Werkmodel groep 3 Een raadsel voor Roosje – André Sollie (door Soetkin Godderis) Auteursinfo (zie ook www.villakakelbont.be) André Sollie werd geboren in Mechelen op 7 juli 1947. Hij volgde een grafische opleiding aan het Hoger Instituut Sint-Lukas in Brussel en specialiseerde zich in het illustreren van kinder- en jeugdboeken. Toen hij in 1985 de prijs Dichter bij Jeugd won, kreeg de schrijfhonger hem te pakken en ging hij ook ‘schrijven met zijn tekenpotloden'. André Sollie won met Een raadsel voor Roosje de Vlaamse Cultuurprijs Jeugdliteratuur voor 2007. De jury loofde de eenheid tussen tekst en illustraties. Ook de manier waarop hij een thema als de dood voor plus tienjarigen begrijpbaar maakt, viel in de smaak.
Kort samengevat Roosje kreeg voor haar tiende verjaardag een schrift van haar overleden zus Pia. In het schrift staan een raadsel en tien versjes, telkens over een ander cijfer. Roosje begrijpt er niets van en haar grote zus kan ze niet meer om raad vragen. Met tekeningen probeert ze de dood van Pia te verwerken. En dan vindt ze de oplossing van het raadsel. Vooropdracht Als er voldoende materiaal en tijd beschikbaar is, kan een creatieve opdracht aan de boekbespreking voorafgaan. Je kan hier ook mee afsluiten. Roosje “Potlodendoosje” is een tekenmeisje. Ze probeert een portret te maken van haar oudere zus en gebruikt hier verschillende materialen en technieken voor: kleurpotloden, gouacheverf en collage, wasco en waterverf. Kunnen de juryleden ook een portret maken van zichzelf of van een ander jurylid? Voorzien verschillende materialen en laat de juryleden kiezen welke techniek ze gebruiken. Het boek bespreken
Een raadsel voor Roosje is een heel poëtisch boek. André Sollie gebruikt weinig woorden om zijn verhaal te vertellen. Dit maakt het verhaal inhoudelijk misschien moeilijker, maar de prenten spreken boekdelen. Waarover gaat het verhaal? Welk soort verhaal is het? Wie vertelt het verhaal?
Wat is er gebeurt met Pia?
Thema’s: verdriet, rouw, dood, tekenen Je beleeft het verhaal vanuit het perspectief van Roosje: haar gedachten, handelingen en beleven n.a.v. de dood van haar zus Er is een derdepersoon (alwetende) verteller De tekeningen vormen een wezenlijk onderdeel van het verhaal: dialoog tussen tekst en tekening (boek begint b.v. met tekening) Er wordt niets concreet gezegd. Heel suggestief wordt over haar dood gesproken: ‘Nog geen week na Roosjes verjaardag was Pia … Weg.’ (p. 5) Ook het verdriet van Roosje wordt zeer omfloerst, maar raak getekend: ‘Roosje drinkt een glas water. Zo. Nu kan ze wel weer.’ (p. 20)
Hieronder vind je enkele poëtische zinnen uit het boek. Je kan de kinderen vragen wat ze ervan vinden. Begrijpen ze de zinnen? Als alles duidelijk is, kan je er verder over filosoferen. Zoek samen naar andere woorden die aan de beschrijving voldoen. p. 15: ‘Wat een grappig woord, denkt ze, en ze tuit haar lippen als voor een zoen: ‘Gouache.’ ’ p. 19: ‘Potloodslijpsel… Ze kent geen woord dat lekkerder ruikt.’ Het boek beoordelen Ieder spreekt voor zich en ieders mening is zeker goed! Bij een rondvraag naar wat de kinderen van de boeken vonden, komen vaak al voldoende onderwerpen naar voren waarover je kunt discussiëren. Hieronder nog enkele ideeën. * Inhoud Is het een boek dat je verschillende keren kan lezen? Hebben jullie tijdens het lezen teruggebladerd in het boek, bijvoorbeeld voor de oplossing van het raadsel? Er is veel witruimte in het boek. Het boek vraagt om stiltes en rustpauzes, ook in het lezen. Lezen jullie dit boek in één ruk uit? Of heb je de tijd genomen om het even aan de kant te leggen, er terug in te bladeren en het boek willekeurig open te slaan? * Vorm Wat vinden jullie van de illustraties? Vormen ze een belangrijk onderdeel van het verhaal? Vinden jullie het jammer dat de tekeningen er niet realistisch uitzien? Naar welk portret gaat je voorkeur uit?
Een paar recensies Droevig raadsel, grote honger In: Knack, 31 oktober 2007, p. 78. Door: Annelies De Waele Het is altijd uitkijken naar een nieuw boek van schrijver-illustrator André Sollie. Of hij nu tekent of schrijft of de twee combineert voor kinderen of tieners: zijn boeken zijn altijd verzorgd en gevoelig. Na Dubbel Doortje (een prentenboek waarin een kleuter haar eigen lichaam ontdekt) en Nooit gaat dit over (een jongerenverhaal over jongensliefde), is er Een raadsel voor Roosje. Met een minimum aan woorden en teken- en knutselmateriaal probeert Sollie hier op papier te krijgen wat er omgaat in het hoofd van een kleine meid die haar grote zus heeft verloren. Haar zus Pia heeft een schrift met versjes nagelaten. Die opent Roosje een voor een, en ze maakt er eigen portretten bij. Evenzoveel mysterieuze poëtische woorden, evenzoveel sobere beelden. Het boek bevat bovendien een echt raadsel, waardoor je als lezer wel móét terugbladeren. Een kostbaar kleinood over kinderen en dood. Dubbel portretje In: De Standaard, 5 oktober 2007, p. 59. Door: Vanessa Joosen. Een meisje probeert een portret te tekenen van haar dode zusje. Met dat uitgangspunt maakte André Sollie een prentenboek waarin beeld en tekst wonderbaarlijk samengaan. Wat niet gezegd wordt, is minstens zo belangrijk als wat geschreven staat André Sollie is een artistieke duizendpoot: hij begon zijn carrière in de jaren zeventig als illustrator, en heeft zich sindsdien laten opmerken als dichter, auteur van adolescenten-literatuur, prentenboeken en columns. Tot nu toe waren zijn grootste successen Wachten op Matroos, waarvan hij de tekst en Ingrid Godon de illustraties verzorgde en Dubbel Doortje. Wachten op Matroos is uitgegroeid tot een klassieker, werd bekroond met een Gouden Griffel, maar is om een onverklaarbare reden niet langer in druk. Met Een raadsel voor Roosje heeft André Sollie de klasse van dit meesterwerk geëvenaard. In de beste prentenboeken ontstaat er een dialoog tussen de illustraties en de tekst: de woorden en de beelden kunnen elkaar aanvullen, versterken, nuanceren, zelfs tegenspreken. In weinig prentenboeken hebben de illustraties zo'n belangrijke draagkracht voor het verhaal als in Een raadsel voor Roosje. Roosje, bijna elf, probeert een portret te maken van haar zusje Pia, die een jaar eerder gestorven is. Er zijn nog veel vragen onbeantwoord, het verdriet is nog rauw, het gemis overheerst alles. Dit wordt prachtig vertaald in Roosjes zoektocht naar het juiste materiaal en de gepaste stijl voor het portret. Alle zogenaamde mislukte versies zijn in het boek opgenomen, en samen vormen ze een beeld van een kind dat niet in één prent te vangen is. Voor Sollie zijn deze probeersels een aanleiding om een heel palet aan technieken en stijlen te demonstreren: van een kleurige gouache en een eenvoudige potloodtekening tot een schilderij op behangpapier en een ingetogen aquarel. Verschillende prenten krijgen een symbolische lading: op de potloodtekening waarmee het boek opent, staat Roosje maar half getekend, zoals ze ook maar een half leven geleid heeft. Bovendien suggereren de dikke krassen van het potlood de woede en onmacht van haar achtergebleven zus. In een andere tekening kijkt Pia de lezer met lege ogen aan, haar gezicht lijkt op een doodshoofd, en elders geven de vetkrijtjes van Roosje het portret een ontroerende zachtheid. Of, zoals Roosje zegt: 'Het portret hoeft toch niet te lijken? Als je het bekijkt moet het voelen alsof Pia weer thuis is. Zoiets. Alsof.' Niet alleen in de prenten gaat Roosje op zoek naar haar overleden zus, ook in de tekst haalt ze herinneringen aan haar op. Ze denkt na over de verschillen en gelijkenissen tussen hen beiden. Roosje hield van tekenen, Pia kon beter schrijven. Op haar tiende verjaardag, een week voor Pia's dood, kreeg Roosje van haar zus een versje waarvan ze de betekenis nooit begrepen heeft: 'Een uit een. Tien uit tien. Roosje zal het zien. Een raadsel voor Roosje.' Bij het raadsel zit een bundeltje gedichten, waarin Roosje op zoek gaat naar het antwoord. Uit de teksten van Pia kan de lezer aanwijzingen over haar doodsoorzaak afleiden: tussen de lichtvoetige versjes schemeren thema's door als eenzaamheid en weemoed, en het verlangen om de tijd een duwtje te geven. Het verhaal werkt naar een sterke climax toe: niet alleen vindt Roosje het antwoord op het raadsel, dit antwoord leidt haar ook naar de tekening waarmee ze haar verdriet eindelijk kan bevatten en uitdrukken. Een raadsel voor Roosje vraagt van de lezer veel begrip en inlevingsvermogen om de stiltes in het verhaal op te vullen: wat niet gezegd wordt,
is minstens zo belangrijk als wat geschreven staat. Wie de tijd neemt om het boek traag te lezen en herlezen, te bekijken en te herinterpreteren, maakt kennis met een buitengewoon krachtig en ontroerend verhaal, dat gedragen wordt door woorden én prenten.
Werkmodel groep 3 Igor beer in nood – Rindert Kromhout (door Soetkin Godderis) Auteursinfo (zie ook www.villakakelbont.be) Rindert Kromhout werd op 9 augustus 1958 geboren in Amsterdam. Hij heeft twee oudere zussen en een jonger broertje. Omdat het niet goed met hem ging in het gezin van zijn ouders, woonde Rindert twee jaar lang in kindertehuizen. Eerst in Utrecht, later in Zeist. Over die periode heeft hij geschreven in En Peter was de vlieg (1981) en Het konijnenplan (1996). Voor hij beroepsschrijver werd, werkte Rindert in een dierenwinkel en een boekhandel. ’s Avonds gaat hij naar school en schrijft hij kinderverhalen. In mei 1982 wordt schrijven zijn beroep. Rindert heeft lang in Italië gewoond en hij schreef er verschillende verhalen over. Wil je meer weten over de auteur? Hij heeft een leuke, kindvriendelijke website: www.rindertkromhout.nl
Kort samengevat Igor beer in nood vertelt het leven van de jonge beer Igor. Hij groeit samen met zijn broertje Wadja op. Hun moeder leert hen welke bessen ze al dan niet mogen eten, hoe ze vis kunnen vangen,… Igor is een goede leerling en hij wordt steeds zelfstandiger. Hij beseft dat zijn mama niet altijd voor hem zal blijven zorgen. Op een dag komen er mensen (‘dunne dieren’) in het bos. Ze schieten Igros mama dood en nemen Igor gevangen. Wanneer Igor weer wakker wordt, is hij ergens anders en heeft hij een ring in zijn neus. Waarom?
Vooropdracht Wat weten de kinderen over beren? Hebben ze iets bijgeleerd door het lezen van het verhaal? Zouden ze graag zelf eens een beer zijn? Waarom wel en waarom niet? Het boek bespreken Het boek is opgebouwd uit drie delen: Het bos, Tarararam! Tarararam! en Het berenbos. Ze behandelen achtereenvolgens Igors jeugd in vrijheid, zijn gevangenschap en optreden als dansbeer en ten slotte zijn bevrijding en herstel in het Berenbos. Elk deel is in kleinere hoofdstukken verdeeld door de afdruk van een berenpoot. Het verhaal wordt gevolgd door een nawoord en een Beste lezer. Had je onmiddellijk door wie ‘dunne dieren’ zijn? Begrijp je waarom mensen dieren pijn willen doen? Vind je het goed dat er initiatieven als Het Berenbos bestaan? Wat is het verschil tussen de vrije natuur en een opvangplaats als Het Berenbos? Heb je het nawoord en stukje Beste lezer gelezen? Heb je op www.alertis.nl, de website van de Nederlandse Stichting voor beer- en natuurbescherming gekeken?
In India gebeurt het nog regelmatig dat dansberen van dorp tot dorp worden gesleept om er hun kunstjes op te voeren. Ze leiden een leven vol van pijn. Meer hierover lees je op: www.wspa.nl/watdoetwspa/beren/dancingbears/levendansbeer.aspx Het boek beoordelen Ieder spreekt voor zich en ieders mening is goed! * Inhoud Heb je het verhaal graag gelezen? Vond je het verhaal moeilijk om te lezen? Welke gevoelens voelde je bij het lezen van het boek? Geluk, verdriet, schaamte, woede, bewondering, spanning, angst, verveling, medelijden? Leg eventueel grote papieren waarop je deze gevoelens schrijft op de grond. Iedereen kan dan bij een gevoel iets uit het verhaal neerschrijven dat erbij past. * Vorm Het boek heeft geen illustraties. Vinden de juryleden dat jammer? Hebben ze graag meer prenten? Wat vinden ze van de kaft? Past het bij het verhaal? Meer lezen Over beren: Marian van der Heiden: Het vervloekte huis (Ploegsma) – de liefde voor de natuur en het beschermen ervan staat centraal in deze roman over een echt bestaand berenproject in de Pyreneeën
Over dierenbescherming: Lauren Brooke: Na de storm (Kluitman) – over paarden Willy Schuyesmans: Tand om tand (Altiora) – over olifanten Federica de Cesco: De witte merrie (Facet) – over paarden
Werkmodel groep 3 Igor beer in nood – Rindert Kromhout (door Soetkin Godderis) Auteursinfo (zie ook www.villakakelbont.be) Rindert Kromhout werd op 9 augustus 1958 geboren in Amsterdam. Hij heeft twee oudere zussen en een jonger broertje. Omdat het niet goed met hem ging in het gezin van zijn ouders, woonde Rindert twee jaar lang in kindertehuizen. Eerst in Utrecht, later in Zeist. Over die periode heeft hij geschreven in En Peter was de vlieg (1981) en Het konijnenplan (1996). Voor hij beroepsschrijver werd, werkte Rindert in een dierenwinkel en een boekhandel. ’s Avonds gaat hij naar school en schrijft hij kinderverhalen. In mei 1982 wordt schrijven zijn beroep. Rindert heeft lang in Italië gewoond en hij schreef er verschillende verhalen over. Wil je meer weten over de auteur? Hij heeft een leuke, kindvriendelijke website: www.rindertkromhout.nl
Kort samengevat Igor beer in nood vertelt het leven van de jonge beer Igor. Hij groeit samen met zijn broertje Wadja op. Hun moeder leert hen welke bessen ze al dan niet mogen eten, hoe ze vis kunnen vangen,… Igor is een goede leerling en hij wordt steeds zelfstandiger. Hij beseft dat zijn mama niet altijd voor hem zal blijven zorgen. Op een dag komen er mensen (‘dunne dieren’) in het bos. Ze schieten Igros mama dood en nemen Igor gevangen. Wanneer Igor weer wakker wordt, is hij ergens anders en heeft hij een ring in zijn neus. Waarom? Vooropdracht Wat weten de kinderen over beren? Hebben ze iets bijgeleerd door het lezen van het verhaal? Zouden ze graag zelf eens een beer zijn? Waarom wel en waarom niet? Het boek bespreken
Het boek is opgebouwd uit drie delen: Het bos, Tarararam! Tarararam! en Het berenbos. Ze behandelen achtereenvolgens Igors jeugd in vrijheid, zijn gevangenschap en optreden als dansbeer en ten slotte zijn bevrijding en herstel in het Berenbos. Elk deel is in kleinere hoofdstukken verdeeld door de afdruk van een berenpoot. Het verhaal wordt gevolgd door een nawoord en een Beste lezer. Had je onmiddellijk door wie ‘dunne dieren’ zijn? Begrijp je waarom mensen dieren pijn willen doen? Vind je het goed dat er initiatieven als Het Berenbos bestaan? Wat is het verschil tussen de vrije natuur en een opvangplaats als Het Berenbos? Heb je het nawoord en stukje Beste lezer gelezen? Heb je op www.alertis.nl, de website van de Nederlandse Stichting voor beer- en natuurbescherming gekeken?
In India gebeurt het nog regelmatig dat dansberen van dorp tot dorp worden gesleept om er hun kunstjes op te voeren. Ze leiden een leven vol van pijn. Meer hierover lees je op: www.wspa.nl/watdoetwspa/beren/dancingbears/levendansbeer.aspx Het boek beoordelen Ieder spreekt voor zich en ieders mening is goed! * Inhoud Heb je het verhaal graag gelezen? Vond je het verhaal moeilijk om te lezen? Welke gevoelens voelde je bij het lezen van het boek? Geluk, verdriet, schaamte, woede, bewondering, spanning, angst, verveling, medelijden? Leg eventueel grote papieren waarop je deze gevoelens schrijft op de grond. Iedereen kan dan bij een gevoel iets uit het verhaal neerschrijven dat erbij past. * Vorm Het boek heeft geen illustraties. Vinden de juryleden dat jammer? Hebben ze graag meer prenten? Wat vinden ze van de kaft? Past het bij het verhaal? Meer lezen Over beren: Marian van der Heiden: Het vervloekte huis (Ploegsma) – de liefde voor de natuur en het beschermen ervan staat centraal in deze roman over een echt bestaand berenproject in de Pyreneeën Over dierenbescherming: Lauren Brooke: Na de storm (Kluitman) – over paarden Willy Schuyesmans: Tand om tand (Altiora) – over olifanten Federica de Cesco: De witte merrie (Facet) – over paarden