Werken met sociale bureaus voor kunstenaars
Auteurs: Eric Galand, Federgon Greet Souvereyns, Kunstenloket
Voorwoord Het nieuw sociaal statuut voor kunstenaars is inmiddels vier jaar oud. Het statuut laat toe dat zowel scheppende als uitvoerende kunstenaars sociale bescherming kunnen opbouwen via hun artistieke activiteit. Artistieke prestaties kunnen op verschillende manieren worden vergoed. Eén ervan is de tewerkstelling als werknemer. Om deze mogelijkheid praktisch uitvoerbaar te maken, zijn SBK’s opgericht. Zij treden op als werkgever en vervullen de werkgeversverplichtingen. Over de rol van het SBK, de wijze van samenwerken en de omrekening van de uitkoopsom naar een nettoloon, zijn er nog heel wat vragen. Daarom werd in samenwerking met Federgon, de beroepsfederatie van o.a. de uitzendbureaus, deze brochure gemaakt. Het Kunstenloket en Federgon reiken je met deze brochure een leidraad aan om de samenwerking met het SBK vorm te geven en op een duidelijke en correcte manier te laten verlopen. De inhoud van deze brochure en nog veel meer juridische en zakelijke informatie staat ook op onze website www.kunstenloket.be. Je vindt er antwoorden op veelgestelde vragen over sociale zekerheid, belastingen, auteursrechten en over de organisatie van artistieke producties. Kunstenaars, producenten en organisatoren kunnen er bovendien terecht voor modelcontracten en voorbeelden van administratieve documenten. Hopelijk creëert deze brochure meer duidelijkheid. Heb je nog vragen, dan kan je steeds bij onze consulenten terecht. Jan Timmermans Directeur Kunstenloket vzw
1.
inhoud I.
II. III. IV. V. VI. VII.
VIII.
IX. X.
XI.
Statuut van de kunstenaar en definitie van artistieke prestaties/werken 1. Het statuut van de kunstenaar 2. Artistieke prestaties en/of werken Wat doet een Sociaal Bureau voor Kunstenaars (SBK)? Waar vind je de SBK’s? Wanneer kan je beroep doen op een SBK? Wanneer moet je contact opnemen met een SBK? Wie kiest het SBK? Welke documenten worden gebruikt bij een tewerkstelling via een SBK? 1. De intentieverklaring en de tijdelijke arbeidsovereenkomst. 2. Het prestatieblad en de loonfiche 3. De werkpostfiche 4. Het C4-formulier Uit welke bestanddelen bestaat het factuurbedrag van een SBK? 1. Factuurbedrag, brutoloon, nettoloon 2. Sociale bijdragen en bijdragevermindering (spreiden van het aantal dagen) 3. Bedrijfsvoorheffing 4. Kostenvergoedingen en auteursrechten Welk BTW-tarief is van toepassing voor SBK’s? Welke rechten bouw je op als je werkt met een SBK? 1. Vakantiegeld 2. Eindejaarspremie 3. Werkloosheid 4. Ziekte en privéongevallen 5. Werkongeval 6. Feestdagen 7. Pensioen De ombudsdienst
3 3 4 5 5 6 6 6 7 7 7 8 8 8 8 9 10 10 11 12 12 12 12 14 14 15 16 16
i.
Statuut Van de kunStenaar en definitie Van artiStieke preStatieS/werken
1. Het statuut van de kunstenaar Elke kunstenaar die: • artistieke prestaties levert en/of artistieke werken produceert (zie I.2.) • in opdracht van een natuurlijk persoon of rechtspersoon • tegen betaling van een loon (een kostenvergoeding is geen loon) heeft het statuut van een werknemer. Een kunstenaar kan echter opteren voor het zelfstandigenstatuut1. Indien de kunstenaar niet opteert voor het zelfstandigenstatuut, wordt diegene die de kunstenaar betaalt, beschouwd als de werkgever2. Dit houdt in dat hij alle werkgeversverplichtingen moet vervullen (verrichten van Dimona-aangifte, sluiten van arbeidsongevallenverzekering, betalen van sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing, …). Het voordeel van deze regeling is dat de kunstenaar beschermd is tegen sociale risico’s (werkloosheid, ziekte, …). Het sociaal statuut is niet van toepassing indien een kostenvergoeding wordt betaald, omdat aan één van de drie toepasssingsvoorwaarden, namelijk ‘tegen betaling van loon’, niet is voldaan. Voor kunstenaars bestaat er een specifieke forfaitaire kostenvergoeding, de kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars. Bij een forfaitaire kostenvergoeding moeten de kosten niet worden aangetoond. Deze kostenvergoeding kan worden toegepast, wanneer de kunstenaar een artistieke prestatie levert of een artistiek werk maakt. Op deze vergoeding zijn geen sociale bijdragen en belastingen verschuldigd, op voorwaarde dat: 1. het maximumbedrag van 106,94 euro per dag per opdrachtgever niet wordt overschreden; 2. per jaar niet meer dan 2.138,70 euro wordt ontvangen via de kleine vergoedingsregeling; 3. niet meer dan 30 dagen per jaar een beroep wordt gedaan op deze regeling; 4. de vergoeding maximum 7 opeenvolgende dagen bij dezelfde opdrachtgever wordt toegekend; 5. de kunstenaarskaart telkens wordt ingevuld. Vermits deze kaart nog niet bestaat, wordt voorlopig gewerkt met een ‘verklaring op eer’3 4.
1 Indien hij bewijst dat hij socio-economisch onafhankelijk is. 2 Artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. 3 Downloadbaar op www.kunstenloket.be, bij ‘download documenten’. 4 Artikel 17sexies van het KB van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
3.
2. Artistieke prestaties en/of werken Artistieke prestaties en/of werken zijn “de creaties en/of uitvoeringen of interpretaties van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie”5. Deze definitie van artistieke prestaties en/of werken wordt gebruikt voor de toepassing van het sociaal statuut van de kunstenaar. De werkloosheidsreglementering hanteert niet dezelfde definitie. Bij twijfel of een prestatie/werk artistiek is, kan de Commissie Kunstenaars6 een advies geven7. De Commissie Kunstenaars heeft in haar activiteitenverslag van 20058 onderstaande beslissingen opgenomen: • Volgens de Commissie Kunstenaars zijn volgende artistieke prestaties/werken niet artistiek: - technische en organisatorische functies, zoals bv. licht, klank, regie, camera, …; - ambachtelijke prestaties, zoals een gitaarbouwer9; - vocal coaching10; - animator en presentator11; - journalist; - schrijver over kunstzinnige onderwerpen12; - restaurateur; - mannequin; - geven van artistieke cursussen (dans, schilderen, …); - spiritist; - architect. • Volgens de Commissie zijn volgende prestaties/werken dan weer wel ‘artistiek’: - juwelenontwerper13; - tekenaar of schrijver van stripverhalen; - illustrator; - musicus, acteur, regisseur, decorontwerper.
5 Artikel 1bis § 2 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. 6 Commissie Kunstenaars, Waterloolaan 77, 1000 Brussel, tel: 02 546 40 50 (informatie zelfstandigen), tel: 02 509 34 26 (informatie werknemers), fax: 02 513 04 13, e-mail:
[email protected]. 7 Artikel 172 Programmawet I van 24 december 2002. 8 Downloadbaar op de website van de RSZ (www.rsz.be). 9 Reden van de Commissie: het creatieve zou ondergeschikt zijn aan het functionele. 10 Reden van de Commissie: deze activiteit heeft als doel de artistieke prestatie van een derde te verbeteren. 11 In specifieke gevallen, waarbij de animator of presentator echt een show brengt, kan de prestatie wel als artistiek worden beschouwd. 12 Reden van de Commissie: de klemtoon ligt op informatie verschaffen. 13 Voorwaarde: creatie van originele stukken primeert.
4.
De adviezen van de Commissie Kunstenaars zijn niet bindend, maar kunnen wel worden gehanteerd als richtlijn. Enkel rechtspraak zal op termijn houvast bieden. Momenteel bestaat er nog geen rechtspraak over de afbakening van al dan niet artistieke prestaties/werken.
ii. wat doet een Sociaal Bureau Voor kunStenaarS (SBk)? Volgens het sociaal statuut van de kunstenaar, is diegene die de kunstenaar betaalt de werkgever van de kunstenaar14. Niet alle (rechts)personen zijn in staat de werkgeversverplichtingen (verrichten van Dimona-aangifte, betalen van sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing, sluiten van arbeidsongevallenverzekering, …) te vervullen. Daarom zijn SBK’s opgericht. Een SBK neemt de rol van werkgever op zich en voert de werkgeversverplichtingen uit. De kunstenaar en opdrachtgever maken wel zelf afspraken m.b.t. de duur van de opdracht, de vergoeding15, … Een SBK zorgt niet voor boekingen! Een SBK treedt dus enkel op, indien de kunstenaar al een opdracht heeft. Opgelet! Een sociaal secretariaat kan ook de verplichtingen van een werkgever vervullen. Het secretariaat doet dit evenwel in naam van de opdrachtgever/werkgever. Hier blijft de opdrachtgever dus de werkgever en heeft hij de eindverantwoordelijkheid m.b.t. het betalen van sociale zekerheidsbijdragen, bedrijfsvoorheffing, …
iii. waar Vind je de SBk’S? Een SBK is een uitzendkantoor met ervaring in de artistieke sector. De erkenning als SBK wordt verleend door de gewesten. Op http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/werk/private_lijst.htm vind je de SBK’s met een erkenning in het Vlaamse Gewest. Een lijst met de erkende SBK’s in Wallonië vind je op http://emploi.wallonie.be. Op http://www.brussel.irisnet.be/nl/entreprises/maison/permis_licences_autorisations_inscriptions. shtml wordt de lijst up to date gehouden van de Brusselse erkende SBK’s.
14 Tenzij de kunstenaar heeft geopteerd voor het zelfstandigenstatuut. 15 In de artistieke sector wordt vaak onderhandeld over de uitkoopsom, de totale prijs voor de opdrachtgever. Op dit bedrag worden nog sociale zekerheidsbijdragen (zowel van de werkgever, als de werknemer), bedrijfsvoorheffing (voorschot voor de belastingen), commissieloon van het SBK, …. afgehouden. Van de totale uitkoopsom ontvangt de kunstenaar ongeveer de helft als nettoloon. De kunstenaar kan aan het SBK vragen hoeveel hij dient aan te rekenen om een bepaald nettoloon over te houden.
5.
iV. wanneer kan je Beroep doen op een SBk? De opdrachtgevers die kunstenaars en/of podiumtechnici willen tewerkstellen als werknemer, kunnen in bepaalde gevallen beroep doen op een SBK16. Wanneer een kunstenaar een kleine vergoedingsregeling ontvangt, werkt hij niet als werknemer. In dit laatste geval heeft het dus geen enkele zin om een SBK in te schakelen. Het werken met de kleine vergoedingsregeling is administratief zo eenvoudig17, dat deze samenwerking wordt geregeld door de kunstenaar en de opdrachtgever zelf. In vier gevallen kan een beroep worden gedaan op een SBK: 1. voor de vervanging van een vaste werknemer (bv. een actrice van een toneelgezelschap heeft zwangerschapsverlof); 2. bij tijdelijke vermeerdering van werk (bv. bij de opening van een cultuurcentrum wordt voor het openingsfeest een beroep gedaan op kunstenaars); 3. voor de uitvoering van uitzonderlijk werk (bv. een bedrijf organiseert een tentoonstelling om het tienjarig bestaan te vieren); 4. de levering van een artistieke prestatie en/of de productie van een artistiek werk gebeurt voor een occasionele gebruiker. De ‘occasionele gebruiker’ heeft geen hoofdactiviteit in de artistieke sector en/of stelt geen ander personeel tewerk (bv. een privépersoon die een verjaardagsfeest geeft en een muzikant uitnodigt)18. In praktijk kan bijna altijd worden samengewerkt met een SBK.
V. wanneer moet je contact opnemen met een SBk? De kunstenaar en/of opdrachtgever moeten contact opnemen met het SBK vóór het uitvoeren van de opdracht.
Vi. wie kieSt het SBk? In principe kiest de kunstenaar het SBK.
16 Artikel 1 § 6 van de Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. 17 De kunstenaar moet enkel een verklaring op eer (in afwachting van de invoering van een kunstenaarskaart) in tweevoud opstellen. Op deze vergoeding worden geen sociale bijdragen en belastingen betaald. 18 Artikel 1 van de Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers en KB van 23 mei 2003 tot uitvoering van artikel 1 § 6 van de wet van 24 juli 1987.
6.
Vii. welke documenten worden geBruikt Bij een tewerkStelling Via een SBk? 1. De intentieverklaring en de tijdelijke arbeidsovereenkomst. Wanneer een kunstenaar zich inschrijft bij een SBK, ondertekent hij eerst en vooral een intentieverklaring, die geldig blijft voor de totale tewerkstellingsperiode. Dit is geen contract. Door deze intentieverklaring te ondertekenen, verklaart de kunstenaar dat hij wil werken als uitzendkracht. Daarna, telkens als de kunstenaar zich aanbiedt bij een SBK met een werkaanbod van een opdrachtgever, ondertekent de kunstenaar een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Dit is een contract tussen de kunstenaar en het SBK, en geldt voor een bepaalde duur. De kunstenaar ondertekent dus geen contract met de opdrachtgever waarvoor hij zal werken. De enige werkgever is het SBK. Wat staat er in de arbeidsovereenkomst? De belangrijkste vermeldingen zijn: • de naam en het adres van de opdrachtgever waar de kunstenaar wordt tewerkgesteld; • de duur van de overeenkomst; • de functie in de onderneming; • het brutoloon, de premies (bv. eindejaarspremie), de verplaatsingskosten, ...; • de arbeidsduur; • het paritair comité van de onderneming; • eventueel de proefperiode. Indien geen proefperiode wordt gepreciseerd, komt de proefperiode overeen met de eerste drie dagen van de opdracht. Tijdens deze periode hebben de kunstenaar en het SBK het recht de overeenkomst op te zeggen zonder opzeggingstermijn of vergoeding; • …
2. Het prestatieblad en de loonfiche Het SBK is de werkgever, en betaalt dus de kunstenaar. De kunstenaar ontvangt van het SBK een prestatieblad waarop het aantal arbeidsuren staat genoteerd. Dit document moet ondertekend worden door de kunstenaar en door de opdrachtgever voor wie de prestaties worden geleverd. Dit prestatieblad moet aan het SBK worden bezorgd19. Dit document stelt het SBK in staat de kunstenaar te betalen. Het SBK betaalt de kunstenaar ten laatste 8 dagen na de bezorging van het prestatieblad. De betaling gebeurt normaal gezien per overschrijving op een bankrekening.
19 Dit gebeurt best schriftelijk, zodat de kunstenaar achteraf de datum van verzending kan bewijzen.
7.
De kunstenaar zal een loonfiche ontvangen met de berekening van de uitbetaalde bedragen. De loonfiche vermeldt het loon (bruto en netto), de premies, de kostenvergoedingen, het vakantiegeld, de sociale zekerheidsbijdragen en de bedrijfsvoorheffing.
3. De werkpostfiche Voor bepaalde functies20 moet een werkpostfiche worden ingevuld door de opdrachtgever vooraleer de kunstenaar aan het werk mag gaan. De werkpostfiche bevat informatie over de jobinhoud. De fiche bevat ook inlichtingen over de risico’s voor de gezondheid, het eventuele medische toezicht en persoonlijke beschermingsmiddelen. Voor meer informatie over veiligheid op het werk kunnen kunstenaars terecht bij de preventiedienst voor uitzendarbeid, Preventie en Interim op het gratis nummer 0800 23 999 of via de website www.p-i.be.
4. Het C4-formulier Zoals alle werknemers zal de kunstenaar bij het einde van de opdracht een C4-formulier ontvangen van het SBK. Met dit formulier kan de kunstenaar een aanvraag voor een werkloosheidsuitkering indienen, als hij voldoet aan de toegangsvoorwaarden (zie X.3.).
Viii. uit welke BeStanddelen BeStaat het factuurBedrag Van een SBk? 1. Factuurbedrag, brutoloon, nettoloon In de meeste sectoren onderhandelt de werknemer met zijn werkgever over het brutoloon. Dit is niet altijd het geval in de artistieke sector. De opdrachtgever werkt vaak met bepaalde budgetten en wil weten hoeveel het totale kostenplaatje bedraagt om een kunstenaar te werk te stellen. Hij onderhandelt dus met andere woorden over het factuurbedrag of de uitkoopsom (inclusief of exclusief btw). Om het brutoloon te kennen, moet de uitkoopsom worden verminderd met het commissieloon van het SBK en de sociale bijdragen van de werkgever. Het bedrag van het brutoloon mag niet minder bedragen dan de opgelegde loonbarema’s (zie VIII.2.)21. 20 Bv. risicofuncties, zoals hoogtewerk. 21 De barema’s van het paritaire comité van het vermakelijkheidsbedrijf kunnen worden geraadpleegd op www.overlegkunsten.org of www.acvcultuur.be. De loonbarema’s van de verschillende paritaire comités die relevant zijn in de artistieke sector vind je op www.acodcultuur.be. Kunstenaars worden vooral tewerkgesteld in p.c. 222 (audio-visuele sector), 303 (film), 304 (vermakelijkheidsbedrijf) en 329 (sociaal cultureel werk).
8.
Het brutoloon verschilt van wat de kunstenaar effectief ontvangt (het nettoloon), in die zin dat het SBK van het brutoloon de sociale bijdragen van de werknemer en de bedrijfsvoorheffing (= voorschot op de inkomstenbelastingen) afhoudt (zie VIII.2. en VIII.3.). Deze afhoudingen hebben dus tot gevolg dat de kunstenaar minder ontvangt dan werd overeengekomen (uitkoopsom <——> nettoloon). Dit verschil dient om bepaalde voordelen voor de werknemer te verzekeren, zoals pensioen, werkloosheidsuitkering, kinderbijslag, … Het factuurbedrag ziet er schematisch als volgt uit: Factuurbedrag (inclusief of exclusief btw) — Commissieloon SBK — Sociale zekerheidsbijdragen werkgever (minstens 32,44 %, bijdragevermindering voor kunstenaars is hierop van toepassing) = Brutoloon — Sociale zekerheidsbijdragen werknemer (13,07 %) — Bedrijfsvoorheffing (minstens 11,11 %) = Nettoloon Opm.: de kostenvergoedingen zijn ook een onderdeel van het factuurbedrag. Hierop worden geen sociale bijdragen of belastingen betaald
2. Sociale bijdragen en bijdragevermindering (spreiden van het aantal dagen) Als werknemer is de kunstenaar beschermd tegen een aantal sociale risico’s (bv. werkloosheid, ziekte, …). Tegenover deze rechten staan plichten: het betalen van sociale bijdragen door de werknemer (13,07 % van het brutoloon) en door de werkgever (min. 32,44 % van het brutoloon). De overheid stelt een deel van het loon vrij van werkgeversbijdragen. Sinds 1 juli 2004 is dit 55,67 euro van het bruto dagloon of 7,33 euro van het bruto uurloon. Deze bijdragevermindering wordt enkel toegepast indien het minimumloon22 wordt betaald. Dit bedraagt 60,44 euro per dag of 7,95 euro per uur. Bij CAO (bv. CAO Muziek) worden er voor bepaalde sectoren hogere loonbarema’s opgelegd23. De bijdragevermindering per dag kan maximaal 50 maal per kwartaal worden toegepast, de bijdragevermindering per uur maximaal 380 maal per kwartaal. Bij tewerkstelling via een SBK geldt deze beperking per gebruiker/opdrachtgever24.
22 De minimumlonen worden uitgedrukt in bruto-bedragen. 23 Zie voetnoot 21. 24 KB van 23 juni 2003 inzake de vermindering van sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd voor de kunstenaar.
9.
Voor kunstenaars die worden vergoed met een taakloon25 (een cachet), laat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) toe om dat taakloon te spreiden over een aantal ‘fictieve’ arbeidsdagen en op die manier te komen tot een ‘fictief’ uurloon. Zolang het dagloon boven het minimumloon blijft, kunnen de kunstenaar en opdrachtgever vrij bepalen hoe de spreiding gebeurt. De spreiding van het taakloon in ‘fictieve arbeidsdagen’ is belangrijk in twee opzichten: • optimaal benutten van de bijdragevermindering; • vervullen van de voorwaarden voor sociale bescherming (bv. pensioen).
3. Bedrijfsvoorheffing De kunstenaars die door een SBK worden tewerkgesteld, zijn onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing die is vastgelegd op 11,11% van het belastbare loon (= brutoloon – sociale zekerheidsbijdragen van werknemer). Dit forfaitair percentage van 11,11% is een minimum, en houdt geen rekening met de loonschaal of de eventuele gezinslasten. Aangezien het gaat om een minimum, is het mogelijk een hogere bedrijfsvoorheffing af te houden. De werknemer kan het SBK (schriftelijk) verzoeken een ander percentage toe te passen. Aan het einde van het jaar worden de kunstenaars - net als alle andere werknemers - onderworpen aan de personenbelasting, waarbij een progressief belastingtarief (tussen 25 % en 50 %) wordt toegepast.
4. Kostenvergoedingen en auteursrechten A. Kostenvergoedingen Kostenvergoedingen zijn vergoedingen tot dekking van kosten, gemaakt tijdens of naar aanleiding van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Deze vergoedingen zijn vrijgesteld van sociale bijdragen en belastingen. Deze kosten moeten worden bewezen aan de hand van een aankoopbewijs, factuur, ... Voorbeeld: als een beeldend kunstenaar een doek koopt voor het maken van een schilderij, zal het SBK het bedrag van de aankoop als kost kwalificeren bij voorlegging van het originele aankoopbewijs. Ook aankopen die worden gebruikt voor het uitvoeren van meerdere prestaties (bv. een muzikant gebruikt een muziekinstrument voor verschillende optredens) kunnen worden ingebracht als kosten bij voorlegging van het originele aankoopbewijs. Het SBK zal deze kosten gedeeltelijk in mindering brengen, gespreid over de verschillende prestaties. 25 Per prestatie betaald.
10.
Het is niet altijd gemakkelijk om de gemaakte kosten aan te tonen. In een aantal sectoren moeten sommige kosten niet worden bewezen. De Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid (RSZ) aanvaardt dat de vastgelegde26 bedragen voor deze kosten ‘kostenvergoedingen’ zijn (en dus zijn vrijgesteld van sociale bijdragen). Deze vergoedingen worden ‘forfaitaire kostenvergoedingen’ genoemd. Enkele voorbeelden van forfaitaire kostenvergoedingen: • vergoeding voor autokosten (0,2940 euro per kilometer in uitvoering van de arbeidsovereenkomst); • maaltijdvergoeding (bv. 13,53 euro bij toepassing van C.A.O. Muziek27); • reisvoorstellingen in de Benelux (bv. 8,59 euro lunchgeld, 17,18 euro dinergeld en 4,44 euro ontbijtgeld bij toepassing van C.A.O. Podiumkunsten. De globale vergoeding per dag kan evenwel niet meer bedragen dan 25,77 euro28); • thuiswerk (10 % van het brutoloon voor de kosten van verwarming, elektriciteit, …29). B. Vergoeding voor de exploitatie van auteursrechten/naburige rechten Vergoedingen voor de exploitatie van auteursrechten en naburige rechten zijn vrijgesteld van sociale bijdragen. Deze vergoeding wordt afgesproken door de kunstenaar en de opdrachtgever. De opdrachtgever betaalt de vergoeding aan de kunstenaar, zonder tussenkomst van het SBK. Zoniet is het risico groot dat deze vergoeding wordt beschouwd als verdoken loon (zeker, indien de vergoeding een percentage is van het overeengekomen loon en deze enkel wordt betaald gedurende de effectieve tewerkstelling), en er alsnog sociale bijdragen moeten worden betaald.
iX. welk Btw-tarief iS Van toepaSSing Voor SBk’S? In principe zou een SBK 21 % BTW op het factuurbedrag moeten aanrekenen. De BTW-administratie aanvaardt evenwel dat de SBK’s hetzelfde BTW-tarief hanteren als kunstenaars, georganiseerd in een rechtspersoon30. Bijgevolg rekenen SBK’s volgende BTW-tarieven aan: • uitvoerende artistieke dienst: vrijgesteld of 6% (ook als de opdrachtgever een boekingskantoor is31); 26 Bv. door de sector bij CAO. 27 Artikel 8 C.A.O. Muziek. 28 Artikel 16 C.A.O. Podiumkunsten. 29 Artikel 119.6 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978. 30 Beslissing ET 104710, zie www.fisconet.be. 31 Indien het boekingskantoor optreedt als makelaar of mandataris en de factuur afzonderlijk vermeldt welke bedragen bestemd zijn voor de artiesten en welk bedrag bestemd is voor het boekingskantoor. Het BTW-tarief op het commissieloon van het boekingskantoor bedraagt evenwel 21 %. Aanschrijving 13 van 19 november 1997, ☞
11.
• • •
overdracht van auteursrechten: 6 %; levering van kunstwerk, omschreven in KB nr. 20: 6 %; overige leveringen/diensten, niet omschreven in artikel 44 WIB 1992 en KB nr. 20: 21 %32.
X. welke rechten Bouw je op alS je werkt met een SBk? 1. Vakantiegeld Net als andere werknemers ontvangen de kunstenaars vakantiegeld. Op kunstenaars is de vakantieregeling voor arbeiders van toepassing. Kunstenaars ontvangen hun vakantiegeld dus via de Rijksdienst Jaarlijkse Vakantie (RJV) in mei van het jaar volgend op het jaar waarin de kunstenaar zijn rechten heeft opgebouwd, dus gewerkt heeft. Het bedrag van het vakantiegeld is gelijk aan 15,38 % van het basisloon, dat wil zeggen van het brutoloon van het vakantiedienstjaar (het jaar voorafgaand aan de betaling), op 108 %33 gebracht.
2. Eindejaarspremie Om recht te hebben op een eindejaarspremie als uitzendkracht moet de kunstenaar minstens 65 dagen als uitzendkracht gewerkt hebben in de loop van de referteperiode, die loopt van 1 april tot 31 maart van het daaropvolgende jaar. Deze eindejaarspremie is gelijk aan 8,15 % van het brutoloon dat de kunstenaar heeft verdiend in de loop van deze referteperiode. Het Sociaal Fonds voor Uitzendkrachten34 stuurt in de loop van de maand december naar alle rechthebbenden het document waarmee de betaling van de premie kan worden verkregen. Hierop kan de kunstenaar aanduiden of hij de premie wil ontvangen via het Sociaal Fonds of zijn vakbond. De premie wordt betaald vanaf de maand januari die volgt op de referteperiode.
3. Werkloosheid Om uitkeringsgerechtigd te zijn moet de kunstenaar voldoen aan de algemene toegangsvoorwaarden. Ofwel heeft hij een bepaald aantal dagen gewerkt als werknemer (hij ontvangt een werkloosheidsuitkering), ofwel heeft hij na zijn studies een wachttijd doorlopen (hij ontvangt een wachtuitkering), ofwel heeft hij in het verleden rechten op werkloosheidsuitkeringen opgebouwd.
zie www.fisconet.be. 32 Voor de volledige tekst van artikel 44 WIB 1992 en KB nr. 20, zie www.fisconet.be. 33 www.onva-rjv.fgov.be 34 Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten, Havenlaan, 86c, bus 302, 1000 Brussel , tel: 02 203 60 95 (open op werkdagen tussen 9u en 12u).
12.
Aantal vereiste arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen om toegang te krijgen tot de werkloosheid35: Leeftijd
Aantal dagen
Referentieperiode
- 36 jaar
312 dagen
18 maanden voor aanvraag
36 en 49 jaar
468 dagen
27 maanden voor aanvraag
50 en 50 +
624 dagen
36 maanden voor aanvraag
Om tot de werkloosheid te worden toegelaten, komen alle arbeidsprestaties (zowel artistieke als niet artistieke) als werknemer in aanmerking. Arbeidsprestaties verricht als zelfstandige komen niet in aanmerking! Een ononderbroken voltijdse tewerkstelling gedurende een volledig kwartaal wordt aangerekend als 78 arbeidsdagen. Is men voltijds, maar ononderbroken tewerkgesteld geweest gedurende een kwartaal of deeltijds tewerkgesteld geweest, dan zijn speciale berekeningsformules van toepassing36. Vermits podiumkunstenaars37 vaak ‘per taak’ of ‘op cachet’ worden betaald, is er de cachetregeling. In plaats van rekening te houden met het aantal gepresteerde arbeidsdagen wordt het brutoloon omgezet in gelijkgestelde dagen. Concreet wordt het aantal arbeidsdagen berekend door het brutoloon te delen door een referteloon van 34,81 euro per dag (of 25,94 euro als de podiumkunstenaar jonger is dan 21 jaar). Voor de toepassing van deze regeling, vermeldt de werkgever op de RSZ-aangifte de code ‘46’ (code voorbehouden voor kunstenaars) en als vergoedingswijze ‘betaald per opdracht of per prestatie’. Op het C4-formulier wordt ‘onregelmatig uurrooster’ en ‘op cachet betaald’ vermeld. Voorbeeld: een muzikant ontvangt voor een muziekoptreden een brutoloon van 105 euro. Deze prestatie wordt gelijkgesteld met 3 arbeidsdagen (105 euro bruto / 34,81 = 3 arbeidsdagen). Een muzikant jonger dan 36 jaar die 10.860,72 euro bruto heeft verdiend in de loop van 18 maanden voor zijn aanvraag, heeft dus recht op een werkloosheidsuitkering (10.860,72 euro bruto in 18 maanden / 34,81 = 312 dagen). Na afloop van elke opdracht overhandigt het SBK de kunstenaar het C4-formulier. De kunstenaar richt zich met dit document tot een uitbetalingsinstelling voor werkloosheidsuitkeringen (hulpkas of vakbond), nadat hij zich heeft ingeschreven bij een plaatselijk kantoor van de VDAB. Indien de opdracht minder dan 4 weken duurde, en de kunstenaar reeds recht had op werkloosheidsuitkeringen vooraleer hij uitzendkracht werd, hoeft hij zich niet opnieuw in te schrijven. De
35 Deze regels worden beschreven in artikel 30 van het Werkloosheidsbesluit van 25 november 1991. Hierover vind je meer uitleg op www.kunstenloket.be of www.rva.be. 36 Artikel 7 van het MB van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering. Hierover vind je meer uitleg op www.kunstenloket.be of www.rva.be. 37 Sommige RVA-kantoren passen deze regelingen ook toe op andere kunstenaars die op cachet worden betaald. Kunstenaars nemen best contact op met hun vakbond, hun hulpkas, de RVA of het Kunstenloket om te weten welke regeling precies wordt toegepast.
13.
kunstenaar moet zich echter na afloop van de tijdelijke arbeidsovereenkomst wel wenden tot zijn uitbetalingskantoor.
4. Ziekte en privéongevallen Wat gebeurt er als de kunstenaar ziek wordt tijdens de duur van de tijdelijke arbeidsovereenkomst? Als de kunstenaar nog geen maand onder de tijdelijke arbeidsovereenkomst werkt, wordt hij betaald door zijn ziekenfonds. Als de kunstenaar al minstens één maand aan het werk is, zonder onderbreking van meer dan een week, dan wordt hij betaald door het SBK tot het einde van de arbeidsovereenkomst. Daarna neemt het ziekenfonds over. Ingeval van langdurige ziekte (langer dan één maand), kan de kunstenaar onder bepaalde voorwaarden een bijkomende vergoeding krijgen van het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten38. Wat moet de kunstenaar doen als hij ziek wordt? De kunstenaar moet onmiddellijk het SBK en zijn ziekenfonds verwittigen en een medisch attest indienen bij het SBK. De afwezigheid van de kunstenaar door ziekte kan gevolgen hebben voor zijn collega’s. Voorbeeld: de zanger van een groep wordt ziek. Hij kan niet optreden. De zanger kan een vergoeding ontvangen van het ziekenfonds of het SBK. De andere leden van de groep zullen niet worden vergoed, behalve indien de groep hierover met de opdrachtgever afspraken heeft gemaakt (bv. betalen van gedeeltelijke vergoeding bij overmacht). Het is dus belangrijk dat kunstenaars dergelijke gevallen van overmacht in hun contract met de opdrachtgever voorzien.
5. Werkongeval Bij een werkongeval moet de kunstenaar zo snel mogelijk het SBK daarvan op de hoogte brengen.
38 CAO van 6 juli 2007 betreffende de sociale voordelen voor de uitzendkrachten.
14.
6. Feestdagen Betaalde feestdagen De kunstenaar heeft recht op een vergoeding voor elke feestdag. Het verschuldigde loon voor de feestdag is gelijk aan het loon dat de kunstenaar zou hebben verdiend indien hij op die dag normaal zou hebben gewerkt. Feestdagen die vallen na het einde van de arbeidsovereenkomst Voor de feestdagen die vallen na het einde van de arbeidsovereenkomst, is het SBK als volgt loon verschuldigd: Anciënniteit aan het einde van de overeenkomst minder dan 15 dagen tussen 15 dagen en 1 maand meer dan 1 maand
Recht op geen enkele feestdag na afloop van de overeenkomst één feestdag, voor zover die valt binnen de 14 dagen na afloop van de overeenkomst alle feestdagen die vallen binnen de 30 dagen na afloop van de overeenkomst
De gewone inactiviteitsdagen (weekends en feestdagen) tellen niet als onderbreking en moeten dus worden meegerekend in de berekening van de anciënniteit. De wet van 24 juli 1987 heeft speciale regels vastgelegd voor het berekenen van de anciënniteit van de uitzendkracht. Zo wordt de anciënniteit die werd opgebouwd bij een SBK aangehouden in geval van: • opschorting van de uitvoering van een arbeidsovereenkomst waarbij de kunstenaar onderworpen blijft aan de sociale zekerheid (bv. wegens ziekte) en op voorwaarde dat hij gedurende deze periode niet gewerkt heeft voor een andere werkgever, • inactiviteit gedurende een week of minder dan een week (in de zin van 7 kalenderdagen). De kunstenaar verliest echter het recht op de uitbetaling van de feestdag(en) na afloop van de overeenkomst als: • hij de overeenkomst heeft opgezegd (of afwezig was zonder geldige reden); • hij ontslagen werd wegens ernstige fout; • hij ondertussen heeft gewerkt voor een andere werkgever (in dat geval is het de laatste werkgever die hem de feestdag(en) uitbetaalt).
15.
7. Pensioen Elke dag die wordt gepresteerd als uitzendkracht telt mee voor de berekening van het pensioen. Het SBK stort zoals elke werkgever de nodige bijdragen.
Xi. de omBudSdienSt Een vraag? Een probleem? Een klacht die betrekking heeft op de sociale wetgeving die van toepassing is in de artistieke uitzendsector? De kunstenaar heeft de mogelijkheid zich te wenden tot de ombudsman om voor het probleem een oplossing te zoeken. De ombudsman is objectief en onpartijdig en zal optreden als bemiddelaar met het SBK, en trachten een oplossing voor het meningsverschil te zoeken. Hoe kan een kunstenaar contact opnemen met de ombudsman? Schriftelijk: Ombudsdienst voor de private arbeidsbemiddeling Havenlaan 86C, bus 302 1000 Brussel Tel: 02 203 38 03 Fax: 02 203.42.68 E-mail:
[email protected]
De brief moet de volgende gegevens vermelden: • volledige naam en adres van de kunstenaar; • naam en adres van het SBK; • een duidelijke beschrijving van de klacht en van het antwoord van het SBK.
16.