Werkstuk of verslag de vormvoorschriften
begeleider: (naam van de docent) het vak waarvoor je het verslag maakt naam en klas van de leerling schooljaar en datum van inleveren
2
Samenvatting Elk onderzoeksverslag heeft een korte samenvatting waarin je de lezer helpt om jouw verslag snel te kunnen lezen. In het kort vertel je hier wat je hebt gedaan, wat de conclusies waren, en welke aanbevelingen daaruit volgen. Houd de samenvatting zo kort en beknopt mogelijk, het is natuurlijk de bedoeling dat het hele verslag wordt gelezen. Na de samenvatting volgt de inleiding, daarin vertel je waarom je dit verslag maakt. Dan volgt er nog een inleidende paragraaf en dat is de inhoudsopgave, deze krijgt de naam: inhoud. Daarna begint pas het eigenlijke verslag.
3
Inleiding Deze handleiding is tot stand gekomen op verzoek van onze docenten. In deze handleiding wordt uitgelegd aan welke vormvereisten een verslag moet voldoen om goedgekeurd te kunnen worden. In de volgende paragrafen staan de verschillende onderdelen van het verslag genoemd. Wanneer je deze handreikingen opvolgt, is het verslag in elk geval goed verzorgd. Dat zegt niet alles over het resultaat natuurlijk, jij bent en blijft verantwoordelijk voor de inhoud. Die inhoud wordt beoordeeld door jouw docenten, het helpt wel als je ervoor zorgt dat het verslag er netjes uitziet. Elk onderdeel van je verslag begint natuurlijk op een nieuwe bladzijde, dat is lekker overzichtelijk en het helpt je ook om een goede inhoudsopgave te maken, daarover later meer. Tot slot wensen we je veel succes met alle verslagen die je nog moet gaan maken.
4
Inhoud Samenvatting.............................................................................................................................. 3 Inleiding ...................................................................................................................................... 4 Verslag schrijven......................................................................................................................... 6 Titel ......................................................................................................................................... 6 Titelpagina .............................................................................................................................. 6 Samenvatting.......................................................................................................................... 6 Inleiding .................................................................................................................................. 6 Inhoud .................................................................................................................................... 7 Jouw verslag ........................................................................................................................... 7 Algemene schrijfregels ........................................................................................................... 7 Literatuurlijst en bronvermelding .......................................................................................... 7 Tot slot ........................................................................................................................................ 9
5
Verslag schrijven In dit deel van de handleiding komen de verschillende onderdelen van het verslag aan bod. Let daarbij ook eens op de vormgeving. De titel van dit hoofdstuk is cursief geschreven en heeft een groter lettertype dan de tekst. De onderdelen van het verslag vormen de paragrafen van deze handleiding. Het is natuurlijk erg makkelijk als je die snel kunt terugvinden, daarom geven we de onderdelen ook een titel mee. De titels van de paragrafen komen dan ook voor in de inhoudopgave. Om de onderdelen snel te kunnen vinden is het ook noodzakelijk dat je de bladzijden nummert. Wanneer je dat door de tekstverwerker laat doen, kun je de paginanummers ook in de inhoudsopgave terugvinden. Titel Deze moet 'pakkend' zijn zodat de lezer wordt uitgenodigd om verder te lezen, maar hij moet ook de lading dekken van het verslag. Het is daarom ook verstandig om de titel achteraf te bedenken, als je precies weet waar je verslag over gaat. Een titel hoef niet alles te verklappen. Wanneer je extra aandacht wil vragen voor je verslag, maak je gebruik van een titel en een ondertitel. De titel is dan een beetje raadselachtig en in de ondertitel geef je de uitleg daarvan. Titelpagina Deze geeft alle informatie die nodig is om het verslag terug te kunnen vinden nadat het in het archief zit. Dus: • titel en eventueel de ondertitel; • begeleidend docent; • auteur(s); • klas, vak, en jaar. Een plaatje op de voorkant, dat te maken heeft met de inhoud van het verslag is altijd goed en trekt op een prettige manier de aandacht. Probeer een plaatje te gebruiken dat ervoor zorgt dat de lezer even moet kijken wat het nu precies is, dat vangt de aandacht, en die wil jij hebben. Zorg ervoor dat de achterkant van de titelpagina leeg blijft, dat is van belang bij dubbelzijdig afdrukken. De samenvatting en de inleiding beginnen altijd op de rechterpagina. Samenvatting Het klinkt wat raar, maar je begint met een samenvatting van je onderzoek. De samenvatting is er voor de lezer, en bestaat uit vier delen: • belang voor de lezer; • opbouw van de tekst; • inhoud van de tekst; • resultaat, conclusie of aanbeveling. Inleiding Hierin leid je de tekst in, je geeft kort aan waarom de lezer dit verslag krijgt en het zou moeten lezen. Je mag hierin nog niet veel over de inhoud van het verslag vertellen, je kunt wel een tipje van de sluier oplichten. Een bedankje aan hen die geholpen hebben is hier ook op zijn plaats. Eventueel kun je kort uitleggen hoe de tekst tot stand is gekomen. 6
Inhoud Een belangrijke paragraaf omdat deze de structuur van de tekst weergeeft en het mogelijk maakt om snel dingen op te zoeken. Hier vind je een overzicht van hoofdstukken en de paginanummers waar je die kunt vinden. De nieuwste versies van tekstverwerkingsprogramma's kunnen zo'n inhoudsopgave automatisch maken als je met kopjes en tussenkopjes werkt. De paginanummers komen er dan vanzelf bij te staan. Als je aanvullingen doet is de opgave eenvoudig aan te passen aan de nieuwe onderdelen en de nieuwe paginanummers. Jouw verslag Als je alle vorige onderdelen in het verslag hebt zitten, is het tijd voor de echte tekst. Dit is de plaats waar je echt gaat schrijven. Afhankelijk van het vak waarvoor je schrijft bouw je je verslag verder op. In dit deel introduceer je je onderzoek, je hypothese, de uitwerking en conclusies en de manier waarop je het onderzoek hebt gedaan. Natuurlijk moet het ook lekker lezen, dat helpt. Denk eraan dat je de volgende regels in acht neemt: • Schrijf aantrekkelijk om de aandacht van de lezer te grijpen en vast te houden, een inleiding per hoofdstuk om de lezer ‘er in te trekken’ is daarbij van belang. • Voor grotere opdrachten is het van belang om de hoofdstukken logisch in te delen. Zorg ervoor dat er samenhang is tussen de onderdelen van de hoofdstukken, maak paragrafen om het overzicht voor de lezer te bewaren. Sluit hoofdstukken goed af, je moet de lezer helpen om de overstap naar een nieuw onderdeel te kunnen volgen. Zorg ook voor een goede samenhang tussen de hoofdstukken. • Aan het einde van je verslag, het laatste hoofdstuk, schrijf je je conclusie. Hierin vat je samen wat je vindt en geef je nog een keer aan waarom je dat vindt. Algemene schrijfregels • Denk aan 'onderwerp-doel-publiek' en schrijf daar speciaal voor of over, met andere woorden: houd steeds voor ogen voor wie je schrijft, waarom je dat doet en blijf bij je onderwerp! • De vorm (de buitenkant dus) : o niet meer dan drie 'lagen': hoofdstuk, paragraaf en subparagraaf, maar niet verder. Dus wel bijvoorbeeld: paragraaf 8.1.2, maar niet paragraaf 8.1.2.6.2.1.5 etc. o houd de hoofdstukken gelijkwaardig qua indeling. o per tekstniveau de omvang aanpassen van hoofdstuk naar paragraaf en eventueel subparagraaf, dus van groot via middel naar klein. • Zorg ervoor dat je jouw pagina's nummert, een tekstverwerker kan dat automatisch doen voor je; de voorpagina krijgt geen nummer en ook dat kun je instellen. • Als laatste maar niet onbelangrijk: zorg voor logische verbanden tussen zinnen, tussen alinea’s, tussen paragrafen en tussen hoofdstukken. Zorg er dus voor dat er een logische samenhang in de hele tekst ontstaat. Literatuurlijst en bronvermelding Bij een verslag gebruik je vaak bronnen om je een mening te vormen, dat is helemaal niet erg. Je moet dat wel aangeven in het verslag zodat de lezer kan controleren waarop jij je mening en conclusie baseert. De bronvermelding en literatuurlijst kan op verschillende manieren worden gedaan. Wij kiezen er op school voor om dat op de volgende manier te doen. 7
Of het nu een artikel is uit een tijdschrift of een boek, je leent iets van een ander. Dat moet je netjes aangeven in het verslag. Aan het einde van je werkstuk neem je een lijst op van gebruikte literatuur en bronnen. De literatuur zet je in alfabetische volgorde van auteurs. Bronvermelding invoegen doe je op de volgende manier: Op de plaats in de tekst waar je een citaat gebruikt uit tijdschrift of boek zet je tussen haakjes de naam van de auteur, het jaartal waarin het citaat is gepubliceerd en het paginanummer. Een voorbeeld: 'Dit boek is bestemd voor alle schrijvers die geen genoegen nemen met saaiheid en onleesbaarheid ' (Burger, P. en Jong, J. de 2009, p. 11). Dat is dan de bronvermelding. In de literatuurlijst komt een volledige beschrijving van dat boek, zodat jouw begeleider kan zien en controleren wat je hebt geleend en wat je zelf hebt bedacht. Die verwijzing ziet er als volgt uit: Burger, P. en Jong, J. de, Handboek stijl, adviezen voor aantrekkelijk schrijven, 2009, Groningen. Deze manier om bronnen te vermelden, is ook een onderdeel van elk tekstverwerkingsprogramma. Zo'n programma helpt je omdat netjes te doen. Het komt ook voor dat je als bron een internetpagina gebruikt hebt. Ook die bron moet je vermelden. Dat doe je in een aparte lijst die je ook alfabetisch inricht op basis van de titel van de pagina's. Zet de volledige naam van de pagina's in een aparte lijst. Die lijst geef je een naam: internetbronnen. Let op dat je bij deze vorm van bronnengebruik rekening houdt met aanpassingen op een moment tussen gebruik van de pagina en correctie van het werkstuk; je moet dan ook altijd de datum vermelden van het moment dat jij die pagina bezocht hebt. Een voorbeeld van zo'n vermelding ziet er als volgt uit: • http://www.schrijftips.nl, 24 mei 2011
8
Tot slot
Het verlag moet natuurlijk in correct Nederlands worden geschreven. Ook hier kan jouw tekstverwerkingsprogramma behulpzaam zijn; de spellingcontrole haalt zeker niet alle fouten uit jouw werkstuk of verslag, maar het helpt al wel als je die controle ook uitvoert. Print het verslag daarna een keer en lees het aandachtig door, let daarbij op: • taalfouten; • fouten in interpunctie; • typefouten; • vormgeving (hoofdstukken, paragrafen enzovoorts). Verbeter de gevonden fouten en maak een definitieve uitdraai. Vraag bij je docent welk lettertype hij of zij prettig vindt om te lezen. Heeft de docent geen voorkeur, gebruik dan Arial 12 pt. of Calibri 12 pt. Die lettertypes zien er verzorgd uit, en lezen prettig. Ook kan het zijn dat jouw docent extra eisen stelt aan het verslag die hier niet genoemd zijn, bij het vak ckv worden bijvoorbeeld extra eisen gesteld. Noteer die eisen en houd daarmee rekening voor je de definitieve uitdraai maakt. Het verslag of werkstuk is nu klaar en kan ingeleverd worden; ook daarbij geldt dat het helpt als het er netjes uitziet. Gebruik altijd een snelhechter om het verslag netjes in te doen. Een stapel blaadjes met een nietje, of nog erger met een paperclip gebonden of zelfs los aangeboden, levert jou natuurlijk geen bonuspunten op.
9