Werkbundel over Woonbeleid en Sociale Huisvesting Voor de leerkracht Volksvertegenwoordigers kunnen onmogelijk alle beleidsthema’s volgen. Daarom verdelen ze binnen hun fractie in het parlement de taken. Zo kan elke Vlaamse volksvertegenwoordiger zich specialiseren in één of enkele thema’s. Ook leerlingen die een debat willen voeren over een maatschappelijk thema, voelen snel aan dat dossierkennis belangrijk is. Tijdens de dagprogramma’s in het Vlaams Parlement merken we vaak dat leerlingen weinig feitenkennis hebben over thema’s die in het simulatiespel ‘Overstemmen’ aan bod komen. Huisvesting en woonbeleid, onderwijs, armoedebestrijding, mobiliteit, toerisme, werkgelegenheid, over heel wat thema’s wordt vaak gedebatteerd met veel vooroordelen en in stereotypen. Om leerlingen beter voor te bereiden, hebben we enkele informatiedossiers samengesteld. Deze werkbundels kunnen u, leerkracht, helpen om voorafgaand aan het spelen van Overstemmen, de leerlingen zowel feitenkennis bij te brengen als hen te laten nadenken over ‘beleid’. Deze bundel gaat over sociale huisvesting. Dit thema past binnen de contexten 6 socio-economische samenleving (1,2 en 3) en context 7 socioculturele samenleving (3) van de vakoverschrijdende eindtermen. Interessante bronnen: http://steunpuntwonen.be/onderzoek http://www.wonenvlaanderen.be Beleidsnota Wonen 2009-2014 http://www.vlaanderen.be/sites/default/files/documents/20_wonen_2009_2014.pdf Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen http://www.vmsw.be/ Interessant filmmateriaal: Rosetta , Speelfilm, 90 min., Frans/Ned. Regie: Luc & Jean-Pierre Dardenne België, 1999 Rosetta woont met haar moeder, die aan alcohol verslaafd is, in een caravan op een afgelegen camping. Ze wil, zoals iedereen, een normaal leven kunnen leiden en een waardige plaats in de samenleving verwerven. Daar heeft ze alles voor over. Rosetta is een film over de soms uitzichtloze strijd van een jong meisje tegen de armoede en de uitsluiting. Rosetta werd in 1999 bekroond met de Gouden Palm te Cannes. Emilie Dequenne kreeg de Prijs voor de Beste Vrouwelijke Vertolking.
Vakoverschrijdende eindtermen Dit dossier helpt u om aan een aantal vakoverschrijdende eindtermen te werken. De leerlingen: 1. brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk; 2. kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren; 3. ondernemen zelf stappen om vernieuwingen te realiseren; 4. blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven; 5. houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen; 6. benutten leerkansen in diverse situaties; 7. kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen a.d.h. van relevante criteria; 8. zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken; 9. kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken; 10. gaan alert om met media; 11. houden rekening met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in samenleving en wereld; 12. toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende standpunten; 13. gedragen zich respectvol; 14. verwerven inzicht in de eigen sterke en zwakke punten; 15. ontwikkelen een eigen identiteit als authentiek individu, behorend tot verschillende groepen; 16. doen een beroep op maatschappelijke diensten en instellingen; 17. maken gebruik van de gepaste kanalen om hun vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar te maken; 18. stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen; 19. gaan om met verscheidenheid; 20. dragen zorg voor de toekomst van zichzelf en de ander. Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid De leerlingen: 15 beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid. Context 3: Sociorelationele ontwikkeling De leerlingen: 6 doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik; Context 5: Politiek-juridische samenleving De leerlingen: 1 geven aan hoe zij kunnen deelnemen aan besluitvorming in en opbouw van de samenleving; 3 tonen het belang en dynamisch karakter aan van mensen- en kinderrechten; 4 zetten zich actief en opbouwend in voor de eigen rechten en die van anderen; 5 tonen aan dat het samenleven in een democratische rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid; 10 illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende betrokkenen; Context 6: Socio-economische samenleving De leerlingen: 2 toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart; 3 zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld; 8 geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan; Context 7: Socioculturele samenleving De leerlingen: 1 beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen; 2 gaan constructief om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen; 3 illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit; 4 trekken lessen uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie;
Dossier Wonen en Huisvesting 1. Wonen is een mensenrecht. Het recht om een dak boven je hoofd te hebben is een van de sociaal-economische rechten die in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens staan. Het gaat om het recht van iedereen op minimumvoorwaarden voor welvaart en welzijn. Huisvesting maakt daar deel van uit. Ook in onze Belgische Grondwet staat dat ieder het recht heeft op een behoorlijke huisvesting. In Vlaanderen is ‘de Vlaamse Wooncode’ het basisdecreet van het woonbeleid. Opdracht Zoek de verschillende artikelen op, die het recht op huisvesting beschrijven. -
in de UVRM: (Artikel 25 1.Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil.)
-
in de Belgische Grondwet: (Art. 23 Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden. Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen. Die rechten omvatten inzonderheid : 1° het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen; 2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand; 3° het recht op een behoorlijke huisvesting; 4° het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu; 5° het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing.)
-
In de Vlaamse Wooncode: (Titel II Doelstellingen van het Woonbeleid HOOFDSTUK I HET RECHT OP WONEN Art. 3. ‘Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd.’)
2. Wat kan de overheid doen om het recht op wonen voor iedereen in de praktijk te brengen? Het bevorderen van menswaardig wonen voor iedereen is dus een taak van de overheid. Ze kan dat op heel verschillende manieren doen. -
Huurwetten: door wetten te maken, kan de overheid ervoor zorgen dat huurders beschermd worden. Zo is er in ons land een huurwetgeving die huurders beschermt tegen willekeurige prijsstijgingen of tegen de plotse opzeg van een huurovereenkomst. Opdracht: Zoek op in de huurwet hoeveel je huur mag stijgen per jaar en wanneer de huisbaas de huurprijs mag verhogen? Zoek een model-huurcontract op. Voor hoelang wordt dat contract in principe afgesloten, wanneer je een huis gaat huren? Wat moet je doen wanneer je het contract wil opzeggen? Wat zijn je rechten en wat zijn je plichten als huurder?
-
Ook al is er een huurwet, dan nog blijft het huren van een woning op de privémarkt voor velen erg duur. Daarom grijpt de overheid ook op andere manieren in, bij voorbeeld door een huursubsidie te geven aan mensen met een laag inkomen die verhuizen van een slechte, onaangepaste woning naar een goede, aangepaste woning. Een andere manier om in te grijpen op de huurmarkt is zelf sociale huurwoningen aanbieden. Opdracht: Hang een groot stadsplan op in de klas en kies een buurt uit waar je graag zou wonen Zoek op of er in de buurt woningen te huur zijn. Hoeveel kosten de leuke woningen (gemiddeld), die je zou willen huren? Stel dat je maximum 27 % van je inkomen kunt spenderen aan de huur, bereken dan hoeveel je moet verdienen als je je droomwoning wil huren. Zoek in je eigen gemeente (of dichtstbijzijnde stad) op of er ook sociale woningen te huur zijn. Duid ze aan op het stadsplan. Waar kun je terecht als je een sociale woning wil huren? Wat moet je doen?
3. Sociale woningen: niet voor iedereen Het sociaal huurwoningaanbod is beperkt Slechts 5,6% van de Vlaamse gezinnen bewoont een sociale huurwoning. Nochtans zijn de noden groot. 139.392 gezinnen bewoonden eind 2007 een sociale huurwoning . Midden 2007 waren zo’n 57.000 gezinnen ingeschreven op de wachtlijst voor een sociale huurwoning (VMSW). Deze wachtlijst groeit jaarlijks aan. (Woonsurvey 2005) Wonen is duur De laatste jaren zijn de woningprijzen meer gestegen dan de lonen. Mensen die een huis willen kopen, doen dat steeds vaker met leningen over een lange termijn (30 jaar is geen uitzondering meer), kopen kleinere woningen of woningen die minder goed in orde zijn. (Woonsurvey 2005). De grootste betaalbaarheidsproblemen vinden we echter niet zozeer bij de kopers, maar vooral bij huurders en bij de huishoudens met één inkomen. Hoeveel besteden mensen aan wonen? Eigenaars met een leninglast betalen gemiddeld 21,7% van hun inkomen voor de afbetaling van een hypothecaire lening. Sociale huurders spenderen gemiddeld 22,3% aan maandelijkse huur. Private huurders zijn minder goed af en spenderen 29,5% van hun inkomen aan wonen. Ruim 39 % van de private huurders geeft meer dan 30 % van hun inkomen uit aan de woonkosten en 17,3 % zelfs meer dan 40 %. Bron: Beleidsnota Wonen 2009-2014
Opdracht Kies een rol uit:
Saida, 26 jaar Administratief bediende Verdient 1400 € netto + maaltijdcheques Alleenstaand, geen kinderen Huurt een appartementje in Oostkamp voor 495 € per maand Heeft een tweedehandse auto.
Inge, 30 jaar Landschapsarchitect – projectleider Verdient 2200€ netto per maand + maaltijdcheques en een abonnement voor het openbaar vervoer Woont samen met haar vriendin, die leerkracht is. Huurt een appartement in het centrum van Brussel voor 950 €. Heeft geen auto (en wil die ook niet).
Saskia, 29 jaar Winkelbediende Verdient 1300 € netto per maand Gescheiden, een dochtertje van 3,5 jaar. Woont met haar dochtertje in een huurappartement voor 540€ per maand. Heeft geen auto.
Frank, 56 jaar Tandarts Verdient 4890 € netto per maand en heeft een auto, gsm, laptop en internet van de praktijk. Gehuwd, 3 volwassen kinderen. Frank’s echtgenote is kinesitherapeut in een ziekenhuis en werkt deeltijds. De kinderen zijn het huis uit. Woont in een eigen villa, de afbetaling is 1250€ per maand.
Danny, 50 jaar Postbode Verdient 1680 € netto per maand + maaltijdcheques Gehuwd, 2 kinderen van 17 en 20 jaar. Danny’s vrouw werkt voltijds als winkelbediende in een grootwarenhuis. De kinderen studeren nog. Woont in een eigen rijhuis, de afbetaling is 740 € per maand Heeft een kleine auto op afbetaling.
Hoeveel % van je inkomen gaat naar de huur of afbetaling van de lening? Als je niet alleen woont, maak dan een schatting van het gezinsinkomen en bereken het percentage van het gezinsinkomen. Zoek op hoeveel geld je ongeveer nodig hebt voor gas, elektriciteit en water per maand. Hoeveel besteed je aan eten per maand? Hoeveel blijft er over voor vrije tijd?
Op de site http://www.jobat.be/ vind je meer informatie over lonen en verschillende beroepsprofielen.
Het loon van een administratief bediende: 1.400 euro netto Valerie De Cock (42), Merelbeke • Beroep: administratief bediende • Privé: ongehuwd • Brutoloon: 2.150 euro • Nettoloon: ongeveer 1.400 euro • Extra’s: geen Wij vroegen Valerie De Cock (42) uit Merelbeke hoeveel zij verdient … Wat doe je precies van werk? Ik werk als billing advisor, wat betekent dat ik de facturatie coördineer. Ik werk als interim, maar krijg binnenkort een vast contract, dan verdien ik ook meer. Ik doe dit werk zeer graag. Het is uitdagend, gevarieerd en ik heb best een groot takenpakket. Daarom was een hoger een voorwaarde om er na mijn tijdelijk contract te blijven werken. Spaar je? Momenteel kan ik nog geen geld opzijzetten. Ik heb een kind dat binnenkort naar de hogeschool gaat. We proberen wel wat te besparen. Zo zijn we met de auto op reis geweest in plaats van met het vliegtuig. En we hoefden niet op hotel, want we logeerden bij familie in Spanje. Wat neemt de grootste hap uit je budget? De huur. Daar geef ik maandelijks zo’n 500 euro aan uit. Waar geef je met plezier geld aan uit? Vooral aan kleren, omdat je daar ook achteraf nog plezier aan hebt. Echte hobby’s heb ik niet. Waar kan je geen geld aan geven? Aan de laatste nieuwe snufjes zoals computers of een gsm. Zolang je hebt wat je echt nodig hebt, is dat voldoende. Wat zou je doen als je morgen de lotto wint? Ik zou een verre reis maken. Voor de rest zou ik wat delen met vrienden van me die het heel moeilijk hebben en ook nog wat opzijzetten. Ik zou zeker blijven werken. Heb je een grote droom? Ooit zou ik graag een eigen huisje kopen. (bvdb)
Het loon van een bankier: 3.000 euro netto
Koen Cuyvers (40), Retie Beroep: bankier Nettoloon: ongeveer 3.000 euro Extra’s: leasewagen, voordelig gsm-abonnement, hospitalisatieverzekering We vroegen Koen Cuyvers (40) uit Retie hoeveel hij verdient ... Wat vind je van je inkomen? Ik ben best tevreden. Het is voldoende en we kunnen er goed van rondkomen. Zou je van werk veranderen voor een hoger loon? Niet zo snel, want er zijn ook andere factoren belangrijk aan mijn werk. Het loon zou ergens anders al aanzienlijk hoger moeten zijn om me van job te doen veranderen. Spaar je? Wat we opzijzetten varieert, afhankelijk van hoeveel er overblijft. Soms geven we meer uit, zodat we terug wat van de spaarrekening moeten halen. Wat is je grootste kost? De afbetaling van ons huis: zo’n 600 euro per maand. Bespaar je op bepaalde zaken? Niet specifiek, want we letten eigenlijk niet echt op wat we uitgeven. Maar we zijn wel zuinig ingesteld. Zo gaat de verwarming overdag wat lager als we niet thuis zijn, al is dat meer uit milieubewustzijn dan uit economische overwegingen. Waar geef je met plezier geld aan uit? We gaan graag iets eten en drinken, en dan mag dat iets kosten. We hebben er niet elke dag tijd voor, dus als we ervan kunnen genieten, profiteren we ervan. In onze vrije tijd zijn we ook erg actief: we skiën, tennissen en joggen, en ik ben lid van de organisatie Junior Chamber International, waar ik heel wat tijd aan besteed. Waar kan je echt geen geld aan geven? Aan een overdaad aan kledij. We gaan eerder ‘basic’ gekleed, met niet te veel franjes. Ik ga liever eens goed eten in plaats van daar mijn geld aan te geven. Stel dat je morgen een fikse loonsopslag krijgt. Wat doe je met het geld? Ik denk dat ik dat zou sparen, voor onszelf of voor de kinderen. Extra uitgaven zie ik mezelf niet meteen doen, omdat we op dit moment mooi toekomen en alle dingen doen die we graag doen.
(bvdb)
Informatie Een sociale woning huren kan via een sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) In Vlaanderen zijn er 97 sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM´s) waar je telefonisch of persoonlijk terecht kunt voor inlichtingen en voor een inschrijving als kandidaat-huurder. De sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM´s) verhuren momenteel zo´n 140.000 woningen. Het aanbod varieert van studio´s en appartementen tot woningen van één tot vijf slaapkamers. Om een sociale woning te huren moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen. Opdracht Zoek op welke de voorwaarden zijn om een sociale woning te mogen huren. Je vindt hierover informatie op de website van de Vlaamse Maatschappij Voor Sociaal Wonen (Koloniënstraat 40 1000 Brussel) of in de werkbundel. Neem opnieuw je rol uit de vorige opdracht. Kom je in deze situatie in aanmerking om een sociale woning te huren? Of: Kijk eens naar de situatie van Saskia. Heeft Saskia recht op een sociale woning? (zoek dit op in de voorwaarden van de sociale huisvestingsmaatschappij) Hoeveel zou Saskia betalen voor een sociale woning? Hoelang moet Saskia waarschijnlijk wachten op een sociale woning? Ze woont in de provincie OostVlaanderen (zoek dit op in de kerncijfers)
Hallo, ik ben Saskia. Ik ben 34 jaar. Ik werk als winkelbediende. Ik heb een dochter die net 14 jaar geworden is en bij mij woont. Mijn ex zou eigenlijk 50 euro alimentatiegeld per maand moeten betalen voor mijn dochter, maar dat doet hij niet. Mijn nettoloon: 1300 €/maand + Eindejaarspremie: 780 € netto + Vakantiegeld: 803€ netto Ik huur een appartementje met twee slaapkamers in het centrum voor 540 € per maand. Gelukkig heb ik geen auto nodig, ik doe alles met het openbaar vervoer . Om op het werk te raken neem ik de bus. Maar mijn appartement is te duur. Ik zoek een oplossing……
Informatie 1) Welke woningen heeft de sociale huisvestingsmaatschappij (SHM)? je kunt een studio, woning of appartement huren, aangeboden door een sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) in Vlaanderen. De keuzemogelijkheden hangen af van uw gezinssamenstelling en/of uw fysieke toestand. Appartementen en woningen, die specifiek aangepast zijn, zullen bijvoorbeeld worden voorbehouden voor ouderen of gehandicapten. De gezinssamenstelling bepaalt de beoordeling van de rationele bezetting: een woning met bijvoorbeeld drie slaapkamers wordt bij voorkeur aan een gezin met kinderen toegewezen. Voor deze beoordeling worden ook kinderen bij wie u een bezoekrecht heeft, over wie u co-ouderschap uitoefent of die geplaatst zijn en die dus niet permanent in de woning zullen verblijven als een volle bewoner meegerekend (maar niet noodzakelijk als persoon ten laste). Het is van belang dat u eventuele wijzigingen in gezinssituatie steeds onmiddellijk meldt aan de sociale huisvestingsmaatschappij eens u zich kandidaat heeft gesteld. Wanneer u bij de inschrijving een keuze maakt van de woningen waarvoor u zich kandidaat stelt, spelen deze factoren al wel mee voor de keuzemogelijkheden. Maar op het moment van de toewijzing is het vanzelfsprekend de situatie op dat ogenblik die geldt.
2) Welke zijn de voorwaarden om je kandidaat te stellen bij de SHM? Om huurder te kunnen worden van een sociale woning, moet u zich kandidaat stellen bij een sociale huisvestingsmaatschappij (SHM). Zij zal u dan inschrijven in het inschrijvingsregister. Om dat te kunnen, moet u wel aan de volgende voorwaarden voldoen: meerderjarig zijn; voldoen aan de inkomensvoorwaarde; voldoen aan de eigendomsvoorwaarde; voldoen aan de taal- of inburgeringsbereidheid; ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister.
a.
Inkomensvoorwaarde
De bovengrenzen voor het netto-belastbaar inkomen (geïndexeerde bedragen 2012) zijn: 19.796 euro als u een alleenstaande bent zonder personen ten laste; 21.455 euro als u een alleenstaande gehandicapte bent; 29.694 euro, vermeerderd met 1.659 euro per persoon ten laste, in andere gevallen. Let wel: wanneer uw netto-belastbaar inkomen uit het referentiejaar aan bovenvermelde inkomensvoorwaarden zal worden getoetst, wordt uw inkomen steeds geïndexeerd naar dat jaar waarin u zich wil inschrijven. Dat betekent concreet dat wanneer u zich in 2012 wenst in te schrijven voor een sociale woning, er wordt gekeken naar uw inkomen van 2009 waarbij dat inkomen volgens de gezondheidsindex wordt geïndexeerd naar 2012. Sommige sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen hogere inkomensgrenzen toestaan. b.
Eigendomsvoorwaarde
Op het ogenblik van de inschrijving of toewijzing van een woning moet u voldoen aan de eigendomsvoorwaarde: uzelf of een ander lid van uw gezin mag geen woning of geen perceel bestemd voor woningbouw in binnen- of buitenland in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben (een naakte eigendom is dus geen probleem). Voor de toepassing van deze voorwaarde wordt geen rekening gehouden met een in het Vlaams Gewest gevestigd campingverblijf.
Van de eigendomsvoorwaarde kan in bepaalde omstandigheden worden afgeweken: indien uw woning wordt onteigend en door u wordt bewoond; uw woning, gelegen in het Vlaams Gewest, onbewoonbaar of ongeschikt verklaard is maximaal twee maanden voor de inschrijving en door de kandidaat-huurder op de datum van onbewoonbaar- of ongeschiktverklaring, werd bewoond en waarvan de ontruiming noodzakelijk was; uw woning, gelegen in het Vlaams Gewest, onaangepast is en bewoond wordt door de kandidaat-huurder die minstens 55 jaar is of een handicap heeft; u gehandicapt bent en ingeschreven bent voor een ADL-woning (Activiteiten van het Dagelijks Leven). Deze woningen zijn specifiek aangepast voor mensen met een bepaalde handicap; de woning in mede-eigendom is van de kandidaat-huurder, waarvoor de echtscheiding wordt ingeleid of waarvan de wettelijke samenwoning zal worden beëindigd. Let op: niet om het even welke verklaring over onbewoonbare, ongeschikte of onaangepaste woningen geeft automatisch recht op een afwijking. De sociale huisvestingsmaatschappij zal u hierin verder helpen. De eigendomswoning moet steeds uiterlijk één jaar na de toewijzing van de sociale huurwoning worden verkocht of aan de sociale huisvestingsmaatschappij worden verhuurd (met uitzondering uiteraard van de onteigende woning). c.
Taal- of inburgeringsbereidheid
U kan aan de taalbereidheid voldoen indien u één van de volgende documenten kan voorleggen: een getuigschrift van het basisonderwijs of een getuigschrift/diploma van het secundair onderwijs of een diploma van het hoger onderwijs in een door de Vlaamse Gemeenschap of in een door Nederland erkende onderwijsinstelling; een studiebewijs, getuigschrift, diploma (of een ander document) waaruit onmiskenbaar blijkt dat u een niveau van het Nederlands haalt dat ten minste overeenkomt met het niveau A.1 Breakthrough van het Europees referentiekader voor vreemde talen; een vrijstelling voor het niveau A.1 Breakthrough op basis van een toelatingsproef van een centrum voor Basiseducatie of Volwassenenonderwijs. Indien u niet in het bezit bent van een dergelijk document, kan u een beroep doen op het Huis van het Nederlands of de sociale verhuurder. Een gesprek van enkele minuten zal dan meestal volstaan om alsnog te voldoen aan deze voorwaarde. Soms zal een taalcursus nodig zijn. Indien de gezondheidstoestand van een persoon het voldoen aan deze voorwaarde blijvend onmogelijk maakt, wordt een vrijstelling van deze voorwaarde toegestaan mits voorlegging van een medisch attest. Inburgeringsbereidheid: Indien u een verplichte inburgeraar bent, dient u desgevallend bereid te zijn het inburgeringstraject te volgen volgens het Inburgeringsdecreet. U kan aan de inburgeringsbereidheid voldoen als u één van de volgende documenten kan voorleggen: een attest van inburgering; een attest van vrijstelling; het inburgeringscontract; een attest van aanmelding, heraanmelding, uitstel van ondertekening van het inburgeringscontract of een attest van tijdelijke opschorting van het inburgeringscontract, uitgereikt door het onthaalbureau.
d. Inschrijving bevolkings- of vreemdelingenregister Om u in te schrijven voor een woning of om een woning toegewezen te krijgen, moet u ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister.
3) Hoeveel betaal je om een sociale woning te huren? De huurprijsberekening die we vanaf 1 januari 2012 gebruiken stelt uw inkomen, de kwaliteit van uw woning en de gezinssituatie centraal. Hieronder vindt u een overzicht van het basisprincipe van de nieuwe berekeningswijze, zoals ze van toepassing zal zijn vanaf 1 januari 2012. Formule : Uw maandhuur 2012: 1/55 x inkomen – patrimoniumkorting – gezinskorting In de nieuwe formule vertrekken we van 1/55 van uw geïndexeerde inkomen. Het geïndexeerde inkomen bedraagt minstens het leefloon. Voorbeeld: indien uw inkomen in 2009 12.000 euro was, betaalt u maximaal 229,89 euro huur per maand (12.644 gedeeld door 55). Dit bedrag wordt verminderd met de patrimoniumkorting en de gezinskorting. Patrimoniumkorting: Uitgangspunt is de markwaarde van de woning. De marktwaarde is gelijk aan de huurprijs van een woning van hetzelfde type, ouderdom en onderhoud op de private markt. Afhankelijk van de marktwaarde, wordt er nog een korting gegeven. Deze korting is maximum 128 euro (onderhevig aan indexering) voor sociale woningen met een lage marktwaarde en minimum 0 euro voor sociale woningen met een hoge marktwaarde Dus hoe goedkoper de woning, hoe groter de extra korting. Dit noemen we de patrimoniumkorting. Gezinskorting: Per persoon die voldoet aan de voorwaarden van een persoon ten laste, zal u in 2012 17 euro (onderhevig aan indexering) per maand minder betalen. Ook personen die minstens 66% invalide zijn, worden ook als persoon ten laste aanzien. Als u twee kinderen heeft, betaalt u in ons voorbeeld dan nog 193,89 euro (227,89 euro min 34 euro). Deze aftrek voor personen ten laste, noemen we de gezinskorting. Minimum en maximum U betaalt dus nooit meer dan 1/55 van uw inkomen, maar u betaalt ook nooit meer dan uw basishuurprijs. Op het moment dat u uw huurovereenkomst afsluit, wordt de marktwaarde in uw contract vastgelegd. Vanaf dan wordt dit de basishuurprijs genoemd. Deze basishuurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd. Het laagste van beide is dus het maximum. Er is ook een minimale huurprijs. Op basis van de marktwaarde betaalt een gezin met een heel laag inkomen nooit minder dan 111 euro (onderhevig aan indexering) per maand voor de goedkopere sociale huurwoningen en 222 euro (onderhevig aan indexering) voor de duurdere woningen. Bij uitzondering is er een toegestane overgangshuurprijs voorzien. 4) Wat moet je doen om je in te schrijven? Voor uw inschrijving kunt u terecht bij een sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) in uw buurt, of in de gemeente waar u wil wonen. Via de pagina met contactgegevens van lokale woonorganisaties vindt u de weg. Voordat u naar de SHM toe trekt, is het nuttig om al een aantal documenten te verzamelen. Hieronder vindt u daarvan een overzicht. Het blijft echter ook handig om eerst eens naar de SHM te telefoneren. Zij kan u specifiek informeren over haar manier van werken. Ook de telefoonnummers zijn terug te vinden op de pagina met contactgegevens van lokale woonorganisaties. Nuttige documenten Om te kunnen onderzoeken of u het recht heeft zich kandidaat te stellen moet u allereerst de relevante documenten betreffende uw inkomen van drie jaar terug ter beschikking stellen van de SHM. Dat is vooreerst uw aanslagbiljet (of een verklaring dat u geen belastbaar inkomen genoot in het betreffende jaar). Het kan echter ook gaan over documenten omtrent niet-belastbaar inkomen bij de mutualiteit, de RVA, het OCMW enz.. De SHM kan u hierbij indien nodig verder helpen. Daarnaast kan de SHM u ook vragen om een attest voor te leggen betreffende uw gezinssamenstelling. Dat is te verkrijgen bij de gemeente. Voor kinderen die 18 jaar of ouder zijn, moet een verklaring afgeleverd worden door de Kas voor Gezinsvergoedingen waaruit de uitbetaling van kinderbijslag of wezentoelage blijkt. Het zou ook kunnen dat de SHM gebruikmaakt van het rijksregister om uw gezinssamenstelling na te gaan, zodat u daarvoor geen document hoeft voor te leggen. U kan de SHM best eerst telefonisch contacteren om te vragen of dat nodig is. Aan de hand van uw gezinssamenstelling kan de SHM bepalen voor welke woningen u in aanmerking komt. Ook indien uw gezinssamenstelling wijzigt tijdens uw kandidatuur moet u dat steeds aan de SHM melden. Indien van toepassing, is ook een bewijsstuk betreffende uw handicap of die van een gezinslid belangrijk. Dat moet hetzij afgeleverd worden door de FOD van Volksgezondheid, hetzij door de Kas die de invaliditeitsvergoeding uitbetaalt. Het bepaalt mee voor welke woningen u in aanmerking komt en kan u eventueel voor bepaalde, specifiek aan deze handicap aangepaste woningen een voorrangsregeling bieden.
Indien de woning die u momenteel betrekt officieel ongeschikt, onbewoonbaar of onaangepast werd verklaard of onderhevig is aan een onteigeningsbesluit, is het ten slotte belangrijk dat u de documenten dienaangaande voorhanden heeft. Dat stelt de SHM in staat om na te gaan of uw specifieke situatie recht geeft op een uitzondering op de eigendomsvoorwaarde en/of voorrang bij de toewijzing (dat laatste is nooit het geval bij een onaangepaste woning). Kijk bij Voorwaarden voor toelichting bij de eigendomsvoorwaarde en bij Toewijzing voor informatie betreffende de voorrangsregelingen.
5) Wanneer krijg ik een sociale woning toegewezen? De toewijzing van een woning gebeurt steeds op basis van de chronologische lijst van de in aanmerking te nemen kandidaten, rekening houdend met de rationele bezetting (zie Woningen) en de eventuele voorrangsregels. Dat wordt gedaan door de raad van bestuur van de sociale huisvestingsmaatschappij (SHM), of door een delegatie die door de raad werd aangesteld. Er wordt achtereenvolgens voorrang gegeven aan: mensen met een bepaalde handicap of mensen van 55 jaar en ouder indien de woning hieraan specifiek aangepast is; mensen van wie het beroep tegen een onterecht(e) (geweigerde) toewijzing ontvankelijk en gegrond werd verklaard; mensen die vanwege specifieke bepalingen uit de Vlaamse Wooncode wettelijk moeten worden herhuisvest; gezinnen met een gewijzigde gezinssituatie, die volgens de principes van rationele bezetting recht hebben op een grotere of kleinere woning en deze aanvragen bij dezelfde SHM waar ze al bij huren; mensen van wie de gezinshereniging nog niet heeft plaatsgevonden op het ogenblik dat een woning die aangepast is aan die gezinshereniging, zou kunnen worden toegewezen; mensen die wonen in een onroerend goed, dat in een proces-verbaal vastgesteld werd als niet hoofdzakelijk bestemd voor wonen; mensen die wonen in een woning die ongeschikt of onbewoonbaar werd verklaard; mensen die wonen in een woning op de datum waarop die het voorwerp is van een onteigeningsbesluit. Let op: niet om het even welke soort van verklaring betreffende onbewoonbare of ongeschikte woningen geeft automatisch recht op voorrang. De voorwaarden zijn hier strenger dan voor de afwijkingen op de eigendomsvoorwaarde bij de inschrijving. De SHM zal u hierin verder helpen. De SHM´s hebben ook het recht om een voorrangsregeling toe te passen voor inwoners van de gemeente of de streek. Dat kan, afhankelijk van de bepalingen opgenomen in het intern toewijzingsreglement van de SHM, gaan over mensen die: tijdens minimaal drie van de laatste zes jaar in de gemeente hebben gewoond waar de toe te wijzen woning gelegen is; tijdens minimaal drie van de laatste zes jaar in een gemeente hebben gewoond in het werkgebied van de SHM. Daarnaast kan de SHM ook besluiten voorrang te verlenen aan mensen die: nog geen huurder zijn van een sociale verhuurder of die geen huurovereenkomst voor onbepaalde duur hebben met een sociale huisvestingsmaatschappij. In sommige gevallen zijn de betrokken woningen gerealiseerd of gefinancierd onder bepaalde voorwaarden. Het is mogelijk dat deze ingrijpen op de toewijzingsregels die moeten worden toegepast. En ten slotte is het mogelijk dat er een afwijkend toewijzingsreglement van toepassing is, bijvoorbeeld voor bepaalde doelgroepen of ter bevordering van de leefbaarheid. Ook hieromtrent kan de SHM u verder helpen.
Informatie: kerncijfers De wachtlijsten voor kandidaat-huurders bij de 92 sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) uit de sociale huursector in Vlaanderen op 31 december 2010. 2010: 95.953 kandidaat huurders ingeschreven op de wachtlijst Tabel Volgens leeftijd: Leeftijd < 20 20-29 30-39 40-49 50-59 >= 60 ongeldig Totaal
Kandidaat-huurders 874 0,91% 17.221 17,95% 21.899 22,82% 20.953 21,84% 15.630 16,29% 19.384 20,20% 73 0,08% 95.953 100%
Tabel Volgens gezinssamenstelling: Gezin Kandidaat-huurders 2010 1 lid 42.788 2 leden 22.185 3 leden 13.508 4 leden 9.136 > = 5 leden 8.654 ongeldig 2.823 Totaal 95.953
Aantal
Aandeel 44,59% 23,12% 14,08% 9,52% 9,02% 2,94% 100,00%
Tabel Per provincie: Provincie van oorsprong Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Henegouwen Luik Luxemburg Namen Waals-Brabant Brussels-Hfdst-Gewest Onbekend Totaal
kandidaat-huurders 2010 Aantal 31.321 11.930 23.290 10.665 17.866 74 90 12 17 24 892 787 95.953
Aandeel 32,64% 12,43% 24,27% 11,11% 18,62% 0,08% 0,09% 0,01% 0,02% 0,03% 0,93% 0,82% 100%
Tabel Per nationaliteit Aantal Unieke Kandidaten per provincie en per nationaliteit Provincie
Nationaliteit Groep
in 2009
in 2010
Belg EU Niet EU Onbekend Totaal Antwerpen
18.529 1.651 6.680 307 26.669
21.324 2.191 8.238 399 31.566
Belg EU Niet EU Onbekend Totaal Limburg
6.754 602 1.016 2.791 11.032
7.413 732 1.207 3.265 12.455
Belg Oost-Vlaanderen EU Niet EU Onbekend Totaal Oost-Vlaanderen
14.980 691 3.058 1.812 19.997
17.943 1020 3.829 2.212 24.250
Belg Vlaams-Brabant EU Niet EU Onbekend Totaal Vlaams-Brabant
7.595 330 1.521 1.346 10.190
8.575 413 1.830 1.705 11.785
Belg West-Vlaanderen EU Niet EU Onbekend Totaal West-Vlaanderen
12.891 334 1.896 108 15.059
14.851 416 2.324 144 17.543
Antwerpen
Limburg
Tabel Gemiddelde wachttijd (aantal dagen - toegewezen dossiers) Provincie Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen
2010 988 dagen 1.362 dagen 926 dagen 985 dagen 1.013 dagen
Extra: in de pers
Bonheiden snakt naar meer sociale woningen Wie in Bonheiden een sociale woning wil huren, moet daarvoor gemiddeld vier jaar wachten. Dat is met voorsprong de langste wachttijd in de Mechelse regio. Tegen 2020 wil Bonheiden 125 sociale woningen bijbouwen. Uit cijfers blijkt dat de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in de regio-Mechelen meer dan twee jaar bedraagt. In Bonheiden is de situatie nog veel erger. Kandidaten voor een sociale huurwoning moeten daar gemiddeld vier jaar wachten. Volgens Kristina Verhoye, voorzitter van de Duffelse Volkswoningen, een maatschappij die ook actief is in Bonheiden, is het aanbod aan sociale woningen in Bonheiden niet groot. "Die achterstand is historisch gegroeid. In Bonheiden wonen veel rijkere mensen. De sociale huisvesting moet zijn weg hier nog vinden. Het is ook zo dat de meeste sociale huurders uit Bonheiden graag in hun eigen gemeente blijven wonen. Er komen dus niet zo snel nieuwe woningen vrij. In 2013 bouwen we wel zeventien nieuwe sociale woningen in een oude kloosterwoning in de Zwarte Leeuwstraat. Er worden ook ruimtelijke uitvoeringsplannen uitgeschreven voor nog meer sociale woningen." Niet bekend genoeg Ook Lies Baarendse van de sociale verhuurmaatschappij SVK Bodukam verwijst naar de vele dure villa's in Bonheiden. "Wij huren woningen op de privémarkt om ze tegen een redelijke prijs door te verhuren aan gezinnen die daar nood aan hebben. Maar in Bonheiden staan veel villa's. Die grote woningen kunnen we moeilijker bemachtigen omdat de huurprijs voor ons te hoog ligt. Ik heb ook de indruk dat onze maatschappij niet bekend genoeg is. In het najaar organiseren we informatieavonden over onze werking", zegt Lies Baarendse. "Voor acute gevallen is de wachtlijst wel korter dan vier jaar. Mensen die bijvoorbeeld dakloos zijn, zullen veel sneller worden geholpen." Volgens het OCMW worden er tegen 2020 in Bonheiden zeker 125 sociale woningen bijgebouwd. Oppositielid Jan Fonderie wil vooral meer sociale woningen op de Grote Heide. "Van de 117 nieuwe woningen die daar komen, moet minstens 40 procent worden gereserveerd voor sociale woningen." Plaats op wachtlijst In Mechelen bedraagt de wachttijd voor een sociale huurwoning meer dan twee jaar. Marilou Van Malder (65) staat al drie jaar op de wachtlijst. "Ik woon in een appartement van Woonpunt Mechelen met drie slaapkamers. Dat is veel te groot omdat mijn kinderen het huis uit zijn. Het ergert me dat Woonpunt Mechelen me niet eens wil vertellen op welke plaats op de wachtlijst ik sta", zegt Van Malder. Voorzitter van Woonpunt Mechelen Alexander Vandersmissen relativeert de zaak. "Bij de inschrijving zeggen we wat de plaats van die persoon op de wachtlijst is. Daarna zeggen we dat niet meer, om de mensen geen valse hoop te geven. Soms kan iemand om dwingende redenen voorrang krijgen en dus naar voren schuiven op de wachtlijst. Mensen die van een grote naar een kleinere woning van Woonpunt Mechelen willen verhuizen, krijgen wel voorrang. Maar in sommige dossiers stellen mensen specifieke eisen, bijvoorbeeld omdat ze in een bepaalde buurt willen wonen. Dan kan de wachttijd natuurlijk wel oplopen." Willebroek heeft de minst lange wachttijden voor sociale huurwoningen. Kandidaat-huurders moeten er 'slechts' 1,5 jaar wachten. "Van alle woningen in Willebroek zijn 15 procent sociale woningen. Het Vlaamse gemiddelde ligt op 6 procent. Als er meer woningen zijn, is de wachtlijst natuurlijk kleiner", zegt Andy Dilles, directeur van de Samenwerkende Maatschappij voor Volkshuisvesting. © 2012 Concentra Datum publicatie: 04 juli 2012 Bron: Gazet van Antwerpen Editie: Mechelen Pagina: 14 Aantal woorden: 601 Auteur: Christof Willocx
Woongarantie voor sociale wijk
De bewoners van de Rozen- en Violettenstraat, Akkerwinde en Korenbloem in Groot-Vorst krijgen van de Geelse Huisvesting de garantie dat ze in hun wijk mogen blijven wonen na de grondige en hoognodige renovatie van hun woningen. Het Laakdalse gemeentebestuur heeft daarvoor samen met de huisvestingsmaatschappij concrete afspraken gemaakt. Begin 2011 kregen de bewoners van de Rozen- en Violettenstraat, Akkerwinde en de Korenbloem tijdens een bewonersvergadering te horen dat de Geelse Huisvesting hun woningen zou renoveren. Nogal wat bewoners vreesden dat zij, vaak na decennia, hun woning definitief zouden moeten verlaten. De plannen lokten tal van protesten uit. De Geelse Huisvesting besloot een woongarantie geven. De bewoners reageerden opgelucht en tevreden. "Laakdal beschikt over een woonplan", legt burgemeester Tine Gielis uit. "Eén van de actiepunten is het promoten van energiezuinig bouwen en verbouwen. Hiervoor vinden we in de huisvestingsmaatschappij een geschikte partner, die op een menswaardige manier dit doel tracht in te vullen. De vernieuwing moet bovendien lagere energiefacturen opleveren voor de bewoners." "We engageren ons ook om aansluitend de woonwijk te restylen, dit wil zeggen: er komen nieuwe voetpaden, beplanting en wegen", vult schepen Frank Sels aan. (EJM) © 2012 De Persgroep Publishing Datum publicatie: 30 juni 2012 Bron: Het Laatste Nieuws Editie: Kempen Pagina: 41 Aantal woorden: 195
65 gezinnen uit huis gezet in 2011 Dankzij de vzw en het OCMW woon ik in een sociaal appartement In Sint-Niklaas alleen al werden vorig jaar 154 procedures voor uithuiszetting gestart. Bij 65 daarvan werden de bewoners uit hun woning gezet. De vzw Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen wil daar samen met het stadsbestuur en het OCMW iets aan doen. Omdat sommige gezinnen het steeds moeilijker krijgen en daardoor een forse huurachterstand oplopen, worden zij na een procedure voor de vrederechter uit hun huis gezet. Voor sommigen betekent dit leven op straat. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen trekt zich het lot van deze kwetsbare huurders aan en startte het project 'recht op wonen voor iedereen' op. Het project brengt kwetsbare huurders in Sint-Niklaas regelmatig samen om deze zo een stem te geven, om op die manier hun eigen situatie en die van hun lotgenoten op de private en sociale huurmarkt te verbeteren. In Vlaanderen dreigden in 2008 liefst 10.780 gezinnen uit hun woning gezet te worden. In 2009 was dat aantal al opgelopen tot 12.180 gezinnen. Dat komt neer op ongeveer 33 gezinnen per dag. In Sint-Niklaas werden vorig jaar 154 dossiers voor uithuiszetting geopend, 65 daarvan werden ook effectief buitengezet. Uit de cijfers blijkt dat uithuiszetting in grote mate een probleem is van alleenstaanden, meestal mannen en bijna allemaal autochtonen. De twee belangrijkste redenen om iemand buiten te zetten zijn huurachterstand en wooncultuur (overlast, klachten over onderhoud en burenhinder,red.) Brigitte is 56 en weet wat het is om geen vast dak boven het hoofd te hebben. 'Bij mij is de miserie begonnen na mijn scheiding, 12 jaar geleden', zegt ze. 'Ik ging van het ene vluchthuis naar het andere, en tussendoor logeerde ik af en toe bij vrienden. Na een verblijf in het doorgangshuis in Sint-Niklaas vond ik een studio waar ik 364 euro per maand betaalde, zonder gas, water en elektriciteit. Ik woonde er drie jaar, maar kon de huur niet meer betalen, waardoor ik als dakloze op straat belandde. Maar voor mij is het nog goed afgelopen. Dankzij Samenlevingsopbouw en het OCMW heb ik uiteindelijk een sociaal appartementje gekregen waar ik 218 euro betaal, en dat past perfect binnen mijn budget.' 'Wij formuleerden met onze werkgroep van Samenlevingsopbouw een aantal beleidsvoorstellen waarover we in dialoog gingen met de Stad Sint-Niklaas en het OCMW', zegt Nicole Formesyn van de vzw. 'Wij vonden in OCMWvoorzitter Jef Foubert, schepen van Huisvesting Marc Heyndrickx en schepen van Welzijn Sofie Heyrman welwillende gesprekspartners.' © 2012 Corelio Datum publicatie: 29 juni 2012 Bron: Het Nieuwsblad Editie: Dender, Waasland Pagina: 28 Aantal woorden: 421
REPORTAGE
KOPPEN XL: KINDEREN IN ARMOEDE
MAAR WEL PROPER
De kloof tussen arm en rijk in Groot-Brittannië is nu breder dan tijdens de Tweede Wereldoorlog, en ze blijft maar groeien: één op de vijf kinderen wordt er grootgebracht in een gezin dat onder de armoedegrens leeft. Van maaltijden overslaan over ziek worden door beschimmelde muren tot pesterijen op school: in de onthutsende BBC-docu `Poor Kids' vertellen Sam (11), Courtney (8) en Paige (10) hoe ze daarmee omgaan. In België gaat het niet veel beter, zegt Wim Van Lancker, onderzoeker aan het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck van de Universiteit Antwerpen. Wim Van Lancker «We doen het iets beter dan Groot-Brittannië, maar we mogen ons zeker niet op de borst kloppen. Ondanks ons prima socialezekerheidsstelsel leeft toch achttien procent van de Belgische kinderen onder de armoedegrens verontrustend is dat. Ter vergelijking: in Nederland gaat het om veertien procent, en in Denemarken is dat elf procent. De armoedegrens voor een alleenstaande ligt bij ons op 973 euro per maand, voor een alleenstaande ouder met een kind is dat 1.265 euro. Daar moet je álles van betalen: eten, huur, verwarming en elektriciteit, kledij, de school, de dokter en de tandarts. Maar het leefloon van een alleenstaande bedraagt 786 euro, en mensen met een gezin ten laste krijgen 1.048 euro: álle uitkeringen liggen dus onder de armoedegrens. Zodra je een uitkering krijgt, word je eigenlijk al in de armoede geduwd. En hoe lager je uitkering, hoe moeilijker het is om uit de armoede te raken. Ons systeem zorgt ervoor dat de armen arm blijven.» HUMO Hoe kunnen we dat verhelpen? Van Lancker «Het enige wat je als samenleving kunt doen, is herverdelen. Ik snap dat niet iedereen dat graag hoort, maar toch zouden we daar met zijn allen wel bij varen: als alle kinderen die nu in armoede opgroeien nogmaals: achttien procent niet uit die vicieuze cirkel raken, dan zullen ze later óók van een uitkering leven. En vergeet niet: kinderen kiezen niet zelf in welk gezin ze geboren worden. » We moeten een structurele inspanning leveren en de beleidsmakers op hun verantwoordelijkheid wijzen. In plaats van aan symptoombestrijding te doen, moeten we van bij het begin de kansen zo gelijk mogelijk verdelen. Vooral via jobs: we moeten moeite doen om mensen aan het werk te krijgen die zwak staan op de arbeidsmarkt. Daarom moet ook het onderwijs hervormd worden, want nu reproduceert het de ongelijkheid iedereen kent wel het watervalsysteem. Of neem de huisvesting: in vergelijking met andere Europese landen hebben we erg weinig sociale woningen. Daarin moeten we dringend investeren. Onderwijs en huizen kosten veel geld, maar dat betaalt zichzelf terug. »We moeten ook de kinderopvang toegankelijker maken voor laaggeschoolde moeders. Die is wel betaalbaar, maar vaak weten die moeders niet waar ze terechtkunnen, of zijn er te weinig plaatsen. En laten we ook de kinderbijslag niet vergeten. Door de staatshervorming is Vlaanderen daar vanaf 2015 voor bevoegd, maar de Vlaamse beleidsmakers moeten die bijslag nú al zo efficiënt mogelijk aanpassen: geef voor ieder kind een basisbedrag, maar geef de armen méér. » Kortom: De overheid kan veel doen, maar ze zet te weinig in op de grote thema's. Het moet structureler alleen: daarmee maken de politici zich natuurlijk niet populair, zo vlak voor de verkiezingen. Maar we blijven hoopvol.» (kd) Eén, 21.40
© 2012 Sanoma Magazines Belgium
Datum publicatie: 12 juni 2012 Bron: Humo Editie: Pagina: 97 Aantal woorden: 557
Sociale huurwoningen chronisch onderbezet Nood aan kleine sociale huurwoningen Peter Van Cleemput 'Je kan mensen moeilijk dwingen om te verhuizen naar een kleinere woning' De sociale huurwoningen in het werkingsgebied van intercommunale IGEMO zijn vaak veel groter dan nodig het gezin dat ze huisvesten. Het probleem zou zich voordoen in heel Vlaanderen en valt niet meteen op te lossen. IGEMO maakte gisteren de balans op na twee jaar Woonwinkel, een informatieloket voor vragen over huisvesting. In de marge daarvan werd ook het lokaal woonplan besproken van de gemeenten die zich op het gebied van wonen en huisvesten door de dienstverlener laten ondersteunen, met name Berlaar, Bonheiden, Duffel, Putte en Sint-Katelijne-Waver. 'In het kader van het woonplan maakten we een woonstudie: een analyse van de woningen in de gemeenten', vertelt Hanne Heuts van IGEMO. 'Daaruit blijkt dat de sociale huurwoningen vaak onderbezet zijn. In het werkingsgebied tellen 529 sociale huurwoningen minstens twee lege slaapkamers. Vaak is dat het geval bij gezinnen waarvan de kinderen ondertussen het huis uit zijn.' De cijfers zijn alvast frappant. In Sint-Katelijne-Waver is maar liefst 92% van de sociale huurwoningen onderbezet. De gemiddelde onderbezetting in het werkingsgebied bedraagt 69%. 'In heel Vlaanderen heerst quasi dezelfde tendens', zegt Peter Van Cleemput, teammanager Lokaal Woonbeleid bij IGEMO. 'De sociale huisvestingsmaatschappijen zijn op de hoogte, maar hebben weinig mogelijkheden om een betere bezetting te realiseren. Je kan mensen moeilijk dwingen om te verhuizen naar een kleinere woning, juridisch ligt dat allemaal zeer moeilijk.' Ondertussen wachten heel wat kandidaat-huurders op een sociale woning die vrijkomt. In totaal staan 1.241 huishoudens in de vijf gemeenten op de wachtlijst, in het merendeel van de gevallen gaat het om kleine huishoudens met één of twee personen. 'De relatie tussen vraag en aanbod zit grondig fout', weet Van Cleemput. 'De nood aan kleine sociale huurwoningen is gigantisch hoog. De betrokken huisvestingsmaatschappijen gaan daar op inspelen met een aantal toekomstige projecten.' Woonwinkel is succes Daarnaast blijkt de Woonwinkel van IGEMO een succes. Op twee jaar tijd stelden 1.412 mensen meer dan 4.500 woonvragen. 'Die cijfers bevestigen de nood aan informatie, advies en begeleiding rond wonen', aldus Heuts. 'Bijna de helft van de gestelde woonvragen gaan over premies. De premiemogelijkheden wijzigen namelijk regelmatig. Opvallend is ook dat de inwoners de helft van hun vragen stellen aan het Woonwinkel-loket.' Meer info over de Woonwinkel op het nummer 015-28.60.28, via
[email protected] of op www.igemo.be © 2012 Corelio Datum publicatie: 07 juni 2012 Bron: Het Nieuwsblad Editie: Mechelen-Lier Pagina: 25 Aantal woorden: 413
Auteur: Christophe Légère