werkstuk
Bedrijfsinrichting
Doel van deze opdracht is: 1. Kennismaking met het bedrijf als geheel. 2. Leren kijken naar de samenhang binnen en rond het bedrijf. 3. In gesprek zijn met de stagebieder over de bedrijfsinrichting (ruimtelijk en organisatorisch). Tips: Gebruik de uitgereikte kopieën èn het boek ‘Gezond Landbouwbedrijf’ (te koop voor 20€ of gratis downloaden van www.jokebloksma.nl). Er zijn vragen op verschillende niveaus. Om een voldoende te krijgen op niveau 2 moet je in elk geval alle vragen met een ‘n2’ voldoende hebben beantwoord. Als je een uitdaging op hoger niveau wilt, maak je óók vragen met n3 of zelfs op n4. [n2=medewerker, n3=bedrijfsleider, n4=ondernemer] Op de voorkant van het verslag staat: naam van je stagebedrijf, je eigen naam, klas, jaartal en niveau waarop je beoordeeld wilt worden. Als er vragen zijn die niet passen bij je stagebedrijf, overleg dan over een alternatieve vraag. Als je wisselt van stagebedrijf, kun je zo nodig een deel van de vragen over t ene en een deel over t andere bedrijf behandelen. De meeste stagebieders vinden het fijn om je conceptversie te mogen lezen en zo nodig commentaar te leveren. Overleg of zij dit willen. A Het erf Teken op een A4-formaat de plattegrond van het erf met gebouwen en bomen zoals het nu is (tekening 1 = ‘bestaand erf ‘), verharding, ingang, bomen en struiken, mestplaats, opslagplaats, siertuin, moestuin, spoelplaats, parkeerplaats, winkel, waterzuivering, etc. (alleen wat van belang is bij jullie). Geef de schaal aan met een lijn waarop staat 0-5-10 meter. Ps. Bij ‘erf’ horen niet alle landerijen daar omheen, dat komt bij een volgende vraag. Beantwoord de volgende vragen in de toelichting: 1. (n2) Waar ligt het hart van het bedrijf? Is er één hart op dit bedrijf of zijn er meerdere? maak hiervan een foto. Bespreek met je boer(in) of jullie het over de plek eens zijn. 2. (n2) Is het prettig om hier te zijn? 3. (n2) Is dit de werkelijke ontmoetingsplek voor de mensen van het bedrijf? opdracht bedrijfsinrichting Warmonderhof BBL-1 2015-2016
(2)
1
4. 5.
6.
7. 8. 9.
(n3) Word je op deze plek herinnerd aan waar het bedrijf voor gaat? (n2) Welke bedrijfsdelen kun je zien vanuit het hart (bijv. dieren, compost, landerijen)? Teken zichtlijnen (voorbeeld dia 6). Zou jijzelf nog andere dingen willen zien? (n2) Beschrijf welke verzorging jouw boer(in) afgelopen jaar deed aan het erf en hoe vaak per jaar? Zo’n lijstje kan er bijv. uit zien als: snoeien (2x winter), vegen (ca. 50x), opruimen (1x voor opendag), reparatie (ca. 5x winter), onkruid wieden border (5x zomer), nieuwbouw, etc. (n3) Maak een lijst met bestaande, doorgestreepte en nieuwe functies van het erf (voorbeeld dia 7). (n3) Wat zou je willen veranderen om de nieuwe functies tot hun recht te laten komen? (n3) Maak een plattegrond van die nieuwe situatie op de zelfde schaal als dit zinvol is om ’t duidelijke te maken (tekening 2 = ‘nieuw erf’).
B Bedrijf met de percelen Maak een plattegrond op A4formaat van het gehele bedrijf met de afzonderlijke percelen (tekening 3 = ‘hele bedrijf’). Geef hierop aan: erf met gebouwen, bomen/bos, water, paden/wegen door het bedrijf, waar is de toegang van elk perceel, percelen met globaal het soort gewas. Als er wat verder weg nog losse bedrijfspercelen zijn komen deze op tekening 4. Beantwoord de volgende vragen in de toelichting: 10. (n2) Zijn de routes om te lopen en met de tractor te rijden door het bedrijf functioneel en aangenaam (zowel bij langdurig droog als langdurig nat weer)? Bij veehouderijbedrijven ook de dierroutes. Heb je suggesties voor verandering? 11. (n3) Maak foto’s van de grenzen tussen jullie bedrijf en de omgeving en neem daarvan 3 tot 5 op in dit verslag. Zijn de grenzen duidelijk zichtbaar opdracht bedrijfsinrichting Warmonderhof BBL-1 2015-2016
(2)
2
in het landschap? Geef op de tekening aan welke grenzen ‘open’ en ‘gesloten’ zijn. Geef bij de foto’s in de toelichting aan of jij de mate van open of geslotenheid vindt passen. Een dergelijk lijstje kan er bijv. zo uit zien: foto 1 =noordwestkant gesloten met houtwal (past, tegen de wind), foto 2 = zuidoostkant gesloten met houtwal (past niet, liever lage haag zodat mensen op de weg wat zien van het bedrijf), foto 3 = zuidkant hoge elzensingel (past niet, te veel schaduw op tuinbouwperceel), foto 4 = oostkant open (past niet, drift bestrijdingsmiddelen buurman). 12. (n2) Zijn er vergeten hoeken (waar mensen zelden komen)? Hoe zien deze eruit? Dit kun je zowel positief als negatief waarderen, bijv. rommelplek, mooie natuur, geheimzinnige plek. 13. (n3) Als jij op je verjaardag een bank kado krijgt om afstand te nemen van ’t dagelijkse werk en inspiratie op te doen, waar op het bedrijf zet je deze neer? Geef aan op de tekening met ‘mijn inspiratie bank’. C Bedrijf in het zijn omgeving (n3) Maak een plattegrond op A4-formaat van het bedrijf in zijn omgeving (tekening 4 = ‘bedrijf in omgeving’). Dit kan bijvoorbeeld een kleurentekening zijn, een Google-luchtfoto of een gescande topografische kaart. Kies zo’n schaal waardoor het bedrijf ongeveer een vijfde van de kaart is en vier vijfde omgeving. Als er verder weg losse percelen zijn, probeer je deze op te nemen in deze tekening en pas je de schaal daarbij aan. Geef aan op de tekening: de grens van jullie bedrijf, water, bomen/bos, gebouwen, wegen, de schaal, windrichtingen. Beantwoord de volgende vragen in de toelichting: 14. (n3) Beschrijf het landschap om jullie heen. Grondsoort? Open of gesloten landschap? Welke soorten landgebruik (bijv. weiden, hooiland, hakhout, kassen, bedrijventerrein)? 15. (n3) Welk soort opvallende landschapselementen? (bijv. torenvalkkast, hoogspanningsleiding, eendenkooi, amfibieënpoel, grote alleenstaande beuk, historisch bakhuisje, spoorlijn). 16. (n2) Welk soort bomen staan hier van nature?
opdracht bedrijfsinrichting Warmonderhof BBL-1 2015-2016
(2)
3
17. (n2) Welke wilde diersoorten heb je gezien? (bijv. grauwe gans, ekster, buizerd, spreeuw, vos, ree, mol, hommels, dagpauwoog, bruine rat). Deze vraag kun je later aanvullen als je nog weinig hebt gezien in de winter. 18. (n4) Welke kenmerken van het omringende landschap lopen door over het bedrijf? Is er een ecologische verbinding voor zowel land- als waterdieren? D Bedrijfsidentiteit 19. (n3) Is aan de buitenkant van het bedrijf te zien dat dit een biologisch bedrijf is? Zo ja, waaraan? 20. (n3) Is aan de buitenklant de identiteit (eigenheid, het speciale) van het bedrijf zichtbaar? Zo ja, waaraan? 21. (n3) Met welke kernwoorden kun je de bedrijfsidentiteit beschrijven? Past dit bij het bedrijfslogo? Maak een scan of foto van het bedrijfslogo en plak het hier bij. 22. (n3) Voeg een foto toe van de ingang van het bedrijf. Hoe zou jij bij de ingang de bedrijfsidentiteit nog duidelijker kunnen laten zien? Bespreek je suggesties op het bedrijf en beschrijf ze daarna kort. E Bedrijfskringlopen en input/output 23. (n3) Maak een schema voor jullie bedrijf zoals op dia 29,30,33. Verlies je niet in details, kies overzichtelijke eenheden. Teken alles dat bij het bedrijf hoort in de grote bedrijfscirkel (bedrijfsorganisme). Alle bedrijfsdelen (organen) in kleine cirkels. Maak duidelijk wat de verschillende bedrijfsdelen voor elkaar en voor het hele bedrijf betekenen. Waar mogelijk schrijf je bij IN en UIT de naam van de inkopers en verkopers. (n4) Als het voor je mogelijk is, kwantificeer je pijlen met bijv. kilo’s en hectares. Zie handleiding ‘bedrijfsorganisme’ hierna. 24. (n3) Vraag je boer(in) in hoeverre hij/zij tevreden is over de relaties met inkopers en
opdracht bedrijfsinrichting Warmonderhof BBL-1 2015-2016
(2)
4
verkopers. Zijn het ‘duurzame’ relaties (gelijkwaardig, fair-trade, vol te houden op de lange termijn). F Bedrijfsdelen passend in het geheel: iets nieuws of iets schrappen (n3) Kies een mogelijke nieuwe activiteit voor jullie bedrijf. Of als er al meer dan genoeg gebeurt, kies dan een activiteit die je zou kunnen schrappen. 25. (n3) Maak een eerste lijstje welke bijdrage dit nieuwe deel aan het geheel zou bieden. Maak een tweede lijstje wat dit nieuwe deel van het geheel nodig heeft. Gebruik de lijstjes (dia 41-43) als voorbeeld. Let op: dit is dus iets anders dan lijstjes met ‘voors’ en ‘tegens’ ! Als er in jouw ogen al veel te veel bedrijfsdelen zijn, doe je de oefening omgekeerd: welk deel kun je goed missen? Ook dan zijn deze dubbellijstjes zinvol om in beeld te krijgen wat je gaat missen en wat je niet meer hoeft op te brengen. 26. (n3) Gebruik je buur in de les om deze lijsten aan te vullen en een principe besluit te nemen: past of niet. Neem in je werkboek deze 2 lijstjes op met een korte conclusie past of past niet. G. terugblik op de opdracht 27. (n4) Welke nieuwe inzichten kreeg je door aan deze opdracht te werken?
opdracht bedrijfsinrichting Warmonderhof BBL-1 2015-2016
(2)
5