Westerse Esoterie en Religieus Pluralisme Code: 116214000. Studielast: 12 pt
Prof. dr. Wouter J. Hanegraaff BA Programma, 1e Semester, Blok 1-2, 2013-2014 Woensdag 15.00-18.00
De ontmoeting in de late oudheid tussen monotheïstische schrifttradities enerzijds, en “pagane” stromingen op de grens tussen religie en filosofie anderzijds, ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van het veld dat tegenwoordig wordt bestudeerd onder de noemer “Westerse esoterie”. Religieuze interpretaties van middel- en neoplatoonse filosofie, toegeschreven aan oeroude Hermetische, Zoroastrisch/Chaldeese, of Mozaische wijsheidstradities, werden via de kerkvaders tot een cruciale factor in de ontwikkeling van de Christelijke theologie; maar tegelijkertijd waren ze vanwege hun “pagane” karakter een latente springstof die in de ontwikkeling van het Christendom steeds opnieuw tot ontploffing zou komen. De “magische” of “occulte” tradities van natuuronderzoek binnen deze zelfde laatantieke pagane context, waaronder alchemie en astrologie, ontwikkelden zich voornamelijk binnen de Islamitische wereld verder, en werden vanaf de late middeleeuwen door Christelijke intellectuelen herontdekt. Tegen deze achtergrond leidden de vertalingen van laatantieke Griekse manuscripten (uit Byzantium) naar het Latijn, in de context van de spanning tussen Oosters en Westers Christendom en de strijd van beiden tegen het oprukkende Ottomaanse rijk, in de Renaissance tot een pagane revival, die voor Christenen met name acceptabel kon worden vanwege de populaire claim dat deze religiositeit zijn oorsprong had in de oude Joodse tradities van de kabbala, teruggaande op Mozes. Het hieruit resulterende syncretisme van pagane, Joodse, en Islamitische elementen binnen een Christelijke context werd enerzijds als buitengewoon problematisch ervaren binnen de Reformatie en vervolgens ook de Contrareformatie; maar anderzijds leidden ze juist binnen de Lutherse context tot een serie religieuze vernieuwingsbewegingen, uiteindelijk uitvloeiend in verschillende vormen van Piëtisme. Grosso modo continueerde de Verlichting de anti-pagane lijn van de Protestantse theologie, leidend tot moderne percepties van dit gehele terrein als “bijgeloof” of “irrationalisme”. De syncretistische lijn zette zich voorbij de Verlichting enerzijds voort in verschillende vormen van Romantische en Traditionalistische religiositeit; anderzijds kozen anti-clericale Verlichtingsdenkers de kant van de “ketterijen” tegen de gevestigde kerken en theologieën. Beide ontwikkelingen leidden tot een geheel van “occultistische”
religieuze stromingen in de negentiende en twintigste eeuw, waaruit vanwege de scheiding tussen kerk en staat uiteindelijk een “religieuze supermarkt” kon ontstaan van nieuwe religieuze bewegingen, inclusief vormen van zelfverklaard paganisme. Dit pluralistische landschap is fundamenteel voor de situatie van religie in de hedendaagse samenleving.Binnen het college zullen de verschillende hoofdstromingen van de “Westerse esoterie” worden behandeld als producten van de fundamentele dynamiek van religieus pluralisme in de – breed en flexibel opgevatte – Westerse cultuur. Als alternatief voor het traditionele monolitische beeld van het “Christelijke avondland” ligt de nadruk op religie in Europa, inclusief de meditterane en Euraziatische context, als een radicaal pluralistisch fenomeen waarin het steeds opnieuw gaat om de dialectische spanning van wederzijdse aantrekking en polemische afweer tussen de “monotheïstische” schrifttradities enerzijds en “pagane” vormen van religie anderzijds, tussen “Oost” en “West”, tussen de drie grote schriftreligies onderling, tussen de verschillende vormen die ieder van deze schriftreligies kan aannemen, en tussen de rationeel/wetenschappelijke Verlichtingstraditie en het spectrum van traditionele religieuze opties. Voor een beter begrip van deze complexe en meerdimensionale dynamiek zal in beperkte mate gebruik worden gemaakt van theoretische modellen over identity/alterity. Toetsingsprocedure De module heeft vier toetsonderdelen: 1. Een schriftelijk tentamen in week 8, over de in de eerste zeven weken behandelde stof en de in die periode gelezen literatuur. Het tentamen bestaat uit zeven open vragen, en het resultaat telt voor 50% van het eindcijfer. 2. Een schriftelijk tentamen in de tentamenperiode na afloop van de module, over de in de laatste zeven weken behandelde stof en de in die periode gelezen literatuur. Ook dit tentamen bestaat uit zeven open vragen, en het resultaat telt eveneens voor 50% van het eindcijfer. 3. Aanwezigheidsplicht van 80%. Dit wil zeggen dat maximaal drie colleges gemist kunnen worden. Afwezigheid bij meer dan drie colleges resulteert in een judicium “onvoldoende”; in dit geval dient de module het volgende studiejaar herhaald te worden. Herkansing Indien het eindcijfer onvoldoende is, kan een onvoldoende toetsmoment worden herkanst tijdens de tentamenperiode aan het eind van het semester. Indien beide toetsmomenten onvoldoende zijn, staat het de student vrij te bepalen welk van beide toetsmomenten wordt herkanst (het is niet mogelijk
beiden opnieuw te doen). Het herkansingstentamen bestaat uit zeven open vragen, en het resultaat telt voor 50% van het eindcijfer. In bepaalde gevallen (alleen op speciaal verzoek, met overtuigende motivatie, of bij een zeer laag aantal aanmeldingen) kunnen herkansingen in de vorm van een mondeling tentamen plaatsvinden.
Basisboek: Wouter J. Hanegraaff, Western Esotericism: A Guide for the Perplexed, Bloomsbury: London 2013. [ligt op voorraad bij boekhandel Kircher, Amsterdam] Week 36
1. Religieus Pluralisme in Alexandrië I: De gnostiek Garth Fowden, The Egyptian Hermes: A Historical Approach to the Late Pagan Mind, Princeton: Princeton University Press, 13-44 (“The Durability of Egypt”). Wouter J. Hanegraaff, “Gnosticism,” in: Kocku von Stuckrad (ed.), The Brill Dictionary of Religion, vol. II, Leiden / Boston: Brill 2005, 790-798. Guide for the Perplexed, Hfdst. 5 (“Knowledge”).
Week 37
2. Religieus Pluralisme in Alexandrië II: Hermetisme Roelof van den Broek, “Hermetism,” in: Wouter J. Hanegraaff (ed.) in collaboration with Antoine Faivre, Roelof van den Broek & Antoine Faivre, Dictionary of Gnosis and Western Esotericism, Leiden / Boston: Brill 2005, 558-570. Gregory Shaw, “Theurgy: Rituals of Unification in the Neoplatonism of Iamblichus,” Traditio 41 (1985), 1-28.
Week 38
3. De Odyssee van de de Occulte Wetenschappen I Guide for the Perplexed, Hfdst 6 (“Practice”). David C. Lindberg, “The Transmission of Greek and Arabic Learning to the West,” in: Lindberg, Science in the Middle Ages, Chicago / London: University of Chicago Press 1978, 52-90. Anthony Grafton, Cardano’s Cosmos: The Worlds and Works of a Renaissance Astrologer, Harvard University Press: Cambridge Mass. / London 1999, 22-37 (“The Astrologer’s Practice”).
Week 39
4. De Odyssee van de Occulte Wetenschappen II Lawrence M. Principe, “Alchemy I: Introduction,” in: Hanegraaff, Dictionary of Gnosis and Western Esotericism, 12-16. Wouter J. Hanegraaff, Fritz Graf, Claire Fanger, Frank Klaassen, JeanPierre Brach, “Magic I-IV,” in: Hanegraaff, Dictionary of Gnosis and Western Esotericism, 716-738.
Week 40
5. Paganisme in het Christendom: Prisca Theologia en Renaissance Hermetisme Wouter J. Hanegraaff, Esotericism and the Academy: Rejected Knowledge in Western Culture, Cambridge University Press 2012, 5-28 (“Competing Macrohistories,” “Platonic Orientalism,” “the Christian Apologists”). Guide for the Perplexed, Hfdst 2 (“A Very Short History” tot aan ‘Naturphilosophie and Christian theosophy’)
Week 41
6. Joodse en Christelijke Kabbalah Gershom G. Scholem, “General Characteristics of Jewish Mysticism,” in: Scholem, Major Trends in Jewish Mysticism, New York: Schocken 1961, 1-39. Peter J. Forshaw, “Christian Kabbalah,” forthcoming in: Glenn Alexander Magee, The Cambridge Companion to Western Mysticism and Esotericism, Cambridge University Press 2013.
Week 42
7. Bruno, Dee, Paracelsus en de Hermetica Alexandre Koyré, “Paracelsus,” in: Koyré, Mystiques, spirituels, alchimistes du XVIe siècle, Paris: Gallimard 1971, 75-129. [Eng. vert. W.J.H.] Ingrid D. Rowland, Giordano Bruno: Philosopher/Heretic, Farrar, Straus & Giroux: New York 2008, 9-13, 160-172, 263-284.
Week 43
2e TUSSENTOETS [16.00-19.00]
Week 44
8. De Protestantse Revolutie: Rozenkruisers en Theosofen Guide for the Perplexed, Hfdst 4 (“Worldviews”). Christopher McIntosh, “Rosicrucianism from its Origins to the Early 18th Century,” in: McIntosh, The Rose Cross and the Age of Reason: Eighteenth-Century Rosicrucianism in Central Europe and its Relationship to the Enlightenment, Leiden / New York / Köln: Brill 1992, 23-37.
Antoine Faivre, “Christian Theosophy,” in: Hanegraaff, Dictionary of Gnosis and Western Esotericism, 258-267.
Week 45
9. Botsing van Wereldbeelden Guide for the Perplexed, Hfdst 7 (“Modernization,” secties ‘History and Truth & ‘Correspondences and Causality’). Hanegraaff, Esotericism and the Academy, 207-218 (“The Organization of Secrecy”).
Week 46
10. Her-Oriëntatie, Evolutie & Reactie I Guide for the Perplexed, Hfdst 7 (“Modernization,” sectie ‘The Expanding Horizon of Religion’). Jeffrey J. Kripal, Mutants & Mystics: Science Fiction, Superhero Comics, and the Paranormal, The University of Chicago Press 2011, 31-69. Joscelyn Godwin, The Theosophical Enlightenment, State University of New York Press: Albany 1994, 307-331 (“Wisdom from the East”).
Week 47
11. Her-Oriëntatie, Evolutie & Reactie II Guide for the Perplexed, Hfdst 7 (“Modernization,” sectie ‘Evolution’). Mark Sedgwick, ‘Traditionalism’, in: Sedgwick, Against the Modern World: Traditionalism and the Secret Intellectual History of the Twentieth Century, Oxford: Oxford University Press 2004, 21-38. Hanegraaff, Esotericism and the Academy, 277-295 (“The Archetype of Eranos: Carl Gustav Jung and the Western Unconscious”).
Week 48
12. Psychologisering Guide for the Perplexed, Hfdst 7 (“Modernization”, sectie ‘The Impact of Psychology’). Adam Crabtree, From Mesmer to Freud: Magnetic Sleep and the Roots of Psychological Healing, New Haven / London: Yale University Press 1993, 3-53.
Week 49
13. De religieuze supermarkt Guide for the Perplexed, hfdst 2 (vanaf ‘Naturphilosophie and Christian Theosophy’) en Hfdst 7 (“Modernization,” sectie ‘The Religious Supermarket’). Jeffrey Kaplan & Heléne Lööw, “Introduction,” & Colin Campbell, “The Cult, the Cultic Milieu, and Secularization,” in: Jeffrey Kaplan &
Heléne Lööw (eds.), The Cultic Milieu: Oppositional Subcultures in an Age of Globalization, AltaMira: Walnut Creek 2002, 1-25.
Week 50
14. Afsluiting: Wat is Westerse esoterie? Guide for the Perplexed, hfdst 1, 3 & 8. Hanegraaff, Esotericism and the Academy, 334-367.
Week 51
2E TUSSENTOETS [16.00-19.00]