelde percentage Maximumpremie grote werkgevers Maximumpremie kleine werkgevers Minimumpremie kleine werkgevers Minimumpremie grote werkgevers Gemiddelde werkgeversrisicopercentage Rekenpercentage Correctiefactor werkgeversrisico Correctiefactoren bij onvolledige periode werkgever
29.900 747.500 0,55% 2,20% 1,65% 0,56% 0,07% 0,28% 0,62% 1,96
29.200 730.000 0,53% 2,12% 1,59% 0,59% 0,06% 0,36% 0,59% 1,47
28.200 705.000 0,49% 1,96% 1,47% 0,27% 0,00% 0,71% 0,47% 0,69
1 jaar bekend
5,00
5,00
5,00
2 jaar bekend
2,50
2,50
2,50
3 jaar bekend
1,66
1,66
1,66
4 jaar bekend
1,25
1,25
1,25
Artikel 2 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2011.
Artikel 3 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Amsterdam, 2 augustus 2010 Voorzitter Raad van bestuur, J.M. Linthorst.
WGA Eigen Risicodragerschap voor gemeenten
pagina 5 van 8
Toelichting Algemeen Op grond van artikel 38, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) stelt Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) een voor alle takken van bedrijf en beroep gelijk rekenpercentage en gemiddelde percentage vast. In het Besluit Wfsv zijn regels gesteld over de wijze waarop het rekenpercentage en het gemiddelde percentage worden vastgesteld. Tevens zijn daarin regels gesteld over de wijze waarop de opslag of korting wordt berekend en regels over de percentages die ten hoogste aan een werkgever in rekening mogen worden gebracht en die ten minste in rekening moeten worden gebracht.Op grond van het Besluit Wfsv stelt UWV een aantal parameters vast die dienen als basis voor de vaststelling van de individuele premie WGA voor de werkgever. De parameters gelden voor de premie verschuldigd over het premieplichtige loon in het jaar 2011.
Gemiddelde premieplichtige loon Het gemiddelde premieplichtige loon dient als basis voor het onderscheid tussen grote en kleine werkgevers. Kleine werkgever is de werkgever te wiens laste in het tweede kalenderjaar (2009) dat aan het premiejaar (2011) vooraf is gegaan, een premieplichtig loon is gekomen dat gelijk is aan of minder bedraagt dan 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon (€ 747.500); grote werkgever is de werkgever te wiens laste in dat jaar een premieplichtig loon is gekomen dat meer bedraagt dan 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon.
Gemiddelde percentage Het gemiddelde percentage is het percentage bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel b, van de Wfsv, en artikel 2.8 van het Besluit Wfsv. Dit percentage is het totaalbedrag van de in 2011 verwachte lasten verminderd met de verwachte niet-premiebaten van de Werkhervattingskas, vermenigvuldigd met honderd, welke uitkomst wordt gedeeld door het totaalbedrag van het in het premiejaar verwachte premieplichtige loon én te betalen uitkeringen.
Rekenpercentage Het rekenpercentage, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel a, van de Wfsv en artikel 2.7 van het Besluit Wfsv, wordt afgeleid van het gemiddelde percentage. Daarbij wordt gecorrigeerd voor het effect van de maximumpremie op de premieopbrengst en de verplichting om een voldoende reserve voor de Werkhervattingskas te vormen en in stand te houden.
Maximumpremie Artikel 2.14, eerste lid, van het Besluit Wfsv bepaalt dat de gedifferentieerde premie voor grote werkgevers ten hoogste vier maal het gemiddelde percentage is en voor kleine werkgevers ten hoogste drie maal het gemiddelde percentage. Het maximum vloeit voort uit de vaststelling van het gemiddelde percentage.
Minimumpremie In artikel 2.14, tweede lid, van het Besluit Wfsv is bepaald op welke wijze de minimumpremie wordt berekend. De minimumpremie voor grote werkgevers is ten minste nihil.
Gemiddelde werkgeversrisicopercentage Het gemiddelde werkgeversrisicopercentage is het percentage bedoeld in artikel 2.9, derde lid, van het Besluit Wfsv, en is kort gezegd het quotiënt van de uitkeringslasten WAO en WGA 2009, gedurende de periode van vijf jaar vanaf de dag van ingang, bedoeld in artikel 117 en artikel 117b Wfsv, dus ingegaan in de periode 2004 tot en met 2009, en het gemiddelde premieplichtige loon in de jaren 2005 tot en met 2009.
WGA Eigen Risicodragerschap voor gemeenten
pagina 6 van 8
Correctiefactor werkgeversrisico De spreiding van de individuele werkgeversrisicopercentages wordt in lijn gebracht met het gemiddelde percentage door de afwijkingen van deze werkgeversrisicopercentages ten opzichte van het gemiddelde werkgeversrisicopercentage te vermenigvuldigen met een correctiefactor.Deze correctiefactor is in artikel 2.9, twaalfde lid, van de Wfsv gedefinieerd als een breuk met als teller het gemiddelde percentage en als noemer het gemiddelde werkgeversrisicopercentage.
Correctiefactor ontbrekende jaren Voor werkgevers die niet gedurende de gehele periode die bepalend is voor het individueel en het gemiddelde werkgeversrisicopercentage (berekeningstijdvak) werkgever zijn geweest, is in artikel 2.12 van het Besluit Wfsv een correctie voorgeschreven op het individueel werkgeversrisicopercentage. De correctie doet zich voor indien de werkgever is gestart vóór 2009, maar niet gedurende de gehele periode van 2005 tot en met 2009 werkgever is geweest, of de werkgever heeft binnen de periode van 2005 tot en met 2009 een periode waarin hij geen werknemers heeft gehad en dus geen werkgever is geweest. In deze situaties kan een individueel werkgeversrisicopercentage worden bepaald over een onvolledige periode. Voor ieder ontbrekend jaar wordt een correctie toegepast. De correctiefactor is berekend door het gemiddelde werkgeversrisicopercentage over de periode van 2005 tot en met 2009 te delen door het gemiddelde werkgeversrisicopercentage over het aantal beschikbare jaren.
Startende werkgever De grote werkgever die in 2009, 2010 of 2011 start, betaalt op grond van artikel 2.13 van het Besluit Wfsv, het rekenpercentage, de kleine werkgever die in 2009, 2010 of 2011 start, betaalt de minimumpremie voor kleine werkgevers. Er kan namelijk geen individueel werkgeversrisicopercentage worden bepaald. Aan de hand van de loonsom in het jaar waarin de werkgever is gestart wordt bepaald of de werkgever een grote of een kleine werkgever is.
Opslagen/kortingen De individuele opslag of korting voor een werkgever is gelijk aan het individuele werkgeversrisicoper-centage, bedoeld in artikel 2.9, tweede lid, van het Besluit Wfsv, verminderd met het gemiddelde werkgeversrisicopercentage (art. 2.9, derde lid, Besluit Wfsv), vermenigvuldigd met de correctiefactor werkgeversrisico.
Inwerkingtreding Het onderhavige besluit treedt in werking op 1 januari 2011. Voorzitter Raad van bestuur, J.M. Linthorst.
WGA Eigen Risicodragerschap voor gemeenten
pagina 7 van 8
Een nadere kennismaking! Thoma Assurantie- en Pensioenadviseurs Sinds de oprichting in 1959 is de Thoma Groep inmiddels uitgegroeid naar een onderneming met vestigingen in Borne, Brummen, Deventer, Doetinchem, Lochem en Rijssen. Met 6 vestigingen en 70 medewerkers is Thoma Assurantieen Pensioenadviseurs de grootste onafhankelijke speler in OostNederland met een ruime ervaring in de financiële dienstverlening. We staan bekend om onze professionele analyse van pensioenen verzekeringspakketten, onze snelle, gedegen offertes en de voortvarende afhandeling. Zowel particulieren als bedrijven, waaronder beursgenoteerde ondernemingen, maken dankbaar gebruik van onze expertise. Deze expertise is terug te vinden in onze diverse specialistenbureaus; een Bedrijvenbureau voor zakelijke schadeverzekeringen; een Employee Benefitsbureau voor alle arbeidsongeschiktheid- en werknemersvoorzieningen; een Pensioenbureau voor alle inkomensvoorzieningen; en een Hypothekenbureau voor allerlei financieringen. Daarnaast is de Thoma Groep gevolmachtigde van diverse grote maatschappijen, waarmee de schadeafhandeling direct en rechtstreeks gedaan kan worden. Hierdoor kan de Thoma Groep zich met recht ‘Regisseur in financiële zaken’ noemen.
Vestigingen Lochem Larenseweg 50 Telefoon zakelijk Fax
Borne 0573 251 251 0573 257 100
Brummen Marktplein 11 Telefoon zakelijk Fax
074 255 62 92 074 266 02 02
Deventer 0573 567 268 0575 567 957
Doetinchem Plantsoenstraat 91 Telefoon zakelijk Fax
Grotestraat 216 Telefoon zakelijk Fax
Mr. H.F. de Boerlaan 22 Telefoon zakelijk 0570 616 234 Fax 0570 615 808
Rijssen 0314 393 465 0314 324 949
Enterstraat 28 Telefoon zakelijk Fax
0548 518 273 0548 540 541
Postadres Postbus 16, 7240 AA Lochem E-mail: Website:
[email protected] www.thomagroep.nl
WGA Eigen Risicodragerschap voor gemeenten
pagina 8 van 8