WERKINGSVERSLAG 2014 RECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN
Onderhavig werkingsverslag werd goedgekeurd door de Algemene vergadering van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen op 27 maart 2015.
INLEIDING
Beste lezer, 2014 was voor de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen een bijzonder jaar. In de loop van het jaar gingen we zonder voorbereiding van drie rechtbanken naar één rechtbank. Dit gebeurde bovendien aanvankelijk zonder voorzitter en zonder hoofdgriffier, deze laatste functie werd zelfs pas in 2015 ingevuld. Een werkingsverslag voor 2014 opstellen betekent dan ook heel wat puzzelwerk. Een tijdlang waren er drie rechtbanken, en dan, vanaf 1 april 2014, was er slechts één meer, in een grondig gewijzigde context. Hier komt bij dat het model waarin dit verslag moet worden gegoten, achterhaald is, en niet aangepast aan de nieuwe structuren. Zo komt een vraag als “Is internet voor ieder personeelslid beschikbaar?” eerder beledigend over. Op vele vragen moeten we bovendien jaar na jaar hetzelfde ontwijkend of negatief antwoord geven, vooral omwille van de ontoereikende informatica-mogelijkheden. Op die manier wijst het opstellen van dit jaarverslag telkens opnieuw op de structurele verwaarlozing van justitie. Deze verwaarlozing, gecombineerd met de aangekondigde, verregaande besparingen , doen het ergste vrezen voor de komende jaren. Extra besparingen, zonder compenserende investeringen of afdoende wettelijke ingrepen, dreigen onze werking zwaar te verstoren. De rechtspleging voor eerste aanleg in de provincie Antwerpen, en vooral de rechtzoekenden en onze ketenpartners balie en parket, dreigen hieronder zwaar te zullen lijden. Anderzijds willen we ook fier en ambitieus zijn. Fier, omdat we ondanks grote tekorten, in het bijzonder op de griffie, en ondanks een manifest ontoereikende infrastructuur, in het bijzonder wat de informatica en toe te passen procedures betreft, er toch in geslaagd zijn om bijzonder veel zaken op een kwaliteitsvolle en tijdige manier af te handelen. Dit alles hebben we te danken aan het grote engagement van onze griffiemedewerkers, griffiers en magistraten. De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen “werkt” nog steeds, en dit vooral dankzij de enorme goede wil en grote verantwoordelijkheidszin van onze medewerkers. Dit is heel knap, maar tegelijk verontrustend. Er zijn immers limieten en men kan niet steeds hierop blijven terugvallen zonder in de nodige investeringen aan mensen en andere middelen te voorzien. Hierbij moet gewezen worden op de zeer hoge werklast van Antwerpen. De rechtbank doet relatief gezien zeer veel zaken met de haar toegekende mensen. Een verdeling van de (beperkte) middelen moet hiermee rekening houden. We willen ondanks de ontoereikende ondersteuning ook ambitieus zijn. We zijn dit verplicht gelet op de aard van onze opdracht. We kunnen ondanks de beperkingen immers toch ook wel heel wat doen om onze werking te verbeteren. Zo kan ik verwijzen naar het eerste deel van dit werkingsverslag betreffende de missie, visie en waarden van de rechtbank. We hebben van deze eerste maanden gebruik gemaakt om duidelijk te bepalen wat we zijn, waar we naartoe willen en welke waarden we hierbij willen hanteren. 1
We hebben ons hierbij laten inspireren door mensen van buiten justitie en door onze partners in de justitiële keten als het parket en de balie. We hebben vanuit deze visie een aantal strategische en operationele doelstellingen uitgeschreven, wat op hun beurt ook de respectieve secties, de griffie en het directiecomité hebben gedaan. Dit alles zal de volgende jaren verder verfijnd moeten worden, maar de beweging is ingezet, de beleidscyclus is gestart. We willen duidelijk zijn over waar we als organisatie naar streven en hoe we ons privilege om recht te spreken willen invullen. Tegelijk willen we verantwoording afleggen over de aanwending van de publieke middelen die we hiervoor krijgen. We staan vanzelfsprekend open voor opmerkingen ter zake, eenieder is hiertoe uitdrukkelijk uitgenodigd. Dit alles lijkt een evidente oefening, maar blijkt uniek in het justitiële landschap van de hoven en rechtbanken. In wat volgt vindt u de vermelde missie, visie, waarden en doelstellingen van de nieuwe rechtbank. Voorafgaandelijk vindt u een kort algemeen overzicht voor de drie afdelingen samen, waarbij de indeling van het model van werkingsverslag wordt gevolgd. Daarna volgen de drie werkingsverslagen van de respectieve afdelingen, waarbij werd verder gebouwd op de werkingsverslagen van de vorige jaren, teneinde, bijv. ook wat de cijfers betreft, enige continuïteit te realiseren. Het is de bedoeling om volgend jaar, na het eerste volledige kalenderjaar van de nieuwe rechtbank, een volledig geïntegreerd verslag voor te leggen, met cijfers die sedert 2015 over de gehele rechtbank op dezelfde wijze worden verzameld. Ten slotte volgen het verslag van de jeugdrechtbank, voor de drie afdelingen, en het jaarverslag van de strafuitvoeringsrechtbank. Ik wens u graag veel leesgenot en kijk uit naar uw bemerkingen,
Bart Willocx Voorzitter
2
OVERZICHT WERKINGSVERSLAG VOOR DE DRIE AFDELINGEN
Hoofdstuk I Personele middelen Hierbij vindt u de samenvattende tabel voor de provincie.
Gemiddelde personeelsformatie
Gemiddelde bezetting van de personeelsformatie
Delegaties of externe opdrachten
Afwezighede n om medische redenen
Afwezigheden om medische redenen die een weerslag hebben op de Andere afwezigheden werking van het rechtscollege
2014
2014
2014
2014
2014
Magistraten
107
Plaatsvervangende magistraten
1 – B Franck
103
3 - F Camberlain, 702 V Deckmyn, P Van ziektedagen Santvliet
98,36
2
Opleidingen verstrekken
Deelnemen aan commissies
18
Niet rechtsprekende taken
Opleidingen volgen
evaluatie, beheer, enz.
169 dagen
(art. 383§2 Ger.W.) Plaatsvervangende rechters
22
Referendarissen
2
Griffiers
111
764
764
2
0
134
10%
3
Ander administratief personeel
Gemiddelde personeelsformatie
Gemiddelde bezetting van de personeelsformatie
Delegaties of externe opdrachten
Afwezighede n om medische redenen
Afwezigheden om medische redenen die een weerslag hebben op de Andere afwezigheden werking van het rechtscollege
2014
2014
2014
2014
2014
119
117,93
1,7
2380
2380
Niet rechtsprekende taken
Opleidingen verstrekken
Deelnemen aan commissies
Opleidingen volgen
evaluatie, beheer, enz.
0
0
98
10%
b) Buiten de personeelsformatie
Gemiddelde betrekking
Gemiddelde bezetting van de Delegaties betrekking
Afwezigheden om medische redenen
Afwezigheden om medische redenen die een weerslag hebben op de werking van het rechtscollege
2014
2014
2014
2014
2014
Andere afwezigheden
Opleidingen verstrekken
Deelnemen aan commissies
Niet rechtsprekende taken
Opleidingen volgen
evaluatie, beheer, enz.
Ander contractueel administratief personeel
4
Magistraten die langdurig ziek zijn (goed voor 702 dagen in 2014) worden niet vervangen. De plaatsen van magistraten die met rust gaan of elders worden benoemd worden veel te laat vacant verklaard, of blijven uit door de lange procedure die volledig “benut” wordt. Dit betekent dat bijv. 6 maanden moet worden gewacht op de vervanging van een op rust gegane magistraat. De facto is er aldus ongeveer 10 % niet ingevuld van het magistratenkader, wat vanzelfsprekend ernstige gevolgen heeft voor de continuïteit van de werking van de rechtbank. Om dit op te vangen wordt vaak met plaatsvervangers gewerkt. De rechtbank is de betrokken plaatsvervangende rechters hiervoor zeer dankbaar, maar het is om meerdere redenen duidelijk geen ideale situatie. Vooral op de griffies werden de tekorten in 2014 zeer sterk gevoeld omdat hun kaders onvolledig werden ingevuld. Zo was er een zeer groot tekort aan griffiers (een bezetting van ongeveer 80 %, in VTE zelfs slechts van ong. 75 %) wat de druk opvoerde op de resterende griffiers en ook noopte tot het schrappen van zittingen. Zonder griffiers immers geen zittingen. Het is hierbij ergerlijk dat met cijfers wordt gegoocheld om aan te tonen dat het personeelstekort toch nog zou meevallen.1 Heel wat personeelsleden die vroeger in bovental werden toegelaten, worden echter nu bij het gewone kader geteld. Dit is enerzijds niet correct omdat zij voorheen wel werden toegelaten, en nu plots niet meer, maar ook omdat deze “positieve” cijfers de tekorten, in het bijzonder bij de griffiers, verhullen. Men kan griffiers en niet griffiers echter niet zomaar optellen gelet op het verschillend karakter van de respectieve functies. Eind 2014 had de griffie van de rechtbank volgens de FOD Justitie recht op 28 vacatures. Geen van deze werd intussen vacant verklaard. Dit is een onhoudbare toestand, laat staan dat hierop nog verdere besparingen kunnen gebeuren. Wanneer de regering het heeft over 10% besparen op personeel mag immers niet uit het oog worden verloren dat dit voor de griffies niet op 100% gebeurt, maar op een de facto reeds fel gereduceerd kader. 2014 was dan ook vooral voor de griffies problematisch op het gebied van personeel. Bijkomende besparingen zullen manifest hun invloed hebben op de werking van de rechtbank en zullen nopen tot een slechtere rechtsbedeling. Tot slot moet zoals hoger vermeld ook verwezen worden naar de relatief hoge werklast in Antwerpen. De drie afdelingen behoren volgens de werklastmeting tot de entiteiten met de relatief hoogste tekorten tussen de andere rechtbanken van eerste aanleg , respectievelijk gemiddeld ong. 30 % voor de griffie en 40 % voor de magistraten. Het is onbegrijpelijk dat de kaders niet worden aangepast in functie van de werklast, maar dat steeds wordt teruggevallen op historische kaders ondanks een intussen gewijzigde werklast of infrastructuur. Een beleid, weze het vanwege de minister dan wel vanwege het College van Hoven en Rechtbanken, dat niet de moed heeft om deze verschillen in kaart te brengen en
Een van de meest schrijnende voorbeelden betreft de bijstand voor een collega magistraat die niet ziend is. Na vijf jaar bijstand, noodzakelijk om normaal te kunnen functioneren, werd de persoon die hem bijstand verleende in februari 2014 zomaar om budgettaire redenen niet meer vervangen… 1
Eerste aanleg staat in voor het beheer van de gerechtsgebouwen, maar hiervoor is geen kader voorzien, laat staan dat in een kader is voorzien om de leiding van een entiteit van meer dan 400 medewerkers te ondersteunen. Dit fnuikt het streven naar een meer professionele werking.
5
hieraan gevolgen te koppelen, straft goed werkende rechtbanken die met veel inspanningen een relatief zeer hoge werklast toch trachten de baas te blijven.
Hoofdstuk II Logistieke Middelen Voor het beheer van de gerechtsgebouwen, een taak die eerste aanleg op zich neemt, is geen enkele omkadering voorzien. Alleen al voor het Vlinderpaleis betreft het momenteel vier personen. Overal stelt er zich een probleem inzake de beveiliging. Het veiligheidskorps is te beperkt in verhouding tot zijn taken, er is onvoldoende infrastructuur (slechts één scan-apparaat voor alle rechtbanken van een hele provincie). Enkel in het Vlinderpaleis kan momenteel alleen aan de hoofdingang een toegangscontrole worden georganiseerd. In de afdeling Mechelen zijn de diensten te klein behuisd, waarbij alle hoop is gevestigd op een spoedige renovatie van het voormalige Gasthuis. In Antwerpen en Turnhout is de huisvesting van de dienst overtuigingsstukken problematisch. Door de besparingen op het personeel, moet het onthaal soms onbemand of onvoldoende bemand worden, om de continuïteit van andere opdrachten niet in het gedrang te brengen. Ook het onderhoud van de gebouwen lijdt onder de besparingen en onder een beperkte invulling van het onderhoudspersoneel. Het trieste verhaal van de informatica in justitie is intussen goed gekend. Het treft echter te moeten vaststellen dat sommige zaken er ook dit laatste jaar nog zijn op achteruitgegaan. Zo zijn er vele klachten over de nieuwe laptops en zijn de mensen die in Brussel ter zake ondersteuning moeten geven (op de rechtbanken zelf zijn geen ICT’ers voorzien!) wel welwillend, maar duidelijk onderbemand. JIOR, het informaticasysteem van de onderzoeksrechters, cruciaal voor hun werking, werkt steeds slechter en is hoogdringend aan een revisie toe. Andere informaticasystemen zijn achterhaald. Voor het correctionele contentieux hopen we op de invoering van MACH. De rechtbank werkt overigens via een proefproject actief mee aan de opstart ervan (afdeling Turnhout). Wij kijken uit naar de invoering van VAJA (databank vonnissen en arresten) of e-deposit en e-letter (onder meer de elektronische neerlegging van besluiten), doch uit het justitieplan van de minister blijkt dat eerste aanleg hiervoor niet al te veel hoop mag koesteren. De rechtbank heeft zelf een website ontworpen, aangepast aan de nieuwe structuren van na de gerechtelijke hervorming. Dat hiermee tegemoet gekomen wordt aan een hoge nood, blijkt bijv. uit de bijna 5.000 bezoekers van het onderdeel familierechtbank op deze site, sedert de start van de familierechtbank op 1/09/14. Een adequaat werkend intranet is er nog steeds niet. De bibliotheken volstaan, doch het is jammer dat heel wat stukken wel kunnen teruggevonden worden via elektronische databanken, maar dan om budgettaire redenen niet kunnen worden afgedrukt. Het personeelstekort laat niet toe om magistraten en griffiers op de rechtbank een ondersteuning te bieden bij het opzoeken van juridisch bronnenmateriaal, zelfs niet voor het eenvoudig kopiëren ervan, wat nochtans een minimale ondersteuning zou zijn. Het budget is die naam eigenlijk niet waard. Het budget voor representatie is verreweg ontoereikend, zodat bijv. buitenlandse gasten hoogstens een kop koffie kan aangeboden worden. 6
Het budget voor kleine uitgaven is eveneens zeer beperkt en kan geen voorbeeld van zelfstandig beheer worden genoemd.
Hoofdstuk III Organisatie Voor het organogram kan verwezen worden naar het verslag van de drie afdelingen, waar de dienstregeling voor elk van de drie afdelingen is opgenomen. Verder kan worden toegelicht dat er sedert de hervorming een directiecomité is opgericht. Hiervan maken deel uit: de drie afdelingsvoorzitters Rita Heylen (Turnhout), André Van Praet (Mechelen) en Luc Potargent (Antwerpen), de hoofdgriffier Guy Leysen, twee magistraten Greet Nuyens (ondervoorzitter afdeling Antwerpen) en Philippe Vandaele (jeugdrechter afdeling Antwerpen) en de voorzitter. Griffier Mark Jespers is de secretaris van het directiecomité. De samenstelling weerspiegelt een mix over de afdelingen, de secties, de magistraten en de griffie. Op 1 september 2014 werd het nieuwe bijzonder reglement van kracht, dat de organisatie van de rechtsbedeling bepaalt over de drie afdelingen heen. Het kan worden teruggevonden op de website en werd gepubliceerd in het BS van 9 september 2014.
Hoofdstuk IV Overlegstructuren Ook hiervoor kan worden verwezen naar de verslagen van de respectieve secties. Nieuw sedert de hervorming is het hogervermelde directiecomité dat een centrale rol heeft in het beslissingsproces van de nieuwe rechtbank. Het directiecomité vergadert tweewekelijks. Het is verder opvallend dat er nu één provinciale voorzitter is, en één provinciale procureur, doch dat de balies per afdeling zijn gestructureerd en overleg met de balie dus met drie stafhouders moet gebeuren, wat in de praktijk evenwel geen problemen stelt. Het is ten slotte nog af te wachten hoe het overleg en de communicatie met het College van Hoven en Rechtbanken precies zal verlopen. Er worden met de rechters regelmatig algemene en sectievergaderingen gehouden. De nieuwe rechtbank hield een eerste treffen in de Dossinkazerne te Mechelen waar de voorzitter zijn beleidsplan voorstelde en waar de magistraten over de drie afdelingen heen een eerste keer samen waren. Tevens werd er in oktober een namiddagvergadering georganiseerd voor de gehele rechtbank waarop externen hun standpunt konden meedelen voor de opmaak van de visie en de doelstellingen van de nieuwe rechtbank. De rechtbank heeft ook een sectiewerking opgestart, over de afdelingen heen, teneinde de magistraten en griffiers in een bepaalde materie toe te laten beter samen te werken over de afdelingen heen. Er zijn vijf secties: de burgerlijke, correctionele en familiale sectie, de jeugd en het onderzoek. Het bestuur bestaat uit de volgende personen: Onderzoek : I. Van Hoeylandt, K. Lavens, K. Helsen, B. De Hous, C. Van Wambeke, I. Van Hees en P. De Schutter; Correctioneel : F. Nackaerts, A. Mertens, F. Caers, S. Van Hoonacker, H. Weyns, en C. Dierckx; Burgerlijk : R. Vinckx, A. Vyverman, G. Nuyens, D. Arts, A. Van der Steichel, P. Van Veldhoven en K. Stock; 7
Jeugd : Ph. Vandaele, C. Denoyelle, B. Van Bauwel, M. Liesse, K. Roelands en A. Viaene; Familiaal : E. Vermeulen, I. Moke, W. Verhaegen, G. Van den Brande, A. Aerts en N. Vermeylen.
Hoofdstuk V Statistieken Hierna volgen enkele algemene statistieken. Voor de details dienen de werkingsverslagen van de drie afdelingen te worden geconsulteerd. Het treft dat ook nu geen onbetwistbare, omvattende cijfers kunnen worden voorgelegd. De respectieve informaticatoepassingen laten dit niet toe. De cijfers van de steundienst, bevoegd voor de statistiek en werklastmeting, blijken niet volledig, zo zijn er geen cijfers voor de familierechtbank en blijken vele cijfers ernstige vragen op te roepen. De rechtbank doet veel moeite om gelet op deze gebrekkige ondersteuning een systeem te ontwikkelen dat toelaat zelf de basisgegevens op te volgen en bij te houden en hoopt in het volgende jaarverslag de resultaten hiervan te kunnen voorleggen. Hierna volgen enkele gegevens voor de drie afdelingen samen:
8
Het is jammer dat door de tekortkomingen op informaticavlak er geen bruikbare cijfers voorhanden zijn om al een eerste analyse te maken van de impact van de invoering van de familierechtbank. Vele cijfers zijn dan weer niet goed vergelijkbaar meer na het invoeren van de familierechtbank omdat bijv. bepaalde kamers materies behandelden die na de invoering van de familierechtbank werden opgesplitst tussen burgerlijke kamers en nieuwe familiekamers. Zo moet zeer voorzichtig worden omgesprongen met de cijfers inzake de burgerlijke procedures. Algemeen kan gesteld worden dat het aantal te behandelen zaken relatief stabiel blijft of licht daalt. Burgerlijk is er een beperkte daling, maar daar is dus voorzichtigheid geboden bij de interpretatie van de cijfers. Verder kan de wet op de natuurlijke rechter hebben gespeeld voor de inleidingen vanaf 1/09/14.
Hoofdstuk VI Evolutie van de werklast De rechtbank heeft meegewerkt aan de werklastmeting die werd uitgevoerd door het bureau voor statistiek en werklastmeting, dat nu is opgenomen in de steundienst van het college. Uit deze werklastmeting bleek dat de drie afdelingen van de rechtbank zowel wat magistraten als griffie betreft heel grote tekorten hebben, de grootste van het land. Het is ontgoochelend dat het werk voor deze werklastmeting klaarblijkelijk niet leidt tot een aanpassing van de kaders. Aldus moeten vragen worden gesteld naar de relevantie van de werklastmeting. De rechtbank ontwikkelt, bij gebreke aan afdoende informaticamogelijkheden en aan een algemeen model, zelf een systeem om van kortbij de activiteiten van de rechtbank omvattend te monitoren en hoopt dit volgend jaar te kunnen voorstellen. Dit moet ook toelaten de werklast onder de verschillende magistraten beter te verdelen. Er moet worden vastgesteld dat de objectieve werklast voor iedereen zonder twijfel relatief hoog ligt. De billijke verdeling ervan is op regelmatige tijdstippen voorwerp van overleg, ook teneinde tussen de afdelingen te streven naar een correcte verdeling.
Hoofdstuk VII De evolutie van de gerechtelijke achterstand Voor de provincie Antwerpen kunnen we vooralsnog stellen dat er niet echt kan gesproken worden van een reële gerechtelijke achterstand. Burgerlijke en familiezaken worden snel behandeld. De fixatietermijnen voor een vaststelling op grond van art. 747 § 2 Ger.W. blijven zeer aanvaardbaar. De fixatietermijnen worden van kortbij opgevolgd. Wanneer wordt vastgesteld dat een bepaalde kamer toch uitloopt, worden er meteen maatregelen genomen. Het is zeer uitzonderlijk dat partijen voor een zaak, die zij tegen een bepaalde termijn in staat kunnen stellen, toch twee maanden of langer moeten wachten vooraleer deze kan gefixeerd worden. Over de termijnen voor uitstellen kunnen aan de hand van de actueel voorhanden zijnde gegevens geen algemene uitspraken worden gedaan, tenzij dat dit ook nog steeds manifest aanvaardbare termijnen betreft. Dit alles wordt van nabij opgevolgd. Ook correctioneel blijken er zich geen problemen te stellen. Integendeel, sedert dit wordt opgevolgd blijkt precies dat het overgrote deel van de zaken binnen een termijn van 4 maanden 9
na de inleiding wordt afgewerkt. De termijnen voor uitstel variëren, maar worden ook van nabij opgevolgd en blijken zeker redelijk. Het moet herhaald worden dat Antwerpen goed presteert, doch dat dit te danken is aan de inzet van alle medewerkers die, zoals uit de werklastmeting blijkt, bereid zijn om een relatief zeer hoge werklast te verwerken. Deze werklast kan echter niet langer verder stijgen zonder al te zeer de kwaliteit van de rechtsbedeling in het gedrang te brengen.
Hoofdstuk VIII De achterstand in het beraad Vonnissen worden in principe binnen de maand uitgesproken. Door particuliere problemen (zoals de ziekte van een griffier of rechter, de aard van het dossier, vervangingen,…) worden zaken soms toch later uitgesproken doch de zaken waarvan het beraad langer duurde dan twee maanden blijken zeer uitzonderlijk (en worden van nabij opgevolgd). Zaken waarbij het beraad de drie maanden overschrijdt, komen niet voor in de provincie.
Hoofdstuk IX Beschrijving acties Zoals vermeld was 2014 een overgangsjaar. Op 1 april ging de vergroting van de gerechtelijke arrondissementen van start, zonder voorzitter en zonder hoofdgriffier, en al helemaal zonder enige omkadering voor een organisatie van meer dan 400 mensen. In 2014 werd dan ook vooreerst ingezet op het vlot implementeren van de nieuwe structuren. Zo werden afdelingsvoorzitters aangesteld, een directiecomité samengesteld, afspraken gemaakt over wat door wie kon worden beslist enz. Op zeer korte tijd moest een nieuw bijzonder reglement opgemaakt worden. Tevens moest op 1 september de familierechtbank worden ingevoerd zonder dat hiervoor op informaticavlak een adequate ondersteuning werd gegeven. De vernieuwing van de familierechtbank kwam tot stand na veel intern overleg, en werd extern gecommuniceerd op open vergaderingen met de respectieve balies en de deurwaarders. Ook de gerechtelijke hervorming werd zo breed mogelijk toegelicht. Voor de afdeling Antwerpen was er een audit van de Hoge Raad voor Justitie die kon worden afgesloten en waarbij werd vastgesteld dat intussen het overgrote deel van de aanbevelingen werd uitgevoerd.
10
MISSIE, VISIE, WAARDEN EN DOELSTELLINGEN VOOR 2015 (-2017) VOOR DE REA ANTWERPEN
Missie van de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen
De missie geeft weer waarom we hier zijn, onze bestaansreden, onze identiteit.
De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen maakt deel uit van de rechterlijke macht in België.
Haar rechters, griffiers en griffiemedewerkers zorgen voor een integere en kwaliteitsvolle beslechting van geschillen en berechting van strafbare feiten, in alle onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
De rechtbank draagt bij aan de instandhouding van de rechtsstaat en aan het vertrouwen van de burger in het recht.
Visie van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen
De visie geeft weer wat onze ambities zijn, waar we naar willen streven in het kader van onze opdracht.
“De rechtbank van eerste aanleg voor de provincie Antwerpen werkt”.
11
Als rechtbank van eerste aanleg voor de provincie Antwerpen werken we aan:
-
het vertrouwen van de rechtzoekenden in justitie; een efficiënte en effectief werkende rechtbank die zorgt voor een kwaliteitsvolle rechtspraak binnen een redelijke termijn; een klantgerichte dienstverlening met aandacht en respect voor elke rechtzoekende; het integer handelen van gerechtspersoneel, griffiers en magistraten; een open en actieve communicatie; een transparante, ketengerichte en professionele aanpak;
met aandacht voor al onze medewerkers.
De beperkte door de overheid ter beschikking gestelde middelen kunnen hierbij een uitdaging vormen, maar ook een ernstige beperking en hypotheek.
De rechtbank wil uitdrukkelijk het kwaliteitsstreven laten voorgaan op het rendementsdenken.
Kernwaarden van de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen
Kernwaarden bepalen wat van wezenlijk belang is, en hoe we ons gedragen.
-
Onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit; Een rechter moet in alle vrijheid recht kunnen spreken, vrij van elke druk van welke aard ook. De rechter, en de gerechtelijke organisatie, staan buiten de partijen. De rechter oordeelt zonder vooroordelen. Ook de schijn dat niet aan deze voorwaarden is voldaan, moet worden vermeden. Een houding van eerlijkheid en waardigheid legitimeert het gezag en verzekert het vertrouwen in justitie.
-
Professionaliteit; Elke medewerker vertrekt vanuit een professionele werkhouding en een methodische aanpak. Hierbij wordt gestreefd naar een grote juridische en menselijke (waaronder communicatieve) deskundigheid. De rechtbank bejegent alle rechtzoekenden en partners op een respectvolle wijze. 12
-
Maatschappelijk verantwoordelijk; De rechtbank staat midden in de maatschappij: o is bewust van wat er leeft binnen de maatschappij; o neemt haar rol op ter verdediging van de rechtstaat, en van elkeen die op justitie een beroep moet kunnen doen om zijn recht te halen; o heeft oog voor het uniek en waardevol karakter van elkeen en voor de diversiteit in de maatschappij.
-
openheid; de rechtbank wil transparant werken, en toegankelijk en begrijpelijk zijn.
-
samen werkend; door intern en extern de krachten te bundelen wil de rechtbank een optimale dienstverlening en een kwaliteitsvolle rechtspraak verzekeren.
13
Doelstellingen van de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen voor 2015 (- 2017)
Doelstellingen beschrijven de zaken die we in de toekomst willen realiseren.
Terugkoppelend naar de missie, de visie en de kernwaarden komen we tot een aantal algemene, strategische doelstellingen die verder naar operationele doelstellingen worden vertaald.
De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen wil een rechtbank zijn die werkt:
-
(1) georganiseerd werken (onze organisatie) (2) samen werken (onze mensen) (3) recht spreken (onze kerntaak)
Er is zeer veel werk aan de winkel voor deze nieuwe rechtbank, zoals hierna beschreven, maar om voldoende te focussen schuift de rechtbank de volgende vier absolute prioriteiten voor de rechtbank in 2015 naar voor:
-
de ontwikkeling van een beleidscyclus, een visie en doelstellingen; de ontwikkeling van een instrument voor interne beheersing; de ontwikkeling van een effectieve interne en externe communicatie; de ontwikkeling van een sectiewerking over de afdelingen heen.
14
Meer in detail zal zij aan de hierna vermelde doelstellingen werken:
(1) georganiseerd werken (onze organisatie)
Ondanks het ontbreken van enig kader of enige reële ondersteuning ter zake, wil de rechtbank naar een professionele, efficiënte en effectieve beleidsvoering en organisatie en dit door de realisatie van de hierna vermelde doelstellingen. Hierbij zal telkens opnieuw moeten worden rekening gehouden met de budgettaire beperkingen en met de hieruit voortvloeiende noodzaak tot aanpassingen:
-
(1) het invoeren van een beleidscyclus verbonden aan de ontwikkeling van een strategie, vertaald in een (te vernieuwen en te evalueren) missie en visie, in waarden en doelstellingen (strategisch/operationeel) (2015);
-
(2) de invulling van de nieuwe provinciale structuren en opmaak van een beslissingsmatrix (2015);
-
(3) het ontwikkelen van middelen van interne beheersing: o opmaak van een systeem van boordtabellen die de gehele rechtbank omvatten (2015); o verfijning van het systeem van de boordtabellen en verdere afstemming van de boordtabellen op de visie en doelstellingen (2016);
-
(4) de ontleding en verbetering van de werkprocessen en bepaling van de kerntaken: o opmaak van een plan en methodologie voor de vergelijking van de werkprocessen en de uniformisering en verbetering ervan. Aanvangen met de uitvoering ervan (2015); o de werkprocessen in de verschillende onderdelen van de rechtbank zijn vergeleken en zoveel mogelijk verbeterd en op elkaar afgestemd, de kerntaken werden hierbij afgelijnd (2017);
-
(5) het ontwikkelen van een visie voor de verdeling van de zaken over de provincie en de realisatie ervan: o overleg en indienen van een eerste voorstel van zaakverdelingsreglement met beoogde ingangsdatum op 1/09/15 (2015); o analyse en overleg voor een verdere zaakverdeling, o.m. wat de eventuele aanpassing van de afdelingsgrenzen betreft en de eventuele toepassing van nieuwe wettelijke mogelijkheden (2016); 15
(2) samen werken (onze mensen)
Intern
-
(1) het verhogen van het welbevinden van alle medewerkers over de afdelingen heen – ontwikkelen van initiatieven ter zake (2015) zoals: -daadwerkelijke aandacht voor de werkbelasting van elkeen; -de organisatie van een welzijnsbeurs; -de organisatie van gezamenlijke activiteiten; -een goede interne communicatie;
-
(2) het activeren van het personeelsbeleid waaronder: o het opmaken van een loopbaanplan voor de gehele rechtbank, met afstemming van de behoeften van de rechtbank op de wensen en mogelijkheden van de magistraten, griffiers en griffiepersoneel, rekening houdend met de prognose van de te verwachten personeelstekorten en met toepassing van mobiliteit tussen de drie afdelingen (2015); o afspraken inzake het verbeteren van selecties waaronder de opmaak van profielen voor magistraten (2015); o optimaliseren van de evaluaties voor magistraten, griffiers en griffiepersoneel (2015); o stimuleren en mogelijk maken opleidingen (2015); o verbetering van de opvang van nieuwe magistraten (vademecum, mentor, inloopperiodes,…) (2015); o duidelijke afspraken met de magistraten (vademecum) (2015);
-
(3) Aandacht voor diversiteit in justitie door het opzetten van een congres ter zake (2015-2016);
16
Extern
-
(1) de ontwikkeling van een actievere externe communicatie inclusief duidelijke afspraken voor de pers (2015);
-
(2) de verdere ontwikkeling en stoffering van de website en van het onthaal vanuit een streven naar een betere dienstverlening (2015);
-
(3) volgehouden formeel en informeel overleg met de ketenpartners, provinciaal en in de afdelingen, in het bijzonder met de balies, het parket, het Hof van beroep, het justitiehuis en het College van hoven en rechtbanken (bijv. ook inzake de bepaling van de doelstellingen) (2015);
-
(4) aandacht voor diversiteit en justitie door het opzetten van een congres ter zake (2015-2016).
17
(3) recht spreken – onze kerntaak:
een klantgerichte rechtspraak -
(1) een beter zittingsmanagement in het bijzonder correctioneel (incl. uitstelbeleid) en familiaal (2015);
-
(2) de organisatie van de griffie in functie van een streven naar klantgerichtheid (2016);
-
(3) de verhoging van de effectiviteit van de rechtspraak (2015-16) via: o het faciliteren van alternatieve geschillenafhandeling op de familierechtbank (in het bijzonder de kamers voor minnelijke schikking, familiale bemiddeling); o het faciliteren van alternatieve werkingswijzen op de burgerlijke rechtbank
o o o o o
Stimuleren alternatieven in bouwzaken Optimaliseren deskundigenonderzoeken Aftoetsen regierechter Modellen burgerlijke procedures Burgerlijke inleidingszittingen;
o het faciliteren van alternatieve geschillenafhandeling correctioneel, in het bijzonder het onderzoek naar de mogelijkheden voor een welzijnskamer; -
(4) een betere bejegening van de rechtzoekenden (2015) door: o aandacht voor een begrijpelijke taal (nazicht documenten correctioneel – Mach); o grotere aandacht voor de zittingsvaardigheden in evaluaties;
-
(5) een grotere openheid voor de inbreng van derden door onder meer: o o o o
een aangepaste aanpak van de evaluaties magistraten (2015); het ontwikkelen van een klachtenmanagement en een ombudsfunctie (2015-16); het opzetten van intervisie en/of spiegelconferenties (2015-16); het stimuleren van onderzoek inzake klantgerichtheid en het ontwikkelen van een permanente focus ter zake (2016)
18
een kwaliteitsvolle rechtspraak
-
(1) de ontwikkeling en uitbouw van een sectiewerking over de afdelingen heen voor de burgerlijke sectie, de familiale, de correctionele, de jeugd en het onderzoek (2015);
-
(2) de ontwikkeling van een kennismanagement met opbouw van gedeelde documentatie en modellen (2015-2016);
-
(3) het streven naar uniforme procedures en modellen (2015-16);
-
(4) de opvolging van fouten en incidenten (2015-16);
-
(5) het meten en de opvolging van de tijdigheid van de rechtspraak, van achterstand en doorlooptijden (2015);
-
(6) het ontwikkelen van initiatieven ter ondersteuning van een integer functioneren van magistraten en griffie (2015-16);
-
(7) het laten doorwerken van beroepsrechtspraak en het stimuleren van overleg ter zake (2015-16);
-
(8) het opvolgen van studiedagen en opleidingen en de terbeschikkingstelling van de documentatie (2015).
19
Bijlage 1: Nota Griffie
Wat de acties betreft die specifiek door de griffie werden ondernomen om de werking te verbeteren kunnen we niet anders dan vaststellen dat 2014 een zeer moeilijk jaar is geweest. Enerzijds werd de griffie (en bij uitbreiding de rechtbank) geconfronteerd met de gerechtelijke hervorming van 1 april 2014 waardoor zij zonder effectieve leiding kwam te vallen. Er werd weliswaar een waarnemend hoofdgriffier aangesteld doch deze, gelet op de lopende selectieprocedure (welke pas afgerond werd in 2015), kon niet anders dan de bestaande toestand bestendigen als een ‘goed huisvader’ en de weg vrijmaken voor een nieuwe benoemde hoofdgriffier die dan op de best mogelijke wijze zijn rol zou kunnen vervullen. De nieuwe structuur (één rechtbank, drie afdelingen, één voorzitter, een directiecomité) had behoefte aan een effectieve leiding van de griffie. We stellen vast dat dit geen prioriteit was voor de FOD. Het feit dat deze nieuwe functie tot op heden nog niet gewogen werd en dus voorlopig werd ingeschaald is weerom een onderkenning van het belang dat aan een efficiënt, effectief en duurzaam leiderschap van de griffie wordt toegekend. Ook het zoeken van de griffie naar haar plaats in de nieuwe structuur heeft tijd gekost, niet in het minst door bovenstaand gebrek. Hoe verhoudt zij zich ten opzichte van de voorzitter, het directiecomité, de afdelingsvoorzitter? Hoe organiseert zij zich intern (hoofdgriffier, afdelingsgriffiers, afdelingen)? Op deze wijze werd door de trage afhandeling van de selectieprocedure en de onduidelijkheid die dit voor de griffie met zich meebracht, een jaar verloren. Anderzijds werd, door de invoering van de familierechtbank op 1 september 2014, enorm veel potentieel verbruikt om deze organisatie in de drie afdelingen tijdig rond te krijgen. We mogen thans stellen dat, zoals onze rechtbank, de familierechtbank ‘werkt’ en dit door de inspanningen van alle betrokkenen. Last but not least is de permanente onderbezetting van de kaders een constante bezorgdheid geweest. Niet alleen werden vertrekkers niet of nauwelijks vervangen maar ook de onduidelijkheid hierover maakte een structurele planning van de werking van de griffie onmogelijk. Het gevolg hiervan is een constant bijsturen door gaten op te vullen door beheersbare achterstanden op te zoeken die dan weer later zelf moeten geremedieerd worden. Het schaven aan werkprocessen tot zij herleid worden tot een absoluut minimum en de grens van het wettelijk toegestane bijna overschrijden, werd in bijna alle afdelingen toegepast. Griffiers en medewerkers gingen tot het uiterste. Door het grote tekort aan griffiers in 2014 (18 vacante plaatsen op een kader van 108) werd kwaliteit gezocht en gevonden bij het gerechtspersoneel. 12 opdrachten werden aan assistenten of medewerkers gegeven om het kader van de griffiers toch enigszins werkbaar te houden. Te weinig maar meer kon niet omdat er anders niet voldoende kwalitatief personeel beschikbaar bleef voor de ondersteunende griffiediensten en/of de nodige competenties zelfs niet gevonden konden worden bij het overblijvende griffiepersoneel. 20
Als afsluiting kunnen we dan ook stellen dat 2014 vooral een overlevingsjaar is geworden dat vooral gekenmerkt is geweest door de implementatie van de hervormingen, het zoeken naar de plaats van de griffie in de nieuwe structuur en het zoeken naar oplossingen met betrekking tot de personele toestand. Dit alles onder leiding van ‘een goede huisvader’ maar met gemis van een effectief en efficiënt leiderschap.
DOELSTELLINGEN VAN DE GRIFFIE VOOR HET JAAR 2015
De burger heeft het recht in veiligheid te leven. Hij heeft ook recht op een snelle en efficiënte justitie. Talrijke inspanningen werden reeds geleverd om onze rechtbank een voortrekkersrol te laten spelen in het streven naar een betere, toegankelijkere en modernere rechtbank. Wij zijn ervan overtuigd dat een toegankelijke en een kwalitatieve dienstverlening enkel mogelijk is door een performant beleid en een goed werkende griffie. Samen met de magistraat-korpschef en de procureur des Konings wil de griffie deze uitdaging aangaan. De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen is het aan zichzelf verplicht toonaangevend te zijn om verder door te groeien van deelnemer tot initiatiefnemer in het streven van justitie naar perfectie. Met voldoende realiteitszin en bewustzijn van de ontwikkelingen in onze maatschappij, en door een onderbouwde planning en organisatie moet de griffie van de rechtbank van eerste aanleg een dienstenbedrijf worden waar alle ‘klanten’ door een team van gemotiveerde en tevreden medewerkers zullen worden geassisteerd. Waar onderscheiden we ons in en welke zijn onze sterke punten, waar kunnen we ons verbeteren en hoe kunnen we onze werking optimaliseren? Dit zijn de vragen die we ons moeten stellen. Kortom : op welke wijze geven we inhoud aan onze maatschappelijke opdracht? Onze rechtbank moet een zelfstandige overheidsorganisatie zijn die haar bijdrage levert aan de rechtsstaat door, in onafhankelijkheid en tijdig, juridisch goede en onpartijdige beslissingen te nemen, bewust van het maatschappelijk effect van ons handelen. Deugdelijk gemotiveerd, in heldere bewoordingen gesteld en op tijd komende beslissingen. Zorgend voor een dusdanige bezetting dat continuïteit en kwaliteit geboden kunnen worden. Zo mogelijk worden medewerkers ingezet als generalist, zo nodig als specialist. Respect en betrokkenheid kenmerken de onderlinge verhoudingen in onze rechtbank. Samen wordt hard gewerkt aan het te bereiken resultaat: een rechtbank die werkt. De deuren staan open, de drempels zijn laag.
21
De griffie staat niet alleen in de rechtbank. Zij is een onderdeel van de ketting welke de missie van onze rechtbank waarmaakt. Daarom ook zullen de doelstellingen van de rechtbank ook de doelstellingen van de griffie zijn of is de griffie minstens een onmisbare schakel in het behalen ervan. Eigen accenten, in samenspraak met de voorzitter en het directiecomité, zullen worden gelegd doch steeds zal het algemeen belang van de rechtbank voorrang krijgen. Alhoewel de doelstellingen die worden vooropgesteld door de Voorzitter, het Directiecomité en de verschillende secties, reeds zeer ambitieus zijn en tal van inspanningen van de griffie zullen vragen, zeker in het bepaalde tijdskader, wil de griffie toch nog extra eigen accenten leggen om zo mee te helpen aan het realiseren van de missie van de rechtbank. In 2015 zal zij haar eigen missie, visie en waarden bepalen, natuurlijk steeds rekening houdend met deze van de entiteit zelf. Hierdoor kan het zijn dat bepaalde doelstellingen die vandaag als belangrijk worden aanzien misschien in 2016 minder prominent zullen worden voorgesteld, waar andere doelstellingen die vandaag slechts minimaal of zelfs niet belicht worden, in 2016 als prioritair zullen worden beschouwd.
Visie De griffie dient haar doelstellingen en acties voor het volgende jaar te baseren op acht prioriteiten, rekening houdend met de doelstellingen van de rechtbank. Er zal dan ook een verwijzing zijn naar deze doelstellingen. 1. De werkprocessen vernieuwen: de maatschappelijke opdracht en de context van de rechtbank in haar geheel in onze samenleving dienen richting te geven aan de wijze waarop we de dingen doen. De griffiers en het griffiepersoneel dienen zich te ontwikkelen tot flexibele, competente en ondernemende medewerkers in een inspirerende werkomgeving, met een groeiende aandacht voor multidisciplinariteit; (1.4 en 3) 2. De griffiers en het griffiepersoneel steeds centraal plaatsen. Alle talenten ontwikkelen; (2.intern.2) 3. Een sterke positie verwerven in het justitiële landschap zodat onze rechtbank een ‘referentierechtbank’ wordt; (2.extern) 4. Dienstverlening stimuleren, stroomlijnen en resultaatsgericht uitbouwen; (2.extern en 3) 5. Door de crisis breken en de efficiëntie verhogen; (1) 6. Leiderschap: verdere ontwikkeling van het leiderschap in functie van de toenemende verantwoordelijkheden voor een griffie met een steeds groeiende en veelzijdige maatschappelijke opdracht; (1.2)
22
7. Competentiemanagement: alle talenten van de medewerkers optimaal ontwikkelen en inzetten; (2.intern) 8. Een breed netwerk en sterke partnerschappen uitbouwen bij alle actoren; (2.extern)
De focus zal verder gelegd worden op vier belangrijke onderdelen die er samen moeten voor zorgen dat deze visie zal vertaald worden naar doelstellingen, steeds weer rekening houdend met de doelstellingen reeds opgenomen in deze van de rechtbank en haar secties. Leiderschap, personeel, klanten en processen zijn de vier bouwstenen waarmee we aan de slag moeten.
A. Leiderschap Visie: De rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen heeft een sterke en uitdagende missie met een groot engagement ten aanzien van de samenleving. Het leiderschap zet dat grote engagement uit in beleidslijnen die gericht zijn op haar maatschappelijke opdracht en die uitgaan van een duidelijke visie. Daarom kiest de griffie voor een sterk en effectief leiderschap dat continuïteit, stabiliteit en eenheid in gezag en besluitvorming combineert met flexibiliteit en ondernemerschap. Een sterk leiderschap dat zekerheden en waarden vertaalt in veranderingen, uitdagingen en creativiteit, Een sterk leiderschap dat inspireert, stimuleert en innoveert.
Inspirerend leiderschap opteert voor deugdelijk bestuur, is integer en waardebewust. In een eenduidige organisatiestructuur wordt besluitvaardig en consequent leiding gegeven met verantwoordelijkheid van de leidinggevenden en met respect voor ieders eigenheid. Het leiderschap inspireert medewerkers tot ethisch verantwoord en duurzaam handelen. Daarom dient het beleid gevoerd te worden met aandacht voor de mens, de natuur, de materiële voorzieningen en de financiële mogelijkheden. Stimulerend leiderschap dient te vertrekken vanuit een participatief beleid om met gedragenheid van de hele organisatie de bakens uit te zetten. Hierbij schept een goed gestructureerd en kordaat personeelsbeleid kansen en uitdagingen voor initiatief, creativiteit en persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. Stimulerend leiderschap geeft vertrouwen en spoort alle medewerkers aan om in de griffie hun eigen verantwoordelijkheid op te nemen en ook verantwoording af te leggen.
23
Innoverend leiderschap neemt het voortouw bij interne en externe ontwikkelingen en geeft daarmee de griffie en bij uitbreiding de rechtbank, een prominente plaats in de justitiële netwerkomgeving. Met innoverend leiderschap is de griffie een lerende entiteit, waarin continue veranderingsprocessen degelijk onderbouwd zijn en gericht zijn op kwaliteitsverbetering. Participatie van alle actoren wordt gestimuleerd.
Concreet: -
zorgen voor een transparante en duidelijke organisatiestructuur door het opstellen van huishoudelijk reglement, een duidelijke en transparante beschrijving van alle medewerkers en hun specifieke taken; de rol, de samenstelling en de werking van de beslissings-, advies- en organisatieorganen; de organisatiestructuur voor de diensten kan de werking van de diensten verbeteren. De rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moeten afgebakend worden. (2015)
-
zorgen voor verdere ontwikkeling van het leiderschap in functie van de toenemende verantwoordelijkheden voor een griffie met een steeds groeiende en veranderende maatschappelijke opdracht met als resultaat een inspirerend, stimulerend en innoverend leiderschap. (2015 – 2020)
-
het voeren van een participatief beleid door het actief betrekken van alle medewerkers en de geëigende medezeggenschapsorganen. De participatie van de medewerkers aan het beleid dient erkend te worden en gedragen te worden door de organisatie door de oprichting van structurele en permanente adviesraden. (2015)
-
het doorlichten van alle informatie- en communicatiestromen naar effectiviteit en doorstroming. (2015 – 2016)
-
uitbreiding van de netwerken door het nemen van een voortrekkersrol in allerhande verbeterprojecten. Bepalen welke partners belangrijk zijn en waarvoor ze belangrijk zijn en in de samenwerkingsverbanden steeds rekening houden met de eigen opdrachten en engagementen binnen de rechtbank. (2015 – 2020)
B. Personeel Visie: De medewerkers van de griffie dienen beschouwd te worden als partners waarmee overleg wordt gepleegd om te komen tot strategische keuzen. Hun kwaliteiten dienen ontwikkelingskansen aangeboden te worden binnen een cultuur van waardering en samenwerking en dat over de grenzen van de verschillende secties heen. Belangrijk hierbij is de gedeelde verantwoordelijkheid om de doelstellingen van het leiderschap en de persoonlijke doelstellingen van de medewerkers op elkaar af te stemmen.
24
Concreet:
-
het voeren van een integraal personeelsbeleid door ervoor te zorgen dat het personeelsbeleid, alle reglementen en procedures zijn uitgeschreven en afgestemd zijn op elkaar en door het prestatieregelingsbeleid (= de evaluaties) en het taakinvullingsbeleid transparant en gelijklopend voor elke medewerker te maken en door dat alles duidelijk te communiceren naar de medewerkers; (2015)
-
de competenties van de medewerkers optimaal te ontwikkelen en in te zetten door de beschikbare en gewenste competenties van de medewerkers in kaart te brengen en te beheren, en bij het aanwerven, functioneren en professionaliseren rekening te houden met de competenties; (2015 – 2020)
-
voor elke medewerker wordt een professioneel ontwikkelingsplan (POP) opgesteld. Het IGO en het OFO zijn geïntegreerd in het professionaliseringsbeleid; (2015)
-
de competenties voor effectief en functioneel leiderschap dienen te worden geformuleerd om hieruit een plan professionalisering leidinggevende af te leiden met concrete acties; (2015 - 2016)
-
de effecten van de professionalisering dienen te worden getoetst aan de verwachtingen en zo nodig te worden bijgestuurd; (2015 – 2020)
-
het profiel, de rol en de verantwoordelijkheden dienen duidelijk te zijn voor elke medewerker; dat kan door enerzijds de terminologie inzake functieomschrijvingen, rollen, opdrachten, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden eenduidig te definiëren en toe te passen voor elke medewerker en anderzijds door de prestatieregelingen en de afspraken in verband met beschikbaarheid duidelijk vast te leggen als referentiepunt voor het functioneren en de verantwoording ervan; het profiel van ‘de griffie-medewerker van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen’ dient gekend en herkenbaar te zijn in het functioneren van elke medewerker; (2015 – 2016)
-
het gelijkekansenbeleid dient geïntegreerd te zijn in het personeelsbeleid: alle medewerkers krijgen gelijke kansen tot ontwikkeling, ondersteuning en inzet in opdrachten; (2015 – 2020)
-
er wordt onderzoek gedaan welke vormen van erkenning de medewerkers belangrijk vinden en de tevredenheid van de medewerkers wordt gemeten en acties worden hiervan afgeleid; (2015 – 2020)
-
Initiatieven worden genomen om de waardering voor de medewerkers uit te drukken en er wordt hen de mogelijkheid gegeven om via flexibele uurregelingen, verlofstelsels en uitstapregelingen hun professionele leven en hun privéleven goed op elkaar af te stemmen; (2015 – 2020)
-
Er is aandacht voor de werkdruk bij alle beleidsbeslissingen; (2015 – 2020) 25
-
er wordt een sociaal personeelsbeleid gevoerd met aandacht voor erkenning en waardering van alle medewerkers; (2015 – 2020)
-
verderzetting van het stagebeleid (thans 35 stagiairs bachelors rechtspraktijk en 15 kantoorstudenten uit 5 verschillende hogescholen en 6 middelbare scholen), en uitbreiding naar andere vakgebieden (bachelor marketing, bachelor toegepaste informatica,…); (2015 – 2020)
-
structureel de medewerkers samen brengen (overleg, kennis) intern en extern (andere rechtbanken); het sectoraal overleg implementeren en ondersteunen (2015)
-
nieuwe medewerkersbeleid op punt stellen: onthaalbrochure met alle nodige en nuttige info, begeleiding en voorstelling aan alle collega’s van de afdeling, peter- of meterschap door een ervaren medewerker; (2015 – 2016)
C. Klanten
Visie: Alle personen/organisaties waarmee de griffie op enigerlei wijze contact mee heeft dienen beschouwd te worden als klanten. De algemene leiding zal via een performant netwerkbeheer op de meest optimale wijze de wensen van de verschillende actoren kennen en steeds zonder de belangen van de griffie te vergeten, streven naar win-win oplossingen. Zij vinden gehoor in de organisatie via de advies- en de medezeggenschapsorganen. De medewerkers van de griffie zullen klanten steeds op een professionele en respectvolle wijze te woord staan. Dienstbaarheid (zonder onderdanigheid) is een kerncompetentie voor alle medewerkers.
Concretisering: -
beschikbaarheid vergroten door het zoeken naar alternatieve informatiestromen; (2015 – 2016)
-
klachtenbeleid optimaliseren door rapportering, oplossingsgerichte analyse en doorvloeiing naar beleidsbeslissingen; (2016)
-
samenwerkingsakkoorden en protocollen met de naaste partners (parket, balie), zelfs streven naar alternatieve samenwerkingsvormen die het onafhankelijksprincipe blijven eerbiedigen; (2015 – 2020)
-
onderzoek naar de uitbouw van een automatische telefooncentrale met keuzemogelijkheden en een telefoon-policy met duidelijke afspraken naar alle medewerkers; (2016) 26
-
de vervollediging van de website van de rechtbank specifiek naar griffie-informatie (wat, waar en hoe); (2015 – 2016)
-
creatie van digitale postbussen voor alle secties moeten de deur naar digitale procesvoering op een kier zetten; (2015 - 2016)
-
onderzoek naar de mogelijkheden i.v.m. elektronische betaling; (2017)
-
de digitalisering van de vonnissen wat zal toelaten deze elektronisch ter kennis te brengen; (2016 – 2018)
-
op eenvoudige wijze communicatie mogelijk maken met de griffier/verantwoordelijke en in het algemeen te allen tijde duidelijk communiceren met gebruikmaking van alle communicatietools die ter beschikking zijn; (2015 – 2020)
-
voortdurend onderzoek naar de reële behoeften van onze klanten en de mogelijke remedies; (2015 – 2020)
-
brievenbeleid; (2015)
-
transparante werkprocessen; (2016 – 2018)
De burger:
Gelet op de maatschappelijke functie van de rechtbank is het van primordiaal belang dat de burger minstens de perceptie heeft dat de rechtbank snel en efficiënt werkt. Dat heeft tot gevolg dat we niet alleen snel en efficiënt moeten werken doch ook dat we oog moeten hebben voor het feit dat de burger ook weet dat we dat doen. Al te vaak worden we geconfronteerd met negatieve media al dan niet met een correcte weergave van de feiten. Dat moet absoluut vermeden worden. We hebben een goed product, nu moeten we de anderen nog overtuigen dat we een goed product hebben. Concretisering: -
samen met de voorzitter en het directiecomité, eventueel de procureur des Konings, dient nagegaan te worden hoe er best gereageerd wordt op negatieve berichtgeving (via persrechter, parketwoordvoerder, zelf?). Het spreekt voor zich dat dit initiatief nooit alleen van het leiderschap van de griffie kan en mag uitgaan; (2015)
-
analyse van de negatieve berichtgeving met eventuele verbeterprojecten als gevolg (2015 – 2020)
-
speciale aandacht voor de kwantiteit en de kwaliteit van de medewerkers in mediagevoelige diensten (onderzoek, raadkamer, strafuitvoeringsrechtbank) (2015 – 2020) 27
-
positieve berichtgeving stimuleren; (2015 – 2020)
-
door enquêtes de burger laten participeren en zijn reële behoeften leren kennen; (2016 – 2020)
-
uitbouw van goede perscontacten; (2016 – 2020)
D. Processen
Visie:
De griffie moet een moderne, soepel werkende organisatie zijn, geen anoniem kil loket, maar een aanspreekbare en menselijke administratie, die klantvriendelijkheid en resultaatsgerichtheid hoog in het vaandel draagt. Dat vereist een grondige aanpak waarbij onze werkprocessen centraal staan. Het zijn immers onze werkprocessen die uiteindelijk bepalen hoe we werken en welke resultaten we kunnen bereiken. Via de aaneenschakeling van verschillende activiteiten doorheen de rechtbank worden diensten aan de belanghebbenden geleverd. Deze prestaties dienen afgestemd op de behoeften en verwachtingen van de verschillende doelgroepen waartoe de griffie zich richt. Een betere coördinatie tussen diensten leidt tot winst inzake doeltreffendheid en efficiëntie. Accuraat werken in een korte doorlooptijd, zonder de kwaliteit aan te tasten moet nagestreefd worden. Volgende vragen zullen steeds gesteld moeten worden: Hoe kunnen we wat we doen vlotter doen? Hoe kunnen we wat we doen beter doen? Evenwel, vragen die we ons zeker moeten stellen zijn: Waarom doen we wat we doen? Wat is de toegevoegde waarde van wat we doen en voor wie doen we het? Is er een maatschappelijk voordeel om wat we doen sneller, vlotter en accurater te doen? En verwachten onze klanten dat ook van ons? De antwoorden zijn een aanleiding tot het definiëren van verbeterprojecten. (2015 – 2020)
Tevens is er het kerntakendebat dat terugkomt in het plan voor justitie van minister Koen Geens en in de doelstellingen van de rechtbank : Justitie moet inzetten op haar kerntaak en dat is in de eerste plaats de beslechting van rechtsgeschillen op een kwaliteitsvolle manier en binnen een redelijke termijn. 28
Het spreekt voor zich dat de griffie bij het zoeken naar haar rol binnen dit debat sterk afhankelijk is van tal van wetten, procedures en regelgeving. Wij hopen dan ook dat de uitvoerende en wetgevende machten de nodige initiatieven zullen ontwikkelen om de herleiding van de griffie naar haar kerntaak mogelijk te maken.
Tot slot Het spreekt voor zich dat het behalen van bovenstaande doelstellingen én deze van de rechtbank voor een deel afhankelijk zal zijn van de ons toebedeelde middelen. Zonder voldoende middelen komt niet alleen het behalen van een groot deel van deze doelstellingen in gevaar maar zelfs de hele werking van de griffie. De opvulling van de wettelijke kaders lijkt alvast een succesfactor te zijn. Tevens zullen enkele basisprincipes vooropgesteld worden om dit te realiseren: -
Brede participatie en betrokkenheid: de realisatie van de doelstellingen zal gebeuren in samenspraak met de verschillende belanghebbenden. Bij elke fase van het proces, Plan – Do – Check – Act, krijgen medewerkers de kans tot inbreng.
-
Ruimte voor flexibiliteit: om flexibel te kunnen inspelen op recente evoluties of dwingende omstandigheden moet het mogelijk zijn om naast de vastgelegde objectieven – na consultatie van het directiecomité – acties en initiatieven te ontplooien die niet vooraf voorzien zijn en een impact hebben op de voorgestelde doelstellingen.
-
Ruimte voor creativiteit en autonomie: het potentieel en de expertise van de griffiers en het gerechtspersoneel dient ten volle benut te worden. Medewerkers die bereid zijn om bij te dragen tot de realisaties van acties kunnen in team autonoom bepalen hoe ze die realisatie tot stand willen brengen en ideeën en suggesties aanreiken die zij als nuttig of belangrijk ervaren voor de toekomst.
Samen met de voorzitter van de rechtbank, het directiecomité, de afdelingsvoorzitters en de afdelingsgriffiers, de griffiers hoofden van dienst, de leidinggevende griffiers, de griffiers en het gerechtspersoneel zijn wij ervan overtuigd dat de griffie van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen de weg naar een snelle, efficiënte en effectieve justitie zal blijven vinden.
29
Bijlage 2: Correctionele sectie IDEEËN, MISSIE, WAARDE EN DOELSTELLINGEN VAN DE CORRECTIONELE SECTIE VAN DE ANTWERPSE RECHTBANK
De missie en doelstellingen van de correctionele rechters zijn in grote mate overeenkomend met de missie en doelstellingen van de niet-correctionele collega's van onze rechtbank.
Toch is het nuttig om een aantal missies en waarden in het bijzonder te benadrukken en hieruit dan de concrete doelstellingen van onze sectie voor 2015 te putten.
algemene doelstellingen die bijzondere aandacht krijgen van de correctionele sectie: hoog niveau van dienstverlening nastreven, mens- en klantgerichtheid, dienstbaarheid, respect voor iedere rechtszoekende Iedere rechtszoekende heeft recht op een respectvolle behandeling en op een weloverwogen, gewetensvolle en zo rechtvaardig mogelijke beslissing in zijn dossier op een zo kort mogelijke termijn.
doeltreffend en doelmatig omgaan met publieke middelen werkvreugde, zelfvertrouwen en engagement van alle rechtbankmedewerkers (magistraten, griffiers, personeel) aanmoedigen, respect afdwingen transparantie: discreet maar kordaat communiceren over de vonnissen en de werking van de correctionele rechtbank acties om deze doelstellingen te bereiken:
uniformiseren en tegelijkertijd verbeteren van de werkprocessen Dit leidt tot rechtsgelijkheid en voorspelbaarheid van de rechtsgang over de afdelingen heen. Bovendien kunnen hierdoor ‘work tools’ worden aangereikt die het werk van de individuele magistraten en griffiers vergemakkelijken.
een goede en weldoordachte invulling van het zaakverdelingsreglement
verbeteren van het zittingsmanagement, in overleg met balie en parket initiatief nemen om de wachttijden en de uitstellen te beperken 30
professionalisering magistraten door het uitwisselen van informatie Ook dit komt de rechtszoekende ten goede én verlicht de werklast van de magistraten door de gemakkelijke toegankelijkheid tot belangrijke informatie en door het leren kennen van elkaars standpunten over een aantal terugkomende procedure- of inhoudelijke knelpunten.
communicatie verbeteren door een betere leesbaarheid van de vonnissen waar mogelijk, en door meer en voorbereid te communiceren over concrete dossiers en over de werking van de rechtbank en aldus ook van de rechtstaat. Dit alles vanuit de overtuiging dat een goede relatie met de pers de correcte duiding, en derhalve ook de goede werking van de rechtstaat, kan dienen De rechtszoekende wordt hierdoor beter bediend en de burger is beter geïnformeerd. Bovendien zal hierdoor een duidelijker en adequater beeld ontstaan van onze concrete werking en moet dit noodzakelijkerwijze respect afdwingen voor de dagelijkse inzet van alle actoren van de rechtbank.
bepalen wat de 'core business' van de correctionele rechtbank moet zijn en op welke manier bepaalde taken minder arbeidsintensief kunnen worden gemaakt
aandacht voor diversiteit
concrete projecten van de correctionele sectie voor 2015
opstarten Z-schijf die toegankelijk is voor de hele provinciale rechtbank, waarbij de map van de correctionele afdeling als volgt zal worden ingevuld: c) ondermap met informatie van gevolgde studiedagen, van de sectorvergadering van het Hof, …; d) ondermap met modellen die zijn opgesteld in overleg met alle afdelingen en die vrijblijvend door elke magistraat kunnen worden gebruikt (bv. modelvonnis, modellen aanstelling deskundigen, probatievoorwaarden, richtwaarden morele schadevergoedingen bij geweldsdelicten …); e) ondermap met interessante uitspraken.
overleg plegen met balie en parket ter beperking van de wachttijden en uitstellen op de correctionele zittingen
constructief meewerken aan het zaakverdelingsreglement, met aandacht voor efficiëntie én met respect voor de individuele magistraten
constructief meedenken over de kerntaken en het efficiënt aanwenden van de middelen van de correctionele rechtbank
de contacten met de pers helpen verbeteren door de beschikbaarheid en de bereidheid tot het geven van informatie in concrete dossiers te vergroten 31
magistraten op basis van vrijwilligheid laten zetelen in andere afdelingen om aldus elkaars werkmethodes te leren kennen, met het oog op uniformisering
bijzondere aandacht voor studiedagen rond diversiteit 26 januari 2015
32
Bijlage 3: Sectie familierechtbank
DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG ANTWERPEN Sectie Familierechtbank Missie – Visie – Waarden - Doelstellingen
Missie (overkoepelend over de verschillende secties)
De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdelingen Antwerpen, Mechelen en Turnhout staat niet op zich maar maakt deel uit van de rechterlijke macht in België en dit door onafhankelijke, onpartijdige en integere rechters tijdig recht laten spreken waardoor de burger (opnieuw) vertrouwen kan hebben in het werken van Justitie, enerzijds door de burger te begeleiden naar een alternatieve oplossing voor zijn geschil dan wel dit geschil te beslechten, anderzijds door recht te spreken in strafprocedures.
Visie
De sectie familierechtbank van de REA Antwerpen wil deze missie waarmaken door als hoeksteen op te treden in familiegeschillen door:
-
de rechtzoekenden een snelle en kwaliteitsvolle rechtspraak in een begrijpelijke taal te bieden, waarbij de doorloopsnelheid evenwel niet ten koste van de inhoud mag komen; het garanderen van professionele en menselijke contacten met de rechtzoekenden, met oog voor hun diversiteit; de begeleiding in alternatieve wijzen van conflictoplossing, onder meer via Kamer voor minnelijke schikking (KMS) en bemiddeling.
Kernwaarden
De sectie familierechtbank van de REA Antwerpen draagt onder meer volgende kernwaarden hoog in het vaandel: -
onafhankelijkheid & onpartijdigheid integriteit professionaliteit respect en luisterbereidheid 33
Doelstellingen
De sectie familierechtbank van de REA Antwerpen wil de komende jaren:
1. een verdere realisatie van de uniformering van de werkprocessen binnen de afdelingen Antwerpen, Mechelen en Turnhout en dit gelet op het belang rechtszekerheid; 2. In de mate van het mogelijke, doorverwijzen naar een andere vorm van geschillenbeslechting als de familierechter inschat dat dit beter is voor de oplossing van het conflict tussen partijen; 3. Binnen de KMS vervolgens akkoorden op maat trachten te bereiken om het welbevinden van partijen te verhogen; 4. Het creëren van een digitale databank met ondersteunende documentatie bestaande uit drie hoofdmappen en geplaatst op de gemeenschappelijke “Z-schijf”: -
vonnissen& arresten (met sub mappen per onderwerp/materie) modellen (met sub mappen per onderwerp/materie) delen info (RL en info studiedagen) (met sub mappen per onderwerp/materie)
Hierbij zal dienen nagegaan te worden op welke manier het systeem van “be- connected” van mevrouw A. Bekkers kan worden geïntegreerd, wie als documentatieverantwoordelijke zal optreden (familierechter, referentiegriffier, referendaris, administratie), of bijvoorbeeld de arresten digitaal kunnen verzonden worden.
5. Streven naar een efficiënte werking; 6. Streven naar een voldoende toegankelijkheid en actieve communicatie met onze externe partners (balie, notariaat, bemiddelaars, …); 7. De haalbaarheid aftoetsen van een “regie-rechter” in zaken van vereffening-verdelingen;
34
Bijlage 4: Burgerlijke sectie
Missie, visie, kernwaarden en doelstellingen voor de rechtbank :
°
Missie :
Het objectief, onafhankelijk en diligent beslechten van geschillen binnen redelijke termijn op grond van vooraf bepaalde rechtsbronnen en met het oog op het herstel van de sociaaleconomische of familiale vrede.
Op deze wijze kan worden bijgedragen aan de instandhouding van de rechtstaat en het vertrouwen van de burgers in deze rechtstaat.
°
Visie :
Het moet steeds onze betrachting zijn om het vertrouwen van de rechtzoekenden in justitie te versterken.
Hiervoor zijn volgende aandachtspunten belangrijk :
-
Een snelle en kwaliteitsvolle rechtspraak in een begrijpelijke taal, waarbij moderne middelen kunnen worden gehanteerd. Er wordt sterk benadrukt dat de inhoudelijke kwaliteit van de rechtspraak in ieder geval voorrang dient te krijgen op de doorloopsnelheid.
-
Professionele en menselijke contacten met de rechtzoekenden die persoonlijk op de zittingen verschijnen;
-
Een goede externe communicatie omtrent deze kwaliteitsvolle werking en omtrent de volgehouden inspanningen van magistraten en personeel om dit te bewerkstelligen.
35
°
Kernwaarden :
-
Onafhankelijkheid, onpartijdigheid, professionaliteit, integriteit, respectvolle omgang met anderen, verantwoordelijkheid en maatschappelijke betrokkenheid.
°
Doelstellingen :
-
Het in de hand houden van de doorlooptijden, kwaliteit van de rechtspraak en duidelijke vonnissen, eventueel door alternatieve wijze van geschillenbeslechting toe te passen (zie verder).
-
Streven naar efficiënte werking, waarbij de nodige aandacht dient te worden besteed op de inleidingskamers (grondig nazicht bevoegdheid – ook voor wat betreft de juiste afdeling -, excepties, eventueel mogelijkheid tot bemiddeling).
-
Het volgen van de nodige studiedagen en hieromtrent informatie verspreiden onder de collega’s. Er zou een systeem moeten worden uitgewerkt om ervoor te zorgen dat – zeker op belangrijke studiedagen (ondermeer bij belangrijke wetswijzigingen) – zeker één collega aanwezig is.
-
Het creëren van een databank met eigen rechtspraak.
-
Streven naar eenvormigheid in de rechtspraak in het belang van de rechtszekerheid.
-
Uniformisering van de werkprocessen binnen de verschillende afdelingen. Er dienen verschillende ‘subsecties’ te worden georganiseerd, waarbinnen telkens iemand het voortouw zou moeten nemen om na te gaan welke zaken op elkaar zouden moeten afgestemd worden, zoals bijvoorbeeld : de werking van bepaalde kamers – zoals inleidingskamers –, overleg in verband met principiële beslissingen, enz.. Veel van deze informatie kan per e-mail worden uitgewisseld, zodat het aantal vergaderingen kan beperkt worden.
-
Met het oog op specialisatie zou moeten nagegaan worden welke zeer specifieke materies er zijn waarvoor gespecialiseerde kennis vereist is, waarbij vervolgens kan onderzocht worden of deze niet binnen één bepaalde afdeling zou kunnen worden behandeld, dan wel door gespecialiseerde collega’s die deze zaken binnen de verschillende afdelingen kunnen behandelen. 36
-
Vanuit de doelstellingen van transparantie en actieve communicatie : positief extern communiceren omtrent de werking van de rechtbank. Bijvoorbeeld zou kunnen gecommuniceerd worden over de korte doorlooptijd voor wat de burgerlijke sectie betreft. Er zou concreet naar de rechtzoekende toe gecommuniceerd kunnen worden omtrent het verloop van een standaard procedure en welke doorlooptijd hij kan verwachten.
Het voorgaande hoeft niet noodzakelijk haaks te staan op de alarmsignalen die worden uitgezonden naar aanleiding van de aangekondigde besparingen, gezien er duidelijk kan worden aangegeven dat het voorgaande het resultaat is van de in het verleden geleverde inspanningen, waarbij dan voorbehoud kan worden gemaakt voor de gevolgen van de besparingen.
-
Communiceren met de balie, deskundigen, teneinde na te gaan waar er zich mogelijk problemen voordoen, zodat tijdig kan worden bijgestuurd. Ook lijkt het aangewezen om met deze beroepsgroepen goed te communiceren omtrent de eventuele alternatieve geschillenbeslechting of procedures.
-
Transparantie en toegankelijkheid nastreven : ondermeer door nuttige informatie te plaatsen op de website.
37
Bijlage 5: Sectie Onderzoek
Missie Het leiden van gerechtelijke onderzoeken op een onafhankelijke, onpartijdige en kwalitatief hoogstaande wijze met een absoluut respect voor de rechten van alle partijen. Het zoeken naar de waarheid in een dossier, zodat werkelijke waarheid en juridische waarheid elkaar ontmoeten en de burger het gevoel heeft dat recht is geschied.
Visie Een dossier afleveren dat het OM in staat stelt om met kennis van zaken te vorderen en de rechtbank in staat stelt het dossier te beoordelen waarbij de rechten van openbaar ministerie, verdachte en slachtoffer volledig gerespecteerd worden. We willen hierbij de verdachte en het slachtoffer als mens centraal stellen en de mogelijkheden benutten die via de hulpverlening geboden worden. Het is onze overtuiging dat we op deze manier een bijdrage leveren aan het gevoel van rechtszekerheid binnen onze samenleving.
Kernwaarden Professionaliteit, onafhankelijkheid, collegialiteit, respect, betrokkenheid, open geest, discretie.
Doelstellingen Professionaliteit : -
Juiste verhouding tussen kwaliteit en doorlooptijd Streven naar eenvormigheid (bv. eenvormige documenten) Het volgen van vormingen waarbij de opgedane kennis ook gedeeld wordt met de collega’s Structureel overleg met de collega’s onderzoeksrechters van de afdeling met kwalitatieve verslaggeving en opvolging Onafhankelijkheid : - Vrij proberen te zijn van om het even welke druk Collegialiteit : -
Professioneel opvangen van afwezigheden door : o het opmaken van degelijke werkkaften, o het opstellen van evenwichtige dienstregelingen o het naleven van afspraken 38
-
Anderzijds : spontaneïteit niet uit het oog verliezen bij onverwachte drukte, afwezigheden of andere - Meewerken aan een aangename werksfeer - Dit alles ook toepassen op griffiers en personeel Respect -
Tegenover iedereen in alle omstandigheden beleefd en voorkomend optreden in een begrijpbare taal - Bereikbaar zijn (bv. vervanger kenbaar maken, termijn afspreken waarbinnen antwoord zal gegeven worden) - Voldoende tijd uittrekken bv. om mensen te ontvangen - Luisterbereidheid en bescheidenheid Betrokkenheid -
Oog hebben voor de impact van beslissingen Deelname aan het maatschappelijk debat met betrekking tot de relevantie van het strafrecht in het algemeen en van de onderzoeksrechter in het bijzonder Open geest -
Oog hebben voor mogelijkheden buiten het strikt juridische (bv. project verslaafde veelplegers)
Discretie - Het geheim van het onderzoek dient te allen tijde gerespecteerd te worden.
39
Bijlage 6: Sectie jeugd
Missie, visie, waarden en doelstellingen eigen aan de jeugdrechtbank Antwerpen
Missie De jeugdrechtbank waakt onafhankelijk en onpartijdig over de rechten en de noden van kinderen die onder haar toezicht staan. De jeugdrechtbank oefent haar taak uit in overeenstemming met de richtsnoeren van het Comité van Ministers van de Raad van Europa voor een kindvriendelijke justitie (17/11/2010).
Visie De jeugdrechtbank streeft naar de verwezenlijking van de volgende grondbeginselen: -
Participatie van kinderen : het recht van kinderen om hun eigen mening te vormen en die mening vrijelijk te uiten in alle aangelegenheden die het kind betreffen. Belangen van het kind : de belangen van het kind vormen steeds een essentiële overweging bij alle handelingen in verband met kinderen. Waardigheid en veiligheid : elk kind is uniek en waardevol en moet in zijn/haar individuele waardigheid, bijzondere behoeften, belangen en persoonlijke levenssfeer gerespecteerd en beschermd worden.
Waarden Luisterbereidheid : Kinderen hebben het recht om hun eigen mening te vormen en deze te uiten. De jeugdrechtbank wil luisteren naar de kinderen en hun omgeving. Heldere communicatie : Helder en ondubbelzinnig communiceren is een uiting van respect.
Doelstellingen De jeugdrechtbank streeft ernaar om voldoende tijd vrij te maken om te luisteren naar kinderen en hun omgeving. Het regelmatig bezoeken van jongeren in de omgeving waar zij moeten verblijven, is een aandachtspunt. De jeugdrechtbank streeft naar een vorm van communicatie die toelaat dat kinderen en hun omgeving de boodschap begrijpen. Een hedendaagse layout en helder taalgebruik helpt hierbij.
40
Bijlage 7: Nota Directiecomité Missie – visie – waarden – doelstellingen Directiecomité
Missie Artikel 185/2, § 5 GerW Het directiecomité staat de korpschef bij in de algemene leiding, de organisatie en het beheer van de gerechtelijke entiteit. Het stuurt het beleid aan van de rechtbank, rekening houdend met het beleid van de Minister van Justitie, de FOD Justitie en het College van de zetel.
Visie Het directiecomité streeft ernaar de rechtbank aan te sturen in alle belangrijke beslissingen inzake bestuur en leiding van de rechtbank. Het streeft daarbij uitdrukkelijk naar het algemeen belang van de rechtbank en wil geen vertegenwoordigingsorgaan zijn, niet van bepaalde types medewerkers, noch van bepaalde afdelingen of secties. Het directiecomité beoogt een professionele werking, is transparant en verantwoordelijk. Het heeft veel aandacht voor de efficiëntie en de effectiviteit van de rechtbank, en voor het welzijn van al haar medewerkers.
Kernwaarden
Onafhankelijkheid-onpartijdigheid-integriteit Professionaliteit Maatschappelijk verantwoordelijk Openheid
Doelstellingen 1) Een éénheid van werken 2) Een éénheid van mensen 3) Een verbetering van de interne werking 1) Een éénheid van werken via: 41
-
-
het stimuleren van de sectiewerking; het ontleden en uniformiseren van werkprocessen; het gebruik van de Z-schijf o verzamelen vonnissen o verzamelen documentatie het verhogen van de kwaliteit van de rechtspraak; de verdere ontwikkeling van de website; het opstellen van een zaakverdelingsreglement …
2) Een éénheid van werken via: -
(1) intern; o Vernieuwen HRM Uitdiepen evaluaties; Stimuleren welzijn alle medewerkers; o Aandacht voor interne communicatie o Ontwikkelen feedback/intervisie/spiegelen o …
-
(2) extern; o Ontwikkelen klantgerichte visie/focus op de burger; o Samenwerking balie – OM o Communicatie: samenwerking pers ontwikkeling website o ombudsfunctie o Cliënt participatie o …
3) Een verbetering van de interne werking o Kaart van noden o Boordtabellen o beheersovereenkomsten o communicatie o Coso o Interne beleidsvoering o …
42
WERKINGSVERSLAG AFDELING ANTWERPEN (MET IN BIJLAGE DE SECTIEVERSLAGEN)
43
PERSONELE MIDDELEN a) Personeelsformatie Gemiddelde personeelsformati e
Gemiddelde bezetting van de personeelsformatie
Delegaties of externe opdrachten
Afwezigheden om medische redenen
2014
2014
2014
2014
Magistraten
69
67
2 : F Camberlain en P. Van Santvliet
631 d
Plaatsvervangende magistraten (art. 383§2 Ger.W.) Plaatsvervangende rechters Referendarissen Griffiers
1
1 72
65,4
1
308
Ander administratief personeel
74
82,2
0
1381
Afwezigheden om medische redenen die een weerslag hebben op de werking van het rechtscollege 2014
Andere afwezigheden
Niet rechtsprekende taken
Opleidingen verstrekken 4d
Deelnemen aan commissies
Opleidingen volgen 138 d
308
1
0
98
10%
1381
0
0
70
10%
evaluatie, beheer, enz.
13
b) Buiten de personeelsformatie
Gemiddelde betrekking
Gemiddelde bezetting van de betrekking
Delegaties
Afwezigheden om medische redenen
Afwezigheden om medische redenen die een weerslag hebben op de werking van het rechtscollege
2014
2014
2014
2014
2014
Andere afwezigheden
Opleidingen verstrekken
Deelnemen aan commissies
Niet rechtsprekende taken
Opleidingen volgen
evaluatie, beheer, enz.
Ander contractueel administratief personeel
44
LOGISTIEKE MIDDELEN
LOKALEN 1.
Zijn de lokalen waarover het rechtscollege beschikt gepast voor de uitoefening van de justitie ? Zijn de lokalen op een functionele wijze ingeplant voor personeel en publiek ? Zijn ze gecentraliseerd in één gebouw/locatie of gedecentraliseerd over verschillende gebouwen/locaties) ? Beschrijf de belangrijkste problemen die een vlotte werking hinderen (hou daarbij rekening met de mate van centralisatie van de lokalen, de vorm en de grootte ervan, de afstanden ertussen, etc…) en geef tevens aan of er al dan niet een afgrenzing bestaat tussen de lokalen bestemd voor het personeel en deze toegankelijk voor het publiek.
Situatie ongewijzigd : De dienst overtuigingsstukken is het voorwerp geweest van enkele pogingen tot inbraak; er is nood aan meer beveiliging. 2.
Wordt het publiek bij aankomst in het gebouw aan een balie ontvangen en verder geholpen? Is het onthaalpersoneel voor die functie geselecteerd en/of opgeleid ?
Situatie ongewijzigd 3.
Is de toegang tot de lokalen die niet toegankelijk zijn voor het publiek op een of andere manier beveiligd ? Worden verschillende vormen van veiligheidsvoorzieningen gebruikt (fysiek, procedures, personeel) ?
Gelet op de terreurdreiging en een hangende terreurzaak werd in extra veiligheidscontroles voorzien met scanstraat door de lokale politie en veiligheidsdiensten. Het is de bedoeling om deze controle permanent uit te oefenen waardoor er nood is aan extra toestel(len) en aan uitbreiding van het veiligheidskorps. Deze controle heeft al geleid tot een aanzienlijke vermindering van incidenten binnen de rechtbank, tot het verhogen van het veiligheidsgevoel in het gerechtsgebouw en het daadwerkelijk onderscheppen van gevaarlijke voorwerpen. 4.
Zijn de lokalen in goede staat ? Worden ze goed onderhouden ?
Situatie ongewijzigd 5.
Zijn ze degelijk uitgerust (verlichting, meubilair, telefonie, informaticavoorzieningen) voor het vervullen van de dienst waarvoor ze gebruikt worden ?
Situatie ongewijzigd 6.
Is er voldoende ruimte om te parkeren voor het personeel ?
Situatie ongewijzigd 45
7.
Is er voldoende ruimte om te parkeren voor de klant (advocaten, publiek, leverancier, etc)? Gaat het om een eigen parkeerterrein ? Schets kort de voorzieningen op dat vlak.
Er is in de omgeving een betaalparking doch deze zal in het voorjaar 2016 verdwijnen. Er is geen alternatief waardoor er vanaf dan geen bezoekersparking meer is vlak aan het gebouw. De parkeercapaciteit voor het personeel is te weinig. 8.
Is de signalisatie in het gebouw (de gebouwen) of de site adequaat ? Geef kort de toestand weer daarbij rekening houdend met zowel het personeel als de klant en de wettelijke verplichtingen dienaangaande?
Er is gezien de gerechtelijke hervorming nood aan meer en betere signalisatie in het gebouw. 9. Zijn de gebouwen en lokalen toegankelijk voor personen met een handicap ? Geef kort de toestand weer. Situatie ongewijzigd, 10. Wordt in ieder gebouw waar het rechtscollege gehuisvest is, de wetgeving over het welzijn op het werk nageleefd ? Situatie ongewijzigd, voor de dienst overtuigingsstukken is de opvolging noodzakelijk.
INFORMATICA 1.
Heeft het rechtscollege intranet aangesloten ? Geef toelichting.
2
en is elkeen (magistraten en griffiepersoneel) daarop
Situatie ongewijzigd 2.
Welke informatie wordt via het intranet aan het personeel aangeboden ? Op welke wijze en door wie wordt dit aanbod beheerd ?
Situatie ongewijzigd 3.
Is de uitwisseling van bepaalde informatie tussen personen aan de hand van e-mail gemeengoed voor alle personeelsleden ? Schets bondig de toestand op dat vlak en geef daarbij aan voor welke informatieverstrekking het gebruikt wordt ?
Situatie ongewijzigd 4.
Is internet voor ieder personeelslid beschikbaar ? Beschrijf kort de toestand en geef daarbij aan voor welke informatievoorziening internet gebruikt wordt.
Situatie ongewijzigd
2
Intern informaticanetwerk dat informatie verstrekt, uitsluitend toegankelijk voor leden van de organisatie.
46
5.
Heeft het rechtscollege een website ? Zo ja, vermeld het adres.
De website www.rechtbankeersteaanlegantwerpen.be is op 1/4/2014 aangepast naar de nieuwe structuur van de rechtbank met haar drie afdelingen. De website is tot stand gekomen op basis van een eigen initiatief. Als voorbeeld kan aangehaald worden dat voor de periode 1/9/2014 - 31/12/2014 er 4729 bezoekers zijn geweest op de pagina van de familierechtbank, hetgeen wel degelijk de noodzaak hiervan aantoont. Ook voor de communicatie naar de media wordt hiervan gebruik gemaakt.
DOCUMENTATIEDIENST 1.
Is er een documentatiedienst (= dienst die documenten verzamelt en verspreidt, en op verzoek actief documenten opspoort) ? Is er een bibliotheek? Preciseer duidelijk over wat voor dienst het gaat.
Situatie ongewijzigd 2.
Is het één enkele documentatiedienst en/of bibliotheek voor het rechtscollege ? Of gaat het om een documentatiedienst en/of bibliotheek die gedeeld wordt met andere organisatiedelen van de rechterlijke organisatie omdat deze bijvoorbeeld in hetzelfde gebouw zijn ondergebracht? Of bestaat er binnen het rechtscollege een opdeling in verschillende documentatiediensten en /of bibliotheken waar te nemen ? Of gaat het om een combinatie hiervan ? Beschrijf kort en bondig de situatie.
Situatie ongewijzigd 3.
Wie beheert de documentatiedienst en/of bibliotheek ? Leg kort uit.
Situatie ongewijzigd 4.
Hoe wordt de collectie van de bibliotheek bijgehouden/bijgewerkt ?
Situatie ongewijzigd 5. Oefent een personeelslid of team de functie van documentalist uit ? Welke kwalificatie (graad, diploma, opleiding) heeft dat personeelslid of hebben die personeelsleden? Situatie ongewijzigd 6.
Wordt de wetgeving er continu bijgehouden ? Zijn de wetgevingsdossiers volledig (bijvoorbeeld met de voorbereidende werken ) ?
Situatie ongewijzigd
BUDGET 47
Hoe groot is het budget “kleine onkosten” dat aan het rechtscollege werd toegekend ? 22.890,00 EUR. Voor welke uitgaven wordt dat budget aangewend ? situatie ongewijzigd Hoe werkt dat budget ? situatie ongewijzigd Is dat budget toereikend ? Leg uit. situatie ongewijzigd Hoe groot is het budget « representatiekosten » dat aan het rechtscollege werd toegekend ? situatie ongewijzigd Welke uitgaven worden door dat budget gedekt ? situatie ongewijzigd Hoe werkt dat budget ? situatie ongewijzigd Is dat budget toereikend ? Neen, dit bedrag is volstrekt ontoereikend
48
ORGANISATIE 1.
Geef bij middel van een schema het organogram 3 van het rechtscollege weer De samenstelling van de rechtbank was op 1 januari 2014 de volgende: -
-
het voorzitterschap met ondermeer de eenzijdige verzoekschriften en het kortgeding (dagelijks) de burgerlijke rechtbank, met twee collegiale kamers (5B en 6B) en tien kamers met alleenzetelende magistraten de afdeling beslag, met drie beslagrechters, met het bureau voor rechtsbijstand de correctionele rechtbank, met vier collegiale kamers (4C 5C 6C 8C) en vier kamers met alleenzetelende magistraten (1C 2C 3C 9C) de afdeling onderzoek, met tien onderzoeksrechters op een kader van elf, en twee magistraten in de correctionele raadkamer de jeugdrechtbank, met tien jeugdrechters, verdeeld over acht kabinetten en twee in de burgerlijke jeugdrechtbank de strafuitvoeringsrechtbank is samengesteld uit twee rechters bij de strafuitvoeringsrechtbank en vier assessoren die lekenrechters zijn. Deze rechtbank werkt voor gans het ressort en de leden ervan kunnen in de praktijk niet meer ingezet worden in de rechtbank. de fiscale rechtbank, met twee kamers met één rechter en één collegiale kamer. Er zijn zeven fiscale rechters voor Antwerpen en Hasselt. Twee fiscale rechters zijn aangewezen voor Hasselt en vijf voor Antwerpen
De voorzitter, afdelingsvoorzitter, onderzoeksrechters, jeugdrechters en beslagrechters zijn zeven dagen op zeven dag en nacht beschikbaar. Er zijn twee stagemeesters. De voorzitter is ook beheerder van het gebouw.
Sedert de gerechtelijke hervorming bestaat de samenstelling van de rechtbank uit drie afdelingen met aan het hoofd een voorzitter en een directiecomité. De afdeling Antwerpen wordt geleid door een afdelingsvoorzitter die grotendeels de taken van de voorzitter waarneemt specifiek wat de afdeling Antwerpen betreft. Sedert de gerechtelijke hervorming bestaat er nu ook nog de familierechtbank en ziet de samenstelling van de afdeling Antwerpen er als volgt uit : -
het voorzitterschap met ondermeer de eenzijdige verzoekschriften (dagelijks) en het kortgeding de burgerlijke rechtbank, met twee collegiale kamers (AB5 en AB6) en zeven kamers met alleenzetelende magistraten
Schema dat de structuur van het korps weergeeft met de onderscheiden organen en hoe zij zich onderling tot elkaar verhouden, eventueel met een korte beschrijving van de uitgeoefende functies. 3
49
-
-
de afdeling beslag, met drie beslagrechters, met het bureau voor rechtsbijstand de correctionele rechtbank, met vier collegiale kamers (AC4, AC5, AC6 en AC8) en vier kamers met alleenzetelende magistraten (AC1, AC2, AC3 en AC9) de afdeling onderzoek, met tien onderzoeksrechters op een kader van elf, en twee magistraten in de correctionele raadkamer de jeugdrechtbank, met acht jeugdrechters, verdeeld over acht kabinetten en één bijzondere jeugdkamer de familierechtbank, met 9 kamers (AF1 tot en met AF5 en AF8 tot en met AF11) bestaande uit 10 rechters de strafuitvoeringsrechtbank is samengesteld uit twee rechters bij de strafuitvoeringsrechtbank en vier assessoren die lekenrechters zijn. Deze rechtbank werkt voor gans het ressort en de leden ervan kunnen in de praktijk niet meer ingezet worden in de rechtbank. de fiscale rechtbank, met twee kamers met één rechter en één collegiale kamer. Er zijn zeven fiscale rechters voor Antwerpen en Hasselt. Twee fiscale rechters zijn aangewezen voor Hasselt en vijf voor Antwerpen
50
2.
GEEF DE DIENSTREGELING
VAN HET RECHTSCOLLEGE
DIENSTREGELING RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG, AFDELING ANTWERPEN VANAF 1 SEPTEMBER 2014
VOOR TOELICHTING VAN DE TAAKVERDELING EN VOOR HET GOED VERSTAAN VAN DE HIERNAVOLGENDE EN BIJGEVOEGDE STATISTIEKEN EN DE WERKING VAN DE RECHTBANK WORDT VERWEZEN NAAR HET BIJZONDER REGLEMENT VAN 3 JULI 2014. ALLE ZITTINGEN VANGEN AAN OM 9U00 BEHOUDENS ANDERE VERMELDING.
BURGERLIJKE KAMERS
KAMER
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
AB2
-
N. CLAES
-
-
N. CLAES
AB5
ZOWEL OM 9 U ALS OM 13.30 U
-
LAATSTE DONDERDAG V/D MAAND
J.L. BOGAERTS I. CAES P.DIJCKMANS P. COPPIETERS L. DEDRIE AB6
ZOWEL OM 9 U ALS OM 13.30 U
J.L. BOGAERTS I. CAES P. DIJCKMANS P. COPPIETERS L. DEDRIE -
-
A. VAN DER STEICHEL M. WUYTS A. WYNANTS AB8
-
-
A. VAN DER STEICHEL M. WUYTS A. WYNANTS (IN ONDERLING OVERLEG)
A. VAN DER STEICHEL M. WUYTS A. WYNANTS (IN ONDERLING OVERLEG)
A. VAN DER STEICHEL M. WUYTS A. WYNANTS (IN ONDERLING OVERLEG)
AB9
-
B. HAGEN
B. HAGEN
-
-
AB10
M. NUYENS
M. NUYENS
2E
-
51
M. NUYENS/E.VERMEULEN AB11 AB12
AB13
-
-
B. MOORTGAT
B. MOORTGAT
I. BRESSELEERS E. MEYNTJENS P. BUELENS D. ARTS
I. BRESSELEERS E. MEYNTJENS P. BUELENS D. ARTS
I. BRESSELEERS E. MEYNTJENS P. BUELENS D. ARTS
I. BRESSELEERS E. MEYNTJENS P. BUELENS D. ARTS
I. BRESSELEERS E. MEYNTJENS P. BUELENS D. ARTS
(IN ONDERLING OVERLEG)
(IN ONDERLING OVERLEG)
(IN ONDERLING OVERLEG)
(IN ONDERLING OVERLEG)
(IN ONDERLING OVERLEG)
OPGESCHORT
OPGESCHORT
-
-
J.L. BOGAERTS I. CAES P. DIJCKMANS P. COPPIETERS
-
AB14
ABKG ABVZ
J.L. BOGAERTS I. CAES P. DIJCKMANS P. COPPIETERS
L. DEDRIE
L. DEDRIE
(IN ONDERLING OVERLEG)
(IN ONDERLING OVERLEG)
C. CLAUS
B. CLIJSTERS
B. WILLOCX/L. POTARGENT/(OF AANGEDUID MAGISTRAAT)
VERHOREN
14U
-
BEURTROL L. DEDRIE/A. WYNANTS/CDEDECKER (IN ONDERLING OVERLEG) ABE1
ABE2
ABE3
9U30
9U30
9U30 - (INLEIDINGEN)
G. VAN RAEMDONCK
A. VAN DE VYVER
B. FRANCK (PLV RECHTER)
B. FRANCK (PLV RECHTER) G. VAN RAEMDONCK A. VAN DE VYVER (IN ONDERLING OVERLEG) 9U15 B. FRANCK (PLV RECHTER) G. VAN RAEMDONCK A. VAN DE VYVER
52
(IN ONDERLING OVERLEG)
ARB1
9U15 B. FRANCK (PLV RECHTER) G. VAN RAEMDONCK A. VAN DE VYVER (IN ONDERLING OVERLEG)
AFI1
-
-
AFI2
-
-
-
P. WOLLES
AFWISSELEND (1° - 5°) P. WOLLES L. BOEYNAEMS N.CLAES – B. FRANCK (PLV.RECHTER) (IN ONDERLING OVERLEG)
AFI4
L. BOEYNAEMS
-
AFWISSELEND (2°- 3° - 4°) P. WOLLES L.BOEYNAEMS N.CLAES B. FRANCK (PLV.RECHTER) (IN ONDERLING OVERLEG)
53
FAMILIERECHTBANK KAMER
MAANDAG
AF1
E.DE RAEYMAECKER
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
E.DE RAEYMAECKER (1°, 2°,3°,4°, 5°) VANAF 22/9 : E.DE RAEYMAECKER (2°,3°,4°, 5°) A. DOCKX (1°)
AF2
H.SMEYERS (1°,2°,3°,4°,5°)
H.SMEYERS
VANAF 22/9 : H. SMEYERS (1°,2°, 4°,5°) A. DOCKX (3°) (VANAF 22/9) AF3
E.VERMEULEN E.VALVEKENS
9U E.VERMEULEN E.VALVEKENS
E.VERMEULEN E.VALVEKENS
E.VERMEULEN E.VALVEKENS
13U30 EOT’S L. DEDRIE - A. WYNANTS - C. DEDECKER (AFWISSELEND) AF4
AF5
3°
11U00
B.CLIJSTERS
B. CLIJSTERS
14U00 B.CLIJSTERS E.VERMEULEN/VALVEKENS W. VERHAEGEN
VANAF 22/9 : 14U00 B.CLIJSTERS (1°,5°) E.VERMEULEN/VALVEKENS W. VERHAEGEN
54
J. VANDE WALLE (2°,4°)
AF8
-
-
B.CLIJSTERS (1°,2°,4°,5°)
C.CLAUS
VANAF 22/9 : B. CLIJSTERS (1°,5°) J. VANDE WALLE (2°,4°) AF9
W.VERHAEGEN
AF10 AF11
J. MAHIEU
W.VERHAEGEN (1°, 2°, 3°, 4°, 5°)
A. DOCKX (1°, 2°, 3°, 4°,5°)
VANAF 22/9 :
VANAF 22/9 :
W. VERHAEGEN (1°,3°,5°)
A. DOCKX (2°,4°,5°)
J. VANDE WALLE (2°,4°)
J. VANDE WALLE (1°, 3°)
J. MAHIEU (BIJSTAND C.CUYPERS T/M 31/10/14)
J. MAHIEU (BIJSTAND CLAIRE CUYPERS T/M 31/10/14)
W. VERHAEGEN
B. CLIJSTERS
A.DOCKX W. VERHAEGEN
B. CLIJSTERS
55
JEUGDRECHTBANK
KAMER
MAANDAG
AJ1
AJ2
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
1°
2°+3°
P.VANDAELE
P.VANDAELE
2°, 3°, 4° L.VERSTEYLEN
AJ3
1°, 3°, 4° C.DENOYELLE
AJ4
1°, 3°, 4° S.VAN STEENWINKEL
AJ5
1°, 2°, 4° L.VAN DE WIELE H. DE MUNCK
AJ6
1°, 2°, 4° C.PUTCUYPS
AJ7
AJ8
1°
2°, 3°
E.LIPSCHUTZ
E.LIPSCHUTZ
2°, 3°, 4° I.VEN
AJ9
2° L. POTARGENT P. BUELENS AFWISSELENDE JEUGDRECHTER.
56
CORRECTIONELE KAMERS
KAMER
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
AC1
A. MERTENS
A. MERTENS
1°, 2°, 4° F.NACKAERTS E. DE BRAUWER G JANSSENS
DONDERDAG
VRIJDAG -
(IN ONDERLINGE OVERLEG) 3° UITDOVEND AC2
J.R. DEDEREN (TER VERVANGING ZIEKTE C. MICHIELSSEN)
-
J.R. DEDEREN (TER VERVANGING ZIEKTE C. MICHIELSSEN)
-
-
AC3
-
L. POTARGENT
C. CLOOSTERMANS
C. CLOOSTERMANS
L. POTARGENT
AC4
G. SEGERS
G. SEGERS
3°, 4°, 5°
-.
-
P. ECKERT
P. ECKERT
G. SEGERS
F.VANDENBERGHE
F.VANDENBERGHE
P. ECKERT
F. NACKAERTS E. DE BRAUWER G. JANSSENS
F. NACKAERTS E. DE BRAUWER G. JANSSENS
H. EECKELEERS C. DE DECKER M. DAL (WERKEND RECHTER)
H. EECKELEERS C. DE DECKER PVV RECHTER
F.VANDENBERGHE AC5
-
-
AC6
H. EECKELEERS C. DE DECKER M. DAL (WERKEND RECHTER)
AC7A
L. LAMBRECHTS
L. LAMBRECHTS
-
E. LELIARD
E. LELIARD
-
-
E. LELIARD
L. LAMBRECHTS
-
-
-
I. DE RIDDER K. EUGENE F. VANNESTE
I. DE RIDDER K. EUGENE F. VANNESTE
I. DE RIDDER K. EUGENE F. VANNESTE
RAADKAMER AC7B RAADKAMER AC8
57
AC9
1E WOENSDAG : P. ECKERT/F. VANDENBERGHE (ALTERNEREND) 3E WOENSDAG : A. MERTENS
*BIJ “AFWISSELEND”, ‘IN ONDERLING OVERLEG’ DIENT TIJDIG GECOMMUNICEERD NAAR DE GRIFFIE TENEINDE EEN EFFICIËNTE VOORBEREIDING DOOR DE GRIFFIE MOGELIJK TE MAKEN.
STRAFUITVOERINGSRECHTBANK
KAMER
MAANDAG
ASU1
K. BIJTTEBIER P. SMOLDERS C. VAN HOUTTE
ASU2
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
K. BIJTTEBIER P. SMOLDERS C. VAN HOUTTE R. CASSIERS R. GERITS M. PIERAERTS
R. CASSIERS R. GERITS M. PIERAERTS
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK
KAMER
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
2° OM 14 U VOORZITTER/AFDELINGSVOORZITTER OF EEN AANGEDUID MAGISTRAAT
ONDERZOEK De 10 onderzoeksrechters zijn samen met hun griffiers van permanentie via een beurtrol die loopt van maandagochtend tot vrijdagochtend en van vrijdagochtend tot maandagochtend
58
OVERLEGSTRUCTUREN 1.
Beschrijf kort de structuur van het intern overleg (overleg binnen het rechtscollege).
Situatie ongewijzigd 2.
Is er gestructureerd verticaal overleg met andere organisatiedelen van de rechterlijke organisatie (bijvoorbeeld tussen de rechtbank en Hof van beroep, met Hof van Cassatie, enz…) ? Zo ja, beschrijf kort met wie en hoe dat geregeld is en geef daarbij de belangrijkste doelen en resultaten aan, aan de hand van onderstaande tabel.
Situatie ongewijzigd 3.
Is er gestructureerd horizontaal overleg met andere organisatiedelen van de rechterlijke organisatie (bijvoorbeeld met parketten, andere rechtscolleges, enz.) ? Zo ja, beschrijf kort met wie en hoe dat geregeld is en geef daarbij de belangrijkste doelen en resultaten aan, aan de hand van onderstaande tabel.
Met het openbaar ministerie en de stafhouder is er regelmatig werkoverleg teneinde tot goede afspraken te komen en efficiëntere afhandeling van de zaken. Dit overleg is enkel gestructureerd wat betreft de afdeling strafrecht en de onderzoeksrechters. 4.
Is er gestructureerd overleg met de actoren die extern zijn aan de rechterlijke organisatie (balie, FOD Justitie, enz.) ? Zo ja, beschrijf kort met wie en hoe dat geregeld is en geef daarbij de belangrijkste doelen en resultaten aan, aan de hand van onderstaande tabel.4.
Aangezien de vragenlijst voor alle rechtscolleges identiek is, is het mogelijk dat sommige overlegstructuren niet van toepassing zijn. 4
59
De magistraten van het rechtscollege
De magistraten van een ander rechtscollege/andere rechtscolleges Conferentie van de voorzitters van de Nederlandse rechtbanken van eerste aanleg Het parket
De referendarissen
Beschrijving
Doelen / Resultaten
Afdelingsvergaderingen, burgerlijke en correctioneel, de jeugdrechtbank en afdeling onderzoek hebben hun eigen specifieke overlegvergaderingen. De beslagrechters komen wekelijks bijeen. Sedert de gerechtelijke hervorming worden deze overlegvergadering gestructureerd via sectievergaderingen samen met magistraten van andere afdelingen. Sectoraal ressort overleg (rechtbank van eerste aanleg – hof van beroep). De Eerste voorzitter van het Hof van Beroep houdt ook regelmatig een ressortoverleg. Sedert de gerechtelijke hervorming wordt deze taak overgenomen door de provinciale voorzitter.
Eenduidige rechtspraak procedurele afspraken werkverdeling confrontatie van ideeën overleg ivm nieuwe rechtspraak en rechtsleer inhoud van de relevante tijdschriften. Via deze sectievergadering komen tot éénvormige werkprocessen en rechtspraak over de afdelingen heen Trachten tot stand brengen van een protocolakkoord met de balie ivm goede praktijken en uniformisering “gebruiken”.
Besprekingen en vergaderingen sectoraal : correctioneel, jeugdrechtbank overleg voorzitter – procureur (bijna wekelijks), ook overleg met de afdeling onderzoek. Sedert de gerechtelijke hervorming overlegt de provinciale voorzitter met de procureur des Konings en overlegt de afdelingsvoorzitter met de afdelingsprocureur specifiek wat betreft de afdeling Antwerpen. Er is één referendaris. Deze wordt betrokken bij de rechtbank alsof het een collega betreft.
Samenwerking verbeteren afspraken in verband met de verdeling van de zaken zeer regelmatig overleg tussen de procureur des Konings en de voorzitter. Uitleggen van beleid van het openbaar ministerie.
Bijstand magistraten, in 2014 eerst ingezet als bijstand op de jeugd, daarna ingezet voor bijstand op de correctionele sectie. De referendaris woont 60
ook de arrondissementsrechtbank bij. De hoofdgriffier en het personeel
Besprekingen en vergaderingen met hoofdgriffier en/of griffiers- hoofden van dienst. Sedert de gerechtelijke hervorming is er permanent overleg tussen de provinciale voorzitter, afdelingsvoorzitter en de hoofdgriffier, afdelingsgriffier, onder meer ook via de directievergaderingen van het directiecomité. Besprekingen door de voorzitter, afdelingsvoorzitter of een ondervoorzitter met de lokale en federale politie (o.a. GEOV). Met de Justitiehuizen wordt regelmatig overlegd . De voorzitter, afdelingsvoorzitter is de contactpersoon. Met het Justitiehuis werd ook sectoraal overlegd door de onderzoeksrechters, jeugdrechters, SURB, burgerlijke en strafrechtelijke afdeling. De coördinatie van dit overleg gebeurde door de voorzitter, afdelingsvoorzitter of de deken van onderzoek en leidende jeugdrechter. Vrijwel maandelijks zijn er zogenaamde beheersvergaderingen over het beheer van het gebouw.
Samenwerking verbeteren en de werking van de rechtbank optimaliseren,klachten van rechtzoekenden bespreken. Vernieuwingsprojecten betrachten.
De balie
Besprekingen, briefwisseling, regelmatig overleg tussen voorzitter en stafhouder.
De gerechtsdeurwaarders
idem
Samenwerking optimaliseren en informatie verstrekken over de werking van de rechtbank, trachten de wensen van de balie tegemoet te komen. idem
Het notariaat
idem
Idem
De politiediensten: - de gerechtelijke diensten - de andere diensten De FOD Justitie : - het centraal bestuur - de Justitiehuizen - andere
Samenwerking verbeteren, trachten problemen op te lossen, aandringen op verbetering van de veiligheid aan de correctionele zittingszaal. Er is zeer regelmatig overleg met de GEOV. Oplossingen zoeken rond personeels- en gebouwenproblematiek samenwerking optimaliseren van het gerechtsgebouw.
61
De Hoge Raad voor de Justitie idem De vrederechters en de Sporadische contacten tussen de provinciale plaatsvervangende voorzitter en de Voorzitter van de Vrede- en vrederechters/De rechters in politierechters de politierechtbank en de plaatsvervangende rechters in de politierechtbank
Samenkomst met korpsoversten en personeelsafgevaardigden
Personeel Steungroep alternatieve maatregelen (SAM)
Driemaandelijks zijn er korpsvergaderingen, waar alle problemen omtrent het gebouw aan bod komen en gemeenschappelijke vragen van personeelsleden. Daarnaast zijn er regelmatige informele contacten tussen de korpsoversten Geen systematisch overleg, wel “open deur”- politiek en informeel contact met de syndicaten Overleg met parket, justitiehuis en diegenen die de alternatieve maatregelen uitvoeren, inzonderheid beter begrip en communicatie bevorderen.
Oplossingen zoeken voor problemen inzake de werking van de rechtbank, briefwisseling, behandeling van klachten. Eventuele klachten behandelen en problemen oplossen
Bekomen van een betere kennis en verstandhouding tussen alle personeelsleden.
Aanleren van goede praktijken, zoveel mogelijk geïnterneerden uit de gevangenis en psychiatrische ziekenhuizen halen en naar de zorgsector krijgen.
62
STATISTIEKEN BETREFFENDE INKOMENDE EN UITGAANDE DOSSIERS EN HANGENDE ZAKEN 1.
Verschillen de gegevens die het rechtscollege registreert van deze die door de Federale Overheidsdienst Justitie worden aangemaakt en gepubliceerd ?
Wij gaan ervan uit dat de cijfers die door de FOD Justitie worden gegenereerd juist dienen te zijn doch ontvangen volgende mail van de Steundienst van het College: “U ontving maandag 26/01/2015 onze jaarlijkse email over de statistieken. Nu blijkt dat, door een aanpassing in de applicatie, deze niet meer geprint kunnen worden op de rechtbank of de afdeling. Ook wij ontvangen de cijfers niet meer op de vertrouwde manier. Om hieraan tegemoet te komen, en de continuïteit van de jaarlijkse publicaties niet te onderbreken, hebben we besloten om een publicatie in SAS te maken op basis van de datawarehouse. U hoeft op dit moment dus niets te doen, en mag onze vorige mail over de jaarstatistiek negeren. Wij zullen in de loop van de maand april jullie statistiek versturen. Deze zal geen gegevens bevatten over de familierechtbank en zal een vereenvoudiging zijn ten opzichte van de vorige jaren. Zo zullen sommige rubrieken uit de publicatie geschrapt worden (bijvoorbeeld: alle rubrieken betreffende artikel 232B.W.).” De invulling van statistieken laat dus te wensen over. 1. In bevestigend geval, geef aan waarin ze verschillen (eventueel per materie te specificeren) en geef, wanneer dit het geval is, duidelijk aan welke rol het eigen systeem van registratie en verwerking van gegevens speelt in de werking van het rechtscollege. De cijfers bekomen van het systeembeheer worden genomen uit de beslissingsgegevens van de zittingen en per kamer.
63
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 VONNISSEN
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
56
77
42
50
68
80
89
64
BURGERLIJK 20000 15000 10000 5000 0 TE BERECHTEN ZAKEN
VONNISSEN
BESCHIKKINGE N
2008
16396
10732
16017
2009
16620
11832
7647
2010
17663
11797
7501
2011
16281
10974
7237
2012
15823
9425
7515
2013
15391
9340
6979
2014
14048
7481
6601
cijfers afkomstig van de FOD Justitie
65
BEROEPEN 800 750 700 650 600 550 500
NIEUWE ZAKEN
VONNISSEN
2008
691
768
2009
773
685
2010
702
593
2011
706
644
2012
714
623
2013
659
637
2014
661
653
cijfers afkomstig van de FOD Justitie
66
BURGERLIJK : AANTAL NIEUWE ZAKEN INGESCHREVEN OP DE ROL
9000
8000
7000
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0
A
B
C
D
E
F
I
1999
7634
7591
1250
427
67
15
474
2000
7617
7214
1242
420
42
19
467
2001
8169
7358
1338
412
41
16
479
2002
7692
7049
1199
450
43
7
537
2003
8025
7139
1170
451
42
8
556
2004
7858
6995
1116
434
65
16
569
2005
7951
6675
1202
368
53
31
603
2006
8064
6652
1089
359
58
29
630
2007
7984
6199
1177
399
62
14
972
2008
8178
5089
1222
438
57
39
1373
2009
8551
4722
1292
481
74
23
1441
2010
8168
4666
1248
555
47
14
1642
2011
8011
4427
1151
489
44
28
1596
2012
7765
4466
1240
499
65
18
1743
2013
7580
4287
1198
523
106
20
1712
2014
6889
4478
761
515
109
13
1920
A=
Algemene Rol
B=
Register verzoekschriften
C=
Register kort geding
D=
Register van de verzoeningen
E= Register van de arrondissementsrechtbank
cijfers Register (dienstvansysteembeheer REA) F= de ambtelijke opdrachten I=
Register van de pro-deo's
67
BURGERLIJK : TOTAAL INSCHRIJVINGEN OP DE ROL 17500
17000
16500
16000
15500
15000
14500
14000
13500
13000
Totaal
2002
16977
2003
17391
2004
17053
2005
16883
2006
16881
2007
16807
2008
16396
2009
16584
2010
16340
2011
15746
2012
15823
2013
15383
2014
14685
68
BURGERLIJK Aantal beslissingen per kamer 2012 KAMER 1B 2B-2BI 3B 4B 5B 6B 7B 8B 9B 10B 11B 12B 13B 14B KGD ARB BR BRMS BRZ EOT (3B) PRO DEO VAK VZT 1F 2F 4F TOTAAL
1999 925 579 3076 193 659 451 156 293 289 1947 276 236 302 317 1370 70 2341 320 808 17 230 503 1280
2000 870 666 3176 180 653 545 141 268 272 1911 264 220 371 295 1312 42 2617 299 852 17 237 472 1199 41 39
2001 857 596 3057 193 811 848 142 293 344 1858 323 235 280 256 1387 42 3224 324 995 11 233 509 1211 139 122
2002 788 568 3200 0 621 693 0 304 324 1990 269 237 361 263 1406 42 3674 323 944 1 251 493 1224 187 159
2003 832 628 3561 0 692 391 0 338 295 2176 284 251 280 298 1302 38 4022 331 1112 0 250 366 1183 218 58
16638
16959
18290
18322
18906
2004 877 608 3100 0 721 560 161 305 290 2118 300 187 240 291 1347 66 4887 284 1182 2 293 485 1208 275 114 311 20212
2005 885 533 2904 0 757 496 146 250 313 2117 304 217 239 286 1418 54 5407 286 1416 0 321 372 1158 258 81 317 20535
2006 915 669 2864 0 675 574 72 271 234 2224 257 220 241 284 1383 51 4468 276 1424 0 522 353 1148 283 74 320 19802
2007 810 950 3261 0 653 595 235 246 315 2242 275 195 225 256 1376 66 5514 268 1657 0 807 367 1057 253 41 374 22038
2008 776 887 3481 0 671 396 275 339 326 2620 274 249 216 220 1575 57 3270 289 1645 0 1041 352 804 328 67 356 22522
2009 815 788 3380 0 613 383 349 423 320 2450 303 619 241 333 1729 77 1304 332 755 2 1136 391 775 266 43 424 18251
2010 791 694 3310 0 532 362 315 450 316 2457 322 853 216 419 1681 42 1230 408 652 1 1312 365 863 292 72 390 18345
2011 792 768 2848 0 505 416 318 480 278 2103 295 1096 317 418 1531 50 1199 371 638 1 1331 371 764 284 36 503 17713
824 825 2744 0 486 385 0 501 267 2010 284 1621 319 436 1571 68 1082 370 569 2 1398 395 905 319 50 496 17927
2013 2014 (tem 31/08) 789 388 779 471 2699 1695 0 0 479 344 348 186 0 0 493 317 298 187 1837 1162 273 174 1537 742 0 0 393 126 1565 429 88 101 1141 300 401 133 523 309 0 8 1504 388 214 806 260 272 204 42 21 458 256 17113 8027
69
KAMER VANAF 01/09/2014 126 AB2 169 AB5 119 AB6 126 AB8 79 AB9 555 AB10 82 AB11 256 AB12 87 AB14 202 ABE1 71 AFI1 9 AFI2 131 AFI4 285 AF1 179 AF2 1078 AF3 25 AF4 3 AF5 261 AF8 320 AF9 274 AF10 137 AF11 TOTAAL 4574 cijfers afkomstig van de dienst systeembeheer REA Antwerpen
70
BURGERLIJK : TOTAAL BESLISSINGEN
25000
20000
15000
10000
5000
0
T OT A A L
19 9 9
16 6 3 8
2000
16 9 5 9
2001
18 2 9 0
2002
18 3 2 2
2003
18 9 0 6
2004
2 0 2 12
2005
20535
2006
19 8 0 2
2007
22038
2008
22522
2009
18 2 5 1
2 0 10
18 3 4 5
2 0 11
17 7 13
2 0 12
17 9 2 7
2 0 13
17 113
2 0 14
12 6 0 1
cijfers afkomstig van de dienst systeembeheer REA Antwerpen
71
correctionele inleidingen
1800
1600
1400
1200
1000
800
600
400
200
0
1C
2C
3C
4C
5C
6C
8C
2004
826
909
981
244
283
611
410
2005
956
861
928
246
237
680
336
2006
9C
10C
VAK
JC
159
15
848
664
742
226
227
676
282
2007 1005
918
1688
279
224
641
290
2008
934
933
1360
225
234
745
352
2009
899
1001 1377
217
188
734
332
2010
930
810
1096
301
211
793
304
146
8
2011
775
764
1538
259
190
766
359
384
0
0
10
2012
999
721
1470
256
216
1064
274
371
0
0
11
2013 1080
729
1340
241
206
924
234
342
0
0
3
819
564
1260
238
179
906
223
156
0
121
8
2014
72
CORRECTIONEEL : TOTAAL INLEIDINGEN OP DE ROL
5500
5000
4500
4000
3500
3000
2500
totaal
1999
3484
2000
4572
2001
2999
2002
3467
2003
4127
2004
4264
2005
4244
2006
3665
2007
5045
2008
4783
2009
4922
2010
4599
2011
5054
2012
5382
2013
5099
2014
4474
cijfers afkomstig van de dienst systeembeheer REA Antwerpen
73
CORRECTIONEEL : BESLISSINGEN (Kamer)
2000
1800
1600
1400
1200
1000
800
600
400
200
0
1C
2C
3C
4C
5C
6C
8C
9C
10C
2005
981
1041
1053
334
292
708
460
0
0
JC
VAK C
2006
954
890
1015
313
297
768
431
0
0
2007
1199
1109
1868
349
291
691
403
0
0
2008
1120
1233
1622
310
288
743
513
0
0
2009
1075
1265
1718
371
263
770
489
0
0
18
232
2010
1186
1126
1531
400
269
877
463
201
0
14
222
2011
1067
1063
1868
416
276
792
504
395
0
14
252
2012
1116
909
1842
402
307
1103
421
397
0
17
247
2013
1287
886
1719
343
279
930
369
393
0
13
218
2014
992
818
1594
368
293
1026
344
206
0
12
214
74
CORRECTIONEEL : TOTAAL BESLISSINGEN per jaar
7000
6500
6000
5500
5000
4500
4000
totaal
1999
4348
2000
5405
2001
4609
2002
4617
2003
4948
2004
5094
2005
4869
2006
4668
2007
5910
2008
5829
2009
6201
2010
6289
2011
6647
2012
6761
2013
6437
2014
5867
cijfers afkomstig van de dienst systeembeheer REA Antwerpen 75
Dienst deskundigen
aanstelling neerleggingen aanstelling met installatievergadering installatievergadering verlenging termijn vervanging bijkomende consignatie vrijgave provisie bijkomende consignatie en vrijgave taxatie ereloon begroting ereloon
2014 664 665 0
2013 717 738 1
2012 710 730 0
2011 764 734 0
2010 723 733 2
2009 604 636 20
0 875 29 34 54 292
0 782 34 23 61 292
0 715 23 18 47 255
1 593 35 22 52 196
3 412 41 21 22 126
18 288 31 16 21 111
20 577
20 583
17 561
32 548
66 316
40 23
cijfers afkomstig van de dienst systeembeheer REA Antwerpen
76
KABINET ONDERZOEKSRECHTERS 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
Buitenland aanhouding se sm andaten rechtshulp
zaken
zaken/kabi net
2004
2311
210,09
202
1984
497
2005
2482
225,63
152
1978
635
2006
2594
235,81
191
2307
742
2007
2543
231,18
143
2171
725
2008
2373
215,72
169
2039
913
2009
2504
227,64
177
2393
992
2010
2565
233,18
207
2320
907
2011
2521
229,18
208
2179
1228
2012
2411
219,18
223
2077
1104
2013
2483
225,72
193
2051
1171
2014
2360
214,55
205
2110
1197
“m ini’s”
cijfers afkomstig van de dienst systeembeheer REA Antwerpen
OPMERKINGEN: Wat de kabinetten van onderzoek betreft dient benadrukt dat er van de 11 kabinetten slechts 10 bemand zijn.
77
EVOLUTIE VAN DE WERKLAST
WERKLASTMETING 1. Maakt u gebruik van een instrument om de werklast van de magistraten van het rechtscollege te meten ? Zo ja, geef een korte beschrijving van dat instrument en zijn voordelen en gebreken. Geef daarbij de frequentie van gebruik aan. Schets de evolutie van de werklast die ermee werd vastgesteld. De rechtbank is gestart met het invullen van boordtabellen om de werklast te meten. 2. Heeft u initiatieven genomen om het bestaande systeem te verbeteren ? Zo ja, welke ? De prestaties van elke magistraat worden elke maand bestudeerd zodat zo nodig kan bijgestuurd worden. “Mega” zaken worden opgevangen door de organisatie. Plaatsvervangende rechters werden ingezet.
WERKLASTVERDELING 1. Op basis van welke criteria wordt de werklast onder de magistraten van het rechtscollege verdeeld? Situatie ongewijzigd : Aantal zaken per zitting wordt opgevolgd. Uitstelbeleid van de kamers wordt opgevolgd en gecommuniceerd. Er wordt getracht het werk evenredig te verdelen onder de collega’s. Door de afwezigheden en vacatures zijn er collega’s die het werk van een andere collega dienen op te nemen. De bijstand van werkende plaatsvervangende rechters is onontbeerlijk om de rechtbank toe te laten haar dienst te laten verlenen. 2. Worden de magistraten op de hoogte gebracht van die criteria ? Situatie ongewijzigd 3. Hoe gebeurt die verdeling in de praktijk? Wordt controle uitgeoefend op de verdeling en wie stuurt het proces van de verdeling bij ? Situatie ongewijzigd 4. Welke moeilijkheden brengen 1 en 2 mee en hoe lost u die op ? Situatie ongewijzigd 78
De oplossing kan enkel zijn in het invullen van de vacatures en de genezing van de langdurig zieke collega’s.
EVOLUTIE VAN DE GERECHTELIJKE ACHTERSTAND GERECHTELIJKE ACTIVITEIT Indien het rechtscollege een eigen concept van de gerechtelijke achterstand heeft, gelieve dat dan hieronder te beschrijven en aan te geven of er – volgens dat concept – gerechtelijke achterstand is. Elke burgerlijke zaak dient binnen het jaar behandeld te zijn. Een “gewoon” uitstel in de correctionele zaken dient binnen de zes weken vastgesteld
I. ALGEMENE VRAGEN
1. Gelieve, voor elk trimester, in onderstaande tabel, het aantal vastgestelde dossiers te vermelden volgens de termijn tussen het ogenblik van het gezamenlijk verzoek tot rechtsdagbepaling van de partijen en de rechtsdag (artikel 750, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek). 5 Situatie ongewijzigd
2. Vermeld in onderstaande tabel, het aantal dossiers volgens de tijd die verloopt tussen de eerste zitting en de uitspraak (de burgerlijke belangen buiten beschouwing gelaten). Indien er in dit verband overleg tussen de Voorzitter en de Procureur des Konings bestaat, gelieve dit te vermelden. Situatie ongewijzigd De meeste zaken worden op de eerste zitting behandeld of bij een uitstel binnen de 6 weken na de inleidende zitting, met uitzondering van de complexe en omvangrijke financiële en fiscale dossiers. De procureur-generaal en de procureur des Konings hebben in de loop van 2010 een geïnformatiseerd systeem ontwikkeld dat de gemiddelde doorlooptijd van behandelde zaken en gerechtelijke onderzoeken tot eindvonnis registreert. Vonnissen worden bijna altijd binnen de maand uitgesproken. Gelieve hierbij gebruik te maken van de codes voor de « Aard van de zaak » die in het kader van de AGORA-statistieken worden gebruikt sinds 1 januari 1999 (zie bijlage : « beschrijving van de burgerlijke geschillen ») 5
79
3. Gelieve in onderstaande tabel, het aantal dossiers te vermelden volgens de tijd die verloopt tussen de eerste zitting en de uitspraak. Indien er in dit verband overleg tussen de Voorzitter en de Procureur des Konings bestaat, gelieve dit te vermelden. Situatie ongewijzigd :Er bestaat overleg tussen de rechtbank en het parket. Dit overleg gebeurt regelmatig en de resultaten worden geïmplementeerd. De resultaten worden eveneens gecommuniceerd aan alle betrokken magistraten. 4.
Vindt u de huidige termijnen voor rechtsdagbepaling redelijk ?
Zaken kunnen binnen zeer korte termijn vastgesteld worden. Dringende zaken binnen de maand. Enkel de fiscale afdeling stelt vast op iets meer dan een jaar, maar dit is eigen aan de afdeling volgens de collega’s die deze kamers voorzitten. Toestand vaststellingen op 01 december 2014
Burgerlijk AB2 Met OM: 03/02/2015 Zonder OM: 10/02/2015
AB5 Februari 2015
AB6 02/02/2015 (nog
AB8 29/05/2015 (nog
(ingevolge nieuwe regeling)
beschikbare tijd op 22/12/2014)
beschikbare tijd in januari, februari en maart en op 21/05, nog lege zitting op 16/04/2015)
AB9 18/02/2015
AB11 28/05/2015 (nog beschikbare tijd
AB12 05/02/2015 (nog veel beschikbare
AB14 28/04/2015 (nog beschikbare tijd
op 04/12/2014
tijd tussen 11.00u en 13.00u in de maanden december en januari)
op 23/12/2014, 30/01/2015, 31/03/2015)
AFi1 27/11/2015 (nog beschikbare tijd
AFi2 03/06/2015 (nog beschikbare tijd
AFi4 28/09/2015 (maar met veel nog
in juni 2015)
op 04/03/2015 (nog lege zitting), 29/04/ en 06/05/2015)
beschikbare tijd in de maanden januari tot en met juni 2015)
Familierechtbank AF1 met O.M.:19/02/2015 zonder O.M.:26/02/2015
AF2 met O.M.: 18/03/2015 (nog beschikbare tijd op 04/03/2015)
AF3 05/01/2015
AF4 11/12/2014
AF5 01/12/2014
(nog beschikbare tijd 80
zonder O.M.:28/01/2015
AF8 05/01/2015
AF9 22/12/2014
op 24/12/2014)
AF10 16/12/2014
AF11 16/12/2014
Beschikbare tijd vanaf 11.00 uur op voornoemde kamers Burgerlijk AB2 05/12/2014
AB5 Februari 2015
AB6 12/01/2015 (11.30u)
AB8 03/12/2014 (11.15u)
AB9 27/01/2015 (11.30u)
AB11 04/12/2014 (10.45u)
AB12 02/12/2014 (11.30u)
AB14 09/12/2014 (11.30u)
AFi1 12/12/2014 (11.30u)
AFi2 04/02/2015 (11.30u)
AFi4 28/01/2015
Familierechtbank
AF1 15/01/2015
AF8 10/11/2014
AF2 24/12/2014 (11.30u)
AF9 01/12/2014
AF3 24/12/2014
AF10 16/11/2014
AF4 11/12/2014
AF5 01/12/2014 (14.00u)
AF11 16/12/2014
Welke maatregelen heeft u getroffen om dat te bereiken ? De collega’s werken hard en goed. Indien er te lange vaststellingstermijnen dreigen worden bijkomende zittingen ingelast of zaken over de verschillende kamers herverdeeld. Vindt u dat de situatie nog kan worden verbeterd ? In feite niet. Er wordt ook niet gevraagd naar nog snellere vaststellingen door de balie. Dringende zaken kunnen altijd voorrang krijgen. 5. Aantal gewezen vonnissen 1. Vermeld het aantal vonnissen dat het rechtscollege heeft gewezen : 81
Burgerlijke zaken correctionele zaken jeugdzaken - burgerlijk jeugdzaken – jeugdbescherming bijzondere kamer jeugdrechtbank Raadkamer strafuitvoeringsrechtbank
2014 15367 6031 1120 3127 12 8933 1992
2013 17101 6437 1651 9358 11 9228 2518
2012 16940 6323 1538 8956 17 9007 2572
2011 18212 6255 1555 8969 12 9674 2395
2010 19352 6706 1559 9145 19 9917 2379
BELANGRIJK! Deze cijfers mogen niet vergeleken worden met de voormelde grafieken omdat deze getallen genomen worden van de statistieken van de Steundienst van het College van de Hoven en Rechtbanken en deze geen rekening houden met de familierechtbank.
II. OORZAKEN VAN DE VERTRAGING 1. Welke zijn volgens u, gelet op uw ervaring, de belangrijkste oorzaken van de vertraging in de procedures ? Er is amper of geen vertraging. Als er vertraging is, is dit vaak te wijten aan het feit dat advocaten zaken vergaten in te schrijven in agenda of plots andere prioriteiten hebben en dus uitstel vragen. De doorlooptijd van de deskundige wordt stipt opgevolgd. 2. Welke algemene maatregelen suggereert u om deze oorzaken aan te pakken? In feite is er geen echt probleem wat de vertraging betreft.
82
2009 19556 5893 1580 8353 18 9206 1986
DE ACHTERSTAND IN HET BERAAD Geef aan in hoeveel zaken die in beraad werden genomen om een vonnis uit te spreken er een uitspraak plaatsvond : In de rechtbank werden alle vonnissen behoudens enkele uitgesproken binnen de wettelijke termijn van één maand. De voorzitter beschikt vanaf december 2014 over boordtabellen om de controle uit te voeren.
BESCHRIJVING Van de acties die tijdens het betrokken kalenderjaar 2014 werden ondernomen om : -de werking van het rechtscollege te verbeteren, De door de audit aangehaalde pijnpunten werden aangepakt. - de gerechtelijke achterstand weg te werken, Er is geen achterstand in de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen -de naleving van de termijn van het beraad te waarborgen. Dit probleem stelt zich niet. -van de resultaten Er werd zorg voor gedragen dat de collega’s magistraten alle nodige documentatie bij de hand hebben, zodat de opzoekingstijd beperkt kunnen worden. Het werken in clusters maakt voor de burgerlijke rechters dat deze bij elkaar te rade kunnen gaan om informatie uit te wisselen. Sedert de hervorming zijn de sectievergaderingen opgestart. Deze zullen leiden tot een meer en betere informatie-uitwisseling tussen magistraten van de verschillende secties. Binnen alle secties wordt ingezet op enerzijds snelle doorlooptijden van de dossiers en anderzijds op het afleveren van kwaliteitsvol werk. De onderzoeksrechters, het meest belast van gans het land, blijven de snelste omlooptijden behouden. De jeugdrechters hebben een ontstellende werklast, maar behandelen elke zaak even grondig en vervallen nooit in een routine. De nieuwe collega’s worden ingedeeld in collegiale kamers maar dienen vrij snel alleen te zetelen, vaak enkele maanden na hun benoeming.
83
Er wordt gestreefd om zowel burgerlijk als correctioneel de kamers te organiseren rond bepaalde specialisaties. Dit verhoogt de kwaliteit van de rechtspraak en leidt tot een betere rechtsbedeling.
BIJLAGE : Verslag correctionele sectie afdeling Antwerpen 2014 Door de magistraten van de correctionele sectie wordt ingezet op snelle doorlooptijd zonder aan de kwaliteit van de vonnissen in te boeten. Alle strafdossiers worden binnen een zo kortst mogelijke wijze afgehandeld, rekening houdend met de complexiteit en de omvang van de strafdossiers. Zo hebben de collegiale kamers vaak grote strafdossiers (internationale drugshandel, mensensmokkel, fiscale en financiële fraude, grensoverschrijdende zware criminaliteit). Ondanks hun omvang en het feit dat verschillende beklaagden aangehouden zijn, kennen deze dossiers weinig tot geen vertraging. Er wordt getracht de uitstellen binnen een redelijke termijn te houden, waarbij in principe uitstellen mogelijk zijn op maximaal 6 weken, met uitzondering van de AC5-kamer (voorheen 5C-kamer). Deze laatste kamer behandelt de zware fiscale en financiële fraude. Deze zaken vergen door hun omvang en complexiteit meer zittingscapaciteit en een langere voorbereidingstijd voor partijen, waardoor eventuele uitstellen niet steeds op korte termijn mogelijk zijn. Strafdossiers met aangehoudenen worden in principe binnen één of twee weken uitgesproken en bijna alle strafdossiers worden binnen één maand na de inberaadname uitgesproken. Enkele uitzonderingen hierop zijn enkele zware omvangrijke en complexe strafdossiers waar het beraad tot maximaal twee maanden duurt. In 2014 werd ook een zwaar terrorisme-dossier behandeld dat veel zittingscapaciteit vergde, alsook veel inzet van middelen met betrekking tot veiligheid. De alleenzetelende correctionele kamers krijgen, dankzij de goede doorlooptijden van de sectie onderzoek en het parket, meer en meer strafdossiers met feiten van maximaal één à twee jaar oud. AC9 die zich bezig houdt met het snelrecht, behandelt zaken waarvan de feiten maximaal 3 maanden oud zijn. Door de aard van de zaken is er altijd veel belangstelling van de pers voor onze afdeling. Binnen de rechtbank werd er gewerkt aan duidelijke afspraken met de pers en deze zullen hun finaliteit krijgen in 2015. Binnen de correctionele sectie bestonden reeds regelmatig overleg tussen collega’s onderling en het verticaal overleg met het Hof van Beroep. Sedert de gerechtelijke hervorming overleggen de correctionele rechters van de afdeling Antwerpen samen met de correctionele rechters van de afdelingen Turnhout en Mechelen binnen de sectievergaderingen. Het komend jaar zullen deze sectievergaderingen moeten leiden : 84
tot meer eenvormigheid in de werking tussen de afdelingen en in de rechtspraak tussen de afdelingen. Zo wordt er gewerkt aan afspraken over richttarieven voor schadevergoedingen, - tot het uitwerken van een model van correctioneel vonnis dat toepasbaar is in de verschillende afdelingen en de leesbaarheid moet bevorderen, - tot het verder uitwerken van een documentatiesysteem en modellen die op de Z-schijf kunnen geplaatst worden en voor alle correctionele rechters toegankelijk worden, - het ontwikkelen van een model voor deskundige opdrachten, - verder uitwerken van missie, visie en specifieke doelstellingen - verder overleggen tussen magistraten en griffiers van de verschillende afdelingen om de werkprocessen op elkaar af te stemmen. Ook blijven de correctionele rechters deelnemen aan het verticaal overleg met het Hof van Beroep. -
De correctionele rechters trachten ook, in de mate dat dit mogelijk is met de werkdruk, studiedagen te volgen die nuttig zijn voor hun werk. Sedert september 2014 werd de correctionele sectie geconfronteerd met een collega die langdurig ziek was. Door de bijstand van een collega van de afdeling Turnhout werd dit tekort opgevangen. De vele assisenzaken vragen ook veel capaciteit bij de correctionele rechters. Er is wel gebleken dat er nood is aan meer zittingsmanagement binnen onze afdeling, aangezien zittingen niet steeds vlot verlopen en sommige zaken onnodig dienden uitgesteld te worden. Hierover wordt terug overleg opgestart tussen de rechtbank, parket en balie. De afdeling Antwerpen zal ook intensief meewerken aan het uitwerken en toepassen van een zaakverdelingsreglement.
85
BIJLAGE : Jaarverslag burgerlijke sectie Binnen de burgerlijke sectie wordt ingezet op een snelle doorlooptijd zonder evenwel aan de kwaliteit van de vonnissen in te boeten. De vaststellingstermijnen worden nauwgezet in het oog gehouden en er werd getracht in te grijpen waar nodig. Dit was niet steeds eenvoudig. Enerzijds waren een aantal collega’s tijdelijk afwezig. Andere werden benoemd als raadsheer of vrederechter en niet onmiddellijk vervangen. Anderzijds kampte de griffie met personeelstekorten. Ook assisenzaken zorgen ervoor dat soms collega’s onbeschikbaar zijn, en hun taken door andere collega’s dienen uitgevoerd te worden. De vaststellingen op kamer 5B liepen te ver uit zodat een inhaalbeweging nodig was. Door 1 zitting per week van een contractenkamer tijdelijk op te schorten en de zaken binnen de contractenkamers te herschikken kon ook een zitting worden vrijgemaakt en benut als extra zitting voor kamer 5B (februari tot juni) Door de oprichting van de familierechtbank werd het aantal magistraten binnen deze cluster ook verminderd. Vanaf december 2014 diende ook 1 zitting van kamer AB11 tijdelijk te worden opgeschort. De vaststellingstermijnen en uitstellen konden desondanks binnen redelijke termijn behouden worden dankzij extra inspanningen van magistraten en griffiers. Ook op de bouwkamer begonnen de vaststellingstermijnen uit te lopen. Gelet op het tekort aan griffiers werd geopteerd om in plaats van een extra zitting te voorzien, de reeds bestaande zittingen tot 13 uur i.p.v. 12 uur te houden en een extra rechter in te zetten, zodat ook meer ruimte kwam om plaatsbezoeken te organiseren. Intussen is de achterstand volledig bijgewerkt. Het blijft de betrachting van alle betrokkenen om binnen redelijke termijn zaken te beslechten, zonder in te boeten aan kwaliteit. Binnen de sectie is er regelmatig overleg tussen de collega’s onderling en er is een verticaal overleg met het Hof van beroep. Sedert de gerechtelijke hervorming overleggen de collega’s van de afdelingen Antwerpen , Mechelen en Turnhout samen met de griffiers binnen sectievergaderingen. Er werd ook een afzonderlijke werkgroep voor de bouwcluster opgestart. 86
Er werd reeds gewerkt rond de opvolging van deskundigenonderzoeken, waarbij getracht wordt een uniform systeem uit te werken voor alle afdelingen. Er wordt onderzocht in hoeverre de dienst opvolging deskundigen die reeds in de afdeling Antwerpen bestaat kan uitgebreid worden naar de andere afdelingen. Tevens werd reeds gewerkt rond alternatieve vormen om de geschillen op te lossen en rond het uitwerken van missie, visie en waarden. In 2015 zal binnen de sectievergaderingen verder gewerkt worden aan: -
Opvolging deskundigenonderzoeken Verder uitwerken van alternatieve wijzen om de geschillen te beslechten (o.a. door mini expertises – zie verslag bouwcluster) Verder uitwerken van missie, visie en waarden uitwerken van een documentatiesysteem via de Z-schijf werkprocessen op elkaar afstemmen streven naar eenvormigheid in rechtspraak
Nationaliteitskeuzes Er was een toevloed aan zaken ten gevolge van het feit dat de nieuwe nationaliteitswet strengere criteria voorziet en er derhalve nog snel veel nationaliteitsverklaringen werden afgelegd voor de inwerkingtreding van de nieuwe wet . In overleg met de griffie en parket werd besloten om een inhaalbeweging uit te voeren door meer nieuwe zaken per zitting vast te stellen en in december een extra zitting te houden. Ingevolge de familierechtbank dienden deze zaken aan andere kamers te worden toebedeeld en werden deze bij de contractencluster gevoegd. Vanuit de griffie kwam de vraag om in plaats van 2 halve zittingen per week, de zaken te centraliseren op 1 zitting in de namiddag , gelet op het tekort aan griffiers. Vanaf september werden deze zaken op donderdagnamiddag gehouden. Hiervoor werd een extra zitting van AB10 ingelast. Er werd vastgesteld dat deze zittingen overbelast zijn doch dit zou een tijdelijk probleem zijn. Om de zittingen niet verder te bezwaren en de uitsteltermijn te beperken werd besloten om tijdelijk in geval van verzoek tot uitstel, deze zaken uit te stellen naar de eerste 2 maandagzittingen van de maand van kamer AB10 vanaf 11 uur, en dit vanaf februari 2015 tot juni 2015.
EBB bewijsverordening Er wordt meer gebruik gemaakt van deze bewijsverordening dan vroeger. 87
Niettegenstaande er standaardformulieren worden gebruikt zijn deze dossiers zeer arbeidsintensief vermits er veelal geen gebruik gemaakt wordt van de juiste taal en de verzoeken niet in orde zijn. Ook voor de griffie vraagt dit veel werk. Het merendeel betreft ook getuigenverhoren.
Dienst Opvolging Deskundigen In 2014 zijn er 664 aanstellingen gebeurd, waarvan in 29 zaken een vervanging van de deskundige noodzakelijk bleek, en 597 onderzoeken werden afgesloten. Op 11 maart 2014 werd er een bespreking gehouden met de voorzitters en griffiers van de bouwkamer, de dienst opvolging deskundigen en de gerechtsdeskundigen, waarop zeer positieve reacties kwamen en er werd reeds gevraagd om dit jaarlijks te herhalen. Met de afdelingen Turnhout en Mechelen is er reeds begonnen om de werkingsprocessen te uniformiseren, en tot het komen van een gezamenlijke lijst deskundigen. Geregeld komen er leerlingen van het middelbaar onderwijs of studenten rechtspraktijk die bij ons stage komen lopen.
88
BIJLAGE : Werking bouwkamer – rechtbank eerste aanleg Antwerpen. gerechtelijk jaar 2014 – 2015 Binnen de rechtbank van eerste aanleg onderscheidt de afdeling ‘bouw’ zich van de andere afdelingen doordat : -
er naast de klassieke drie actoren (eisers – verweerders – rechtbank) veelal nog een vierde actor betrokken is, nl de deskundige, de particulieren zeer betrokken partijen zijn die vooral uit zijn op een daadwerkelijke oplossing meer dan op een ‘juridisch’ antwoord, de voorgelegde problemen in een groot aantal gevallen van praktische aard zijn en hangende het geding kunnen worden opgelost, (werken die nog dienen te worden uitgevoerd – toepasselijkheid van de exceptie van niet uitvoering enz.) er vaak via (pragmatische) tussenoplossingen(lees: tussenvonnissen) tot een einde van het geschil kan worden gekomen.
In die zin zijn de zaken voor de bouwkamer dikwijls ‘hangende’ (interactieve) geschillen die in de loop van de procedure evolueren. Dit in tegenstelling met andere kamers waar vrijwel uitsluitend moet worden geoordeeld over ‘onomkeerbare’ situaties. De interactieve rol van de rechter, het aandeel en verloop van de deskundige onderzoeken zijn belangrijke factoren. Waarbij niet mag worden voorbijgegaan aan het feit dat de bouwkamer een quasi-werkgever is van tal van deskundigen. Om de samenwerking met de deskundigen te optimaliseren werd op 12 maart 2014 een vergadering/bespreking gehouden met diverse deskundigen binnen het rechtsgebied Antwerpen. Dit werd langs beide zijden op zeer positieve reacties onthaald. Teneinde tegemoet te komen aan de vraag van partijen naar een pragmatische, betaalbare oplossing is er meer aandacht gekomen voor het plaatsbezoek met bijstand van een deskundige/technisch raadsman. Het afgelopen jaar is de toename van deze plaatsbezoeken ongeveer verviervoudigd. De resultaten hiervan zijn zeer positief te noemen in die zin dat in ca 80 % van de gevallen een regeling werd bewerkstelligd. Plaatsbezoeken vragen tijd en inzet van magistraten en griffiers en zijn in zekere mate afhankelijk van het voorwerp van het geschil zoals het (bij de inleiding van de zaak) wordt voorgelegd aan de rechtbank. Ingevolge de samensmelting van de diverse rechtbanken wordt momenteel gewerkt aan een eigen interne structuur van de bouwkamer die er op gericht is de uniformiteit van rechtspraak en methodiek binnen de diverse afdelingen (Antwerpen, Mechelen en Turnhout) te bewerkstelligen. In een volgend stadium wordt gewerkt aan de samenwerking en afstemming van rechtspraak/rechtspraktijk met de bouwkamers van de rechtbank van koophandel. (horizontaal overleg) Ondertussen worden de nodige stappen ondernomen voor een verticaal overleg met het Hof van Beroep. Dit vooral om de rechtspraak op elkaar af te stemmen en bepaalde problemen 89
(opportuniteit van de aanstelling van een deskundige – de daarmee samenhangende bewijslast – e.a. ) te bespreken.
Momenteel zijn er initiatieven om een open communicatielijn met de deskundigen te onderhouden teneinde afspraken te maken over erelonen, taxaties en verzoeningsmodaliteiten. Een nieuwe vergadering met deskundigen wordt voorzien in het najaar van 2015. Verder wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van ‘beperkte deskundige onderzoeken’ als bijkomende alternatief tot het beslechten van geschillen. Om dit alles op cijfermatige wijze te kunnen evalueren naar een kosten- batenanalyse toe dienen de nodige cijfers te worden opgemaakt, opgewacht en geëvalueerd. Hiertoe is een extra bijdrage van de griffie vereist en het is de vraag of dit binnen de huidige budgettering nog prioriteit krijgt. Ten slotte moet de aandacht er op worden gevestigd dat de bouwkamer geschillen beslecht die een belangrijk impact hebben op de financiële situatie van de betrokken partijen. Volgens voorlopige berekeningen mag dit voor de ganse bouwkamer op minimaal 20 miljoen euro op jaarbasis worden ingeschat. Om maar te zeggen dat de bouwkamer ook een, meestal genegeerde, financiële impact heeft op de samenleving.
90
WERKINGSVERSLAG AFDELING MECHELEN (MET IN BIJLAGE DE SECTIEVERSLAGEN)
91
PERSONELE MIDDELEN Hierna wordt een overzicht gegeven van de afwezigheden wegens medische redenen en deelname aan zittingen van het Hof van Assisen, evenals de openstaande vacatures. a) Personeelsformatie
Gemiddelde personeelsfor matie
Gemiddelde Delegaties bezetting van de of externe personeelsforma opdrachte tie n
T
T
T
Magistraten
96
8,60
0,127
Toegevoegde magistraten
1,50
1.358
0
Afwezighed Afwezighed Andere afwezigheden Niet rechtsprekende taken en om en om medische medische redenen redenen die een weerslag hebben op de werking van het rechtscolle ge T T Opleidingen Deelnemen Opleidingen evaluatie, beheer, enz. verstrekken aan volgen commissies 36 9 23 59 28 15,5 % De afwezigheden van de voorzitter wegens deelname aan overleg, commissies en niet rechtsprekende taken worden geraamd op 60% 0 0 0 6,5 4,5 15 %
6
Exclusief Mevrouw V. Deckmyn.
7
Twee rechters waren 5 weken afwezig als bijzitter op het Hof van Assisen.
8
Mevrouw Vyverman was in de vakantie voltijds actief op de REA Turnhout. 92
Gemiddelde personeelsfor matie
Gemiddelde Delegaties bezetting van de of externe personeelsforma opdrachte tie n
Afwezighed Afwezighed Andere afwezigheden Niet rechtsprekende taken en om en om medische medische redenen redenen die een weerslag hebben op de werking van het rechtscolle ge T T Opleidingen Deelnemen Opleidingen evaluatie, beheer, enz. verstrekken aan volgen commissies 0 0 11,5 23 19 15 %
T
T
T
6
6
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4
0,25
-
-
-
-
-
2
0
0
0
-
-
-
-
-
geen gegevens
Griffiers
18,00
14,71
0
127
127
0
0
20
Ander administratief personeel
20,00
17,23
0
278
0
0
0
19
10 % Secretariaat beheer en onderhoud van het gerechtsgebouw idem
Magistraten Art. 100 Ger. W. Plaatsvervangende magistraten (art. 383§2 Ger.W.) Plaatsvervangende rechters Referendarissen
0%
93
b) Buiten de personeelsformatie
Contractuele juristen Ander contractueel administratief personeel
Afwezighe den om medische redenen
Gemiddelde betrekking
Gemiddelde bezetting van de betrekking
Delegaties
T
T
T
T
Afwezighed en om medische redenen die een weerslag hebben op de werking van het rechtscolle ge T
0
0
0
0
0
3
2,72
0
101
0
Andere afwezigheden
Opleidingen verstrekken
Niet rechtsprekende taken
Opleidingen volgen
0
Deelnemen aan commissies 0
evaluatie, beheer, enz.
0
0
0
0
5
0
Toelichting periode tot 31 maart 2014 REA Mechelen periode vanaf 1 april 2014 REA Antwerpen, afdeling Mechelen
1. Kader van de rechtbank van eerste aanleg . Tot 31 maart 2014: De rechtbank van eerste aanleg te Mechelen telt 18 rechters, namelijk: 1. voorzitter: 1 2. ondervoorzitters: 2 - rechters: 15,5 Hierbij dient vooreerst opgemerkt te worden dat rechter Vivianne Deckmyn tot het korps behoort, doch sedert aanvang 2011 deel uitmaakt van de Bestuurlijke Commissie die belast is met het toezicht op de specifieke en uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (de zogenaamde BIM-Commissie). Per 1 juli 2014 : De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen telt x Rechters, namelijk: afdelingsvoorzitter : 1 ondervoorzitters: 0 rechters: 15 De voorzitter Bart Willocx is per 1 april 2014 voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg provincie Antwerpen geworden. Per 1 april 2014 is Marc De Gendt op rust gegaan. Hij was ondervoorzitter. Per 1 juli 2014 is de heer André Van Praet Afdelingsvoorzitter benoemd voor een periode van drie jaar. De plaatsen van de voorzitter en de beide ondervoorzitters werden niet ingevuld. Rechter J. Bourlet werd bij M.B. van 27 maart 2008 opdracht gegeven om een ambt te vervullen bij de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie. Deze opdracht neemt 2 dagen per maand in beslag. Onderzoeksrechter Ph. Van Linthout werd bij beschikking de dato 15 december 2009 van de eerste Voorzitter van het Hof van Beroep te Antwerpen aangewezen als gespecialiseerd onderzoeksrechter inzake terrorismemisdrijven. Toegevoegd rechter E. Colpin werd bij beschikking van 25 september 2012 van de Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen aangewezen tot jeugdrechter vanaf 1 oktober 2012. Haar mandaat liep ten einde op 31 augustus 2014. Rechter N. Caluwé werd aangewezen tot jeugdrechter voor een tweede periode met ingang op 1 september 2013. Kristine Hanzen werd bij Ministerieel Besluit van 20 maart 2013 als referendaris op onze rechtbank. De Heer Jozef Feyaerts vatte op 1 augustus 2013 de gerechtelijke stage aan op de rechtbank. De stage liep teneinde op 31 oktober 2014. De wet van 28 juli 1998 bepaalt het aantal plaatsvervangende rechters voor de rechtbank van eerste aanleg op 4. 95
Deze plaatsen zijn sedert 2012 alle ingevuld door de benoemingen van Mrs N. Van Baelen en I. Peeters. Mr. N. Van Baelen werkte, ter vervanging van collega Nancy Peeters die op 15 oktober 2014 in bevallingsverlof is gegaan , als werkend rechter voor de rechtbank. Dit was een noodzakelijke en zeer geapprecieerde steun teneinde deze periode van gedeeltelijke niet invulling van het kader, te kunnen opvangen. Voor het overige werden de plaatsvervangende rechters in 2014 enkel aangeduid om in de burgerlijke of correctionele collegiale kamers te zetelen in geval van een onverwachte of occasionele afwezigheid van een rechter, en daarnaast tijdens de kerstweek en tijdens het gerechtelijk verlof. Om de magistraten en de griffiers toe te laten in de kerst- dan wel in de paasperiode enkele dagen in familiekring door te brengen werden bijzondere dienstregelingen opgesteld, met uitzondering van de jeugdrechtbank, het onderzoek, het kort geding, het beslag, de burgerlijke inleidingskamers, de raadkamer, één collegiale correctionele kamer en één correctionele kamer met een alleenzetelend rechter, die geen onderbreking kenden. De continuïteit van de dienst werd steeds gewaarborgd en de voortgang van de zaken werd op geen enkel ogenblik in het gedrang gebracht. 2. Kader van de griffie Het kader van de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen telt 17 griffiers en 20 personeelsleden, namelijk:
hoofdgriffier: 1 griffiers-hoofd van dienst: 2 griffiers: 14 assistenten: 13 medewerkers: 7
Buiten kader zijn er nog 3 griffiers en 3 medewerkers, nl. 1. griffier bij opdracht: 3 medewerker op arbeidsovereenkomst: 3 waarvan 2 het onthaal verzekeren en 1 de functie van onderhoudsmedewerker vervult. BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
Kader van de magistraten
Aan één van de onderzoeksrechters, collega Ph. Van Linthout, wordt de ruimte gegeven om zich verder te specialiseren als deskundige in cybercriminaliteit door het geven en volgen van opleidingen in binnen- en buitenland, en door hem deel te laten uitmaken van verschillende commissies ter zake. Dit is noodzakelijk voor justitie, gelet op de omvang van het fenomeen enerzijds, en gelet op de beperkte kennis en aandacht ervoor anderzijds, doch dit wordt aldus louter door onze relatief beperkte afdeling, en in het bijzonder door zijn directe collega’s, ondersteund. 96
Het beleid dient stil te staan bij de gevolgen van het te traag vervangen van magistraten (hetzelfde geldt overigens voor griffiers en personeel) die om welke reden ook (bv. ook ziekte, zwangerschap, benoeming, op rust stelling,…) niet (meer) kunnen zetelen. De goede rechtsbedeling komt in gevaar wanneer vervangingen vele maanden in beslag nemen, indien er al een vervanging komt (bv in situaties van langdurige ziekte is dit pas na lange tijd het geval). Deze problematiek stelt zich thans in het kader van de provinciale rechtbank Antwerpen.
Kader van de griffiers:
In 2014 was het kader van de griffiers, bestaande uit 18 voltijdse eenheden, voor 16,5 eenheden ingevuld. Dit kader bestaat uit 14,5 statutaire betrekkingen en 2 betrekkingen van griffiers met opdracht. Aldus was er een voortdurend tekort van ongeveer 11,2 % voltijdse eenheden ingevolge niet opgevulde wettelijk kader en ingevolge een langdurige ziekte. De opeenvolgende wetswijzigingen tot herziening van de loopbanen en bezoldiging van het personeel van de griffies en de parketsecretarissen resulteerden uiteindelijk in een grondige wijziging van artikel 264 van het gerechtelijk wetboek. Door deze wetswijzigingen kunnen personen met een universitair of hogeschool diploma – zijnde houder van een diploma of een getuigschrift in aanmerking komend voor de toelating tot een ambt van het niveau B bij de Rijksbesturen – niet meer rechtstreeks benoemd worden tot griffier. Zij dienen tevens geslaagd te zijn voor de vergelijkende selectie voor het desbetreffende ambt, georganiseerd door Selor – het Selectiebureau voor de federale overheid. Dit bemoeilijkte de vlotte aanwerving van nochtans beschikbare en schijnbaar gedegen kandidaten. Ter compensatie van deze bijkomende voorwaarden tot het verwerven van het ambt van griffier, werd tegelijk het statuut financieel aantrekkelijker gemaakt voor deze gekwalificeerde personen. De personeelsleden zullen thans ook aangemoedigd worden om bijkomende opleidingen te volgen omdat zij, mits te slagen in competentiemetingen, hun verloning kunnen verbeteren.
-
Kader van het griffiepersoneel:
In 2014 was na upgrading het kader van het griffiepersoneel (13 assistenten en 7 medewerkers) dat bestaat uit 20 statutaire voltijdse eenheden en 3 boventallige voltijdse eenheden of in totaal 23 voltijdse eenheden, voor 19,29 voltijdse eenheden ingevuld, met in mindering 2 voltijdse eenheden die opdrachten van griffier vervulden. In totaliteit betekende dit een tekort van gemiddeld 16,2 % voltijdse eenheden hetzij 3 eenheden wegens ziekte en tekorten. Dit maakt procentueel bijna een verdubbeling uit van het tekort in vergelijking met 2013.
97
Dit komt enerzijds omdat vertrekkende personeelsleden niet tijdig werden vervangen en anderzijds door enkele langdurige afwezigheden wegens ziekte, alsook door de tijdelijke opdrachten om een hoger ambt waar te nemen. Deze gang van zaken is volstrekt niet bevorderlijk voor een efficiënte dienstverlening. Daar komt nog bij dat telkens opnieuw personeelsleden moesten worden opgeleid, omdat ze nieuwe taken hadden, of na vervanging. De opdrachten van de griffier inzake het verlenen van bijstand aan de rechter dragen bij tot een tijdige en kwaliteitsvolle afhandeling van de zaken. De competenties van de griffiers dienen optimaal aangewend te kunnen worden in de bijstand aan de rechter. Om dit te realiseren is een sterke administratieve ondersteuning nodig. Nog meer hebben in 2014 hebben de aanhoudende tekorten aan griffiers en ondersteunend personeel op alle diensten van de griffie een grotere werklast met zich gebracht. Alleen door een volgehouden inspanning van de griffiers en het griffiepersoneel en het deeltijds inschakelen van de onthaalbeambten kon de voormelde onderbezetting van de diensten zo goed als mogelijk worden opgevangen. De voortdurende en blijkbaar stijgende tekorten blijven gevolgen hebben in de termijn van afwerking op verschillende griffiediensten zoals op de diensten teruggaven, vernietiging en overmaking van de overtuigingsstukken, uitbetalingen van staten van dringende gerechtskosten (tolken), uitbetalingen van de gestorte provisies inzake aanstellingen deskundigen en vereffening van definitieve kostenstaten van deze deskundigen. Ten slotte dient een ambt van griffier ten dele besteed te worden aan het beheer van het gerechtsgebouw, het toezicht op het onderhoud van het gerechtsgebouw en het secretariaat van de voorzitter van de rechtbank, waarvoor geen afzonderlijk personeel is voorzien.
Vacatures:
Op 31 december 2014 waren de volgende vacatures nog steeds niet opgevuld : 1/ twee plaatsen van griffier 2/ twee plaatsen van griffier met opdracht (opgenomen in het wettelijk kader sedert 1/4/14) 3/ één plaats van medewerker Ingevolge publicatie van enkele van de vacatures werden er in de loop van 2014 er na bijkomende selecties op onze rechtbank noch voor de selectie voor één openstaande betrekking van griffier noch voor één openstaande betrekking van medewerker kandidaten weerhouden.
98
LOGISTIEKE MIDDELEN
LOKALEN 1. Nog steeds: De rechtbank kamt met een chronisch plaatsgebrek. Het gerechtsgebouw in Mechelen barst uit zijn voegen. Het gerechtsgebouw in Mechelen barst uit zijn voegen. Jarenlang heeft de Commissie Gerechtsgebouwen onder voorzitterschap van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg gewezen op het acuut plaatsgebrek in het gerechtsgebouw waar zowel de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel, het parket, het arbeidsauditoraat, het vredegerecht en de politierechtbank samen met de respectievelijke griffies en secretariaten evenals de balie gehuisvest zijn. Er is, wat eerste aanleg betreft, een tekort aan:
Zittingszalen; rechterslokalen; kabinetten voor de onderzoeksrechters een kabinet voor de beslagrechter; lokalen voor de bijstand vanwege een advocaat in het kader van de Salduz-wet; een afzonderlijke ruimte voor het horen van kinderen; een ruimte voor het bijwonen van een verhoor van een te beschermen getuige; een lokaal voor de advocaten die gelast zijn met de bijstand van minderjarigen voor de jeugdrechter, en voor hun consultaties; lokalen voor gerechtelijke stagiairs en een referendaris; bureaus voor griffiers; wachtruimtes voor de rechtszoekenden in het bijzonder voor de jeugdrechtbank en de raadkamer/het kort geding; plaatsen waar overleg mogelijk is tussen advocaten en hun cliënten of tussen advocaten onderling; een lokaal voor inzage van correctionele dossiers (dit moet actueel in een gang); een lokaal voor inzage van dossiers met ondersteuning van slachtofferonthaal, dan wel inzage door politiediensten of gerechtsdeskundigen; ruimtes voor de dienst overtuigingsstukken een lokaal voor het onderhoudspersoneel en een voorraadlokaal; voldoende cellen rekening houdende met de rol van een gemiddelde raadkamer; ...
Het gerechtsgebouw beschikt thans over een totale oppervlakte van 6 063 m².
99
In 1999 werd er, na consultatie en advies van de verschillende korpsen, door de toenmalige minister van Justitie reeds een behoefteprogramma opgemaakt voor alle gerechtelijke diensten in Mechelen. Volgens dit behoefteprogramma dient het gerechtsgebouw uitgebreid te worden tot 11.670, 51 m², hetzij een verdubbeling in oppervlakte. Maar ook deze raming volstaat intussen niet meer gelet op nieuwe ontwikkelingen, waarbij bij wijze van voorbeeld kan verwezen worden naar de noodzaak tot inrichting van twee lokalen teneinde de Salduz-bijstand mogelijk te maken. Als noodoplossing worden hiervoor o.m. twee… toiletten omgebouwd. Zo zijn ook twee van de drie onderzoekskabinetten te krap gehuisvest, wat in het bijzonder tot uiting komt bij voorleidingen wanneer een verdachte, samen met politie, en vaak een tolk, nu bovendien wordt vergezeld van een advocaat en iedereen hierbij een plaats moet krijgen en tegelijk de veiligheid van elkeen moet worden gewaarborgd. De inzage van correctionele dossiers gebeurt in een gang en in slecht beveiligde omstandigheden. Er is onvoldoende plaats voor dossiers, bv. op de dienst overtuigingsstukken en op de jeugdrechtbank, waardoor moet geïmproviseerd worden om deze dossiers in het lokaal te kunnen stockeren. Steeds opnieuw maakt de preventie-adviseur terechte opmerkingen die teruggaan op het gebrek aan ruimte voor de resp. diensten. Het aantal cellen, en de ruimte in deze cellen, is al te beperkt rekening houdende met het duidelijk toegenomen aantal personen dat soms tegelijk in deze cellen moeten worden opgesloten door het stijgend aantal aangehoudenen en verwijzingen naar de correctionele rechtbank onder de banden van het aanhoudingsmandaat. Dit geeft aanleiding tot overvolle cellen en aldus bijna onwaardige detentie-omstandigheden, en spanningen tussen de aangehoudenen onderling en ten aanzien van de politie. Deze ontoereikende capaciteit heeft tevens zijn impact op de normale rechtsgang van de correctionele zittingen en de raadkamer. In de cellen is evenmin een afzonderlijke ruimte voorzien voor de minderjarigen die moeten worden voorgeleid voor de jeugdrechter. Er is geen aangepaste wachtruimte voor de rechtzoekenden op de jeugdrechtbank. Ouders, kinderen en advocaten dienen aldus vaak in gespannen omstandigheden met tientallen tegelijk op de gang te wachten. De rechters dringen aan op aangepaste lokalen met voldoende licht en ruimte en op een aangepaste vergaderruimte. Er zijn slechts twee lokalen voor de rechters beschikbaar, in één ervan hebben maar liefst zes rechters hun bureau samen met de referendaris… Nu moet voor overleg en vergaderingen noodgedwongen vaak worden uitgeweken naar de bibliotheek die aldus op die ogenblikken niet meer als bibliotheek kan worden gebruikt. Een substantiële uitbreiding van het gerechtsgebouw is absoluut noodzakelijk voor een aangepast onthaal van de rechtzoekenden, en om over aangepaste werkruimten voor de magistraten en de griffie te kunnen beschikken.
100
De rechtbank heeft waar mogelijk reeds beperkte aanpassingen doorgevoerd om de gevolgen van de gebrekkige infrastructuur beter op te vangen, zo onder meer door de verhuis van bepaalde diensten en door aanpassingen van het zittingsreglement. Tevens dient de bereidwilligheid van de Regie der Gebouwen onderlijnd te worden bij het doorvoeren van beperkte infrastructurele aanpassingen, bv bij het verbeteren van het cellencomplex. Doch dit blijven aanpassingen in de marge die de geschetste, in zijn globaliteit ontoereikende infrastructurele omstandigheden niet kunnen verhelpen. Tot slot moet vastgesteld worden dat personeelsleden bureaus toegewezen krijgen waarvoor dan ernstige twijfel bestaan wat betreft de brandveiligheid. Bij gebreke aan plaatsgebrek en afwezigheid van enig alternatief is het elk jaar opnieuw moedeloos afwachten. Het “Oud Gasthuis” In 2007 werd met het oog op de uitbreiding van de beschikbare gerechtsgebouwen te Mechelen de aankoop van het leegstaande pand gelegen in de Keizerstraat (oud gedeelte O.L.V. Ziekenhuis), aan de overzijde van het huidige gerechtsgebouw, gerealiseerd. Om allerlei redenen werd tot op heden nog steeds niet gestart met de renovatie van het gebouw. Er is een akkoord binnen de Commissie Gerechtsgebouwen te Mechelen over de concrete inkleuring van alle beschikbare ruimtes in het te renoveren gebouw. Het “Oud Gasthuis” zou in een eerste fase benut worden door het parket en het arbeidsauditoraat. De ter zake geldende normen werden intussen echter gewijzigd, waardoor heel de oefening opnieuw dient te gebeuren. Positief is wel dat er twee architectenbureaus zijn aangesteld om de renovatie voor te bereiden en om een globale planning te maken voor de huisvesting van justitie in Mechelen. Ons huidige gerechtsgebouw barst, zoals hoger beschreven, uit zijn voegen, en aan de andere kant van de straat staat een gebouw dat reeds in 2007 werd aangekocht om een uitbreiding te realiseren, doch dat intussen steeds meer in verval geraakt. 2. Onthaal Er zijn twee onthaalbalies, gelokaliseerd aan beide ingangen van het gerechtsgebouw. Eén onthaalbalie is gevestigd aan de ingang van de rechtbank van eerste aanleg in de Keizerstraat. Aan de ingang Voochtstraat is de andere onthaalbalie gevestigd in het bureel van de telefonisten. Om de zichtbaarheid en de contactmogelijkheid voor de bezoeker met de onthaalbalie te verbeteren, heeft de Regie der Gebouwen de gevraagde aanpassingswerken uitgevoerd, hoewel het onthaal aan de Voochtstraat naar hedendaagse maatstaven nog steeds niet bijzonder geschikt blijkt. De huidige onthaalbedienden hebben een opleiding gevolgd. Er wordt, ook om veiligheidsredenen, prioriteit gegeven aan het steeds bemannen van beide onthalen, bij voorkeur door ter zake geschoold personeel, wat evenwel tengevolge van personeelstekorten steeds minder lukt.
101
3. Veiligheid Naast de al te beperkte oppervlakte is er nog steeds een manifest gebrek aan beveiliging van de mensen werkzaam in de gebouwen gebruikt door de rechtbank van eerste aanleg. Alleen de kabinetten van de onderzoeksrechters, jeugdrechters en van de voorzitter zijn beveiligd met een codesysteem voor de toegang en met camera, waarbij de functionaliteit van de camera’s evenwel ernstig beperkt is, en er niet steeds intercom is voorzien. De zittingszalen, rechterslokalen en de griffie van de overtuigingsstukken zijn op geen enkele wijze beveiligd. Er is evenmin een metaaldetector beschikbaar voor de correctionele kamers. De kabinetten van de onderzoeksrechters en deze van de jeugdrechters bevinden zich in voor het publiek vrij toegankelijke gangen, hetgeen een manifest veiligheidsrisico inhoudt. Gevangenen dienen uit de voertuigen gehaald te worden op de openbare weg teneinde hen naar de cellen te brengen. Zij moeten vervolgens door voor het publiek toegankelijke gangen naar de kabinetten van jeugd- en onderzoeksrechters, en naar de zittingszalen worden geleid. Er zijn geen camera’s die beelden registreren, noch alarmknoppen voor bv. de onderzoeks- en de jeugdrechters. Een door de rechtbank gevraagde veiligheidsaudit heeft tot geen enkel concreet of formeel voorstel geleid. Naar verluidt waren er andere prioriteiten, en is er een te groot structureel probleem in het huidige gebouw. Intussen blijven de veiligheidsrisico’s onverminderd, en doen er zich regelmatig incidenten voor (een ontsnapping, een brandstichting, agressie jegens een jeugdrechter,…). Vooral de jeugd- en onderzoeksrechters zijn volstrekt ontoereikend beveiligd. De rechtbank hoopt dat haar aanhoudende grote bezorgdheid omtrent de onveiligheid voor de mensen tewerkgesteld in de gerechtsgebouwen te Mechelen, door het beleid ernstig zou worden genomen en dat niet moet worden gewacht op nog ernstiger incidenten om eindelijk beweging in dit dossier te krijgen. 4. De lokalen zijn over het algemeen proper, in redelijke staat en onderhouden, hoewel herhaalde lekken op verschillende plaatsen aan het dak zich voordeden met meermaals belangrijke waterschade tot gevolg. Tevens zou een algemene opfrisbeurt, door het opnieuw verven van gangen en bepaalde lokalen gelet op de huidige staat van het verfwerk, zeker gepast zijn doch dit is blijkbaar actueel budgettair niet prioritair. Ondanks het historisch stijlvolle karakter van het gebouw, kan de binnenkant immers enkel als “afgeleefd” worden omschreven. Er is geen klimaatregeling zodat de temperatuur op de griffie in de zomer erg hoog kan oplopen.
102
Het onderhoud van de lokalen lijdt onder de niet volledige invulling van het onderhoudspersoneel, omdat dit met zich meebrengt dat minder regelmatig kan gepoetst worden. 5. De verlichting is niet steeds aangepast aan de werkomgeving. Er zijn te weinig lichtpunten en te zwak licht. Het meubilair in de zittingszalen laat niet toe op comfortabele wijze een zitting te volgen of te wachten op een zaak. Er zijn investeringen gevraagd voor wat betreft de correctionele zittingszaal, doch zonder gevolg tot nog toe. 6. Mits de nodige afspraken wordt de beperkte beschikbare parkeerruimte door de magistraten onderling gedeeld. Er is geen parkeerruimte voor gerechtelijke stagiairs of referendarissen. De beschikbare parkeerruimte voor het griffiepersoneel is duidelijk ontoereikend. 7. Op het terrein van het gerechtsgebouw is er geen parkeerruimte voor bezoekers. In de nabijheid van het gerechtsgebouw werd door de stad een betalende ondergrondse parking ingericht. 8. De signalisatie in het historische gebouw, waarin het niet makkelijk is om zich te oriënteren, dient aangepast te worden aangezien wordt vastgesteld dat het ondanks de bestaande signalisatie en de plannetjes van het onthaal voor sommige bezoekers niet eenvoudig is om hun weg te vinden. Het onthaal nam ter zake reeds initiatieven om mensen beter te helpen. 9. Gelet op het historisch karakter van het gerechtsgebouw (vele ruimten zijn verbonden via trappen) en de historische tuin met kasseipaadjes, is het gebouw zeer slecht toegankelijk voor mindervaliden. In samenwerking met de Regie der Gebouwen werden ter zake belangrijke verbeteringen gerealiseerd. Zo kwam er een rolstoellift tussen het oude en nieuwe gebouw, en werd het akkoord bekomen om bepaalde stroken kassei in de tuin opnieuw, en dit keer meer egaal, aan te leggen. De uitvoering van dit laatste laat echter op zich wachten. Voor zittingen waarbij regelmatig rolstoelgebruikers betrokken zijn werd een structurele oplossing gevonden door naar de zittingszaal van het Vredegerecht uit te wijken. 10. In 2012 werd de modernisering van de sanitaire blokken in het gerechtsgebouw afgewerkt. 11. Er is een algemeen rookverbod in het gerechtsgebouw en er wordt naar gestreefd om de wetgeving over het welzijn op het werk na te leven. Gelet op de te krappe huisvesting is dit in de praktijk soms evenwel niet haalbaar.
103
INFORMATICA
1. INVENTARIS INFORMATICA 1. A. ter beschikking van rechters: Lokaal 18: Kort geding: 1 computer en 1 printer: toegang tot intranet FOD Justitie/internet met paswoord Lokaal 21: Raadkamer van correctionele zittingzaal: 1 computer en 1 printer: toegang tot intranet FOD Justitie/internet geschikt voor getuigenverhoor/persoonlijke verschijning Lokaal 20: Correctionele zittingzaal: 1 computer en 1 printer met toegang tot intranet FOD Justitie/internet met paswoord Rechterslokaal 22: 2 computers en 3 printers: toegang tot intranet FOD Justitie/internet met paswoord Lokaal 29: Raadkamer van de burgerlijke zittingzaal: 1 computer en 1 printer: toegang tot intranet FOD Justitie/internet met paswoord. Geschikt voor getuigenverhoor/persoonlijke verschijning Lokaal 30: Burgerlijke zittingzaal: 1 computer en 1 printer met toegang tot intranet FOD Justistie/ intranet met paswoord Rechterslokaal (boven cafetaria): 2 computers en 2 printers: toegang tot intranet FOD Justitie/internet met paswoord Bibliotheek: 1 computer en 1 printer: toegang tot intranet FOD Justitie/internet met paswoord Er is dringend behoefte aan een beschikbare en degelijk opgeleide systeembeheerder. Wanneer - zoals nu nog steeds het geval is - dergelijke taak supplementair opgedragen wordt aan een griffier, zal deze opdracht steeds ondergeschikt blijven aan het overige werk van de griffier. Bovendien kan op heden geen enkel minimaal opleidingsniveau aan deze functie gekoppeld worden en zijn de voorziene opleidingen manifest beperkt. Daarnaast werkt het ontbreken van enige financiële verloning voor deze extra opdracht demotiverend. Minstens dient er tijdens de werkuren een hulplijn/-dienst beschikbaar te zijn die effectief en onmiddellijk bijstand verleent. 104
1.B. ter beschikking van de onderzoeksrechters: De onderzoeksrechters tonen zich tevreden over de JIOR-software doch blijven de noodzaak van een permanente en performante helpdesk beklemtonen, evenals de noodzaak tot de verdere ontwikkeling van de JIOR-software. In 2012 werd de justscan-software geïnstalleerd zodat er op de rechtbank nu kan worden overgegaan tot het scannen van gerechtelijke dossiers, wat in 2013 & 2014 meer werd toegepast. Het systeem heeft evenwel ook duidelijke nadelen die aan de bevoegde diensten werden duidelijk gemaakt. Het vraagt ook een grotere personeelsinzet, waar er precies veel personeel tekort is. 1.C. ter beschikking van de jeugdrechters: Het informaticamateriaal van de jeugdrechters en hun griffiers werd in 2007 vernieuwd. De kabinetten van de jeugdrechters en de griffie van de jeugdrechtbank waren in 2012 pilootsite voor het testen van de aangepaste versie van de applicatie Dumbo. 2. Zowel de magistraten als de griffie zijn aangesloten op het intranet. Via het intranet kan het Belgisch Staatsblad en de rechtspraak van het Hof van Cassatie geraadpleegd worden, alsook ministeriële omzendbrieven. Dit aanbod wordt beheerd door de FOD Justitie. De rechters kunnen gebruik maken van 5 abonnementen voor Jura, hetgeen noodzakelijk is om vlot opzoekingen te kunnen verrichten. 3. Tussen de korpschefs onderling, de korpschef en de hoofdgriffier, het secretariaat en de stafhouder wordt gecommuniceerd via e-mail. E- mail verkeer wordt vooral gebruikt voor het vastleggen en voorbereiden van vergaderingen, meedelen van de agenda en het verslag, opstellen van dienstregeling en zo nodig wijzigingen, voor het regelen van vervangingen. Uitwisseling van informatie via email is dus gemeengoed voor alle personeelsleden, met uitzondering van het onderhoudspersoneel dat niet beschikt over een PC op het werk. 4. De magistraten beschikken over een e-mail adres van justitie. Behalve de afdelingsvoorzitter, de onderzoeksrechters en de jeugdrechters, beschikken de andere magistraten niet over een eigen bureau. Indien zij thuis over een internet aansluiting wensen te beschikken moeten zij daartoe zelf het initiatief nemen. De FOD Justitie voorziet een tussenkomst van 250 EUR voor de magistraten die deze aanvragen. Iedere aanvraag tot internet voor een personeelslid dient te worden onderzocht en goedgekeurd door de hoofdgriffier.
105
DOCUMENTATIEDIENST 1. Sedert 2008 is er in de voormiddag, vier dagen per week, een personeelslid aanwezig om de bibliotheek te bemannen, de boeken en aanvullingen te ordenen, en om opzoekingen te verrichten voor de magistraten. Tevens worden de titels van boeken door haar ingebracht in een databank die op intranet beschikbaar is. De rechtbank van eerste aanleg heeft via de Centrale Commissie voor Juridische documentatie 5 licenties ontvangen op de elektronische databank Jura.be. De magistraten hebben deelgenomen aan de gebruikerstraining die georganiseerd werd door uitgeverij Kluwer. 2. De rechtsbibliotheek van de rechtbank van eerste aanleg is elke werkdag toegankelijk voor alle magistraten die in het gerechtsgebouw werkzaam zijn, en in de voormiddag eveneens voor de balie. Enkel de magistraten kunnen werken lenen mits vermelding in een register van datum, titel van het ontleende werk en de naam van de ontlener. Het werd mogelijk gemaakt om internet en jura te raadplegen in de bibliotheek. De arbeidsrechtbank en het arbeidsauditoraat beschikken over een eigen bibliotheek. 3. De afdelingsvoorzitter van de rechtbank van eerste aanleg beheert de bibliotheek. De voorzitter REA Provincie Antwerpen maakt deel uit van de centrale commissie voor de juridische documentatie als vertegenwoordiger van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, die 3 à 4 maal per jaar vergadert. Het aanschaffen van juridische werken wordt besproken op de rechtersvergadering. Ook de balie kan suggesties formuleren om bepaalde werken aan te kopen. 4. Het inventariseren, klasseren en bijhouden van de documentatie gebeurt door een personeelslid van de griffie dat hiervoor geen specifieke opleiding genoot. 5. De wetgeving wordt permanent bijgehouden. Het budget binnen justitie voor bibliotheken en informatica dient in overeenstemming gebracht te worden met de noden en te verwachte noden. Een professioneel geschoolde bibliothecaris / documentalist voor inventaris, beheer, aankoop en opzoekingen van juridische documentatie is noodzakelijk. Tevens is een vlotte toegang en gebruikersrechten tot de voornaamste juridische databanken een minimum.
106
BUDGET
1.Het budget ‘Kleine Uitgaven’ bedraagt 5.250,00 EUR, wat een vermindering inhoudt opzichtens het vorige boekjaar van 2.500 EUR. Dit budget wordt aangewend voor de kosten van onderhoud, inbinden van tijdschriften en rechtsdocumentatie, drukwerken, bureelbenodigdheden e.d.m. Daarnaast wordt dit budget aangewend voor de aankoop van juridische documentatie die niet onder het abonnementsregime valt. Duurzame goederen zoals een geluidsinstallatie, geluidwerende deur, deurpompen, verlichtingstoestellen, ventilators, faxapparaten, papierversnipperaars, elektronische nietmachines, leespen, scanner, software,… zijn uitgesloten, hoewel deze nuttig zouden zijn. Het budget ‘Kleine Uitgaven’ is een krediet dat elk jaar toegekend wordt aan de korpsoverste. De uitgaven voor de toegestane posten worden per maand in mindering gebracht. Het budget wordt besteed aan de vaste verplichte uitgaven. Dergelijk budget volstaat om deze beperkte toegelaten onkosten te dekken doch volstaat helemaal niet om de inrichting van het gebouw of de al te beperkte werkingsmiddelen te verbeteren. 2.Het budget representatiekosten dat wordt toegestaan aan de magistraten - korpsoversten bedraagt 420,00 EUR , wat ook een vermindering van 80 EUR inhoudt opzichtens het vorige boekjaar. Dit budget kan worden aangewend voor uitgaven die beantwoorden aan de bepalingen van art. 53, 8° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen. Deze vergoeding wordt toegekend met de bedoeling de goede relaties, samenwerking van de gerechtelijke diensten met personen en andere diensten te onderhouden of aan te gaan. De representatiekosten worden voorgeschoten door de korpsoverste en de schuldvorderingen dienen aan de hand van het borderel ’representatiekosten ‘ aan de FOD Justitie te worden opgestuurd die de voorgeschoten bedragen terugbetaalt. Dit budget is volstrekt onvoldoende en beperkt zich tot de aankoop van bescheiden attenties. Ontvangst van de hiërarchische overste, collega’s korpsoversten, of collega’s in de rechtbank kunnen hiermee niet betaald worden. Zo wordt de nieuwjaarsreceptie noodgedwongen door de leidinggevende magistraten en griffiers zelf betaald.
107
ORGANISATIE 1. Gegevens over de interne organisatie- Organogram
108
109
Reglement van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen: Artikel 29 De afdeling Mechelen van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen bestaat uit drie secties samengesteld uit 29 kamers en 3 kabinetten voor onderzoeksrechters. §1. De burgerlijke rechtbank van de afdeling Mechelen bestaat uit: - 2 inleidingskamers namelijk de kamers MB2 en MB3; - 6 kamers voor burgerlijke zaken namelijk de kamers MB1, MB1a, MB4 tot en met MB7; - 2 kamers voor de zaken behorend tot de bevoegdheid van de voorzitter, namelijk de kamers MBKg en MBVz; - 1 kamer in beslagzaken en middelen van tenuitvoerlegging, namelijk de kamer MBe; - 1 bureau voor verzoeken om rechtsbijstand krachtens artikel 664 van het gerechtelijk wetboek, namelijk de kamer MRb; §2 De familie- en jeugdrechtbank van de afdeling Mechelen bestaat uit: - 7 kamers voor familiezaken, namelijk de kamers MF1, MF3, MF3a, MF4 tot en met MF7; - 1 kamer voor minnelijke schikking, namelijk de kamer MF2; - 3 jeugdkamers, namelijk de kamers MJ1, MJ2 en MJ3; §3 De correctionele rechtbank van de afdeling Mechelen bestaat uit: - 6 kamers voor correctionele zaken, namelijk de kamers MC1, MC1a, MC2 tot en met MC5; - 3 kabinetten voor onderzoeksrechters; Artikel 30 Getuigenverhoren (kamer MB4) worden gehouden op dinsdag, donderdag en vrijdag om 14.30 uur. De getuigenverhoren in uitvoering van de Bewijsverordening 1206/2001 zullen eveneens gehouden worden op dinsdag, donderdag of vrijdag, eveneens vanaf 14.30 uur en worden gehouden door de hiertoe door de voorzitter aangeduide rechter. Artikel 31 De kamers van de afdeling Mechelen houden zitting met één rechter met uitzondering van de kamers MB1, MB6, MF3, MJ3 en MC1 die zitting houden met drie rechters. Indien de noden van de dienst dit noodzaken, kan de voorzitter na advies van de hoofdgriffier en van de procureur des Konings, beslissen om deze kamers samen te stellen uit één rechter. Indien de noden van de dienst dit noodzaken, kan de voorzitter na advies van de hoofdgriffier en van de procureur des Konings, eveneens beslissen om kamers die overeenkomstig het reglement zitting houden met één rechter om te vormen naar kamers die zitting houden met drie rechters. A. AFDELING MECHELEN - DE BURGERLIJKE RECHTBANK Artikel 32 110
§1 De burgerlijke rechtbank van de afdeling Mechelen bestaat uit de volgende onderafdelingen: 1° de onderafdeling « inleidingskamers burgerlijke zaken » waartoe de kamers MB2, MB3 en MRb behoren; 2° de onderafdeling « algemene kwalificatie in burgerlijke zaken » waartoe de kamers MB5, MB6 en MB7 behoren; 3° de onderafdeling « beroepen vredegerecht en politierechtbank » waartoe de kamers MB1 en MB1a behoren; 4° de onderafdeling « beslag » waartoe de kamer MBe behoort; 5° de onderafdeling « voorzitter » waartoe de kamers MBKg en MBVz behoren; §2 Wanneer de omstandigheden of de behoeften van de dienst het vereisen, kunnen de zaken die behoren tot de bevoegdheid van een onderafdeling van de burgerlijke rechtbank van de afdeling Mechelen door de voorzitter worden toegewezen aan een andere kamer van dezelfde of van een andere onderafdeling van de burgerlijke rechtbank van de afdeling Mechelen. Artikel 33 §1 De onderafdeling « inleidingskamer burgerlijke rechtbank » van de afdeling Mechelen bestaat uit de kamers MB2, MB3 en MRb. §2 De kamer MB1 fungeert als inleidingskamer voor de kamers MB5, MB6 en MB7. De oproepingen tot minnelijke schikking in toepassing van artikel 731 van het gerechtelijk wetboek in materies die behoren tot de bevoegdheid van de burgerlijke rechtbank gebeuren voor de kamer MB3. De kamer MRb neemt kennis van de verzoeken om rechtsbijstand krachtens artikel 664 van het gerechtelijk wetboek. §3 De kamer MB2 houdt zitting op maandag om 9.00 uur. De kamer MB3 houdt zitting op maandag om 10.30 uur. De kamer MRb houdt zitting alle werkdagen om 8.45 uur. Artikel 34 §1 De onderafdeling « algemene kwalificatie in burgerlijke zaken » van de afdeling Mechelen neemt kennis van alle burgerlijke vorderingen waarvan geen andere onderafdeling van de burgerlijke rechtbank van de afdeling Mechelen kennis neemt.
111
De kamer MB5 neemt kennis van de nationaliteitsvorderingen zoals bedoeld in artikel 569, eerste lid, 22° van het gerechtelijk wetboek. §2 De kamers van de onderafdeling « algemene kwalificatie in burgerlijke zaken » van de afdeling Mechelen houden zitting als volgt: - kamer MB5 op dinsdag om 09.00 uur; - kamer MB6 op maandag om 14.00 uur; - kamer MB7 op dinsdag om 14.00 uur De kamer MB5 houdt voor nationaliteitsvorderingen zoals bedoeld in artikel 569, eerste lid, 22° van het gerechtelijk wetboek zitting op de tweede en vierde dinsdag van de maand om 12u00. §3 De zaken van de van de onderafdeling « algemene kwalificatie in burgerlijke zaken » worden ingeleid voor de kamer MB2 op maandag om 09.00 uur, met uitzondering van de nationaliteitsvorderingen bestemd voor de kamer MB5 die ingeleid worden op de tweede en vierde dinsdag van de maand om 12u00. Artikel 35 §1 De onderafdeling « beroepen vredegerecht en politierechtbank » van de afdeling Mechelen neemt kennis van de vorderingen inzake : 1° hoger beroep tegen vonnissen gewezen door de vrederechter en de politierechtbank behoudens deze waarvoor de familierechtbank bevoegd is; 2° burgerlijke rechtsvorderingen aangebracht naar aanleiding van drukpersmisdrijven; 3° verzoek tot herroeping van het gewijsde; 4° tuchtzaken; 5° burgerlijke zaken na verwijzing naar of toebedeling aan een kamer met drie rechters; §2 De kamer MB1 neemt, als kamer die zitting houdt met drie rechters, kennis van alle onder § 1 vermelde vorderingen. De kamer MB1a neemt, als kamer die zitting houdt met één rechter, indien nodig kennis van de onder §1,1° vermelde vorderingen inzake het hoger beroep tegen vonnissen gewezen door de vrederechter §3 De kamer MB1 houdt zitting op dinsdag om 09.00 uur. De kamer MB1a houdt zitting op dinsdag om 09.00 uur. §4 De zaken die tot de bevoegdheid behoren van de kamer MB1 worden ingeleid voor de kamer MB1 op dinsdag om 09.00 uur. 112
De zaken die tot de bevoegdheid behoren van de kamer MB1a worden ingeleid voor de kamer MB1a op dinsdag om 09.00 uur. Artikel 36 §1 De onderafdeling « beslag » van de afdeling Mechelen neemt kennis van de vorderingen inzake: 1° bewarende beslagen en middelen tot tenuitvoerlegging; 2° pogingen tot minnelijke schikkingen overeenkomstig artikel 59 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet; §2 De kamer MBe houdt zitting op vrijdag om 09.00 uur. §3 De zaken worden ingeleid voor de kamer MBe op vrijdag om 09.00 uur Artikel 37 §1 De onderafdeling « voorzitter » van de afdeling Mechelen bestaat uit de kamers MBKg en MBVz. De voorzitter of de door hem aangeduide magistraat zetelend in de kamer MBKg neemt kennis van alle zaken die behoren tot de bevoegdheid van de voorzitter zetelend in kort geding, zoals in kort geding en ten gronde, voor zover deze zaken niet behoren tot de bevoegdheden van de familierechtbank. De voorzitter of de door hem aangeduide magistraat zetelend in de kamer MBVz neemt kennis van de vorderingen op éénzijdig verzoekschrift voor de voorzitter voor zover deze zaken niet behoren tot de bevoegdheden van de familierechtbank. §2 De voorzitter of de door hem aangeduide magistraat zetelend in de kamer MBKg houdt zitting op maandag om 10.45 uur en op vrijdag om 11.00 uur. De aan het openbaar ministerie mededeelbare zaken voor de kamer MBKg worden vastgesteld voor behandeling op de zitting van maandag om 10.45 uur. §3 De zaken worden ingeleid voor de kamer MBKg op maandag om 10.45 uur of op vrijdag om 11.00 uur. §4 De voorzitter of de door hem aangeduide magistraat, neemt dagelijks kennis van de vorderingen op eenzijdig verzoekschrift. 113
Bij verhindering zal de voorzitter een magistraat aanduiden die hem zal vervangen om de hem opgedragen ambtsverplichtingen, waaronder de behandeling van eenzijdige verzoekschriften, te vervullen. Deze aanduiding zal op de meest eenvoudige wijze gebeuren en kan zelfs mondeling of telefonisch gebeuren. Indien de voorzitter geen magistraat heeft aangeduid, zal de voorzitter vervangen worden, door een adjunct-mandaathouder naar orde van dienstanciënniteit of bij ontstentenis van deze door een ander magistraat naar orde van dienstanciënniteit, en ten slotte bij ontstentenis hiervan zal de voorzitter vervangen worden door de dienstdoende beslagrechter, bij ontstentenis hiervan door de dienstdoende onderzoeksrechter en bij ontstentenis hiervan door de dienstdoende jeugdrechter. B. AFDELING MECHELEN - DE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK Artikel 38 §1 De familierechtbank van de afdeling Mechelen bestaat uit de kamers MF1 tot en met MF7 die als volgt kunnen worden gegroepeerd: 1° de onderafdeling gevormd door de kamer MF1; 2° de onderafdeling gevormd door de kamers MF2; 3° de onderafdeling gevormd door de kamer MF3 en MF3a; 4° de onderafdeling gevormd door de kamer MF4; 5° de onderafdeling gevormd door de kamers MF5 tot MF7. §2 De kamers van de familierechtbank van de afdeling Mechelen houden zitting met één rechter, met uitzondering van de kamer MF3 die zitting houdt met drie rechters. §3 Wanneer de omstandigheden of de behoeften van de dienst het vereisen, kunnen de zaken die behoren tot de bevoegdheid van een onderafdeling van de familierechtbank worden toegewezen aan een andere onderafdeling van de familierechtbank, met uitsluiting van de toewijzing aan de onderafdeling MF2. Elke onderafdeling neemt kennis van de verzoekschriften in de door haar behandelde materies. Artikel 39 §1 De onderafdeling gevormd door de kamer MF1 neemt kennis van de vorderingen inzake echtscheiding bij onderlinge toestemming. §2 De kamer houdt zitting op dinsdag om 14.00 uur (uitspraken) en op donderdag om 11.00 uur. 114
§3 De zaken worden ingeleid voor de kamer MF1 op donderdag om 11.00 uur. Artikel 40 §1 De onderafdeling gevormd door de kamer MF2 fungeert als kamer voor minnelijke schikking. §2 De kamer voor minnelijke schikking houdt zitting op woensdag en donderdag om 09.00 uur. Artikel 41 §1 De onderafdeling gevormd door de kamers MF3 en MF3a neemt kennis van de vorderingen inzake:
§1a De kamer MF3a neemt kennis van de vorderingen inzake: 1° de staat van personen, waaronder ook de vorderingen tot nietigverklaring van het huwelijk of van de wettelijke samenwoning wegens schijnhuwelijk of schijn- wettelijke samenwoning; 2° akten van de burgerlijke stand; 3° afstamming en adoptie; 4°weigering tot huwelijksvoltrekking door de ambtenaar van de burgerlijke stand en de weigering tot het opmaken van een verklaring van wettelijke samenwoning; 5° hoger beroep tegen vonnissen gewezen door de vrederechter behorende tot de bevoegdheid van de familierechtbank met uitzondering van het hoger beroep tegen vonnissen gewezen door de vrederechter met toepassing van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke; 6° vaststelling van de voortdurende onmogelijkheid om het ouderlijk gezag uit te oefenen krachtens artikel 389 BW, het verzet tegen opvragen gelden door minderjarige (krachtens artikel 572 bis 12°gerechtelijk wetboek); 7° betwistingen kinderbijslag (krachtens artikel 572bis 8°-14°-15° gerechtelijk wetboek); 8° aanduiding voogd ad hoc bij vorderingen tussen echtgenoten / wettelijk samenwonenden; 9° volgende onderhoudsverplichtingen: uitkering levensonderhoud tegen de verwekker, onderhoudsverplichting van de nalatenschap van de eerststervende aan de langstlevende, onderhoudsverplichting van (schoon)kinderen tov (schoon)ouders/bloedverwanten in opgaande lijn, onderhoudsverplichting van de nalatenschap van de wettelijk samenwonende zonder nakomelingen aan zijn bloedverwanten in opgaande lijn; 10° alle materies die onder de bevoegdheid van de familierechtbank vallen en niet uitdrukkelijk werden toegewezen aan een andere familiekamer volgens dit reglement. §1b De kamer MF3a neemt tevens kennis van de vorderingen inzake: 115
1° echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting; 2° scheiding van tafel en bed. §1c De kamer MF3 neemt kennis van de vorderingen inzake het hoger beroep tegen vonnissen gewezen door de vrederechter met toepassing van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke. §2 De kamer MF3 houdt zitting op donderdag om 11.30 uur. De kamer MF3a houdt zitting op donderdag om 9.00 uur en de eerste en derde donderdag om 14.00 uur.
§3 Inleidingen op deze kamers gebeuren: - voor de materie vermeld onder §1a op de zitting op de eerste en derde donderdag van de maand om 14 uur van de kamer MF3a; - voor de materie vermeld onder §1b op de zitting op donderdag om 09.00 uur van de kamer MF3a; - voor de materie vermeld onder §1c op de zitting op donderdag om 11.30 uur van de kamer MF3; Artikel 42 §1 De onderafdeling gevormd door de kamer MF4 neemt kennis van de vorderingen inzake: 1° het bekomen van een machtiging tot verkoop (krachtens artikel 1193bis of 1195 van het gerechtelijk wetboek); 2° niet aan het openbaar ministerie mededeelbare vorderingen tussen echtgenoten of wettelijk samenwonenden betreffende de uitoefening van hun rechten of betreffende hun goederen; 3° huwelijksvermogensrecht (op grond van de artikelen 1387 tot 1474 van het burgerlijk wetboek); 4° erfopvolging (waaronder de vordering krachtens artikel 745quater van het burgerlijk wetboek), schenkingen en testamenten; 5° alle vereffeningen en verdelingen en vermogensrechtelijke betwistingen bij feitelijke samenwoning; §2 De kamer houdt zitting op woensdag om 09.00 uur. §3
116
De zaken worden ingeleid voor de kamer MF4 op woensdag om 09.00 uur. Artikel 43 §1 De onderafdeling gevormd door de kamers MF5 tot MF7 neemt kennis van de vorderingen inzake: §1a De kamer MF5 neemt kennis van de vorderingen inzake: 1° voorlopige maatregelen tussen wettelijk samenwonenden; 2° tijdelijk huisverbod in toepassing van de wet van 15 mei 2012; 3° ouderlijk gezag, verblijfsregeling en onderhoudsverplichtingen uit hoofde van gemeenschappelijke minderjarige kinderen waarvan de ouders niet met elkaar gehuwd zijn of waren; 4° recht op persoonlijk contact met minderjarige kinderen (krachtens artikel 375bis BW) waarvan de ouders niet met elkaar gehuwd zijn of waren; 5° grensoverschrijdend hoederecht en bezoekrecht uit hoofde van gezamenlijke minderjarige kinderen waarvan de ouders niet met elkaar gehuwd zijn of waren; 6° volgende onderhoudsverplichtingen: in hoofde van de wettelijk samenwonende ten overstaan van de kinderen van de vooroverleden wettelijk samenwonende; tussen wettelijk samenwonenden voor de duur van de wettelijke samenwoning en tussen wettelijk samenwonenden na beëindiging van de wettelijke samenwoning; 7° de aan het openbaar ministerie mededeelbare zaken tussen wettelijk samenwonenden betreffende de uitoefening van hun rechten of betreffende hun goederen; 8° zaken behorende tot de bevoegdheid van de familierechtbank waarvan de spoedeisendheid wordt aangevoerd indien partijen niet met elkaar gehuwd zijn of waren. §1b De kamers MF6 en MF7 nemen kennis van de vorderingen inzake: 1° voorlopige maatregelen tussen echtgenoten; 2° tijdelijk huisverbod in toepassing van de wet van 15 mei 2012; 3° ouderlijk gezag, verblijfsregeling en onderhoudsverplichtingen uit hoofde van gezamenlijke minderjarige kinderen bij gehuwden; 4° het recht op persoonlijk contact met minderjarige kinderen (krachtens artikel 375bis BW) waarvan de ouders met elkaar gehuwd zijn of waren; 5° het grensoverschrijdend hoederecht en bezoekrecht uit hoofde van gezamenlijke minderjarige kinderen waarvan de ouders met elkaar gehuwd zijn of waren; 6° onderhoudsverplichting tussen gehuwden voor de duur van het huwelijk 7° onderhoudsverplichting tussen gehuwden na beëindiging van het huwelijk 8° aan het openbaar ministerie mededeelbare vorderingen tussen gehuwden betreffende de uitoefening van hun rechten of betreffende hun goederen; 9° zaken behorende tot de bevoegdheid van de familierechtbank waarvan de spoedeisendheid wordt aangevoerd indien partijen met elkaar gehuwd zijn of waren. §2 De kamer MF5 houdt zitting op woensdag om 9.00 uur.
117
De kamers MF6 en MF7 houden zitting op donderdag om 9 uur, en, indien de dienst het noodzaakt, houden de kamers MF6 en MF7 respectievelijk op de tweede dan wel op de vierde donderdag van de maand om 14.00 uur zitting. §3 Inleidingen op deze kamers gebeuren: - voor de materie vermeld onder §1a op de kamer MF5; - voor de materie vermeld onder §1b op de kamers MF6 en MF7; Artikel 44 §1 De jeugdrechtbank van de afdeling Mechelen bestaat uit de kamers MJ1 tot en met MJ3. §2 De jeugdrechtbank houdt zitting op de volgende dagen, naargelang de noden van de dienst, vastgesteld door de voorzitter of de door de voorzitter aangeduide jeugdrechter: 1° de kamer MJ1 op de eerste en de tweede dinsdag van de maand om 09.00 uur; 2° de kamer MJ2 op de derde en vierde dinsdag van de maand om 09.00 uur; 3° de kamer MJ3 op de derde woensdag van de maand om 14.00 uur; §3 De kamers van de jeugdrechtbank van de afdeling Mechelen houden zitting met één rechter met uitzondering van de kamer MJ3 die zitting houdt met drie rechters. De kamer MJ3 is samengesteld uit één correctionele voorzitter en twee rechters die de gespecialiseerde opleiding georganiseerd door het IGO gevolgd hebben. §4 De kamer MJ3 houdt zitting voor de berechting van personen ten aanzien van wie er in overeenstemming met de wet op de jeugdbescherming een beslissing tot uithandengeving is genomen en inzake het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade in het kader van een wanbedrijf of correctionaliseerbare misdaad, zoals bedoeld in artikel 76 Ger. W. §5 De vorderingen van het openbaar ministerie worden gebracht voor de jeugdrechter die van dienst is op de datum van de vorderingen. De interne dienstregeling duidt de jeugdrechter aan die belast is met de verdere behandeling van de zaak. De voorzitter, of de door de voorzitter aangeduide jeugdrechter verdeelt de zaken tussen de jeugdrechters en richt hun dienst in.
C AFDELING MECHELEN - DE CORRECTIONELE RECHTBANK
118
Artikel 45 De correctionele rechtbank van de afdeling Mechelen bestaat uit: 1° de kamers voor correctionele zaken MC1 tot en met MC5; 2° de onderafdeling onderzoek van de afdeling Mechelen. C/1 – de kamers voor correctionele zaken van de afdeling Mechelen Artikel 46 §1 De kamers voor correctionele zaken van de afdeling Mechelen houden zitting als volgt : 1° de kamer MC1a op de tweede en vierde vrijdag van de maand telkens om 9 uur; 2° de kamer MC1 op woensdag om 9.00 uur en op de tweede, vierde en vijfde vrijdag van de maand. Deze kamer neemt kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning elke werkdag om 14 uur; 2° de kamer MC2 op maandag om 09.00 uur; Deze kamer neemt kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning elke werkdag om 14 uur; 3° de kamer MC3 op de eerste, derde en vijfde vrijdag van de maand om 09.00 uur; 4° de kamer MC4 op donderdag om 09.00 uur; 5° de kamer MC5 als raadkamer op dinsdag, woensdag en op vrijdag om 09.00 uur; §2 De kamers voor correctionele zaken van de afdeling Mechelen houden zitting met één rechter, met uitzondering van de kamer MC1 die zitting houdt met drie rechters. Artikel 47 §1 De verdeling van de zaken tussen de kamers van de correctionele onderafdeling wordt vastgesteld door de voorzitter van de rechtbank, na advies van de procureur des Konings, desgevallend de arbeidsauditeur, en de hoofdgriffier, zo mogelijk in een overeenkomst tussen de voorzitter van de rechtbank en de procureur des Konings, desgevallend de arbeidsauditeur. De tot stand gekomen overeenkomsten worden ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het hof van Beroep, de stafhouder van de Orde van advocaten, de hoofdgriffier en de syndicus van de Raad van de Arrondissementskamer van de gerechtsdeurwaarders. §2 De hogere beroepen tegen de vonnissen gewezen door de politierechtbank in strafzaken worden gebracht voor de collegiale kamer MC1 op de tweede en op de vierde vrijdag van de maand om 09.00 uur. De rechtbank behandelt de beroepen politierechtbank ambtshalve in een collegiale kamer, tenzij de voorzitter in een beschikking hiervan afwijkt.
119
De alleenzetelende kamer MC1a kan kennis nemen, zo een goede rechtsbedeling dit vereist en de wet dit toelaat, van het hoger beroep tegen vonnissen gewezen door de politierechtbank in strafzaken of van algemene strafzaken. §3 De zaken bij toepassing van artikel 216quinquies Wetboek van Strafvordering, de zogenaamde onmiddellijke verschijning, worden gebracht voor kamer MC1, elke werkdag om 14 uur. §4 De rechtspleging op verzet wordt ingeleid voor de kamer die het verstek heeft uitgesproken. §5 De voorzitter van de rechtbank kan een zaak naar een andere correctionele kamer verwijzen. Hij kan deze bevoegdheid delegeren aan de afdelingsvoorzitter of aan een ondervoorzitter. De voorzitter of de magistraat die daartoe door hem is aangeduid kan ten allen tijde, zelfs mondeling, de toelating verlenen om voor een andere kamer te dagvaarden. §6 De overtredingen van de wetten en verordeningen over één van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten en, al in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten worden behandeld door de kamers MC1 en MC3. Voor de kamer MC1 is dit op de vijfde vrijdag van de maand om 9.00 uur en voor de kamer MC3 op de eerste, derde en vijfde vrijdag van de maand om 09.00 uur. De kamers MC1 en MC3 zijn in dat geval samengesteld uit twee rechters van de rechtbank van eerste aanleg en één rechter in de arbeidsrechtbank. C/2 - de onderafdeling onderzoek van de afdeling Mechelen Artikel 48 §1 De voorzitter van de rechtbank of de onderzoeksrechter, die daartoe door de voorzitter is gedelegeerd, verdeelt de zaken tussen de onderzoeksrechters en richt hun dienst in. Deze dienstregeling wordt onmiddellijk ter kennis gebracht aan de stafhouder van de raad van de Orde en aan de procureur des Konings. De onderzoeksrechters kunnen elkaar op elk ogenblik, zonder enige formaliteit vervangen. Indien de behoeften van de dienst of een goede rechtsbedeling het vereisen, dan kan de voorzitter, dan wel de door hem gedelegeerde onderzoeksrechter afwijken van de dienstregeling van de onderzoeksrechters en van de verdeling van de zaken of aan een onderzoeksrechter een zaak toebedelen die voor een andere onderzoeksrechter aanhangig is.
§2
120
De vorderingen van het openbaar ministerie worden gebracht voor de onderzoeksrechter die van dienst is op de datum van de vorderingen, tenzij de vordering gevoegd dient te worden bij een gerechtelijk onderzoek waarvoor een andere onderzoeksrechter al werd gelast, in welk geval ze bij deze onderzoeksrechter gebracht worden. De vorderingen van het openbaar ministerie in toepassing van artikel 28septies WSvo worden gebracht voor de onderzoeksrechter van dienst. Verdere vorderingen in dezelfde zaak, volgend op deze vordering uit hoofde van artikel 28septies WSvo worden gebracht voor dezelfde onderzoeksrechter, ook wanneer deze niet van dienst is. De vorderingen van de respectieve secties van het openbaar ministerie kunnen worden gebracht voor de daartoe door de voorzitter aangeduide onderzoeksrechters, die zich gespecialiseerd hebben in de in artikel 186 Ger.W. opgesomde materies.
2 Momentopname dienstregeling op 31.12.2014: Burgerlijke rechtbank:
MB1 kamer op dinsdag om 9 uur (3 rechters) : (o.m. beroepen vredegerecht): voorzitter: rechters: griffier:
J. Bourlet, rechter S. Vanhoonacker, rechter J. Neven rechter B. Van Asch, griffier
MB1a kamer op dinsdag om 9 uur (1 rechter) : Voorzitter : Griffier :
MB2 kamer op maandag om 9 uur (1 rechter) : (burgerlijke inleidingskamer) voorzitter: griffier:
A. Vyverman, rechter D. De Koninck, griffier
MB3 kamer op maandag om 10.30 uur (1 rechter): (echtscheidingen) voorzitter: griffier:
-
J. Bourlet, rechter B. Van Asch, griffier
A. Vyverman, rechter D. De Koninck, griffier
MB4 kamer (getuigenverhoor) op dinsdag, donderdag en vrijdag om 14.30 uur (1 rechter) : voorzitter:
N. Van Baelen, plvv.rechter (op dinsdag en donderdag) C. Lavens, onderzoeksrechter (op vrijdag) 121
griffier:
MB5 kamer op dinsdag om 9 uur (1 rechter): (o.m. vereffeningen verdelingen) voorzitter: griffier:
griffier:
Y. Hendrickx, rechter A. Vyverman, rechter I.Camerlynck, rechter D. De Koninck, griffier
MB7 kamer op dinsdag om 14 uur (1 rechter): voorzitter: griffier:
-
A. Vyverman, rechter E. Verbinnen, griffier
MB6 kamer op maandag om 14 uur (3 rechters): voorzitter: rechters :
N. Van Couteren, griffier
J. Neven, rechter N. Van Couteren, griffier
MBe kamer (beslagrechter-dagvaardingen) op vrijdag om 9 uur (1 rechter) : voorzitter: griffier:
Y. Nachtegaele, rechter D. De Koninck, griffier
MBe kamer (beslagrechter-eenzijdige verzoekschriften) alle werkdagen (1 rechter) Voorzitter : Griffier :
a)
Y. Nachtegaele, rechter D. De Koninck, griffier
MBKg kamer (kortgeding): b) op maandag om 10u45 (1 rechter) : voorzitter: griffier:
A. Vyverman, rechter V. Renwa, griffier
c) op vrijdag om 11 uur (1 rechter) : voorzitter : griffier: d)
Mrb kamer (Rechtsbijstand) op elke werkdag om 08.45 uur (1 rechter): voorzitter: griffier:
e)
Th. Byl, onderzoeksrechter D. De Koninck, griffier;
Y. Nachtegaele, rechter (op maandag/woensdag/vrijdag) N. Van Baelen, plvv.rechter (op dinsdag/donderdag) B. De Rydt, griffier met opdracht
MBVz kamer (Verzoekschriften Voorzitter) op elke werkdag (1 rechter): voorzitter:
A. Van Praet, afdelingsvoorzitter 122
griffier:
D. De Koninck, griffier
Familierechtbank : f)
MF1 kamer op dinsdag om 14 uur (1 rechter) : Voorzitter : Griffier :
N. Caluwé, jeugdrechter N. Van Couteren, griffier
MF1 kamer op donderdag om 11 uur (1 rechter) ; Voorzitter : Griffier : g)
h)
N. Caluwé, jeugdrechter N. Van Couteren, griffier
MF2 kamer (minnelijke schikkingen) op woensdag en donderdag om 9 uur (1 rechter) : Voorzitter : Griffier :
N. Caluwé, jeugdrechter (op woensdag) A. Looverie, griffier
Voorzitter : Griffier :
B. Van Bauwel, jeugdrechter (op donderdag) K. Roelands, griffier
MF3a kamer op donderdag om 9 uur (1 rechter) : Voorzitter : Griffier :
N. Caluwé, jeugdrechter N. Van Couteren, griffier
MF3a kamer op 1ste en 3de donderdag om 14 uur (1 rechter) : Voorzitter : Griffier: i)
MF3 kamer op donderdag om 11.30 uur (3 rechters) : Voorzitter : Rechters : Griffier :
j)
G. Van den Brande, rechter K. Stock, griffier
N. Caluwé, jeugdrechter E. Colpin, rechter N. Van Baelen, plvv.rechter N. Van Couteren, griffier
MF4 kamer op woensdag om 9 uur (1 rechter) : Voorzitter : Griffier :
Y. Nachtegaele, rechter B. Van Asch, griffier
123
k)
MF5 kamer op woensdag om 9 uur (1 rechter) : Voorzitter : Griffier :
l)
MF6 kamer op donderdag 9 uur (1 rechter) : Voorzitter : Griffier :
m)
I. Camerlynck, rechter V. Renwa, griffier
E. Colpin, rechter V. Renwa, griffier
MF7 kamer op donderdag 9 uur (1 rechter) : Voorzitter : Griffier :
G. Van den Brande, rechter B. Van Asch, griffier
Correctionele rechtbank:
MC1 kamer op woensdag om 9 uur (3 rechters): voorzitter: rechters: griffier:
-
MC1 kamer op 2de en 4de vrijdag om 9 uur – hoger beroepen politierechtbank (3 rechters): voorzitter: rechters: griffier:
griffier:
I. Camerlynck, rechter J. Neven, rechter T. Broeckx, rechter V. Stuyck, griffier
MC1A kamer op 2de en 4de vrijdag (hoger beroepen politierechtbank) om 9 uur (1 Rechter: : voorzitter: griffier:
S. Vanhoonacker, rechter Y. Hendrickx, rechter J. Neven, rechter V. Stuyck, griffier
MC1 kamer op 5de vrijdag om 9 uur - sociaal strafrecht (3 rechters) : voorzitter: rechters:
J. Bourlet, rechter E. Colpin, rechter N. Van Baelen, plvv.rechter V. Stuyck, griffier
Y. Hendrickx, rechter V. Stuyck, griffier
MC2 kamer op maandag om 9 uur (1 rechter) :
124
Voorzitter : Griffier :
MC3 kamer op 1ste, 3de en 5de vrijdag om 9 uur (1 rechter): voorzitter: voorzitter : griffier:
Y. Hendrickx, rechter (gemeen recht) I. Camerlynck (sociaal rechter) V. Stuyck, griffier
MC4 kamer op donderdag om 9 uur (1 rechter): voorzitter: griffier:
S. Vanhoonacker, rechter H. Huybrechts, griffier
A. Van Praet, afdelingsvoorzitter H. Huybrechts, griffier
MC5 kamer: raadkamer op dinsdag, woensdag en vrijdag om 9 uur: voorzitter: griffiers:
A. Van Praet, afdelingsvoorzitter H. Huybrechts, griffier (op dinsdag in beurtrol) V. Stuyck, griffier (op dinsdag in beurtrol) H. Huybrechts, griffier (op woensdag) K. Van Lierop, griffier (op vrijdag in beurtrol) J. Vereycken, griffier (op vrijdag in beurtrol) T. Heyvaert, griffier met opdracht (op vrijdag in beurtrol)
Jeugdrechtbank: Kabinetten jeugdrechter: Kabinet MJ1 jeugdrechter: B. Van Bauwel, leidend jeugdrechter griffier: K. Roelands, griffier Kabinet MJ2 jeugdrechter: N. Caluwé, jeugdrechter griffier: A. Looverie, griffier
Zittingen: MJ1 kamer op 1ste en 3de dinsdag om 9 uur (1 rechter) voorzitter: griffier:
B. Van Bauwel, jeugdrechter K. Roelands, griffier
MJ2 kamer op 2de en 4de dinsdag om 9 uur (1 rechter) voorzitter:
N. Caluwé, jeugdrechter 125
griffier: A. Looverie, griffier MJ3 kamer (zaken bedoeld in art. 92§1,7° Ger.W.) op 3de woensdag om 14 uur: (3 rechter) voorzitter: J. Bourlet, rechter rechters: N. Van Baelen, plvv.rechter NN., jeugdrechter griffier: V. Stuyck, griffier
Onderzoekskabinetten: Kabinet 1: onderzoeksrechter: griffier:
T. Byl, onderzoeksrechter T. Heyvaert, griffier met opdracht
Kabinet 2: onderzoeksrechter: griffier:
K. Lavens, onderzoeksrechter J. Vereycken, griffier
Kabinet 3: onderzoeksrechter: griffier:
Ph. Van Linthout, onderzoeksrechter K. Van Lierop, griffier met opdracht
Griffiediensten:
Algemene leiding: L. Schoeters, ere-hoofdgriffier, afdelingsgriffier
Burgerlijke griffie:
leiding: NN, griffier-hoofd van dienst griffier van de rollen: K. Stock, griffier
Correctionele griffie:
leiding: E. Jacobs, wnd. griffier-hoofd van dienst
Griffie jeugdrechtbank:
griffiedienst: K. Roelands, griffier; A. Looverie, griffier
Kabinet van de voorzitter: 126
beheer van het gerechtsgebouw, onderhoudspersoneel en onthaaldiensten: L. Schoeters, erehoofdgriffier, deeltijds bijgestaan door mevrouw Els Verbinnen, griffier. secretariaat:
E. Verbinnen, griffier V.Stevens, assistente
Griffiers burgerlijke sectie:
sectieverantwoordelijke: D. De Koninck, griffier
Griffiers correctionele sectie:
sectieverantwoordelijke: E. Jacobs, griffier
Griffiers onderzoekskabinetten:
sectieverantwoordelijke: K. Van Lierop, griffier
Griffiers jeugdrechtbank:
sectieverantwoordelijke: K. Roelands, griffier
127
3 : ZITTINGEN 3.1. Aantal zittingen per kamer tijdens het gerechtelijk jaar 2014 : -
-
MB1 kamer: 40 MB2 kamer: 42 MF3a kamer (VM): 39 MF3a kamer (NM): 21 MF4 kamer: 42 MB5 kamer: 40 MB6 kamer: 41 MB7 kamer: 39 MBe kamer (beslagrechter): 43 MF2 kamer : 34 MF3 kamer : 16 MF5 kamer : 18 MF6 kamer : 16 MF7 kamer : 16 MC1 kamer: 76 MC2 kamer: 49 MC3kamer: 27 MC4 kamer:49 MC5 kamer (raadkamer): 109 MJ1 (voorheen 14°)kamer (jeugdrechtbank) 17 in burgerlijke zaken en 20 in zaken van maatregelen, en 20 in toepassing van art. 5§1 wet van 1 maart 2002 15° kamer (tot en met 31/8/2014) (jeugdrechtbank) 18 in burgerlijke zaken en 11 in zaken van maatregelen, en 7 in toepassing van art. 5§1 wet van 1 maart 2002 MJ2 (voorheen 16°)kamer (jeugdrechtbank): 16 in burgerlijke zaken en 19 in zaken van maatregelen, en 3 in toepassing van art. 5§1 wet van 1 maart 2002 MJ3 (voorheen 17°) kamer (jeugdrechtbank): 6 MBKg (kortgeding): 83 bureau voor rechtsbijstand: -zittingen in EOT: 40 getuigenverhoren: 9 arrondissementsrechtbank: 4
3.2. Aantal zittingen tijdens het gerechtelijk verlof 2014 :
vakantiekamer 3 rechters(Bur) : 9 vakantiekamer 1 rechter (Bur) : 9 vakantiekamer 1 rechter (Cor) : 9 vakantiekamer 3 rechters (Cor) : 9 raadkamer: 19 kort geding: 18 beslagrechter: 8 zittingen in EOT: 7 jeugdrechtbank: 3 in burgerlijke zaken, 3 in zaken van maatregelen.
-
128
OVERLEGSTRUCTUREN
1. Er is éénmaal per maand overleg met het volledige korps. Deze vergaderingen zijn een uitstekend communicatiekanaal om op een actieve en soepele wijze de werking van de rechtbank te verbeteren en te zoeken naar oplossingen in juridische en/of organisatorische aangelegenheden. Tot einde maart 2014 was er regelmatig overleg van de voorzitter met de ondervoorzitters en is er een “beleidscel” die samenkomt wanneer nodig in voor het beleid van de rechtbank belangrijke aangelegenheden, bv. inzake de adviezen voor kandidaat-rechters. 2. Er is verticaal gestructureerd sectorieel overleg: in het ressort van het Hof van Beroep Antwerpen:
per sectie (burgerlijk, strafrechtelijk, raadkamer, beslagrechter, jeugdrechtbank, onderzoeksrechters) zijn er vergaderingen op het Hof van Beroep waar een gedelegeerde magistraat van de sector of de hele sector van de rechtbank van eerste aanleg aan deelneemt; in het gerechtelijk arrondissement:
tussen de vrederechters en rechters in politierechtbank en de magistraten van de rechtbank van eerste aanleg, zetelend in graad van beroep. 3. Er is horizontaal gestructureerd overleg tussen: - de Nederlandstalige voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg - de Belgische onderzoeksrechters - de Nederlandstalige jeugdmagistraten (zowel zetel als parket) - de Nederlandstalige beslagrechters - de (afdelings-) voorzitter van de rechtbank en de (afdelings-)procureur des Konings - de (afdelings-)voorzitter van de rechtbank en de hoofdgriffier - de (afdelings-)voorzitter en het hoofd van dienst verantwoordelijk voor de gebouwen; - de onderzoeksrechters en het parket, al dan niet in aanwezigheid van (afdelings-) voorzitter en (afdelings-)procureur des Konings - de jeugdrechters en het parket, al dan niet in aanwezigheid van de (afdelings-) voorzitter en (afdelings-)procureur des Konings - per sectie in de afdeling te Mechelen rechtbank van eerste aanleg (jeugd, onderzoek, burgerlijk, correctioneel). - per 1 april 2014 per sectie binnen de rechtbank van eerste aanleg Provincie Antwerpen met vertegenwoordigers van de drie afdelingen. 4. Er is gestructureerd overleg met actoren extern aan de rechterlijke organisatie: Eénmaal per maand tussen de afdelingsvoorzitter en de stafhouder Meerdere malen per jaar tussen de afdeling Mechelen en het justitiehuis Eénmaal per maand is er Arrondissementeel Recherche - Overleg Mechelen. Op deze vergadering onder leiding van de Procureur des Konings en in aanwezigheid van de gerechtelijk directeur van de Federale Politie Mechelen en de lokale korpschefs is een afgevaardigde van de onderzoeksrechters aanwezig voor die punten die betrekking hebben op het gerechtelijk onderzoek;
129
Wanneer nodig met de syndicus van de gerechtsdeurwaarders en de voorzitter van het studiegenootschap van de notarissen; Er is overleg met de deskundigen.
Beschrijving De magistraten van het rechtscollege
- algemene vergadering
Wettelijke verplichtingen
- maandelijkse rechtersvergaderingen
Bespreking van juridische en organisatorische problemen waarmee rechters geconfronteerd worden Bespreking per thema ter info en om tot uniforme rechtspraak te komen
- sectorieel overleg De magistraten van een ander rechtscollege/andere rechtscolleges
Doelen / Resultaten
Via de e-groep van Vlaamse magistraten kunnen de rechters vragen stellen en info uitwisselen
College van eerste voorzitters van de Hoven van hoger beroep Unie van de Voorzitters van de Rechtbanken van Eerste Aanleg
Andere rechtscolleges
De conferentie van Er is een zeer constructief overleg Nederlandstalige voorzitters binnen de conferentie. vergadert om de twee maanden. Informatie rond procedures, organisatie en beleid van het rechtscollege wordt uitgewisseld. De beslagrechters, jeugdrechters en onderzoeksrechters hebben regelmatig overleg met hun collegae uit andere rechtscolleges die een zelfde bijzonder mandaat uitoefenen.
Verbetering van de dienstverlening aan de burger en transparantie zijn hoofddoelstellingen. Informatie uitwisselen, nieuwe wetgeving bespreken evenals specifieke problemen in de uitoefening van het bijzonder mandaat.
Uniforme rechtspraak bewerkstelligen.
Er is tevens verticaal sectorieel overleg op het Hof van beroep
130
Beschrijving Het parket
De referendarissen De dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten De hoofdgriffier en het personeel
De politiediensten: - de gerechtelijke diensten - de andere diensten
De FOD Justitie : - Het centraal bestuur - de Justitiehuizen - Andere
Doelen / Resultaten
Er is overleg tussen de twee korpsoversten afzonderlijk. Er is overleg tussen de korpsoversten samen met de eerste substituten en de onderzoeksrechters / jeugdrechters Geen Geen Er is dagelijks overleg met de hoofdgriffier.
Wederzijdse kennis van moeilijkheden en mogelijkheden bevordert de samenwerking die ten goede komt aan de globale organisatie. Dagelijkse opvolging en bijsturing wordt hierdoor mogelijk gemaakt.
Arrondissementeel Optimalisering van de Recherche-overleg (samen-)werking. Mechelen. (ARO) Maandelijkse vergadering o.l.v. Procureur des Konings in aanwezigheid van de federale politie Mechelen en de lokale korpschefs en de afgevaardigde van de onderzoeksrechters voor de punten die betrekking hebben op het gerechtelijk onderzoek. Er is tevens regematig overleg met de politie-verantwoordelijken i.v.m. de veiligheid in de rechtbank. Contact met FOD Justitie gebeurt via de Conferentie van NL. Voorzitters. Er is om regelmatig overleg tussen rechtbank en justitiehuis, afwisselend in de ene of de andere locatie.
Opvolging van de afwerking van burgerlijke en strafrechtelijke opdrachten, organisatie van werkstraf, VOV, probatiemaatregelen.
Er is tevens regelmatig overleg met de FOD Justitie inzake de gebouwen.
131
Beschrijving
Doelen / Resultaten
De balie
Maandelijks overleg van voorzitter en stafhouder.
De gerechtsdeurwaarders Het notariaat
Occasioneel overleg indien Bespreking schijnbare fouten bij de nodig. begroting van dagvaardingskosten. Occasioneel overleg indien nodig. Contact met HRJ gebeurt via Conferentie van NL voorzitters.
De Hoge Raad voor de Justitie
De vrederechters en de plaatsvervangende vrederechters/ De rechters in de politierechtbank en de plaatsvervangende rechters in de politierechtbank Andere (te verduidelijken)
Bijkomende
Jaarlijks
Bespreking van de organisatie van zittingen, problemen ter terechtzitting. Suggesties over aankoop van juridische literatuur door de bibliotheek van rechtbank.
Bevorderen van uniforme rechtspraak
COIV CAW Welzijnshuis Gerechtelijk deskundigen … opmerkingen:
NIHIL
132
STATISTIEKEN BETREFFENDE INKOMENDE EN UITGAANDE DOSSIERS EN HANGENDE ZAKEN De meeste gegevens werden verzameld via de computerapplicaties, evenwel meestal na deductie of samentellen van verschillende gegevens. De gegevens betreffende inleidende akten en beslissingen worden immers geregistreerd onder bepaalde codes, die dan moeten verzameld worden om de gevraagde gegevens te verkrijgen. Een aantal gegevens moeten evenwel nog manueel worden bijgehouden en verzameld, zoals: voor de burgerlijke rechtbank, inbegrepen kort geding en beslagrechter: de gegevens betreffende het aantal vastgestelde zaken volgens de aard van de vaststelling en de gegevens betreffende de ingestelde hogere beroepen en de beroepen in cassatie; voor de correctionele rechtbank: alle gegevens betreffende de zaken van de arbeidsauditeur evenals bepaalde gegevens betreffende de raadkamer en de ingestelde hogere beroepen en beroepen in cassatie; voor de jeugdrechtbank: alle gegevens. In sommige gevallen treden er verschillen op in de resultaten al naargelang de cijfers verkregen werden uit het informaticasysteem dan wel door manuele telling. Dit verschil is te wijten aan de ontoereikende mogelijkheden tot verfijning van de statistische gegevens in het informaticasysteem. De rechtbank houdt via de griffiers ook eigen statistieken bij teneinde permanent zicht te houden op de instroom en de werklast in de respectievelijke kamers. 1. Burgerlijke rechtbank - Familierechtbank
V.1.1. Nieuwe zaken: Algemene rol: 1790 Deze zaken werden initieel als volgt ingeleid: 1. MB1 : 164 2. MB2 : 784 3. MB3 : --1. MB5 : 4 2. MB6 : 9 3. MB7 : 5 4. MBe (beslagrechter): 118 - VBUR : 9 - VK + VK3 : 4 - MF2 : 1 - MF3a : 304 - MF4 : 101 - MF5 : 97 - MF6 : 116 - MF7 : 74 133
Rol van de verzoekschriften: 1231 Deze zaken werden initieel ingeleid voor : MBVZ : 134 MBe + MBBV : 7 + 197 = 204 MB1 : 12 MB5 : 7 VK3 : 1 EOT : 333 MF3 : 3 MF3a : 113 MF4 : 2 MF5 : 148 MF6 : 46 MF7 : 28 Rol van de kortgedingen: 205 Rol van oproepingen in verzoening: 94 Deze zaken werden initieel ingeleid voor : MB2 : 1 MB3 : 3 MBe : 87 VZNK : 1 MF7 : 1 MF2 : 1 Rol van de arrondissementsrechtbank: 3 Rol van de rogatoire opdrachten: 6 Rol van de verzoekschriften in rechtsbijstand: 301 Deze zaken werden initieel ingeleid voor : Mrb : 282 MBVZ : 14 VK : 5 1.2. Burgerlijke kamers – Familiekamers Beschikkingen : Kortgeding : 272 Eindbeslissing : Tussenbeslissing : Varia : Aanstelling Desk. :
104 39 30 8 134
Voorl. Maatregel : Doorhaling : Verzending RB : Afstand :
83 6 1 1
Beslag : 296 -MBBV : 198 -Verzoening : 98 - minnelijke schikking : 16 - geen minnelijke schikking : 46 - afstand : 33 - uitstel : 3 Verzoening MB3 : 3 Geen minnelijke schikking : 2 Varia : 1 Voorzitter : 158 Eenzijdig verzoekschrift : 130 Uitvoerbaarverkl. Arbitr. : 1 VZNK (art. 336) : 1 Art. 88 : 13 Fout. Inschrijving : 1 Pro Deo : 14 Pro Deo : 293 Mrb : 279 -Volledig toegekend : 215 -Gedeeltelijk toegekend : 34 -Afgewezen : 30 Voorzitter : 14 -Volledige toegekend : 11 -Gedeeltelijk toekend : 2 -Afgewezen : 1 Arrondissementsrechtbank : 7 Familiale kamers : Eindvonnissen KMS EINDVON AFSTAND DOORH VERZ RB VERZ ARR RB ZOND VOOR Totaal
MF1 MF3 MF3a MF4 MF5 MF6 MF7 Totaal 8 249 2 434 116 48 62 50 969 3 1 4 14 4 1 1 3 23 8 1 1 10 1 1 1 8
249
3
1 460
121
49
65
53
1008
135
Burgerlijke kamers : Eindvonnissen MB1 EINDVON AFSTAND DOORH VERZ RB VERZ ARR RB ZOND VOOR Totaal
MB2
182 3 14 2
MB5
318 27 32 22 1
MB6
83 1 6 4
MB7
102 1 15 3
94 1 5
MBe
VBUR/ VK VK3 Totaal BZNK 91 1 84 1 956 33 12 84 7 1 39 1
1
1
202
400
94
121
100
110
MF3a
MF4
MF5
7
7
2
84
1
1114
Familiale kamers : Tussenvonnissen KMS
VBUR
DESKDIVERS AANST DESK VERV DESK BEGR KOST VERL DESK VRIJG PROV BIJK PROV HEROP DEB NEERL STUK PERSVERSCH PLAATSOP SAMENVG VERZ BR VON DIVERS
9
1
Totaal
9
1
MF3
MF6
MF7
Totaal
1
1
16
2
3
2
35 1 4 2
1
19 1
8
3
3
3 1
2
1
3 45
1 11
64
37
34
4 202
1
77
31
67
42
39
267
136
Burgerlijke kamers: Tussenvonnissen MB1 DESKDIVERS 1 AANST DESK 10 VERV DESK 0 BEGR KOST 4 VERL DESK 3 VRIJG PROV 0 BIJK PROV 1 HEROP DEB 16 NEERL STUK 1 PERSVERSCH 0 PLAATSOP 1 SAMENVG 0 VERZ BR 3 EXEQUAT 0 GET VERH 0 VON DIVERS 10
MB2 4 66 2 76 19 5 15 15 0 2 11 0 7 0 0 31
MB5 1 12 0 11 2 1 0 14 2 8 1 0 1 1 10 7
MB6 1 20 2 29 10 2 6 16 0 1 7 1 2 0 0 10
Totaal
253
62
107
50
MB7 BESLAG MBKg 2 0 0 9 0 2 3 0 1 13 0 19 6 0 4 2 0 1 1 0 5 15 13 0 2 0 0 2 0 0 1 1 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 6 6 0 62
22
Totaal VK3 9 0 119 0 8 0 160 2 47 0 11 0 32 1 89 0 5 0 13 0 22 0 1 0 15 0 1 0 1 0 70 0 603 3
VK 0 0 0 6 3 0 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0
32
12
Burgerlijke en Familiale kamers : Beschikkingen MB1 VON EOT EENZ VS AFSTAND VARIA PRO DEO VZ PRO DEO PD Totaal
MBKg
6
MF3a 99
MF5
MF6
MF7
1
VZ 2
PD
131
EOT Totaal 344 344 239
1 14
1 5 14
1
6
1
99
1
0
2
146
4 279
279
279
348
882
137
1.3. Aantal in 2014 ingestelde beroepen in burgerlijke zaken: 232 Burgerlijke kamers: 164 Kortgeding: 22 Voorzitter zetelend zoals in kortgeding : 1 Eenzijdig verzoekschrift voorzitter: 2 Beslagrechter - op tegenspraak: 17 Beslagrechter - eenzijdig verzoekschrift: 2 Bureau voor rechtsbijstand: --Familiekamers : 24 1.4. Aantal in 2014 ingestelde beroepen in cassatie in burgerlijke zaken: 6 2. Correctionele rechtbank: V.2.1. Aantal nieuw ingeleide zaken: 1.666 - MC1 kamer (gemeen strafrecht): 298 waarvan 28 zaken van het arbeidsauditoraat - MC1 kamer (politieberoepen): 225 waarvan 0 zaken van het arbeidsauditoraat - MC2° kamer: 447 waarvan 0 zaken van het arbeidsauditoraat - MC3 kamer: 138 waarvan 26 zaken van het arbeidsauditoraat - MC4 kamer: 438 - Vakantiekamers: 120 waarvan 0 zaken van beroep tegen vonnis politierechtbank V.2.2. Aantal vonnissen (inbegrepen tussenvonnissen): 1.795 - MC1 kamer (gemeen strafrecht): 397 waarvan 29 in zaken van het arbeidsauditoraat - MC1 kamer (politieberoepen): 228 waarvan 0 in zaken van het arbeidsauditoraat - MC2 kamer: 474 waarvan 0 in zaken van het arbeidsauditoraat - MC3 kamer: 114 waarvan 11 in zaken van het arbeidsauditoraat - MC4 kamer: 459 - Vakantiekamers: 123 waarvan 15 in zaken van beroep tegen vonnis van de politierechtbank V.2.3. Aantal (probatie)opschortingen en (probatie)uitstellen: Kamer MC1 kamer (gemeen strafr.) MC1 kamer (politieberoepen) MC2 kamer MC3 kamer MC4 kamer Vakantiekamers Totaal
Uitstel
Opschorting
Probatie-uitstel
Probatieopschorting 4
163
5
54
23
2
7
1
107
20
48
52
43 (waarvan 0 in arbeidszaken) 129 22 487
10 (waarvan 0 in arbeidszaken) 37 1 75
0 (waarvan 0 in arbeidszaken) 92 8 209
0 34 4 95
138
V.2.4. Aantal werkstraffen: 118 - MC1 kamer (gemeen strafrecht): 13 (waarvan 0 in arbeidszaken) - MC1 kamer (politieberoepen): 20 (waarvan 0 in arbeidszaken) - MC2 kamer: 40 (waarvan 0 in arbeidszaken) - MC3 kamer: 3 (waarvan 1 in arbeidszaken) - MC4 kamer: 27 - Vakantiekamers: 13 (gemeen recht) + 0 (politieberoepen) V.2.5. Aantal beschikkingen van de raadkamer: 1589 - Regeling van de procedure: 363 - Voorlopige hechtenis: 1125 - Andere (internering, opschorting, rechtsbijstand, vreemdelingenwet, zaak niet in staat van wijzen, enz.): 101 V.2.6. Beroepsakten: 692 - 354 tegen 169 vonnissen - 293 tegen 274 beschikkingen van de raadkamer - 45 tegen 45 beschikkingen “Franchimont” V.2.7. Aantal ingestelde cassatieberoepen: 25 (tegen 19 vonnissen) V.3. Onderzoeksrechters:
Aantal dossiers in onderzoek op 01.01.2014 Aantal dossiers in onderzoek op 31.12.2013 Aantal dossiers in 2013 medegedeeld voor eindvordering Aantal dossiers per 31.12.2013 nog in mededeling voor eindvordering (waarin nog geen eindvordering werd opgesteld) Aantal dossiers op 01.01.2013 aanhangig bij de raadkamer (inbegrepen Franchimont) Aantal dossiers op 31.12.2013 aanhangig bij de raadkamer (inbegrepen Franchimont) Aantal nieuwe dossiers Aantal dossiers mini-onderzoek Aantal ontvangen ambtelijke opdrachten Aantal afgeleverde aanhoudingsmandaten Aantal strijdige bevelen Aantal vrijlatingen onder voorwaarden Aantal verzoekschriften “Franchimont”
Kab. 1 145 128 145 38
Kab. 2 152 128 113 17
Kab. 3 111 107 114 25
Totaal 408 363 372 80
20
30
22
72
26
23
24
73
127 42 1 160 61 41 59
113 51 3 97 10 77 64
105 45 3 75 41 15 44
345 138 7 332 112 133 167
Kab. 1: De heer Byl Kab. 2: De heer Lavens Kab. 3: De heer Van Linthout
139
V.4. Jeugdrechtbank: V.4.1. Maatregelen tegen minderjarigen: 14°/MJ1 kamer Nieuwe zaken 112 Navolgende vorderingen9 7 Uitgesproken vonnissen 275 Verleende beschikkingen 281 Uit handen gegeven zaken 0 Verhoren van minderjarigen 63 Zittingen tijdens gerechtelijk jaar 20 Zittingen tijdens het gerechtelijk verlof 1 Zittingen in toepassing van art. 5§1 20 wet 01.03.2002 Minderjarigen onder toezicht geplaatst op 29 31.12.2012 - MOF-dossiers Minderjarigen onder toezicht geplaatst op 283 31.12.2012 - POS-dossiers Collocatie 2 Bezoeken aan instellingen + besprekingen 14 Bezochte minderjarigen Kabinetsbesprekingen Kinderbijslag
47 91 35
15° kamer -6 152 152 0 41 11 1 7
16°/MJ2 kamer 91 11 277 196 0 45 19 1 6
Totaal
2
46
77
52
270
605
0 0
1 0
3 14
0 31 14
0 86 21
47 208 70
203 24 704 629 0 149 50 3 33
*cijfers 15° kamer slechts tot 31/8/2014 – verhoren mjn. tot 31/10/2014 vanaf 1/11/2014 kabinetsverslagen V.4.2. Maatregelen tegen ouders: Nieuwe zaken Uitgesproken vonnissen
14°/MJ1 kamer 1 2
15° kamer 0 0
16°/MJ2 kamer 0 0
Totaal 1 2
V.4.3. Burgerlijke zaken: tot 31/8/2014 gelet op start familierechtbank 1/9/2014 14°/MJ1 15° 16°/MJ2 Totaal kamer kamer kamer Nieuwe zaken 67 69 46 182 Aantal tussenvonnissen 60 75 54 189 Aantal eindvonnissen 89 98 86 273 Verhoren van minderjarigen 34 39 30 103 Zittingen tijdens het gerechtelijk jaar 17 18 16 51 Zittingen tijdens het gerechtelijk verlof 1 1 1 3 Aantal gevraagde sociale onderzoeken 34 32 27 93 Strafzaken na beslissing uithandengeving: aantal vonnissen: 0
Deze cijfers dienden handmatig te worden bijgehouden en blijken niet volledig, zie verslag jeugdrechtbank. 9
140
Burgerlijke rechtbank Nieuwe zaken ingeschreven in de algemene rol (rol A)
Burgerlijke rechtbank Nieuwe zaken ingeschreven in de rol der verzoekschriften (rol B)
141
Burgerlijke rechtbank Nieuwe zaken ingeschreven in de rol der kort gedingen (rol C)
Burgerlijke rechtbank Nieuwe zaken ingeschreven in de rol der verzoeningen (rol D)
142
Burgerlijke rechtbank Nieuwe zaken ingeschreven in de rol van rechtsbijstand (rol I)
Burgerlijke rechtbank Eindvonnissen burgerlijke kamers
143
Burgerlijke rechtbank Tussenvonnissen burgerlijke kamers
Burgerlijke rechtbank Beschikkingen verleend in kort geding
144
Burgerlijke rechtbank Beschikkingen verleend door de beslagrechter
Burgerlijke rechtbank Beschikkingen verleend door de voorzitter op eenzijdig verzoekschrift
145
Burgerlijke rechtbank Aantal ingestelde beroepen in burgerlijke zaken
Correctionele rechtbank Aantal vonnissen, inbegrepen tussenvonnissen
146
Correctionele rechtbank Aantal beschikkingen verleend door de raadkamer
Correctionele rechtbank Aantal correctionele vonnissen waartegen beroep
147
Correctionele rechtbank Aantal beschikkingen van de raadkamer waartegen beroep
Onderzoekskabinetten Aantal nieuwe dossiers
148
Onderzoekskabinetten Aantal dossiers mini-onderzoek
Onderzoekskabinetten Aantal afgeleverde aanhoudingsmandaten
149
Onderzoekskabinetten Aantal verzoekschriften “Franchimont”
Jeugdrechtbank Nieuwe zaken van maatregelen tegen minderjarigen
150
Jeugdrechtbank Aantal uitgesproken vonnissen in zaken van maatregelen tegen minderjarigen
Jeugdrechtbank Aantal verleende beschikkingen in zaken van maatregelen tegen minderjarigen
151
Jeugdrechtbank Aantal gehoorde minderjarigen in zaken van maatregelen tegen minderjarigen
Jeugdrechtbank Nieuwe burgerlijke zaken
152
Jeugdrechtbank Aantal gehoorde minderjarigen in burgerlijke zaken
153
EVOLUTIE VAN DE WERKLAST
WERKLASTMETING Niettegenstaande artikel 352 bis van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoerd bij wet van 29 november 2001 (B.S. 8 december 2001), de wettelijke basis biedt voor een werklastmeting van de rechter, bestaat er tot op heden hiervoor nog geen uitvoeringsbesluit. De rechtbanken van eerste aanleg beschikken niet over een uniform en gevalideerd instrument om de werklast van de magistraten van het rechtscollege te meten. De afdeling Mechelen is voorstander van een uniforme werklastmeting. De afdeling heeft meegewerkt aan de werklastmeting zoals ontwikkeld door het Vast Bureau voor Werklastmeting onder leiding van raadsheer Ph. Adriaensen. In het najaar 2012 werden in het bijzonder de burgerlijke zaken gemeten, in 2013 werd meegewerkt aan de meting voor de overige afdelingen van de rechtbank. De resultaten van deze werklastmeting wijzen op een aanzienlijk tekort aan magistraten voor de afdeling Mechelen, meer bepaald 34% tekort. De werklast wordt, in afwachting van een algemeen en gevalideerd instrument, voor wat de burgerlijke en correctionele kamers betreft, gemeten aan de hand van een aantal criteria. De belangrijkste criteria zijn het aantal zaken en hun moeilijkheidsgraad. Voor dit laatste kan verwezen worden naar de tijd nodig voor de behandeling ter terechtzitting enerzijds en voor het maken van het vonnis anderzijds. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen het zetelen als voorzitter van een kamer dan wel als lid van een collegiale kamer. Ten slotte wordt desgevallend ook rekening gehouden met niet strikt jurisdictionele taken. De werklast van de magistraten wordt opgevolgd aan de hand van hiertoe door de griffie bijgehouden cijfers van in beraad genomen zaken per kamer, o.m. met vermelding of het een door de magistraat uitvoerig gemotiveerd vonnis betreft of niet. Deze opvolging wordt aangevuld, indien mogelijk en indien nuttig, met een grondiger analyse van de (werklast m.b.t. de) uitgesproken vonnissen in een bepaalde kamer over een bepaalde periode, en dit minstens één maal per jaar. Dergelijke cijfers en de analyse ervan laten toe een vrij precieze inschatting van de respectievelijke werklast te maken. De werklast is tevens het voorwerp van regelmatig overleg en bespreking met de magistraten, bv. naar aanleiding van functioneringsgesprekken en evaluaties. Dergelijke werkwijze is niet wetenschappelijk ondersteund, maar blijkt in de praktijk vrij adequaat.
154
Maandelijks levert de griffie cijfers aan en wordt de werklast aldus opgevolgd, gepaard gaande met regelmatige contacten met de betrokken magistraten. Deze cijfers komen voort uit boordtabellen, opgesteld in het kader van een coaching in management-project van het IGO die wekelijks door de respectieve diensten en kamers worden bijgehouden. Wat de evolutie van de werklast betreft, kan het volgende worden opgemerkt:
de werklast in burgerlijke en familiezaken is in 2014 gestegen.
Meer bepaald stegen de nieuwe zaken op rol van 1725 naar 1790. Het treft het dat de rol van de kort gedingen duidelijk verder daalde (van 401 in 2011 naar 358 in 2012 en 348 in 2013 en 205 in 2014). Dit heeft te maken met de opstart van de familierechtbank.
De werklast in correctionele zaken is eerder stabiel gebleven
Na de stijging voor 2010 en 2011 is de correctionele werklast voor 2012 en 2013 en voor 2014 lichtjes gedaald. Nieuwe zaken van 1750 naar 1720 en in 2014: 1666; aantal vonnissen van 1892 naar 1867 en in 2014: 1795. Uit de verzamelde cijfers en uit de dagelijkse praktijk blijkt dat extra zittingen van de correctionele collegiale kamer nog steeds moeten worden overwogen, doch dit vraagt een belangrijke extra inzet van 3 rechters, een griffier, een parketmagistraat en een bode, hetgeen met de huidige personeelsbezetting niet haalbaar is. Hoe dan ook behandelt deze kamer reeds regelmatig zaken via namiddagzittingen, om de werklast en vooral bepaalde complexe en omvangrijke dossiers te kunnen afhandelen. De werklast van de raadkamer is lichtjes gestegen (van 1.558 in 2012 en 1475 in 2013 en in 2014: 1589 ). Het aantal beroepen politierechtbank kende ook een lichte stijging (van 204 naar 228).
de werklast van de onderzoekskabinetten bleef stabiel
Na de stijging in 2011 en 2012, daalde de werklast van de onderzoekskabinetten: er waren 345 nieuwe dossiers (tegen 387 in 2013 en 437 in 2012), verdeeld over de drie kabinetten.
de jeugdrechtbank: een gevarieerd beeld:
Het aantal nieuwe burgerlijke zaken op de jeugdrechtbank is sterk gedaald (van 408 naar 182). Dit heeft te maken met de opstart van de familierechtbank. Het aantal nieuwe zaken aangaande maatregelen tegen minderjarigen is gedaald (van 254 naar 203).
155
Besluit:
Rekening houdend met de opstart van de familierechtbank, het terugbrengen van 3 jeugdrechters naar twee jeugdrechters per 1 september 2014 dient vooralsnog uit het voorafgaande besloten te dat de globale werklast van de rechtbank van de afdeling Mechelen, naar analogie met de voorgaande jaren, eerder toeneemt, zonder dat de beschikbare personele middelen toenemen, wel integendeel door het traag of niet vervangen van magistraten, griffiers en griffiepersoneel zoals hoger beschreven.
156
WERKLASTVERDELING 1. Bij het opmaken van de dienstregeling voor het gerechtelijk jaar en voor de gerechtelijke vakantie wordt ernaar gestreefd om de werklast, ingeschat zoals hoger beschreven, evenwichtig te verdelen, rekening houdend met de voorkeurmaterie van de magistraat, het aantal zaken, de moeilijkheidsgraad van de zaken, en de ervaring van de magistraat. 2. Indien wijzigingen aan de dienstregeling noodzakelijk zijn, wordt de voorgenomen herschikking van de werklast toegelicht aan de betrokken magistraten en vooraf besproken met de ondervoorzitters. 3. De afdelingsvoorzitter informeert regelmatig naar de werklast van de magistraten en informeert zich cijfermatig zoals hoger beschreven, onder meer via de “boordtabellen”. Indien een magistraat zelf vindt onder een te hoge werkdruk te staan wordt dit geobjectiveerd, besproken en onderzocht, en wordt de dienstregeling zo nodig aangepast. 4. Regelmatige communicatie, wederzijdse luisterbereidheid en desgevallend bijsturen, zorgen ervoor dat er geen onoplosbare problemen groeien mede dankzij het systematisch opvolgen van de werklast zoals beschreven. Ook tijdens de functionerings- en evaluatiegesprekken is gebleken dat de magistraten de werklast billijk verdeeld achten.
157
EVOLUTIE VAN DE GERECHTELIJKE ACHTERSTAND 1.In het standaardformulier voor het werkingsverslag wordt vooreerst gevraagd of het rechtscollege een eigen concept heeft van gerechtelijke achterstand, en wordt er gevraagd om aan te geven of er, volgens dit concept, gerechtelijke achterstand is. In wat volgt zal hierop nader worden ingegaan, per afdeling van de rechtbank, doch er kan alvast worden besloten dat er op de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen niet kan gesproken worden van een probleem van gerechtelijke achterstand, en dit in eerste instantie door een volgehouden inspanning en aandacht ter zake vanwege alle magistraten en griffiers. Burgerlijke zaken & familiezaken 2. Overeenkomstig het standaardformulier voor het werkingsverslag worden vooreerst cijfers verzameld inzake het aantal dossiers waarvoor een rechtsdagbepaling overeenkomstig artikel 750 § 1 gerechtelijk wetboek werd gevraagd, en de termijn die ter zake nodig was. Deze aanvragen overeenkomstig artikel 750 § 1 gerechtelijk wetboek zijn evenwel beperkt in aantal (zie de hoger vermelde cijfers per kamer), zodat hieruit geen éénduidige cijfers kunnen worden afgeleid, laat staan dat de termijnen relevant voor de toepassing van artikel 750 § 1 gerechtelijk wetboek een adequaat beeld inzake de eventuele gerechtelijke achterstand op de rechtbank zouden kunnen weergeven. Via het nazicht van de aanvragen 750 § 1 wordt beoogd het tijdsverloop tussen de aanvraag tot rechtsdag en de eerst mogelijke fixatie voor en behandeling van een zaak op een kamer, te meten. Deze termijn, wachttermijn genoemd, wordt in de rechtbank opgevolgd per kamer, maar niet per materie zoals vermeld in het model van jaarverslag. Het informaticasysteem laat een dergelijke opsplitsing niet toe. In 2014 bedroeg de gemiddelde wachttermijn per kamer10 bij benadering: MB1° kamer (drie rechters) MB2° kamer (alleenrechtsprekend rechter) MB3° kamer (alleenrechtsprekend rechter)
1 maand 0,5 maand 0,5 maand
MB5° kamer (alleenrechtsprekend rechter) MB6° kamer (drie rechters)
1 maand 1,5 maanden
MB7° kamer (alleenrechtsprekend rechter) MB beslag
0,5 maand 1 maand
10
Overzicht materies per kamer: huur, verzekeringen, beroepsaansprakelijkheid beroepen vredegerecht eerste kamer; inleidingen, invorderingen tweede kamer; staat der personen, echtscheidingsprocedure derde kamer; familaal vermogensrecht, erfenissen schenkingen en testamenten vereffeningen vierde kamer; overeenkomsten, verzekeringen, onrechtmatige daad, schade en schadeloosstelling vijfde en zevende kamer, bouw zesde kamer, beslag achtste kamer.
158
MB kortgeding(alleenrechtsprekend rechter) MF2 (alleenrechtsprekend rechter) MF3 (alleenrechtsprekend rechter) MF3a (alleenrechtsprekend rechter) MF3a (14 daags) MF4 (alleenrechtsprekend rechter) MF5 (alleenrechtsprekend rechter) MF6 (alleenrechtsprekend rechter) MF7 (alleenrechtsprekend rechter)
0,5 maand 0,5 maand 0,5 maand 1 maand 1,5 maand 1 maand 1 maand 1 maand 1 maand
Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat na het gerechtelijk verlof, en de bijhorende flessenhals, de vermelde termijnen tot maximaal een maand langer kunnen oplopen. Anderzijds is dit de wachttermijn zoals bijgehouden door de griffie, op basis van het maximaal aantal te fixeren dossiers op een kamer. Vaak beslist de voorzitter van de betrokken kamer om een dossier toch reeds sneller in overtal te fixeren indien dit mogelijk lijkt, rekening houdende met de omvang van de zaak. De wachttermijnen zijn aldus hoe dan ook kort en evolueren vrij gelijkmatig over de verschillende kamers. Hieruit mag besloten worden dat de instroom van zaken systematisch wordt afgewerkt en dat er geen achterstand is. 4. Teneinde na te gaan of er werkelijk achterstand bestaat bij de behandeling van burgerlijke zaken, lijkt het de rechtbank zinvoller na te gaan welke periode partijen dienen te wachten vooraleer hen een rechtsdag kan worden gegeven, rekening houdende met de termijnen die zij nodig hebben om conclusies uit te wisselen, en mits het respecteren van de termijn vermeld in artikel 748 § 2 gerechtelijk wetboek (1 maand) na de laatste conclusie. In de afdeling Mechelen wordt, tenzij partijen er uitdrukkelijk om vragen, doorgaans geen “vroegste datum voor een rechtsdag” meegedeeld. Op die manier zou er immers reeds een eerste wachttermijn, op het conto van de rechtbank, kunnen verscholen zitten achter de voorgestelde datum. Evenmin worden conclusietermijnen systematisch “uitgerokken” teneinde aan de verder afgelegen eerste vrije datum te komen. Eenvoudigweg de termijnen meten tussen het verzoek overeenkomstig artikel 747 gerechtelijk wetboek en de door de rechtbank bepaalde rechtsdag, leert evenmin veel. Deze termijn is immers evenzeer afhankelijk van de complexiteit van een zaak, van de spoed die de partijen in deze wensen na te streven, of van het aantal betrokken partijen. Vandaar wordt door de griffie bijgehouden hoe snel, rekening houdende met de door de partijen voorgestelde conclusietermijnen, dan wel de gebruikelijke conclusietermijnen, en met de maand voorzien in artikel 748 § 2 gerechtelijk wetboek, vervolgens een rechtsdag kan worden gegeven. De rechtbank spreekt van achterstand zodra een rechtsdag slechts kan worden gegeven meer dan 6 weken na deze termijnen, en houdt ter zake cijfers bij. Doorgaans kan een rechtsdag steeds binnen de maand worden gegeven, slechts zeer uitzonderlijk kon het niet binnen de eerste nuttige zes weken, en dit betrof slechts enkele zaken
159
die moesten gefixeerd worden na het gerechtelijk verlof, en ook dan werd de termijn van 2 maanden niet overschreden. De rechtbank stelt dat er aldus geen sprake is van achterstand in burgerlijke zaken in de afdeling Mechelen. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door een grote discipline bij de magistraten en door vrij hoge aantallen zaken per zitting te fixeren. (zie ter zake ook verder onder “oorzaken van vertraging” de specifieke werkwijze voor burgerlijke zaken) 5. Overigens moet volledigheidshalve ook in het oog worden gehouden welke termijn nodig is vooraleer gevolg wordt gegeven aan verzoekschriften 747 § 2 gerechtelijk wetboek. Door de onderbezetting op de griffie was er ter zake in 2011 op gegeven ogenblik een achterstand ontstaan, die evenzeer als gerechtelijke achterstand kan worden beschouwd. Deze achterstand werd ingelopen en sedertdien wordt deze behandelingstermijn uitdrukkelijk in het oog gehouden door de hoofdgriffier zodat steeds, vanwege de griffie als vanwege de magistraat, zonder uitstel gevolg wordt gegeven aan een verzoek overeenkomstig 747 § 2 gerechtelijk wetboek. 6. De rechtbank tracht verder uitdrukkelijk zoveel mogelijk zaken in beraad te nemen op de inleidingszitting. Door te vermijden dat zaken naar een kamer dienen te worden verzonden bij toepassing van artikel 747 gerechtelijk wetboek, kan door de partijen veel tijd worden gewonnen. Tegelijk blijven de kamers “ten gronde” gespaard van minder zwaarwichtige dossiers of van dossiers die reeds op de inleidingszitting, desgevallend na uitstellen op vaste datum in overleg met de partijen, een definitieve richting kunnen krijgen. Vanuit de betrachting om sneller geschillen op te lossen, met actieve inbreng van de partijen, wordt ook getracht om vooral bouwzaken te selecteren voor een bemiddeling of voor een plaatsopneming in het bijzijn van een deskundige wat voor de grote meerderheid van deze zaken eveneens in een spoedige en definitieve afhandeling van het geschil ressorteert. 7. Gerechtelijke achterstand dient tevens gelinkt te worden aan de termijnen voor uitspraak na inberaadname. In 2014 was er geen toepassing van artikel 770 § 3 gerechtelijk wetboek. De termijnen voor beraad worden door de griffiers bijgehouden en gerapporteerd. Slechts geheel uitzonderlijk nam het beraad meer dan 2 maanden in beslag, en nooit meer dan drie maanden. Dit was telkens te wijten aan bijzondere omstandigheden zoals ziekte of de afwezigheid van een collega, of aan de uitgesproken complexiteit van de zaak die nu éénmaal meer tijd vergde. Het overgrote deel van de zaken wordt binnen de maand uitgesproken. Eens zes weken na de inberaadname zijn verstreken, hetgeen dus slechts zeer uitzonderlijk gebeurt, dient de griffie dit te vermelden op de boordtabellen. In dat geval wordt concreet nagegaan welk probleem zich desgevallend stelt en wanneer er zal kunnen worden uitgesproken, teneinde problemen ter zake tijdig te ondervangen. 160
8. De rechtbank kent geen stocks van zaken die niet het komende jaar kunnen behandeld worden, voor zover de partijen dit zouden wensen. 9. De redenen voor een eventueel uitstel op de burgerlijke pleitkamers worden bijgehouden, omdat hierdoor capaciteit verloren gaat. Op basis van de analyse van deze redenen van uitstel wordt getracht te remediëren en pro-actief te handelen, o.m. door gerichte communicatie ter zake aan de balie van redenen van een vermijdbaar uitstel (zie bijlage en zie verder voor meer details onder oorzaken voor vertraging). Tevens werd aan de balie gevraagd om uitdrukkelijk te communiceren, in geval van toepassing van art. 747 § 2 Ger.W. bij een inleiding van een zaak, of men daadwerkelijk een conclusiekalender met rechtsdag wenst of niet. Al te vaak werd immers vastgesteld dat het aldus ambtshalve opleggen van conclusietermijnen leidde tot het geven van een rechtsdag die uiteindelijk toch niet werd gebruikt, met verlies van capaciteit tot gevolg, en hinder voor zaken die wel in staat zijn. Correctionele zaken 1. Het informaticasysteem laat wat correctionele zaken betreft momenteel niet toe om een globaal overzicht te geven van de doorlooptijden tussen de datum van dagvaarding, dan wel de datum van inleiding enerzijds, en het eindvonnis anderzijds. Ook voor wat de raadkamer en de onderzoekskabinetten betreft, blijken op basis van het huidige informaticasysteem en de aldus bijgehouden statistieken geen sluitende cijfers beschikbaar. 2. Er kan volledigheidshalve worden opgemerkt dat uit (eerder algemene) cijfers die ter zake werden verzameld door het parket-generaal, blijkt dat de doorlooptijden van gerechtelijke onderzoeken, in de onderzoekskabinetten, voor de raadkamer en voor de correctionele rechtbank, in vergelijking tot andere rechtbanken, als “goed” te kwalificeren zijn en als beter dan het gemiddelde van de andere rechtbanken. 3. Er wordt gestreefd naar het opbouwen van eigen cijfers ondanks de beperkingen van het informaticasysteem. Zo zijn de onderzoekskabinetten vanaf 2012 gestart met het bijhouden van eigen cijfers. Dit is evenwel extra werk, en behelst het manueel bijhouden van deze cijfers aangezien de informatica op heden niet toelaat dit geautomatiseerd op te volgen. Aangezien pas gestart werd begin 2012 kunnen dit jaar nog geen relevante cijfers inzake doorlooptijden van de gerechtelijke onderzoeken te Mechelen gegeven worden, alhoewel er toch reeds enkele vaststellingen mogelijk bleken (zie verslag onderzoek). Uit het toezicht vanwege de Kamer van Inbeschuldigingstelling op de voortgang van de gerechtelijke onderzoeken blijken alvast voor Mechelen geen bijzondere problemen. Slechts uitzonderlijk nemen gerechtelijke onderzoeken meer dan een jaar in beslag. 4. Op de raadkamer en op de correctionele zittingen wordt een streng uitstelbeleid gevoerd.
161
Uitstellen worden slechts uitzonderlijk toegestaan, wat de doorlooptijden manifest ten goede komt. Ook worden de redenen voor uitstel bijgehouden teneinde waar mogelijk te remediëren. Een uitstel kan bijna steeds, voor zover dit van de rechtbank afhangt, en afhankelijk van het type zaak, beperkt blijven tot een termijn van een maand tot twee maanden (dit laatste voor de MC1 kamer). 5. In overleg met het parket worden ook de aantallen dossiers opgevolgd die het parket heeft klaarliggen voor dagvaarding, doch die nog niet gedagvaard werden. Dit laat toe tussen te komen wanneer zou vastgesteld worden dat deze voorraad al te groot zou worden. 6. Ten slotte kan worden opgemerkt dat door het correctionaliseren van zaken die voorheen door het Hof van Assisen werden behandeld, en die een intensieve, uitgebreide behandeling vergen, evenals door het verschuiven van de aard van de zaken in gerechtelijk onderzoek (meer grote verenigingen in drugshandel en rondtrekkende dadergroeperingen), de relatieve werklast in correctionele dossiers duidelijk toeneemt. 7. Ook in correctionele zaken worden de termijnen voor beraad door de griffiers bijgehouden. Slechts uitzonderlijk nam het beraad meer dan 2 maanden in beslag. Dit was in hoofdzaak te wijten aan een te beperkte bezetting en afwezigheden op de griffie, dan wel aan de complexiteit van de zaak. Hoe dan ook was dit zeer uitzonderlijk en beperkt tot de collegiale correctionele kamer. De termijn van drie maanden werd nooit overschreden. Het overgrote deel van de zaken wordt binnen de maand uitgesproken. Eens zes weken na de inberaadname zijn verstreken, hetgeen slechts zeer uitzonderlijk gebeurt, dient de griffie dit te melden op de interne statistieken. In dat geval wordt concreet nagegaan welk probleem zich desgevallend stelt en wanneer zal kunnen worden uitgesproken, teneinde tijdig de problemen ter zake te ondervangen.
Algemeen De rechtbank meent te kunnen stellen dat de huidige termijnen voor rechtsdagbepaling in de afdeling Mechelen zeker redelijk zijn, en er algemeen niet kan worden gesproken van een probleem van gerechtelijke achterstand. Ook op de jeugdrechtbank kon door het engagement van de drie jeugdrechters (tot 31 augustus 2014) de termijn voor de inleiding van burgerlijke zaken teruggebracht worden tot ongeveer één maand, en dit door de inplanning van een extra zitting per jeugdrechter. Dit is een belangrijke vooruitgang tegenover vroeger, waar de termijn voor inleiding van burgerlijke jeugdzaken tot verschillende maanden kon oplopen. Door de stand van zaken op systematische wijze en van nabij op te volgen, wordt getracht om de behandelingstermijnen verder onder controle te houden. Hiervoor werd het systeem van de boordtabellen in 2013 ontwerpen en getest, wat vanaf 2014 volledig operationeel is en een goede opvolging mogelijk maakte.
162
Hoe dan ook is de realisatie van goede doorlooptijden en het vermijden van gerechtelijke achterstand evenwel in belangrijke mate afhankelijk van de evolutie van de personeelsbezetting, zowel bij de magistraten, als bij de griffiers en het griffiepersoneel. Aantal gewezen vonnissen :
2014
2013
2012
2011
Burgerlijke zaken
2992
2982
3066
3067
Correctionele zaken
1795
1867
1892
1986
Jeugdzaken Burgerlijk
462
753
734
612
Jeugdzaken -
704
709
698
649
1589
1475
1558
1693
Jeugdbescherming Raadkamer
Hoger werd reeds toelichting gegeven omtrent deze cijfers. Oorzaken van vertraging 1. Er wordt gevraagd naar de belangrijkste oorzaken van de vertraging in resp. burgerlijke zaken, familiezaken, jeugdzaken, strafzaken en voor de raadkamer. 2. Door de rechtbank wordt systematisch opgevolgd wat de redenen voor uitstellen zijn, zodat hieraan ook beter kan worden geremedieerd indien nodig. Wat burgerlijke zaken en ook familiezaken betreft, viel het de rechtbank op dat een zaak vaak niet in beraad kon worden genomen ondanks de fixatie van een rechtsdag, omdat dossiers op de zitting niet in orde bleken. Steeds dezelfde knelpunten kwamen terug die ervoor zorgden dat een zaak toch moest worden uitgesteld. 3. Door het pleiten te beperken in zaken waarin dit noch door de respectievelijke advocaten, noch door de magistraten opportuun wordt geacht, kunnen meer zaken per zitting gefixeerd worden, wat toelaat het oplopen van achterstand te vermijden. 4. Ook in strafzaken werden de oorzaken van uitstellen systematisch bijgehouden. Op gegeven ogenblik werd vastgesteld dat bepaalde kamers te vaak zaken moesten uitstellen om reden van overbelasting, waarop overleg werd gepleegd met het parket en dit probleem voor alle kamers op de MC1 kamer correctionele zaken na, kon worden opgelost. Vertraging kon ook worden tegengegaan door een strikt uitstelbeleid, waardoor enkel in strikt noodzakelijke omstandigheden nog uitstel werd verleend. Daarnaast werd aan het parket gevraagd om de dagvaardingen tijdig te laten betekenen teneinde uitstellen te vermijden omwille van “recent geraadpleegd”.
163
De zaken met aangehoudenen werden in overleg met het parket op bepaalde zittingen geconcentreerd zodat plots tussenkomende “verwijzingen onder de banden” minder de oorzaak waren van noodgedwongen uitstellen. Ten slotte blijkt een regelmatig voorkomende reden voor uitstel het feit dat een verslag nog niet werd neergelegd door de aangestelde deskundige. Ook aan deze problematiek werd extra aandacht besteed zoals beschreven in het verslag van de correctionele sectie. 5. Wat de raadkamer betreft is de belangrijkste oorzaak van vertraging het tussenkomen van een verzoekschrift Franchimont tot nader onderzoek. Dit heeft strikt genomen niet concreet met de werking van de raadkamer zelf te maken, die voor het overige geen probleem kent van achterstand.
164
BESCHRIJVING VAN DE ACTIES DIE TIJDENS HET BETROKKEN KALENDERJAAR WERDEN ONDERNOMEN OM DE WERKING VAN HET RECHTSCOLLEGE TE VERBETEREN
Wat de acties betreft die in 2014 werden ondernomen om de werking van de rechtbank van eerste aanleg te verbeteren, kan in eerste instantie worden verwezen naar de activiteitenverslagen van de vier onderdelen van de rechtbank, in het bijzonder de burgerlijke sectie, de correctionele sectie, de jeugdrechtbank en het onderzoek. Hun respectieve verslagen worden als bijlage aan dit werkingsverslag gevoegd. Gelet op de in het bijzonder gestelde vragen in het model van werkingsverslag, meer bepaald naar:
acties om de werking van het rechtscollege te verbeteren; acties om de gerechtelijke achterstand weg te werken; acties om de naleving van de termijn van het beraad te waarborgen;
kan voor wat de gerechtelijke achterstand en de naleving van de termijn van het beraad worden verwezen naar hetgeen hoger werd gesteld onder de hoofdstukken VI en VII inzake de evolutie van de werklast en de evolutie van de gerechtelijke achterstand. Verder kunnen, samengevat en ter illustratie, voor de REA Mechelen de volgende onderwerpen worden vermeld: opbouw van een betere kennis inzake de werklast en inzake eventuele achterstand vanwege de respectieve kamers en de griffie
In 2011 werd zoals hoger beschreven, gestart met het bijhouden van precieze gegevens per kamer en per zitting, inzake de belasting van de kamers (o.m. de nieuwe dan wel uitgestelde zaken), de bestemming van de zaken (bv. 747 §1), de eventuele redenen van uitstel, en ten slotte inzake de termijnen voor beraad. Beter inspelen op mogelijke problemen van gerechtelijke achterstand en problematische termijnen van beraad vergt immers goede, actuele kennis van de concrete stand van zaken, voorafgaand aan het eventuele opduiken van problemen. In overleg met de griffie worden hiertoe per kamer maandelijks statistieken bijgehouden die in 2012 verder werden verfijnd, o.m. wat de werklast betreft. In 2013 hebben we dan vervolgens gewerkt aan een systematische en gestructureerde rapportering met betrekking tot alle vormen van dienstverlening van de rechtbank, toegespitst op enerzijds de griffiediensten en anderzijds op de kamers van de rechtbank. Het betrof een project “boordtabellen voor de REA Mechelen” genaamd dat werd ondersteund door het IGO in het kader van hun project coaching for management. Het project kon volgens timing worden afgerond en na proefdraaien sedert september 2013 is er vanaf 1/01/14 een systematische opvolging van het presteren van de rechtbank aan de hand van deze boordtabellen. 165
Communicatie binnen de rechtbank
De rechtbank trachtte ook in 2014 haar communicatie te structureren door het aanhouden van een periodieke nieuwsbrief gericht aan de magistraten waarin uiteenlopende informatie voor de magistraten wordt gebundeld.
Zittingsmanagement correctionele zittingen
In navolging van de initiatieven en van het overleg in 2011 en 2012, werd verder nagegaan op welke manier de organisatie van de correctionele zittingen kon verbeteren. De resultaten van eerdere ingrepen werden geëvalueerd en er werd verder gewerkt met de resultaten van de klantenbevraging (“koraal”) die de rechtbank organiseerde in samenwerking met het Hof van beroep en de Karel de Grote hogeschool. Tevens wordt verder van nabij opgevolgd in welke mate er een problematiek is van wachttijden op de zitting of van uitstellen. Er volgde nieuw overleg met het parket waarin werd voorgesteld om de alleen zetelende kamers met tijdsblokken te laten werken. Klaarblijkelijk laat de informatica dit evenwel nog steeds niet toe. Wat betreft de MC1 kamer op woensdag (die zowat alle zaken met aangehoudenen verwerkt), wordt opgemerkt dat deze kamer, omwille van de belasting en om korte doorlooptijden te realiseren, reeds vaak tevens in de namiddag zetelt. Een verdere uitbreiding van deze zitting is aangewezen en zou een beter zittingsmanagement toelaten, doch is niet mogelijk gelet op het te beperkt kader zowel voor wat de magistraten als voor wat de griffiers betreft. De situatie in deze kamer wordt intussen van kortbij opgevolgd.
Vernieuwingen afdeling onderzoek
Op de onderzoekskabinetten werden verder eigen cijfers bijgehouden, die meer verfijnde en correcte gegevens inzake de doorlooptijden moeten opleveren. De eerste resultaten ter zake worden vermeld in het gevoegde verslag voor het onderzoek. Tevens werd het project Justscan breder toegepast, ondanks de extra personeelsinzet dat dit vereist. De onderzoeksrechters namen deel aan een project, eveneens ondersteund in het kader van het IGO project coaching in management, met het oog op de analyse en de verbetering van de eigen werkprocessen, en in tweede instantie, met het oog op het ontwikkelen van kwaliteitsnormen.
Optimaal aanwenden van de inleidingskamer in burgerlijke zaken
De inspanning om de inleidingskamer voor burgerlijke zaken zo goed mogelijk aan te wenden, werd volgehouden en verder uitgediept.
166
Zoals hoger aangegeven werd getracht om zoveel mogelijk nieuwe burgerlijke zaken reeds op de inleidingskamer definitief te beslechten. Door hen enkel indien noodzakelijk naar de andere kamers te laten doorstromen, blijft de capaciteit van deze andere kamers gevrijwaard. Tevens wordt, op de inleidingskamer en op de bouwkamer, gefocust op een snelle, interactieve beslechting van geschillen door het stimuleren van bemiddeling, en door het steeds onderzoeken van de mogelijkheid van een plaatsopneming in aanwezigheid van een deskundige. Aldus kunnen zaken op een snelle en goedkope manier worden opgelost en worden de partijen tegelijk nauw betrokken bij de afwikkeling van het geschil. Dit noodzaakt extra-inspanningen bij het begin van de zaak, wat evenwel niet opweegt tegen de maatschappelijke winst, en ook tegen de baten op lange termijn voor de rechtbank.
Procedurele knelpunten en stimuleren van uniformiteit in burgerlijke zaken
Procedurele knelpunten in burgerlijke zaken, die vaak uitstellen en aldus ook een verlies van capaciteit veroorzaakten, werden verder opgevolgd waarbij werd gebruik gemaakt van de in 2011 ter zake opgestelde en verspreide nota. Nieuwe problemen werden snel besproken in de burgerlijke sectie en/of op de rechtersvergadering, waarna overleg volgde met de stafhouder bv inzake de concrete werkwijze bij geschillen in deskundigenonderzoeken of inzake vorderingen in tussenkomst. Om tot meer éénvormigheid te komen binnen de rechtbank, in het bijzonder tussen de jeugdrechtbank, het kort geding en de beroepen Vredegerecht, wordt verder één typeformulering gebruikt voor de omschrijving van buitengewone kosten in het kader van onderhoudsgelden voor kinderen. Niet alleen wordt zo vermeden dat deze omschrijving telkens andere kosten omvat, maar tegelijk ontstaat er een minimale voorspelbaarheid voor de balie en voor de rechtzoekenden, die gericht eventuele afwijkingen van dit model kunnen bepleiten. Tevens worden aldus betwistingen bij de beslagrechter vermeden dewelke voortvloeien uit de afwezigheid van een omschrijving van deze kosten in het vonnis, of uit een dubbelzinnige omschrijving. Deze formule werd ook verspreid onder de Vrederechters van het arrondissement.
openheid
De rechtbank tracht in een open geest te reflecteren over relevante thema’s en haar kennis ter beschikking te stellen van alle actoren in justitie. Ter illustratie : Tal van laatstejaars middelbare scholieren werden ontvangen in het kader van het project “Recht-vaardig” van de HRJ en de Koning Boudewijnstichting. Het betreft een zeer waardevol project waarbij de leerlingen een correctionele zitting bijwonen en vragen kunnen stellen aan de voorzitter, en vervolgens in de namiddag zelf een casus aanpakken in de zittingszaal. Ook buiten dit project werden, bijna wekelijks, verschillende groepen en scholen ontvangen;
167
Heel wat magistraten van de rechtbank werkten als expert-docent mee aan allerlei vormingsprogramma’s van het IGO en andere; De rechtbank werkt verder mee aan het project “400” ter herdenking van 400 jaar Grote Raad in het Mechelse justitiepaleis, gepland voor 2016-2017; Tal van groepen werden ontvangen voor een bezoek aan de rechtbank waaronder het Grondwettelijk Hof; Er werd, zoals ook hoger vermeld, deelgenomen aan heel uiteenlopende overlegfora, zo onder meer in het kader van de wet op de schaalvergroting en inzake de implementatie van de familie- en jeugdrechtbank; Heel wat studenten (rechten, criminologie, rechtspraktijk,…) liepen stage op de rechtbank. Er werd opnieuw een zomerstage georganiseerd voor rechtenstudenten;
168
BIJLAGE : Verslag correctionele sectie 2014 en doelstellingen 2015 Correctionele sectie REA Antwerpen, afdeling Mechelen 2014
De magistraten besteedden nog steeds bijzondere aandacht aan het vlot verloop van de strafprocedure. Zij blijven er op toezien dat de rechtspleging zo vlot en efficiënt mogelijk verloopt. Hierbij wordt steeds rekening gehouden met de noden van zowel de procureur des Konings, de advocaten, alsook de beklaagden en de burgerlijke partijen die in persoon verschijnen. Binnen de kamers die gemeen strafrecht behandelen wordt er ook nog steeds op toegezien dat “uitstel” zo weinig mogelijk wordt toegestaan. Enkel wanneer hiertoe absoluut strikte noodzaak bestaat wordt, rekening houdend met de rechten van de betrokken partijen, de behandeling van de zaak op zo kort mogelijke termijn uitgesteld. Indien een zaak wordt uitgesteld, wordt deze meestal op een vast uur gefixeerd, zodat te lange wachttermijnen vermeden worden. Binnen de kamer die bijzonder strafrecht en economisch-financiële misdrijven behandelt wordt er, met akkoord van het Openbaar Ministerie, in de regel vrij vlot een eenmalig uitstel toegestaan, en dit meestal teneinde de verdediging toe te laten om in een doorgaans technische materie haar argumentatie op papier te zetten. Bij het verlenen van uitstel wordt er dan wel op toegezien dat er op het zittingsblad hetzij voor alle betrokkenen conclusietermijnen worden genoteerd, hetzij wordt bepaald vóór welke datum de verdediging haar conclusie en stukken dient mede te delen aan het Openbaar Ministerie, en dit teneinde bijkomend uitstel uit te sluiten. De zittingen van alle kamers in strafzaken, zowel de collegiale kamer als de kamers met één rechter, worden hoe dan ook zo efficiënt mogelijk georganiseerd. Alle kamers zijn in staat het vlot verloop van de zittingen te bewerkstelligen en te realiseren wat alleen maar ten goede kan komen van de rechtzoekende. Het blijft voor alle collega’s een prioritair aandachtspunt om, na het in beraad nemen van de zaak, de vonnissen binnen de wettelijke termijn van een maand uit te spreken. De correctionele kamers, en dan vooral de collegiale kamer, hebben te lijden onder de onderbezetting bij de correctionele griffiers. Door dit manifest tekort aan correctionele griffiers kunnen zij hun taken niet adequaat vervullen, wat invloed heeft op de kwaliteit van de correctionele vonnissen. Dit leidt ook tot een toename van de werklast van de correctionele rechters zelf, die een deel van de griffierstaken op zich dienen te nemen. De toename van complexe correctionele dossiers binnen de collegiale kamer, die een langere behandelingsduur ter zitting vergen dan gebruikelijk, zette zich ook in 2014 verder. Er werd daarom geopteerd, net zoals in 2013, voor het creëren van extra namiddagzittingen. In 2014 werden er elf extra namiddagzittingen gehouden door de collegiale correctionele kamer. De correctionele kamers worden ook veelvuldig geconfronteerd met verzoekschriften tot invrijheidstelling en afschaffing of wijziging van voorwaarden, hetgeen hetzij de behandeling van de gewone zitting belast, hetzij wordt opgevangen met tal van bijkomende zittingen.
169
Ingevolge het personeelstekort bij de magistraten werd vanaf begin november 2014 permanent een plaatsvervangend rechter ingeschakeld op de wekelijkse collegiale kamer. Het spreekt voor zich dat ook dit gegeven een negatieve invloed heeft op de werklast van de correctionele rechters, niettegenstaande de gewaardeerde inbreng van de plaatsvervangend rechter. Er vindt op regelmatige basis overleg plaats met het justitiehuis. Door het justitiehuis werd dit jaar ook, ter opfrissing, aan de magistraten een voorstelling gegeven van de aangeboden leerprojecten. Ook met andere medewerkers van justitie vond er overleg plaats. Zo werd er door het BIVV, aan de magistraten die zetelen in zaken die het hoger beroep tegen vonnissen van de politierechtbank behandelen, toelichting gegeven omtrent de werking van het alcoholslot en de omkadering bij het opleggen van dergelijke maatregel. De correctionele rechters namen ook verder deel aan het sectoraal overleg binnen het ressort van het Hof van Beroep Antwerpen, met onder meer volgende thema’s : -
het toepassingsgebied van de Antigoon-toets; de bijstand van een advocaat bij verhoor van een verdachte; vernietiging van in beslag genomen goederen; gebruik van stukken afkomstig uit een ander strafdossier; het toepassingsgebied van artikel 382bis Sw.; rechtsplegingsvergoeding voogd ad hoc; het al dan niet ambtshalve toekennen van gerechtelijke intresten; het wetboek van economisch recht; toelichting over het fichesysteem van het Hof van Beroep.
Er werd in het najaar van 2014 ook een aanvang genomen met het overleg met de afdelingen Antwerpen en Turnhout. Er wordt een sectievergadering georganiseerd, in principe bestaande uit alle correctionele rechters van de afdelingen Antwerpen, Mechelen en Turnhout en alle geïnteresseerde rechters, waarbij ook de correctionele griffie wordt vertegenwoordigd. De sectievergadering zal minstens drie maal per jaar vergaderen, teneinde informatie uit te wisselen, van gedachten te wisselen over nieuwigheden in wetgeving of rechtspraak, en om de werkprocessen van de verschillende afdelingen op elkaar af te stemmen en te verbeteren. Binnen deze sectievergadering zorgt een stuurgroep met enkele vaste leden uit elke afdeling en vertegenwoordiging van de griffie voor het opvolgen en verder uitwerken van de sectiewerking, voorbereiding van de vergaderingen, … De rechters die op de hoogte wensen te blijven van de correctionele sectiewerking konden zich reeds laten opnemen in de hiertoe opgerichte mailgroep. Al deze overlegvergaderingen en bijeenkomsten worden door de leden van de correctionele cel als verrijkend en leerrijk ervaren. Met het oog op 2015 onderschrijft de correctionele sectie van de afdeling Mechelen de doelstellingen die bij overleg met de afdelingen Antwerpen en Turnhout werden besproken, met name: - het gebruik van de Z-schijf voor opslag en consultatie van informatie die voor elke afdeling van de provinciale rechtbank van belang is (zoals informatie van gevolgde studiedagen en van overlegmomenten, modellen, interessante uitspraken, …); - het periodiek aanleveren door de individuele rechters, via het lid van de stuurgroep binnen de eigen afdeling, van eigen vonnissen waarin een interessante redenering wordt ontwikkeld of een bijzonder standpunt wordt ingenomen; 170
-
de uitwerking van een model van correctioneel vonnis; het ontwikkelen van modeldeskundigenopdrachten; het uitwerken van richtbedragen bij het toekennen van morele schadevergoedingen; verbeteren van het zittingsmanagement, in overleg met balie en parket, verder initiatief nemen om de wachttijden en de uitstellen te beperken; het op punt stellen van contacten met de pers; communicatie verbeteren door een betere leesbaarheid van de vonnissen waar mogelijk; het, op basis van vrijwilligheid, tijdelijk uitwisselen van rechters binnen de afdelingen van de provincie, teneinde elkaars werkmethodes te leren kennen en onderling te vergelijken; nadenken over wat de “core business” van de correctionele rechtbank moet zijn, en op welke manier bepaalde taken minder arbeidsintensief kunnen gemaakt worden; constructief meewerken aan het zaakverdelingsreglement; bijzondere aandacht voor studiedagen rond diversiteit; het verder uitwerken van een missie, waarden en doelstellingen van de correctionele sectie.
171
BIJLAGE : VERSLAG BURGERLIJKE SECTIE REA ANTWERPEN, AFDELING MECHELEN I. Acties en ervaringen in 2014 1. Op 1 april 2014 was de fusie tussen de rechtbanken van eerste aanleg Antwerpen, Turnhout en Mechelen een feit. Vanuit deze nieuwe structuur werd van gedachten gewisseld over de missie, visie, kernwaarden en doelstellingen van de burgerlijke secties van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen. Op 13 juni 2014 vond in het vlinderpaleis te Antwerpen een vergadering plaats met de burgerlijke secties van de drie afdelingen, en werd een overlegstructuur opgezet met het oog op een efficiënte sectiewerking. Op 23 oktober 2014 hebben de kamervoorzitter van de MB2-kamer (inleidingskamer) en de kamervoorzitter van de MB6-kamer (de bouwkamer) in het vlinderpaleis overleg gepleegd met de collega’s van Antwerpen en Turnhout in verband met onder meer de opvolging van deskundigenonderzoeken en een eventuele alternatieve aanpak van procedures. Wat betreft een uniforme werkwijze inzake deskundigenonderzoeken werd onder meer overleg gepleegd over uitwisseling van ervaring over deskundigen, het onmiddellijk aan de deskundige vrij te geven aandeel van de provisie, de termijn voor neerlegging van het eindverslag, het toezicht op de naleving van de termijn, behandeling van verzoeken van de deskundige tot bijkomende provisionering, … In navolging van de afdeling Antwerpen werd door de MB2-kamer en de MB6-kamer het systeem van het mini-deskundigenonderzoek overgenomen (zie verder). 2. Ook in 2014 bleef het personeelstekort een prangend probleem, en was er een onderbezetting vooral in het ondersteunend personeel op de griffie van de afdeling Mechelen. Dankzij de meerinspanningen van velen bleef de burgerlijke sectie van de afdeling Mechelen evenwel garant staan voor een tijdige en kwaliteitsvolle rechtspraak, en bleef de dienstverlening aan de rechtzoekenden en de andere partners (o.m. balie) verzekerd. 3. M.b.t. de algemene procedurele knelpunten kan nog steeds verwezen worden naar de nota die als bijlage wordt gevoegd. 4. M.b.t. de beroepskamer vredegerecht en politierechtbank (MB 1-kamer) is er nog geen effect waarneembaar wat betreft de overheveling van bepaalde bevoegdheden van het vredegerecht naar de familierechtbank ingevolge de inwerkingtreding van de wet op de familie- en jeugdrechtbank op 1 september 2014. De onteigeningsprocedures, voorheen behandeld door de MB 5-kamer, worden thans door de MB 1-kamer behandeld.
172
5. M.b.t. de MB 2-kamer (inleidingskamer) en de MB 6-kamer wordt gewezen op de praktijk van het mini-deskundigenonderzoek, dat een middenweg inhoudt tussen een plaatsbezoek en een uitgebreid deskundigenonderzoek (en waarbij een doorsnee kostprijs van € 500,00 à € 700,00 wordt voorzien, en de zaak bij het bevelen van het onderzoek in voortzetting wordt gesteld op ongeveer twee maanden). De standaardopdracht, die in functie van de concrete dossiergegevens wordt aangepast, wordt als bijlage gevoegd. 6. Een zeer belangrijk aandeel van de dossiers die door de MB 6-kamer behandeld wordt betreft geschillen in aannemingszaken. In een groot deel van deze aannemingszaken is er, voordat deze zaken op de MB 6-kamer worden vastgesteld, reeds een deskundige (in bouwmateries) aangesteld door de MB 2-kamer, of wordt er alsnog door één of meerdere partijen om de aanstelling van een deskundige verzocht, of acht de rechtbank het zelf noodzakelijk om technisch advies van een deskundige in te winnen. Aangezien deze kamer aldus zeer frequent met deskundigenonderzoeken geconfronteerd wordt, en zich ook bewust is van de relatief lange duur en hoge kostprijs van dergelijke onderzoeken, is het een belangrijke betrachting binnen deze kamer om deskundigenonderzoeken zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, alsook om op zoek te blijven gaan naar goedkopere en snellere alternatieven voor een deskundigenonderzoek (zoals het hoger aangehaalde minideskundigenonderzoek). De reeds jaren bestaande praktijk om in de mate van het mogelijke een deskundigenonderzoek te vervangen door een plaatsbezoek werd ook in 2014 voortgezet. In de praktische uitvoering ervan door de MB 6-kamer werden wel enkele kleine wijzigingen doorgevoerd in 2014 : - het aantal rechters dat deelneemt aan het plaatsbezoek : reeds enkele jaren wordt er gebruikelijk met de drie leden van deze collegiale kamer ter plaatse gegaan, en dit vanuit de betrachting om bij een (overigens frequent voorkomende) andere samenstelling van de zetel op het moment van de behandeling van de zaak minstens één rechter in de zetel te hebben die de situatie ter plaatse gezien heeft; wegens de hogere werkdruk door personeelstekort bij de magistraten werd er binnen de MB6-kamer voor geopteerd om voortaan enkel de kamervoorzitter samen met de griffier en desgevallend een technisch raadgever ter plaatse te laten gaan; ter plaatse wordt dan wel een grondig verslag van de vaststellingen genoteerd in het proces-verbaal van het plaatsbezoek, en dit ook rekening houdend met eventuele behandeling door een andere zetel; - voorafgaandelijke provisionering van de kosten van de deskundige bij plaatsbezoek : bij het overgrote deel van de plaatsbezoeken bevolen door de MB 6-kamer wordt de bijstand van een deskundige gevraagd omwille van de meestal technische aard van de betwisting; de kostprijs van dergelijke bijstand van een deskundige tijdens een plaatsbezoek blijft wel veel lager dan de kostprijs van een volledig deskundigenonderzoek; klassiek werd steeds na afloop van het plaatsbezoek aan de deskundige gevraagd om opgave te doen van zijn kosten en ereloon, waarna deze meteen werden begroot door de rechtbank en uitvoerbaar verklaard lastens één van de partijen; hiervan werd steeds akte genomen op het procesverbaal van het plaatsbezoek; aangezien de deskundigen die bijstand verlenen tijdens zo’n plaatsbezoek meer en meer geconfronteerd worden met niet-betaling van hun kosten en ereloon (één deskundige maakte melding van 1/3 van de zaken), en aangezien deze deskundigen het omwille van de beperkte omvang van hun kosten en ereloon bij plaatsbezoek (meestal niet veel meer dan € 200,00) dikwijls niet opportuun vinden om tot gedwongen uitvoering over te gaan, werd er voor gekozen om voortaan ter dekking van de kosten van de tijdens het plaatsbezoek bijstand verlenende deskundige reeds een provisie te laten betalen door de meest gerede partij; er wordt dan, in het vonnis waarin het 173
plaatsbezoek wordt bevolen, tevens bevolen dat één van de partijen vóór een bepaalde datum vóór het plaatsbezoek de provisie stort op de rekening van de rechtbank. 7. Binnen de MB 1-kamer en de MB 6-kamer werd gestart werd met de implementatie van een nieuw model van vonnis, waarbij de partijen door het computersysteem van de griffie worden ingevuld op basis van de bij aanmaak van het dossier door het griffiepersoneel ingevoerde gegevens, en dat overeenstemt met een mogelijk nationaal te gebruiken model voor burgerlijke vonnissen. 8. M.b.t. de MB 5-kamer, de MB 7-kamer, de Mrb-kamer (rechtsbijstand) en de Mbe-kamer (beslagkamer) werden geen nieuwe of bijzondere problemen gemeld. 9. Het vademecum burgerlijke procedures werd in 2014 geactualiseerd. Het wordt als bijlage gevoegd.
II. Realisatie doelstellingen 2014 De doelstellingen voor 2014 waren de update van het vademecum voor burgerlijke procedures, de opstart van het systeem van het mini-deskundigenonderzoek en van de kennisoverdracht tussen de drie afdelingen van de nieuwe rechtbank. Uit het voorgaande blijkt dat deze doelstellingen werden gerealiseerd.
III. Doelstellingen voor 2015 De afdeling Mechelen neemt zich voor om verder te streven naar een kwaliteitsvolle rechtspraak, waarbij geschillen tijdig beslecht worden in vonnissen die opgesteld zijn in een begrijpelijke taal, met aandacht voor de correcte bejegening van de rechtzoekende. Het stimuleren van bemiddeling en alternatieve geschillenbeslechting dient blijvend aangemoedigd te worden (o.m. in bouwaangelegenheden) teneinde aanslepende en dure procedures te voorkomen. Het zogenaamde mini-deskundigenonderzoek zoals hoger omschreven kan hiervoor zeker een nuttig instrument zijn. Het kennismanagement dient verder uitgebouwd te worden, zowel binnen de afdeling als tussen de drie afdelingen onderling. Via de sectiewerking over de drie afdelingen heen kan kennisoverdracht worden uitgebouwd (door het verzamelen en uitwisselen van vonnissen en nuttige documentatie, voeden van Zschijf, opvolging van studiedagen en verspreiding van relevante documentatie), en kan de uniformisering van werkprocessen binnen de verschillende afdelingen bevorderd worden (door de werking van bepaalde kamers op elkaar af te stemmen, door overleg te plegen i.v.m. principiële beslissingen, relevante beroepsbeslissingen, en de deskundigenonderzoeken).
174
Naast de actieve deelname en bijdrage aan de overkoepelende sectiewerking over de drie afdelingen heen dient ook de afdeling Mechelen per kamer een documentatiesysteem te onderhouden (met o.m. modelvonnissen en standaardmotiveringen), zodat in geval van opvolging van een collega of vervangingen de continuïteit verzekerd blijft. Ook binnen de burgerlijke sectie van de afdeling Mechelen blijft de opvolging van relevante studiedagen en de verspreiding van informatie onder de collega’s een aandachtspunt. Ten slotte zal de burgerlijke sectie van de afdeling Mechelen zich ook engageren in het onderhouden van een transparante communicatie met haar partners (o.m. balie, deskundigen, …), zodat problemen bespreekbaar kunnen gemaakt worden en tijdig bijsturing kan plaatsvinden waar nodig.
175
BIJLAGE : PROCEDURELE AANDACHTSPUNTEN
procedures bij verstek:
De partij die een veroordeling vordert ten aanzien van een versteklatende partij, dient steeds een stukkenbundel voor te leggen, zodat de rechtbank de aanspraken van de vorderende partij met kennis van zaken kan beoordelen. Indien op de inleidende zitting geen verstek wordt gevorderd tegen de versteklatende partij doch de zaak wordt uitgesteld, dient de niet verschenen partij, overeenkomstig artikel 803 van het gerechtelijk wetboek, op schriftelijk verzoek van de tegenpartij door de griffier bij gerechtsbrief te worden opgeroepen voor de zitting waarop de zaak is verdaagd, teneinde op deze laatste zitting, overeenkomstig artikel 804 lid 1 van het gerechtelijk wetboek, ten aanzien van de niet verschijnende partij een vonnis bij verstek te kunnen vorderen.
onsplitsbare geschillen:
Wanneer in geval van onsplitsbaarheid van het geschil, een partij niet verschijnt, dient de niet verschenen partij, overeenkomstig artikel 735 § 5 van het gerechtelijk wetboek, door de griffier bij gerechtsbrief te worden opgeroepen, zodat op de zitting waarop de zaak is vastgesteld ten aanzien van alle partijen een vonnis op tegenspraak kan worden gevorderd. Indien in geval van onsplitsbaarheid ten aanzien van een niet verschenen partij verstek wordt gevorderd, bestaat immers het risico op onverenigbare uitspraken, indien de versteklatende partij later verzet instelt.
overlijden van één van de partijen:
Indien in de loop van het geding één van de partijen overlijdt, en men het geding wenst verder te zetten tegen de erfgenamen (alsook in een procedure die van bij aanvang ten aanzien van de erfgenaam van een schuldenaar wordt gevoerd), dient (naast de akte van gedinghervatting) een notarieel attest van erfopvolging te worden voorgelegd, met vermelding van alle erfgenamen en van het huwelijksvermogensstelsel van deze erfgenamen. Partijen kunnen hiertoe desgevallend een machtiging vragen aan de voorzitter van de rechtbank (art. 23 organieke wet op het notarisambt). De rechtbank dient immers zekerheid te hebben dat alle erfgenamen in het geding betrokken zijn. Indien één van de erfgenamen niet in de procedure betrokken is, en er later een afzonderlijke procedure zou gevoerd worden tegen deze erfgenaam, bestaat immers het risico op onverenigbare uitspraken. (zie ook hetgeen reeds werd opgemerkt met betrekking tot onsplitsbare geschillen)
faillissement van één van de partijen:
Bij faillissement van een partij lastens wie een vordering werd ingesteld, dienen de aangifte van schuldvordering en het proces-verbaal van verificatie van de schuldvordering te worden voorgelegd waaruit blijkt dat door de aanleggende partij aangifte van schuldvordering werd verricht en welk lot door de curator aan deze schuldvordering werd voorbehouden. 176
Artikel 63bis, lid 1 van de faillissementswet bepaalt immers uitdrukkelijk dat alle gedingen met betrekking tot de boedel, aanhangig op datum van het faillissement, waarin de gefailleerde betrokken is, van rechtswege worden geschorst totdat aangifte van de schuldvordering is gedaan, en dat zij geschorst blijven tot na de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie, tenzij de curator de gedingen hervat in het belang van de boedel. Leden 2 en 3 van hetzelfde artikel bepalen ook uitdrukkelijk wat het gevolg is voor de vordering indien de ingediende schuldvordering in het proces-verbaal van verificatie wordt aanvaard (met name geding zonder voorwerp), of wordt betwist of aangehouden (met name curator wordt geacht het geding te hervatten voor het betwiste of aangehouden gedeelte).
voorlegging van een proces-verbaal/strafdossier/vonnis:
Bij voorlegging van een proces-verbaal dient het volledige strafdossier te worden voorgelegd. Bij voorlegging van het strafdossier dient tevens een stuk te worden voorgelegd waaruit blijkt welk gevolg aan het strafonderzoek werd verleend, met name het bewijs van sepot of het eindvonnis. Dat het wel degelijk om een eindvonnis of -arrest gaat moet blijken uit het attest van afwezigheid van enig rechtsmiddel, afgeleverd door de griffie van het rechtscollege dat de beslissing geveld heeft. De burgerlijke rechter dient er zich immers voor te hoeden dat het gezag van strafrechtelijk gewijsde niet wordt geschonden. Overigens is, indien de strafvordering in het kader van een gerechtelijk onderzoek gelijktijdig met de burgerlijke vordering wordt uitgeoefend, de burgerlijke vordering geschorst overeenkomstig artikel 4 lid 1 van de voorafgaande titel van het wetboek van strafvordering.
procedures voor de beslagrechter:
In procedures (op tegenspraak) voor de beslagrechter wordt soms vergeten om het exploot voor te leggen waartegen men in verzet komt, zoals het exploot van bewarend of uitvoerend, roerend, onroerend of derdenbeslag, aanzegging van derdenbeslag, pandbeslag, en andere relevante exploten zoals het exploot van betekening van de titel op basis waarvan men uitvoert, bevel tot betaling, e.d.m. Zonder deze stukken kan de beslagrechter vanzelfsprekend moeilijk de rechtsgeldigheid van de aangevochten handeling onderzoeken.
betekening van het bestreden vonnis:
Indien het hoger beroep gericht is tegen een vonnis dat reeds werd betekend, dient (kopie van) het exploot van betekening van het bestreden vonnis te worden voorgelegd. Dit om de rechtbank toe te laten de tijdigheid van het hoger beroep na te kijken.
aanrijdingsformulier:
177
Bij betwistingen betreffende verkeersongevallen verdient het de voorkeur om, indien mogelijk, het originele aanrijdingsformulier voor te leggen. Dikwijls is de fotokopie zeer slecht leesbaar (zeker wanneer dit dan nog een fotokopie van het doordrukexemplaar betreft).
178
WERKINGSVERSLAG AFDELING TURNHOUT (MET IN BIJLAGE DE SECTIEVERSLAGEN)
179
PERSONELE MIDDELEN a) Personeelsformatie
Gemiddelde Gemiddelde bezetting van de personeelsformatie personeelsformatie 2014
Delegaties of externe opdrachten
2014
Afwezigheden om medische redenen
2014
2014
Afwezigheden om medische redenen die een weerslag hebben op de werking van het rechtscollege 2014
Andere afwezigheden
Niet rechtsprekende taken
Magistraten
16
17,20
0
17
17
Opleidingen verstrekken 4d
Deelnemen aan commissies 3d
Opleidingen volgen 49 d
9,15 %
Toegevoegde magistraten Plaatsvervangende magistraten (art. 383§2 Ger.W.) Plaatsvervangende rechters Referendarissen
3
0,25
0
12 d
12 d
0d
0d
5d
0,65 %
4
4
-
-
-
-
-
-
0%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
0,83
-
2d
2d
-
-
-
0%
Griffiers
21
18,25
1
329 d
329 d
-
-
16 d
niet te berekenen
Ander administratief personeel
25
18,50
1,75
721 d
721 d
-
-
9d
100 %
evaluatie, beheer, enz.
180
b) Buiten de personeelsformatie
Gemiddelde betrekking
2014 Ander contractueel administratief personeel (= gerechtelijke stagiaire)
1
Gemiddelde bezetting van de betrekking
Delegaties
Afwezighede n om medische redenen
Afwezigheden om medische redenen die een weerslag hebben op de werking van het rechtscollege
2014
2014
2014
2014
0,16
0
3d
3d
Andere afwezigheden
Opleidingen verstrekken 0d
Deelnemen aan commissies 0d
Niet rechtsprekende taken
Opleidinge n volgen 1d
evaluatie, beheer, enz. 0,00 %
Opmerkingen -
Toegevoegde rechters: in personeelsformatie t/m 31.03.2014; vanaf 01.04.2014 benoemd in de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen.
181
LOGISTIEKE MIDDELEN
LOKALEN
1.
Zijn de lokalen waarover het rechtscollege beschikt gepast voor de uitoefening van de justitie ? Zijn de lokalen op een functionele wijze ingeplant voor personeel en publiek ? Zijn ze gecentraliseerd in één gebouw/locatie of gedecentraliseerd over verschillende gebouwen/locaties) ? Beschrijf de belangrijkste problemen die een vlotte werking hinderen (hou daarbij rekening met de mate van centralisatie van de lokalen, de vorm en de grootte ervan, de afstanden ertussen, etc…) en geef tevens aan of er al dan niet een afgrenzing bestaat tussen de lokalen bestemd voor het personeel en deze toegankelijk voor het publiek.
In 2014 (idem in 2012) vielen nog 4 gebouwen onder het beheer van de Afdelingsvoorzitter – wn. Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout.
1. het volledig gerenoveerde gerechtsgebouw “Het Kasteel”, waarvan de lokalen ingenomen worden door: - voorzitter, ondervoorzitters en rechters, - de onderzoeksrechters, - griffie “Raadkamer”, - een aantal substituten-procureur des Konings en twee teams van de parketadministratie, - orde van advocaten te Turnhout: lokaal voor de stafhouder en het secretariaat, - de ING-(Private-Kas)-Bank, - zes zittingszalen, - technische ruimte, - keldercafetaria, - het bewakingslokaal voor de Federale Politie en het cellencomplex, - overtuigingsstukken (deel – zeer oude), - de bibliotheek, - twee vergaderzalen (algemeen), - vergaderzaal Parket;
182
2. het administratieve gebouw “Kasteelstraat 1”, waarvan de lokalen worden ingenomen door: - kelderverdieping: compact archief + beperkte garage - gelijkvloers: onthaaldesk beslagrechter lokaal toegevoegde rechters - gerechtelijk stagiairs wachtlokaal medewerkers toezicht en beheer en bodes ter terechtzitting correctionele griffie, met een bewaarruimte voor overtuigingsstukken en een kluislokaal; - eerste verdieping: hoofdgriffier burgerlijke griffie lokaal registers burgerlijke stand + archief zittingsgriffiers (4 lokalen) lokaal in gebruik door Parket (criminologe) economaat - tweede verdieping: subsitituten + parketadministratie - derde verdieping: restaurant, lokaal parketadministratie, centraal computerlokaal (servers) en woonruimtes voor de huisbewaarder - vierde verdieping: technische ruimtes;
3. huis “Glenisson”, Begijnenstraat 3, palende aan het administratief gebouw “Kasteelstraat 1: - kelderverdieping en gelijkvloers: archieven en lokalen overtuigingsstukken, - bovenverdiepingen: niet meer in gebruik.
4. Archiefruimte achter het gerechtsgebouw “Warandestraat”, waarin zijn onderGebracht (Warandestraat nr. 46) - deel overtuigingsstukken griffie REA 183
Huis “Glenisson” mag – in afwachting van de resultaten van een stabiliteitsonderzoek, waarvan de resultaten op zich laten wachten – om veiligheidsredenen niet meer betreden worden.
Het pand Warandestraat 46 werd, in samenspraak met de dienst Infrastructuur van de FOD Justitie, iets of wat gefatsoeneerd en schoongemaakt: hierin werden de ruwe en grote overtuigingsstukken (die voorheen opslag vonden in voormelde stallingen en achterliggende koterijen) ondergebracht. Dit mag – gelet op de toestand van het pand – slechts een TIJDELIJKE oplossing zijn. De zoektocht naar een bijkomende meer geschiktere locatie dient dringend opgestart (in samenspraak met de dienst Infrastructuur en de Regie der Gebouwen).
De Jeugdrechtbank is sinds 17 februari 2008 gevestigd in het gebouw “Academia”, Kasteelplein 11, 2300 Turnhout. Dit gebouw biedt ook onderdak aan de Arbeidsrechtbank, het Arbeidsauditoraat en het Vredegerecht van het kanton Turnhout. De Afdelingsvoorzitter-wn. voorzitter van de Arbeidsrechtbank is er gebouwbeheerder. Het gebouw “Academia” biedt ruime lokalen. De jeugdrechters hebben elk hun eigen kabinet. Er is een receptie aan het gebouw welke – in mate van het mogelijke - bemand is door de onthaalmedewerker van de Arbeidsrechtbank. Er zijn aanduidingen in het gebouw om de verschillende afdelingen en rechtbanken gemakkelijker te vinden. Zoals hoger vermeld, worden de jeugdbeschermingszittingen gehouden in de zittingszaal van het gebouw “Academia”. De kabinetten van de jeugdrechters zijn steeds afgesloten, zodat geen directe toegang mogelijk is. Deze maatregel is er gekomen na een aantal agressie-incidenten.
De burgerlijke zittingen jeugdrechtbank (vanaf 01.09.2014 opgenomen in de werking van de Familierechtbank) worden om praktische redenen nog steeds gehouden in het kasteel – zetel van de eerste aanleg - gezien de betere mogelijkheid aldaar qua accommodatie om de veelvuldige rechtszoekenden op te vangen.
De zittingen “protectionele dossiers” vinden doorgang in het gebouw “Academia”. 184
Opmerking: Overtuigingsstukken en archieven griffie blijven verspreid over vier locaties (Kasteelstraat 1 – huis “Glenisson – Kasteelplein 11 (Academia) – Warandestraat 46). Alhoewel deze gebouwen op zeer korte afstand van elkaar liggen, dient toch gesteld dat dit, zowel organisatorisch als logistiek, resulteert in een aantal beperkingen en moeilijkheden.
3. Wordt het publiek bij aankomst in het gebouw aan een balie ontvangen en verder geholpen? Is het onthaalpersoneel voor die functie geselecteerd en/of opgeleid ?
In de twee hoofdgebouwen (Kasteelplein 1 – Kasteelstraat 1) is er een onthaaldesk met een onthaalmedewerker; de medewerker toezicht en beheer, met permanentie binnen de gerechtsgebouwen, heeft tijdens de openingsuren van de griffie ook zijn standplaats in de onthaalruimte Kasteelstraat 1. De onthaalmedewerkers zijn voor deze functie speciaal geselecteerd en zijn door de dienst opleiding van de F.O.D. Justitie (in beperkte mate) opgeleid. De onthaaldienst functioneert naar eenieders tevredenheid.
4. Is de toegang tot de lokalen die niet toegankelijk zijn voor het publiek op een of andere manier beveiligd ? Worden verschillende vormen van veiligheidsvoorzieningen gebruikt (fysiek, procedures, personeel) ?
De onthaalmedewerkers/medewerkers “toezicht en beheer” vangen het publiek op bij het betreden van de gebouwen en geven hen verdere aanwijzingen m.b.t. hun bestemming, waardoor de lokalen die niet toegankelijk zijn voor hun publiek voldoende beveiligd zijn. In 2006 werd een oproepsysteem geïnstalleerd in bepaalde lokalen van de substituten, waardoor zij in geval van calamiteiten via een eenvoudige drukknop de diensten van de Lokale Politie kunnen bereiken. Enkele “moeilijke” klanten worden speciaal begeleid en in het oog gehouden.
In de voorbije jaar hebben er zich weerom een (beperkt) aantal incidenten voorgedaan.
185
Het aantal incidenten (fysiek en verbaal) met minderjarigen die bij de jeugdrechters worden voorgeleid, stijgt. Vijf medewerkers “toezicht en beheer” zijn werkzaam binnen de gerechtsgebouwen (alle locaties van de verschillende rechtbanken) te Turnhout. Tijdens de weekdagen zijn zij met twee aanwezig (1 van 07.00 uur tot 19.00 uur en 1 van 10.00 uur tot 22.00 uur): 1 MTB loopt dan controlerondes in de gerechtsgebouwen, de 2de MTB blijft voor speciale interventies continu beschikbaar vanuit zijn wachtpost (onthaaldesk Kasteelstraat 1). Tijdens de weekenddagen is er één MTB aanwezig (van 07.00 uur tot 19.00 uur): hij loopt dan op regelmatige basis controlerondes en blijft daarnaast beschikbaar vanuit de wachtpost: de magistraten en personeelsleden die op weekenddagen de gebouwen betreden, brengen de MTB's op de hoogte van hun aankomst en vertrek. In overleg van de Procureur des Konings wordt sinds 2009 een verhoogd toezicht in de gerechtsgebouwen georganiseerd, meer bepaald door het opvolgen van de in- en uitstroom van gedingpartijen, advocaten en bezoekers.
5.
Zijn
de
lokalen
in
goede
staat?
Worden
ze
goed
onderhouden
?
Ja, Het gerechtsgebouw en administratief gebouw zijn in zeer goede staat en worden door het onderhoudspersoneel en huisbewaarder zeer goed onderhouden. Kleine herstellingswerken worden, in samenspraak met de dienst “Infrastructuur” en de Regie der Gebouwen, indien mogelijk systematisch uitgevoerd door de huisbewaarder, die evenwel hiervoor slechts zeer beperkt beschikbaar is (is binnen de gerechtsgebouwen aanwezig vanaf 07.30 uur tot 11.30 uur).
Spijtig genoeg worden noodzakelijke herstellingen aan ingebouwde apparatuur van de keuken op de derde verdieping van het administratief gebouw Kasteelstraat 1, niet meer voor betaling in aanmerking genomen door de F.O.D. Justitie, waardoor deze apparaten niet meer gebruikt kunnen worden. Dit beperkt uiteraard het aanwezige keukenpersoneel in de uitvoering van hun werk.
Door de beperktere beschikbaarheid van de medewerkers “onderhoud” – ingevolge nietvervanging van vertrekkers om budgettaire redenen en langdurige afwezigheden wegens
186
ziekte (8,1 VTE t/o 13) - is de onderhoudsfrequentie drastisch gedaald. Grote inspanningen worden geleverd om alles goed te blijven onderhouden
5. Zijn ze degelijk uitgerust (verlichting, meubilair, telefonie, informaticavoorzieningen) voor het vervullen van de dienst waarvoor ze gebruikt worden ?
Ja.
De telefoniecentrale, geïmplementeerd in het gerechtsgebouw “Academia”, Kasteelplein 11, wordt bemand in overleg met andere diensten en rechtbanken die ervan deel uitmaken:
voormiddag (excl. woensdag): medewerker Parket P.d.K. (vanuit operatorpost in gebouw Kasteelstraat 1);
namiddag (excl. woensdag): medewerker griffie REA (vanuit operatorpost in gebouw Kasteelplein 1);
woensdag: onthaalmedewerkster Arbeidsrechtbank (vanuit centrale operatorpost in gebouw Kasteelplein 11).
Deze werkwijze draagt ieders voldoening. De samenwerking en wisselwerking is voorbeeldig.
6. Is er voldoende ruimte om te parkeren voor het personeel ?
Neen, en dit sedert begin 2010, door het wegvallen van de parking Wezenstraat, en er ter plaatse gestart werd met de bouw van een nieuwe gevangenisafdeling in het verlengde van de bestaande gevangenis.
Ter vervanging werd door de Regie der Gebouwen inhuring gedaan van 60 parkeerplaatsen in de nieuwe Vinci-parking “De Warande”, in de onmiddellijke nabijheid van het gerechtsgebouw “Het Kasteel”. Deze 60 parkeerplaatsen worden verdeeld onder de magistraten en medewerkers van rechtbank eerste aanleg, parket P.d.K., politierechtbank, arbeidsrechtbank, arbeidsauditoraat en 187
vredegerecht van het kanton Turnhout en voldoen uiteraard geenszins (60 = 1/3 van het aantal statutaire medewerkers binnen deze jurisdicties) aan de behoeften.
Niet-betalend parkeren is slechts mogelijk op geruime wandelafstand van de gerechtsgebouwen. Er werd naar oplossingen gezocht:
optimaal gebruik van de beschikbare parkeerplaatsen (vb. 1 plaats gebruikt door 2 magistraten – in functie van hun zittingsdagen);
magistraten/medewerkers, woonachtig in Turnhout of in een beperkte straal rond Turnhout kregen alleszins geen parkeerplaats toegewezen;
carpooling.
Het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets voor het woon-werkverkeer is merkelijk gestegen. Desondanks, zou het aantal beschikbaar parkeerplaatsen mogen opgetrokken worden, minstens naar 1/3 van het totale personeelsbestand, zowel STATUTAIR als CONTRACTUEEL.
7. Is er voldoende ruimte om te parkeren voor de klant (advocaten, publiek, leverancier, etc)? Gaat het om een eigen parkeerterrein ? Schets kort de voorzieningen op dat vlak. Gerechtsgebouwen zijn gelegen in het centrum van de stad. In de onmiddellijke omgeving was het aantal parkeerplaatsen (buiten de aanwezige betaalparkings) binnen de onmiddellijke omgeving van het gerechtsgebouw tot nul herleid; de stad Turnhout liet in de loop van 2010 het parkeren in de centrumstraten nog enkel toe aan bewoners (verplichte bewonerskaart). Begin 2012 werden de centrumstraten terug opengesteld voor parkeerders (parkeermeters met hoog uurtarief): het betreft evenwel slechts een beperkt aantal plaatsen, die dagdagelijks snel ingenomen worden. Buiten de centrumstraten, geldt het systeem van kort- en betaalparkeren (lagere tarifiëring) in een ruime periferie.
8. Is de signalisatie in het gebouw (de gebouwen) of de site adequaat ? Geef kort de toestand weer daarbij rekening houdend met zowel het personeel als de klant en de wettelijke verplichtingen dienaangaande? Zeer adequaat. Werd als dusdanig ook geëvalueerd door de Interne dienst Preventie en Bescherming van het rechtsgebied van het Hof van Beroep te Antwerpen. 9. Zijn de gebouwen en lokalen toegankelijk voor personen met een handicap ? Geef kort de toestand weer. Ja, nodige voorzieningen zijn aanwezig: 188
-
in gerechtsgebouw: lift en speciale lift voor rolstoelgebruikers;
-
in administratief gebouw: lage drempels en ruime lift.
10. Wordt in ieder gebouw waar het rechtscollege gehuisvest is, de wetgeving over het welzijn op het werk nageleefd ? Ja en werd als dusdanig ook geëvalueerd door de Interne dienst Preventie en Bescherming van het rechtsgebied van het Hof van Beroep te Antwerpen.. Aan de opmerkingen, geformuleerd naar aanleiding van de jaarlijkse rondgang in de gerechtsgebouwen door I.D.P.B., wordt – in samenwerking met de Regie der gebouwen – zo snel als mogelijk een oplossing gegeven.
INFORMATICA
1.
Heeft het rechtscollege intranet 11 en is elkeen (magistraten en griffiepersoneel) daarop aangesloten ? Geef toelichting.
Iedereen heeft toegang tot het Intranet, zelfs het niet-griffiepersoneel (medewerkers “schoonmaak” en medewerkers “toezicht en beheer”).
2.
Welke informatie wordt via het intranet aan het personeel aangeboden ? Op welke wijze en door wie wordt dit aanbod beheerd ?
Standaard “Intranet” (aanbod beheerd door FOD Justitie). Een interne website van de rechtbank staat ter beschikking van de magistraten van de zetel, de griffiers en het griffie-personeel. Iudexnet Het is een intranet, bedoeld voor de magistraten, gerechtelijke stagiairs en juristen van de zetel en voor de leden en personeelsleden van de griffie en dat alleen voor hen toegankelijk is. Het vormt de tegenhanger van Omptranet, dat reeds enkele jaren bestaat voor de parketten. Het is toegankelijk via de computers op het netwerk van justitie, of elders mits gebruik van de laptops die ter beschikking werden gesteld door de FOD Justitie. De bedoeling is om op nationaal en lokaal niveau nuttige informatie ter beschikking te stellen. Het systeem is niet bedoeld voor het beheer van dossiers en komt dus niet in de plaats van enig reeds bestaand systeem of programma.
11
Intern informaticanetwerk dat informatie verstrekt, uitsluitend toegankelijk voor leden van de organisatie.
189
De plaatselijke verantwoordelijken binnen de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout, de zogenaamde “local content managers” (LCM's), zijn rechter Rudi Vinckx en griffier Eddy Sneyders. Zij kunnen plaatselijk informatie toevoegen en de toegang beheren, wat ook effectief wordt gedaan. De inhoud werd in 2014 geactualiseerd. Wat de Rechtbank zelf betreft, kunnen dienstregelingen, dienstnota's, verslagen van vergaderingen en werkingsverslagen worden geraadpleegd, naast andere praktische informatie. Niet iedereen heeft toegang tot alle gegevens.
3.
Is de uitwisseling van bepaalde informatie tussen personen aan de hand van e-mail gemeengoed voor alle personeelsleden ? Schets bondig de toestand op dat vlak en geef daarbij aan voor welke informatieverstrekking het gebruikt wordt ?
Ja, Alle informatie die binnen de rechtbank dient uitgewisseld (organisatie, dienstregelingen, opleidingen, wetteksten, enz.), wordt via e-mail verspreid.
4.
Is internet voor ieder personeelslid beschikbaar ? Beschrijf kort de toestand en geef daarbij aan voor welke informatievoorziening internet gebruikt wordt.
Zie 1., 2. en 3.
5.
Heeft het rechtscollege een website ? Zo ja, vermeld het adres.
Ja, sinds 01.09.2014 (www.rechtbankeersteaanlegantwerpen).
Wat de Jeugdrechtbank – Kasteelplein 11 betreft: De jeugdrechters beschikten tot oktober 2012 ieder over een vaste PC welke geïnstalleerd was in het kabinet. Op 18 oktober 2012 werd deze vaste PC weggehaald en moest er voortaan verder gewerkt worden met de laptop welke reeds ter beschikking was gesteld aan de magistraten in december 2010, maar die volledig werden geherinstalleerd en geüpdated. Deze maatregel is voor de jeugdrechters niet ideaal. Bij kabinetsbesprekingen, voorleiding en verhoor van minderjarigen moet er immers door de griffier een verslag opgesteld worden. Indien de laptop thuis vergeten wordt (vonnissen worden meestal thuis gemaakt) heeft de griffier geen computer om de verslagen op te stellen.
Er is een printer in elk kabinet. Via de laptop kan van thuis uit via de VPN –verbinding de e-mail (just.fgov.be) geraadpleegd worden.
190
Er is een specifiek computerprogramma voor het aanmaken van fiches en opslaan van dossiergegevens. De griffie beschikt over een kopieermachine en een faxtoestel. De jeugdrechters zijn permanent bereikbaar via een GSM. Er is tevens één GSM beschikbaar voor de griffiers, die dan telkens de GSM moeten doorgeven aan elkaar op het einde van hun dienst. Aanpassingen laptops magistraten De in 2010 aan de magistraten geleverde laptops werden – in het kader van het project “Standaardisatie van de werkposten” – in de loop van het tweede semester 2012 geherinstalleerd en geüpdated (zie hiervoor “Wat de Jeugdrechtbank betreft”). De laptops werken – in tegenstelling tot wat werd vermeld in de vorige werkingsverslagen – nu wel naar behoren en worden door de magistraten ook effectief gebruikt, zowel thuis als op de rechtbank zelf. Project “Standaardisatie van de werkposten” Algemeen: Geen veranderingen t.o.v. 2012: in 2012 werd de uitrol van de nieuwe werkposten binnen de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout gerealiseerd; een desktopwerkomgeving werd gecreëerd waardoor iedereen over dezelfde performante computer beschikt met hetzelfde besturingssysteem (WIN7), mailplatfom en Officepakket. De bestaande applicaties bleven bestaan. Updates van de programma’s worden door de ICT-dienst van de FOD Justitie regelmatig geactiveerd.
DOCUMENTATIEDIENST
1.
Is er een documentatiedienst (= dienst die documenten verzamelt en verspreidt, en op verzoek actief documenten opspoort) ? Is er een bibliotheek ? Preciseer duidelijk over wat voor dienst het gaat.
Situatie ongewijzigd.
2.
Is het één enkele documentatiedienst en/of bibliotheek voor het rechtscollege ? Of gaat het om een documentatiedienst en/of bibliotheek die gedeeld wordt met andere organisatiedelen van de rechterlijke organisatie omdat deze bijvoorbeeld in hetzelfde gebouw zijn ondergebracht? Of bestaat er binnen het rechtscollege een
191
opdeling in verschillende documentatiediensten en /of bibliotheken waar te nemen ? Of gaat het om een combinatie hiervan ? Beschrijf kort en bondig de situatie.
Eigen bibliotheek binnen Rechtbank van Eerste Aanleg De bibliotheek balie Turnhout werkt sinds het tweede semester 2007 nauw samen met de rechtbank bibliotheek en werd ook ondergebracht op dezelfde locatie als deze van de rechtbank (3de verdieping gerechtsgebouw “Het Kasteel”, Kasteelplein 1). Er een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen rechtbank van eerste aanleg en balie te Turnhout (2009) inzake de gemeenschappelijke rechtsbibliotheek, die iedere werkdag tussen 09-12 u open wordt gehouden. Een magistraat van de zetel werd aangeduid om, samen met een lid van de Raad van de Orde, een en ander in goede banen te leiden. De Jeugdrechtbank beschikt over een gespecialiseerde, zij het beperkte, bibliotheek. Bij inwilliging van de vraag tot aankoop van welbepaalde boeken of tijdschriften, worden deze bij levering overgemaakt aan de Jeugdrechtbank en er geklasseerd. Documentatie wordt bijgehouden door de griffier.
3.
Wie beheert de documentatiedienst en/of bibliotheek ? Leg kort uit.
Afdelingsvoorzitter van de Rechtbank Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout, in samenspraak met een daartoe aangeduide magistraat. Gelet op de samenwerking met de balie wordt er overleg gepleegd met de heer Stafhouder.
4.
Hoe wordt de collectie van de bibliotheek bijgehouden/bijgewerkt ?
Situatie ongewijzigd: Nieuwe of verbeterde publicaties worden opgevolgd. Binnen het jaarlijks ter beschikking gestelde budget worden in functie van -
noodzaak;
-
specifieke vragen tot aankoop van de magistraten; 192
-
nieuwe wetgeving en evoluties in bestaande wetgeving,
aankopen gedaan.
5.
Oefent een personeelslid of team de functie van documentalist uit ? Welke kwalificatie (graad, diploma, opleiding) heeft dat personeelslid of hebben die personeelsleden?
Situatie ongewijzigd: Verschilt: -
eigen documentatie bijgehouden door de magistraat zelf;
-
binnen de onderzoekskabinetten: documentatie bijgehouden door de griffier van onderzoeksrechter;
-
binnen de jeugdrechtbank: documentatie bijgehouden door de griffier van de jeugdrechter.
de
In tegenstelling tot het Parket beschikt de Zetel niet over een eigen documentatiedienst. Specifiek wat de griffietaken betreft, beschikt de afdelingsgriffier-wn. hoofdgriffier over een eigen documentatie.
6. Wordt de wetgeving er continu bijgehouden ? Zijn de wetgevingdossiers volledig (bijvoorbeeld met de voorbereidende werken ) ?
De wetgeving wordt continu bijgehouden. Er zijn geen wetgevingsdossiers. Documentatieoverzichten worden bezorgd via de Eerste Voorzitter van het Hof van Beroep te Antwerpen (a.o. van de sector Strafrecht: kamers ten gronde en K.I. en de sector burgerlijk) (thans via e-mail).
BUDGET
193
Hoe groot is het budget “kleine onkosten” dat aan het rechtscollege werd toegekend ?
€ 6.132,00 wat 2014 betreft (€ 8.350,00 in 2013).
Voor welke uitgaven wordt dat budget aangewend ?
Situatie ongewijzigd: Aankoop van boeken, aankoop materiaal voor de magistraten, inbinden van boeken en tijdschriften, briefpapier en omslagen kabinet voorzitter.
Hoe werkt dat budget ?
Situatie ongewijzigd: De FOD Justitie houdt het jaarbedrag ter beschikking. Gans het jaar door worden de nodige bestellingen geplaatst. Maandelijks worden de bestelbons en facturen overgemaakt aan de FOD Justitie. FOD doet betalingen binnen het toegestane krediet.
Is dat budget toereikend ? Leg uit.
De laatste jaren wordt dit budget “kleine onkosten” systematisch verminderd, dit uiteraard in functie van de beperktere financiële draagkracht binnen de FOD Justitie. Het budget is niet langer toereikend, nu het budget nodig voor het inbinden van boeken (o.a vonnissen, beschikkingen ...) jaarlijks stijgt. Er wordt getracht voor iedere magistraat een beperkte bibliotheek uit te bouwen welke aangepast is aan haar/zijn specifieke opdrachten. Aandacht wordt getrokken op de slome administratieve afhandeling van de betalingen der facturen. Paperassen zonder einde.
Hoe groot is het budget « representatiekosten » dat aan het rechtscollege werd toegekend ?
€ 420,00 in 2014 (2013: 500,00 euro).
194
Welke uitgaven worden door dat budget gedekt ?
Het budget wordt grotendeels gebruikt om de representatie bij bijzondere gelegenheden te financieren.
Hoe werkt dat budget ?
Situatie ongewijzigd: De F.O.D. Justitie houdt het jaarbedrag ter beschikking. De onkostennota en bewijzen van aankoop producten worden overgemaakt.
Is dat budget toereikend ? Leg uit.
Ook hier reeds enkele jaren op rij vermindering van het bedrag dat ter beschikking wordt gesteld van de korpschef ingevolge financiële mogelijkheden binnen FOD Justitie. Het budget is ontoereikend en bereikt nauwelijks het niveau van de symboliek. Minstens zouden er bijkomende budgetten ter beschikking dienen gesteld voor bijzondere gebeurtenissen, zoals ontvangst van delegaties van het Hof van Beroep, van andere rechtbanken, voor gelegenheden als inrustestellingen personeel, uitnodigingen allerhande .... Het budget zou zonder problemen het niveau mogen bereiken van de kleine onkosten.
195
ORGANISATIE 1.
Geef bij middel van een schema het organogram 12 van het rechtscollege weer (of hoe de terechtzittingen voor de vrederechters en de politierechters zijn georganiseerd).
Tot 31.03.2014
Hoofdgriffier: ↔ K. Van Den Kieboom
Voorzitter: R. Heylen Stagemeesters (2)
Evaluatoren (2) + Overlegvergadering:
plvv. (2)
Ondervoorzitters P. Peeters F. Caers M. Liesse
Sector « Burgerlijk »
sector « Familierecht »
Sector « Strafrecht »
Rechters – toegevoegde rechters (correctionele en burgerlijke zittingen) Onderzoeksrechters – Jeugdrechters
12
Vanaf 01.04.2014
Schema dat de structuur van het korps weergeeft met de onderscheiden organen en hoe zij zich onderling tot elkaar verhouden, eventueel met een korte beschrijving van de uitgeoefende functies.
Voorzitter REA ANTWERPEN B. Willocx
REA Antwerpen – afdeling Antwerpen REA Antwerpen – afdeling Mechelen
DIRECTIECOMITE
REA Antwerpen – afdeling Turnhout
↓ Rechtbank Eerste Aanleg Antwerpen Afdeling Turnhout Afdelingsgriffier: ↔ K. Van Den Kieboom
Afdelingsvoorzitter: R. Heylen Stagemeesters (2)
Overlegvergadering: Ondervoorzitters P. Peeters F. Caers M. Liesse
Sector « Burgerlijk »
Sector “Srafrecht”
Sector “Familie- en jeugdrechtbank” Familierechtbank
Jeugdrechtbank
Rechters - (correctionele en burgerlijke zittingen) - beslagrechters Onderzoeksrechters – Jeugdrechters 197
2.
Geef de dienstregeling 13 van het rechtscollege (of de wekelijkse activiteiten voor de vrederechters en politierechters).
TOESTAND t/m 31.08.2014
Correctionele zittingen:
Maandag
Veertiende Kamer
1ste maandag sociale misdrijven, overige maandagen correctionele zaken (gemeenrecht)
Dinsdag
Veertiende Kamer
één rechter
Correctionele zaken, waaronder de zaken rond intrafamiliaal geweld, hormonen, voedselveiligheid en milieu
één rechter
Raadkamer Zeventiende Kamer Woensdag
Dertiende Kamer
Correctionele zaken - drie rechters
Donderdag
Dertiende Kamer
Hogere beroepen rechtbank & correctionele
politie-
zaken (1ste & 3de week pol.beroepen) – 3 rechters Vrijdag
Veertiende Kamer
Correctionele zaken, waaronder misdrijven en hormonen wetgeving
econ.
- één rechter
Raadkamer
13
Lijst voor de regeling van de dienst, zoals bepaald in artikel 316 Ger. W.
198
Zeventiende Kamer
Burgerlijke zittingen:
Maandag
Derde Kamer
Inleidingen hoger beroep + pleitzaken beroepen vredegerecht - drie rechters
Vijfde Kamer
Korte Gedingen Dinsdag
Zesde Kamer
Beslagrechter
Pleitkamer - één rechter
Inleidingen + - (wn.) voorzitter rechtbank
behandeling
Pleitkamer - één rechter
Inleidingen (dagv.) + behandeling - beslagrechter
E.O.T.’s
1ste en 2de verschijningen - één rechter
Arrondissementsrechtbank
woensdag
Eerste Kamer
1ste dinsdag van de maand
Inleidingskamer - één rechter
Bureau voor Rechtsbijstand
- één rechter
Achtste Kamer
Pleitkamer (tijdelijk opgeheven)
199
- één rechter Donderdag
Tweede Kamer
Inleidingskamer (echtscheidingen + familiezaken) + behandeling - één rechter
Pleitkamer Negende Kamer
- één rechter
Inleidingen + behandeling
Vrijdag
Korte Gedingen
- (wn.) voorzitter rechtbank
Vierde Kamer
Pleitzaken drie rechters
(week 2, 4 en 5)
Tiende Kamer
beroepen politierechtbank -
Pleitzaken - één rechter
Eenzijdige verzoekschriften Voorzitter : alle dagen – Voorzitter Eenzijdige verzoekschriften Beslagrechter: alle dagen – Beslagrechters Getuigenverhoren: op maandag- en donderdagnamiddag (indien nodig op de andere namiddagen).
Zittingen Jeugdrechtbank:
Maandag
Twaalfde Kamer
1ste en 3de maandag: - correctionele zaken – zaken ten gronde – jeugdbeschermingsdossiers – jaarlijkse herzieningen plaatsingen
woensdag
Elfde Kamer
wekelijks - burgerlijke zaken (SKNE,
200
PGO, adopties, toestemming huwelijk e.a.)
2de en 4de woensdag: - correctionele zaken – zaken ten gronde jeugdbeschermingsdossiers – jaarlijkse herzieningen plaatsingen
BIJKOMEND (namiddag) 2de en 4de woensdag: uithandengevingen (2 leden cfr. art. 259sexies , §1.1°, 3de lid Ger. W. + corr. rechter) Bijzondere Kamer
vrijdag
wekelijks: burgerlijke zaken (SKNE, PGO, adopties, toestemming huwelijk e.a.)
TOESTAND VANAF 01.09.2014 (inwerkingtreding wet Familie- en
jeugdrechtbank) (Reglement Rechtbank Eerste Aanleg Antwerpen m.i.v. 12.08.2014 – BS 09.09.2014).
TC = Turnhout correctioneel; TB = Turnhout burgerlijk; TJ = Turnhout jeugdrechtbank (prot.); TF = Turnhout familierechtbank
Maandag
Burgerlijk
Correctioneel
TB3 / TB3a
TB5
Beroepen Vred.
Burg. – 1 rechter
TC3 201
Corr. – 1 rechter Jeugdrb. – prot.
TJ1 Prot. (1-3-5)
Familierechtbank
TF1
TF4
TF6
TF7
Inleidingszitting
Inl.+Behand. – gehuwd met kind.
M.S.
Coll. – H.B. geesteszieken (12.00 u)
Dinsdag
Burgerlijk
Correctioneel
TBKg
TB6
TBe
KG (11.30 u)
Burg. – 1 rechter
Beslag
TC3
TC4
Corr. – 1 rechter
Raadkamer
EOT’s – 2de versch. (t/m 12/14
Jeugdrb. – prot. Familierechtbank
TF4 Behand. – gehuwd met kind. (nog niet actief)
Woensdag
Burgerlijk
Correctioneel
TB1
TRb
TB8
Inleidingen
Bureau rechtsbijstand
Burg. – 1 rechter (nog niet actief)
TC1 Corr. - collegiaal
Jeugdrb. – prot.
TJ3
202
Uithandengeving Collegiaal (2-4) Familierechtbank
TF5
TF6
Inl. + behand.
M.S.
Samenw.+kind
Donderdag
Burgerlijk
TB9 Burg. – 1 rechter
Correctioneel
Jeugdrb. – prot.
TC2 / TC2a
TC3
Pol. Beroepen
Corr. – 1 rechter
(1-3)
(2-4-5)
TJ2 Prot. (2-4-5)
Familierechtbank
TF2
TF3
TF4
TF6
Inl.+Behand.
Inl.+Behand.
M.S.
Alg. Fam. + fam.HB
Gehuwd zonder kind.
Inl.+Behand. – gehuwd met kind.
(09.00-10.30 u)
(vanaf 10.30 u)
Vrijdag
Burgerlijk
Correctioneel
TBKg
TB4 / TB4a
KG – 11.30 u
Pol. Beroepen (2-45)
TC3
TC4
Corr. – 1 rechter
Raadkamer
203
Jeugdrb. – prot. Familierechtbank
TF5
TF6
TF10
Inl.+Behand.
M.S.
Vereffeningverd./nal./schenk.
Samenw.+kind
Eenzijdige verzoekschriften Voorzitter : alle dagen – Voorzitter Eenzijdige verzoekschriften Beslagrechter: alle dagen – Beslagrechters Getuigenverhoren: op maandag- en donderdagnamiddag (indien nodig op de andere namiddagen).
Bijkomende opmerkingen: Werkwijze m.b.t. inleidingen, pleitzittingen, vaststellingen en vervangingen: uitvoerig omschreven in het werkingsverslag 2007.
Nieuwe zaken worden op de inleidingskamer verwerkt volgens het hieronder aangebracht schema:
Inleidingskamer – nieuwe zaken Vonnissen (op de bank) - verstekken - aanstelling deskundige - akkoord - in korte debatten /
Partijen akkoord met 1) akkoord partijen rol conclusie-kalender op (afstand inleidingszitting conclusietermijnen) → 747 §1 Ger. W. 2) akkoord partijen uitstel (korte debatten – 735 Ger. W.) (+ vroegere 2de inleiding)
Geen akkoord partijen conclusie-
Op zitting:
Op zitting:
Op zitting:
- inlichtingen m.b.t. rechtsdag
1)
- zaak verwijzen naar de Rol bevoegde Kamer.
- akkoord partijen
termijnen/geen akkoord rolverwijzing of uitstel → 747 § 2 Ger. W.
204
- bekrachtiging conclusietermijnen + rechtsdagbepaling - beschikking geven (met rep.nr.) cfr. art. 747 §1 - §2 derde lid Ger. W. - beschikking op P.V. terechtzitting
(afstand conclusietermijnen) op zittingsblad akteren: - zaak naar Rol bevoegde Kamer; 2) - akkoord partijen uitstel op zittingsblad akteren; - zaak uitstellen op 4 weken, waarna toepassing art. 747 §2 Ger. W. en rechtsdag wordt verleend voor de bevoegde kamer.
Na zitting:
Na zitting:
Na zitting:
- kennisgeving vonnissen
- redactie beschikking, 1) / cfr. art. 747 §1 Ger. W. 2) kennisgeving uitstel - kennisgevingen (art. cfr. art. 735 §§1, 1 en 2 747 §1, 747 §2 derde Ger. W. lid 747 §2 vierde lid (!! onsplitsbaar geschil Ger. W. – art. 735 §5 Ger. W. kennisgeving tekst 735 §5 Ger. W.)
205
Rolafroeping – inleidingskamer (1ste kamer):
Vanaf 01 september 2011 wordt er geen rolafroeping meer georganiseerd en krijgen de zaken hun bestemming of worden zij behandeld op het ogenblik dat de raadslieden en/of gedingpartijen zich aanbieden ter zitting. Dit systeem heeft na enkele weken geleid tot een vlotter en efficiënter zittingsverloop.
In 2014 werd dit systeem behouden er werden er geen wijzigingen aangebracht.
Opvolging bevolen deskundige opdrachten: Het systeem van opvolging van gerechtsdeskundigen wordt, op alle zittingen, verder aangehouden. Het systeem bestaat er in dat de zaak, na opdrachtgeving aan de deskundige, steeds op vaste termijn in voortzetting wordt gesteld tot aan de neerlegging van het eindverslag. Het laat partijen toe betwistingen aangaande de deskundige opdracht voor te leggen alvorens de zaak ten gronde wordt behandeld.
Beslagrechter: Het systeem van fixatie van zaken op een vastgesteld uur, dat in het verleden is toegepast, kan worden aangehouden. Het geniet de grote voorkeur van de balie.
Opvolging notarissen, gelast met bewerkingen vereffening-verdeling: Wanneer er zich problemen voordoen bij de afhandeling van de bevolen vereffening-verdeling, wordt op verzoek van de raadslieden van partijen de zaak op de zitting vastgesteld: de betreffende notaris kan zo door de rechtbank worden uitgenodigd om toelichting te komen geven ter zitting. De nieuwe wet van 13 augustus 2011 (B.S.. 14.09.2011), m.i.v. 01.04.2012, biedt de gedingpartijen en de notaris-vereffenaar een veelheid aan mogelijkheden en garanties voor een optimale en efficiënte afwikkeling van de vereffening-verdeling.
206
OVERLEGSTRUCTUREN
1. Beschrijf kort de structuur van het intern overleg (overleg binnen het rechtscollege).
n)
Algemene Vergadering van de Rechtbank:
Algemene Vergaderingen worden aangewend als een instrument van dialoog en interne democratie; items welke op de rechtbank in haar totaliteit betrekking hebben kunnen worden besproken.
De Algemene Vergadering wordt regelmatig bijeengeroepen, zowel om te voldoen aan een aantal wettelijke verplichtingen, zoals de goedkeuring van het werkingsverslag van het rechtscollege, de aanwijzing van adjunct-mandaten en bijzondere mandaten enz., als als middel van algemeen beheer en overleg tussen de leden van het rechtscollege. Van de Algemene Vergadering wordt alzo gebruik gemaakt om de vakantieregeling op te stellen, zaken te bespreken welke alle leden aanbelangen, gewijzigde wetgeving uiteen te zetten, enz.
Beslissingen genomen tijdens een algemene vergadering worden uitgevoerd en opgevolgd, o.m. door goedkeuring verslag A.V. op volgende vergadering, opvolging door korpsoverste, opvolging door sectorhoofden.
In 2014 werd – binnen de rechtbank eerste aanleg Turnhout - een A.V. gehouden op 29 januari en 25 maart 2014.
Vanaf 01 april 2014 worden de algemene vergaderingen gehouden binnen de Rechtbank Eerste Aanleg Antwerpen (afdelingen Antwerpen, Mechelen, Turnhout).
b) Beleidsvergaderingen ondervoorzitters:
Binnen de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout, en vanaf 01.04.2014 Rechtbank Eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout, bestaat er sinds een aantal jaren een vaste overlegstructuur, waarbij voorzitter/afdelingsvoorzitter en ondervoorzitters – op welbepaalde tijdstippen – samenkomen ter bespreking van het beleid binnen de rechtbank.
Teneinde de optimale werking van de rechtbank/afdeling te garanderen worden de ondervoorzitters immers ingeschakeld in het beleid van de rechtbank/afdeling, cfr. het door de voorzitter/afdelingsvoorzitter opgemaakte beleidsplan. 207
Aan de ondervoorzitters werden specifieke bevoegdheden gedelegeerd - in permanent overleg met de voorzitter/afdelingsvoorzitter – en uitgeoefend.
Ook het management van de sectorwerking werd aan de ondervoorzitters toevertrouwd.
Uitgangspunt hierbij was dat, om binnen deze middelgrote rechtbank/afdeling (thans bestaande uit 18 rechters, waarvan 3 ondervoorzitters) tot een efficiënt management te komen, het nuttig en wenselijk is het ondervoorzitterschap samen te laten vallen met het voorzitterschap van de sectoren.
In 2014 waren er enkele informele vergaderingen/besprekingen met de ondervoorzitters.
c) Sectorieel overleg:
De sectoren werden in 2008 herleid tot drie sectoren, aan de leiding waarvan telkens een ondervoorzitter staat: Op die wijze werd aldus een opdeling gemaakt in: 2.
sector burgerlijk recht;
3.
sector strafrecht, en
4.
sector familierecht.
Het sectoreel overleg werd alzo tot 30.03.2014 georganiseerd.
Elk van de drie ondervoorzitters gaf leiding aan de sector die hem is toegewezen en draagt verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van zijn/haar sector. Omtrent de werking van die sector vond er regelmatig overleg plaats met de voorzitter, aan wie de ondervoorzitters hieromtrent verantwoording dienen te geven.
De ondervoorzitters hadden als taak regelmatig sectorvergaderingen te organiseren voor de rechtstakken die hem/haar zijn toegewezen, in functie van: * uitwisselen van informatie, * bestuderen van knelpunten van uiteenlopende rechtspraak.
Gelet op deze omvangrijke taak werden de ondervoorzitters hierin bijgestaan door een jonge collega. 208
Op die manier werden enerzijds de jonge collega's betrokken bij het beleid, wat hun motivatie zal verhogen, en vonden zij anderzijds voor problemen, bezorgdheden en eventuele suggesties rechtstreeks een klankbord binnen de rechtbank. Het draagvlak voor het beleid binnen de rechtbank werd op die manier eveneens versterkt.
Verder werd aan elke sector een griffier toegevoegd, gelast met het opmaken van de verslagen van de vergaderingen.
Vanaf 01 april 2014 werd het sectoreel overleg georganiseerd binnen de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen (3 afdelingen samen): -
sector burgerlijk
-
sector familierechtbank
-
sector jeugdrechtbank (protectioneel)
-
sector strafrechter
-
sector onderzoek.
Maken deel uit van de sectorvergadering: -
een vertegenwoordiging van magistraten uit de 3 afdelingen / sector;
-
een vertegenwoordiging van griffiers uit de 3 afdelingen / sector.
Informele Vergadering:
f)
Informele vergaderingen lenen zich – gelet op het meer persoonlijk en vertrouwelijk karakter – beter tot discussies m.b.t. onderlinge relaties en verdiensten; ze vormen vaak een aanvulling op de algemene vergaderingen en worden in die zin aangewend om de algemene vergadering voor te bereiden en sommige punten ervan in detail uit te werken.
g)
Er is regelmatig overleg, op een niet-gestructureerde wijze, met de ondervoorzitters en rechters.
Buiten de formele overlegstructuren is er veelvuldig overleg en contact binnen de leden van de Rechtbank, waarvan een groot gedeelte regelmatig gebruik maken van het cafetaria en het goed uitgerust restaurant, tijdens de pauzes en lunches.
209
2. Is er gestructureerd verticaal overleg met andere organisatiedelen van de rechterlijke organisatie (bijvoorbeeld tussen de rechtbank en Hof van beroep, met Hof van Cassatie, enz…) ? Zo ja, beschrijf kort met wie en hoe dat geregeld is en geef daarbij de belangrijkste doelen en resultaten aan, aan de hand van onderstaande tabel.
Sinds 2009 wordt er door de Eerste Voorzitter een periodiek en gestructureerd overleg georganiseerd met de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg en koophandel van het ressort.
Deze vergaderingen worden tweemaandelijks gehouden, afwisselend in de verschillende vestigingsplaatsen van de rechtbanken van eerste aanleg en koophandel. In 2014 vonden de vergaderingen (t/m 31.03.2014) plaats op: - 06 februari 2014; - 11 maart 2014.
Regelmatig is er tevens overleg op het niveau van de sectoren en worden er vergaderingen belegd tussen de sectoren van het Hof van beroep en deze van de rechtbanken van eerste aanleg (provincie Antwerpen).
3.
Is er gestructureerd horizontaal overleg met andere organisatiedelen van de rechterlijke organisatie (bijvoorbeeld met parketten, andere rechtscolleges, enz.) ? Zo ja, beschrijf kort met wie en hoe dat geregeld is en geef daarbij de belangrijkste doelen en resultaten aan, aan de hand van onderstaande tabel.
Sinds enkele jaren werd de conferentie van de Vlaamse voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg opgericht. Deze conferentie komt op geregelde tijdstippen samen, met name in 2014 op: 31 januari 2014 (Tongeren), 20 maart 2014 (Gent) en 16 mei 2014 (Ieper).
Aan deze vergaderingen wordt steeds actief deelgenomen, door de voorzitter zelf.
Er werden onderwerpen behandeld die alle rechtbanken van eerste aanleg aanbelangen, zoals
210
werkwijze tolken-vertalers, samenwerking referendarissen, deonthologie, veiligheid, werklastmeting, enz.
Ook is het de bedoeling om onder elkaar gegevens uit te wisselen in verband met juridische problemen waarmee de korpsoversten binnen hun rechtbank worden geconfronteerd.
Aansluitend hierop werd een e-mail-groep geopend, welke dezelfde functie heeft als de vergaderingen.
Sinds 2008 wordt er een meer gestructureerd overleg georganiseerd tussen de voorzitter en de procureur des Konings. Op regelmatige basis wordt er overleg gepleegd tussen de voorzitter en de procureur des Konings. Ook de hoofdgriffier en de hoofdsecretaris zijn hierbij aanwezig.
In 2014 werd er vergaderd (afdelingsvoorzitter – afdelingsprocureur – afdelingsgriffier – wn. afdelingssecretaris) op: 24 september 2014. Agendapunten: zitting politieberoep (TC2) en organisatie restaurant/keldercafetaria.
Verder worden er op deze overlegmomenten ook de gezamenlijke randactiviteiten besproken zoals de organisatie van een gezamenlijke nieuwjaarsreceptie en een Just-jogging, met aansluitende barbecue.
Anderzijds, indien er zich problemen voordoen, wordt steeds persoonlijk contact genomen en worden deze problemen in onderling overleg besproken.
Binnen de rechtbank eerste aanleg Turnhout functioneerde een commissie “Overleg AdvocatuurMagistratuur”. Een protocol kwam tot stand op 21 mei 1999; het werd aangevuld op 31 mei 2002. Sinds medio 2007 worden er terug op regelmatige basis vergaderingen georganiseerd, dit in hoofdzaak in functie van problemen die zich manifesteren naar aanleiding van de implementatie van nieuwe wetgevingen.
In 2014 kwam deze commissie niet samen. Wel werd er – in de aanloop naar de opstart van de Familie- en jeugdrechtbank – de nieuwe organisatie van de familie- en jeugdrechtbank aan de balie voorgesteld en toegelicht op 25 juni 2014 (voorzitter B. Willocx heeft deze vergadering voorgezeten). Deze informatievergadering werd druk bijgewoond door de balie. 211
Daarnaast is er regelmatig informeel overleg tussen de voorzitter en de stafhouder, o.m. omtrent de bibliotheek, veiligheidsmaatregelen, organisatie zittingen, ....
De Conferentie van Nederlandstalige beslagrechters vergaderde nog steeds éénmaal per kwartaal.
Een gelijkaardig systeem bestaat bij de Jeugdrechters en de Onderzoeksrechters.
Specifiek in 2014 (m.b.t. gerechtelijke hervorming – wet m.b.t. de oprichting van de Familie- en jeugdrechtbank).
In aanloop naar 01 april 2014 werd er door de 3 rechtbanken eerste aanleg binnen de provincie Antwerpen regelmatig overlegvergaderingen voor de voorzitters gehouden m.b.t. de organisatie van de provinciale rechtbank: -
06 januari 2014
-
14 februari 2014
-
22 mei 2014.
Hetzelfde gebeurde m.b.t. de oprichting van de Familie- en jeugdrechtbank per 01 september 2014. In dit verband werden er zeer regelmatig overlegvergaderingen (organisatie zittingen / werkprocessen / implementatie nieuwe wetgeving) georganiseerd met deelnemers uit de 3 rechtbanken eerste aanleg (vanaf 01.09.2014 afdelingen): -
06 januari 2014;
-
14 februari 2014
-
24 april 2014
-
16 juni 2014
-
30 juni 2014
-
25 augustus 2014
-
23 oktober 2014
-
18 november 2014. 212
Aan deze overlegvergaderingen werd zeer actief voorzitters/afdelingsvoorzitters, magistraten zetel en griffiers.
deelgenomen
door
de
DIRCOM-vergaderingen (vanaf 01.04.2014)
Vanaf 01 april 2014 wordt er periodiek vergaderd door de leden van het directiecomité van de rechtbank eerste aanleg Antwerpen. Deze vergaderingen vonden doorgang op 28 mei 2014, 04 en 18 juni 2014, 02 juli 2014, 03, 10 en 17 september 2014, 01, 15 en 29 oktober 2014, 12 en 26 november 2014 en 16 december 2014.
5. Is er gestructureerd overleg met de actoren die extern zijn aan de rechterlijke organisatie (balie, FOD Justitie, enz.) ? Zo ja, beschrijf kort met wie en hoe dat geregeld is en geef daarbij de belangrijkste doelen en resultaten aan, aan de hand van onderstaande tabel.14.
Beschrijving
Doelen / Resultaten
14
Aangezien de vragenlijst voor alle rechtscolleges identiek is, is het mogelijk dat sommige overlegstructuren niet van toepassing zijn.
213
Beschrijving De magistraten van het rechtscollege
- Op geregelde tijdstippen worden algemene vergaderingen georganiseerd, o.a. ingevolge de door de wet opgelegde verplichtingen (werkingsverslag, aanwijzing in adjunctmandaten en bijzondere mandaten, aanwijzing evaluatoren);
Doelen / Resultaten - bespreken van problemen waarmee alle magistraten geconfronteerd worden; - uniformiteit in rechtspraak; - overleg.
de algemene vergadering is het ideale forum om overleg te plegen en te discussiëren over bepaalde punten; - Overleg kan tevens gebeuren in kleinere groepen (sectoren); - De onderzoeks- en jeugdrechters vergaderen eveneens (informeel) op zeer geregelde tijdstippen.
De magistraten van een ander rechtscollege/andere rechtscolleges
- Sectorele vergaderingen
- uniformiteit
binnen het ressort Hof van
- overleg
Beroep.
- contacten met collega’s
- Informele contacten met collega’s van andere rechtbanken, o.a. bij problemen. - Gegevensuitwisseling via de e-groep van Vlaamse magistraten. - Beslagrechters en Jeugdrechters ontmoeten elkaar regelmatig binnen het Nederlandstalig landsgedeelte.
214
Beschrijving
Doelen / Resultaten
Unie van de Voorzitters van de - Regelmatige bijeenkomsten - uniformiteit Rechtbanken van Eerste met voorzitters - overleg Nederlandstalige REA (o.a. Aanleg overleg over de problemen - gegevensuitwisseling waarmee de korpsoversten te kampen hebben, vergelijking procedures in de verschillende rechtbanken).
Andere rechtscolleges
- Informele vergaderingen met voorzitters van de andere rechtscolleges binnen het arrondissement.
- bespreking onderwerpen van gemeenschappelijk belang (vb; gebouwen, huisvesting, veiligheid …)
Het parket
- Formeel overleg op - uniformiteit regelmatige basis en verder informeel overleg met P.d.K., - overleg wanneer de noodzaak zich - beperken vergissingen/fouten voordoet. - Overleg met parketmagistraten o.a. naar aanleiding van vergissingen in dagvaardingen en vaststellingen in strafzaken.
De hoofdgriffier/afdelingsgriffier en het personeel
- Dagdagelijkse informele gesprekken tussen voorzitter en hoofdgriffier/afdelingsgriffie r
- continu overleg en bespreking (dienstregelingen, bijstand aan de rechter, opvolging, bijsturing ….) op een ongedwongen en soepele wijze
- Informele gesprekken met de griffiers-hoofden van dienst wanneer er zich problemen voordoen of m.b.t. aanpassingen werkmethodes e.a. De gerechtelijke diensten
/
/
(vb. gevangenissen)
215
Beschrijving De politiediensten : - de gerechtelijke diensten - de andere diensten
De FOD Justitie : - Het centraal bestuur - de Justitiehuizen - Andere
Doelen / Resultaten
- Vergaderingen/bijeenkomsten waarbij nieuwe werkwijzen/technieken worden voorgesteld
- informatie
- Contacten worden onderhouden met de administratie van de F.O.D. Justitie; deze administratie blijkt zeer gewillig en is steeds bereid om zeer snel de gewenste inlichtingen te verschaffen.
- bekomen van inlichtingen enz. - aanvragen materiaal / personeel
- Aanvragen materiaal: wordt moeilijker – aanvragen worden bijna constant afgewezen bij gebrek aan de nodige kredieten.
- Vergaderingen met justitiehuis (zowel met de directie als de justitie-assistenten) en maandelijks worden verslagen uitgewisseld m.b.t. de stand van de dossiers, werklast en planning in de toekomst. - afspraken m.b.t. bevolen maatschappelijke onderzoeken; -korps telt 2 plvv. voorzitters probatiecommissie, waardoor geregeld overleg -doel: terugkoppeling werkstraffen/voorwaarden.
216
Beschrijving De balie
- Commissie overleg advocatuur-magistratuurgriffie-parket (binnen REA Turnhout) (heeft geleid tot een protocol-akkoord, dat zeer goed wordt nageleefd en opgevolgd).
Doelen / Resultaten - uniformiteit; - overleg; - vereenvoudiging procedures; - afspraken i.v.m. werking rechtbank, zittingen enz.
- Informele contacten met stafhouder en advocaten De gerechtsdeurwaarders
- Neen, geen formeel overleg, / indien er zich een probleem stelt, wordt er contact opgenomen. - Gegevens m.b.t. zittingen, vakantieregelingen worden uitgewisseld (brief, e-mail)
Het notariaat
- Informele vergaderingen
- uniformiteit; - overleg; - afspraken i.v.m. procedures, werking rechtbank, zittingen enz.
De Hoge Raad voor de Justitie
- Contact gebeurt via Conferentie van de NL.Voorzitters;
Informatie omtrent concrete werking en moeilijkheden
De vrederechters en de - Sectorieel overleg plaatsvervangende (burgerlijk/ vrederechters/De rechters in strafrecht) de politierechtbank en de plaatsvervangende rechters in de politierechtbank
- uniformiteit;
Andere (te verduidelijken):
Bezoekers
- een meer open justitie
PUBLIEK
Bijwonen zittingen door studenten/leerlingen
- opvolging
Studentenstages
Specifiek wat de Onderzoekskabinetten betreft: 217
Er bestaat frequent formeel en informeel overleg met het openbaar ministerie om een goede samenwerking te bevorderen.
De onderzoeksrechters worden nog steeds uitgenodigd op het ARO (arrondissementeel recherche overleg). Op deze maandelijkse vergaderingen wordt, onder leiding van de procureur des Konings, met de lokale politiezonechefs en hun recherchecoördinatoren en met de verantwoordelijken van de federale gerechtelijke politie (FGP), overleg gepleegd inzake een gerichte aanpak van criminaliteitsfenomenen, juridische problemen, e.d. meer. Er wordt enkel gevolg gegeven aan de uitnodiging indien er specifieke punten worden behandeld die betrekking hebben op de onderzoekskabinetten.
De onderzoeksrechters nemen tevens deel aan de gestructureerde debriefings die samen met de federale gerechtelijke politie georganiseerd worden kort na het politioneel afsluiten van omvangrijke onderzoeken . Deze hebben ondermeer als doel op permanente wijze de kwaliteit en de uitvoering van gerechtelijke onderzoeken te evalueren.
Er bestaat overleg tussen de onderzoeksrechters onderling, met het justitiehuis inzake de vrijheid onder voorwaarden, met de dienst slachtofferonthaal, en met de dienst herstelbemiddeling.
De onderzoeksrechters worden betrokken bij het overleg van de sector strafrecht en de sector KI/Raadkamer.
Specifiek van de Jeugdrechtbank betreft: Er is regelmatig informeel overleg tussen de jeugdrechters met als doel de uniformiteit van de rechtspraak te bevorderen, zowel op burgerlijk gebied als op strafrechtelijk gebied en in verband met de werking van de jeugdrechtbank. Ook met de Voorzitter van de Rechtbank is er regelmatig overleg over de organisatie van de jeugdrechtbank. Er is regelmatig (informeel) overleg met de parketmagistraten, belast met jeugdzaken, in het algemeen betreffende de toepassing van de wetgeving of initiatieven en in individuele zaken met betrekking tot voorleiding, verwittiging van ouders en/of tolk , in bewaring nemen en uitvoering van beslissingen en de organisatie van de zittingen. Met de griffiers van de jeugdrechtbank is er continue overleg in verband met de bijstand aan de rechters, de werkmethodes e.a. Binnen de balie van Turnhout is er een jeugdcel. Met de afgevaardigde hiervan is er overleg in functie van een optimale bijstand van de minderjarige waarvan een dossier hangende is bij de jeugdrechtbank. De jeugdpermanentie organiseert soms vormingsmomenten waarop de jeugdrechters worden uitgenodigd.
218
De Unie van Nederlandstalige jeugdmagistraten is zeer actief. Zij volgt de wetgevende ontwikkelingen op de voet en organiseert overlegvergaderingen. Dit laatste jaar staan er vele wijzigingen in de regelgeving op de agenda, zowel vanuit het federaal niveau als vanuit de Vlaamse gemeenschap. Wat de VOS-zaken betreft, werd het decreet dd.12.07.2013 betreffende ‘De Integrale Jeugdhulp’ een feit. Het trad in werking op 1/3/2014. Door dit decreet wordt het hele hulpverleningslandshap hervormd. De jeugdrechters werden in dit verband meermaals gevraagd adviezen te geven, naar vergaderingen te gaan, opmerkingen te formuleren wat een supplementaire belasting is. Zo wordt tevens in het kader van de zesde staatshervorming de bevoegdheid voor het bepalen van de maatregelen als reactie op de jeugddelicten (de MOF-zaken) overgeheveld van federaal naar de gemeenschappen. Er wordt daartoe een ‘groenboek’ opgesteld. Hetzelfde geldt voor de gezinsbijslagen. Ook hiervoor staan er verschillende vergaderingen gepland en worden jeugdmagistraten gevraagd om mee te helpen aan de voorbereiding van vergaderingen enz. Dit is naast het gewone werk zeer tijdrovend. In 2012 zijn er 3 vergaderingen door de Unie van de Vlaamse jeugdrechters georganiseerd. De communicatie tussen de Nederlandstalige jeugdmagistraten is echter buiten deze vergaderingen zeer frequent. De jeugdmagistraten zijn immers aangesloten op een emailgroep. Deze e-mailgroep van jeugdmagistraten heeft een debatforum gecreëerd, waarlangs discussiepunten worden voorgelegd en belangrijke informatie wordt verspreid onder de Vlaamse jeugdmagistraten, zowel eerste aanleg als beroep. Er is zeer regelmatig overleg met de consulenten van de sociale dienst, zowel individueel in het kader van een bepaald dossier als collectief ter bespreking en optimalisering van de samenwerking. Daarnaast is er tevens overleg met de diensten werkzaam binnen de jeugdbescherming, zoals comités voor bijzondere jeugdzorg, bemiddelingscommissie, afgevaardigden van instellingen en allerlei hulpverlenende instanties en politie. Instellingen nodigen de jeugdrechters uit om kennis te maken met hun nieuwe systemen en werking. Ongeveer tweemaandelijks is er overleg met de stuurgroep Caft waarop o.a. wordt nagedacht over de totstandkoming en de invulling van de maatregelen welke door de nieuwe Jeugdwet werden ingevoerd zoals Hergo, herstelbemiddeling, nieuwe vormingspakketten voor de minderjarigen. De jeugdrechters worden uitgenodigd in de Begeleidingsgroep van het Provinciaal Vereffeningsfonds voor minderjarigen. Er is regelmatig overleg tussen Justitie-Psychiatrie. De justitieassistenten van het Justitiehuis worden jaarlijks eveneens uitgenodigd om samen met de andere magistraten die hen aanstellen de stand van zaken, werklast en planning te bespreken. Omwille van de nog steeds grote interesse van de maatschappij in de gebeurtenissen rond het jeugdrecht, wordt de jeugdrechtbank meermaals gevraagd om stagiaires (meestal studenten criminologie en rechten of studenten uit de hogeschool – richting Rechtspraktijk) te begeleiden/ te ontvangen voor interviews en hen zittingen te laten volgen, te sturen in hun thesissen. De jeugdrechtbank Turnhout verleent haar medewerking aan wetenschappelijke onderzoeken van universiteiten indien gevraagd. Er worden soms parlementaire vragen door het parket doorgespeeld aan de Jeugdrechtbank met verzoek deze te beantwoorden. Al deze voormelde besprekingen en vergaderingen vermeld in afdeling ‘overlegstructuren’ en verwachtingen van de maatschappij ten aanzien van de Jeugdrechtbank vergen heel wat uren/dagen. Deze talrijke bijkomende engagementen van de jeugdrechters zijn uiteraard een noodzakelijk onderdeel voor de goede werking van de jeugdrechtbank maar zijn erg belastend om het eigenlijke werk van de jeugdrechtbank in de gepaste termijnen te kunnen volbrengen. 219
De wet voorziet een jaarlijks bezoek aan instellingen. Regelmatig overleg in de instelling komt de belangen van de minderjarige immers ten goede en betekent een grote ruggensteun en erkenning van de begeleiding, die dagelijks met de jongere werkt. De jeugdrechters bezochten dit jaar meerdere instellingen om kennis te maken met de begeleiding en inzicht te krijgen in de werking ervan. Het “Atrium”-overlegmodel
In het kader van de modernisering van het directoraal-generaal rechterlijke organisatie, werd door de F.O.D. Justitie in 2011 het overlegmodel “Atrium” gelanceerd.
Bedoeling van het project is via 3 overlegniveau's: gebruikersfora account review meetings; service review meeting, te komen tot: de verhoging kwaliteit dienstverlening; het afstemmen van de dienstverlening op behoeften van de rechterlijke orde; gestructureerd overleg; uniforme dienstverlening; aansluiting bij de modernisering van de FOD Justitie en de overheid in het algemeen.
De hoofdgriffier/afdelingsgriffier fungeert binnen deze overlegstructuur als: vertegenwoordiger REA Turnhout, correspondent voor de rechtbanken van het arrondissement Turnhout.
In 2014 was er binnen dit project geen overleg.
220
STATISTIEKEN BETREFFENDE INKOMENDE EN UITGAANDE DOSSIERS EN HANGENDE ZAKEN
1. Verschillen de gegevens die het rechtscollege registreert van deze die door de Federale Overheidsdienst Justitie worden aangemaakt en gepubliceerd ?
Neen, voor zover het de gegevens betreft die door C.I.V. worden aangemaakt.
2. In bevestigend geval, geef aan waarin ze verschillen (eventueel per materie te specificeren) en geef, wanneer dit het geval is, duidelijk aan welke rol het eigen systeem van registratie en verwerking van gegevens speelt in de werking van het rechtscollege.
Aantal hangende zaken – Correctioneel + Politieberoepen
Correctionele zaken Hangende zaken
Politieberoepen 814
01.01.01 Nieuwe zaken
2.012
602
1.880
288
01.01.2004
31
Nieuwe zaken
175
Hangende zaken
40
01.01.03 1.669
2003 Hangende zaken
Hangende zaken
2002
01.01.03 Nieuwe zaken
174
01.01.02
2002 Hangende zaken
Nieuwe zaken 2001
01.01.02 Nieuwe zaken
22
01.01.01
2001 Hangende zaken
Hangende zaken
Arbeidszaken
Nieuwe zaken
166
2003 307
Hangende zaken 01.01.2004
45
Hangende zaken
11
01.01.2004 221
Nieuwe zaken
1.752
2004 Hangende zaken
301
1.689
226
1.508
438
1.578
489
1.462
398
1.390
34
Nieuwe zaken
Hangende zaken
Nieuwe zaken
Hangende zaken
Nieuwe zaken
423
Hangende zaken
136
2010
Nieuwe zaken
28
520
Hangende zaken
31.12.2010
(incl. arb. z.)
31.12.2010
Nieuwe zaken
1483
Nieuwe zaken
5
Nieuwe zaken
69
Hangende zaken
16
Nieuwe zaken
73
Hangende zaken
16
01.01.2008 120
Nieuwe zaken
88
2008 23
Hangende zaken
23
01.01.2009 119
Nieuwe zaken
65
2009 27
Hangende zaken
16
31.12.2009 93
2010
Hangende zaken
Hangende zaken
2006
31.12.2009 1423
55
01.01.2007
2009
31.12.2009 Nieuwe zaken
Hangende zaken
Nieuwe zaken
2006
01.01.2009
2009 Hangende zaken
204
2008
01.01.2009 Nieuwe zaken
Nieuwe zaken
9
01.01.2006
01.01.2008
2008 Hangende zaken
32
2007
01.01.2008 Nieuwe zaken
Hangende zaken
Hangende zaken
2005
01.01.2007
2007 Hangende zaken
211
2006
01.01.2007 Nieuwe zaken
Nieuwe zaken
54
01.01.2005
01.01.2006
2006 Hangende zaken
161
2005
01.01.2006 Nieuwe zaken
Hangende zaken
Nieuwe zaken 2004
01.01.2005
2005 Hangende zaken
191
2004
01.01.2005 Nieuwe zaken
Nieuwe zaken
Nieuwe zaken
46
2010 21
Hangende zaken
12
31.12.2010 141
Nieuwe zaken
46
222
2011 Hangende zaken
2011 498
31.12.2011 Nieuwe zaken
1584
556
1570
601
31.12.2014
29
Nieuwe zaken
Hangende zaken
1581
Nieuwe zaken
136
Hangende zaken 31.12.2014
44
Hangende zaken
20
Nieuwe zaken
51
2013 30
Hangende zaken
20
31.12.2013 128
2014 515
Nieuwe zaken
31.12.2012
31.12.2013
2014 Hangend zaken
Hangende zaken
18
2012
2013
31.12.2013 Nieuwe zaken
117
31.12.2012
2013 Hangende zaken
Nieuwe zaken
Hangende zaken 31.12.2011
2012
31.12.2012 Nieuwe zaken
19
31.12.2011
2012 Hangende zaken
Hangende zaken
2011
Nieuwe zaken
30
2014 17
Hangende zaken
?
31.12.2014
Burgerlijke zaken – hangende zaken
223
2003 Hangende zaken
2004 3.014
01.01.03 Nieuwe zaken
2.089
Nieuwe zaken
3.012
Hangende zaken 31.12.2004
2005
2006 3.043
01.01.2005 Nieuwe zaken
Hangende zaken
2.168
Nieuwe zaken
2.997
Hangende zaken 31.12.2006
2007
2008 2.922
01.01.2007 Nieuwe zaken
Hangende zaken
2.343
Nieuwe zaken
2.922
2.942
2332
2008 2.942
Hangende zaken
31.12.2007
31.12.2008
2009
2010
Hangende zaken
2.079
01.01.2008
2007 Hangende zaken
2.997
2006
31.12.2005
Hangende zaken
3.043
01.01.2006
2005 Hangende zaken
2.200
2004
31.12.2003
Hangende zaken
3.012
01.01.2004
2003 Hangende zaken
Hangende zaken
2.716
01.01.2009
Hangende zaken
2.716
2.372
01.01.2010
Nieuwe zaken 2009
2.388
Nieuwe zaken 2010
2.375
Hangende zaken
2.372
Hangende zaken
1.985
31.12.2009
31.12.2010
2011
2012
Hangende zaken
1.985
01.01.2011 Nieuwe zaken 2011
Hangende zaken
2.019 224
01.01.2012 2.447
Nieuwe zaken 2012
2.252
-- In 2014 afgehandelde zaken: 2.156
Burgerlijke zaken – inleidingen Algemene rol (incl. scheidingen en beslag)
2000
1.844 waarvan beslag: waarvan scheidingen:
2001
238
1.939 waarvan beslag:
145
waarvan scheidingen: 360 2002
1.956 waarvan beslag:
128
waarvan scheidingen: 340 2003
2.089 waarvan beslag:
158
225
waarvan scheidingen: 357 2004
2.200 waarvan beslag:
212
waarvan scheidingen: 355 2005
2.168 waarvan beslag:
212
waarvan scheidingen: 346 2006
2.079 waarvan beslag:
172
waarvan scheidingen: 342 2007
2.343 waarvan beslag:
180
waarvan scheidingen: 405 2008
2.332 waarvan beslag: waaran scheidingen:
2009
143 552
2388 waarvan beslag:
175
waarvan scheidingen: 418 2010
2375 waarvan beslag:
154
waarvan scheidingen: 432 2011
2.447 waarvan beslag: waarvan scheidingen:
2012
420
2.252 waarvan beslag: waarvan scheidingen:
2013
176
188 370
2.223 waarvan beslag:
155 226
waarvan scheidingen: 2014
368
1.982 waarvan beslag: 146 waarvan scheidingen (t/m 31.08.2014): 177
EOT – aantal nieuwe zaken
2000
746
2001
930
2002
1.007
2003
1.014
2004
988
2005
1.107
2006
1.106
2007
1.176
2008
1.120
2009
933
2010
903
2011
831
2012
857
2013
800
2014
671
Korte gedingen - inleidingen
2000
429
2001
454 227
2002
436
2003
425
2004
441
2005
442
2006
433
2007
429
2008
492
2009
486
2010
485
2011
488
2012
454
2013
442
2014
319
2014 = 319, waarvan 162 vorderingen in voorlopige maatregelen tijdens echtscheidingsprocedure (t/m 31.08.2014).
Burgerlijke zaken (nieuw) – Jeugdrechtbank
2000
249
2001
274
2002
292
2003
301
2004
293
2005
412
2006
415
2007
462
2008
443
2009
495
2010
555
228
2011
566
2012
547
2013
545
2014
311 (t/m 31.08.2014)
Jeugdbeschermingszaken – nieuwe vorderingen
2000
127
2001
132
2002
238
2003
205
2004
245
2005
253
2006
244
2007
219
2008
264
2009
399
2010
328
2011
352
2012
288
2013
281
2014
255
Onderzoekskabinetten
229
Algemeen:
Aantal nieuwe
200 3
200 4
200 5
200 6
200 7
200 8
200 9
201 0
201 1
201 2
201 3
201 4
500
488
452
489
509
626
513
490
531
473
517
531
104
117
108
138
163
130
216
107
137
184
220
288
-
21
26
37
37
101
57
33
27
48
42
21
dossiers OR: Aantal miniOnderzoeken Aantal rogatoire Opdrachten
Franchimont (wet 12.03.1998)
Verzoekschrift en
200 3
200 4
200 5
200 6
200 7
200 8
200 9
201 0
201 1
201 2
201 3
201 4
Art. 28 sexies § 5 1
0
0
0
0
0
0
0
0
4
0
0
Art. 28 octies § 8
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Art. 61 ter § 2
52
53
52
64
75
89
79
68
96
115
106
155
Art. 61 ter § 5
0
0
0
0
0
5
2
3
2
3
3
1
Art. 61 ter § 6
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Art. 61 quater § 42 2
63
40
38
75
34
38
52
45
49
49
69
Art. 61 quater § 0 5
0
0
0
0
0
1
0
0
8
10
6
Art. 61 38 quinquies § 2
40
29
28
43
57
47
60
56
57
88
62
Art. 61 0 quinquies § 4
0
4
0
0
0
0
0
0
19
25
20
Art. 61 sexies § 1 0
0
1
1
1
3
0
2
3
4
0
0
Art. 61 sexies § 4 0
0
0
0
0
0
0
0
0
4
0
0
Art. 127 al. 4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Art. 90 septies
-
-
-
-
-
-
-
-
1
0
0
0
230
Totaal
133
156
126
131
194
188
167
185
203
228
281
313
Verklaringen
200 3
200 4
200 5
200 6
200 7
200 8
200 9
201 0
201 1
201 2
201 3
201 4
Art. 28 sexies § 4
3
4
3
1
1
0
2
4
0
4
4
1
Art. 28 octies § 7
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Art. 61 quater § 5
11
16
1
5
20
7
9
12
13
8
10
6
Art. 61 quinquies 7 §4
13
12
10
3
17
8
22
19
19
25
20
Art. 61 sexies § 4
-
-
-
-
-
-
-
-
7
4
0
0
Art. 61 sexies § 8
0
0
0
2
0
1
0
1
0
0
0
0
Totaal
21
33
16
18
24
24
19
39
39
35
39
27
231
EVOLUTIE VAN DE WERKLAST WERKLASTMETING
2.
Maakt u gebruik van een instrument om de werklast van de magistraten van het rechtscollege te meten ? Zo ja, geef een korte beschrijving van dat instrument en zijn voordelen en gebreken. Geef daarbij de frequentie van gebruik aan. Schets de evolutie van de werklast die ermee werd vastgesteld.
Het enige instrument van de werklastmeting is de persoonlijke ervaring van de voorzitter en de magistraten wat het zetelen in de diverse kamers betreft.
Werklastmeting enkel en alleen op basis van het aantal vonnissen is onvoldoende om inzicht te krijgen in de werklast.
Nochtans is het mogelijk om tot een cijfermatige vergelijking over te gaan tussen kamers welke gelijksoortige zaken behandelen. In dat geval geeft een cijfermatige vergelijking een beeld van de inzet en de competentie weer van de betrokken magistraat.
De cijfermatige vergelijking is tevens van aard om zicht te bekomen op de effectief gebruikte pleitduur op de zitting en op het gemiddelde rendement wat mag worden verwacht van een magistraat, gelast met gelijksoortige zaken.
Nochtans is een cijfermatige vergelijking niet determinerend.. Zulke vergelijking is zeker niet van aard om de moeilijkheidsgraad van een bepaalde materie te meten. Alhoewel, gemeten over een langere periode, kan ook de cijfermatige vergelijking een nivelering tot stand brengen wat de moeilijkheidsgraad van soortgelijke kamers betreft.
5.
Heeft u initiatieven genomen om het bestaande systeem te verbeteren ? Zo ja, welke ?
Neen, bij gebreke aan een verder instrument.
Het Vast Bureau Statistiek en Werklastmeting (protocol dd. 04 juni 2008) startte in 2013 met werklastmetingsproject over de afdelingen van de rechtbanken van eerste aanleg (met subonderdelen: correctioneel, burgerlijk, jeugd, onderzoek, raadkamer en surtab) opgestart. Het werklastmetingsrapport werd in 2014 gefinaliseerd. 232
Het voorlopig synthesemateriaal dat einde 2013 werd vrijgegeven had reeds een duidelijke “malfit” weer tussen de personeelsbehoefte en de personeelsbeschikhaarheid (een pertinent tekort aan personele middelen) vastgesteld.
Deze bevinding werd bevestigd in het eindrapport (juni 2014). Uit het rapport blijkt dat de personeelsbehoeften het grootst zijn binnen de rechtbanken van eerste aanleg te Antwerpen, Turnhout en in Mechelen. Precies deze drie rechtbanken hebben zich vanaf 01 april 2014 verenigd in de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen.
Het tekort aan personele middelen heeft zich in 2014 duidelijk gemanifesteerd op de werkvloer, met steeds wisselende samenstelling van takenpakketten en bijkomende opdrachten voor de medewerkers tot gevolg, wat zich navolgend vertaalde in stresstoestanden, met steeds meer afwezigheden wegens ziekte.
6.
Geef de evolutie van de werklast sinds de werklastmeting weer.
Er wordt gestreefd naar een gelijkmatige verdeling van de werklast.
Met de vaststelling van een stijgende werklast wordt rekening gehouden bijv. uitbreiding van het aantal jeugdrechters en het gelijkmatig verdelen van de burgerlijke partijstellingen bij de onderzoeksrechters, onafhankelijk van de dienstperiodes.
Wat de correctionele zaken betreft
Het aantal nieuw ingeleide correctionele zaken kende in 2014 (1581) quasi een status quo t.o.v. 2013 (1570).
Het aantal ingeleide correctionele zaken, dat sinds 2001 (2.012) wel met meer dan 25 % was gedaald, met als gevolg dat ook het aantal uitgesproken vonnissen systematisch daalde, kent sinds 2010 terug een stijging. Het aantal dalende vaststellingen door het O.M. bleek alsdan het rechtstreeks gevolg van de vermindering van het capaciteitstekort van magistraten binnen het parket. 233
Het Parket Antwerpen tracht thans – binnen haar 3 afdelingen – de doorlooptijden van de strafdossiers beperkter te houden, wat resulteert in meer dossiers op de zittingen, meer zaken in beraad en correctionele vonnissen in stijgende lijn.
Het aantal nieuwe zaken “Hogere beroepen politierechtbank” en “Arbeidszaken” is in 2014 gedaald t.o.v. 2013 (128 t.o.v. 136 en 30 t.o.v. 51).
Wat de burgerlijke zaken betreft
Het totale aantal nieuwe burgerlijke zaken (algemene rol) kende in 2014 een daling van meer dan 10 % (10,9 %) ( 2.223 in 2013 – 1.982 in 2014). Deze daling dient enerzijds gerelateerd te worden aan het economisch klimaat (dure procedures, verzekeringsmaatschappijen die zich minder snel tot de rechtbank richten) en anderzijds aan de wijzigingen van de bevoegdheden, ingevolge de wetten m.b.t. de gerechtelijke hervorming (per 01.04.2014) en de invoering van een familie- en jeugdrechtbank (per 01.09.2014).
Tot en met 31.08.2014 werden er 177 nieuwe echtscheidingsvorderingen (excl. EOT) ingeschreven. Dit aantal is gemiddeld lager dan de voorbije jaren (370 in 2012 en 368 in 2013) en wellicht te wijten aan het feit dat in de eerste helft van 2014 in afwachting van de wet m.b.t. de invoering van een familie- en jeugdrechtbank een afwachtende houding werd aangenomen.
Juiste concrete cijfers omtrent het aantal nieuwe vorderingen vanaf 01.09.2014 zijn niet voorhanden en worden ook ons ook niet ter beschikking gesteld door de statistische steundienst van het College van Hoven en Rechtbanken die ons – wat 2014 betreft – slechts beperkte statistische gegevens bezorgden.
Beslagzaken: zie hieronder.
Wat betreft de zaken ingeleid voor de voorzitter van de rechtbank, zetelend zoals in kort geding, zijn de cijfers – ingevolge de wet m.b.t. de invoering van een familie- en jeugdrechtbank – onduidelijk.
234
In 2014 werden er 319 zaken ingeschreven op de rol der korte gedingen. Tot en met 31.08.2014 betroffen 162 van het totaal aantal inleidingen vorderingen in voorlopige maatregelen tijdens de echtscheidingsprocedures. Verdere statistische gegevens hieromtrent zijn wat 2014 onbetrouwbaar.
Wat de Jeugdrechtbank betreft:
Wat de burgerlijke zaken betreft zijn – ook om reden van de wet m.b.t. de invoering van een familie- en jeugdrechtbank en de hiermee gepaard gaande reorganisatie van de zittingen – de cijfers onbetrouwbaar, waardoor vergelijking niet mogelijk is: -
Tot en met 31.08.2014 werden er 311 nieuwe burgerlijke zaken jeugdrechtbank ingeschreven;
-
Vanaf 01.09.2014 t/m 31.12.2014 werden er op de zittingen (Familierechtbank - TF5) die vorderingen behandelen m.b.t. kinderen van niet-gehuwde partijen 172 zaken ingeschreven; deze zaken maakten – voor 01.09.2014 – alleszins deel uit van de burgerlijke zaken jeugdrechtbank;
-
Cijfergegevens m.b.t. het aantal zaken – vorderingen m.b.t. kinderen na echtscheiding zijn niet voorhanden (thans zitting Familierechtbank – TF4 – gehuwden/ex-gehuwden).
Het aantal “nieuwe” vorderingen jeugdbeschermingszaken kende in 2014 een verdere daling: van 352 in 2011, naar 288 in 2012, naar 281 in 2013 en aar 255 van 2014.
Wat de Onderzoekskabinetten betreft:
Voor het jaar 2014 is er een stijging -
Van 2,7 % van het aantal dossiers dat in onderzoek wordt gegeven;
-
Van 30 % van aantal mini-onderzoeken (vorig jaar reeds met 20 % en meer dan een verdubbeling t.o.v. 2011).
Het aantal rogatoire opdrachten halveerde dan weer (2013: 42 – 2014: 21).
235
Ook de verschillende verzoekschriften “Franchimont” blijven jaarlijks stijgen, globaal in 2014 met 6,5 %
De tendens van steeds omvangrijkere dossiers, de grotere moeilijkheidsgraad, en het frequenter gebruik van bijzondere opsporingsmethodes, blijft. De strafonderzoeken zijn ook steeds meer grensoverschrijdend. Het typisch karakter van zaken eigen aan de streek verdwijnt.
Het aantal dossiers blijft min of meer gelijkmatig verdeeld binnen de drie onderzoekskabinetten (nieuwe zaken 2014 = 513 = 185 + 185 + 161).
Wat het beslag betreft:
-
Algemene rol:
Het aantal nieuw ingeleide beslagprocedures kende een weerom daling, thans 6 %: van 188 in 2012 naar 155 in 2013 en 146 in 2014;
-
Eenzijdige verzoekschriften: Op eenzijdig verzoek wordt de beslagrechter de laatste jaren steeds quasi in zelfde mate bevraagd (2011 – 300, 2012 – 302 – 2013 – 301; 2014: 297).
WERKLASTVERDELING
1.
Op basis van welke criteria wordt de werklast onder de magistraten van het rechtscollege verdeeld?
Er wordt rekening gehouden met de anciënniteit van de rechter, zijn ervaring, zijn voorkeuren en eventuele onverenigbaarheden. Aan de magistraten wordt bij hun benoeming formeel en informeel gevraagd welke materie hun voorkeur wegdraagt. Hiermede wordt, zoveel als mogelijk, naar gelang de noodwendigheden van de dienst rekening gehouden. 236
Zo zal een pas benoemde rechter aanvankelijk de bestaande noden van het korps dienen in te vullen, om – van zodra zulks mogelijk is – de materie die de voorkeur wegdraagt toegewezen te krijgen.
Voorkeur wordt gegeven aan iedere magistraat wekelijks eenzelfde kamer toe te wijzen, zodat een vergelijking tussen de prestaties binnen soortgelijke kamers mogelijk is.
Iedere magistraat draagt tevens een eigen verantwoordelijkheid voor het beheer van een specifieke kamer.
Bij voorkeur wordt een magistraat, welke wekelijks alleen zetelt, wekelijks ook toegewezen aan een kamer met drie rechters, zodanig dat er ook, naast het alleen zetelen, collegiaal in een kamer met drie rechters kan worden gezeteld.
Het aantal dossiers per burgerlijke zitting wordt vastgelegd op basis van de door de advocaten gevraagde pleitduur. Voor courante zaken komt dit neer op 5 à 6 dossiers per zitting.
Wat de correctionele zittingen betreft gebeurt dit op initiatief van het parket
Maandelijks worden, in de burgerlijke kamers, rapporten opgesteld aangaande de verloren pleitduur. De desbetreffende dossiers worden gecontroleerd naar de redenen van het verlies van pleitduur. Desgevallend worden terzake opmerkingen geformuleerd.
Via de toepassing van art.770 Ger.W. houdt de voorzitter toezicht op de termijn van de overschrijding van het beraad. In 2014 werden quasi alle zaken binnen de maand na het in beraad nemen gevonnist.
Specifiek
wat
de
Jeugdrechtbank
betreft:
In de jeugdbeschermingszaken zijn de twee jeugdrechters afwisselend een week van dienst, telkens van donderdag 16 uur tot de daaropvolgende donderdag 16 uur. De zaken die binnenkomen worden beurtelings toegewezen aan de twee jeugdrechters.
237
De collocatie-zaken worden eveneens verdeeld tussen de twee jeugdrechters, ieder om beurt, behalve indien het om een collocatie gaat van een minderjarige die reeds door een bepaalde jeugdrechter wordt gevolgd. De zaken na uithandengeving worden door de twee jeugdrechters samen dan wel door de jeugdrechter die niet betrokken was bij de zaak vóór uithandengeving behandeld. Bij ziekte of afwezigheid van een jeugdrechter wordt deze vervangen door de andere jeugdrechter.
Tot 31.08.2014: In burgerlijke zaken, inclusief de adoptiezaken, wordt het aantal nieuwe verzoekschriften gelijkmatig verdeeld over de verschillende zittingen. Ook wordt de rechter die zetelt in burgerlijke zaken bij eventuele afwezigheid vervangen door één der jeugdrechters of door de rechter die zetelt in de andere burgerlijke kamer van de jeugdrechtbank.
Vanaf 01.09.2014: Vanaf 01 september 2014 worden deze zaken behandeld door de rechters in de Familierechtbank (maatregelen m.b.t. de kinderen ex-gehuwden door de kamers TF4 en m.b.t. de kinderen van nietgehuwden door de kamers TF5) en worden gelijkmatig verdeeld over de verschillende zittingen. Iedere maand verifieert de afdelingsvoorzitter, samen met de griffier-hoofd van dienst burgerlijke griffie (griffier van de rollen), of de balans op de vergelijkbare zittingen in evenwicht blijft.
Specifiek wat de Onderzoeksrechters betreft:
De drie onderzoeksrechters zijn afwisselend een week van dienst, telkens van donderdag 17.30 uur tot de daaropvolgende donderdag 17.30 uur. De zaken die dan tijdens de dienstweek binnenkomen worden in regel verder behandeld door de tijdens die week dienstdoende onderzoeksrechter.
De dossiers, ingeleid met burgerlijke partijstelling, worden door de voorzitter van de rechtbank, evenredig verdeeld onder de onderzoeksrechters.
2. Worden de magistraten op de hoogte gebracht van die criteria ?
Ja, via persoonlijke contacten van de voorzitter en via de algemene 238
vergadering.
3. Hoe gebeurt die verdeling in de praktijk? Wordt controle uitgeoefend op de verdeling en wie stuurt het proces van de verdeling bij ?
Wanneer een magistraat zich beklaagt over te grote werkdruk, wordt dit onderzocht door de voorzitter en worden de beschikbare gegevens voorgelegd en gecontroleerd. Indien nodig wordt zulks voorgelegd aan de algemene vergadering.
In het verleden waren er klachten over de te hoge werkdruk binnen de jeugdrechtbank en werd er (op het vlak van het ressort van het Hof van Beroep te Antwerpen) in een uitbreiding van het kader voorzien door toewijzing van een toegevoegde rechter.
Bij de onderzoeksrechters werd gezorgd voor een gelijkmatige verdeling van de burgerlijke partijstellingen. Deze regeling bleef ook in 2014 gehandhaafd. Er wordt ook ernstige controle uitgeoefend door de Kamer van Inbeschuldigingststelling.
Bij ziekte of andere afwezigheden wordt nog steeds, maar in mindere mate, beroep gedaan op de plaatsvervangende rechters, teneinde te vermijden dat eenzelfde magistraat overbelast zou worden bij noodzakelijke vervangingen bij langdurige afwezigheden. Sinds de gerechtelijke hervorming en de start van de provinciale rechtbank (01.04.2014) wordt er ook hulp geboden door de magistraten van de andere afdelingen.
Bij kortstondige afwezigheden functioneert er een vervangingsregeling, waarbij vaste vervangers worden aangesteld. Bij langdurige afwezigheden worden, indien nodig, de plaatsvervangende rechters e/o magistraten van andere afdelingen ingeschakeld en dit in functie van de nodige expertise.
4. Welke moeilijkheden brengen 1 en 2 mee en hoe lost u die op ? 239
Getracht wordt, voortgaande op eigen ervaringen, tot een gelijkmatige verdeling van de werklast te komen, rekening gehouden met het aantal beschikbare magistraten, thans binnen de verschillende afdelingen.
240
EVOLUTIE VAN DE GERECHTELIJKE ACHTERSTAND RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG
GERECHTELIJKE ACTIVITEIT Indien het rechtscollege een eigen concept van de gerechtelijke achterstand heeft, gelieve dat dan hieronder te beschrijven en aan te geven of er – volgens dat concept – gerechtelijke achterstand is.
/
I. ALGEMENE VRAGEN
1. Gelieve, voor elk trimester, in onderstaande tabel, het aantal vastgestelde dossiers te vermelden volgens de termijn tussen het ogenblik van het gezamenlijk verzoek tot rechtsdagbepaling van de partijen en de rechtsdag (artikel 750, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek). 15
Opmerking: Het is niet mogelijk thans op deze vraag te antwoorden en bijhorende tabel aan te vullen bij gebreke aan statistische gegevens en aan de mogelijkheid om deze gegevens via de thans bestaande computeraplicaties aan te maken. Sinds 2007 werd aan de diensten van het C.I.V. gevraagd hieraan hun medewerking te verlenen.
15
Gelieve hierbij gebruik te maken van de codes voor de « Aard van de zaak » die in het kader van de AGORA-statistieken worden gebruikt sinds 1 januari 1999 (zie bijlage : « beschrijving van de burgerlijke geschillen »)
241
2.
Vermeld in onderstaande tabel, het aantal dossiers volgens de tijd die verloopt tussen de eerste zitting en de uitspraak (de burgerlijke belangen buiten beschouwing gelaten). Indien er in dit verband overleg tussen de Voorzitter en de Procureur des Konings bestaat, gelieve dit te vermelden.
Opmerking: Idem sub 1.
3. Gelieve in onderstaande tabel, het aantal dossiers te vermelden volgens de tijd die verloopt tussen de eerste zitting en de uitspraak. Indien er in dit verband overleg tussen de Voorzitter en de Procureur des Konings bestaat, gelieve dit te vermelden.
OPMERKING:
IDEM SUB 1.
Er diende geen toepassing te worden gemaakt van het wetsartikel 770 van het Gerechtelijk Wetboek, hetwelk de verplichting oplegt de Eerste Voorzitter van het Hof van Beroep te verwittigen indien een rechter het beraad langer dan drie maanden aanhoudt.
maand
maanden
maanden
maanden
Raadkamer
4.
Vindt u de huidige termijnen voor rechtsdagbepaling redelijk ?
ZO JA :
242
In strafzaken wordt door het Openbaar Ministerie getracht om alle zaken vast te stellen op zitting binnen de zes maanden, te rekenen vanaf de lancering van de dagvaarding.
In burgerlijke zaken had de inwerkingtreding van de wet op de bestrijding van de gerechtelijke achterstand had in 2007 tot gevolg dat de vaststellingstermijnen uitliepen.
Tot 01 september 2007 kon in burgerlijke zaken in principe snel vaststelling worden bekomen. Een gemiddelde termijn, gelegen tussen de vier tot vijf maanden na verzoek om te mogen pleiten, was alsdan gebruikelijk.
Vanaf 01 september 2007, vanaf de inwerkingtreding van de wet op de gerechtelijke achterstand, tot begin 2009 liepen de vaststellingstermijnen uit.
In de meeste zaken wordt thans – door toepassing van de wettelijke bepalingen – een kalenderregeling bepaald, hetzij minnelijk bij de inleiding van de zaak of op een latere datum (art. 747§1 Ger. W.), hetzij 4 weken na inleiding van de zaak (art. 747 §2 Ger. W.) met bepaling van de rechtsdag door de voorzitter van de rechtbank die de zaak daartoe bij haar houdt op de inleidingszitting (1ste Kamer).
De griffie deelt in het begin van elke maand aan de balie voor elke kamer de eerst nuttige pleitdatum mede; op de inleidingszitting wordt het overzicht van de nuttige pleitdata wekelijks aan de deur uitgehangen. De advocaten kunnen dan hun in der minne afgesproken conclusietermijnen op deze data afstellen. Op die wijze kan dan meestal rechtsdag worden verleend binnen een redelijke termijn na de laatste conclusietermijn.
Per 31 december 2014 situeren de gemiddelde data rechtsdagbepaling voor de burgerlijke pleitkamers zich gemiddeld rond de maand mei 2015 (helft kamers juni 2015, andere helft maart 2015); t.o.v. 2013 impliceert dit dat de zaken thans sneller kunnen worden vastgesteld.
Wat de Familiekamers betreft: -
Gedinginleidende verzoekschriften worden bij neerlegging op zitting gesteld binnen de wettelijk bepaalde termijn = binnen de 15 dagen na ontvangst;
-
Kan op verzoek door partijen na inleiding rechtsdag worden bepaald binnen de 4 maanden (per 31 december 2014 nog ruimte voor vaststellingen op zittingen vanaf maart 2015).
243
Gelet op de daling van het aantal nieuwe zaken 2014 zal deze gunstige tendens zich het volgend jaar zeker verderzetten.
Jeugdrechtbank
-- In burgerlijke zaken (t/m 31.08.2014) (vanaf 01.09.2015 → Familierechtbank)
De burgerlijke zaken worden nog steeds vastgesteld voor inleiding binnen een termijn van 30 dagen na neerlegging van verzoekschrift. Per zitting staan er ongeveer 5 à 6 nieuwe zaken vastgesteld. De adoptiezaken worden eveneens op de gewone zittingen burgerlijke zaken vastgesteld om 11.30 uur.
De dringende zaken of de zaken waarin een voorlopige maatregel moet uitgesproken worden, worden op de inleidingzitting behandeld. De verstekken en de zaken waarin een akkoord is bereikt tussen partijen worden eveneens op de inleidingszitting behandeld. Dit komt er op neer dat in praktijk alle zaken waarin partijen aandringen op behandeling, behandeld worden.
Bij inleiding van de zaak wordt er geen toepassing gemaakt van art. 747 § 2 Ger.W. en worden geen conclusietermijnen bepaald. De balie is geïnformeerd omtrent dit standpunt van de rechtbank. De zaken welke niet behandeld worden op de inleidingszitting kunnen uitgesteld worden op een termijn van gemiddeld 3 maanden. Ingeleide zaken kunnen maximaal tweemaal worden uitgesteld voor behandeling. Bij het derde verzoek tot uitstel worden de zaken in principe naar de rol verwezen voor verdere instaatstelling. Er wordt ambtshalve niets uitgesteld. Gemiddeld staan er 15 uitgestelde zaken per zitting gefixeerd. In voorkomend geval worden de kinderen boven de twaalf jaar gehoord vóór de pleitdatum.
Het horen van kinderen gebeurt steeds in kabinet van de jeugdrechter op een dag te bepalen door de jeugdrechter.
De gemiddelde termijn van beraad bedraagt 4 weken.
Er worden tijdens het reces burgerlijke zittingen gehouden, twee in juli en twee in augustus. Op deze zittingen worden, conform de opdracht van de Voorzitter van de Rechtbank, nieuwe zaken vastgesteld op één maand na neerlegging van het verzoekschrift, net zoals tijdens het gerechtelijk jaar, teneinde geen achterstand te creëren en de werklast op te vangen. 244
--In beschermingsdossiers:
De instroom van de beschermingszaken wordt bepaald door het Parket. Er wordt per minderjarige één dossier opgesteld met de POS/MOF -vordering en waarin tevens de beschikkingen omtrent de kinderbijslag worden opgenomen. Indien er bijkomende vorderingen worden genomen door het parket, worden deze gevoegd aan het bestaande dossier. Een nieuwe vordering ten aanzien van een minderjarige wiens dossier reeds eerder was afgesloten komt opnieuw in datzelfde dossier terecht.
Bij een MOF-vordering van het Openbaar Ministerie worden de ouders en de minderjarige vanaf 12 jaar uitgenodigd in kabinet, teneinde hen op de hoogte te brengen van de genomen vordering en wat uitleg te geven over de werking van de jeugdrechtbank en om een voorlopige maatregel op te leggen. Aangehouden minderjarigen worden zo spoedig mogelijk na de aanhouding voorgeleid om desgevallend binnen de 24 uur na aanhouding de minderjarige te kunnen toevertrouwen aan een gesloten voorziening. Bij een POS-vordering wordt eerst op het advies van de sociale dienst gewacht alvorens betrokkenen uit te nodigen, tenzij hoogdringende gevallen waarbij onmiddellijk dient gehandeld. Elke minderjarige krijgt de bijstand van een advocaat. Ook bij wijziging of verlenging van de opgelegde maatregel wordt de minderjarige ouder dan 12 jaar uitgenodigd in kabinet, tenzij hij schriftelijk bevestigt dat hij akkoord gaat met de maatregel en niet wenst te verschijnen voor de jeugdrechter. De ouders van kinderen jonger dan 12 jaar worden eveneens in kabinet uitgenodigd indien een plaatsing van de kinderen of een andere ingrijpende maatregel zich opdringt.
De sociale dienst heeft een termijn van 75 dagen voor het verlenen van een advies en een termijn van 6 maanden voor het neerleggen van een maatschappelijk verslag. Deze termijnen werden in het verleden niet altijd strikt nageleefd door de sociale dienst en de wettelijke termijnen voor de behandeling van de zaak werden meermaals overschreden. Na overleg met het Parket werd daarom beslist om onmiddellijk na het binnenkomen van een nieuwe vordering, de datum vast te stellen waarop de zaak ten gronde zal behandeld worden. Samen met de opdracht tot maatschappelijk onderzoek wordt deze datum meteen medegedeeld aan de sociale dienst zodat de consulenten nu een werkelijke deadline hebben voor het opstellen en neerleggen van het maatschappelijk verslag. De termijn van beraad bedraagt eveneens 2 weken. Een maatregel opgelegd aan een minderjarige bij vonnis heeft een maximale duur van 1 jaar.
Na het vonnis ten gronde blijft de jeugdrechtbank de minderjarige opvolgen zolang dit noodzakelijk blijkt of tot de meerderjarigheid. Jaarlijks wordt de maatregel herzien op een zitting waarop ouders, minderjarigen, instellingen en opvangouders uitgenodigd worden. Evolutieverslagen houden de jeugdrechter op de hoogte van de toestand van de minderjarige en zijn familie. Pv’s van de politie over eventuele gebeurtenissen en feiten worden aan het dossier toegevoegd. De jeugdrechter grijpt in, op grond van de bekomen informatie, indien nodig. 245
Hulpverleners vragen ook soms een kabinetsbespreking met de minderjarige/ouders om één en ander te bespreken, zoals bezoekregelingen, schoolkeuzes, noodzakelijke hulpverlening enz. Ouders en familieleden richten brieven aan de jeugdrechter met allerlei vragen, welke door de jeugdrechter beantwoord worden, of met verzoeken om uitgenodigd en gehoord te worden in kabinet. Jeugdrechters worden gevraagd om aanwezig te zijn bij de opstart en voltooiing van een project verwezenlijkt door de minderjarige. Kortom, het werk van de jeugdrechter omvat zo veel méér dan het houden van de zittingen, zodat het werktempo steeds hoog ligt en er een grote inspanning dient geleverd om in de gepaste termijnen het hoofd te bieden aan de werklast.
Dit jaar is er (t.o.v. vorig jaar) een stijging in het aantal MOF-vorderingen (2013 = 90; 2014 = 96) en een daling van de VOS-zaken (2013 = 187; 2014 = 159).
-- Zaken na uithandengeving:
In 2014 werden er – 3 zaken na uithandengeving aanhangig gemaakt bij de Bijzondere Kamer van de Jeugdrechtbank. De zaken verlopen volgens de regels van het strafrecht en strafprocesrecht. De termijn van beraad bedraagt 4 weken.
Welke maatregelen hebt U getroffen om dat de bereiken ?
1) Om de termijnen binnen de perken van het redelijke te houden, wordt op regelmatige tijdstippen een overzicht van rechtsdagen gevraagd aan de griffier van de rollen. Indien een bepaalde kamer uitliep wat de termijn van vaststellingen betreft, worden desnoods zaken overgeheveld naar een andere kamer waar de termijn van vaststelling binnen de normen ligt.
Na de zitting wordt door de griffier een zittingsstatistiek opgemaakt, waarin duidelijk wordt vermeld voor welke zaken de toegekende pleitduur niet wordt benut; ook de reden van niet-behandeling wordt opgegeven. Aan de hand van deze gegevens worden de zittingen geëvalueerd. Desnoods worden de advocaten en partijen aangeschreven en om uitleg gevraagd aangaande de redenen van het verloren gaan van de pleitduur (meestal via de stafhouder).
246
Vermeldenswaardig is het feit dat de magistraten in het algemeen een grote beroepsernst en fierheid aan de dag leggen door, indien nodig, meer te presteren dan hetgeen hen strikt genomen is opgelegd, teneinde de zaken binnen een redelijke termijn afgehandeld te krijgen.
Vanaf 01.0.2015 worden deze zittingsstatistieken – op vraag van de voorzitter van REA Antwerpen – vervangen door “boordtabellen”, met vaste parameters, binnen de 3 afdelingen en dit met de bedoeling werklastmeting te verfijnen en werkverdeling te optimaliseren.
2) Wat de herschikking van de capaciteit betreft:
De voorbije jaren werden de zittingen regelmatig herschikt, afwisselend om reden van: -
onvolledig kader binnen de zetel van de rechtbank van eerste aanleg;
-
onvolledig kader binnen het Parket van de procureur des Konings.
Naar aanleiding van een verminderde input aan dossiers in hoger beroep (beroepen vredegerecht en beroepen politierechtbank, zowel penaal als burgerlijk), bleef het aantal zittingen: -
13de Kamer op donderdag (politieberoepen – penaal): beperkt tot 2 zittingen/maand (week 1 en week 3)
-
4de Kamer op vrijdag (politieberoepen – burgerlijk): beperkt tot 2 of 3 zittingen/maand (week 2, week 4 en week 5).
Vindt u dat de situatie nog kan worden verbeterd ?
Op dit ogenblik is de situatie zeker bevredigend, doch de evolutie dient verder van nabij dienen opgevolgd en in de hand gehouden
247
Stand op Stand op Stand op stand op stand op stand op stand op stand op 31.12.20 31.12.20 31.12.20 31.12.20 12 31.12.20 31.12.20 31.12.20 31.12.20 07 14 13 11 10 09 08
Burgerlijke zaken 1.772
1.932
1.952
1.820
2.305
2.322
2.158
1.871
1) eindvonnissen – AR- excl. Echtscheidingen
(waaro (waaro (waaro (waaro (waaro n-der n-der n-der n-der n-der beslag : beslag : beslag: beslag: beslag: 117) 125) 155) 121 ) 92)
(waaro (waaro (waaro n-der n-der n-der beslag: beslag: beslag: 134) 167) 123)
2) tussenvonnissen – AR
366
392
474
404
506
483
515
502
3) eindvonnissen – echtscheidingen – excl. EOT
413
324
353
361
397
393
493
223
4) vonnissen EOT
718
725
786
760
809
863
1019
1001
5) beschikkingen korte gedingen
358
524
560
629
619
656
645
558
6) beschikkingen beslagrechter 300
317
306
303
387
288
301
370
0
0
0
0
0
765 (tot 1.266
7) beschikkingen collectieve schuldenregeling
0
01.09) 8) eenzijdige beschikkingen voorzitter
160
138
219
172
189
203
189
284
5. Aantal gewezen
Corr. zaken (m.i.v. pol. beroepen)
1.921
1.850
1.795
1.758
1.618
1.633
1.748
1.865
Jeugdzaken burgerlijk
538 –
763 –
776 –
714 -
701 -
667 –
682 -
599 –
(eind- + tussenvonnissen) 1. Vermeld het rechtscollege heeft 2014, 2013, 2012, 2011, 2007: Jeugdzaken jeugdbescherming
waaron- waaronwaaronwaarond waaron- der 0 waaron- der 0 er 0 der 0 weglatin der 0 der 0 weglatin weglatin g rol weglatin weglatin g rol g rol g weglatin g rol g rol (t/m rol 31.08.)
waaronwaaron- der 0 der 0 weglatin weglatin g rol g rol
1.044
1.099
1.062
956
1.094
972
1.051
896
1.763
1.605
1.717
1.726
1.499
1.492
1.276
1.303
vonnissen aantal vonnissen dat het gewezen tijdens de jaren 2010, 2009, 2008 en
(vonnissen + beschikkingen) Raadkamer
249
3. Is de evolutie van deze cijfers kenmerkend en zo ja, voor welk(e) verschijnsel(en) ?
Hierbij kunnen volgende kanttekeningen worden gemaakt:
1)
het aantal nieuwe burgerlijke zaken (burgerlijk minus echtscheidingen en beslag = 1544) is t.o.v. 2013 (1700) is met bijna 10 % gedaald;
het aantal burgerlijke vonnissen is gedaald van 1932 in 2013 naar 1.772 in 2014 (- 8 %);
de voorraad aan burgerlijke zaken blijft dalen (per 31.12.2014 nog 1692 zaken hangende; tussen 01 januari 2005 en 31 december 2014 (10 jaar) is de werkvoorraad inmiddels met 44 % verminderd (3043 → 1692); er werden dus jaarlijks systematisch meer zaken als afgehandeld beschouwd als nieuwe ingeleid, mogelijk heeft – en dit in combinatie met een dalend aantal nieuwe ingeleide zaken - de wet op de bestrijding van de gerechtelijke achterstand – door het opleggen van dwingende conclusietermijnen – tot gevolg dat zaken die vroeger op hun beloop werden gelaten thans hun beslag krijgen in een vonnis en de voorraad aan hangende zaken vermindert;
ook worden er jaarlijks, cfr. art. 730, §2a van het Gerechtelijk Wetboek, binnen de eerste vijftien dagen van de maand december, een redelijk aantal zaken - die sinds meer dan drie jaar op de rol zijn ingeschreven en waarvan de debatten geen aanvang hebben genomen of die sinds meer dan drie jaar niet zijn voortgezet – weggelaten van de rol (252 in 2014, 39 in 2013, 260 in 2012 en 258 in 2011, wat zeer weinig is t.o.v. de jaren daarvoor: 457 in 2010 – 408 in 2009), wat de thesis bevestigt dat door het opleggen van dwingende conclusietermijnen de gemiddelde doorlooptijd van een burgerlijk dossier korter wordt; ervaring leert ons dat minder dan 3 % van deze weggelaten zaken later op verzoek van de meest gerede partij terug worden ingeschreven op de algemene rol;
in 2014 werden slechts in 66 burgerlijke dossiers doorhaling of afstand van geding bevolen; alhoewel een vonnis van doorhaling of afstand van geding werd opgesteld, werd dit aantal (66) niet opgenomen in het aantal weerhouden burgerlijke vonnissen (1.772 in 2014).
Wat betreft het beslag heeft aantal de beschikkingen op eenzijdig verzoekschrift zich de laatste jaren quasi gestabiliseerd (303 in 2011, 306 in 2012, 317 in 2013 en 300 in 2014); het aantal eindvonnissen beslagrechter na tegensprekelijke behandeling is in 2014 gedaald (2014: 125 – 2013: 155) (20 %).
2) Het aantal echtscheidingsvonnissen kende t.o.v. de vorige jaren een noemenswaardige stijging (27 %) (2014: 413; 2013: 324; 2012: 353; 2011: 361 – 2010: 397 en 2009: 393).
Dit is wellicht het gevolg van de oprichting van de Familierechtbank, met andere - meer specifieke - organisatie van de zittingen tot gevolg, waardoor binnen een bepaalde termijn meer zaken voor behandeling kunnen worden vastgesteld, meer rechters dan voorheen kennis nemen van deze materie en de werkvoorraad wat echtscheidingszaken betreft – zonder dat hieromtrent specifieke cijfers voorhanden zijn – wellicht is gedaagd t.o.v. de voorbije jaren.
het aantal bevolen getuigenverhoren in echtscheidingszaken is quasi volledig weggevallen, wat uiteraard een rechtstreeks gevolg is van de huidige echtscheidingswetgeving.
3) Door de organisatie van de Familierechtbank per 01 september 2015 kan er moeilijk een vergelijking gemaakt worden van de beschikbare cijfergegevens omtrent de burgerlijke vonnissen jeugdrechtbank.
Burgerlijke vonnissen jeugdrechtbank in 2013 = 763. In 2014 (tot 31.08.2014) = 538.
Het aantal nieuwe vorderingen jeugdbeschermingszaken is voor t.o.v. de jaren daarvoor weerom gedaald; in 2014 werden er door de parketdiensten 255 nieuwe vorderingen uitgebracht (2013: 281, 2012: 288 en daarvoor 2011: 352, 2010: 328 en 2009: 399);
het aantal vonnissen en beschikkingen verleend in jeugdbeschermingszaken is t.o.v. vorig kalenderjaar licht gedaald (van 1099 naar 1044).
4) Het aantal vonnissen in strafzaken (corr. + pol. beroepen) kent in 2014 (1921) weerom – en dit na jarenlange daling - een stijging; het is het rechtstreekse gevolg van het hoger aantal dagvaardingen dat werd uitgebracht ingevolge de betere bezetting van de parketmagistraten en het feit dat het aantal correctionele zittingen met één rechter ook in 2014 behouden bleef.
251
Opmerkelijk is de stijging van het aantal beschikkingen (op eenzijdig verzoekschrift) gewezen op de diverse correctionele zittingen. Het betreft hier o.a. verzoeken voorlopige invrijheidstelling, verlenging voorwaarden beschikking Raadkamer, opheffing beslag, aanstelling voogd ad hoc).
Het aantal van deze beschikkingen bleef tot voor enkele jaren eerder beperkt. In 2013 werden er 129 van deze beschikkingen gewezen, in 2014 waren er dit 259, waaronder 218 beschikkingen n.a.v. verzoeken uitgaande van het Openbaar Ministerie en dit tot verlenging voorwaarden beschikking Raadkamer.
5) Het aantal beschikkingen in Raadkamer is redelijk sterk gestegen van 1605 in 2013 naar 1763, wat uiteraard in verhouding staat met het aantal aangehoudenen en de beperkte doorlooptijden van deze dossiers in onderzoek.
II. OORZAKEN VAN DE VERTRAGING
4. Welke zijn volgens u, gelet op uw ervaring, de belangrijkste oorzaken van de vertraging in de procedures ?
Voor zover er van vertraging sprake is:
Ziekte/zwangerschapsverlof:
De rechtbank kende ten opzichte van de vorige jaren weerom een zeer beperkte afwezigheid van magistraten ingevolge ziekte, in totaal slechts 4 dagen (t.o.v. 40 in 2013, 197 in 2012 en 447 in 2011).
In burgerlijke zaken
- De inwerkingtreding van de wet op de gerechtelijke achterstand.
252
Ingevolge deze wet kunnen partijen van bij de inleiding van de zaak zicht krijgen op het verloop van de instaatstelling van de zaak en op de rechtsdag, maar loopt de vaststellingstermijn - voor zaken die volledig in staat zijn - uit.
Het gegeven dat in regel in alle zaken een kalenderregeling dient bepaald. In de voorbije jaren werden er elk jaar een aanzienlijk aantal zaken, die veelal op de inleidingszitting naar de rol werden verwezen, van de zittingsrol weggelaten bij toepassing van art. 730 § 2 Ger. W. (vb. 2014: 252; 2013: 239, 2012: 260, 2011: 258, 2010: 457, 2009: 408; 2008: 558; 2007: 452, 2006: 392) en werden thans – in vergelijking met vorige jaren - een redelijk aantal zaken doorgehaald (art. 730 Ger. W.) of afstand van geding verleend (art. 820 e.v. Ger. W.), nl. 66 (vb. 2013: 164, 2012: 81, 2011: 77, 2010: 120, 2009: 148; 2008: 122, 2007: 117, 2006: 97). Sinds de nieuwe wetgeving moet ook in deze zaken een kalenderregeling worden bepaald en dus pleitduur voorzien; de voormelde cijfers ondersteunen de duidelijke jaarlijkse vermindering van het aantal weglatingen/doorhalingen.
In strafzaken:
Er wordt getracht de strafzaken, welke door het Parket worden ter beschikking gesteld, alle binnen een termijn van 6 maanden vast te stellen.
In jeugdzaken (tot 31.08.2014)
Sedert oktober 2003 worden alle burgerlijke zaken ingeleid binnen de maand na neerlegging van het verzoekschrift, zodat alle urgente zaken op de inleidingszitting zelf kunnen worden behandeld. De gemiddelde termijn van vaststelling bedraagt hoogstens vier maanden en de gemiddelde termijn van beraad 2 à 4 weken. Deze situatie kan met de huidige samenstelling van de jeugdrechtbank min of meer behouden blijven.
De mate van toewijzing van een bijkomend toegevoegd rechter (halftijds of voltijds) heeft een duidelijke impact op de verwerking van de toenemende werkvoorraad aan jeugdzaken.
253
5. Welke algemene maatregelen suggereert u om deze oorzaken aan te pakken?
De maatregelen zoals opgesomd in de vorige werkingsverslagen kunnen als herhaald worden beschouwd:
- bijkomende benoemingen;
- snellere opvulling van het kader, bijv. naar aanleiding benoemingen van rechters in andere rechtscolleges of pensioneringen; inzonderheid het tijdig publiceren van vacante plaatsen ingevolge inrustestellingen om het vertrek van de magistraat die met pensioen gaat zoveel mogelijk te laten overeenstemmen met de benoeming van zijn opvolger;
- het oprichten van een soort reserve van rechters per ressort, waaruit zou kunnen geput worden bij afwezigheden in geval van ziekte, zwangerschapsverlof .....
- het benoemen van bijkomende plaatsvervangende rechters.
254
DE ACHTERSTAND IN HET BERAAD
Geef aan in hoeveel zaken die in beraad werden genomen om een vonnis uit te spreken er een uitspraak plaatsvond :
binnen een maand: in + 98 % van het aantal zaken
tussen 1 maand en 2 maanden: in max. 2 % van het aantal zaken
tussen 2 maanden en 3 maanden: geen
tussen 3 maanden en 6 maanden: geen
meer dan 6 maanden: geen
na het sluiten van de debatten.
Exacte cijfers niet beschikbaar. Het betreft hier een loutere schatting.
Hoe wordt toezicht uitgeoefend op de naleving van de termijnen van het beraad?
Op regelmatige basis richt de hoofdgriffier een schrijven aan de griffiers met verzoek opgave te doen van de zaken – in beraad genomen – waarvan het beraad de twee maanden overschrijdt.
De voorzitter en de procureur des Konings worden geïnformeerd omtrent deze vraagstelling:
ofwel wordt er gemeld dat er geen uitstel in de uitspraak van zaken wordt vastgesteld in de zin van art. 770 Ger W. en er derhalve geen zaken zijn waarvan het beraad de twee maanden overschrijdt;
ofwel wordt er opsomming gedaan van de zaken waarvan het beraad de twee maanden overschrijdt.
Binnen de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout worden quasi alle zaken (meer dan 98 %) beslist binnen de 4 weken na het in beraad nemen. De termijn van 2 maanden werd in 2014 in 3 zaken overschreden.
255
Wanneer het beraad de 3 maanden dreigt te overschrijden, vraagt de hoofdgriffier/afdelingsgriffier aan de zittingsgriffier om de rechter te verwittigen om verder het nodige te doen (in 2014 heeft zich dit niet voorgedaan).
Worden er problemen ondervonden bij de toepassing van art. 770 Ger. W.? Neen.
BESCHRIJVING
van de acties die tijdens het betrokken kalenderjaar (2014)werden ondernomen om de werking van het rechtscollege te verbeteren
van de resultaten
Beschrijf, in MAXIMUM 2 pagina’s de belangrijkste acties die zowel op het vlak van de planning als op dat van de uitvoering gedurende het betrokken kalenderjaar (T) werden ondernomen om de werking van het rechtscollege te verbeteren. Zet ook de behaalde resultaten uiteen.
Turnhout, 05 maart 2015, De Afdelingsvoorzitter-wn. voorzitter, R. Heylen.
256
JAARVERSLAG JEUGDRECHTBANK ANTWERPEN 2 0 1 4
257
I. AFDELING ANTWERPEN SAMENVATTING Sinds 2006 bestaat de Antwerpse jeugdrechtbank uit een burgerlijke en protectionele sectie, meer bepaald acht protectionele kabinetten en twee burgerlijke kamers. De bedoeling was altijd dat drie jeugdrechters zich exclusief op de burgerlijke zaken konden toeleggen en dat er drie volwaardige burgerlijke kamers zouden komen met afzonderlijke zittingen per rechter en nauwgezette opvolging van de zaken van ieders kamer vanaf de inleiding tot en met het eindvonnis. Dit zou perfect in overeenstemming zijn met de filosofie van de familierechtbank en zou de efficiëntie van de jeugdrechtbank ten goede komen. Het systeem met drie kamers werd niet gerealiseerd in 2013, en ook niet in 2014. Sedert 1 november 2011 zijn er slechts twee jeugdrechters aangeduid voor de behandeling van de burgerlijke zaken, waardoor het mogelijk werd dat er acht protectionele kabinetten de dossiers over verontrustende opvoedingssituaties (VOS) (voorheen, tot 1 maart 2014, problematische opvoedingssituatie of POS) en als misdrijf omschreven feiten (MOF) behandelen. In de loop van 2012 werd een referendaris toegewezen aan de burgerlijke sectie. De invoering van de familierechtbank, in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen geïmplementeerd vanaf september 2014, heeft deze situatie grondig gewijzigd, in die zin dat de burgerlijke jeugdkamers nu niet meer als dusdanig bestaan: hun rol en bevoegdheid werden overgenomen door de kamers van de familierechtbank. De acht protectionele kabinetten blijven bestaan zoals voorheen. In zoverre de gegevens van dit verslag betrekking hebben op de burgerrechtelijke jeugdkamers, betreft dit dus enkel de periode tot en met augustus 2014. In 2014 werden er 484 nieuwe zaken ingeleid; zoals hoger reeds vermeld, is dit cijfer niet representatief, gelet op de invoering van de familierechtbank. Er werden in 2014 in totaal 1062 vonnissen in burgerrechtelijke jeugdzaken uitgesproken door twee rechters, hetzij gemiddeld 531 vonnissen per rechter. Geëxtrapoleerd op jaarbasis komt dit neer op 812 vonnissen per rechter. Dit is vergelijkbaar met de cijfers van 2013. Het overgrote deel van de burgerlijke betwistingen betreft gezags- of verblijfsregelingen. Vastgesteld wordt dat de zaken complexer worden ingevolge nieuw samengestelde gezinnen, meermaals wijzigende verblijfsregelingen van de kinderen, ouderverstotingen, terwijl de mogelijkheden van de burgerlijke rechter beperkt zijn en sociale – en deskundige onderzoeken veel tijd in beslag nemen en deskundig onderzoek bovendien zeer duur is. Bij de protectionele sectie stonden op 31 december 2014 in het totaal 3760 dossiers open, hetgeen betekent dat op dat ogenblik evenveel minderjarigen werden begeleid door de acht jeugdrechters, hetzij gemiddeld 470 jongeren per protectionele jeugdrechter.
Het aantal lopende dossiers is ten opzichte van 2013 met 6 procent afgenomen. Wellicht heeft dit te maken met een aantal ingrijpende wijzigingen die door nieuwe decretale regelgeving
geïmplementeerd werd. Verwacht wordt dat een evenwicht bereikt zal worden eens deze nieuwe regeling enige tijd in voege is. De voorheen schijnbaar continue stijging van de gedwongen hulpverlening via de jeugdrechter lijkt hiermee doorbroken, doch wellicht is dit slechts een fenomeen van korte duur. De zaken die door de jeugdrechter behandeld worden, zijn meestal ook de meest complexe. Sinds mei 2011 worden alle aanmeldingen door jeugdrechters en sociale diensten bij de jeugdrechtbanken gecentraliseerd in Brussel via een centraal aanmeldbeheersysteem (InterCAP). Volgens de Antwerpse jeugdrechters tonen de cijfers aan dat de wachttijden voor een plaats in een gemeenschapsinstelling hoog oplopen en dat bovendien de maximumtermijn in het detentiecentrum De Grubbe te Everberg vaak wordt bereikt vooraleer er doorstroming is naar de eigenlijke gemeenschapsinstellingen (terwijl een snelle doorstroming de bedoeling is van de wetgever). Sinds de inwerkingtreding van het decreet integrale jeugdhulp op 1 maart 2014 is de jeugdrechter ook afhankelijk van de intersectorale toegangspoort om hulpverlening voor een jongere te verkrijgen. Zeker in de beginperiode leidde dit systeem tot veel onzekerheid en soms liep de hulpverlening helemaal vast. In het bijzonder blijkt uit de cijfers dat er voor meisjes in een VOS-situatie een voortdurend gebrek bestaat aan plaatsen in de gesloten afdelingen van gemeenschapsinstellingen; de nood aan een bijkomende gemeenschapsinstelling voor meisjes, bij voorkeur in de Antwerpse regio, blijft hoog. Volgens de Antwerpse jeugdrechters is er verder een tekort aan voorzieningen gespecialiseerd in hulpverlening aan jongeren met een bijzondere psychische/psychiatrische problematiek. In overleg met de psychiatrie (waarvoor de federale overheid bevoegd is) dient Jongerenwelzijn hiervoor dringend oplossingen aan te reiken. Zolang dit niet gebeurt, zullen jeugdrechters niet anders kunnen dan dergelijke jongeren in crisissituaties toe te vertrouwen aan gemeenschapsinstellingen, áls daar tenminste opnamecapaciteit voor is. Een ander pad dat soms noodgedwongen bewandeld wordt, is de gedwongen opname in een psychiatrische instelling in een instelling voor volwassenen, waar de jongeren niet de voor hen noodzakelijke hulp krijgen. Gebreken in het systeem leiden ertoe dat sommige jongeren al te vaak van crisisplaats naar crisisplaats moeten worden doorgestuurd, hetgeen nefast is voor hun ontwikkeling. In 2014 gebeurde het zelfs dat jongeren in een politiecel of een ziekenhuis moesten overnachten bij gebrek aan plaatsen in de gesloten gemeenschapsinstellingen. Het valt dan ook niet te verbazen dat in die omstandigheden sommige betrokkenen nog maar weinig vertrouwen stellen in hulpverlening en de jeugdrechtbank in het algemeen.
ORGANISATIE VAN DE JEUGDRECHTBANK
OPDELING IN EEN BURGERLIJKE EN PROTECTIONELE SECTIE – INVOERING VAN DE FAMILIERECHTBANK
Sinds 2006 bestaat de jeugdrechtbank uit een burgerlijke en protectionele sectie. Dit maakt meer specialisatie mogelijk met eenheid van rechtspraak als streefdoel. In het kader van de wet op de familie- en jeugdrechtbank is de burgerlijke sectie inmiddels gescheiden van de jeugdrechtbank en opgegaan in de familie- en jeugdrechtbank vanaf 1 september 2014. 259
Sedert 1 november 2011 behandelen acht protectionele kabinetten de dossiers over verontrustende opvoedingssituaties (VOS, voorheen POS) en over als misdrijf omschreven feiten gepleegd door minderjarigen (MOF). Deze kabinetten fungeren in een vierwekelijkse cyclus waarin telkens twee kabinetten als eerste of tweede van dienst de nieuwe of dringende zaken behandelen. Het gaat dan om crisissen, gearresteerde minderjarigen, of andere zaken waarin hoogdringend moet ingegrepen worden. De weekenddiensten worden via een beurtrol waargenomen door de jeugdrechters van de protectionele kabinetten. Naast de acht protectionele kabinetten waren er tot september 2014 twee burgerlijke kamers. Deze kamers behandelden onder meer betwistingen aangaande de uitoefening van het ouderlijk gezag, schoolkeuzes, verblijfsregelingen, omgangsrecht grootouders of derden, adopties, toestemmingen huwelijk, pleegvoogdij, enz. Sinds 1 november 2011 behandelden slechts twee jeugdrechters deze zaken, wat een beduidende vergroting van hun werklast inhield. Elke weekdag werd voor burgerlijke jeugdzaken een zitting gehouden. Elke woensdagnamiddag hoorden de burgerrechtelijke jeugdrechters gemiddeld een achttal minderjarigen. De hogere beroepen tegen administratieve beslissingen van de Voetbalcel en tegen Gemeentelijke Administratieve Sancties werden voor de jeugdrechtbank gebracht en verliepen volgens een burgerlijke procedure. Aangezien de wet uitdrukkelijk bepaalt dat deze beroepen door de jeugdrechter behandeld worden, en de burgerrechtelijke jeugdkamers opgegaan zijn in de familierechtbank, behandelen de protectionele kabinetten thans deze beroepen.
GRIFFIE
Tot september 2014 was de griffie van de jeugdrechtbank opgedeeld in een protectionele en burgerrechtelijke sectie. Op deze laatste sectie waren twee voltijdse personeelsleden aan de slag, een deeltijdse en twee personeelsleden in opleiding.
Voor de protectionele kabinetten werkten in 2014 acht personeelsleden, van wie één 4/5 werkte.
Op de afdeling executie werkten vier bedienden, van wie één voltijds, twee 4/5 en één deeltijds.
OPENBAAR MINISTERIE: HET JEUGDPARKET
De instroom van protectionele zaken bij de jeugdrechtbank wordt rechtstreeks bepaald door het openbaar ministerie. 260
De procureur des Konings verleende tot september 2014 in alle burgerlijke jeugdzaken advies, en doet thans hetzelfde op de familiekamers die thans deze geschillen behandelen.
DE SOCIALE DIENST VOOR GERECHTELIJKE JEUGDBIJSTAND BIJ DE JEUGDRECHTBANK VAN ANTWERPEN
De sociale dienst voor gerechtelijke jeugdbijstand (afgekort als SDJ) is een van de jeugdrechtbank onafhankelijke en autonome dienst van het Agentschap Jongerenwelzijn ingericht door de Vlaamse Gemeenschap. De consulenten van de sociale dienst voeren de opdrachten van de jeugdrechter tot het voeren van een maatschappelijk onderzoek uit, zij adviseren en verzoeken de jeugdrechter over de aangewezen en beschikbare vormen van hulpverlening en volgen de opgelegde maatregelen op. Tijdens werkdagen (met uitzondering van één namiddag) zijn er op de jeugdrechtbank twee consulenten aanwezig ten behoeve van de dienst. De consulenten verzorgen tijdens de week tevens de noodzakelijke aanvragen bij de intersectorale toegangspoort.
DE BALIE: JEUGDPERMANENTIE
De wet vereist dat jongeren die voor de jeugdrechtbank komen bijgestaan worden door een advocaat.
De Jeugdpermanentie is uitgegroeid tot een afdeling van het Bureau voor Juridische Bijstand en voorziet in een dagelijkse permanentie, dus ook op weekend- en feestdagen. Deze bijstand is in principe kosteloos voor de minderjarige.
VEILIGHEID
Buiten de algemene veiligheidsregeling van het gerechtsgebouw is er in de D-vleugel waar de jeugdrechtbank gevestigd is, voorzien in bijzondere bijstand van de politie.
BODES/ZITTINGSDEURWAARDERS
261
Het onthaal voor de kabinetsbesprekingen (in de voormiddag) werd tot en met 2009 uitgeoefend door bodes. In 2010 werd deze bijstand afgeschaft. Enkel de functie van de bodes die de openbare terechtzitting mee in goede banen leiden werd behouden. De jeugdrechtbank beschikt over drie zittingsdeurwaarders. In de loop van 2013 werd een bijkomende bode toegekend aan de jeugdrechtbank die het onthaal van de mensen mee ondersteunt. In burgerlijke zaken was enkel tijdens de inleidingszittingen een bode voorzien.
ONDERHOUD
Er is een vaste personeelsploeg die verantwoordelijk is voor onderhoud en sanitaire aangelegenheden van een afdeling die dagelijks vele mensen over de vloer krijgt.
262
WERKINGSVERSLAG PROTECTIONELE KABINETTEN
AANTAL DOSSIERS IN DE JEUGDRECHTBANK VAN ANTWERPEN GEREGISTREERD DOOR DE GRIFFIE.
De cijfers van de griffie van de jeugdrechtbank.
In onderstaand rooster worden de aantallen en de aard van de behandelde dossiers bij de jeugdrechtbank te Antwerpen in 2014 weergegeven en de evolutie hierin sedert 2005:
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Nieuwe zaken
1187
1237
1268
1303
1422
1354
1308
1234
1348
758
Bijkomende vorderingen
646
869
722
631
872
1075
1099
667
573
439
Beschikkingen
3992
4256
4293
4939
4633
5199
4968
5038
5208
4416
Vonnissen
2337
2690
3205
3536
3720
3946
4001
3918
4150
4338
3625
3752
3575
3679
3979
3760
Openstaande zaken op 31 december
Ter interpretatie van de cijfers:
Belangrijk om weten bij het interpreteren van deze cijfers is: -
dat per minderjarige slechts één dossier wordt opgesteld. Dit dossier behelst de VOSvorderingen, MOF-vorderingen en de beschikkingen omtrent het derde deel van de kinderbijslag.
-
dat bijkomende vorderingen ten aanzien van minderjarigen aan hun bestaande dossier worden gevoegd en geen nieuw dossiernummer krijgen.
-
dat het aantal beschikkingen niet als referentiepunt kan worden gebruikt bij de vergelijking van de werklast van de jeugdrechtbank. Om praktische redenen worden niet alle rechterlijke beslissingen vervat in een beschikking. Zo bestaat bijvoorbeeld in deze jeugdrechtbank de praktijk om wijzigende bezoek- en verlof- en vakantieregelingen, ontheffing van tussenkomst in de kosten voor plaatsing in de regel niet in een beschikking te vatten, maar ter kennis te brengen per brief (desgevallend wordt een aanvraag teruggestuurd voorzien van een 263
akkoordstempel) of kantschrift. Ook de toekenningen of weigeringen van bezoek-, verlof- of vakantieregelingen zijn belangrijke beslissingen die vatbaar zijn voor hoger beroep, ook al zijn ze in de vorm van een brief geformuleerd. Tegen elke beslissing van de jeugdrechter kan immers hoger beroep worden ingesteld, ongeacht de vorm. -
dat in het aantal beschikkingen dat hier wordt weergegeven, de beschikkingen die betrekking hebben op het derde deel van de kinderbijslag niet vervat zijn (voor 2014 waren dit 302 beschikkingen).
264
Vaststellingen op grond van de cijfers bijgehouden door de griffie
1. Een schijnbare stagnatie van het aantal openstaande dossiers
Op 31 december 2014 stonden in het totaal 3760 protectionele dossiers open, hetgeen betekent dat op dat ogenblik evenveel minderjarigen werden begeleid door de acht protectionele jeugdrechters.
De evolutie van het aantal openstaande dossiers en het verloop ervan in de periode 2007 tot 2014 doet zich per kabinet voor als volgt:
Kabinet 12/2007 12/2008 31/12/0 31/12/1 31/10/1 31/12/1 31/12/1 31/12/1 31/12/1 9 0 1 1 2 3 4 JR1
553
568
608
602
545
447
460
517
498
JR2
581
595
588
635
560
456
444
495
432
JR3
583
567
652
662
567
461
467
485
450
JR4
588
592
611
603
542
447
490
480
457
JR5
574
570
614
649
594
484
511
531
501
JR6
515
547
552
601
569
463
454
495
479
JR7
414
444
473
469
JR8
403
409
503
474
3575
3679
3979
3760
Totaal
3394
3439
3625
3752
3377
Hierbij een tabel die de evolutie illustreert van het gemiddeld aantal minderjarigen die onder toezicht staan van een Antwerpse (protectionele) jeugdrechter. Let wel: in 2007 waren er zes jeugdrechters met een protectioneel kabinet, daar waar sinds eind 2011 er acht protectionele kabinetten zijn ingevuld.
2. Stagnatie van het aantal uitspraken en van het aantal nieuwe zaken
Het aantal vonnissen is gestegen ten opzichte van 2013, maar het aantal beschikkingen is gedaald. Deze ogenschijnlijk merkwaardige situatie vindt wellicht haar oorsprong in de eerder vermelde 265
wijzigingen in de decretale regelgeving. Vonnissen zijn de eindfase van dossiers die reeds een aanvang namen in het verleden, terwijl het aantal beschikkingen een recente momentopname is.
De nieuwe zaken duiden op de minderjarigen die voor het eerst bij de jeugdrechter komen of die opnieuw bij de jeugdrechter komen nadat hun dossier al was afgesloten. In 2014 is er sprake van een stagnatie.
3. De statistieken van de griffie zijn geen weergave van het aantal minderjarigen dat gedurende het jaar 2014 onder toezicht van de jeugdrechter heeft gestaan.
Uit de grafiek kan niet worden afgeleid hoeveel minderjarigen er in het totaal in de loop van een jaar door de jeugdrechter werden opgevolgd. Via de databanken van de griffie bij de jeugdrechtbank krijgen we geen ‘doorloopcijfers’ maar een momentopname op het ogenblik van de telling van het aantal openstaande dossiers. Het aantal minderjarigen waarover de jeugdrechter zich heeft moeten buigen is groter dan de som van het aantal vonnissen: een nieuw dossier kan maar moet niet in hetzelfde jaar tot een vonnis hebben geleid, de rechtspleging in de voorbereidende fase kan immers 6 maanden duren. Het aantal openstaande dossiers en dus het aantal minderjarigen onder toezicht, namelijk 3760, is dan ook een momentopname op 31 december 2014 en houdt dus geen rekening met het aantal in de loop van dat jaar behandelde en reeds afgesloten dossiers.
Het aantal minderjarigen onder toezicht per kabinet bedraagt gemiddeld 470.
§2. DE (KABINETS)BESPREKINGEN
Een kabinetsbespreking is een vergadering die wordt samengeroepen in het bureau van de jeugdrechter met het oog op het nemen van een maatregel van jeugdbescherming of het herzien van een lopende maatregel. Uitgenodigd worden o.a.: -
de minderjarige van twaalf jaar of ouder
-
de raadsman van minderjarige
-
de consulent van de sociale dienst
-
ouders en/of andere opvoedingsfiguren en hun raadslieden
-
pleeggezin, begeleiders, begeleidingsdiensten, …
-
tolken
266
Meestal wordt een bespreking georganiseerd op vra ag van de consulent van de sociale dienst, maar ook de hulpverleners, de ouders, de minderjarige zelf of de raadsman van de minderjarige kunnen een bespreking vragen. De jeugdrechter beslist zelf of hij al dan niet overgaat tot een kabinetsbespreking.
Kabinet
Totaal besprekingen
JR1
407
JR2
240
JR3
287
JR4
305
JR5
373
JR6
408
JR7
283
JR8
349
Totaal besprekingen
2652
§3. ZITTINGEN EN VONNISSEN
Iedere jeugdrechter zit één zitting per week voor, behalve tijdens de dienstweek. In het gerechtelijk verlof zit iedere jeugdrechter één zitting voor tijdens zijn dienstperiode.
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Vonnissen 2337
2690
3205
3536
3720
3946
4001
3918
4150
4338
Merk op dat tegen de vonnissen en beschikkingen samen slechts 234 maal hoger beroep werd ingesteld. Dit is 2,67%.
267
WERKINGSVERSLAG BURGERLIJKE ZAKEN GEEN DRIE, MAAR TWEE BURGERLIJKE KAMERS
De bedoeling was altijd dat drie jeugdrechters zich exclusief op de burgerlijke zaken konden toeleggen, en dat er drie volwaardige burgerlijke kamers zouden komen met afzonderlijke zittingen per rechter (en opvolging van de zaken van ieders kamer). Dit werd ook in 2014 niet gerealiseerd, en is nu niet meer aan de orde, althans niet in het kader van de jeugdrechtbank.
WERKZAAMHEDEN BURGERLIJKE KAMERS
Dienstregeling
Er waren twee burgerlijke jeugdkamers (9B en 10B).
Elke weekdag werd er een zitting gehouden. Op maandag en dinsdag waren er inleidingszittingen en op woensdag, donderdag en vrijdag pleitzittingen.
Elke woensdagnamiddag werden minderjarigen gehoord.
Per jeugdrechter betekende dit vijf zittingen en een namiddag horen per twee weken.
Tijdens de zomervakantie werden eveneens zaken vastgesteld. Er werden vier zittingen bepaald in juli en vier zittingen in augustus, respectievelijk de ene burgerlijke jeugdkamer in juli en de andere in augustus.
Zittingen
inleidingszitting
268
Op maandag: 9 B Op dinsdag: 10 B
Gemiddeld werden 15 à 20 nieuwe zaken per zitting vastgesteld ook gemiddeld een drietal zaken op grond van de blijvende saisine. Daarnaast werden ook uitgestelde zaken behandeld met betrekking tot voorlopige maatregelen.
Om 9.00 uur werd de rol afgeroepen en vervolgens werden de zaken behandeld in de hierna bepaalde volgorde: 1 rolregeling (conclusietermijnen, verzoeken tot uitstel, ...) 2. inleiding van adopties 3. homologatie van akkoorden 4. op bepaalde uren vastgestelde/uitgestelde zaken. 5. verstekken 6. voorlopige maatregelen / onderzoeksmaatregelen
In 2014 werden er 484 nieuwe zaken ingeleid. Zoals eerder reeds aangehaald, is dit niet representatief, gelet op de invoering van de familierechtbank.
pleitzitting
Op woensdag: afwisselend 9 B / 10 B Op donderdag: 9 B Op vrijdag: 10 B
De standaardpleittijd werd behouden op 20 minuten per zaak (met andere woorden drie zaken per uur) teneinde de doorlooptijd per zaak aanvaardbaar te houden. Deze pleitduur is te beperkt om een volwaardig debat in familiezaken te houden. De voorziene pleittijd wordt dan ook herhaaldelijk overschreden en meermaals lopen de zittingen ver uit voorbij het middaguur. Anderzijds worden er ook geregeld zaken uitgesteld op verzoek van partijen, zodat er in praktijk meer tijd beschikbaar is voor de behandeling van de overige zaken.
269
Horen van kinderen
De wet voorziet dat minderjarigen vanaf de leeftijd van twaalf jaar in de gelegenheid moeten gesteld worden om gehoord te worden in geschillen die hen aanbelangen in verband met de uitoefening van het ouderlijk gezag. Met de invoering van de familierechtbank werd deze regeling op punt gesteld, doch dit was nog niet het geval met betrekking tot de dossiers die hier behandeld worden.
De minderjarigen werden enkel gehoord ingeval er daadwerkelijk betwisting bestaat tussen de partijen. Ingeval van een akkoord, werden de minderjarigen niet opgeroepen.
Minderjarigen werden gehoord op woensdagnamiddag, vanaf 13.30 uur.
De minderjarigen worden bij voorkeur gehoord door de jeugdrechter die de zaak zou behandelen.
Doorheen het jaar werd elke woensdagnamiddag gehoord, afwisselend door de jeugdrechter van kamer 9 en respectievelijk van kamer 10.
In 2014, tot en met augustus, werden 204 minderjarigen gehoord.
Vonnissen
De vonnissen inzake voorlopige maatregelen werden in principe uitgesproken binnen de twee weken.
De vonnissen houdende een beoordeling ten gronde werden gebruikelijk uitgesproken binnen de drie weken.
In 2014, tot en met augustus, werden in het totaal 1062 vonnissen in burgerlijke jeugdzaken uitgesproken; geëxtrapoleerd op jaarbasis betekent dit ongeveer 1593 vonnissen, tegenover 1651 in 2013. Dit betekent op een jaar een lichte daling.
Merk op dat tegen deze vonnissen slechts 72 maal hoger beroep werd ingesteld, wat slechts 6,8 % uitmaakt. Het aantal hogere beroepen is gestegen met ongeveer 1,4 % tegenover 2013. 270
Andere werkzaamheden
-
Opvolging en behandeling van briefwisseling van ouders, kinderen, advocaten, openbaar ministerie, derden, universiteitsstudenten, enz.
-
Opvolging aangestelde deskundigen, bemiddelaars, justitieassistenten, neutrale bezoekruimtes, …
-
Opvolging maatschappelijke onderzoeken, vragen tot dringende vaststelling, ..
-
Overleg met de neutrale bezoekruimtes, bemiddelaars, advocaten en andere actoren.
-
Vergaderingen waaronder: intern met de jeugdrechtbank, algemene vergadering, sectorieel overleg,
-
Lesgeven ondermeer aan toekomstige jeugdmagistraten, studenten rechten, extern (advocaten, stagiairs,..)
-
Begeleiding van studenten
-
Opleidingen volgen
Vervangingen van collega’s
STATISTIEKEN VAN DE BURGERLIJKE KABINETTEN
In 2014 werden 1062 burgerrechtelijke vonnissen geveld.
Ook op te merken valt dat beschikkingen die een conclusiekalender bepaalden niet zijn meegeteld. In dit cijfer zijn ook homologaties van akkoorden inbegrepen, maar hieraan is vaak ook een lange procedure voorafgegaan, ofwel zijn de teksten grondig nagegaan door de rechtbank op hun werkbaarheid en uitvoerbaarheid om toekomstige problemen te vermijden.
GEDWONGEN OPNAMES VAN GEESTESZIEKE MINDERJARIGEN (COLLOCATIES). De toepassing van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke is een burgerlijke aangelegenheid. Gelet op de belasting van de twee burgerlijke jeugdrechters werden deze zaken behandeld door de jeugdrechters van de protectionele sectie. Ook na de invoering van de familierechtbank is het de (protectionele) jeugdrechtbank die deze materie behandelt. 271
In 2014 werden veertien collocatiedossiers van minderjarigen behandeld. Deze gaven aanleiding tot twaalf (bevestigingen van) gedwongen opnames.
UITHANDENGEVING. In 2014 werden zeven minderjarigen uit handen gegeven door de jeugdrechtbank.
De uit handen gegeven zaken worden behandeld door een daartoe opgerichte Bijzondere Kamer, samengesteld uit drie rechters. Deze kamer wordt voorgezeten door een rechter uit de correctionele afdeling van de rechtbank, bijgestaan door twee bijzitters die beschikken over het certificaat van opleiding in jeugdbeschermingsaangelegenheden.
In 2014 werden zeventien zaken bij de bijzondere jeugdkamer – sedert 1 maart 2014 de kamer van uithandengeving geheten - ingeleid. Niet alle zaken werden reeds in beraad genomen; sommige werden immers uitgesteld of in voortzetting gesteld.
VASTGESTELDE PROBLEMEN Het is al langer bekend dat jeugdrechters regelmatig geconfronteerd worden met lange wachtlijsten of capaciteitstekorten. Concreet betekent dit dat sommige jongeren met hun bagage uren moeten doorbrengen op de jeugdrechtbank, wachtend tot ze te horen krijgen naar welke instelling ze kunnen gestuurd worden, soms slechts voor één nacht… Dergelijke schrijnende toestanden zijn onaanvaardbaar, maar blijven ook in 2014 nog steeds bestaan. De vraag rijst of jeugdrechters nog wel in alle onafhankelijkheid kunnen oordelen en maatregelen opleggen, wanneer de druk zo groot is door het blijvende capaciteitstekort.
De jeugdrechtbank heeft ook in 2014 moeten vaststellen dat sommige jongeren werkelijk nergens op korte termijn de gepaste hulpverlening kunnen krijgen. Jongeren met problemen belanden soms in een politiecel of een ziekenhuiskamer bij gebrek aan een gepast alternatief. Vanzelfsprekend werd deze problematiek aangekaart, rechtstreeks bij de bevoegde instanties, maar ook via de media. Sommige reacties van verantwoordelijke ambtenaren waren bedroevend cynisch.
Bij de collocatie van een minderjarige werden de jeugdrechters wederom geconfronteerd met het nijpende tekort aan opvangplaatsen in de kinder- en jeugdpsychiatrie, en de schrijnende situaties die dit meebrengt voor de minderjarige en zijn of haar ouders. Noodgedwongen werd een minderjarig meisje toevertrouwd aan een gesloten psychiatrische instelling voor volwassenen, wetend dat zij hier niet de gepaste hulp zal krijgen, maar bij gebrek aan plaatsen in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Gaat 272
het om gedwongen opnames, dan zijn er eenvoudigweg in de regio Antwerpen geen gesloten afdelingen in de kinder- en jeugdpsychiatrie waar jongeren terecht zouden kunnen.
Het is gebeurd dat een jongere in een open afdeling van een gemeenschapsinstelling zonder tussenkomst van een jeugdrechter werd overgeplaatst naar een afdeling in de gemeenschapsinstelling die de jongere niet vrij kan verlaten. Vanzelfsprekend werden ook deze praktijken bij de verantwoordelijken aan de kaak gesteld en gemeld aan het openbaar ministerie en het Kinderrechtencommissariaat.
In het dossier van een jongere die onder het toezicht van de jeugdrechter staat, werd deze laatste geconfronteerd met de wel erg vreemde houding van Jongerenwelzijn, toen hem “verboden” werd aanwezig te zijn bij een netwerktafel, een overlegstructuur waarbij alle actieve hulpverleners betrokken worden om verdere hulpverlening te bespreken. Op die wijze wordt alweer een loopje genomen met het toezicht door de jeugdrechter. Wat hierbij ook opvalt is dat de jeugdrechters gecontacteerd worden door ambtenaren zonder enige beleids- of beslissingsbevoegdheid, terwijl de echte verantwoordelijken doorgaans niet bereikbaar zijn of zich afschermen. De jeugdrechter heeft de netwerktafel wel bijgewoond, en heeft de kwestie aangekaart bij alle betrokkenen. De controverse bestaat nog steeds.
Het is opvallend dat de mogelijkheden die het decreet integrale jeugdhulp en de jeugdwet bieden aan de jeugdrechter in de praktijk worden ingeperkt. Maatregelen van de jeugdrechter worden “omgezet” in “modules” door de intersectorale toegangspoort, gemeenschapsinstellingen volgen een eigen logica aangaande de mogelijke trajecten die zij aanbieden maar die de facto de beslissingsvrijheid van de rechter aan banden legt, de werking van het centraal aanmeldpunt noopt de rechter soms tot een vorm van prejugeren, voorzieningen nemen soms op eigen houtje verregaande beslissingen zonder dat dit ernstig door de rechter kan gesanctioneerd worden, enz.
In die zin neemt het capaciteitstekort en het gebrek aan democratische of rechterlijke controle in de jeugdsector soms onrustwekkende proporties aan.
273
II. AFDELING MECHELEN
Opgesteld overeenkomstig rondschrijven dd. 26.2.1975 van de Eerste Voorzitter van het Hof van Beroep te Antwerpen. ------------------------------------------------------------------------
I. Juridische beschouwingen en nieuwe wetgeving :
Het afgelopen jaar is gekenmerkt door ingrijpende wijzigingen in het gerechtelijk landschap, zoals de vermindering van het aantal gerechtelijke arrondissementen, de oprichting van de familie-en jeugdrechtbank en de zesde staatshervorming waardoor de gemeenschappen bijkomende bevoegdheden hebben verkregen op het vlak van de maatregelen die ten aanzien van delinquente jongeren kunnen worden genomen. Daarnaast werd het landschap inzake buitengerechtelijke jeugdhulpverlening grondig hertekend door het Decreet Integrale Jeugdhulp. Het gaat hier om zeer belangrijke hervormingen met impact op de gedwongen gerechtelijke jeugdhulpverlening.
1.Op 1 april 2014 is de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde in werking getreden. De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen bestaat thans uit drie afdelingen: Antwerpen, Mechelen en Turnhout.
2. Op 1 september 2014 is de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie-en jeugdrechtbank in werking getreden. Daarna werden er nog twee coördinatiewetten gepubliceerd om deze wet af te stemmen op de hervorming van de gerechtelijke arrondissementen. De familie-en jeugdrechtbank vormt een sectie binnen de rechtbank van eerste aanleg. De vier secties van de rechtbank van eerste aanleg zijn : de burgerlijke rechtbank, correctionele rechtbank, familie-en jeugdrechtbank en strafuitvoeringsrechtbank. De familie - en jeugdrechtbank en bestaat uit ten minste drie kamers : een kamer voor minnelijke schikking, een familiekamer en een jeugdkamer. De kamers voor minnelijke schikking en de familiekamers vormen samen de familierechtbank en de jeugdkamers vormen samen de jeugdrechtbank. De familiekamers erven een hele reeks van bevoegdheden die voordien versnipperd waren over verschillende rechtbanken en kamers van de rechtbank van eerste aanleg. Het gaat onder meer over de bevoegdheden kort geding en het familiaal contentieux van de vrederechter. Ook de burgerlijke bevoegdheden van de vroegere jeugdrechtbank worden overgeheveld naar de familiekamers.
274
3. Betreffende de verdere inwerkingtreding van de wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie (B.S. 2 juni 2006) en de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd (B.S. 19 juli 2006) wordt verwezen naar de stand van zaken, zoals uiteengezet in de jaarverslagen van 2010, 2011, 2012 en 2013, waarin nog geen wijzigingen zijn gekomen. De zesde staatshervorming heeft ertoe geleid dat de inwerkingtreding van bepaalde bepalingen uit de Jeugdbeschermingswet (opnieuw) werden uitgesteld tot 1 januari 2016. Het gaat om: h) de mogelijkheid om een minderjarige tot 23 jaar aan een jeugdbeschermingsmaatregel te onderwerpen (art.37§3,2°); i)
de begeleiding van een referentieopvoeder (art.37§2,3°)
j) het opleggen van een ambulante behandeling bij een psychologische of psychiatrische dienst of een dienst deskundig op het gebied van alcohol- of drugverslaving (art.37§2,5°) k) het toevertrouwen aan een rechtspersoon die voorstelt de verwezenlijking van een positieve prestatie te begeleiden (art.37§2,6°) l)
de plaatsing in een ziekenhuisdienst (art.37§2,9°)
m) de residentiële plaatsing in een dienst deskundig op het gebied van alcohol- of drugverslaving (art.37§2,10°) n) de residentiële plaatsing in een open of gesloten afdeling van een jeugdpsychiatrische dienst (art.37§2,11°).
De Gemeenschappen zijn thans bevoegd voor de opgave van de maatregelen die kunnen worden genomen ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. In zijn beleidsnota van 29 oktober 2014 heeft Minister Vandeurzen reeds aangekondigd om werk te maken van een decreet jeugd(sanctie)recht.
4. Op 1 maart 2014 is het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp in werking getreden.16 Dit decreet hervormt de jeugdsector zeer grondig en maakt een nieuwe tekening van het landschap inzake de jeugdhulpverlening. Het decreet brengt de jeugdhulp die verspreid zit over verschillende sectoren bijeen en wil deze meer op dezelfde manier laten werken. Het gaat om volgende sectoren : Algemeen Welzijnswerk (AWW), Kind en Gezin (K&G), Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB), Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), Jongerenwelzijn, Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Er dient opgemerkt te worden dat de kinder- en jeugdpsychiatrie (behalve het aanbod van het CGG) buiten het toepassingsgebied van de Integrale Jeugdhulp blijft.
275
Het Decreet Integrale Jeugdhulp dient verder geëvalueerd te worden.
4. Ingevolge het decreet houdende de organisatie van pleegzorg van 29 juni 2012 nemen de provinciale pleegzorg-vzw’s de zorg en taken over van de bestaande pleeggezinnendiensten. Dit decreet is in werking getreden op 1 januari 2014. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een bestandspleeggezin en een netwerkpleeggezin. Een bestandspleeggezin is een pleeggezin dat een pleegkind opvangt dat voordien geen deel uitmaakte van het eigen familiale of sociale netwerk. Een netwerkpleeggezin is logischer wijze een gezin dat een kind uit het eigen familiale of sociale netwerk opvangt. In het decreet worden vier soorten (modules) van pleegzorg onderscheiden: ondersteunende pleegzorg, perspectiefzoekende pleegzorg, perspectiefbiedende pleegzorg, behandelingspleegzorg.
*
*
*
II. De materiële bevoegdheid van de jeugdrechtbank en verhouding tot het Agentschap Jongerenwelzijn/Bijzondere Jeugdzorg
1. De jeugdrechtbank behoudt de bevoegdheden inzake de jeugdbescherming (de zogenaamde MOF en VOS, die door de gemandateerde voorzieningen Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) of het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) naar het jeugdparket worden verwezen). Dit wordt deels federaal en Vlaams geregeld. 2. Verder kent de jeugdrechtbank een specifieke kamer die bevoegd is om te oordelen over jongeren die uit handen zijn gegeven (artikel 76 § 3 Ger.W.). Deze bijzondere jeugdkamer past het gewone strafrecht toe en wordt voorgezeten door een correctionele rechter, bijgestaan door twee jeugdrechters (artikel 78, lid Ger.W.). Het gaat om jongeren die op de leeftijd van 16 of 17 jaar een misdrijf hebben gepleegd en ten aanzien van wie een jeugdrechter, na het volgen van een welbepaalde procedure, bij vonnis heeft geoordeeld dat jeugdbeschermingsmaatregelen niet meer nuttig zijn. 3. De jeugdrechtbank behoudt tevens de bevoegdheden inzake gedwongen opname van minderjarigen overeenkomstig de Wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke. De gedwongen opname vormt een aparte rechtspleging die los staat van de jeugdbeschermingsprocedure. De territoriale bevoegdheid wordt wel door artikel 44 Jeugdbeschermingswet geregeld. 4. De jeugdrechtbank blijft eveneens bevoegd om te oordelen over verkeersmisdrijven gepleegd door minderjarigen onder de leeftijd van zestien jaar (zie artikel 36bis Jeugdbeschermingswet). Voor de jongeren vanaf de leeftijd van zestien jaar blijft de politierechtbank bevoegd. De politierechter heeft wel de mogelijkheid om een zaak uit handen te geven richting jeugdrechter wanneer hij een jeugdbeschermingsmaatregel meer geschikt acht voor de jongere. In de praktijk wordt dit artikel niet toegepast. 5. Daarnaast behandelt de jeugdrechtbank de hogere beroepen in het kader van de voetbalwet wanneer er tegen een minderjarige van veertien jaar of ouder een stadionverbod is uitgesproken. Ook de hogere beroepen tegen de administratieve sancties vallen onder haar bevoegdheid. De wet van 24 276
juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS), in werking getreden op 1 januari 2014, heeft de leeftijdsdrempel van 16 tot 14 jaar verlaagd. Dit heeft geleid tot aanpassing van artikel 38bis Jeugdbeschermingswet. 6. Ten slotte kan de jeugdrechtbank ook maatregelen nemen ten aanzien van de ouders. Dit betreft het toezicht op de gezinsbijslagen of op andere sociale uitkeringen (artikel 29 Jeugdbeschermingswet). Deze maatregel bestaat er in dat er een andere persoon wordt aangeduid om de gezinsbijslag of uitkeringen te innen. Als laatste maatregel kan de jeugdrechtbank ook ouders bij specifieke uitzonderlijke omstandigheden ontzetten uit het ouderlijk gezag (artikel 32 Jeugdbeschermingswet).
In de sectie jeugdrechtbank Mechelen wordt de laatste jaren een numeriek overwicht van het aantal VOS (voorheen POS)-dossiers vastgesteld.
Ter vergelijking: o)
in 2007 107 POS vorderingen tegenover 134 MOF vorderingen
p)
in 2008 161 POS vorderingen tegenover 101 MOF vorderingen
q)
in 2009 159 POS vorderingen tegenover 106 MOF vorderingen
r)
in 2010 165 POS vorderingen tegenover 128 MOF vorderingen
s)
in 2011 180 POS vorderingen tegenover 129 MOF vorderingen
t)
in 2012 167 POS vorderingen tegenover 53 MOF vorderingen*
u)
in 2013 177 POS vorderingen tegenover 78 MOF vorderingen
v)
in 2014 155 VOS vorderingen tegenover 47 MOF vorderingen
Indien wordt vastgesteld dat er niet meegewerkt wordt aan het onderzoek maatschappelijke noodzaak of wanneer er maatschappelijke noodzaak is vastgesteld en gepaste jeugdhulpverlening wordt niet vrijwillig aanvaard, zal de gemandateerde voorziening (OCJ of VK) de zaak doorverwijzen naar het parket. Het is dan pas dat er sprake zal zijn van gedwongen gerechtelijke jeugdhulpverlening. Er worden soms zaken doorverwezen omdat de problematiek te ernstig of te zwaar wordt geacht om in het kader van de vrijwillige hulpverlening op te volgen of omdat er geen geschikt hulpaanbod voorhanden is. Het beeld dat “hopeloze dossiers” terecht komen bij de jeugdrechter bij gebrek aan adequate oplossing, terwijl de jeugdrechter slechts over dezelfde middelen beschikt, blijft actueel, ondanks de bedoeling van de integrale jeugdhulp om aan minderjarigen en hun context die daar behoefte aan hebben, snel hulp en zorg op maat aan te bieden die aan hun hulpvraag kan beantwoorden. Minderjarigen en/of hun gezin staan soms maandenlang aangemeld op de centrale wachtlijst van het Agentschap Jongerenwelzijn voor geschikte hulpverlening.
277
De instroom van minderjarigen in de gemeenschapsinstellingen (en het gesloten centrum De Grubbe) verloopt via het daartoe speciaal opgerichte centraal informatie- en aanmeldingspunt (CAP) dat opgericht is binnen de schoot van het Agentschap Jongerenwelzijn. Het realiseren van de aanmelding gebeurt via een elektronische aanmelding (intercap). In de praktijk impliceert dit dat consulenten van de sociale dienst vanuit heel Vlaanderen elke werkdag om 9 uur stipt minderjarigen dienen aan te melden en wie als eerste via deze applicatie binnenraakt, kan een plaats bekomen voor de minderjarige. Sommige jongeren worden soms weken en zelfs maanden aangemeld voor een plaatsing. De aanmeldings- en toewijzingsprocedure via InterCAP voor een time-out module binnen de gemeenschapsinstellingen van het Agentschap Jongerenwelzijn toont eens te meer hoe de jeugdrechters in hun beslissingen afhankelijk en gebonden zijn door de organisatie van de Vlaamse Gemeenschap. Sinds de invoering van “InterCAP” worden de time out plaatsingen in de gemeenschapsinstellingen enkel voorbehouden voor jongeren die in instellingen verblijven die een protocol hebben afgesloten met de gemeenschapsinstellingen. Dit betekent dat er al zeker geen time out plaatsingen mogelijk zijn voor jongeren vanuit het thuismilieu.
De federale gesloten centra, opgericht bij wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd (BS van 1 maart 2002), en het bijhorende koninklijk besluit van 1 maart 2002 (BS van 1 maart 2002) zijn vanaf 1 januari 2015 overgedragen aan de gemeenschappen. Het betreft de gesloten centra te Everberg, Tongeren en SaintHubert. De werking van de jeugdinstelling van Everberg wordt vanaf 2015 in de werking van gemeenschapsinstellingen geïntegreerd.
*
*
*
III. De burgerlijke bepalingen betreffende minderjarigen :
De jeugdrechtbank heeft ingevolge de inwerkingtreding op 1 september 2014 van de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie-en jeugdrechtbank haar bevoegdheden om te oordelen over geschillen over ouderlijk gezag, verblijfsregeling en de daarmee samenhangende onderhoudsvorderingen aangaande de minderjarige kinderen van feitelijk samenwonenden en exgehuwden (na echtscheiding) verloren. De jeugdrechtbank is evenmin nog bevoegd voor adoptie en pleegvoogdij van minderjarigen en machtiging van huwelijk van een minderjarige. Ook deze materies behoren nu tot de bevoegdheid van de familierechtbank. In de gegeven omstandigheden
Hier volgen een aantal (relevante)cijfers tot 31 augustus 2014.
1. Opheffing verbodsbepaling huwelijk: deze procedure blijft uitzonderlijk : in 2014 was er slechts één . 278
2. Conflicten betreffende de uitoefening van het ouderlijk gezag, de verblijfs- of omgangsregeling en de onderhoudsbijdrage:
In de vorige jaarverslagen werd reeds gewezen op het feit dat de wet van 18 juli 2006 betreffende het verblijfsco-ouderschap en de permanente saisine van de jeugdrechtbank tot de meerderjarigheid of ontvoogding van de kinderen de drempel om te procederen voor de jeugdrechtbank merkelijk verlaagt. Op grond van artikel 387bis werden er in 2011 43, in 2012 53, in 2013 55 en in 2014 55 uitspraken gedaan. Hoewel de uitspraken met voorrang boven alle andere zaken op grond van artikel 387ter B.W. beperkt blijven, is er toch een lichte stijging merkbaar: in 2009 zijn er 6, in 2011 en 2010 telkens 5, in 2012 3, in 2013 5, in 2014 7
In het kader van het verplicht bemiddelingsaanbod werd er in 2014 in 7 dossiers een bemiddelaar aangesteld (in 2007 17, in 2008 32, in 2009 27, in 2010 71, 2011 14, in 2012 13, in 2013 9.) De bemiddeling blijft moeilijk van de grond komen, het bijkomende kostenplaatje is hier misschien niet vreemd aan.
Er werden in 2011 131, in 2012 156, in 2013 134 en in 2014 103 minderjarigen gehoord in het kader van deze betwistingen.
3. Adopties : Het aantal adoptieaanvragen blijft sinds de nieuwe adoptiewet van 24 april 2003 en de openstelling van de adoptie voor personen van hetzelfde geslacht ingevolge de wet van 18 mei 2006 ongeveer status quo.
Nieuwe zaken:
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
57
103
59
53
49
48
55
47
14*
* Tot 31/8/2014
4. Ontvoogdingen en pleegvoogdij: 279
In het jaar 2014 zijn er geen nieuwe zaken ontvoogdingen ingeleid en 1 nieuwe zaak van pleegvoogdij.
*
*
*
IV. Maatregelen ten aanzien van de ouders :
Er is in 2014 1 vordering van de procureur des konings tot ontzetting uit het ouderlijk gezag aanhangig gemaakt en er zijn twee vonnissen uitgesproken. Voogdij over de kinderbijslag werd het afgelopen jaar niet gevorderd.
*
*
*
V. Maatregelen ten aanzien van de minderjarigen.
1. Zoals vermeld in de vorige jaarverslagen betreffen de meeste V.O.S.-dossiers verwaarlozing en/of mishandeling, intrafamiliaal geweld, seksueel misbruik, wegloop- en spijbelgedrag, verwennings- en drugproblematiek, gedragsstoornissen gepaard gaande met onbuigzaamheid en predelinquent gedrag.
Complexere problematieken ("multi-problem"-gezinnen) en (rand)psychiatrische problemen komen nog steeds geregeld voor. Wat betreft delicten blijven diefstallen, al dan niet met braak of geweld, afpersingen, slagen en verwondingen, drugdelicten en zedendelicten regelmatig voorkomen.
2. Nu het opleggen van zogenaamde alternatieve maatregelen, zoals gemeenschapsdienst, een wettelijke basis heeft gekregen en wordt voorbehouden aan de jeugdrechter, is er op dit vlak meer duidelijkheid en rechtszekerheid.
Begeleidings- en Bemiddelingsdienst Ivo Cornelis (BIC) van Jeugdzorg Emmaüs staat in voor de uitwerking en opvolging van de leerprojecten en alle gemeenschapsdiensten (Herstelgerichte Constructieve Afhandeling), conform hun oorspronkelijke erkenning. Kort samengevat kunnen de verschillende leerprojecten en de gemeenschapsdiensten van BIC als volgt omschreven worden:
LP Slachtoffer in Beeld met focus op slachtofferschap en de gevolgen van de feiten,
LP Drugs met focus op druggebruik en gevolgen, in samenwerking met dagcentrum De Sleutel 280
LP Rots en water met focus op zelfbeheersing, zelfvertrouwen en zelfreflectie van de jongere, (zie hieronder) gemeenschapsdienst met focus op verantwoordelijkheid opnemen ten aanzien van de samenleving.
LP seksueel grensoverschrijdend gedrag, gestart in 2013.
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
LP drugs
16
6
6
4
6
7
5
9
6
LP “SIB”
19
29
29
18
17
11
10
7
6
8
10
12
19
15
4
17
30
21
12
13
8
4
1
LP Rots en Water GD
16
32
27
SGG
Ingevolge een vermindering van het aantal MOF-vorderingen is er een daling merkbaar in het aantal leerprojecten.
Er werden in 2014 271 dossiers en 301 jongeren betrokken bij herstelbemiddeling. In 2013 werden 214 dossiers herstelbemiddeling aangemeld tegenover 202 in 2012 en 328 in 2011, het merendeel door het parket. Indien de voorwaarden voldaan zijn dient het parket steeds herstelbemiddeling te overwegen en worden er veel meer dossiers aangemeld voor herstelbemiddeling vanuit het parket, ook indien de jeugdrechter wordt gevat.
De toepassing van het herstelgericht groepsoverleg (HERGO) blijft beperkt. Het arbeidsintensieve proces en de onvertrouwdheid van de betrokken actoren met deze vorm van herstelbemiddeling spelen hierbij meer dan waarschijnlijk een rol. Ter illustratie:
HERGO
2007
2008
2009
2010
2011
2012
6
1
0
1
9
2013
2014
5
1
Het HCA-overleg komt tweemaal per jaar samen met de jeugdrechters, de parketmagistraten, de parketcriminoloog, de hoofdconsulent van de sociale dienst en een vertegenwoordiging van de jeugdadvocaten. 281
3.Het “huisarrest” dat een wettelijke basis heeft, evenwel zonder nadere omschrijving van de modaliteiten en eventuele maximumtermijnen, kan in het gehele arrondissement worden opgelegd en uitgevoerd. De maatregel wordt op regelmatige tijdstippen geëvalueerd met het parket en de verschillende politiezones. In 2014 werden er 14 huisarresten opgelegd tegenover 20 in 2013, 26 in 2012 en 21 in 2011.
4. In het Mechels Integraal Veiligheidsplan 2008-2013 is een visie- en beleidsontwikkeling voor de stad Mechelen geformuleerd rond het concept ‘Draaideurjongeren’. Zoals aangekondigd in de vorige jaarverslagen wil de stad investeren in een voorziening voor jongeren die een ernstig delict pleegden of na voorgaande maatregelen hervallen in delinquent gedrag. De overlegmomenten hierrond, waarop ook de jeugdrechters uitgenodigd worden, zijn gestart in december 2009. In de Adviesgroep Zorgtrajecten voor Minderjarige Delictplegers, die tweemaal per jaar vergadert, is in samenwerking met vzw Jeugdzorg Emmaus, de Stad Mechelen en de Vlaamse overheid geopteerd voor twee zorgtrajecten: 1. een Multi System Therapy programma, een intensieve ambulante behandelingsmethode, van start gegaan 1 april 2011; 2. VTG (Vervolg Traject Gemeenschapsinstelling), de begeleiding van jongeren die uitstromen uit de gemeenschapsinstelling, van start gegaan op 1 januari 2011 en bestaande uit een residentieel verblijf in De Hefboom van 6 weken, gevolgd door een mobiele thuisbegeleiding van 6 à 9 maanden; Een residentieel luik in het kader van de samenwerking tussen de Stad Mechelen en de Vlaamse Gemeenschap is in voorbereiding en ondertussen gestart op de Jubellaan 300 in Mechelen. De bouwaanvraag is in juli 2012 goedgekeurd en de aanvraag tot erkenning werd in november 2012 aan Jongerenwelzijn bezorgd. Als naam voor de proeftuin is gekozen voor ‘De Leemwinning’. De eerste steenlegging op 4 maart 2015 is een feit en de opstart van de proeftuin is vooropgesteld voor januari 2016. Het gebouw zal drie afdelingen van Jeugdzorg Emmaüs herbergen: HCA-BIC sinds 1999, MST sinds 2011 en de proeftuin met opstart in 2016.
5.Het blijft voor de jeugdrechtbank van Mechelen een streefdoel om ook minderjarigen in V.O.S.dossiers in hun milieu te behouden, indien mogelijk met contextbegeleiding. Binnen de bijzondere jeugdzorg lijkt er veel meer nood te zijn aan de opvang en hulpverlening voor minderjarigen in een VOS dan voor degenen die vallen onder de categorisering MOF. Terwijl de federale centra Centrum De Grubbe en het Detentiecentrum Tongeren een deeloplossing zijn geworden om op te treden tegenover jongens, die verdacht worden van (ernstige) misdrijven, is de toestand van jongeren in problematische opvoedingssituaties er nog steeds niet op vooruit gegaan. De Grubbe is sinds 1 januari 2015 (ingevolge de zesde staatshervorming) omgevormd tot een gemeenschapsinstelling en zal ook werken volgens de principes en modaliteiten die gelden in de andere gemeenschapsinstellingen.
282
Plaatsingen in De Grubbe in Everberg* 2010
2011
2012
2013
2014
27
24
8
15
16
Sinds 1 januari 2013 is vanuit Jongerenwelzijn een experimenteel modulair kader (EMK) opgestart dat onder meer voortbouwend op de positieve resultaten van het proefproject Multifunctionele Centra, het hulpverleningslandschap van de bijzondere jeugdzorg grondig wijzigt, zodat flexibeler kan worden ingespeeld op de wijzigende vraag in cliënttrajecten binnen de bijzondere jeugdzorg. (Besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2013, BS van 1 maart 2013). Vanuit de Unie van Vlaamse Jeugdmagistraten zijn een aantal opmerkingen en bedenkingen geformuleerd op de toepassing van het EMK, onder meer rond de rechtswaarborgen van de minderjarigen, in het bijzonder wat de modules verblijf betreft. Zo kan er in het kader van een module contextbegeleiding met mogelijkheid tot crisisverblijf geschakeld worden van thuisverblijf naar residentiële opname zonder tussenkomst van de jeugdrechtbank.
Buiten dagcentrum Bohets, O.O.O.C. Ter Heide en de ckg’s hebben alle voorzieningen in het gerechtelijk arrondissement Mechelen zich ondertussen ingeschreven in het MK, waarbij de modulering ( module verblijf, dagbegeleiding, contextbegeleiding, autonoom wonen) centraal staat: - MK organisatie Emmaüs Mechelen omvat: MFC Ivo Cornelis , MFC Damerveld, De Aanzet, MST; - MK organisatie Jeugddorp omvat: De Passant, De Holleblok, De Stroming, Studio 16; - MK organisatie De Vesten omvat: Beukenhof, Vreugdeborg; - MK organisatie Werk van Don Bosco omvat: contextbegeleiding De Dijk, dagcentrum De Oever (Lier) en De Berg (Heist-op-den-Berg), Jongenstehuis Don Bosco.
6. Volgende bedenkingen uit de vorige jaarverslagen blijven actueel.
Het aantal gedragsstoornissen en psychische stoornissen lijkt nog steeds toe te nemen, terwijl ook de kinder- en jeugdpsychiatrische setting zelfs voor crisisopvang met wachtlijsten werken en er nog steeds onvoldoende gepaste voorzieningen of begeleidingen bestaan voor deze jongeren. Jongeren die thuishoren in een medisch pedagogisch instituut kunnen daar vaak niet terecht wegens hun complexe problematiek, gebrek aan eigen motivatie of het niet passen in de leefgroep, kortom “te moeilijk”. Het realiseren van een opname in een gespecialiseerde instelling, zoals een drugtherapeutische setting, blijft evenzeer problematisch.
Een jeugdafdeling, die zowel veiligheid als therapie kan bieden, nl. een gesloten kinder- en jeugdpsychiatrische residentiële behandelingsafdeling, is in België nog steeds onbestaand. De jeugdrechter is nu wel bevoegd voor een gedwongen opname van een geesteszieke minderjarige in een psychiatrische gesloten inrichting, maar de minderjarigen komen er vaak op 283
volwassenenafdelingen terecht, wat op verzet stuit van de psychiatrische ziekenhuizen en voor minderjarigen, zeker beneden de 16 jaar, niet de geschikte oplossing biedt..
Enkele cijfers voor collocatie van minderjarigen:
2007
2008
2009
2010
2011
2012
6
4
5
9
5
10
2013
2014
5
3
De toenemende complexiteit en ook wel chroniciteit van de problemen van jongeren die zich aandienen bij de jeugdrechter doen de behoefte ontstaan aan een gestroomlijnde samenwerking met andere sectoren en disciplines, in het bijzonder de kinder-en jeugdpsychiatrie, de zorgsector voor personen met een handicap en de gespecialiseerde drughulpverlening.
De samenwerkingsprotocollen tussen de federale staat en de verschillende gemeenschappen en bevoegde ministeries, nodig om de ambulante behandeling of opname van een minderjarige in gespecialiseerde setting voor alcohol- of drugverslaving of een psychiatrische problematiek, zoals voorzien in de nieuwe wet, mogelijk te maken, zijn er nog steeds niet. Het overleg tussen jeugdrechters, parketmagistraten en kinder- en jeugdpsychiaters van het OPZ Geel en ZNA UCKJA met stand van zaken betreffende de kinder- en jeugdpsychiatrische zorg in justitieel kader Provincie Antwerpen, gestart op 13 november 2009, vindt twee keer per jaar plaats. Op 6 juni 2014 en 28 november 2014 is er telkens een overleg in dit kader door gegaan op het Hof van Beroep.
De jeugdrechters van Mechelen nemen eveneens deel aan een gelijkaardig samenwerkingsoverleg overleg tussen justitie, consulenten van de sociale dienst van de jeugdrechtbank en Fornet (Fordulas, Fender, Crisis For-K Kortenberg, Crisis For-K Tienen), onder meer op 26 juni 2014.
6. De procedure bij hoogdringendheid wordt in Mechelen beperkt toegepast, wat wel tot gevolg heeft dat in het verleden regelmatig dringende doorverwijzingen gebeurden door de Bemiddelingscommissie. Er waren in 2014 12 vorderingen bij hoogdringendheid tegenover 8 in 2011, 14 in 2012 en 8 in 2013. In de meeste gevallen bleek vrijwillige hulpverlening niet mogelijk en bleven deze zaken bij de jeugdrechter na wijziging van de vorderingsgrond.
7. De situatie inzake niet-begeleide minderjarigen (NBMV) blijft ongewijzigd. Er zijn slechts zeer weinig aangepaste middelen (instellingen voor NBMV) voorhanden.
284
*
*
*
VI. Beschouwingen in verband met de organisatie van de jeugdrechtbank.
A. De personen :
1. De magistraten : zeer goede samenwerking.
Sinds september 2007 werd met de benoeming van een nieuwe waarnemende jeugdrechter op grond van de nieuwe wetgeving een derde jeugdkabinet opgericht en werden de dienstregeling en de organisatie van de zittingen aangepast. Hierdoor kon de toevloed aan burgerlijke dossiers beter worden opgevangen en de permanenties evenwichtiger worden verdeeld.
Ingevolge de invoering van de familie- en jeugdrechtbank op 1 september 2014 is de jeugdrechtbank niet langer bevoegd voor de burgerlijke familiedossiers en zijn er terug twee jeugdrechters in de afdeling Mechelen. Binnen de familierechtbank zetelen de jeugdrechters ook in de kamers voor minnelijke schikking en de echtscheidingskamer.
De dienstregeling is evenredig verdeeld. De situatie wordt regelmatig geëvalueerd, met het oog op een evenwichtige verdeling van de werklast. Er is afgesproken regelmatig sectoraal overleg te houden met het oog op het bespreken van de toepassing van nieuwe wetgeving, knelpunten en bijzondere problemen, en het streven naar eenvormigheid binnen de verschillende afdelingen van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen.
Met betrekking tot de bijkomende verplichtingen en/of engagementen wordt getracht in gezamenlijk overleg te zorgen voor de nodige vertegenwoordiging door één van de jeugdrechters afhankelijk van de dienstregeling en werklast.
2. Griffiepersoneel : zeer goede samenwerking.
285
Met betrekking tot de toename van de werklast en taken voor de griffiers in het kader van de hervorming van de wet op de jeugdbescherming: zie vorige jaarverslagen.
Ter vergelijking:
2004
2005
2006
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
strafvonnissen
344
342
385
511
517
654
652
698
707
704
burgerlijke vonnissen
517
627
721
709
664
612
734
753
462*
518
* Burgerlijke vonnissen tot 31/8/2014 gelet op start familierechtbank 1/9/2014
In 2014 zijn er in totaal 11727 afschriften afgeleverd.
Personeelsformatie : De personeelsformatie is vorig jaar gewijzigd. De griffie telt nu twee griffiers en twee medewerkers, die twee dagen per week ingeschakeld worden op de burgerlijke griffie voor bijstand op de dienst rollen. De griffiers, die niet over een eigen kabinet beschikken, vangen boven op hun specifieke taken nog steeds heel wat bijkomende werklast op. Vooral ingeval van ziekte of afwezigheid van een van de medewerkers is de situatie nog regelmatig problematisch.
Naast de uitbreiding van de bevoegdheden als gevolg van de nieuwe wetten blijven nog steeds een aantal andere belangrijke aspecten van de werklast, zoals: 6.
de permanente dienstverzekering zowel tijdens de week als in het weekend
7.
de talrijke kabinetsbesprekingen
8.
de voorbereiding en afwerking van de vonnissen en beschikkingen
9.
het intensief overleg met consulenten en hulpverleners
Instellingbezoeken :
286
De jeugdrechters van Mechelen trachten hun wettelijke plicht om de geplaatste jongeren te bezoeken te respecteren. In de mate van het mogelijke vergezelt de griffier de jeugdrechter op instellingbezoek. Omwille van het tijdrovend en arbeidsintensieve karakter van de instellingbezoeken lukt het niet altijd om deze traditie in ere te houden. In 2014 werden er 47 jongeren bezocht in 14 instellingen.
3. Stagebegeleiding:
1. Van 10 februari 2014 tot 2 mei 2014 heeft Stacey Van Laer , KUL, 3de bachelor Criminologie stage gelopen op de jeugdrechtbank met tussenevaluatie op 18 maart 2014 en eindevaluatie op 7 mei 2014.
In het kader van deze stage heeft de stagiaire naast kabinetsbesprekingen, burgerlijke en protectionele zittingen en het horen van de kinderen bij de drie jeugdrechters bijgewoond. De stagiaire is ook meegegaan op instellingbezoek in OBC Ter Elst in Duffel, in de gemeenschapsinstelling De Kempen, campus De Markt en Campus De Hutten, en in OC Sint Ferdinand in Lummen. Naast het observeren heeft de stagiaire ook kennisgemaakt met de verschillende actoren binnen de gerechtelijke jeugdbescherming en een actieve bijdrage geleverd door het maken van verslagen van kabinetsbesprekingen en van de bezoeken aan instellingen, het voorbereiden van dossiers voor de jeugdrechter, het opzoeken van informatie op vraag van de jeugdrechter. In samenspraak met de stagebegeleider heeft de stagiaire als stageopdracht een beperkt onderzoek gedaan naar mogelijke oorzaken voor de daling van het aantal MOF-dossiers.
2.In de periode februari 2014 – mei 2014 heeft Olivia Garcia Del Pino, HUB, 2de bachelor rechten, k gedurende 40 uren een kijkstage gevolgd op de jeugdrechtbank.
4. Sociale dienst :
Er is een goede samenwerking met de consulenten, die samen een geëngageerd team vormen. Hun inzet en verslaggeving is behoorlijk. De consulenten zoeken in crisissituaties naar creatieve oplossingen en doen meestal de aanmeldingen op de centrale wachtlijst en InterCAP.
De bereikbaarheid en/of beschikbaarheid van sommige consulenten, die elk een vaste dag van permanentie zijn, laat soms nog te wensen over. Het gebeurt ook nog dat moet gewezen worden op de laattijdigheid of het ontbreken van de verslaggeving voor de zittingen of een verzoekschrift met advies
287
voorafgaand aan het nemen van een nieuwe maatregel, alsook het akkoord van de minderjarige die niet voor de jeugdrechter wenst te verschijnen.
Sinds de benoeming van de heer Bart De Kreyger in februari 2013 als teamverantwoordelijke is er terug een duidelijk aanspreekpunt en regelmatig overleg om de samenwerking en coördinatie te optimaliseren en knelpuntdossiers te bespreken.
5. De Procureur des Konings :
Er is nog steeds regelmatig (informeel) overleg met de parketmagistraten, belast met jeugdzaken, de griffiers en de administratieve medewerkers van het parket in het algemeen betreffende de toepassing van nieuwe wetgeving of initiatieven en in individuele zaken m.o.o. voorleiding, verwittiging van ouders en/of tolk, in bewaring nemen en uitvoering van beslissingen. De afspraken met betrekking tot de toepassing van de jeugdbeschermingwet, de samenstelling van de dossiers en de efficiënte organisatie van de zittingen, gemaakt op een overlegvergadering van 19 februari 2009 en 27 mei 2011 met de voorzitter, de procureur des Konings, de jeugdrechters en de parketmagistraten belast met jeugdzaken, worden in de mate van het mogelijke nagekomen. Zowel de jeugdrechters als de parketmagistraten gelast met jeugdzaken zijn vertegenwoordigd in verschillende overlegstructuren (zie punt VII).
6. De advocatuur:
Ook hier kan verwezen worden naar de vorige jaarverslagen. Dank zij de inzet en betrokkenheid van een kern geëngageerde advocaten blijft de jeugdpermanentie degelijk en efficiënt verlopen; een jaarlijks overlegmoment met de verschillende actoren, jeugdrechters, griffiers en de werkgroep jeugdpermanentie is voorzien. De jeugdpermanentie organiseert ook regelmatig vormingsmomenten waarop de jeugdrechters worden uitgenodigd. Een groep jeugdadvocaten, actief aan alle Vlaamse balies en lid van de commissie Jeugdadvocaten van OVB heeft de vzw “Unie van Jeugdadvocaten” opgericht. 7. De instellingen:
Zoals hoger vermeld hebben de Mechelse jeugdrechters steeds getracht om regelmatig minderjarigen in instellingen te bezoeken en er aan besprekingen deel te nemen, wat niet alleen een wettelijke verplichting is maar ook de samenwerking met de instellingen bevordert en de belangen van de 288
minderjarige ten goede komt. Uit ervaring blijkt dat deze bezoeken een meerwaarde betekenen zowel voor de jongeren als voor de begeleiding en bijzonder gewaardeerd worden door alle betrokkenen. Gezien de positieve respons van zowel de minderjarige als de begeleiding, blijft het een streefdoel die traditie en goede gewoonte van de jeugdrechtbank Mechelen trouw te blijven.
8. De ouders en betrokkenen:
Samenwerking en overleg met de ouders en andere personen die van invloed kunnen zijn op de minderjarige zoals pleegouders blijft van groot belang en betekent een erkenning en stimulans om meer verantwoordelijkheid op te nemen. Dergelijke kabinetsbesprekingen vinden frequent plaats op initiatief van de jeugdrechter, de sociale dienst, de instelling of de betrokkenen zelf. Deze besprekingen vergen vaak heel wat tijd, net als het opmaken van de verslagen van deze besprekingen door de jeugdrechter en sinds november 2014 door de griffier.
B. Materiële uitrusting :
De meeste opmerkingen van de vorige jaarverslagen blijven actueel: in het vorig jaarverslag werd reeds vermeld dat een GSM per griffier aangewezen is om moeilijkheden met het doorgeven van de dienst-GSM na een dienstperiode, vooral in vakantieperiodes en lange weekends, te vermijden; door de verhuis van de ‘familiale’ dossiers naar de burgerlijke griffie in september 2014 is er meer ruimte beschikbaar om de jeugdbeschermingsdossiers te stockeren; een goed netwerk op de jeugdrechtbank zou een grote vooruitgang betekenen niet alleen om thuis te werken, maar ook om mekaars documenten te raadplegen tijdens verlofperiodes of vervangingen; vanuit de sectie jeugd Antwerpen zal een ontwerpstructuur/organigram opgemaakt worden voor de Z-schijf waarover de jeugdrechtbank zal beschikken met de bedoeling dat alle informatie snel en gemakkelijk terug te vinden is door alle collega’s; losliggende kabels onder de bureaus zijn hinderlijk en onveilig, ook al zijn ze ondertussen in een kartonnen doos gestopt; ten slotte moet nog vermeld worden dat het de jeugdrechtbank Mechelen nog steeds ontbreekt aan een wachtzaal en eigen lokaal waar de jongeren met hun advocaat kunnen spreken.
*
*
* 289
VII. Kontakten met andere diensten, organisaties en stuurgroepen betrokken bij de jeugdbescherming.
De jeugdrechters blijven op de hoogte van de evolutie in de Jeugdbescherming door het bijwonen van opleidingen en studiedagen, congressen en/of symposia, georganiseerd door het Ministerie van Justitie (FOD), de Hoge Raad, de universiteiten, o.m. onderzoeksgroep jeugdcriminologie KUL, de Vlaamse Gemeenschap, de Unie van Nederlandstalige jeugdmagistraten, enz. enerzijds en door hun medewerking te verlenen aan dergelijke opleidingen anderzijds.
Er wordt regelmatig overlegd tussen de jeugdrechters onderling. Het verticaal sectoraal overleg met de jeugdrechters van het ressort en de jeugdrechters in hoger beroep is sinds 2009 nieuw leven in geblazen. De sectie jeugd van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen vergadert om de twee maanden afwisselend in de afdeling Antwerpen, Mechelen of Turnhout .
De Unie van Nederlandstalige jeugdmagistraten blijft actief; zij volgt de wetgevende ontwikkelingen op de voet en wordt als volwaardige gesprekspartner aanvaard en gerespecteerd. Ook de e-mailgroep van jeugdmagistraten blijft een nuttig instrument, waarlangs discussiepunten worden voorgelegd en belangrijke informatie wordt verspreid onder de Vlaamse jeugdmagistraten, zowel eerste aanleg als beroep.
De jeugdrechters nemen deel aan de evaluatievergaderingen betreffende het huisarrest en maken deel uit van verschillende stuur- en werkgroepen. Zij zijn onder meer vertegenwoordigd in de stuurgroep 'bemiddeling en herstelgerichte maatregelen, in de begeleidingsgroep van het Provinciaal Vereffeningsfonds, in het Herstelgerichte Constructieve Afhandeling (HCA)-overleg met Bemiddelings- en Begeleidingsdienst Ivo Cornelis (BIC), parket, balie en sociale dienst, in de Adviesgroep Zorgtrajecten voor Minderjarige Delictplegers, samenwerkingsoverleg justitie en kinder- en jeugdpsychiatrie Antwerpen en Vlaams-Brabant.
De jeugdrechtbank Mechelen verleent haar medewerking aan wetenschappelijke onderzoeken van universiteiten en biedt tevens een stageplaats aan studenten vakgroep criminologie en rechten, o.m. in samenwerking met de Onderzoeksgroep Jeugdcriminologie van de KUL en VUB.
De jeugdrechters ontvangen klasbezoeken en studenten. Zij verlenen ook hun medewerking aan opleidingen/uiteenzettingen.
Voor een meer gedetailleerd overzicht wordt verwezen naar de activiteitenverslagen 2014 van de jeugdrechters. 290
Bijlage 1
KLEINE STATISITIEK afdeling Mechelen
Maatregelen tegen minderjarigen:
14° kamer Nieuwe zaken
15° kamer*
16° kamer
Totaal
112
-
91
203
Navolgende vorderingen
7
6
11
24
Uitgesproken vonnissen
275
152
277
704
Verleende beschikkingen
281
152
196
629
Uit handen gegeven zaken
0
0
0
0
Verhoren van minderjarigen*
63
41
45
149
Zittingen tijdens gerechtelijk jaar
20
11
19
50
Zittingen tijdens het gerechtelijk verlof
1
1
1
3
Zittingen in toepassing van art. 5§1
20
7
6
33
Minderjarigen onder toezicht geplaatst op 31.12.2014 - MOF-dossiers
29
2
46
77
Minderjarigen onder toezicht geplaatst op 31.12.2014 - VOS-dossiers
283
52
270
605
Collocatie
2
0
1
3
Bezoeken aan instellingen + besprekingen
14
0
0
14
Bezochte minderjarigen
47
0
0
47
Kabinetsbesprekingen*
91
31
86
208
Kinderbijslag
35
14
21
70
wet 01.03.2002
291
* cijfers 15° kamer slechts tot 31/08/2014 – verhoren mjn. tot 31/10/2014 vanaf 1/11/2014 kabinetsverslagen Maatregelen tegen ouders: 14° kamer
15° kamer 16° kamer
Totaal
Nieuwe zaken
1
0
0
1
Uitgesproken vonnissen
2
0
0
2
IV.3. Burgerlijke zaken: tot 31/8/2014 gelet op start familierechtbank 1/9/2014 14° kamer 15° kamer
16° kamer
Totaal
Nieuwe zaken
67
69
46
182
Aantal tussenvonnissen
60
75
54
189
Aantal eindvonnissen
89
98
86
273
Verhoren van minderjarigen
34
39
30
103
Zittingen tijdens het gerechtelijk jaar
17
18
16
51
Zittingen tijdens het gerechtelijk verlof
1
1
1
3
Aantal gevraagde sociale onderzoeken
34
32
27
93
* zonder zaken met blijvende saisine
292
Bijlage 2
Doelstellingen Jeugdrechtbank voor 2015. De grootste uitdaging en betrachting voor 2015 blijft de kwaliteit en de beschikbaarheid van de jeugdrechters en het griffiepersoneel te behouden en eenvormigheid na te streven in het groter geheel na de schaalvergroting van de gerechtelijke arrondissementen en na de implementatie van de familierechtbank.
1. Doelstelling protectionele dossiers : een betere ordening en samenstelling van deze dossiers. De sectie jeugd betracht het uniformiseren van de werk(processen) en samenstelling van de dossiers van de verschillende afdelingen van de jeugdrechtbanken van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen. 2. Doelstelling: Redactie van vonnissen en eigentijdse formulieren De sectie jeugd blijft streven naar een eenvormig verzorgd model voor de vonnissen in een toegankelijke en begrijpelijke taal en hedendaagse stijl. De jeugdrechtbank streeft naar een vorm van communicatie die toelaat dat kinderen en hun omgeving de boodschap begrijpen. De huidige formulieren zullen in het kader van de schaalvergroting en de oprichting van de familierechtbank aangepast worden. 3. Doelstelling: instellingbezoeken De jeugdrechtbank streeft ernaar om voldoende tijd vrij te maken om te luisteren naar kinderen en hun omgeving. Het regelmatig bezoeken van jongeren in de omgeving waar zij moeten verblijven, blijft een aandachtspunt.
293
III. AFDELING TURNHOUT
Hervormingen: In het jaar 2014 zijn er verschillende hervormingen doorgevoerd welke alle een belangrijke invloed hebben op de organisatie en werking van de jeugdrechtbank. 1. Vooreerst is er de Wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde. Deze Wet is in werking getreden op 1 april 2014. Deze wet creëert vooral een nieuwe territoriale structuur voor de Belgische justitie, gebaseerd op 12 gerechtelijke arrondissementen in plaats van 27 voorheen. Er is één provinciale rechtbank met verschillende afdelingen verspreid over de vroegere zittingsplaatsen van de rechtbanken. Vanaf april 2014 behoort de jeugdrechtbank te Turnhout dus tot de Rechtbank van Eerste aanleg Antwerpen en krijgt als naam: ‘Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout- Jeugdrechtbank’. Het KB van 14 maart 2014 legt de rechtsmacht inzake territoriale bevoegdheid van de afdelingen vast overeenkomstig de vroegere gerechtelijke arrondissementen. Een zaakverdelingsreglement bepaalt de afdelingen en plaatsen waar er zittingen gehouden worden en griffies aanwezig zijn. De rechtbank kan zaken verdelen naar territoriale bevoegdheid maar ze kan ze ook concentreren in één afdeling omdat die erg gespecialiseerd zijn. Het Gerechtelijk Wetboek (art. 186 Ger.W) somt op voor welke zaken een bepaalde afdeling exclusief bevoegd kan zijn. De zaken behandeld door de jeugdrechtbank vallen hier niet onder. Dit heeft als gevolg dat er in alle afdelingen nog jeugdrechtbanken actief zullen zijn en dit ondanks de schaalvergroting. Ouders en kinderen hebben nog steeds het recht om te verschijnen voor een jeugdrechter in hun onmiddellijke woonomgeving. 2. De jeugdrechtbank bestaat tot op 1/9/2014 uit een burgerlijke sectie en een protectionele sectie. Door de Wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 september 2013 en in werking getreden op 1/9/2014 is hierin verandering gekomen. De rechtbank van eerste aanleg heeft vanaf dan vier secties: de burgerlijke rechtbank, de correctionele rechtbank, de strafuitvoeringsrechtbank en de familie- en jeugdrechtbank. Deze laatste sectie is samengesteld uit: - familiekamers, belast met alle burgerlijke familiale bevoegdheden van de rechtbank, met inbegrip van procedures inzake hoogdringendheid, de civielrechtelijke jeugdzaken en het familiaal vermogensrecht, deze kamers vormen samen met de kamers voor minnelijke schikking de ‘Familierechtbank’. - kamers voor minnelijke schikking van geschillen (nieuw art. 76, § 1, derde lid Ger.W.) - jeugdkamers, genaamd ‘Jeugdrechtbank’, bevoegd overeenkomstig de Jeugdbeschermingswet, de decreten en de wet van 1990 betreffende de geesteszieken, voor alle materies betreffende de minderjarigen in gevaar, alle minderjarigen die strafbare feiten hebben gepleegd, de minderjarige geesteszieken en de maatregelen ten aanzien van de ouders van deze minderjarigen. In de sectie van de jeugdrechtbank worden één of meer specifieke kamers, kamers van “uithandengeving” genaamd, bevoegd voor de berechting van personen ten aanzien van wie een beslissing tot uithandengeving is genomen overeenkomstig de Jeugdbeschermingswet, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, in het kader van een wanbedrijf of correctionaliseerbare misdaad. (nieuw art. 76, § 3 Ger.W.)
294
De jeugdrechtbank verliest aldus haar bevoegdheden om te oordelen over geschillen over ouderlijk gezag, verblijfsregeling en de daarmee samenhangende onderhoudsvorderingen aangaande kinderen van feitelijk samenwonenden en ex-gehuwden. Ook de materies in verband met adoptie, pleegvoogdij en machtiging van huwelijk van een minderjarige behoren sinds 1/9/14 tot de bevoegdheid van de familierechtbank en niet meer van de Jeugdrechtbank. In de mate van het mogelijke moet de voorzitter bij de verdeling van de zaken over de familiekamers en de jeugdkamers er over waken dat een rechter die kennis genomen heeft van een burgerlijke zaak als bedoeld in artikel 725bis Ger.W. (de zaken die terechtkomen in het “familiedossier”) geen kennis kan nemen van een zaak als bedoeld bij de wet van 8 april 1965 (nieuw art. 90 Ger.W.) Gelet hierop werd onder meer aan de jeugdrechters de taak gegeven te zetelen in de Kamer voor minnelijke schikking. Een rechter die in een KMS heeft gezeteld, kan wanneer er geen schikking komt, immers niet meer over deze zaak ten gronde oordelen. De rechter kan wel een akkoord homologeren en dan nog zetelen in protectionele zaken. 3. Ten slotte is er het Decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp dat op 1 maart 2014 in werking is getreden. Dit decreet hervormt de jeugdsector en maakt een nieuwe hertekening van het landschap inzake de jeugdhulpverlening. Het doel is dat elke jongere met een probleem zo snel mogelijk de juiste hulp vindt. Het nieuwe decreet zet de jongere centraal. De bedoeling is dat meer aandacht gaat naar de versterking van de eigen kracht van kinderen en jongeren en van hun naaste omgeving en alzo te vermijden dat jeugdhulpverlening moet ingeschakeld worden waar dit niet echt nodig is omdat minderjarigen en hun context zelf hun problemen kunnen oplossen. Informele ondersteuning via de ‘brede instap’ (CAW, Kind en Gezin, CLB’s, VAPH, politie) wordt een belangrijke bron van hulpverlening. Wanneer de eerste hulp niet toereikend is, wijzen hulpverleners altijd de weg naar meer gespecialiseerde of meer ingrijpende hulp. Daarom installeert het decreet ook de intersectorale toegangspoort voor ‘niet-rechtstreeks toegankelijke hulp’. De grotere responsabilisering van de hulpverleners van de brede instap heeft ook een weerslag op de toestroom naar de gerechtelijke jeugdhulpverlening. De personeelsformatie: De jeugdrechtbank van Turnhout heeft twee kabinetten. Het eerste kabinet wordt samengesteld uit Monique Liesse, als oudst benoemde leidend jeugdrechter en haar griffier, mevr. Susy Vandesande. Het tweede kabinet wordt bemand door Mevr. I. Claes, met als vaste griffier Mevr. Ingrid Boons. De griffie wordt thans geleid door Mevr. I. Boons. Een derde griffier, Katrien Diels werd in oktober 2013 gedetacheerd naar de jeugdrechtbank. Zij zetelt voornamelijk in de zittingen burgerlijke zaken – vanaf 1/9/2014 behandeld door de Familierechtbank - en verleent bijstand aan de jeugdrechters in de beschermingsdossiers waar nodig. In de griffie zijn er nog de medewerkers: Mevr. Marie-Josée Bastiaensen, Mevr. Nancy Nuyens en Mevr. Cindy Dockx. Er is een vaste personeelsploeg die verantwoordelijk is voor het onderhoud van de lokalen en sanitair in de Jeugdrechtbank welke gevestigd is in het gebouw waar ook het Vredegerecht en de Arbeidsrechtbank zich bevinden. Het beheer van het gebouw valt onder de bevoegdheid van de Voorzitter van de Arbeidsrechtbank.
295
De sociale dienst voor gerechtelijke jeugdbijstand (jeugdhulpverlening vanaf 1/3/14): Deze is een dienst van het Agentschap Jongerenwelzijn ingericht door de Vlaamse Gemeenschap en is onafhankelijk van de Jeugdrechtbank. De consulenten voeren in opdracht van de jeugdrechter maatschappelijke onderzoeken uit en verschaffen de jeugdrechters advies nopens de hulpverleningsmogelijkheden. Lokalen: De Jeugdrechtbank is gevestigd in het gebouw Academia – Kasteelplein 11. Het gebouw biedt ruime lokalen. De jeugdrechters hebben elk hun eigen kabinet. Er is een receptie aan het gebouw welke echter niet steeds bemand is. Er zijn aanduidingen in het gebouw om de verschillende afdelingen en rechtbanken gemakkelijker te vinden. De kabinetten van de jeugdrechters zijn steeds afgesloten zodat geen directe toegang mogelijk is. Deze maatregel is er gekomen na een aantal agressie-incidenten. De jeugdbeschermingszittingen worden gehouden in de zittingszaal van dit gebouw Academia. Er is een mooi atrium waar de mensen kunnen wachten. Het nadeel is dat er te weinig stoelen zijn voor iedereen en dat er geen mogelijkheid is om iets te drinken. Er is wel een cafetaria in het gebouw maar deze is niet bemand (wegens te weinig personeel/middelen) en dus spijtig genoeg niet toegankelijk voor het publiek. Dit nadeel bestaat niet voor de rechtszoekenden in burgerlijke zaken. Deze zaken worden immers behandeld in het kasteel, in een zittingszaal recht tegenover de cafetaria, waar mensen een kopje koffie kunnen drinken, wat de pijn van het lange wachten wat verzacht. Logistieke middelen: De jeugdrechters beschikken over een laptop en hebben een printer in het kabinet. Via de laptop kan van thuis uit via de VPN –verbinding de email (just.fgov.be) geraadpleegd worden. Er is een specifiek computerprogramma voor het aanmaken van fiches en opslaan van dossiergegevens. De griffie beschikt over een kopieermachine en een faxtoestel. De jeugdrechters zijn permanent bereikbaar via een GSM. Er is tevens één GSM beschikbaar voor de griffiers, die dan telkens de GSM moeten doorgeven aan elkaar op het einde van hun dienst. Organisatie zittingen Jeugdrechtbank: De jeugdrechtbank behandelt protectionele zaken (POS/VOS- en MOF-dossiers) en tot 1/9/2014 ook burgerlijke zaken. 1) De protectionele zaken: De 12de Kamer (Jeugdkamer), voorgezeten door Monique Liesse, neemt de eerste en derde week van de maand, telkens op maandag, kennis van de protectionele dossiers. Vanaf 1/9/2014 krijgt deze kamer een nieuwe benaming, namelijk : TJ1. Mevrouw I. Claes zetelt in de 11de Kamer iedere tweede en vierde woensdag van de maand in jeugdbeschermingszaken. Vanaf de maand september 2014 wordt deze Kamer aangeduid als TJ2 en wordt de zitting verplaatst naar telkens de tweede en de vierde donderdag van de maand. De reden hiervoor was dat ingevolge een gewijzigde werkwijze van de gemeenschapsinstelling te Mol de jongeren enkel op een woensdag op time-out kunnen gestuurd worden. Het combineren van de kabinetsbesprekingen en voorleiding van deze jongeren met het houden van de zitting in protectionele zaken op diezelfde dag werd onhoudbaar.
296
Vanaf september 2014 wordt tevens een bijkomende zitting gehouden telkens op de vijfde maandag van de maand wat de kamer TJ1 betreft, en op de vijfde donderdag van de maand wat de Kamer TJ2 betreft. Het houden van deze bijkomende zitting heeft tot doel de overige zittingen wat te ontlasten. Indien een protectionele zitting op een feestdag valt, dient een jeugdbeschermingszitting te worden gehouden op de volgende week. De zittingen Jeugdbeschermingszaken starten om 9 uur. In tegenstelling tot voordien worden de zaken vanaf september 2014 gedagvaard in twee verschillende blokken, namelijk om 9 uur en om 10.30 u, teneinde te vermijden dat de rechtszoekenden te lang moeten wachten alvorens hun zaak opgeroepen wordt. 2) De burgerlijke zaken: Tot aan de oprichting en inwerkingtreding van de Familierechtbank op 1 september 2014 neemt de Elfde Kamer alle weken, telkens op woensdag, kennis van de burgerlijke zaken die tot de bevoegdheid van de jeugdrechtbank behoren, inclusief adoptiezaken. Deze Kamer wordt voorgezeten door Mevr. M. Mampay, rechter-waarnemend jeugdrechter. De Bijkomende Kamer Jeugdrechtbank neemt alle weken van de maand kennis van de burgerlijke zaken die tot de bevoegdheid van de jeugdrechtbank behoren, inclusief adoptiezaken, telkens op vrijdag. Deze kamer werd voorgezeten door A. Vyverman in de 1ste, 2de en 4de week en door J-R. Dederen in de 3de en eventuele 5de week. De zittingen in burgerlijke zaken worden gehouden op het Kasteel en starten om 9 uur. De zaken worden conform de Wet van 2/6/2010 in raadkamer behandeld. Vanaf 1/9/2014 worden de burgerlijke zaken welke behoorden tot de bevoegdheid van de Jeugdrechtbank overgeheveld naar de Familierechtbank. 3) Uithandengevingen: De 11de kamer - TJ3 genoemd vanaf 1/9/2014 - belast met de zaken na uithandengevingen is samengesteld uit twee leden van de rechtbank die de opleiding hebben genoten georganiseerd in het kader van art. 259 sexies, §1.1° derde lid van het Ger.W. bedoelde voortgezette vorming van magistraten, die vereist is voor de uitoefening van het ambt van een rechter in de jeugdrechtbank, en een derde lid die een rechter van de correctionele rechtbank is. In de praktijk is deze kamer samengesteld uit de twee jeugdrechters en een correctionele rechter die daartoe wordt aangeduid door de voorzitter, indien de zaken werden uit handen gegeven door een andere jeugdrechtbank en verzonden werden naar Turnhout voor behandeling van de zaak na de uithandengeving. Bij de andere uit handen gegeven zaken wordt er vermeden dat de kabinetsrechter die eerder al uitspraken deed in de zaak (voldoende aanwijzingen van schuld enz.), deel uitmaakt van het rechtscollege gelast met de grond van de zaak. Dan wordt, naast de correctionele rechter, een rechter uit het korps die de speciale opleiding gevolgd heeft, gevraagd om deel uit te maken van de zetel. De kamer zetelt op de tweede en vierde woensdag van de maand telkens in de namiddag. De zittingen worden gehouden op het Kasteel en starten om 13.30 u. Bijstand Bode /Veiligheid: Een bode regelt het vlotte verloop van de protectionele zittingen en van de zitting Jeugdrechtbankburgerlijk. De bode verwelkomt de rechtszoekenden bij hun aankomst ter zitting, verschaft hen de nodige informatie en roept hen op bij de aanvang van hun zaak. De bode doet een ordening van de talrijke dossiers en overhandigt ze aan de advocaten ter inzage. De bode verlaat de zitting om 11.30 297
uur, op een toch nog druk moment wat alleszins niet bevorderlijk is voor een zitting waar alle rechtszoekenden in persoon al dan niet met hun advocaat aanwezig zijn. Indien nodig wordt beroep gedaan op de medewerkers van toezicht en beheer aanwezig op de rechtbank, en desgevallend de politie, om de rust en orde te helpen bewaken, zowel op de openbare zitting als tijdens de kabinetszittingen. Evolutie werklast: De jeugdrechtbank neemt kennis van: - de vorderingen van het openbaar ministerie ten aanzien van de personen die vervolgd worden wegens een als misdrijf omschreven feit (MOF), gepleegd voor de volle leeftijd van 18 jaar; - de vorderingen op grond van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, inzake problematische opvoedingssituaties (POS) en vanaf 1 maart 2014 op grond van het decreet betreffende Integrale Jeugdhulp van 12 juli 2013, in werking getreden op 1 maart 2014, inzake verontrustende situaties (VOS) - de hoogdringende vorderingen - de zaken lastens minderjarigen die uit handen gegeven zijn in het kader van een wanbedrijf of een correctionaliseerbare misdaad - de vorderingen tot gedwongen opname van minderjarigen in psychiatrische instellingen - het hoger beroep tegen een beslissing tot het opleggen van een administratieve sanctie als bedoeld in de nieuwe gemeentewet (vanaf 16 jaar); - het hoger beroep tegen een beslissing tot het opleggen van een administratieve sanctie als bedoeld in de voetbalwet (vanaf 14 jaar). - tot 1 september 2014: de burgerlijke zaken in verband met minderjarigen: - opheffing verbodsbepaling huwelijk - conflicten bij de uitoefening van het ouderlijk gezag, verblijfsregeling, recht op persoonlijk contact en onderhoudsgeld - adopties - omgangsrecht grootouders Evolutie van de gerechtelijke achterstand: A. In burgerlijke zaken: (tot 1/9/2014) De burgerlijke zaken worden vastgesteld voor inleiding binnen een termijn van 30 dagen na neerlegging van verzoekschrift. Per zitting staan er ongeveer 5 à 6 nieuwe zaken vastgesteld. De adoptiezaken worden eveneens op de gewone zittingen burgerlijke zaken vastgesteld om 11.30 uur. De dringende zaken of de zaken waarin een voorlopige maatregel moet uitgesproken worden, worden op de inleidingzitting behandeld. De verstekken en de zaken waarin een akkoord is bereikt tussen partijen worden eveneens op de inleidingszitting behandeld. Dit komt er op neer dat in praktijk alle zaken waarin partijen aandringen op behandeling, behandeld worden. Bij inleiding van de zaak wordt er geen toepassing gemaakt van art. 747 § 2 Ger.W. en worden er geen conclusietermijnen bepaald. De balie is geïnformeerd omtrent dit standpunt van de rechtbank. De zaken welke niet behandeld worden op de inleidingszitting kunnen uitgesteld worden op een termijn van gemiddeld 3 maanden. Ingeleide zaken kunnen maximaal tweemaal worden uitgesteld voor behandeling. Bij het derde verzoek tot uitstel worden de zaken in principe naar de rol verwezen voor verdere instaatstelling. Er wordt ambtshalve niets uitgesteld. Gemiddeld staan er 15 uitgestelde zaken per zitting gefixeerd. De kinderen boven de twaalf jaar worden gehoord, meestal op een datum bepaald op de inleidingszitting en vóór de pleitdatum. Het horen van kinderen gebeurt steeds in kabinet van de jeugdrechter in het bijzijn van de griffier (tot september 2014). De gemiddelde termijn van beraad bedraagt 4 weken. 298
Er worden tijdens het reces 2014 burgerlijke zittingen gehouden, twee in juli en twee in augustus. Op deze zittingen worden, conform de opdracht van de Voorzitter van de Rechtbank, nieuwe zaken vastgesteld op één maand na neerlegging van het verzoekschrift, net zoals tijdens het gerechtelijk jaar, teneinde geen achterstand te creëren en de werklast op te vangen. Burgerlijke Zaken Nieuwe ingeleide zaken
2006 2007 415 462
Inleidingen Wet op de Geesteszieken Totaal aantal vonnissen
2008 2009 2010 2011 2012 443 495 555 566 547
701
2013 545
3
5
11
2014 311 (tot 1/9/14) 7
714
776
766
538
Uit bovenstaande tabel kan afgeleid worden dat het aantal conflicten betreffende de uitoefening van het ouderlijke gezag, de verblijfsregeling en het recht op persoonlijk contact stabiel doch veelvuldig blijft. Steeds meer gescheiden ouders komen terug op hun oorspronkelijke verblijfsregeling voor de kinderen en trekken met hun grieven naar de jeugdrechter. Gehuwden lijken vaak voor een EOT te kiezen als snelste en properste manier om uit de echt te scheiden, om nadien vrij snel een beroep te doen op de jeugdrechtbank teneinde een andere regeling te bekomen. Samenwonende koppels met kinderen die uit elkaar gaan, komen automatisch bij de jeugdrechter terecht. De permanente aanhangigheid van de zaken op grond van art. 387bis B.W. levert een groot aantal zaken op. Partijen komen gemakkelijk binnen het jaar terug met al dan niet bewezen gewijzigde omstandigheden in de hoop toch nog een (andere) uitspraak in hun zaak te bekomen. Er is in 2014 een lichte daling van zaken in verband met de Wet op de geesteszieken. In totaal werden er 7 collocatiezaken ingeleid tegenover 11 in 2013. B. In beschermingsdossiers: De instroom van de beschermingszaken wordt bepaald door het Parket. Er wordt per minderjarige één dossier opgesteld met de POS(VOS)/MOF -vordering en waarin tevens de beschikkingen omtrent de kinderbijslag worden opgenomen. Indien er bijkomende vorderingen worden genomen door het parket, worden deze gevoegd aan het bestaande dossier. Een nieuwe vordering ten aanzien van een minderjarige wiens dossier reeds eerder was afgesloten komt opnieuw in datzelfde dossier terecht. Bij een MOF-vordering van het Openbaar Ministerie worden de ouders en de minderjarige vanaf 12 jaar uitgenodigd in kabinet, teneinde hen op de hoogte te brengen van de genomen vordering en wat uitleg te geven over de werking van de jeugdrechtbank en om een voorlopige maatregel op te leggen. Aangehouden minderjarigen worden zo spoedig mogelijk na de aanhouding voorgeleid om desgevallend binnen de 24 uur na aanhouding de minderjarige te kunnen toevertrouwen aan een gesloten voorziening. De sociale dienst heeft een termijn van 75 dagen voor het verlenen van een advies en een termijn van 6 maanden voor het neerleggen van een maatschappelijk verslag. Het Openbaar Ministerie beschikt vervolgens over een termijn van twee maanden om de jongere en de burgerlijk aansprakelijke partijen te dagvaarden op een zitting van de jeugdrechtbank. Bij een POS/VOS-vordering wordt meestal eerst op het advies van de sociale dienst gewacht alvorens betrokkenen uit te nodigen en voorlopige maatregelen te nemen, tenzij hoogdringende gevallen waarbij onmiddellijk dient gehandeld. De periode van de voorbereidende maatregelen bedraagt maximaal zes maanden , waarna een maatregel bij vonnis dient opgelegd. 299
Teneinde deze termijn niet uit het oog te verliezen, wordt na het binnenkomen van een nieuwe vordering, onmiddellijk de datum vastgesteld waarop de zaak ten gronde zal behandeld worden. Samen met de opdracht tot maatschappelijk onderzoek wordt deze datum meteen medegedeeld aan de sociale dienst zodat de consulenten een werkelijke deadline hebben voor het opstellen en neerleggen van het maatschappelijk verslag. Na behandeling van de protectionele zaken ter zitting bedraagt de termijn van beraad 2 weken voor POS/VOS-zaken en maximum 1 maand voor MOF-zaken. Een maatregel opgelegd aan een minderjarige bij vonnis heeft een maximale duur van 1 jaar. Alle maatregelen, zowel in POS/VOS – zaken als in MOF-zaken dienen jaarlijks herzien op een zitting waarop ouders, minderjarigen, instellingen en opvangouders uitgenodigd worden. Evolutieverslagen houden de jeugdrechter op de hoogte van de toestand van de minderjarige en zijn familie. Pv’s van de politie over eventuele gebeurtenissen en feiten worden aan het dossier toegevoegd. De jeugdrechter grijpt in, op grond van de bekomen informatie, indien nodig middels beschikkingen. De jeugdrechtbank blijft de minderjarige opvolgen zolang dit noodzakelijk blijkt of tot de meerderjarigheid. Elke minderjarige krijgt de bijstand van een advocaat. Ook bij wijziging of verlenging van de opgelegde maatregel wordt de minderjarige ouder dan 12 jaar uitgenodigd in kabinet, tenzij hij schriftelijk bevestigt dat hij akkoord gaat met de maatregel en niet wenst te verschijnen voor de jeugdrechter. De ouders van kinderen jonger dan 12 jaar worden eveneens in kabinet uitgenodigd indien een plaatsing van de kinderen of een andere ingrijpende maatregel zich opdringt. Ouders en familieleden richten brieven aan de jeugdrechter met allerlei vragen, welke door de jeugdrechter beantwoord worden, of met verzoeken om uitgenodigd en gehoord te worden in kabinet. Jeugdrechters worden gevraagd om aanwezig te zijn bij de opstart en voltooiing van een project verwezenlijkt door de minderjarige.
Protectionele zaken Nieuwe vorderingen tav minderjarigen (POS/VOS+MOF+dringend e POS/VOS) Nieuwe vorderingen Ontzetting ouderlijk gezag Verhouding MOF / POS/VOS + POS/VOS dringend Vonnissen ten gronde Vonnissen herzieningen beschikkingen
200 6 244
200 7 219
200 8 264
200 9 399
201 0 328
201 1 352
2012
2013
2014
286
277
256
1
4
0
109/17 7
90/18 7
97/15 9
368
324 487 775
270 551 774
695
Zoals vastgesteld kan worden is er een heel lichte stijging in het aantal MOF-vorderingen en een daling van de POS/VOS-zaken in vergelijking met vorig jaar, dit laatste wellicht ten gevolge van de inwerkingtreding van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp. Er waren in 2014 geen vorderingen ‘ontzettingen uit de ouderlijke macht’. De opgelegde maatregelen bij vonnis of bij beschikking betreffen alle maatregelen ten aanzien van de minderjarigen en niet ten aanzien van de ouders. Opmerking: Beschikkingen inzake Kinderbijslag (in 2014: 102) niet mede zijn opgenomen in de hierboven vermelde tabel. C. Zaken na uithandengeving: 300
Zaken na uithandengeving worden aanhangig gemaakt bij de Bijzondere Kamer van de Jeugdrechtbank. Vanaf 1/9/2014 wordt deze kamer genoemd: “Kamer van Uithandengeving” TJ3. Deze zaken verlopen volgens de regels van het strafrecht en strafprocesrecht. De termijn van beraad bedraagt 4 weken. In 2014 werden er één nieuwe zaak na uithandengeving aanhangig gemaakt bij de deze Kamer. Werklastverdeling Jeugdrechtbank: In de jeugdbeschermingszaken zijn de twee jeugdrechters afwisselend een week van dienst, telkens van donderdag 16 uur tot de daaropvolgende donderdag 16 uur. De vorderingen t.a.v. nieuwe minderjarigen die binnenkomen worden beurtelings toegewezen aan de twee jeugdrechters. Bijkomende vorderingen t.a.v. reeds gekende minderjarigen worden behandeld door de titularisjeugdrechter van het dossier van de minderjarige in kwestie. De collocatie-zaken worden eveneens verdeeld tussen de twee jeugdrechters, ieder om beurt, behalve indien het om een collocatie gaat van een minderjarige die reeds door een bepaalde jeugdrechter wordt gevolgd. De zaken na uithandengeving worden door de twee jeugdrechters samen dan wel door de jeugdrechter die niet betrokken was bij de zaak vóór uithandengeving behandeld. Bij ziekte of afwezigheid van een jeugdrechter wordt deze vervangen door de andere jeugdrechter. In burgerlijke zaken, inclusief de adoptiezaken, wordt tot 01/09/2014 het aantal nieuwe verzoekschriften gelijkmatig verdeeld over de verschillende zittingen van de jeugdrechtbank. Nadien zijn deze zaken aanhangig gemaakt bij de familierechtbank. Ook wordt de rechter die zetelt in burgerlijke zaken bij eventuele afwezigheid vervangen door één der jeugdrechters of door de rechter die zetelt in de andere burgerlijke kamer van de jeugdrechtbank. Met betrekking tot de bijkomende verplichtingen en/of engagementen wordt getracht in gezamenlijk overleg te zorgen voor de nodige vertegenwoordiging door één van de jeugdrechters afhankelijk van de dienstregeling en werklast. Overlegstructuren: Er is regelmatig informeel overleg tussen de jeugdrechters met als doel de uniformiteit van de rechtspraak te bevorderen, zowel op burgerlijk gebied als op strafrechtelijk gebied en in verband met de werking van de jeugdrechtbank. Ook met de Voorzitter van de Rechtbank is er overleg over de organisatie van de jeugdrechtbank. Er is regelmatig (informeel) overleg met de parketmagistraten, belast met jeugdzaken, in het algemeen betreffende de toepassing van de wetgeving of initiatieven en in individuele zaken met betrekking tot voorleiding, verwittiging van ouders en/of tolk , in bewaring nemen en uitvoering van beslissingen en de organisatie van de zittingen. In 2014 werden er twee vergaderingen georganiseerd, namelijk op 14/2/14 en 18/9/14. Met de griffiers van de jeugdrechtbank is er continue overleg in verband met de bijstand aan de rechters, de werkmethodes e.a. Binnen de balie van Turnhout is er een jeugdcel. Met de afgevaardigde hiervan is er overleg in functie van een optimale bijstand van de minderjarige waarvan een dossier hangende is bij de jeugdrechtbank. In het kader van het verticaal en horizontaal sectoraal beleid wordt overleg georganiseerd tussen de jeugdrechters en de jeugdrechters in hoger beroep van het ressort Antwerpen. Sinds de oprichting van de nieuwe provinciale rechtbank is er de opstart van de sectiewerking.
301
De secties zijn betrokken bij de concrete organisatie van de betrokken kamers, het uitwerken van uniforme procedures in de verschillende afdelingen, de contacten met derden enz. De sectie bestaat uit minstens 5 personen (mag ook meer zijn) waarvan minstens één griffier en één rechter van elke afdeling. De sectie van de jeugdrechtbank komt sedert september 2014 maandelijks samen. Tijdens de vergaderingen werd vastgesteld dat er nog heel wat verschillende werkwijzen zijn tussen de verschillende afdelingen Mechelen, Turnhout en Antwerpen. De Unie van Nederlandstalige jeugdmagistraten is zeer actief. Zij volgt de wetgevende ontwikkelingen op de voet en leden van deze Unie worden uitgenodigd op overlegvergaderingen met externe diensten. Dit jaar staat er nog de overheveling van de bevoegdheid voor het bepalen van de maatregelen als reactie op de jeugddelicten (de MOF-zaken) van federaal naar de gemeenschappen op het programma. Hetzelfde geldt voor de gezinsbijslagen. De Unie is in dit verband vertegenwoordigd op het overlegplatform Jongerenwelzijn-Justitie. Ten gevolge van de zeer ingrijpende hervormingen van dit laatste jaar, zijn er evenwel in 2014 geen vergaderingen gehouden tussen de Vlaamse jeugdmagistraten onderling. De communicatie tussen de Nederlandstalige jeugdmagistraten is echter ook zonder vergaderingen zeer frequent. De jeugdmagistraten zijn immers aangesloten op een email-groep. Deze e-mailgroep van jeugdmagistraten heeft een debatforum gecreëerd, waarlangs discussiepunten worden voorgelegd en belangrijke informatie wordt verspreid onder de Vlaamse jeugdmagistraten, zowel eerste aanleg als beroep. Er is zeer regelmatig overleg met de consulenten van de sociale dienst, zowel individueel in het kader van een bepaald dossier als collectief ter bespreking en optimalisering van de samenwerking. Daarnaast is er tevens overleg met de diensten werkzaam binnen de jeugdbescherming, zoals comités voor bijzondere jeugdzorg (vanaf 1 maart 2014: met de gemandateerde voorzieningen OCJ en VK), Agentschap Jongerenwelzijn, afgevaardigden van instellingen en allerlei hulpverlenende instanties en politie. Instellingen nodigen de jeugdrechters uit om kennis te maken met hun nieuwe systemen en werking. Op 21/6/14 werden de jeugdrechters uitgenodigd op de eindceremonie voor jongeren die het YAR-programma hebben gevolgd. In 2014 was er op 28/1/14 en 4/4/14 overleg met de stuurgroep Caft waarop o.a. wordt nagedacht over de totstandkoming en de invulling van de maatregelen welke door de Jeugdwet werden ingevoerd zoals Hergo, herstelbemiddeling, nieuwe vormingspakketten voor de minderjarigen. Er is regelmatig overleg tussen Justitie-Psychiatrie, waarbij voornamelijk de problematiek in verband met gedwongen opnames van minderjarigen wordt besproken. De jeugdrechters maken deel uit van de Arrondissementele Raad voor Kinderbescherming welke in 2014 op 24 maart een vergadering hield. Omwille van de nog steeds grote interesse van de maatschappij in de gebeurtenissen rond het jeugdrecht, wordt de jeugdrechtbank meermaals gevraagd om stagiaires (meestal studenten criminologie en rechten of studenten uit de hogeschool – richting Rechtspraktijk) te begeleiden/ te ontvangen voor interviews en hen zittingen te laten volgen, te sturen in hun thesissen. De jeugdrechtbank Turnhout verleent haar medewerking aan wetenschappelijke onderzoeken van universiteiten indien gevraagd. Er worden soms parlementaire vragen door het parket doorgespeeld aan de Jeugdrechtbank met verzoek deze te beantwoorden. Instellingbezoeken : De wet voorziet een jaarlijks bezoek aan instellingen. Regelmatig overleg in de instelling komt de belangen van de minderjarige immers ten goede en betekent een grote ruggensteun en erkenning van de begeleiding, die dagelijks met de jongere werkt. 302
Bijlage: Statistieken (uit het DUMBO-systeem, applicatie voor de jeugdrechtbanken)
303
304
305
306
JAARVERSLAG STRAFUITVOERINGSRECHTBANK (SURB)
1. Uitbreiding van bevoegdheden. In 2014 werd de bevoegdheid uitgebreid en kreeg de voorzitter van de strafuitvoeringsrechtbank bijkomende taken m.b.t. het strafuitvoeringsonderzoek. Het strafuitvoeringsonderzoek werd opgenomen in de wet van 11 februari 2014 houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken. Het strafuitvoeringsonderzoek is het geheel van handelingen dat strekt tot de opsporing, de identificatie en de inbeslagneming van het vermogen waarop de veroordeling tot betaling van een geldboete, een bijzondere verbeurdverklaring of gerechtskosten kan worden uitgevoerd. Dit onderzoek wordt gevoerd onder gezag en leiding van het openbaar ministerie tegen de veroordeelde en derden die wetens en willens met de veroordeelde samenspannen om zijn vermogen te onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de uitvoerbare veroordelingen. De strafuitvoeringsrechter (d.i. voorzitter van de strafuitvoeringsrechtbank) onderzoekt uitsluitend de wettigheid, de proportionaliteit en de subsidiariteit van gevorderde uitvoeringshandelingen. 2. Assessoren. In februari 2015 verstreek het mandaat van twee assessoren en hun plaats werd in september 2014 vacant verklaard. In het vorig werkingsverslag werd reeds verwezen naar de te verwachten benoemingsmoeilijkheden en deze zijn er ook gekomen. Ook aan het mandaat van enkele plaatsvervangende assessoren kwam een einde en hiervoor hebben zich geen nieuwe kandidaten gemeld. De eerste moeilijkheden hebben zich ook voorgedaan in december 2014 toen één van de assessoren vroegtijdig haar mandaat beëindigde en sindsdien verder moest gewerkt worden met plaatsvervangende assessoren die naast een full time betrekking deeltijds wensten in te springen. Het is duidelijk dat het personeelstekort, op gebied van assessoren, nog schrijnender wordt in 2015 maar hierover meer in het volgende werkingsverslag. 3. Aantal vonnissen Tot begin 2013 werden de voorwaardelijke invrijheidstelling en de voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied toegekend na advies van de gevangenisdirecteur. Wanneer de voorwaardelijke invrijheidstelling werd afgewezen, werd in het vonnis bepaald op welke datum de directeur een nieuw advies moest uitbrengen. De zitting vond telkens ongeveer 2 maanden later plaats. Dit had voor gevolg dat elke gedetineerde minstens eenmaal per jaar voor de strafuitvoeringsrechtbank verscheen, ook al had hij nog geen reclasseringsplan klaar. Het voordeel van deze regeling was dat voor elke gedetineerde automatisch onderzocht werd of hij in aanmerking kwam voor een voorwaardelijke invrijheidstelling én dat de rechtbank zwakke en kwetsbare figuren (zwakbegaafden, vreemdelingen, maar ook personen met een zeer complexe problematiek) beter in het oog kon houden om te vermijden dat ze tot aan hun strafeinde opgesloten bleven. Het nadeel was dat er veel dossiers op zitting kwamen die eigenlijk nog niet in orde waren, met vaak een afwijzing tot gevolg. 307
Sinds de wetswijziging van 17 maart 2013, moet de veroordeelde zelf een aanvraag indienen tot voorwaardelijke invrijheidstelling of voorlopige invrijheidstelling met het oog op landsverwijdering en we stellen vast dat als gevolg hiervan in 2014 het aantal te behandelen dossiers (en dus het aantal vonnissen) verminderd is, nl. 1.992 vonnissen tegenover 2.518 in het jaar 2013. Hiervoor zijn o.i. twee oorzaken : a) de gevangenisdirecteur heeft voor het uitbrengen van zijn advies 4 maanden tijd, te rekenen vanaf de aanvraag, en het blijkt dat deze termijn maximaal wordt benut, wat voor gevolg heeft dat een dossier minstens 4 maanden later op zitting komt dan onder het oude stelsel; b) een aantal gedetineerden, zeker in de strafcategorie 3-5 jaar, zijn mede door deze vertraging niet meer geïnteresseerd in een voorwaardelijke invrijheidstelling, en dit omwille van de lange proeftijd (2-5 jaar) die niet opweegt tegen het strafrestant. Zij blijven liever langer onder elektronisch toezicht staan of doen zelfs strafeinde. 4. Cijfers over 2014 De zaken m.b.t. de strafuitvoeringsmodaliteiten worden behandeld in de gevangenissen (Hoogstraten, Wortel, Merksplas en Hasselt) de opvolgingsdossiers deels in de gevangenis, deels in het gerechtsgebouw. Strafuitvoeringsmodaliteiten 2014
308
Opvolging 2014
Onder de categorie “tussenvonnissen” vallen o.m. de opdrachten tot maatschappelijke enquête, heropeningen van de debatten, de verzending naar een andere strafuitvoeringsrechtbank, enz.
309
INHOUDSTAFEL INLEIDING
1
OVERZICHT WERKINGSVERSLAG VOOR DE DRIE AFDELINGEN
3
Personele middelen Logistieke middelen Organisatie Overlegstructuren Statistieken Evolutie van de werklast Evolutie van de gerechtelijke achterstand Achterstand in het beraad Beschrijving acties MISSIE, VISIE, WAARDEN EN DOELSTELLINGEN VOOR 2015 (-2017) Missie Visie Kernwaarden Doelstellingen Bijlagen: griffie correctionele sectie sectie familierechtbank burgerlijke sectie sectie onderzoek sectie jeugd nota directiecomité
3 6 7 7 8 9 9 10 10 11 11 11 12 14 20 30 33 35 38 40 41
WERKINGSVERSLAG AFDELING ANTWERPEN
43
PERSONELE MIDDELEN
44
LOGISTIEKE MIDDELEN
45
lokalen informatica documentatiedienst budget
45 46 47 47
ORGANISATIE
49
OVERLEGSTRUCTUREN
59
STATISTIEKEN INKOMENDE EN UITGAANDE DOSSIERS EN HANGENDE ZAKEN
63
310
EVOLUTIE VAN DE WERKLAST werklastmeting werklastverdeling EVOLUTIE VAN DE GERECHTELIJKE ACHTERSTAND algemene vragen oorzaken van de vertraging
78 78 78 79 79 82
DE ACHTERSTAND IN HET BERAAD
83
ACTIES OM DE WERKING VAN HET RECHTSCOLLEGE TE VERBETEREN
83
BIJLAGEN AFDELING ANTWERPEN correctionele sectie burgerlijke sectie bouwkamer
85 87 90
WERKINGSVERSLAG AFDELING MECHELEN
91
PERSONELE MIDDELEN
92
LOGISTIEKE MIDDELEN
99
lokalen informatica documentatiedienst budget ORGANISATIE organogram reglement afdeling Mechelen dienstregeling zittingen
99 104 106 107 108 109 110 121 128
OVERLEGSTRUCTUREN
129
STATISTIEKEN INKOMENDE EN UITGAANDE DOSSIERS EN HANGENDE ZAKEN
133
EVOLUTIE VAN DE WERKLAST
154
werklastmeting werklastverdeling
154 157
EVOLUTIE VAN DE GERECHTELIJKE ACHTERSTAND
158
ACTIES OM DE WERKING VAN HET RECHTSCOLLEGE TE VERBETEREN
165
311
BIJLAGEN correctionele sectie burgerlijke sectie procedurele aandachtspunten
169 172 176
WERKINGSVERSLAG AFDELING TURNHOUT
179
PERSONELE MIDDELEN LOGISTIEKE MIDDELEN
180 182
lokalen informatica documentatiedienst budget
182 189 191 193
ORGANISATIE
196
OVERLEGSTRUCTUREN
207
STATISTIEKEN INKOMENDE EN UITGAANDE DOSSIERS EN HANGENDE ZAKEN
221
EVOLUTIE VAN DE WERKLAST
232
werklastmeting werklastverdeling
232 236
EVOLUTIE VAN DE GERECHTELIJKE ACHTERSTAND
241
GERECHTELIJKE ACTIVITEIT
241
algemene vragen oorzaken van de vertraging
241 252
DE ACHTERSTAND IN HET BERAAD
255
ACTIES OM DE WERKING VAN HET RECHTSCOLLEGE TE VERBETEREN
256
JAARVERSLAG JEUGDRECHTBANK ANTWERPEN 2014
257
I. afdeling Antwerpen II. afdeling Mechelen III. afdeling Turnhout
258 274 294
JAARVERSLAG STRAFUITVOERINGSRECHTBANK (SURB)
307
INHOUDSTAFEL
310
312