1
Uitwerkingen / waardering
Toets 3B1
VWO 6
MO
Voorbereidend
onderdeel 631
Wetenschappelijk Onderwijs
Toets: Afdeling: PTA aanduiding: Tijdsduur: Weging SE: Herkansbaar: De toets bestaat uit: Punten maximum Hulpmiddelen:
Voor de toets zijn maximaal .. punten te behalen; de toets bestaat uit .. vragen verdeeld over .. opgaven. Voor elke vraag is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt.
M&O A6 Toets 631 80 minuten 15% ja
Diagnost toets 20
.. vragen ( 7 pag.)
12
.. punten Grafische Rekenmachine
Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. Berekening cijfer: 9 * ( Sll / Smax ) + N Sll
= door leerling gescoorde punten
Smax = maximaal te scoren punten N
= normeringsterm Veel succes, J. Pluijmen
2
Opgave 1
(Σ6p) puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 10 minuten) per vraag - nummer
Gevraagd
(1p)
1 2 3 4
(2p)
5
Wat is het kenmerk van een wettelijke reserve? Wat is het doel van de dividendreserve? Wat zijn tantièmes? Wat is het kenmerk van een pensioenvoorziening en wat van een belastingvoorziening? Geef twee voorbeelden van overlopende passiva.
6
Om een onderhandse lening af te lossen van € 1.200.000 geeft een naamloze vennootschap aandelen uit met een nominale waarde van € 5 (agio per aandeel € 3). Bereken hoeveel aandelen uitgegeven moeten worden.
(1p) (1p) (1p)
(2p)
1 Deze mag (van de wetgever) niet worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. 2 Met betrekking tot de dividendreserve past de nv een politiek van dividendstabilisatie toe waarbij men ernaar streeft elk jaar een zoveel gelijkblijvend dividendpercentage uit te keren. 3 Een winstuitkering aan commissarissen, directieleden en andere personeelsleden. 4 Het betreft verplichtingen die in de toekomst liggen maar waarvan de omvang niet precies bekend is (maar wel redelijk is in te schatten). 5 Nog te betalen bedragen en vooruitontvangen bedragen. 6
€ 1.200.000 = 150.000 aandelen €8
3
Opgave 2
(Σ12p)
puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 15 minuten) per vraag - nummer
Gegeven De balans van SAV nv per 31 december 2007 is als volgt: Balans per 31 december 2007 Vaste activa Vlottende activa Kas
€ 8.400.000 € 4.700.000 € 5.000
Aandelenkapitaal Agioreserve Algemene reserve 5% Hypothecaire lening Crediteuren Rabobank
€ 13.105.000
€ € € € € €
5.000.000 1.200.000 605.000 4.600.000 1.100.000 600.000
€ 13.105.000
In januari 2008 worden de volgende besluiten van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders uitgevoerd: 1 Er wordt voor een bedrag van € 1.000.000 aan aandelen gecreëerd, waarvan voor € 700.000 via de bank wordt geplaatst tegen de koers van € 1,50. Alle aandelen hebben een nominale waarde van € 1. 2 Op de hypothecaire lening wordt per Rabobank € 1.000.000 afgelost. 3 Er zijn voorraden gekocht voor € 600.000 exclusief € 114.000 omzetbelasting. Hiervan is 30% per Rabobank betaald, de overige 70% wordt de volgende maand betaald.
Gevraagd 7
(6p)
Stel een nieuwe balans samen, waarop de besluiten 1 tot en met 3 zijn verwerkt.
7 Balans SAV nv (na de besluiten a t/m c) Vaste activa Vlottende activa1) Te vorderen OB Kas
€ 8.400.000 € 5.300.000 € 114.000 € 5.000
Aandelenkapitaal Aandelen in portefeuille Geplaatst aandelenkapitaal Agioreserve2) Algemene reserve 5% Hypothecaire lening3) Crediteuren4) Rabobank5)
€ 13.819.000
1) 2) 3) 4) 5)
€ 5.300.000 = € 4.700.000 + € 600.000 € 1.550.000 = € 1.200.000 + € 350.000 € 3.600.000 = € 4.600.000 – € 1.000.000 € 1.599.800 = € 1.100.000 + € 499.800 (70% × € 714.000) € 764.200 = € 600.000 – € 1.050.000 + € 1.000.000 + € 214.200 (30% × € 714.000)
€ € € € € € € €
6.000.000 300.000 5.700.000 1.550.000 605.000 3.600.000 1.599.800 764.200
€ 13.819.000
4
Opgave 3
(Σ12p) puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 15 minuten) per vraag - nummer
Gegeven Arkem nv heeft vier jaar geleden vijf machines voor elk € 100.000 aangeschaft. De restwaarde is nihil. De machines worden per jaar met 20% van de aanschafprijs afgeschreven. Na vier jaar stijgt de actuele waarde tot € 125.000 per machine. Arkem nv past de actuele waarde toe.
Gevraagd (1p) (1p) (2p)
8 9 10
Bereken (na vier jaar) de boekwaarde voor de herwaardering. Bereken (na vier jaar) de boekwaarde na de herwaardering. Bereken de jaarlijkse totale afschrijving na de stijging van de actuele waarde.
8 De boekwaarde voor herwaardering is 20% van 5 × € 100.000 = € 100.000. 9 De stijging is 25%. De boekwaarde na herwaardering is 125% van € 100.000 = € 125.000. 10 De jaarlijkse totale afschrijving is 125% van 20% × € 500.000 = € 125.000.
Opgave 4
(Σ12p) puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 15 minuten) per vraag - nummer
Gegeven Pieket nv heeft enkele jaren geleden voor nominaal € 2.000.000 aan converteerbare obligaties geplaatst. De obligaties hebben elk een nominale waarde van € 1.000. Vanaf 1 januari 2008 bestaat voor de houders van de converteerbare obligaties de mogelijkheid de obligaties om te wisselen in aandelen: een obligatie met een bijbetaling van € 200 geeft recht op 50 aandelen van elk € 10 nominaal. Aan de creditzijde van de balans per 31 december 2007 komen onder andere de volgende posten voor: Gedeeltelijke balans Aandelenkapitaal Aandelen in portefeuille
€ €
Algemene reserve Agioreserve Converteerbare obligatielening Bank
€ € € € €
7.000.000 4.000.000 –––––––––– 3.000.000 2.000.000 600.000 2.000.000 500.000
In januari 2008 maken houders van 800 obligaties gebruik van hun conversierecht: 800 obligaties worden omgewisseld in aandelen. De bijbetaling vindt per bank plaats.
Gevraagd (2p) (2p) (1p) (2p)
11 12 13 14
Noem twee voordelen van een converteerbare obligatielening voor de onderneming. Noem twee voordelen van een converteerbare obligatielening voor de belegger. Bereken de conversiekoers in euro’s en in procenten. Stel de (gedeeltelijke) creditkant van de balans van Pieket nv op per 31 januari 2008 na conversie van 800 obligaties.
5
11 – Via een omweg wordt toch eigen vermogen aangetrokken. – Over converteerbare obligaties wordt (doorgaans) een lager interestpercentage vergoed dan over gewone obligaties. 12 – De belegger kan bij conversie koerswinst maken. – Als het met de onderneming niet zo goed gaat, gaat de belegger niet tot conversie over, maar ontvangt hij na verloop van tijd de aflossing (het initiatief tot conversie ligt dus bij de belegger). – De belegger ontvangt een vast interestinkomen. – Bij liquidatie ontvangt de houder van een converteerbare obligatie eerder zijn geld terug dan de aandeelhouder. 13
€ 1.000 € 200 = € 24 50 24 Dit is × 100% = 240% 10
14 Per 2 obligaties: Geplaatst aandelenkapitaal Agioreserve Converteerbare obligatielening Bank
Per 800 obligaties (alle bedragen × 400): Geplaatst aandelenkapitaal +€ Agioreserve +€ Converteerbare obligatielening –€ Bank –€
+ € 1.000 + € 1.400 – € 2.000 – € 400
400.000 560.000 800.000 160.000
Gedeeltelijke creditkant van de balans per 31 januari 2008: Aandelenkapitaal Aandelen in portefeuille
€ 7.000.000 € 3.600.000 € 3.400.000 € 2.000.000 € 1.160.000 € 1.200.000 € 340.000
Algemene reserve Agioreserve Converteerbare obligatielening Bank
Vraag
1a
1b
1c
1d
1e
1f
2
3a
3b
3c
4a
4b
4c
4d
Punten
1
1
1
1
2
2
6
2
2
1
2
2
3
4
Totaal aantal punten: 30
Cijfer:
score 9+1 30
6
Hoofdstuk 41 ■ Regels voor de winst-en-verliesrekening ■ Toets B Opgave 5
(Σ12p) puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 15 minuten) per vraag - nummer
Gevraagd (1p) (2p) (2p) (1p)
15 16 17 18
Wat is het doel van de externe winst-en-verliesrekening? Uit welke onderdelen bestaat de toelichting op de winst-en-verliesrekening? Noem drie waarderingsgrondslagen voor de voorraden. Welke term gebruikt men voor het verschil tussen het bruto-omzetresultaat en het netto-omzetresultaat?
15 Deze dient om verantwoording af te leggen (met name aan de aandeelhouders). 16 – het systeem van afschrijven op de activa – waarderingsgrondslag van de activa 17 Fifo, lifo, vaste verrekenprijs, actuele waarde 18 Overheadkosten
7
Opgave 6
(Σ12p) puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 15 minuten) per vraag - nummer
Gegeven De administrateur van een industriële onderneming heeft per 31 december 2007 de eindtotalen van de volgende rekeningen verzameld (alle bedragen × € 1.000): Gebouwen 12.510 Fortis Bank (vordering) 5.400 Afschrijvingskosten 590 5% Hypothecaire lening 9.600 Aandelen in portefeuille 13.500 Verkoopkosten 120 Rentebaten 10 Concessies 195 Voorziening groot onderhoud 120 Te betalen bedragen 1.938 Effecten (< 1 jaar) 543 Algemene kosten 110 Netto-omzet 12.475 Maatschappelijk aandelenkapitaal 30.000 Voorraad gereed product 5.700 Machines 8.220 Belastingvoorziening 60 Vordering op groepsmaatschappij 105 Rentelasten 215 Voorraad grondstoffen 375 Vooruitontvangen bedragen 30 Crediteuren 480 Inventaris 675 Debiteuren 585 Kosten van de productie 8.150 Herwaarderingsreserve 1.800 Nog te ontvangen bedragen 45 Algemene reserve 3.000 Onderhandse lening 4.770 Goodwill 2.220 Agioreserve 2.400 Deelnemingen 7.275 Voorraad goederen in bewerking 135 Kas 15
Gevraagd (5p)
19
(6p)
20
Stel (in paginavorm) de winst-en-verliesrekening over 2007 samen. Gebruik daarbij onder andere de volgende termen: bruto-omzetresultaat, netto-omzetresultaat, financieringsresultaat, resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening en nettowinst uit gewone bedrijfsuitoefening. De vennootschapsbelasting is 25%. Stel de balans op per 31 december 2007 (in paginavorm). Onderscheid daarbij de volgende categorieën: immateriële vaste activa, materiële vaste activa, financiële vaste activa, vlottende activa, liquide middelen, eigen vermogen, voorzieningen, vreemd lang vermogen en vreemd kort vermogen.
8
Winst-en-verliesrekening over 2007 Netto-omzet Inkoopwaarde van de omzet Bruto-omzetresultaat Afschrijvingskosten Verkoopkosten Algemene kosten Overheadkosten Netto-omzetresultaat Rentelasten Rentebaten Financieringsresultaat Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Vennootschapsbelasting 25% van € 3.300.000 Nettowinst uit gewone bedrijfsuitoefening
€ 12.475.000 € 8.150.000 ––––––––––– € 590.000 € 120.000 € 110.000 –––––––––––
€ 215.000 € 10.000 –––––––––––
€ 4.325.000
€ 820.000 –––––––––– € 3.505.000
€ 205.000 –––––––––– € 3.300.000 € 825.000 –––––––––– € 2.475.000
9 b Balans per 31 december 2007 Vaste activa Immateriële vaste activa – Concessies – Goodwill Materiële vaste activa – Gebouwen – Machines – Inventaris Financiële vaste activa – Deelnemingen – Vordering op groepsmaatschappij
Vlottende activa – Voorraad grondstoffen – Voorraad goederen in bewerking – Voorraad gereed product – Debiteuren – Nog te ontvangen bedragen – Effecten Liquide middelen – Fortis Bank – Kas
€ 195.000 € 2.220.000 ––––––––––– € 12.510.000 € 8.220.000 € 675.000 ––––––––––– € 7.275.000 € 105.000 –––––––––––
€ 2.415.000
€ 21.405.000
€ 7.380.000 ––––––––––– € 375.000 € 135.000 € 5.700.000 € 585.000 € 45.000 € 543.000 ––––––––––– € 5.400.000 € 15.000 –––––––––––
€ 31.200.000
€ 7.383.000
€ 5.415.000 ––––––––––– € 43.998.000
10 Eigen vermogen – Maatschappelijk aandelenkapitaal – Aandelen in portefeuille – – – –
€ 30.000.000 € 13.500.000 –––––––––––
Algemene reserve Agioreserve Herwaarderingsreserve Nettowinst
Voorzieningen – Voorziening groot onderhoud – Belastingvoorziening
€ 16.500.000 € 3.000.000 € 2.400.000 € 1.800.000 € 2.475.000 ––––––––––– € 120.000 € 60.000 –––––––––––
Vreemd lang vermogen – 5% Hypothecaire lening – Onderhandse lening
€ 9.600.000 € 4.770.000 –––––––––––
Vreemd kort vermogen – Crediteuren – Vooruitontvangen bedragen – Te betalen bedragen – Nog te betalen vennootschapsbelasting
€ 480.000 € 30.000 € 1.938.000 € 825.000 –––––––––––
€ 26.175.000
€
180.000
€ 14.370.000
€ 3.273.000 ––––––––––– € 43.998.000
Vraag
15
16
17
18
19
20
Punten
1
2
2
1
5
6
Totaal aantal punten: 17
Cijfer:
score 9+1 17
11
Hoofdstuk 42 ■ Liquiditeitskengetallen en cashflow ■ Toets B Opgave 7
(Σ12p) puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 15 minuten) per vraag - nummer
Gegeven In de administratie van onderneming Verhoog nv komen per 31 december 2008 de volgende rekeningen met de daarachter vermelde bedragen voor: Maatschappelijk aandelenkapitaal € 7.000.000 Te betalen interest € 140.000 ING Bank (vordering) € 1.400.000 Reserve nieuwbouw € 600.000 Rabobank (credit) € 160.000 8% Obligatielening € 1.000.000 Gebouwen € 2.100.000 Aandelen in portefeuille € 2.500.000 Inventaris € 250.000 Te betalen belastingen € 2.200.000 Debiteuren € 1.040.000 Machines € 10.700.000 Algemene reserve € 4.800.000 Voorzieningen € 800.000 Voorraden € 5.600.000 Kas € 90.000 5,5% Hypothecaire lening € 1.200.000 Crediteuren € 1.400.000 Transportmiddelen € 620.000 Agioreserve € 2.600.000 Nettowinst € ?
Gevraagd (5p)
21
Stel de balans per 31 december 2008 samen in scontrovorm; verdeel de activa in drie groepen en de passiva in vier groepen en geef de subtotalen.
Gegeven Verder is nog gegeven dat de ijzeren voorraad € 2.000.000 is en de debiteurenkern € 400.000.
Gevraagd (3) (3p) (1p) (1p) (1p)
22 23 24 25 26
Geef twee voordelen van het gebruik van kengetallen. Bereken per 31 december 2008 het werkkapitaal. Bereken in twee decimalen nauwkeurig de working capital ratio per 31 december 2008. Bereken in twee decimalen nauwkeurig per 31 december de quick ratio. Geef een oordeel over de liquiditeitspositie per 31 december 2008.
12
Gegeven Vlak voor de balansdatum had de onderneming de liquiditeitspositie een beter aanzien kunnen geven met behulp van de vordering op de ING Bank.
Gevraagd (1p) (1p) (2p)
27 28 29
Leg uit op welke wijze dat had gekund. Bepaal met behulp van de uitkomst op d per 31 december 2008 de current ratio. Bereken in twee decimalen nauwkeurig de current ratio als de onderneming de vordering op de ING Bank zou hebben gebruikt om de liquiditeitspositie een beter aanzien te geven.
21 (5p) Balans per 31 december 2008 (× € 1.000) Vaste activa Gebouwen Inventaris Machines Transportmiddelen
2.100 250 10.700 620 13.670
Vlottende activa Voorraden Debiteuren
5.600 1.040
Eigen vermogen Maatschappelijk aandelenkapitaal Aandelen in portefeuille Geplaatst Algemene reserve Agioreserve Reserve nieuwbouw Nettowinst
7.000 2.500 4.500 4.800 2.600 600 2.400 14.900
6.640 Liquide middelen ING Bank Kas
Voorzieningen 1.400 90 1.490
Vreemd lang vermogen 8% Obligatielening 5,5% Hypothecaire lening
800
1.000 1.200 2.200
Vreemd kort vermogen Crediteuren Rabobank Te betalen interest Te betalen belastingen
1.400 160 140 2.200 3.900
21.800
22 (2p)
21.800
– Met behulp van kengetallen is eenvoudig vergelijking mogelijk met voorgaande perioden/jaren van de onderneming. – Met behulp van kengetallen is eenvoudig vergelijking mogelijk met soortgelijke ondernemingen (bijvoorbeeld met ondernemingen uit dezelfde branche).
23 (3p) Voorraden: € 5.600.000 – € 2.000.000 = € 3.600.000 Debiteuren: € 1.040.000 – € 400.000 = € 640.000 –––––––––– € 4.240.000 Liquide middelen: € 1.490.000 –––––––––– €5.730.000 Vreemd kort vermogen: €3.900.000 –––––––––– €1.830.000 € 1.830.000 24 (1p) = 0,47 € 3.900.000
13 € 640.000 € 1.490.000 = 0,55 € 3.900.000
25(1p) 26(1p)
Uit de uitkomsten 24 en 25 blijkt dat de liquiditeitspositie te wensen over laat: de onderneming kan de schulden op korte termijn niet betalen.
27(1p)
De vordering op de ING Bank had de onderneming kunnen gebruiken om de schuld op korte termijn te verminderen (door bijvoorbeeld de schuld aan de Rabobank af te lossen en de schuld aan de leveranciers te verminderen).
28(1p)
Current ratio = working capital ratio + 1 = 0,47 + 1 = 1,47
29(2p)
€ 4.240.000 € 90.000 € 4.330.000 = 1,73 € 3.900.000 € 1.400.000 € 2.500.000
Opgave 8
(Σ13p) puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 15 minuten) per vraag - nummer
Gegeven De balansen van Beter Best nv zien er na winstverdeling aan het eind van de jaren 2007 en 2008 als volgt uit: Balansen per 31 december (× € 1.000) Vaste activa Vlottende activa Liquide middelen
2007
2008
1.490 310 40
1.670 520 210
1.840
2.400
Geplaatst aandelenkapitaal Algemene reserve Agioreserve Hypothecaire lening Onderhandse lening Crediteuren Te betalen brutodividend Rekening-courantkrediet
2007
2008
500 300 200 360 250 160 50 20
700 350 330 340 220 350 70 40
1.840
2.400
Verdere gegevens: – Begin 2009 moet op de onderhandse lening € 20.000 afgelost worden. – In 2008 werd op vaste activa € 160.000 afgeschreven. – In de loop van 2008 werd (als voorheffing) € 40.000 aan vennootschapsbelasting aan de fiscus afgedragen. – De nominale waarde per aandeel is € 0,50. – De vennootschapsbelasting is 25% en de dividendbelasting is 15%.
Gevraagd (2p)
30
(2p)
31
(2p)
32 33 34 35
(2p) (2p) (1p)
Is de liquiditeitspositie in de loop van 2008 verbeterd of verslechterd? Maak in je antwoord gebruik van de current ratio. Geef twee beperkingen van het beoordelen van de liquiditeitspositie aan de hand van een kengetal. Bereken per 31 december 2008 de cashflow. Bereken welk bedrag in 2008 werd geïnvesteerd in vaste activa. Uit welke rekeningen blijkt dat er in 2008 aandelen werden geëmitteerd? Bereken het aantal aandelen dat in 2008 werd geëmitteerd.
14 (2p)
36
Bereken hoeveel (cash)dividend een aandeelhouder in handen krijgt die 100 aandelen in bezit heeft (alle aandeelhouders per 31 december 2008 delen mee in de winst over 2008).
15
30(2p)
Current ratio per 1 januari 2008: € 310.000 € 40.000 € 350.000 = 1,52 € 160.000 € 50.000 € 20.000 € 230.000 Current ratio per 31 december 2008: € 520.000 € 210.000 € 730.000 = 1,52 € 350.000 € 70.000 € 40.000 € 20.000 € 480.000 De current ratio is (vrijwel) gelijk gebleven dus de liquiditeitspositie is in 2008 niet verbeterd of verslechterd (de liquiditeitspositie laat overigens wel te wensen over).
31(2p)
– We hebben te maken met een momentopname. – Uit de balans(en) blijken de tijdstippen niet waarop ontvangsten en uitgaven plaatsvinden. – Uit de balans blijkt de dispositieruimte van de bank niet.
32(2p)
De nettowinst is gelijk aan de toename van de algemene reserve + het brutodividend = € 50.000 + € 70.000 = € 120.000. De vennootschapsbelasting is 25% (= € 40.000) en de nettowinst is 75% van het resultaat uit gewone 75 bedrijfsuitoefening: de nettowinst is × € 40.000 = € 120.000. 25 De cashflow = € 120.000 + € 160.000 (de afschrijvingen) = € 280.000
Of:
33(2p) 34(2p)
€ 1.670.000 – € 1.490.000 + € 160.000 = € 340.000 Uit geplaatst aandelenkapitaal en agioreserve.
35(1p)
€ 200.000 = 400.000 aandelen € 0,50
36(2p)
Dividendpercentage:
€ 70.000 × 100% = 10% € 700.000
10% van 100 × € 0,50 = dividendbelasting 15% =
Of:
€5 € 0,75 ––––– € 4,25 € 700.000 Aantal aandelen = = 1.400.000 € 0,50
Brutodividend per 100 aandelen:
€ 70.000 = € 5; 85% × € 5 = € 4,25 14.000
Vraag
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
Punten
5
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
2
2
2
1
2
Totaal aantal punten: 30
Cijfer:
score 9+1 30
16
Hoofdstuk 43 ■ Overige kengetallen ■ Toets B Opgave 9
(Σ12p) puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 15 minuten) per vraag - nummer
Gegeven Van onderneming Van Koppen zijn de volgende balansen per 31 december 2007 (na winstverdeling) en 31 december 2008 (voor winstverdeling) verstrekt: Balansen per 31 december (× € 1.000) Gebouwen Machines Inventaris Auto’s Voorraden Debiteuren Liquide middelen
2007
2008
750 1.245 105 710 660 285 195
720 1.665 90 660 765 360 240
3.950
4.500
Aandelenkapitaal Agioreserve Algemene reserve Nettowinst 8% Hypothecaire lening Schulden op korte termijn Te betalen vennootschapsbelasting
2007
2008
1.100 545 880 – 600 825 –
1.200 620 880 600 585 415 200
3.950
4.500
Winst-en-verliesrekening over 2008 (× € 1.000) Inkoopwaarde van de omzet Afschrijvingskosten gebouwen Afschrijvingskosten machines Afschrijvingskosten inventaris Afschrijvingskosten auto’s Interestkosten Overige kosten Winstsaldo
7.650 30 345 60 90 75 550 800 9.600
Omzet
9.600
9.600
De nettowinst over 2008 wordt als volgt verdeeld: Dividend € 300.000 Toevoeging aan de algemene reserve € 200.000 Tantièmes € 100.000 ––––––––– € 600.000 Verdere gegevens: – Van de voorraden behoort 20% tot de ijzeren voorraad; van de debiteuren behoort 30% tot de debiteurenkern. – De aflossingen op het vreemd vermogen vinden gemiddeld halverwege het jaar plaats. – In 2008 werden nieuwe aandelen geplaatst per 1 juli. Deze aandelen delen volledig mee in de winst over 2008. De aandelen hebben een nominale waarde van € 20. De koers van de aandelen bedraagt per 31 december 2008 € 40. – De winst over 2008 is gelijkmatig gespreid over het jaar verkregen. – De vennootschapsbelasting over 2008 wordt evenals het dividend en de tantièmes begin 2009 afgedragen.
17
Gevraagd Ga bij de beantwoording van de vragen a tot en met d uit van de balansen per 31 december 2007 en 2008 ná verdeling van de nettowinst. (3p)
37
(2p)
38 39 40
(2p) (2p)
Beoordeel de liquiditeitsontwikkeling in 2008 met behulp van de working capital ratio (vergelijk hiertoe de working capital ratio per 31 december 2007 met de working capital ratio per 31 december 2008). Beoordeel de liquiditeitsontwikkeling in 2008 aan de hand van de current ratio. Beoordeel de liquiditeitsontwikkeling in 2008 aan de hand van de quick ratio. Beoordeel de solvabiliteitsontwikkeling in 2008 aan de hand van een kengetal. Ga bij de beantwoording van de vragen e tot en met i uit van de balans per 31 december 2007 en de balans per 31 december 2008 vóór verdeling van de nettowinst.
(2p) (1p) (2p) (1p) (2p) (2p) (1p) (2p) (2p) (2p) (3p)
41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51
Bereken over 2008 het gemiddeld eigen vermogen. Bereken in één decimaal nauwkeurig de REV over 2008. Bereken over 2008 het gemiddeld vreemd vermogen. Bereken over 2008 het interestpercentage over het vreemd vermogen (IVV) in één decimaal nauwkeurig. Bereken in één decimaal nauwkeurig de RTV over 2008. Bereken de cashflow per 31 december 2008. Om welke reden is de nettowinst een minder goede maatstaf voor de mate van winstgevendheid van een onderneming dan de cashflow? Bereken de koers waartegen in 2008 de nieuwe aandelen zijn geplaatst. Bereken per 31 december 2008 het brutodividend per aandeel. Bereken per 31 december 2008 het dividendrendement. Bereken het bedrag dat in 2008 in vaste activa werd geïnvesteerd.
Gegeven Begin 2009 wordt op de hypothecaire lening € 15.000 afgelost.
(2p) (2p) (2p)
52 53 54
Gevraagd Wat is de invloed van deze aflossing op de liquiditeit? Motiveer het antwoord. Wat is de invloed van deze aflossing op de solvabiliteit? Motiveer het antwoord. Wat is de invloed van deze aflossing op de REV over 2009? Motiveer het antwoord.
18
Hoofdstuk 43 ■ Overige kengetallen ■ Uitwerking toets B 37(3p)
31 december 2007 80% × 660 = 528 70% × 285 = 199,5 ––––– 727,5 195 ––––– 922,5
Vlottende activa: voorraden debiteuren Liquide middelen
31 december 2008 80% × 765 = 612 70% × 360 = 252 ––––– 864 240 ––––– 1.104
Schulden op korte termijn op 31 december 2008: 415 + 200 + 300 + 100 = 1.015 922,5 825 Working capital ratio 2007: = 0,12 825 1.104 1.015 Working capital ratio 2008: = 0,09 1.015 Op beide balansdata ziet de working capital ratio er zeer slecht uit; in 2008 is de working capital ratio nog enigszins verslechterd. 922,5 = 1,12 (Of: 0,12 (zie a) + 1) 825 1.104 Current ratio 2008: = 1,09 (Of: 0.09 + 1) 1.015 Op beide data is het zeer slecht gesteld met de current ratio (veel kleiner dan 2). In 2008 is de situatie nog slechter geworden.
38(2p)
Current ratio 2007:
39(2p)
Quick ratio 2007:
40(2p)
Solvabiliteit eind 2007:
41(2p)
Aandelenkapitaal Agioreserve Algemene reserve € 600.000 Nettowinst: = 2
42( 1p)
199,5 195 = 0,478 825 252 240 Quick ratio 2008: = 0,485 1.015 Ook met de quick ratio is het slecht gesteld (veel kleiner dan 1). De situatie ten aanzien van de quick ratio is in 2008 niet verder verslechterd.
€ 3.950.000 × 100% = 277% € 600.000 € 825.000 € 4.500.000 Solvabiliteit eind 2008: × 100% = 281% € 585.000 € 1.015.000 De solvabiliteit is op beide data uitstekend en is in 2008 nog iets verbeterd.
REV =
€ 1.150.000 € 582.500 € 880.000 €
300.000
––––––––––– € 2.912.500
€ 600.000 × 100% = 20,6% € 2.912.500
19 43(2p)
8% Hypothecaire lening Schulden op korte termijn
€ 592.500
(incl. de te betalen vennootschapsbelasting)
€ 720.000= –––––––––– € 1.312.500
€ 825.000 € 415.000 € 200.000 2
€ 75.000 × 100% = 5,7% € 1.312.500
44(1p)
IVV =
45(2p)
RTV =
46(2p)
Afschrijving over 2008 Nettowinst over 2008
47(1p)
De afschrijvingen beïnvloeden de nettowinst. Hoeveel en op welke wijze wordt afgeschreven, heeft geen invloed op de cashflow.
48(2p)
Opbrengst van de emissie: € 100.000 + € 75.000 = € 175.000 € 100.000 Aantal geplaatste aandelen: = 5.000 € 20
€ 600.000 € 200.000 € 75.000 € 875.000 × 100% = × 100% = 20,7% € 2.912.500 € 1.312.500 € 4.225.000
Emissiekoers:
49(2p)
€ 525.000 € 600.000 —————— €1.125.000
€ 175.000 = € 35 5.000 € 1.200.000 = 60.000 € 20
Aantal aandelen:
Brutodividend per aandeel: 50(2p)
€5 × 100% = 12,5% € 40
51(3p)
Bedragen in € 1.000
€ 300.000 =€5 60.000
Gebouwen 750 30 —— 720 720 —— –
1 januari 2008 afschrijving 31 december 2008 geïnvesteerd
Machines 1.245 345 —— 900 1.665 —— 765
Inventaris 105 60 —— 45 90 —— 45
Auto’s 710 90 —— 620 660 —— 40
Geïnvesteerd in 2008: € 850.000. 52(2p) 53(2p)
54(2p)
De liquiditeit wordt (nog) slechter: de liquide middelen nemen af (of de schulden op korte termijn zoals rekening-courantkrediet nemen toe). Als wordt afgelost met behulp van liquide middelen, wordt de solvabiliteit beter, omdat de schulden afnemen. Als wordt afgelost met behulp van rekening-courantkrediet blijft de solvabiliteit in principe onveranderd (de ene schuld komt in plaats van de andere). Doordat de hypothecaire lening afneemt, nemen de interestkosten over 2009 af waardoor de winst over 2009 toeneemt en daarmee de REV.
Vraag
37
38
39
40
41
42
43
44
45\
46
47
48
49
50
51
52
53
54
Punten
3
2
2
2
2
1
2
1
2
2
1
2
2
2
3
2
2
2
20 Totaal aantal punten: 35
Cijfer:
score 9+1 35
Hoofdstuk 44 ■ Investeringsselectie ■ Toets B Opgave 10
(Σ12p) puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 15 minuten) per vraag - nummer
Gegeven Ondernemer De Wit overweegt een investering van € 200.000. Naar verwachting levert deze investering gedurende zes jaar een cashflow op van € 55.000 per jaar. De terugverdientijd mag maximaal vier jaar zijn. Ondernemer De Wit hanteert voor deze investering een interestvoet van 14%. Gevraagd 55(2p)
55(2p)
Bereken de terugverdientijd in maanden ervan uitgaande dat de cashflows gespreid over het jaar binnenkomen. € 200.000 × 1 jaar = 3,636 jaar = 3 jaar + 8 maanden = 44 maanden € 55.000
56(3p)
Bereken de netto contante waarde van de investering ervan uitgaande dat de cashflows aan het einde van het jaar binnenkomen.
56(3p)
NCW = € 55.000 × 1,14–1 + € 55.000 × 1,14–2 + € 55.000 × 1,14–3 + € 55.000 × 1,14–4 + € 55.000 × 1,14–5 + € 55.000 × 1,14–6 – € 200.000 1 1,146 NCW = € 55.000 × – € 200.000 0,14 NCW = € 213.877 – € 200.000 = € 13.877
57(1p)
Ja, de NCW > 0 en de terugverdientijd < 4 jaar.
57(1p)
Is deze investering acceptabel? Motiveer het antwoord.
21
Opgave 11
(Σ12p) puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 15 minuten) per vraag - nummer
Gegeven De directie van Linnebank bv overweegt het product Boni op de markt te brengen. Onderzoek heeft uitgewezen dat bij een verkoopprijs van € 99,50 per stuk (exclusief btw), een jaarlijkse afzet van 10.000 eenheden Boni mogelijk is gedurende een periode van zeven jaar. Voor de fabricage van dit product moet € 1.000.000 in een productielijn geïnvesteerd worden. Voor de bediening van deze installatie zijn vier werknemers nodig, van wie de loonkosten worden geraamd op € 42.500 per persoon per jaar. Het onderhoud vergt jaarlijks € 20.000 en de energiekosten worden op € 10.000 per jaar geschat. De overige fabricagekosten (exclusief de afschrijvingskosten op de installatie) zijn € 42 per product. De verkoopkosten zijn € 12,50 per stuk. Linnebank bv verwacht dat de installatie na de gebruiksduur van zeven jaar nog een restwaarde zal hebben van € 60.000. Linnebank bv hanteert een interestvoet van 11%. De investering moet aan het begin van het eerste jaar worden betaald. De directie gaat ervan uit dat de terugverdienperiode maximaal vijf jaar is. Gevraagd 58(2p)
Bereken de jaarlijkse dekkingsbijdrage (= omzet – variabele kosten).
58(2p)
€ 10.000 (€ 99,50 – € 42 – € 12,50) = € 450.000
59(2p)
Bereken met behulp van de jaarlijkse dekkingsbijdrage dat de jaarlijkse cashflow (bestaande uit winst + afschrijving) € 250.000 is. Dekkingsbijdrage per jaar € 50.000 Jaarlijkse constante kosten (4 × € 42.500 + € 20.000 + € 10.000) € 200.000 –––––––– Jaarlijkse cashflow € 250.000
59(2p)
60(1p) 60(1p)
61(3p) 61(3p)
Bereken de terugverdienperiode ervan uitgaande dat de cashflows gespreid over het jaar binnenkomen. € 1.000.000 × 1 jaar = 4 jaar € 250.000
Bereken de netto contante waarde ervan uitgaande dat de cashflows aan het einde van het jaar binnenkomen. 1 1,117 NCW = € 250.000 × + € 60.000 × 1,11–7 – € 1.000.000 0,11 NCW = € 1.178.049 + € 28.900 – € 1.000.000 = € 206.949
62(2p)
Zal Linnebank bv het product Boni op de markt brengen? Motiveer het antwoord.
62(2p)
Ja, de NCW > 0 en de terugverdienperiode < 5 jaar.
22
Opgave 12
(Σ12p) puntenmax. vraag(geschatte werktijd: 15 minuten) per vraag - nummer
Gegeven Projectontwikkelaar Van Unen is van plan een groot bedrag in bungalowparken te investeren. Op grond van een intensief marktonderzoek komen de volgende drie projecten in aanmerking: – bungalowpark Elst; – bungalowpark Asten; – bungalowpark Leiden. Er is een overzicht samengesteld van de vereiste investeringen en de daaruit volgende cashflows (zie hierna). Daarbij is uitgegaan van een periode van vijf jaar. De vermoedelijke restwaarde van het project aan het einde van het vijfde jaar is in de cashflow van dat jaar opgenomen. Bedragen × € 1.000 Jaar
Investering
Cashflows
Elst
Asten
Leiden
Elst
Asten
Leiden
1 2 3 4 5
500
400 100
250 250
110 130 130 150 250
130 130 130 150 190
110 130 130 140 240
Totaal
500
500
500
770
730
750
De investeringen vinden aan het begin van het jaar plaats. De cashflows komen geleidelijk gedurende het jaar binnen. Voor de berekening van de netto contante waarde wordt verondersteld dat de cashflows aan het einde van het jaar worden ontvangen. Projectontwikkelaar Van Unen hanteert een minimale rendementseis van 11% per jaar. Als terugverdienperiode stelt men een maximum van vier jaar. Men heeft berekend dat de terugverdienperiode van het project Elst 3,87 jaar is en van het project Leiden 3,93 jaar. De netto contante waarde van het project Elst is (na afronding) € 46.900 en van het project Leiden € 59.088.
63(2p)
Gevraagd Bereken de terugverdienperiode van het project Asten.
63(2p)
Investering € 500.000. Na 3 jaar terugverdiend: € 390.000 Terugverdienperiode: 3
11 jaar = 3,73 jaar 15
64(3p) 64(3p)
Bereken de netto contante waarde van het project Asten. NCW = € 130.000 × 1,11–1 + € 130.000 × 1,11–2 + € 130.000 × 1,11–3 + € 150.000 × 1,11–4 + € 190.000 × 1,11–5 – € 400.000 – € 100.000 × 1,11–1 NCW = € 117.117 + € 105.511 + € 95.055 + € 98.810 + € 112.756 – € 400.000 – € 90.090 NCW = € 39.159
65(2p) 65(2p)
Welke keuze zal projectontwikkelaar Van Unen maken? Leg je antwoord uit. De keuze wordt in eerste instantie bepaald door de NCW. Alle projecten vereisen een investering van € 500.000. Leiden komt eruit met de hoogste NCW, terwijl de terugverdientijd niet veel slechter is dan de twee andere projecten (en korter dan vier jaar). Als voldoende vermogen beschikbaar is, kunnen ook de andere twee projecten (achtereenvolgens Elst en Asten) ten uitvoer worden gebracht, omdat de NCW van deze projecten positief is.
Vraag
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
Punten
2
3
1
2
2
1
3
2
2
3
2
23 Totaal aantal punten: 23
Cijfer:
score 9+1 23