2
WELSTANDSNOTA GEMEENTE AMELAND
januari 2016
3
INHOUDSOPGAVE 1.
2.
Inleiding ________________________________________________________________ 7 1. 1.
Aanleiding ________________________________________________________ 7
1. 2.
Doel van de welstandsnota ___________________________________________ 7
1. 3.
Uitgangspunten ____________________________________________________ 7
De Welstandsnota _________________________________________________________ 10 2. 1.
Welstand als onderdeel van het ruimtelijk beleid __________________________ 10
2. 2.
Participanten en procedures __________________________________________ 11
3.
Ruimtelijk kwaliteitsbeleid Ameland ___________________________________________ 15
4.
Welstandscriteria ______________________________________________________
17
4. 1.
Toelichting _______________________________________________________
17
4. 2.
Gebiedsgericht beoordelingskader _____________________________________ 17
4. 3.
Algemene principes _________________________________________________ 19
5.
Deelgebieden, karakteristieke deelgebieden, objectgerichte criteria __________________ 22 Deelgebied 1A Beschermd dorpsgezicht Hollum __________________________________ 22 Deelgebied 1B Beschermd dorpsgezicht Ballum __________________________________ 31 Deelgebied 1C Beschermd dorpsgezicht Nes ____________________________________ 39 Deelgebied 2 Oude Kern ____________________________________________________ 47 Deelgebied 3 Dorpsuitbreidingen 2e helft vorige eeuw ____________________________
54
Deelgebied 4 Recente en toekomstige dorpsuitbreidingen __________________________ 59 Deelgebied 5 Bedrijventerrein ________________________________________________ 64 Deelgebied 6 Recreatiewoningen met rieten kap _________________________________ 69 Deelgebied 7 Recreatiewoningen flauwe kap ____________________________________ 74 Deelgebied 8 Kampeerterrein, Stacaravans _____________________________________ 79 Deelgebied 8a Chalets _____________________________________________________
84
Deelgebied 9 Recreatieve voorzieningen ________________________________________ 85
4
Deelgebied 10 Natuurgebieden _______________________________________________ 90 Deelgebied 11 Poldergebied _________________________________________________ 95 Deelgebied 12 Cultuurgrond _________________________________________________ 102 Deelgebied 13 Sportvelden __________________________________________________ 106 Deelgebied 14 Havengebied _________________________________________________ 109 Deelgebied 15 Recreatiewoningen_____________________________________________ 113 6.
Objectgerichte criteria _____________________________________________________
116
6.1.
Woningen bij vuurtorencomplex ________________________________________ 116
6.2.
Kop-hals-romp boerderijen ____________________________________________ 117
6.3.
Nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen ___________________________________ 122
6.4.
Schoorsteenpijpen en afvoerkanalen ____________________________________
123
6.5.
Reclame en terrassen ________________________________________________
125
6.6.
Schuilgelegenheden voor dieren van dierhouders / hobbyboeren en deeltijdboeren en opstallen bij groentetuintjes _____________________________ 125
6.7.
Zonnepanelen of –collectoren __________________________________________ 125
6.8.
Windmolens, turbines e.d. _____________________________________________ 128
7.
Kader voor nieuwe grootschalige ontwikkelingen _________________________________ 132
8.
Handhaving en excessen ____________________________________________________ 133
Bijlage 1:
Begrippenlijst _______________________________________________________ 135
Bijlage 2:
Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010 _____________________________ 146
Bijlage 3:
Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011 _____________________________ 147
Bijlage 4:
Nota Schuilgelegenheden voor dieren van dierhouders / hobbyboeren en deeltijdboeren en opstallen bij groentetuintjes 2010 _________________________ 148
Bijlage 5:
Kaart gebiedsindeling en deelgebieden ___________________________________ 149
Bijlage 6:
Nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen ___________________________________ 150
Bijlage 7:
Zonnestroom en cultureel erfgoed ______________________________________ 151
Colofon _____________________________________________________________________ 152
5
6
1
INLEIDING
van de redelijke eisen van welstand. De welstandscriteria zijn grotendeels gericht op het behoud van de basiskwaliteiten van de gebouwde omgeving. Dit betekent echter niet dat nieuwe, bijzondere of afwijkende bouwplannen niet meer mogelijk zijn. Ook bijzondere bouwplannen zijn op Ameland van harte welkom. Daar waar mogelijk en
1.1.
AANLEIDING
gewenst, biedt de welstandsnota dan ook een sturend en stimulerend kader. Voor degene die afwijkende bouw-
De aanleiding voor het opstellen van de Welstandsnota
plannen heeft, wordt geadviseerd om vroeg in het ont-
Ameland is de destijds landelijke wetswijziging met be-
werpproces in overleg te treden met de gemeente. Het
trekking tot het welstandstoezicht. Op 28 juni 2004 is
voordeel van een tijdig overleg is dat snel duidelijk wordt
door de gemeenteraad van Ameland de welstandsnota
of het plan een kans van slagen heeft en of het plan
van de gemeente Ameland vastgesteld. De welstandsnota
eventueel nog enige aanpassingen behoeft.
blijft overeind als toetsingskader die door de gemeente wordt gehanteerd. De nu voorliggende welstandsnota is een actualisatie van de nota van 2004. Inhoudelijke zijn
1.3.
UITGANGSPUNTEN
er een aantal zaken toegevoegd dan wel aangevuld. Afstemming op bestaand ruimtelijk beleid Elk individueel pand draagt met de verschijningsvorm bij
1.2.
DOEL WELSTANDSNOTA
aan het totale ruimtelijk beeld van een buurt, dorp of gebied. Om deze relatie te kunnen behouden of te ver-
Het doel van de welstandsnota is om het welstandstoe-
sterken, is het van belang dat de welstandseisen die voor
zicht voor iedereen inzichtelijk en begrijpelijk te maken.
een pand of bouwwerk gelden, aansluiten bij het ruimte-
Het is de bedoeling dat initiatiefnemers voor een bouw-
lijk beleid dat voor het betreffende gebied geldt. Met
plan, zoals particulieren, opdrachtgevers en architecten,
andere woorden, voor het welstandsbeleid geldt als uit-
zich in een vroeg stadium op de hoogte kunnen stellen
gangspunt dat het aansluit bij het huidige ruimtelijk kwa-
7
liteitsbeleid van de gemeente dat is verwoord in bestem-
poldergebied en natuurgebied. Door middel van gebieds-
mingsplannen, beleidsplannen, beeldkwaliteitplannen.
gericht welstandsbeleid kan op deze verscheidenheid worden ingespeeld. Op grond van de aanwezige steden-
Zekerheid en ruimte voor bijzondere ontwerpen
bouwkundige en architectonische kenmerken en de te
De welstandsnota kan als een handboek worden be-
verwachten ontwikkelingen in de gemeente zijn voor
schouwd, waarin de initiatiefnemer kan lezen welke wel-
verschillende deelgebieden specifieke criteria over de
standscriteria voor zijn bouwplan gelden. De welstands-
uiterlijke verschijningsvorm van nieuwe of bestaande
criteria zijn zo concreet mogelijk omschreven. Het is
bouwwerken geformuleerd.
echter onmogelijk om voor alle mogelijke typen bouwwerken formuleringen op te stellen die vooraf absoluut
Geen welstandsvrije gebieden
100% zekerheid bieden. De welstandscriteria zijn aldus
Op Ameland zijn geen welstandsvrije gebieden aangewe-
voor meerdere interpretaties vatbaar. Met andere woor-
zen. Dat betekent dat voor het gehele gemeentelijk
den, discussies omtrent welstandseisen zullen nog wel
grondgebied gebiedsgerichte welstandscriteria gelden.
aan de orde blijven. Maar op deze wijze wordt er ook ruimte geboden om tot bouwplannen met bijzondere
Breed draagvlak
kwaliteiten te komen. De welstandscriteria vormen als
De welstandsnota bevat de criteria voor de toetsing van
het ware een aanleiding voor de initiatiefnemer om een
aanvragen voor omgevingsvergunning activiteit bouwen
dialoog aan te gaan met de beoordelaar en daarmee
op welstand. Dit kan in de meest vergaande vorm zelfs
ontstaat een stimulans om in een vroeg stadium na te
leiden tot een weigering van een bepaalde bouw vorm.
denken over de gewenste architectonische en steden-
Het is daarom van groot belang dat begrip en maat-
bouwkundige kwaliteit.
schappelijk draagvlak wordt verkregen voor de diverse welstandsaspecten en voor de wel-standscriteria die in de
Gebiedsgerichte differentiatie van welstandscriteria
nota zijn benoemd.
Ameland kent een grote verscheidenheid aan bebouwd gebied, zoals de beschermde dorpsgezichten, oude
Helderheid/leesbaarheid
dorpskernen, dorpsuitbreidingen, bedrijventerreinen,
Het welstandsbeleid moet door gemeenteambtenaren en
sport- en recreatieterreinen, recreatiewoningterreinen,
leden van de welstandscommissie aan de burger uit te
8
leggen zijn en de uitvoering ervan moet openbaar en controleerbaar zijn. Belangrijk is dat de nota voor een ieder leesbaar en begrijpelijk is.
9
2
WELSTANDSNOTA
De relatie met het bestemmingsplan Het bestemmingsplan regelt onder meer de functie en het ruimtebeslag van bouwwerken ‘voor zover dat nodig is voor een goede ruimtelijke ordening’. De architectonische vormgeving valt buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan en wordt exclusief in de welstandsnota geregeld. De welstandsnota beweegt zich binnen de bebou-
2.1.
WELSTAND ALS ONDERDEEL VAN
wingsmogelijkheden die door het bestemmingsplan wor-
HET RUIMTELIJK BELEID
den gegeven. Bij strijdigheid tussen de welstandscriteria en de bestemmingsplanvoorschriften gaan de bestem-
Voor deze welstandsnota geldt als uitgangspunt dat alle
mingsplanvoorschriften voor.
zaken die met welstand te maken hebben, zoveel mogelijk worden geïntegreerd. Een goede afstemming op beleidsnota’s, bestemmingsplannen en de gemeentelijke
De relatie met de gemeentelijke bouwverordening
bouwverordening is daarom van groot belang.
Het welstandsbeleid moet verplicht in een welstandsnota opgenomen worden. Ter bevordering van de rechtszeker-
De relatie met de beleidsnota’s
heid van de burger, moeten wel enkele zaken ten aanzien
Het beleid in de welstandsnota sluit aan op het huidige
van het welstandstoezicht (o.a. werkwijze, samenstelling
gemeentelijke kwaliteitsbeleid. Op het moment dat de
en inrichting van de welstandscommissie) in de gemeen-
gemeente nieuwe ruimtelijke inzichten en/of beleidsvoor-
telijke bouwverordening wettelijk worden vastgelegd.
nemens heeft, zullen deze veranderingen doorwerken in
Voor nadere informatie wordt verwezen naar de gemeen-
de welstandsnota. Nieuwe beleidsvoornemens kunnen
telijke bouwverordening.
dus aanleiding zijn om welstandscriteria aan te passen of bij te stellen. Andersom geldt dit ook. Ook kunnen nieuwe
De relatie met vergunningsvrij bouwen
inzichten vanuit het welstandsbeleid consequenties heb-
Met de inwerkingtreding van het Besluit Omgevingsrecht
ben voor het te voeren ruimtelijk beleid op Ameland.
op 1 november 2014 is de categorie verguningsvrije bouwwerken aanzienlijk uitgebreid. Om de ruimtelijke
10
kwaliteit bij vergunningsvrij bouwen te waarborgen is de
verbonden aan de vergunning ter waarborging van de
‘beleidsregel planologische kruimelgevallen 2011’ vastge-
ruimtelijke kwaliteit.
steld. In alle gevallen waarbij de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12 lid 1 onder a, 1°, 2° of 3° van de Wabo, zal er spra-
2.2.
PARTICIPANTEN EN PROCEDURES
ke moeten zijn van een verantwoord stedenbouwkundige nieuwe situatie. Hiervan is onder andere sprake indien: -
het afwijken niet tot gevolg heeft dat het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld wordt aangetast en;
-
door het afwijken de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
Hiertoe kan elke aanvraag om een omgevingsvergunning
Procedures Omgevingsvergunning en welstand De te volgen procedure is afhankelijk van het soort gebouw en bouwwerk en heeft tevens invloed op de manier waarop de indiener van een bouwaanvraag te maken krijgt met welstand. Voor nadere informatie over de spelregels van bouwen en verbouwen wordt verwezen naar de internetsite van het Ministerie Infrastructuur en Milieu (IenM) www.rijksoverheid.nl.
met ruimtelijke consequenties ter goedkeuring aan de welstands- en monumentencommissie worden voorgelegd om het project te beoordelen aan de hand van de criteria van de welstandsnota. Dat betekent ook dat de initiatiefnemer gegevens en bescheiden moet aanleveren, conform artikel 2.5 Mor, om het bouwplan te kunnen toetsen aan de welstandscriteria. Bovendien wordt getoetst of verschillende functies significante hinder van elkaar zullen ondervinden en of bestaande toegestane functies belemmerd zullen worden in hun doelmatig gebruik. Bij strij-
Vaststelling welstandsnota door de gemeenteraad De gemeenteraad is verplicht om een welstandsnota met zo concreet mogelijke welstandscriteria vast te stellen. Na vaststelling van de nota kan de welstandsbeoordeling alleen nog maar worden gebaseerd op de criteria die in de welstandsnota zijn genoemd. Zonder welstandsnota kan geen welstandstoezicht worden uitgeoefend. Na vaststelling van de welstandsnota zal de werking ervan jaarlijks verplicht worden geëvalueerd.
digheid met een van deze elementen kan in principe géén medewerking worden verleend aan de omgevingsvergunning, tenzij strikte randvoorwaarden kunnen worden
11
Aanvullingen op de welstandsnota
voorgelegd. Met het in werking treden van de Wet alge-
De gemeenteraad kan tussentijds aanvullingen op de
mene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober
nota vaststellen. Het gaat dan vooral om welstandscrite-
2010 is het besluit bouwvergunningsvrije en licht-
ria voor nieuwe, grotere (her)ontwikkelingsprojecten. De
bouwvergunningplichtige bouwwerken ingetrokken. Er
welstandscriteria voor dergelijke projecten worden in het
zijn dus geen licht bouwvergunningsplichtige bouwwerken
kader van de stedenbouwkundige planvoorbereiding op-
meer en de loket criteria die daarvoor in de welstandsno-
gesteld. Om rechtsgeldig te kunnen zijn, zullen deze
ta waren opgenomen zijn nu niet meer van toepassing.
criteria de Inspraakprocedure moeten hebben doorlopen
Tevens is in de Wabo, de categorie vergunningsvrije
en door de gemeenteraad worden vastgesteld.
bouwwerken uitgebreid. Specifieke informatie over de vormgeving van een bouwplan kan altijd ingewonnen
Wijzigingen in de welstandsnota
worden aan het loket van bouw- en woningtoezicht van
De gemeenteraad is bevoegd om jaarlijks wijzigingen in
de gemeente, waar overigens ook voorbeelden voor kleu-
de welstandsnota door te voeren. De wijzigingen dienen
ren van stenen en dakpannen aanwezig zijn.
de Inspraakprocedure te hebben doorlopen en door de gemeenteraad te worden vastgesteld.
Adviesinstanties Burgemeester en wethouders worden bij de beoordeling
Uitvoering door burgemeester en wethouders
van bouwplannen geadviseerd door HUS & HIEM wel-
De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het welstands-
standsadvisering en monumentenzorg. De welstands-
toezicht ligt bij burgemeester en wethouders. Zij hebben
commissie is volgens artikel 1 lid 1n van de Woningwet
een eigen verantwoordelijkheid voor het welstandsoor-
een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke
deel dat tot stand komt aan de hand van de in de wel-
commissie. De wettelijke, meest primaire taak van de
standsnota opgenomen criteria. Burgemeester en wet-
welstandscommissie is het uitbrengen van welstandsad-
houders vragen in principe alleen voor een omgevings-
viezen aan burgemeester en wethouders over de aan
vergunning voor bouwen, advies aan de welstandscom-
haar voorgelegde bouwplannen in de procedure voor een
missie. Tevens kan een aanvraag om een omgevingsver-
omgevingsvergunning. Dit welstandsadvies is gebaseerd
gunning met ruimtelijke consequenties ter goedkeuring
op de in deze welstandsnota genoemde welstandscriteria.
aan de welstands- en monumentencommissie worden
De organisatie en werkwijze van de welstandscommissie
12
is in de gemeentelijke bouwverordening en het Reglement van Orde van de welstandscommissie nader be-
Afwijken door middel van de hardheidsclausule
schreven.
Bij de beoordeling van een bouwplan kan het in bepaalde gevallen voorkomen dat de welstandscriteria ontoerei-
Wanneer kunnen burgemeester en wethouders
kend zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval als er sprake is
afwijken van het advies van de welstandscommis-
van een plan dat vanwege de bijzondere kwaliteiten bo-
sie?
ven het kader van de welstandsnota uitstijgt. Dan kunnen
Burgemeester en wethouders volgen in hun oordeel in
burgemeester en wethouders, eventueel na advies van de
principe het advies van de welstandscommissie. Er be-
welstandscommissie, gemotiveerd afwijken van de wel-
staan echter enkele uitzonderingen:
standscriteria. In dat geval is er sprake van een bijzondere situatie en/of bestaat er twijfel aan de toepasbaarheid
Afwijken op inhoudelijke grond
van de criteria. Deze afwijkingsbevoegdheid is gebaseerd
Burgemeester en wethouders hebben de mogelijkheid om
op de Algemene wet bestuursrecht. De afwijking kan
op inhoudelijke gronden af te wijken van het advies van
worden gebaseerd op de algemene principes en dient
de welstandscommissie. In een dergelijk geval zijn bur-
gemotiveerd te worden in de beslissing op de aanvraag
gemeester en wethouders van mening dat de welstands-
van de vergunning.
commissie de van toepassing zijnde criteria niet juist heeft geïnterpreteerd, of dat de commissie niet de juiste
Toepassingsregel hardheidsclausule:
criteria heeft toegepast. In dat geval mag per bouwplan
“Het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of stand-
een ‘second opinion’ worden aangevraagd bij een ander
plaats is al dan niet in strijd met redelijke eisen van wel-
welstandsorgaan. Deze situatie kan zich voordoen wan-
stand - beoordeeld naar de criteria conform art. 12 van
neer burgemeester en wethouders bij de beoordeling van
de Woningwet en verwoord in de door de gemeenteraad
een bouwplan op inhoudelijke grond tot een ander oor-
vastgestelde Welstandsnota - indien burgemeester en
deel komen dan de welstandscommissie. Een ‘second
wethouders daartoe op basis van een gemotiveerd wel-
opinion’ wordt aangevraagd voordat het besluit op de
standsadvies besluiten”.
vergunningaanvraag wordt genomen én binnen de daarvoor geldige afhandelingstermijn.
13
Afwijken om andere redenen
gunning. Voor de aan te leveren gegevens en bescheiden
Op grond van artikel 2.10 lid 1.d van de Wabo krijgen
ten behoeve van toetsing aan welstandscriteria gelden de
burgemeester en wethouders de mogelijkheid om bij
volgende eisen:
strijd van een bouwplan met de redelijke eisen van wel-
-
situatietekening inclusief aansluitende terreinen;
stand, toch de omgevingsvergunning te verlenen indien
-
tekeningen van alle gevels van het bouwwerk, inclu-
zij van oordeel zijn dat daarvoor andere redenen zijn. Dit
sief de gevels van de naastgelegen bebouwing (mi-
kunnen bijvoorbeeld economische of maatschappelijke
nimaal schaal 1:100);
redenen betreffen. De welstandscommissie wordt hiervan
-
tekeningen van bestaande en nieuwe plattegronden;
op de hoogte gesteld.
-
doorsneden (minimaal schaal 1:100);
-
detailtekeningen van gezichtsbepalende delen van
Algemene principes van toepassing Indien burgemeester en wethouders afwijken van het
het bouwwerk; -
advies van de welstandscommissie is paragraaf 4.3. Algemene principes van toepassing.
foto’s van de bestaande situatie en de omliggende bebouwing;
-
opgave materiaal- en kleurgebruik van toe te passen bouwmaterialen (uitwendige scheidingsconstruc-
Indieningsvereisten
tie).
In de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) is wettelijk bepaald welke eisen worden gesteld aan de aan te leveren gegevens en bescheiden voor een omgevingsver-
14
3
RUIMTELIJK KWALITEITSBELEID
standsnota. Tevens heeft de gemeente Ameland de Structuurvisie Ameland opgesteld. In de structuurvisie worden afwegingen gemaakt voor het toekomstig ruimtelijk beleid en worden keuzes gemaakt over de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het betreffende gebied. De
AMELAND
structuurvisie beschrijft de integrale visie voor de ontwikkeling van Ameland in de komende 10 jaar. Waar gaan we naar toe met het eiland als het gaat om functies als wonen, werken, recreatie, toerisme, natuur, landschap en
Welstandsbeleid kan niet op zichzelf staan, maar moet worden gefundeerd in het bestaande gemeentelijke beleid voor de kwaliteit van de gebouwde omgeving. In dit hoofdstuk wordt het huidige ruimtelijke kwaliteitsbeleid van de gemeente in hoofdlijnen besproken. Met name het ruimtelijke kwaliteitsbeleid ten aanzien van de bebouwing in de beschermde dorpsgebieden, de oude kernen, de
ruimtelijke kwaliteit. De structuurvisie is hiermee het richtinggevende document waarin voor overheden, maatschappelijke organisaties, private partijen en burgers duidelijk wordt welk ruimtelijk beleid een gemeente, provincie of het rijk nastreeft. De structuurvisie vormt daarmee een belangrijk kader stellend document en tevens een basis onderdeel voor de welstandsnota.
bedrijventerreinen, de recreatiewoningterreinen en campings en het buitengebied vormen belangrijke thema’s voor de welstandsnota. Het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van Ameland is voor een belangrijk deel vastgelegd in verschillende beleidsnota’s en bestemmingsplannen.
Een ander belangrijk document is de notitie “Inventarisatie Waardevolle objecten”, waarin alle waardevolle objecten zijn geïnventariseerd en beschreven. Een groot aantal panden heeft in deze notitie een bijzondere status, zoals rijksmonument, nog vast te stellen gemeentelijk monu-
Voor Ameland zijn al verschillende studies naar de gewenste beeldkwaliteit verricht. Zo is voor het gehele eiland een Beeldambitieplan opgesteld, waarin een studie naar de mogelijkheden tot opwaardering van de beeldkwaliteit op Ameland is opgenomen. De uitgangspunten
ment of karakteristiek (structureel bepalend of beeldbepalend). De panden met een status van rijksmonument vallen onder de Monumentenwet. Daarnaast zijn ook panden opgenomen die de aanduiding karakteristiek (structureel bepalend of beeldbepalend) hebben gekre-
in deze nota vormde onder andere de basis voor de wel-
15
gen. Om de karakteristieke waarden van deze panden ook te kunnen bewaren, is gericht welstandsbeleid noodzakelijk. Opgemerkt dient te worden dat formeel de gemeentelijke monumenten en beeldbepalende objecten nog moeten worden vastgesteld. Al wel vastgesteld zijn de structureel- en beeldbepalende panden opgenomen in de nota “Subsidieverordening dorpsvernieuwing”.
Tevens is een nota voor reclamebeleid, terrassenbeleid en beleidsregels voor het oprichten van schuilgelegenheden voor dieren van dierhouders, hobbyboeren en deeltijdboeren en het plaatsen van opstallen bij groentetuintjes opgesteld. Deze notities zijn als bijlage één op één overgenomen in de welstandsnota en dienen gehanteerd te worden bij de beoordeling (zie bijlage 2, 3 en 4). Tot slot is in het kader van duurzaamheid in 2015 een studie verricht naar de toepassing van PV op monumenten en in beschermde dorpsgezichten. De in het studierapport “Zonnestroom en cultureel erfgoed” opgenomen bevindingen en aanbevelingen kunnen meegenomen worden bij de welstandsbeoordeling van plannen.
16
4
WELSTANDSCRITERIA
richte criteria, maar toch van hoge kwaliteit blijken te zijn (zie paragraaf 4.3).
Objectgerichte criteria Het is mogelijk om voor bepaalde objecten of typen gebouwen specifieke welstandscriteria op te stellen. In hoofdstuk 6 zijn objectgerichte criteria opgenomen.
4.1.
Toelichting
In dit hoofdstuk worden de toetsingskaders genoemd, die
4.2.
Gebiedsgericht beoordelingskader
bij de beoordeling van bouwplannen op Ameland worden gehanteerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen
Toelichting
gebiedsgerichte beoordelingskaders en algemene princi-
In deze paragraaf zijn de gebiedsgerichte welstandscrite-
pes. Deze verschillende typen criteria worden hierna kort
ria opgenomen. De criteria zijn niet alleen gebaseerd op
toegelicht.
de bestaande ruimtelijke kwaliteiten van de gebieden; ze zijn ook ontstaan vanuit de doelstelling om in elk gebied
Gebiedsgerichte beoordelingskaders
een gewenst bebouwingsbeeld te realiseren. Voor ver-
Gebiedsgerichte criteria zijn specifiek afgestemd op de
schillende gebieden is een toetsingskader opgesteld,
kenmerken van een bepaald(e) gebied of wijk (zie ook
waaraan vergunning plichtige bouwplannen worden ge-
paragraaf 4.2).
toetst. Met behulp van deze criteria wordt aangegeven welke gewaardeerde karakteristieken in het ontwerp
Algemene principes
moeten worden gebruikt om het gebouw of bouwwerk in
Hierbij gaat het om een aantal vakkundige beoordelings-
zijn omgeving te laten passen.
aspecten, die gezamenlijk het algemene denk- en motiveringskader bij de beoordeling van bouwplannen vor-
Deelgebieden
men. Ook worden deze principes gehanteerd bij bouw-
Het gemeentelijk grondgebied is op thematische wijze
plannen die zich weliswaar onttrekken aan de gebiedsge-
verdeeld in deelgebieden. Dit betekent dat voor elk type
17
één standaard set met gebiedscriteria geldt. Voor elk
13
Sportvelden
deelgebied zijn specifieke gebiedsgerichte welstandscrite-
14.
Havengebied
ria opgesteld.
15.
Recreatiewoningen
De deelgebieden zijn tot stand gekomen op basis van: -
ontstaansgeschiedenis;
Naast de gebiedsindelingen zijn in hoofdstuk 6 en 7 de
-
ruimtelijke verschijningsvorm / bebouwingskarakteris-
volgende onderdelen omschreven:
tieken;
Hdst. 6 Objectgerichte criteria
-
landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
6.1.
Woningen bij vuurtorencomplex
-
functies;
6.2.
Kop-hals-romp boerderijen
-
ontwikkeling en dynamiek.
6.3.
Nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen
6.4.
Schoorsteenpijpen en afvoerkanalen
In bijlage 5 is een kaart met de gebiedsindeling opgeno-
6.5.
Reclame en terrassen
men. De volgende deelgebieden zijn onderscheiden:
6.6.
Schuilgelegenheden voor dieren van
1A
Beschermd dorpsgezicht Hollum
dierhouders / hobbyboeren en deeltijd-
1B
Beschermd dorpsgezicht Ballum
boeren en opstallen bij groentetuintjes
1C
Beschermd dorpsgezicht Nes
6.7.
Zonnepanelen of -collectoren
2.
Oude kern
6.8.
Windmolens, turbines e.d.
3.
Dorpsuitbreidingen 2e helft vorige eeuw
4.
Recente en toekomstige dorpsuitbreidingen
5.
Bedrijventerrein
Beoordelingskader
6.
Recreatiewoningen met rieten kap
Voor elk onderscheiden deelgebied is een beoordelings-
7.
Recreatiewoningen met flauwe kap
kader van toepassing, dat bestaat uit:
8.
Kampeerterrein, stacaravans en chalets
-
9.
Recreatieve voorzieningen
gaan op de stedenbouwkundige structuur, de functie
10.
Natuurgebieden
van het gebied en de typering van de bebouwing en
11.
Poldergebied
het materiaal- en kleurgebruik;
12.
Cultuurgrond
Hfdst. 7 Kader voor nieuwe grootschalige ontwikkelingen
een korte gebiedsbeschrijving, waarbij wordt inge-
18
-
een overzicht van de te verwachten ontwikkelingen en
teksten uit de notitie “Architectonische kwaliteit”
de waardering van het gebied. De waardering wordt
van prof. ir. Tj. Dijkstra.
bepaald aan de hand van de belevingswaarde en de aanwezigheid van cultuurhistorische, stedenbouwkun-
Relatie tussen vorm, gebruik en constructie
dige of architectonische waarden;
Een bouwwerk wordt primair gemaakt om te worden
-
een algemene beleidsintentie voor het deelgebied;
gebruikt. Hoewel het welstandstoezicht is gericht op de
-
de welstandscriteria, welke zijn onderverdeeld in ver-
uiterlijke verschijningsvorm, kan de vorm van het bouw-
schillende categorieën, namelijk plaatsing, hoofdvorm,
werk niet los worden gezien van de eisen vanuit het ge-
aanzichten, opmaak en diversen.
bruik en de techniek. Gebruik en constructie staan aan de wieg van iedere vorm. Daarmee is nog niet gezegd dat de vorm altijd ondergeschikt is aan het gebruik of de con-
4.3.
Algemene principes
structie. De verschijningsvorm is méér dan een rechtstreekse optelsom van gebruik en constructie. Er zijn daarnaast andere factoren die hun invloed kunnen heb-
Bij algemene principes gaat het om een aantal vakkundige beoordelingsaspecten, die gezamenlijk het algemene denkkader vormen bij de beoordeling van bouwplannen. De algemene principes liggen aldus ten grondslag aan
ben zoals de omgeving en de betekenis van de vorm in de sociaal-culturele context. Maar als de vorm in tegenspraak is met het gebruik en de constructie, dan verliest zij daarmee aan begrijpelijkheid en integriteit.
elke planbeoordeling. Ook gelden de principes in het geval een bouwplan niet binnen de gebiedsgerichte criteria past, maar volgens de welstandscommissie vanwege de uitzonderlijke kwaliteit wel als positief wordt beoordeeld. De algemene principes vormen dan een motiveringskader aan de hand waarvan de bijzondere schoonheid van het plan overtuigend worden aangetoond. Een toelichting op de algemene principes volgt hierna. De volgende algemene principes zijn gebaseerd op de
Relatie tussen bouwwerk en omgeving Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat het een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de openbare (stedelijke of landschappelijke) ruimte. Daarbij worden hogere eisen gesteld naarmate de openbare betekenis van het bouwwerk of van de omgeving groter is. Het bestaansrecht van een gebouw ligt niet in het eigen functioneren
19
alleen, maar ook in de betekenis die het gebouw heeft in
Bij restauraties is sprake van herstel van elementen uit
zijn stedelijk of landschappelijke omgeving. Ook van een
het verleden, maar bij nieuw- of verbouw in een bestaan-
gebouw dat contrasteert met zijn omgeving mag worden
de (monumentale) omgeving betekent dit dat duidelijk
verwacht dat het zorgvuldig is ontworpen en de omgeving
moet zijn wat authentiek is en wat nieuw is toegevoegd.
niet ontkent. Waar het om gaat is dat het gebouw een
Een ontwerp kan worden geïnspireerd door een bepaalde
positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de omge-
tijdsperiode, maar dat is iets anders dan het imiteren van
ving en de te verwachten ontwikkeling daarvan. Over de
stijlen, vormen en detailleringen uit het verleden. Bete-
wijze waarop dat bij voorkeur zou moeten gebeuren,
kenissen uit het verleden zijn van groot belang om een
verschaft het gebiedsgerichte beoordelingskader duide-
omgeving te “begrijpen” als beeld van de tijd waarin zij is
lijkheid.
ontstaan, als verhaal van de geschiedenis, als representant van een stijl. Daarom is het zo belangrijk om ook bij
Betekenissen van vormen in de sociaal-culturele
nieuwe bouwplannen zorgvuldig met stijlvormen om te
context
gaan, zij vormen immers de geschiedenis van de toe-
Voor vormgeving gelden in iedere cultuur bepaalde re-
komst.
gels. Die regels zijn geen wetten en moeten ter discussie kunnen staan. Maar als ze onjuist of ongeïnspireerd wor-
Evenwicht tussen helderheid en complexiteit
den gebruikt, wordt de vorm verwarrend of saai. Precies
Een belangrijke eis die aan een ontwerp voor een gebouw
zo wordt een bouwwerk verwarrend of saai als de regels
mag worden gesteld is dat er structuur wordt aange-
van de architectonische vormgeving niet bewust worden
bracht in het beeld. Een heldere structuur (door middel
gehanteerd. In iedere bouwstijl wordt gebruik gemaakt
van symmetrie, ritme, herkenbare maatreeksen en mate-
van verwijzingen naar wat eerder of elders reeds aanwe-
rialen) biedt houvast voor de waarneming en is bepalend
zig was of naar wat in de toekomst wordt verwacht. De
voor het beeld dat men vasthoudt van een gebouw.
kracht of de kwaliteit van een bouwwerk ligt vooral in de wijze waarop die verwijzingen worden verwerkt en geïn-
Het streven naar helderheid mag echter niet ontaarden in
terpreteerd binnen het kader van de actuele culturele
simpelheid. Een bouwwerk moet de waarnemer blijven
ontwikkelingen, zodat concepten en vormen ontstaan die
prikkelen en intrigeren en zijn geheimen niet direct prijs-
bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke realiteit.
geven. Er mag best een beheerst beroep op de creativi-
20
teit van de voorbijganger worden gedaan. Van oudsher
elementen (zoals een dakkapel, een opbouw of een zon-
worden daarom helderheid en complexiteit ingebracht bij
necollector) te dominant zijn ten opzichte van de hoofd-
het ontwerpen van bouwwerken. Complexiteit in de archi-
massa en/of vlakverdeling, verstoren zij het beeld niet
tectonische compositie ontstaat vanuit de stedenbouw-
alleen van het object zelf, maar ook van de omgeving
kundige eisen en het programma van eisen voor het
waarin het is geplaatst.
bouwwerk. Bij een gebouwde omgeving met een hoge belevingswaarde zijn helderheid en complexiteit tegelijk
Materiaal, textuur, kleur en licht
aanwezig in een evenwichtige en spanningsvolle relatie.
Door middel van materialen, kleuren en lichttoetreding krijgt een bouwwerk uiteindelijk zijn zichtbare en voelba-
Schaal en maatverhoudingen
re kracht. De keuze van materialen en kleuren is tegen-
De waarnemer ervaart bewust of onbewust de maatver-
woordig niet meer beperkt tot wat lokaal aan materiaal
houdingen van een bouwwerk, maar wáárom de maat-
en ambachtelijke kennis voorhanden is. Die keuzevrijheid
verhoudingen van een bepaalde ruimte aangenamer,
maakt de keuze moeilijker en het risico van een onsa-
evenwichtiger of spannender zijn dan die van een andere,
menhangend beeld groot. Als materialen en kleuren te-
valt nauwelijks vast te stellen. Duidelijk is dat de kracht
veel los staan van het ontwerp en daarin geen onder-
van een compositie groter is naarmate de maatverhou-
steunende functie hebben, maar slechts worden gekozen
dingen een sterke samenhang en hiërarchie vertonen.
op grond van decoratieve werking, wordt de betekenis
Mits bewust toegepast, kunnen ook spanning en contrast
ervan toevallig en kan het afbreuk doen aan de kracht
daarin hun werking hebben. De afmetingen en verhou-
van het bouwwerk. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer
dingen van gevelelementen vormen tezamen de composi-
het gebruik van materialen en kleuren een juiste inter-
tie van het gevelvlak. Hellende daken vormen een be-
pretatie van de aard en de ontstaansperiode van het
langrijk element in de totale compositie. Als toegevoegde
bouwwerk in de weg staat.
21
5
DEELGEBIEDEN
patroon gerangschikt. Ondanks de vrije ligging van de woningen en de visuele relatie met het achterliggende land, heeft de ruimte door de boombeplanting en de erfbeplanting een opvallende beslotenheid.
Plaatsing Het bebouwingspatroon kenmerkt zich door een willekeu-
DEELGEBIED 1A
rige rangschikking van overwegend vrijstaande voorgevel
BESCHERMD DORPS-
vanwege de aanwezigheid van beplanting een besloten
GEZICHT HOLLUM
agrarisch gebied zichtbaar. De panden zijn doorgaans
tot aan de openbare weg varieert. Alhoewel de ruimte
karakter heeft, is plaatselijk toch het achterliggende
dwars op de straat gericht, incidenteel is de richting ook evenwijdig aan de weg.
Hoofdvorm Gebiedsbeschrijving
De bebouwing is hoofdzakelijk vrijstaand. De woningen hebben een kleine afmeting, terwijl de boerderijen een
Ruimte De ruimtelijke structuur van het beschermde dorpsgezicht van Hollum wordt bepaald door twee noord-zuid gerichte lanen: de Oosterlaan en Burenlaan. Het profiel van de lanen wordt gekenmerkt door een verharde rijbaan van geringe breedte, vrijwel overal geflankeerd door openbare groenstroken van gras en boombeplanting.
overwegend grote afmeting hebben. De hoofdvorm van de woningen is enkelvoudig en bestaat uit één bouwlaag met een kap. Het meest voorkomende daktype is het zadeldak. Ook het (afgeknotte) schilddak en de samengestelde kapvorm komen voor. Ondanks dat de panden dezelfde vormentaal spreken, is toch een bepaalde mate van individualiteit aanwezig. Dit komt tot uiting in kleine
Langs deze sfeervolle lanen is typisch eilander bebouwing (zowel woningen als boerderijen) in een vrij willekeurig
22
variaties in de grootte van de bouwmassa’s in de samen-
timmeringen, boeiborden, daklijsten, deuren etcetera zijn
stelling van bouwvolumes, detaillering et cetera.
van hout. De hellende daken zijn overwegend voorzien van gebakken pannen. Het kleurgebruik van de gevel-
Aanzichten
wanden is geel. Ook zijn incidenteel gevelwanden wit
De verschijningsvorm van de panden wordt gekarakteri-
gestuukt. De pannen zijn veelal keramisch rood of na-
seerd als typisch ‘eilands’. In dit deel van Hollum zijn de
tuurrood van kleur. Het schilderwerk is veelal in de tradi-
meeste woningen als ‘commandeurswoningen’ te typeren.
tionele kleuren wit en groen uitgevoerd.
Dit type woning beschikt over kenmerken, die overigens per pand op verschillende wijze worden toegepast. Bin-
Diversen
nen het samenhangende beeld, is er aldus toch een be-
De Nederlands Hervormde kerk vormt een karakteristiek
paalde mate van individualiteit te herkennen. Typerend
element binnen het beschermd dorpsgezicht. Het gebouw
voor dit woningtype is de traditionele door gemetselde
wijkt qua hoofdvorm en maat van het algemene bebou-
topgevel met de kenmerkende gevelindeling. In de on-
wingsbeeld af.
derbouw van de voorgevel bevinden zich één tot drie ramen en een deur (met bovenlicht), welke tezamen een
De bijgebouwen zijn verder van de straat gesitueerd en
verticaal karakter aan de gevel geven. In de topgevel
zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw. Qua materiali-
bevindt zich doorgaans een (voormalig) ‘ontspannings-
sering en kleurgebruik sluiten ze aan bij het hoofdgebouw
ruitje’ en een bevoorradingsluik. De zijgevels van de
(dus veelal gele steen en rode dakpannen) of zijn in hout
panden zijn doorgaans van enkele ramen voorzien, hier is
uitgevoerd (bruin of groentinten).
het horizontale karakter als gevolg van de lage gootlijn aanwezig. De meeste woningen beschikken over kenmer-
In principe leent het beschermde dorpsgezicht zich niet
kende details, zoals gevelversiering in de vorm van jaar-
voor het plaatsen van zonnepanelen en –collectoren.
ankers, waterlijst(en), vlechtingen en ontlastingsboogjes.
Maar het kan zijn dat er in specifieke gevallen, waarbij er geen afbreuk ontstaat aan het beschermde dorpsgezicht,
Opmaak
dat er zonnepanelen en –collectoren onder voorwaarden
De gevels van hoofdgebouwen zijn uit gebakken materi-
kunnen worden toegestaan.
aal opgetrokken. Elementen zoals kozijnen, dakgootbe-
23
Waardering
exact kopiëren van de oorspronkelijke dorpsbebouwing
Er wordt veel waarde toegekend aan de ruimtelijke struc-
wordt voorgeschreven, maar meer dat de kenmerken van
tuur van het dorp. De waardevolle elementen zijn de vrije
de bestaande historische bebouwing bij nieuwe ontwer-
erven, de afwisseling tussen bebouwde en onbebouwde
pen in acht genomen moeten worden.
kavels, de situering van de woningen met de topgevels
Het beleid is geconcretiseerd door aan te geven of een
naar de straat, de boerderijen, de boombeplanting aan de
afzonderlijk criterium strikt dient te worden gehand-
Burenlaan en de Oosterlaan en de klinkerverharding ge-
haafd/gerespecteerd (Hr) of dat enige ruimte voor inci-
combineerd met grasbermen. Bovendien is de typische
dentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
verschijningsvorm van de bebouwing vanwege de schoonheid en het karakter daarvan van belangrijke waarde. Deze elementen hebben ertoe bijgedragen dat de oude kern van Hollum is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. In het gebied zijn verschillende panden als rijksmonument aangewezen. Tevens is een groot aantal panden met de kwalificatie “karakteristiek” aangemerkt. Het gaat hier om gemeentelijke monumenten en panden die een structureel bepalende plaats in het straatbeeld en/of een hoge architectonische waarde hebben.
Beleidsintentie Het welstandsbeleid is gericht op het behoud en het ver-
Oud en nieuw zijn bij elkaar gevoegd. Een voorbeeld die niet
sterken van het typisch Amelander ruimtelijk beeld.
voldoet aan het verwachtingsbeeld. Ongelukkige vormgeving,
Eventuele nieuwbouw dient gerealiseerd te worden in
detaillering materiaal en kleur keuze.
overeenstemming met de karakteristieke waarden van het Beschermd Dorpsgezicht. Historiserend bouwen is aldus de algemene beleidslijn. Dit houdt niet in dat het
24
Kenmerkend ruimteprofiel: verharde rijbaan, geflankeerd door openbare groenstroken met typisch eilander bebouwing.
De hoofdvorm is enkelvoudig bestaande uit 1 bouwlaag met kap
Vervangende nieuwbouw
Groen en wit schilderwerk met evt. grijze onderdorpel. Verschillend toegepast kozijn wit raam groen of anders om. Aan de voorzijde origineel latten hekwerk.
Goed voorbeeld van twee soorten bijgebouwen. Aangekapt bijgebouw aflegering (legeweech) en een bijgebouw met zadeldak.
Tussenbouw is niet passend bij de rest van de bebouwing. Links authentieke woning rechts nieuw gebouwde woning in authentieke stijl. Woningen zijn onttrokken en betrokken bij museum.
Welstandscriteria
-
de voorgevels zijn vlak en eenvoudig (topgevel), dus
Bij verbouwing, verandering en/of vervanging en nieuw-
zonder reliëf in de vorm van loggia’s, serres en uitste-
bouw van gebouwen in het beschermde dorpsgezicht
kende balkons. Luifels komen wel voor, maar zijn be-
panden gelden de volgende welstandscriteria:
scheiden van omvang, vlak (geen kapvorm voorzien van pannen) en zoveel mogelijk vrij hangend (geen
Plaatsing -
hoofdgebouwen zijn in een wisselende rooilijn ge-
kollommen) (Hr); -
plaatst (Hr); -
-
hoofdgebouwen zijn overwegend dwars op de openba-
bekroning van de topgevel met een schoorsteen versterkt het beeld (Iw);
-
de indeling van de naar de straat gerichte gevel(s) is
re weg geplaatst (Hr);
overwegend verticaal. Dit betekent dat de hoogte van
hoofdgebouwen zijn in een halfopen tot open bebou-
de gevelopening groter is dan de breedte (Hr);
wingsbeeld geplaatst (Hr).
-
extra aandacht voor architectuur van (hoek)woningen tot uiting komend in een (twee- of) alzijdige oriëntatie
Hoofdvorm -
Hoofdgebouwen bestaan uit één bouwlaag met kap,
op de openbare ruimte (Hr); -
tenzij op grond van het bestemmingsplan anders is toegestaan (Hr); -
-
commandeurswoningen met een status van rijksmonument hebben geen dakkapellen. Dakkapellen op
komen ook voor. Lessenaarskappen en wolfseinden
overige panden hebben een bescheiden formaat (Hr); -
relatieve omvang varieert van klein tot middelgroot (Hr);
-
uitgevoerd (Hr);
de kapvorm is een zadeldak. (Afgeknotte) schilddaken
komen niet voor (Hr); -
dakramen zijn in de juiste verhouding tot het dakvlak
overheaddeuren komen alleen voor op plaatsen waar deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg (Hr);
-
de vormbehandeling is enkelvoudig (Hr)
puien zijn ter vervanging van raamkozijnen en deur toegepast. In die gevallen is de pui passend in de originele maatvoering en indeling van de gevel (Hr);
Aanzichten -
hoofdgebouwen zijn gericht op de straat (Hr);
-
serres aan achterkant passen bij het authentieke karakter van het hoofdgebouw (Hr);
26
-
zonwering is qua afmeting passend bij het pand. Bij
-
voorkeur markiezen (Hr); -
rend in de omgeving. Afzuiginstallaties zijn uit het
Detaillering
zicht c.q. inpandig geplaatst (Iw).
-
de detaillering is traditioneel (Hr);
-
geringe dak overstekken (Iw);
-
bij vervanging van kozijnen wordt de oorspronkelijke
de gevels van de hoofdgebouwen zijn overwegend opgetrokken uit gele baksteen. Incidenteel zijn de ge-
-
alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
ventilatiepijpen zijn qua kleur en materiaal niet sto-
Materiaalgebruik -
Bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is
profilering en detaillering gehandhaafd (Hr); -
nieuwe ramen ten behoeve van isolatieglas komen
vels voorzien van witachtig pleisterwerk (Hr);
voor. De maatvoering van de roeden sluit aan op het
bij hoofdgebouwen worden kozijnen, dakgootbetim-
oorspronkelijke beeld (Hr);
meringen, daklijsten, dakgoten e.d. in hout uitge-
-
gestraalde gevels komen niet voor (Hr);
voerd (dit geldt alleen voor gemeentelijke en rijksmo-
-
gevels hebben een standaard voeg (dus platte voeg,
numenten). Bij karakteristieke panden en overige panden is het gebruik van kunststof, pvc en polyester
eventueel met streep, kleur is grijs of wit (Hr); -
voor dergelijke elementen mogelijk, mits daarbij de
standaard voordeuren ter vervanging van de originele voordeur komen niet voor (Hr);
juiste profilering en detaillering wordt toegepast. Be-
-
langrijk is dat deze overeenkomt met de kenmerken
Kleurgebruik
van hout (Hr);
-
hellende daken (hoofd- en bijgebouw) zijn voorzien van gebakken dakpannen (geen hoogglans). Het ge-
-
geschilderde, anders dan wit gestuukte gevels, komen niet voor (Hr);
-
het kleurgebruik voor de dakpannen is keramisch rood
bruik van nieuwe dakpannen op oude panden is mo-
c.q. natuurrood. In de incidentele gevallen waar zwar-
gelijk, mits passend bij het karakter van het pand
te pannen zijn toegepast, kan dit gehandhaafd blijven
(Hr);
(Hr);
grootschalige zinken en koperen daken worden niet
-
het kleurgebruik van de gevelwanden is geel (Hr);
toegestaan.(Hr)
-
het schilderwerk is in de traditionele kleuren gebroken wit (RAL 9001 of Sikkens 1860) en donkergroen (Ral
27
-
6009 of Sikkens 1036) uitgevoerd en of soortgelijke/
Erfafscheidingen
bijpassende dekkende kleuren. Voor bedrijfspanden
-
kan hiervan worden afgeweken en kunnen de kleuren
lattenhek of ligusterheg) (Iw) Betonschuttingen ko-
RAL 5004 en 3005 worden toegestaan. (Hr).
men niet voor.
Kleurgebruik van afvoerpijpen, ventilatiepijpen, af-
-
zuiginstallaties is RAL 7022 of gelijkwaardig.
Aanbouwen en bijgebouwen -
Toepassing van traditionele erfafscheidingen (zoals
Houten schuttingen hoger dan 1 meter zijn voor de voorgevelrooilijn niet toegestaan (Hr)
Reclame
aanbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de
De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terras-
hoofdmassa, staan op groter afstand van de weg, mi-
sen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
nimaal 3 meter achter de voorgevel van het hoofdge-
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
bouw, en hebben een nokhoogte die minimaal 1 me-
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
ter lager ligt dan die van het hoofdgebouw (Hr). Als
-
-
de aanbouw binnen het bouwvlak voor hoofdgebou-
Zonnepanelen of –collectoren
wen valt moet worden gebouwd binnen het bouwvlak
-
zoals dat in het bestemmingsplan is aangegeven;
vergunningsvrij. Ze zijn toegestaan binnen het be-
materiaal- en kleurgebruik is afgestemd op het hoofd-
schermde dorpsgezicht als wordt voldaan aan de vol-
gebouw (dus veelal geelachtige bakstenen, kerami-
gen criteria. Tevens kan gekeken worden naar de
sche dakpannen kleur natuur rood, hout of qua aan-
eventuele mogelijkheden en aanbevelingen aangege-
gezicht gelijkwaardige materialen (Hr);
ven in de studienota “Zonnestroom en cultureel erf-
in gedekte kleuren (RAL 9001 of Sikkens 1860 en
goed”.
6009 of Sikkens 1036). Voor bijgebouwen bij bedrijfs-
-
panden kan hiervan worden afgeweken en kunnen de kleuren RAL 5004 en 3005 worden toegestaan (Iw) -
Zonnepanelen of –collectoren zijn voor zover niet
dakpannen hebben de kleur keramisch rood c.q. na-
Een zonnepaneel of –collector is een ondergeschikte toevoeging aan een hoofdgebouw (Hr).
-
Een zonnepaneel of –collector is niet zichtbaar vanaf het openbaar gebied (Iw).
tuurrood (Hr).
28
-
De plaatsing van een zonnepaneel of –collector op een aanbouw of bijgebouw heeft de voorkeur boven plaatsing op het hoofdgebouw (Iw).
-
De plaatsing van zonnepanelen of –collectoren is evenwichtig en is afgestemd op het dakvlak waarop ze worden geplaatst (Hr).
-
Op een schuin dakvlak is het zonnepaneel of – collector ondergeschikt binnen dit vlak (Hr).
-
Zonnepanelen uitvoeren in de vorm van dakramen ingelegd in de pannen conform een dakraam (Hr).
-
Op platte daken mag de hellingshoek maximaal 35 graden zijn en de afstand tot de dakrand moet ten minste gelijk zijn aan de hoogte van het zonnepaneel of de collector (Hr).
-
Zonnepanelen of –collectoren worden niet geplaatst op plat afgedekte dakkapellen (Hr).
-
Bij schuine daken vormt een zonnepaneel of –collector één geheel met het dak (Hr).
-
Bij plat afgedekte daken is de draagconstructie zo onopvallend mogelijk vormgegeven (Hr).
-
Een zonnepaneel of –collector en de draagconstructie zijn als één geheel vorm gegeven (Hr).
-
De installatie voor het opslaan van water of voor de opwekking van elektriciteit vindt inpandig plaats (Hr).
-
De kleur van een zonnepaneel of –collector is zwart of donkergrijs (geen hoogglans) (Hr).
29
Achteraf bezien zijn bovenstaande voorbeelden geen aanwinst voor het beschermde dorpsgezicht en waardevol dorpsrandgezicht.
30
DEELGEBIED 1B BESCHERMD
Plaatsing Het bebouwingspatroon kenmerkt zich door overwegend vrijstaande panden in een relatief hoge bebouwingsdichtheid. De percelen zijn ruim en loodrecht op de weg geori-
DORPSGEZICHT BALLUM
enteerd. Er is sprake van een wisselende rooilijn, waardoor de afstand van de voorgevel tot aan de openbare weg varieert. De nokrichting is overwegend oost-west. Plaatselijk is de relatie met het open landschap aanwezig.
Gebiedsbeschrijving
Dit is met name aan de westkant van de Camminghastraat het geval. Elders is deze relatie als gevolg van
Ruimte
de plaatsing van bijgebouwen en de erfbeplanting minder
De ruimtelijke structuur van het beschermde dorpsge-
sterk.
zicht van Ballum wordt hoofdzakelijk bepaald door de Camminghastraat met zijstraten, de Nesserweg en de
Hoofdvorm
Gerrit Kosterweg. Het profiel van met name de Cam-
De bebouwing heeft hoofdzakelijk een agrarisch karakter.
minghastraat wordt gekenmerkt door een verharde rij-
Tussen de boerderijen zijn ook vrijstaande woningen
baan van geringe breedte, vrijwel overal geflankeerd door
geplaatst. De boerderijen hebben een overwegend grote
openbare groenstroken van gras en boombeplanting.
afmeting, terwijl de woningen een kleine of nokhoogten
Langs deze straten is bebouwing met overwegend een
zijn gevarieerd. Het meest voorkomende daktype is het
agrarisch karakter in een vrij willekeurig patroon gerang-
zadeldak.
schikt.
31
Typisch zijn de aanbouwen, die een lagere goot hebben
details, zoals gevelversiering in de vorm van jaarankers,
dan het hoofdgebouw zelf, waardoor een geknikte dak-
waterlijst(en), vlechtingen en ontlastingsboogjes.
vorm ontstaat. De luidtoren, de Nederlands Hervormde en de Doopsge-
Opmaak
zinde kerk wijken qua hoofdvorm en maat af van het
De gevels van hoofdgebouwen zijn uit gebakken materi-
algemene bebouwingsbeeld.
aal opgetrokken. Elementen zoals kozijnen, dakgootbetimmeringen, boeiborden, daklijsten, deuren et cetera
Aanzichten
zijn van hout. De hellende daken zijn overwegend voor-
De verschijningsvorm van de panden wordt gekarakteri-
zien van gebakken pannen. Het kleurgebruik van de ge-
seerd als typisch ‘eilands’. De bebouwing aan de Cam-
velwanden is geel. De pannen zijn veelal rood van kleur.
minghastraat en de Baron Rengersweg wordt gekenmerkt
Het schilderwerk is veelal in de traditionele kleuren wit en
door topgevels. Langs de Nesserweg en de Gerrit Koster-
groen uitgevoerd.
weg zijn zowel langs gevels als topgevels aanwezig. De wisseling in goothoogte speelt een belangrijke rol in de
Diversen
beleving van deze straten. In dit deel van Ballum zijn
De bijgebouwen zijn verder van de straat gesitueerd en
naast de boerderijen ook enkele ‘commandeurswoningen’
zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw. Qua materiali-
aanwezig. Dit type woning beschikt over specifieke ken-
sering en kleurgebruik sluiten ze aan bij het hoofdgebouw
merken, die overigens per pand op verschillende wijze
(dus veelal gele steen en keramisch rode of natuurrode
worden toegepast. Typerend voor dit woningtype is de
dakpannen) of zijn in hout uitgevoerd (bruin of groentin-
traditionele doorgemetselde topgevel met de kenmerken-
ten).
de gevelindeling. In de onderbouw van de voorgevel
De groenstructuur geeft het gebied, en met name de
bevinden zich één tot drie ramen en een deur (met bo-
Camminghastraat, een heel eigen karakter.
venlicht), welke tezamen een verticaal karakter aan de gevel geven. In de topgevel bevindt zich doorgaans een
In principe leent het beschermde dorpsgezicht zich niet
(voormalig) ‘ontspanningsruitje’ en een bevoorradings-
voor het plaatsen van zonnepanelen en –collectoren.
luik. De meeste woningen beschikken over kenmerkende
Maar het kan zijn dat er in specifieke gevallen, waarbij er geen afbreuk ontstaat aan het beschermde dorpsgezicht,
32
dat er zonnepanelen en –collectoren onder voorwaarden
Dit houdt niet in dat het exact kopiëren van de oorspron-
kunnen worden toegestaan.
kelijke dorpsbebouwing wordt voorgeschreven, maar meer dat de kenmerken van de bestaande historische
Waardering
bebouwing bij nieuwe ontwerpen in acht genomen moe-
Er wordt veel waarde toegekend aan de ruimtelijke struc-
ten worden. Het beleid is geconcretiseerd door aan te
tuur van Ballum. De waardevolle elementen zijn de over-
geven of een afzonderlijk criterium strikt dient te worden
wegend agrarische karakter van de bebouwing, de afwis-
gehandhaafd/gerespecteerd (Hr) of dat enige ruimte voor
seling van bebouwde en onbebouwde stroken, de aanwe-
incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
zigheid van een aantal “eilander huizen’ en het voorkomen van de typische aanbouwen en de dominante groenstructuur. In het gebied zijn verschillende panden als rijksmonument aangewezen. Tevens is een groot aantal panden aangemerkt als architectonisch bepalend en/of structureel bepalend. Het gaat hier om gemeentelijke monumenten en panden die een structureel bepalende plaats in het straatbeeld en/of een hoge architectonische waarde hebben.
Beleidsintentie Het welstandsbeleid in het beschermde dorpsgezicht van Ballum is gericht op het behoud en het versterken van het typisch Amelander ruimtelijk beeld. Eventuele nieuwbouw dient gerealiseerd te worden in overeenstemming met de karakteristieke waarden van het beschermd dorpsgezicht. Historiserend bouwen is aldus de algemene beleidslijn.
33
Kenmerkende ruimteprofielen: verharde rijbaan geflankeerd door groenstroken, met daarlangs typisch eilander bebouwing.
Er is sprake van een wisselende rooilijn.
Hellende daken zijn veelal voorzien van dakpannen in de kleur keramisch rood of natuurrood.
Goed voorbeeld van nieuwbouw woningen waarbij kenmerken van de bestaande historische bebouwing in het ontwerp verwerkt zijn.
Een van de vele rijksmonumenten en beeldbepalende panden en gebouwen. Kenmerkend zijn de toepassing van de Friese gele kleinsteen en de keramisch rode dakpannen. De toren is voorzien van de originele grijze Friese dakpan.
Modern en eigentijds gecombineerd met authentiek.
34
Welstandscriteria
-
de voorgevels zijn vlak en eenvoudig, dus zonder
Bij verbouwing, verandering en/of vervanging en nieuw-
reliëf in de vorm van loggia’s, serres en uitstekende
bouw van gebouwen in het beschermde dorpsgezicht van
balkons. Luifels komen wel voor, maar zijn bescheiden
Ballum gelden de volgende welstandscriteria:
van omvang, vlak (geen kapvorm voorzien van pannen) en zoveel mogelijk vrij hangend (geen kolom-
Plaatsing -
hoofdgebouwen zijn in een wisselende rooilijn ge-
men) (Hr); -
plaatst (Hr); -
-
hoofdgebouwen zijn overwegend dwars op de openba-
bekroning van de topgevel met een schoorsteen versterkt het beeld (Iw);
-
de indeling van de naar de straat gerichte gevel(s) is
re weg geplaatst (Hr);
overwegend verticaal. Dit betekent dat de hoogte van
hoofdgebouwen zijn in een halfopen bebouwingsbeeld
de gevelopening groter is dan de breedte (Hr);
geplaatst (Hr).
-
extra aandacht voor architectuur van (hoek)woningen tot uiting komend in een (twee- of) alzijdige oriëntatie
Hoofdvorm -
Hoofdgebouwen bestaan uit één bouwlaag met kap,
op de openbare ruimte (Hr); -
tenzij op grond van het bestemmingsplan anders is toegestaan (Hr); -
-
commandeurswoningen met een status van rijksmonument hebben geen dakkapellen. Dakkapellen op
komen ook voor (Hr). Lessenaarskappen en wolfsein-
overige panden hebben een bescheiden formaat (Hr); -
de relatieve omvang varieert per pand van klein tot middelgroot (Hr);
-
uitgevoerd (Hr);
de kapvorm is een zadeldak. (Afgeknotte) schilddaken
den komen niet voor (Hr); -
dakramen zijn in de juiste verhouding tot het dakvlak
overheaddeuren komen alleen voor op plaatsen waar deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg (Hr);
-
de vormbehandeling is enkelvoudig (Hr);
puien zijn ter vervanging van raamkozijnen en deur toegepast. In die gevallen is de pui passend in de originele maatvoering en indeling van de gevel (Hr);
Aanzichten -
hoofdgebouwen zijn gericht op de straat (Hr);
-
zowel langsgevels als topgevels komen voor (Hr);
-
serres aan achterkant passen bij het authentieke karakter van het hoofdgebouw (Hr);
35
-
zonwering is qua afmeting passend bij het pand. Bij
-
voorkeur markiezen (Hr); -
rend in de omgeving. Afzuiginstallaties zijn uit het
Detaillering
zicht c.q. inpandig geplaatst (Iw).
-
de detaillering is traditioneel (Hr);
-
geringe dak overstekken (Iw);
-
bij vervanging van kozijnen wordt de oorspronkelijke
de gevels van de hoofdgebouwen zijn overwegend opgetrokken uit gele baksteen. Incidenteel zijn de ge-
-
alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
ventilatiepijpen zijn qua kleur en materiaal niet sto-
Materiaalgebruik -
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is
profilering en detaillering gehandhaafd (Hr); -
nieuwe ramen ten behoeve van isolatieglas komen
vels voorzien van witachtig pleisterwerk (Hr);
voor. De maatvoering van de roeden sluit aan op het
bij hoofdgebouwen worden kozijnen, dakgootbetim-
oorspronkelijke beeld (Hr);
meringen, daklijsten, dakgoten e.d. in hout uitge-
-
gestraalde gevels komen niet voor (Hr);
voerd (dit geldt alleen voor gemeentelijke en rijksmo-
-
gevels hebben een standaard voeg (dus platte voeg,
numenten). Bij karakteristieke panden en overige panden is het gebruik van kunststof, pvc en polyester
eventueel met streep, kleur is grijs of wit (Hr); -
voor dergelijke elementen mogelijk, mits daarbij de
standaard voordeuren ter vervanging van de originele voordeur komen niet voor (Hr);
juiste profilering en detaillering wordt toegepast. Be-
-
-
langrijk is dat deze overeenkomt met de kenmerken
Kleurgebruik
van hout (Hr);
-
hellende daken (hoofd- en bijgebouw) zijn voorzien
geschilderde, anders dat wit gestuukte gevels komen niet voor (Hr);
van gebakken dakpannen (geen hoogglans). Het ge-
-
het kleurgebruik van de gevelwanden is geel (Hr);
bruik van nieuwe dakpannen op oude panden is mo-
-
het kleurgebruik voor de dakpannen is keramisch rood
gelijk, mits passend bij het karakter van het pand
c.q. natuurrood. In de incidentele gevallen waar zwar-
(Hr).
te pannen zijn toegepast, kan dit gehandhaafd blijven
grootschalige zinken en koperen daken worden niet
(Hr);
toegestaan. (Hr).
-
het schilderwerk is in de traditionele kleuren gebroken wit (RAL 9001 of Sikkens 1860) en donkergroen en
36
(RAL 6009 of Sikkens 1036) uitgevoerd of soortgelij-
Erfafscheidingen
ke/ bijpassende kleuren. Voor bedrijfspanden kan
Toepassing van traditionele erfafscheidingen (zoals lat-
hiervan worden afgeweken en kunnen de kleuren RAL
tenhek of ligusterheg) (Iw) Betonschuttingen komen
5004 en 3005 worden toegestaan. (Hr).
niet voor. -
Aanbouwen en bijgebouwen -
Houten schuttingen hoger dan 1 meter zijn voor de voorgevelrooilijn niet toegestaan (Hr)
aanbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa, staan op groter afstand van de weg, mi-
Reclame
nimaal 3 meter achter de voorgevel van het hoofdge-
De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terras-
bouw, en hebben een nokhoogte die minimaal 1 me-
sen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
ter lager ligt dan die van het hoofdgebouw (Hr). Als
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
de aanbouw binnen het bouwvlak voor hoofdgebou-
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
wen valt moet worden gebouwd binnen het bouwvlak
-
-
zoals dat in het bestemmingsplan is aangegeven;
Zonnepanelen of –collectoren
materiaal- en kleurgebruik is afgestemd op het hoofd-
-
gebouw (dus veelal geelachtige bakstenen, kerami-
vergunningsvrij. Ze zijn toegestaan binnen het be-
sche dakpannen kleur natuur rood, hout of qua aan-
schermde dorpsgezicht als wordt voldaan aan de vol-
gezicht gelijkwaardige materialen (Hr);
gen criteria. Tevens kan gekeken worden naar de
in gedekte kleuren (RAL 9001 of Sikkens 1860 en
eventuele mogelijkheden en aanbevelingen aangege-
6009 of Sikkens 1036). Voor bijgebouwen bij bedrijfs-
ven in de studienota “Zonnestroom en cultureel erf-
panden kan hiervan worden afgeweken en kunnen de
goed”.
kleuren RAL 5004 en 3005 worden toegestaan (Iw); -
Zonnepanelen of –collectoren zijn voor zover niet
-
dakpannen zijn keramisch rood c.q. natuurrood (Hr).
Een zonnepaneel of –collector is een ondergeschikte toevoeging aan een hoofdgebouw (Hr).
-
Een zonnepaneel of –collector is niet zichtbaar vanaf het openbaar gebied (Iw).
37
-
De plaatsing van een zonnepaneel of –collector op een aanbouw of bijgebouw heeft de voorkeur boven plaatsing op het hoofdgebouw (Iw).
-
De plaatsing van zonnepanelen of –collectoren is evenwichtig en is afgestemd op het dakvlak waarop ze worden geplaatst (Hr).
-
Op een schuin dakvlak is het zonnepaneel of – collector ondergeschikt binnen dit vlak (Hr).
-
Zonnepanelen uitvoeren in de vorm van dakramen ingelegd in de pannen conform een dakraam (Hr).
-
Op platte daken mag de hellingshoek maximaal 35 graden zijn en de afstand tot de dakrand moet ten minste gelijk zijn aan de hoogte van het zonnepaneel of de collector (Hr).
-
Zonnepanelen of –collectoren worden niet geplaatst op plat afgedekte dakkapellen (Hr).
-
Bij schuine daken vormt een zonnepaneel of –collector één geheel met het dak (Hr).
-
Bij plat afgedekte daken is de draagconstructie zo onopvallend mogelijk vormgegeven (Hr).
-
Een zonnepaneel of –collector en de draagconstructie zijn als één geheel vorm gegeven (Hr).
-
De installatie voor het opslaan van water of voor de opwekking van elektriciteit vindt inpandig plaats (Hr).
-
De kleur van een zonnepaneel of –collector is zwart of donkergrijs (geen hoogglans) (Hr).
38
DEELGEBIED 1C BESCHERMD DORPSGEZICHT NES
merkt zich verder door een veelheid aan luifels, terrassen, straatmeubilair en reclame-uitingen. In overige genoemde straten is het beeld iets rustiger, omdat hier de woonfunctie meer aanwezig is.
Plaatsing Het bebouwingspatroon kenmerkt zich door overwegend vrijstaande panden in een relatief hoge bebouwingsdichtheid. De percelen zijn ruim en loodrecht op de weg geori-
Gebiedsbeschrijving
enteerd. Er is sprake van een wisselende rooilijn, waardoor de afstand van de voorgevel tot aan de openbare
Ruimte
weg varieert. De panden zijn met de nok veelal dwars op
De ruimtelijke structuur van het beschermde dorpsge-
de openbare weg georiënteerd; plaatselijk komen ook
zicht van Nes wordt bepaald door de Van Heeckeren-
panden voor die met de zijgevel op de weg zijn gericht.
straat, de Burgemeester Waldastraat en enkele zuidoostnoordwest lopende wegen, zoals de Reeweg, Rixt van
Hoofdvorm
Doniastraat en de Torenstraat / Torenhoogte. Het ruimte-
De hoofdvorm van de bebouwing is doorgaans eenvoudig
lijk beeld van deze straten is onregelmatig als gevolg van
en bestaat uit 1 of 2 bouwlagen met kap. Zowel het za-
de sterke wisselingen in het ruimteprofiel, een grote
deldak, het schilddak en het afgeknotte schilddak komt
verscheidenheid van de inrichting van het openbare ge-
voor (zie voor specifieke informatie in bijlage 1 van
bied en de voorterreinen en de afstand van de bebouwing
het bestemmingsplan Nes). Panden met een bijzondere
tot de weg. De Van Heeckerenstraat is vanwege de aan-
functie, zoals de kerk, wijken qua maat en hoofdvorm af.
wezigheid van de vele winkels en de horecafunctie het economische centrum van Nes. Deze functies hebben er
Aanzichten
toe geleid dat met name dit gebied als gevolg van de
De oorspronkelijke verschijningsvorm van de panden
veelal bestrate voorterreinen een sterk versteend ka-
wordt gekarakteriseerd als typisch ‘eilands’. Bij de pan-
rakter heeft. De inrichting van de openbare ruimte ken-
39
den met een horeca- of winkelfunctie is dit karakter niet
functie elementen, zoals reclame-uitingen en luifels, aan
altijd met herkenbaar als gevolg van de toevoegingen
het pand toegevoegd. Deze verschillen per pand qua
aan de gevel. Plaatselijk komen panden voor die als
afmeting, materiaal- en kleurgebruik.
‘commandeurswoningen’ getypeerd kunnen worden Dit type woning beschikt over specifieke kenmerken, die overigens per pand op verschillende wijze worden. toege-
Diversen
past. Typerend voor dit woningtype is de traditionele
De bijgebouwen zijn verder van de straat gesitueerd en
doorgemetselde topgevel met de kenmerkende gevelin-
zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw. Qua materiali-
deling. In de onderbouw van de voorgevel bevinden zich
sering en kleurgebruik sluiten ze aan bij het hoofdgebouw
één tot drie ramen en een deur (met bovenlicht), welke
(dus veelal gele steen en keramisch rode of natuurrode
tezamen een verticaal karakter aan de gevel geven. In de
dakpannen) of zijn in hout uitgevoerd (bruin of groentin-
topgevel bevindt zich doorgaans een (voormalig) ‘ont-
ten). In principe leent het beschermde dorpsgezicht zich
spanningsruitje’ en een bevoorradingsluik. De meeste
niet voor het plaatsen van zonnepanelen en –collectoren.
woningen beschikken over kenmerkende details, zoals
Maar het kan zijn dat er in specifieke gevallen, waarbij er
gevelversiering in de vorm van jaarankers, waterlijst(en),
geen afbreuk ontstaat aan het beschermde dorpsgezicht,
vlechtingen en ontlastingsboogjes.
dat er zonnepanelen en –collectoren onder voorwaarden kunnen worden toegestaan.
Opmaak De gevels van hoofdgebouwen zijn uit gebakken materiaal opgetrokken. Elementen zoals kozijnen, dakgootbetimmeringen, boeiborden, daklijsten, deuren, winkelpuien etc. zijn van hout, maar ook van kunststof. De hellende daken zijn overwegend voorzien van gebakken pannen. Het kleurgebruik van de gevelwanden is geel. De pannen zijn veelal keramisch rood of natuurrood van kleur. Het schilderwerk is veelal in de traditionele kleuren wit en groen uitgevoerd. Ten behoeve van de winkel- en horeca-
40
Waardering
door aan te geven of een afzonderlijk criterium strikt
Het gebied is aangewezen als beschermd dorpsgezicht
dient te worden gehandhaafd/ gerespecteerd (Hr) of dat
vanwege de gaaf gebleven structuur én de samenhang
enige ruimte voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig
van openbare ruimten en van karakteristieke bebouwing.
is.
In het gebied is een aantal panden aanwezen als rijksmonument. Daarnaast is een groot aantal panden met de kwalificatie ‘karakteristiek’ aangeduid. De karakteristieke panden zijn ofwel gemeentelijke monumenten ofwel panden die een structureel bepalende plaats in het straatbeeld en/of een hoge architectonische waarde kennen. Ter plaatse van de centrumvoorzieningen (met name Reeweg) is het ruimtelijk beeld rommelig als gevolg van de grote hoeveelheden winkel attributen en reclameuitingen.
Beleidsintentie Het welstandsbeleid in het beschermde dorpsgezicht van Nes is gericht op het behoud en het versterken van het typisch Amelander ruimtelijk beeld. Eventuele nieuwbouw dient gerealiseerd te worden in overeenstemming met de karakteristieke waarden van het beschermd dorpsgezicht. Historiserend bouwen is aldus de algemene beleidslijn. Dit houdt niet in dat het exact kopiëren van de oorspronkelijke dorpsbebouwing wordt voorgeschreven, maar meer dat de kenmerken van de bestaande historische bebouwing bij nieuwe ontwerpen in acht genomen moeten worden. Het beleid is geconcretiseerd
41
Winkelpand binnen het beschermd dorpsgezicht Nes.
Rixt van Doniastraat.
Monumentaal pand.
Winkel in rijksmonument.
Historiserend gebouwd pand naast authentiek pand.
Beeldbepalend pand met eigentijdse uitbreiding.
42
Welstandscriteria
-
de voorgevels van woningen zijn vlak en eenvoudig,
Bij verbouwing, verandering en/of vervanging en nieuw-
dus zonder reliëf in de vorm van loggia’s, serres en
bouw van gebouwen in het beschermde dorpsgezicht van
uitstekende balkons;
Nes gelden de volgende welstandscriteria:
-
bij panden met een winkelfunctie zijn toevoegingen (zoals een luifel) aan de voorgevel aangebracht. Lui-
Plaatsing -
-
fels zijn bescheiden van omvang, vlak (geen kapvorm
hoofdgebouwen zijn in een wisselende rooilijn ge-
voorzien van pannen) en zoveel mogelijk vrijhangend
plaatst (Hr);
(geen kolommen) (Hr);
hoofdgebouwen zijn overwegend dwars op de openba-
-
re weg geplaatst (Hr); -
hoofdgebouwen zijn in een halfopen tot gesloten be-
bekroning van de topgevel met een schoorsteen versterkt het beeld (Iw);
-
bouwingsbeeld geplaatst (Hr).
de indeling van de naar de straat gerichte gevel(s) is overwegend verticaal. Dit betekent dat de hoogte van de gevelopening groter is dan de breedte (Hr);
Hoofdvorm -
tot uiting komend in een (twee- of) alzijdige oriëntatie
tenzij op grond van het bestemmingsplan anders is
op de openbare ruimte (Hr); dakramen zijn in de juiste verhouding tot het dakvlak uitgevoerd (Hr); -
commandeurswoningen met een status van rijksmo-
komen bijna niet voor (Hr);
nument hebben geen dakkapellen. Dakkapellen op
de relatieve omvang varieert per pand van klein tot
overige panden hebben een bescheiden formaat (Hr);
middelgroot (Hr); -
-
de kapvorm is overwegend een zadeldak of een (afgeknot) schilddak. Lessenaarskappen en wolfseinden
-
extra aandacht voor architectuur van (hoek)woningen
Hoofdgebouwen bestaan uit één bouwlaag met kap,
toegestaan (Hr); -
-
-
de vormbehandeling is enkelvoudig (Hr);
deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg (Hr); -
Aanzichten -
hoofdgebouwen zijn gericht op de straat (Hr);
-
zowel langs gevels als topgevels komen voor (Hr);
overheaddeuren komen alleen voor op plaatsen waar
puien zijn ter vervanging van raamkozijnen en deur toegepast. In die gevallen is de pui passend in de originele maatvoering en indeling van de gevel (Hr);
43
-
serres aan achterkant passen bij het authentieke
-
karakter van het hoofdgebouw (Hr); -
zonwering is qua afmeting passend bij het pand. Bij
toegestaan voor (Hr) -
voorkeur markiezen (Hr); -
alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
storend zijn in de omgeving. Afzuiginstallaties zijn uit
Detaillering
het zicht c.q. inpandig geplaatst (Iw).
-
de detaillering is traditioneel (Hr);
-
geringe dak overstekken (Iw);
-
bij vervanging van kozijnen wordt de oorspronkelijke
de gevels van de hoofdgebouwen zijn overwegend opgetrokken uit gele baksteen. Incidenteel zijn de ge-
-
profilering en detaillering gehandhaafd (Hr); -
nieuwe ramen ten behoeve van isolatieglas komen
vels voorzien van witachtig pleisterwerk (Hr);
voor. De maatvoering van de roeden sluit aan op het
bij hoofdgebouwen worden kozijnen, dakgootbetim-
oorspronkelijke beeld (Hr);
meringen, daklijsten, dakgoten e.d. in hout uitge-
-
gestraalde gevels komen niet voor (Hr);
voerd (dit geldt alleen voor gemeentelijke en rijksmo-
-
gevels hebben een standaard voeg (dus platte voeg,
numenten) (Hr); -
Bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is
ventilatiepijpen moeten qua kleur en materiaal niet
Materiaalgebruik -
grootschalige zinken en koperen daken worden niet
bij karakteristieke panden en overige panden is het
eventueel met streep, kleur is grijs of wit (Hr); -
gebruik van kunststof, pvc en polyester voor dergelij-
standaard voordeuren ter vervanging van de originele voordeur komen niet voor (Hr);
ke elementen mogelijk, mits daarbij de juiste profile-
-
ring en detaillering wordt toegepast. Belangrijk is dat
Kleurgebruik
het overeenkomt met de kenmerken van hout (Hr);
-
hellende daken (hoofd- en bijgebouw) zijn voorzien
geschilderde, anders dan wit gestucte gevels komen niet voor (Hr);
van gebakken dakpannen (geen hoogglans). Het ge-
-
het kleurgebruik van de gevelwanden is geel (Hr);
bruik van nieuwe dakpannen op oude panden is mo-
-
het kleurgebruik voor de dakpannen is keramisch rood
gelijk, mits passend bij het karakter van het pand
c.q. natuurrood. In de incidentele gevallen waar zwar-
(Hr).
te pannen zijn toegepast, kan dit gehandhaafd blijven (Hr);
44
-
het schilderwerk is in de traditionele kleuren gebroken
-
wit (RAL 9001 of Sikkens 1860) en donkergroen (RAL
houten schuttingen hoger dan 1 meter zijn voor de voorgevelrooilijn niet toegestaan (Hr).
6009 of Sikkens 1036) uitgevoerd of soortgelijke/ bijpassende dekkende kleuren. Voor bedrijfspanden kan
Reclame
hiervan worden afgeweken en kunnen de kleuren RAL
De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terras-
5004 en 3005 worden toegestaan (Hr).
sen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2 (Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
Aanbouwen en bijgebouwen -
-
-
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
aanbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa, staan op groter afstand van de weg, mi-
Zonnepanelen of –collectoren
nimaal 3 meter achter de voorgevel van het hoofdge-
-
bouw, en hebben een nokhoogte die minimaal 1 me-
vergunningsvrij. Ze zijn toegestaan binnen het be-
ter lager ligt dan die van het hoofdgebouw (Hr);
schermde dorpsgezicht als wordt voldaan aan de vol-
materiaal- en kleurgebruik is afgestemd op het hoofd-
gen criteria. Tevens kan gekeken worden naar de
gebouw (dus veelal geelachtige bakstenen, kerami-
eventuele mogelijkheden en aanbevelingen aangege-
sche dakpannen kleur natuur rood, hout of qua aan-
ven in de studienota “Zonnestroom en cultureel erf-
gezicht gelijkwaardige materialen (Hr);
goed”.
in gedekte kleuren (RAL 9001 of Sikkens 1860 en
-
6009 of Sikkens 1036). Voor bijgebouwen bij bedrijfspanden kan hiervan worden afgeweken en kunnen de
dakpannen zijn keramisch rood c.q. natuurrood (Hr).
Een zonnepaneel of –collector is een ondergeschikte toevoeging aan een hoofdgebouw (Hr).
-
kleuren RAL 5004 en 3005 worden toegestaan (Iw); -
Zonnepanelen of –collectoren zijn voor zover niet
Een zonnepaneel of –collector is niet zichtbaar vanaf het openbaar gebied (Iw).
-
De plaatsing van een zonnepaneel of –collector op een aanbouw of bijgebouw heeft de voorkeur boven plaat-
Erfafscheidingen -
toepassing van traditionele erfafscheidingen (zoals
sing op het hoofdgebouw (Iw). -
De plaatsing van zonnepanelen of –collectoren is
lattenhek of ligusterheg) (Iv). Betonschuttingen ko-
evenwichtig en is afgestemd op het dakvlak waarop
men niet voor;
ze worden geplaatst (Hr).
45
-
Op een schuin dakvlak is het zonnepaneel of – collector ondergeschikt binnen dit vlak (Hr).
-
Zonnepanelen uitvoeren in de vorm van dakramen ingelegd in de pannen conform een dakraam (Hr).
-
Op platte daken mag de hellingshoek maximaal 35 graden zijn en de afstand tot de dakrand moet ten minste gelijk zijn aan de hoogte van het zonnepaneel of de collector (Hr).
-
Zonnepanelen of –collectoren worden niet geplaatst op plat afgedekte dakkapellen (Hr).
-
Bij schuine daken vormt een zonnepaneel of –collector één geheel met het dak (Hr).
-
Bij plat afgedekte daken is de draagconstructie zo onopvallend mogelijk vormgegeven (Hr).
-
Een zonnepaneel of –collector en de draagconstructie zijn als één geheel vorm gegeven (Hr).
-
De installatie voor het opslaan van water of voor de opwekking van elektriciteit vindt inpandig plaats (Hr).
-
De kleur van een zonnepaneel of –collector is zwart of donkergrijs (geen hoogglans) (Hr).
46
DEELGEBIED 2 OUDE KERN
markten. Tot slot is ook sprake van enkele publieke gebouwen zoals de Rooms Katholieke kerk en De Toel in Nes.
Plaatsing Gebouwen staan soms in een rooilijn, maar meestal verspringend ten opzichte van elkaar en op een wisselende Gebiedsbeschrijving
afstand tot de weg. Incidenteel staan panden zelfs zeer dicht op de weg met als gevolg een ‘poortwerking’ nabij
Ruimte De oudere dorpsdelen die niet behoren tot één van de Beschermde Dorpsgezichten vallen onder dit deelgebied. Naast de kern Buren gaat het hoofdzakelijk om de bebouwing langs de oorspronkelijke ontsluitingswegen door de dorpen. Ook het oudste deel van het dorp Hollum (‘winkelgebied’ omgeving Zwaneplein) en de Kooiplaats vallen binnen dit gebied. Van oudsher heeft de bebouwing in deze gebieden een open karakter, waarbij later vaak
enkele dorpsentrees (Ballum en Buren oostzijde). Woningen zijn meestal vrijstaand gebouwd, incidenteel halfvrijstaand. Daarmee is sprake van een halfopen bebouwingsbeeld, dichtbij het dorpscentrum soms meer gesloten en in de dorpsrand meestal open tot zeer open. De richting van de panden (nok) is meestal haaks op de straat voor vrijstaande woningen en wisselend voor overige panden. Boerderijen staan haaks en evenwijdig aan de weg.
sprake is geweest van een verdere verdichting. Kenmerkend voor de grootste delen van de oude kern is dan ook de aanwezigheid van zowel oude bebouwing uit de 18e, 19e en begin 20e eeuw, maar ook uit de 2e helft van de vorige eeuw. Hiermee samenhangend komen uiteenlopende typen bebouwing voor: boerderijen, commandeurswoningen maar ook moderne woningen, en uiteenlopende functies: zowel wonen, winkels en horeca, maar ook een enkel kantoor- of bedrijfspand en enkele super-
Hoofdvorm Hoofdgebouwen bestaan uit één of twee bouwlagen met een kap. Met name in de dorpscentra van Hollum, Nes en Buren komen incidenteel grote gebouwen voor in twee lagen met een kap (zoals De Zwaan, de bebouwing aan de zuidwestzijde van de Reeweg in Nes en hotel De Klok). Ook woningen uit de jaren 50/60 zijn vaak gebouwd in twee lagen met kap. De oudere bebouwing en boerderijen
47
bestaan altijd uit één laag met kap. De kap bestaat
roeden verdeling in de ramen, waterlijsten en schoorste-
meestal uit een zadeldak of een schilddak. Daarmee is de
nen) of eigentijdse interpretaties hiervan.
vormhandeling kantig tot hoofdzakelijk kantig. De massaopbouw is vaak enkelvoudig, maar ook wel samenge-
Waardering
steld. De omvang van gebouwen varieert van klein (oude
Er is veel waardering voor de variatie in de bebouwing,
woningen) tot groot (boerderijen, hotels, kerk).
waarbij een evenwicht tussen samenhang en individuali-
Bijgebouwen hebben meestal een ondergeschikte plaats
teit is bereikt. Met name de oudere delen zoals het oud-
in het straatbeeld.
ste deel van Hollum (omgeving Zwaneplein) kenmerken zich door het authentieke karakter. Sommige delen met
Aanzichten
veel naoorlogse bouw ogen minder karakteristiek. Hier
Woningen hebben een individueel karakter. Projectmatige
vormen bijvoorbeeld halfvrijstaande naoorlogse woningen
bouw komt nauwelijks voor. De woningen zijn altijd ge-
in twee lagen met kap, de toepassing van wolfseinden of
richt op de straat met meestal een traditionele geleding.
fel kleurgebruik een verstoring ten opzichte van de oor-
De compositie is wisselend, van traditioneel voor oude
spronkelijke bebouwingskarakteristieken van de dorpen.
woningen tot enkele woningen met een eigentijdse com-
Ook waar voor zowel de gevels als de daken afwijkende
positie.
kleuren en soms materialen zijn gebruikt (bijvoorbeeld een grauwe antraciet of bruine betonpan) is de aanslui-
Opmaak
ting op de ‘Amelander karakteristiek’ afwezig.
Gevels zijn opgebouwd uit metselwerk, in meestal een gele steen. Incidenteel is sprake van houten gevelvlakken
Beleidsintentie
en/of topgevels. Daken zijn gedekt met dakpannen, zo-
Het beleid is gericht op het behoud en waar mogelijk
wel gebakken pannen als betonpannen. De overheersen-
versterking van het bebouwingsbeeld, aansluitend op de
de kleur daarvan is keramisch rood/natuurrood, maar ook
oorspronkelijke dorpskarakteristieken. De kenmerken
zwarte of bruine pannen komen voor. Schilderwerk is
zoals verwoord in het Beeldambitieplan gelden daarbij als
meestal wit en groen. Hoofdgebouwen kennen vaak een
uitgangspunt. Het beleid is geconcretiseerd door aan te
sobere detaillering. In een aantal panden is sprake van
geven of een afzonderlijk criterium strikt dient te worden
traditionele (soms ‘Amelander’) details (zoals gootlijsten,
gehandhaafd/gerespecteerd (Hr), of dat enige ruimte
48
voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
49
Incidenteel komen gebouwen voor die opgebouwd zijn uit
Woningen met eerste verdieping onder de kap (goothoogte
twee lagen met kap.
van 3m).
Woningen in een gestaffelde rooilijn.
Ook (voormalige) boerderijen komen in de oude kernen voor.
50
Welstandscriteria
Plaatsing -
er is sprake van een halfopen tot open bebouwings-
sprake van een samengesteld volume (Hr);
Aanzichten -
beeld (Iw); -
in de dorpscentra incidenteel sprake van een gesloten
ruimte (Hr); -
bebouwingsbeeld (Hr); -
woningen staan verspringend ten opzichte van de weg
de richting van de kap is wisselend, woningen staan
er is sprake van individuele woningontwerpen, waarbij de compositie en geleding variëren (Hr);
-
(geen strakke rooilijn) (Iw); -
hoofdgebouwen zijn gericht op de openbare straat-
voorgevels zijn vlak, zonder veel reliëf in de vorm van loggia’s, erkers of uitstekende balkons (Iw);
-
meestal haaks op de weg (Iw).
luifels bij winkels of horecapanden zijn bescheiden van omvang, vlak (geen kapvorm voorzien van pannen) en zoveel mogelijk vrij hangend (geen kolom-
Hoofdvorm -
-
hoofdgebouwen bestaan uit één bouwlaag met kap,
men) (Hr); -
zowel plat afgedekte als aangesleepte dakkapellen
tenzij op grond van het bestemmingsplan anders is
komen voor. De omvang van dakkapellen is in een
toegestaan (Hr);
juiste verhouding tot het dakvlak (Hr);
hoofdgebouwen zijn klein of middelgroot van omvang
-
in hoeksituaties is extra aandacht voor architectuur
(Iw);
tot uiting komend in een tweezijdige oriëntatie op de
-
boerderijen zijn groot van omvang (Iw);
openbare ruimte (Hr);
-
de kap bestaat uit een zadeldak of (afgeknot) schild-
-
dak (Iw); -
bouwen (Iw).
lessenaarskappen en wolfseinden komen niet voor (Hr);
-
incidenteel is sprake van alzijdig georiënteerde ge-
Opmaak
de vormbehandeling is kantig tot hoofdzakelijk kantig (Iw);
-
de massa-opbouw is enkelvoudig (Iw);
-
op daartoe geëigende plekken, zoals straathoeken, is
Hoofdgebouwen: -
gevels zijn opgebouwd uit metselwerk (gele steen) (Hr);
-
eventueel worden gevels gedeeltelijk voorzien van
51
houten gevelvlakken (of alternatieven in andere mate-
alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
rialen zoals kunststof of staal mits ze dezelfde uitstra-
-
-
ling hebben) (Iw);
Aanbouwen en bijgebouwen
daken zijn gedekt met gebakken keramisch rode c.q.
-
natuurrode pannen of betonpannen met het formaat
hoofdmassa, staan op groter afstand van de weg, mi-
van een gebakken pan. In de incidentele gevallen
nimaal 3 meter achter de voorgevel van het hoofdge-
waar zwarte pannen zijn toegepast, kan dit gehand-
bouw, en hebben een nokhoogte die minimaal 1 me-
haafd blijven (Hr);
ter lager ligt dan die van het hoofdgebouw (Hr);
dakbedekking van geglazuurde pannen kenmerkt zich
-
door de afwezigheid van hoogglans (Hr); -
aanbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de
het kleur- en materiaalgebruik van bijgebouwen moet worden afgestemd op het hoofdgebouw (Hr);
het schilderwerk is in de traditionele kleuren wit en donkergroen uitgevoerd (RAL 9001 of Sikkens 1860
Diversen
en 6009 of Sikkens 1036). Voor bedrijfspanden kan
-
hiervan worden afgeweken en kunnen de kleuren RAL 5004 en 3005 worden toegestaan (Iw); -
de detaillering is traditioneel (Iw);
-
kozijnen, dakgootbetimmeringen, daklijsten, dakgoten e.d. worden in hout uitgevoerd (dit geldt alleen voor
het materiaal van op- en inritten is afgestemd op de straat, de breedte is meestal bescheiden;
-
zo mogelijk toepassen van streekeigen beplanting voor de tuinen;
-
toepassen van typisch Amelander erfafscheidingen (heg, Amelander lattenhek).
gemeentelijke en rijksmonumenten). Bij overige pan-
-
-
den is het gebruik van kunststof, pvc en polyester
Reclame
voor dergelijke elementen mogelijk, mits daarbij de
De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terras-
juiste profilering en detaillering wordt toegepast. Be-
sen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
langrijk is dat deze overeenkomt met de kenmerken
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
van hout (Hr);
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
grootschalige zinken en koperen daken worden niet toegestaan (Hr);
Zonnepanelen of –collectoren
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is
Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscrite-
52
ria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
53
DEELGEBIED 3 DORPSUITBREIDINGEN
haaks op de straat voor vrijstaande woningen. Rijen- en halfvrijstaande woningen hebben de nok meestal evenwijdig langs de weg georiënteerd. Bredere en smallere groenstroken zijn vaak mede bepalend voor het straatprofiel.
2E HELFT VORIGE EEUW Hoofdvorm De bebouwing bestaat voornamelijk uit 1 of 2 bouwlagen, met vrijwel altijd met kap. Bijgebouwen spelen vrijwel Gebiedsbeschrijving
altijd een ondergeschikte rol ten opzichte van het hoofdgebouw. De massa-opbouw is overwegend enkelvoudig
Ruimte
en incidenteel samengesteld of gevarieerd.
De naoorlogse bouw kenmerkt zich door kleinschalig, veelal planmatig opgezette dorpsuitbreidingen in de peri-
Aanzichten
ode van 1950 tot 1995. Na deze periode zijn de meest
De gevelaanzichten vertonen in projectmatige delen een
recente wijken ontstaan. In z’n algemeenheid kennen de
beeld van voortdurende herhaling en een sobere uitvoe-
uitbreidingen een regelmatige rechthoekige structuur.
ring. Er zijn uiteraard verschillen per project. Voor indivi-
Binnen deze indeling zijn afzonderlijke ‘projecten’ te
duele woningen is er meer variatie in de compositie en
onderscheiden, waarbinnen voor één of meerdere bouw-
geleding aan de orde.
blokken of straatwanden een vergelijkbaar woningtype is toegepast. Incidenteel komen grootschalige gebouwen
Opmaak
voor, zoals zorg en verpleeghuis de Stelp in Hollum.
Het materiaalgebruik is grotendeels steenachtig; incidenteel komen ook houten (top)gevels voor (enkele pro-
Plaatsing
jecten Zweedse woningen). De detaillering is over het
De bebouwing is vrijwel altijd in duidelijke rooilijnen langs
algemeen vrij eenvoudig. In recent gebouwde wonin-
de straat geplaatst. Het straatbeeld is halfopen (groten-
gen/projecten komen ook moderne materiaaltoepassin-
deels vrijstaande en halfvrijstaande woningen). De rich-
gen voor. Het kleurgebruik is uiteenlopend. In de oudere
ting van de gebouwen varieert, meestal met de nok
54
wijken zijn gedekte kleuren toonaangevend. Een aantal modernere, vrijstaande woningen heeft een hardere kleurstelling, soms witte baksteen en is rijker gedetailleerd.
Waardering De over het algemeen ruime opzet van de verschillende wijken wordt als positief ervaren. Voor de bebouwing op zich is de waardering grotendeels neutraal. Over het algemeen is er sprake van een beeld dat qua karakter nogal afwijkt van het typische Amelander dorpsbeeld in de oude kern.
Beleidsintentie Bij de projectmatig ontwikkelde buurten zullen de per project overeenkomstige kenmerken worden gerespecteerd. De mogelijkheid bestaat om individueel beperkt af te wijken. Bij de veranderbaarheid van de afzonderlijke woningen zal de nadruk liggen op de samenhang met de omgeving en bij wijzigingen in een complex zal beoordeling plaats moeten vinden tegen de achtergrond van de oorspronkelijke planmatige aanpak. Het beleid is geconcretiseerd door aan te geven of een afzonderlijk criterium strikt dient te worden gehandhaafd/gerespecteerd (Hr) of dat enige ruimte voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
55
Twee onder één kapwoningen in een duidelijke rooilijn.
Woningen met eerste verdieping in de kap, goot hoogte op 3m.
Zweedse woningen, gevels zijn in hout uitgevoerd.
Bebouwing bestaande uit 2 bouwlagen met kap.
In mindere mate komen er ook twee onder-één kap woningen voor met een hogere gootlijn.
56
Welstandscriteria
-
Bij incidentele verbouwing, verandering en/of vervanging en nieuwbouw van gebouwen in de dorpsuitbreidingen
straatwand (Iw); -
tweede helft vorige eeuw gelden de volgende welstandscriteria:
architectuur is gericht op onderlinge samenhang per
in hoeksituaties zijn twee gevels op de openbare ruimte georiënteerd (Hr);
-
kozijnen, daklijsten, regenpijpen, en dergelijke zijn sober, maar zorgvuldig gedetailleerd (Iw);
Plaatsing -
-
nokrichting is voor vrijstaande panden overwegend haaks op de weg, of halfvrijstaande of rijen is deze
staan, mits de juiste profilering wordt toegepast (Hr); -
evenwijdig aan de weg (Hr).
Hoofdvorm
-
-
-
hoofdgebouwen zijn overwegend vrijstaand. Inciden-
wijzigingen en toevoegingen zijn in stijl, maat en schaal afgestemd op het hoofdvolume (Iw);
-
-
het gebruik van kunststof voor kozijnen e.d. is toege-
gevels zijn opgetrokken uit bakstenen, hout, glas en/of kunststof (Iw);
-
dakbedekking is divers (gebakken pan of betonnen
teel komen ook rijtjeswoningen en twee-onder-één-
dakpannen met het formaat van een gebakken dak-
kapwoningen voor (Iw);
pan).
Hoofdgebouwen bestaan uit één bouwlaag met kap,
-
kleurgebruik is traditioneel. De stenen van de gevels
tenzij op grond van het bestemmingsplan anders is
zijn geel en dakpannen zijn keramisch rood c.q. na-
toegestaan (Hr);
tuurrood (geen hoogglans). In de incidentele gevallen
hoofdgebouwen hebben overwegend een enkelvoudi-
waar zwarte pannen zijn toegepast, kan dit worden
ge en kantige hoofdvorm (Iw);
gehandhaafd (Hr);
hoofdgebouwen zijn voorzien van een zadeldak (inci-
-
zowel plat afgedekte als aangesleepte dakkapellen
denteel afgeknot schild). Incidenteel zijn ook samen-
komen voor. De omvang van dakkapellen is in een
gestelde kappen toegepast. Lessenaarskappen en
juiste verhouding tot het dakvlak (Hr);
wolfseinden komen niet voor (Iw);
-
grootschalige zinken en koperen daken worden niet toegestaan (Hr);
Aanzichten en opmaak Hoofdgebouwen:
-
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
57
Aanbouwen en bijgebouwen -
aanbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa, staan op groter afstand van de weg, minimaal 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, en hebben een nokhoogte die minimaal 1 meter lager ligt dan die van het hoofdgebouw (Hr). Als de aanbouw binnen het bouwvlak voor hoofdgebouwen valt moet worden gebouwd binnen het bouwvlak zoals dat in het bestemmingsplan is aangegeven.
-
het kleur- en materiaalgebruik van bijgebouwen moet worden afgestemd op het hoofdgebouw (Hr).
Reclame De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terrassen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2 (Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage 3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
Zonnepanelen of –collectoren Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscriteria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
58
DEELGEBIED 4 RECENTE EN TOEKOM-
Plaatsing Woningen zijn vrijstaand, soms halfvrijstaand gebouwd in een halfopen tot open bebouwingsbeeld. Woningen zijn geplaatst in de rooilijn. De richting varieert maar is meestal haaks op de weg.
STIGE DORPSUITBREIHoofdvorm
DINGEN
Woningen bestaan uit één bouwlaag met een kap en zijn middelgroot van omvang. De kap bestaat uit een zadeldak of een schilddak. De vormbehandeling is daarmee kantig tot hoofdzakelijk kantig. De massa-opbouw is
Gebiedsbeschrijving
enkelvoudig en incidenteel, zoals op straathoeken, samengesteld.
Ruimte
Aanzichten
De recente dorpsuitbreidingen zijn gerealiseerd na 1995,
Er is sprake van individuele woningontwerpen, waarbij de
volgens een vooraf vastgesteld beeldkwaliteitplan. Deze
compositie en geleding variëren. Raamopeningen zijn
woonbuurten betreffen de noordoostzijde van Hollum en
veelal verticaal gericht. Voorgevels zijn vlak, zonder veel
de zuidoostzijde van Nes, de uitbreiding in Ballum aan De
reliëf in de vorm van loggia’s, erkers of uitstekende bal-
Stringen/Smitteweg, de ‘locatie Polet’ in Nes, uitbrei-
kons. Veel woningen zijn voorzien van een gemetselde
dingslocaties Nes-oost, de Tuun en de uitbreidingslocaties
schoorsteen.
in Buren welke op deze wijze zijn gerealiseerd. Kenmerkend is het voortborduren op de ‘typisch Amelander’
Opmaak
kenmerken van de bebouwing in de beschermde dorps-
Gevels zijn opgebouwd uit metselwerk waarbij flexibiliteit
gezichten en daarmee het versterken van de eigen identi-
in de kleurstelling kan worden geboden. Daken zijn ge-
teit van de dorpen. Deze lijn zal ook voor de in de nabije
dekt met gebakken keramisch rode dan wel donkere
toekomst te realiseren uitbreidingen (bijvoorbeeld in
pannen of betonpannen met het formaat van een gebak-
Buren aan de noordwestzijde) worden gehanteerd.
ken pan. Incidenteel is sprake van houten topgevels.
59
Schilderwerk is meestal wit en groen. Veel woningen zijn
den bereikt door, met inachtneming van een aantal ken-
voorzien van ‘Amelander details’ zoals waterlijsten en een
merken van de historische bebouwing, ruimte te bieden
roeden verdeling in de ramen.
aan een eigentijdse manier van bouwen. Het beleid is geconcretiseerd door aan te geven of een afzonderlijk
Diversen
criterium strikt dient te worden gehand-
Het materiaal van op- en inritten is afgestemd op de
haafd/gerespecteerd (Hr) of dat enige ruimte voor inci-
straat, de breedte is meestal bescheiden.
dentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
Waardering Er is een positieve waardering voor de versterking van de identiteit van de Amelander dorpen en de sterke samenhang in het bebouwingsbeeld.
Beleidsintentie Het beleid voor deze gebieden is reeds ingezet met de vaststelling van onder andere het bestemmingsplan voor Hollum en het Beeldambitieplan Ameland. Hier is de lijn uitgezet dat bebouwing in de dorpsuitbreidingen dient te geschieden volgens de typisch Amelander bebouwingskenmerken zoals deze zijn te vinden in de Beschermde Dorpsgezichten. De architectuur, het materiaal- en kleurgebruik is daarbij gericht op de onderlinge samenhang per straatwand. Dit houdt overigens niet in dat het kopieren van de oorspronkelijke dorpsbebouwing wordt voorgeschreven. Het is niet de bedoeling dat bij nieuwbouw persé boerenvlechtwerk, waterlijsten en roeden moeten worden toegepast. Ruimtelijke samenhang kan ook wor-
60
De kapvorm is overwegend een zadeldak.
Woningen zijn soms halfvrij-staand gebouwd.
Gevels zijn opgebouwd uit gele steen. Bij de linker woning is een houten gevel-element toegevoegd.
61
Welstandscriteria Bij incidentele verbouwing, verandering en/of vervanging
Aanzichten
en nieuwbouw van gebouwen in de recente en toekomsti-
-
ge dorpsuitbreidingen gelden de volgende welstandscriteria:
hoofdgebouwen zijn gericht op de openbare straatruimte (Hr);
-
er is sprake van individuele ontwerpen, waarbij de compositie en geleding variëren (Hr);
Plaatsing -
er is sprake van een halfopen tot open bebouwingsbeeld (Iw);
-
-
voorgevels zijn vlak, zonder veel reliëf in de vorm van loggia’s, erkers of uitstekende balkons (Iw);
-
in hoeksituaties is extra aandacht voor architectuur
in randsituaties wordt de bouw van uitsluitend vrij-
tot uiting komend in een tweezijdige oriëntatie op de
staande woningen voorgestaan (Hr);
openbare ruimte (Hr);
-
woningen zijn geplaatst in de rooilijn (Iw);
-
de richting van de kap is haaks op de weg (Iw).
-
zowel plat afgedekte als aangesleepte dakkapellen komen voor. De omvang van dakkapellen is in een juiste verhouding tot het dakvlak (Hr). De uitvoering
Hoofdvorm -
van dakkapellen kan in een vlak model of vanuit de
Hoofdgebouwen bestaan uit één bouwlaag met kap,
nok worden geconstrueerd;
tenzij op grond van het bestemmingsplan anders is toegestaan (Hr);
Opmaak
-
hoofdgebouwen zijn middelgroot van omvang (Iw);
-
-
de kap bestaat uit een zadeldak of een schilddak (Iw);
-
lessenaarsdaken en wolfseinden komen niet voor
-
gevels zijn opgebouwd uit metselwerk (gele steen) (Hr);
-
eventueel worden gevels gedeeltelijk voorzien van
(Hr);
houten gevelvlakken (of alternatieven in andere mate-
de vormbehandeling is kantig tot hoofdzakelijk kantig
rialen zoals kunststof of staal mits ze dezelfde uitstra-
(Iw);
ling hebben) (Iw);
-
de massa-opbouw is enkelvoudig (Iw);
-
op daartoe geëigende plekken, zoals straathoeken, is
de gebakken pannen (geen hoogglans) of betonpan-
sprake van een samengesteld volume (Hr);
nen met het formaat van een gebakken pan (Hr);
-
daken zijn gedekt met rode keramische c.q. natuurro-
62
-
de detaillering is zorgvuldig (Hr).;
Reclame
-
grootschalige zinken en koperen daken worden niet
De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terras-
toegestaan. (Hr);
sen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
-
Aanbouwen en bijgebouwen -
Zonnepanelen of –collectoren
aanbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de
Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscrite-
hoofdmassa, staan op groter afstand van de weg, mi-
ria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die
nimaal 3 meter achter de voorgevel van het hoofdge-
zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria
bouw, en hebben een nokhoogte die minimaal 1 me-
sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
ter lager ligt dan die van het hoofdgebouw (Hr). Als de aanbouw binnen het bouwvlak voor hoofdgebouwen valt moet worden gebouwd binnen het bouwvlak zoals dat in het bestemmingsplan is aangegeven; -
het kleur- en materiaalgebruik van bijgebouwen moet worden afgestemd op het hoofdgebouw (Hr).
Diversen -
het materiaal van op- en inritten is afgestemd op de straat, de breedte is meestal bescheiden;
-
zo mogelijk toepassen van streekeigen beplanting voor de tuinen;
-
toepassen van typisch Amelander erfafscheidingen (heg, Amelander lattenhek).
63
DEELGEBIED 5 BEDRIJVENTERREIN
Plaatsing De plaatsing van de vrijstaande bouwvolumes is gevarieerd maar meestal wel aan de weg gerelateerd. Het bebouwingsbeeld is halfopen, waarbij het terrein in Hollum gedeeltelijk wat meer gesloten en in de Ballumerbocht juist meer open is. De richting van de gebouwen varieert.
Gebiedsbeschrijving Hoofdvorm Ruimte Op Ameland zijn drie bedrijventerreinen aanwezig, één in Hollum één in de Ballumerbocht en één in Nes. Het bedrijventerrein in Hollum bevindt zich aan de Fabrieksweg en bevat wat oudere bebouwing waaronder een voormalige zuivelfabriek. De terreinen bij Nes bevinden zich langs de rondweg en in de Ballumerbocht en zijn van recenter datum. De terreinen bij Nes grenzen aan de Waddendijk. Het terrein in de Ballumerbocht ligt in het midden van het eiland. Hier bevinden zich onder andere de rioolwaterzuiveringsinstallatie, de dienst openbare werken van de gemeente en bedrijfscomplex Nagtegaal.
Een groot deel van de bebouwing heeft een loodsachtig karakter met een enkelvoudige en kantige hoofdvorm, dus één laag met een flauwe kap. Enkele panden hebben een platdak, anderen wijken af door een traditionele vormgeving met een steilere kap (zadeldak of schilddak), zoals de bebouwing op de gemeentewerf. De bedrijfspanden zijn middelgroot en steken bij Nes en de Ballumerbocht enigszins boven de Waddendijk uit. Dienstwoningen bestaan uit één bouwlaag met een kap en hebben een enkelvoudige of samengestelde hoofdvorm. Bijgebouwen bij dienstwoningen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa.
Alle terreinen grenzen aan het open gebied en hebben een functionele inrichting. Bij sommige bedrijven is een bedrijfswoning aanwezig maar bij de meeste bedrijven is dit niet toegestaan. Het gebied in de Ballumerbocht wijkt af doordat het hier veelal gaat om zwaardere industriële activiteiten op grote terreinen met weinig bebouwing of
Aanzichten Van geleding van de hoofdmassa van de bedrijfsgebouwen is in veel gevallen geen sprake. Daar waar wel geleding is toegepast (bij grotere gebouwen) komt dit de kwaliteit van de gebouwen over het algemeen ten goede.
juist een geclusterde opzet van de bebouwing.
64
een afzonderlijk criterium strikt dient te worden gehandOpmaak
haafd/gerespecteerd (Hr) of dat enige ruimte voor inci-
De detaillering van de gebouwen is vaak uitsluitend func-
dentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
tioneel. Gevelbekleding bestaat in het algemeen uit plaatmateriaal, metselwerk of hout. Daken bestaan uit plaatmateriaal of dakpannen. Over het algemeen worden zowel lichte als gedekte (goed in het landschap passend) kleuren toegepast.
Waardering In het algemeen zijn de bestaande bebouwingskenmerken een neutraal gegeven. Daar waar lichte kleuren (bijvoorbeeld lichtgrijs) zijn toegepast is sprake van een minder goede landschappelijke inpassing en daarmee een lagere waardering.
Beleidsintentie Het beleid is gericht op verbetering van de huidige uitstraling en verschijningsvormen, voorkoming van verrommeling. en daar waar mogelijk verbeteren van de basiskwaliteit van de bedrijventerreinen. Bij vernieuwing of aanpassing van de bebouwing zal aangesloten dienen te worden bij het karakter van het hoofdgebouw en de omgeving. Indien het hierbij gaat om voor- en/of zijgevels aan een openbare weg c.q. zichtlocaties zullen de aanpassingen een representatief karakter moeten hebben. Het beleid is geconcretiseerd door aan te geven of
65
Gebouwen zijn zo veel mogelijk gericht op de weg.
Bedrijfspanden met dakpannen als dakbedekking.
Toepassing van gedekte kleuren. De kleurtoepassing van het rechter gebouw is te fel (blauw)
Bedrijfspand met een kantige hoofdvorm.
Bedrijfsgebouwen met platdak en zadeldak uitvoering. Duidelijk verschil aankleding terrein rechter gebouw omhult door groen wat de belevingswaarde ten goede komt.
66
Welstandscriteria
Aanzichten
Bij incidentele verbouwing, verandering en/of vervanging
-
en nieuwbouw van gebouwen op het bedrijventerrein gelden de volgende welstandscriteria:
de gebouwen zijn zoveel mogelijk gericht op de weg (Hr);
-
bij middelgrote en grote gevelvlakken wordt een geleding toegepast (Hr);
Plaatsing -
-
-
de gevelcompositie en -geleding is in dit gebied wisse-
de gebouwen zijn vrijstaand en staan in de rooilijn of
lend, maar in evenwicht met de gevelvlakken en de
in een bepaalde marge ten opzichte van de weg (Iw);
architectuur van het pand (Hr);
voor gebouwen waar dat vanuit functionele overwe-
-
de dakvlakken hebben een gesloten karakter (Hr);
gingen noodzakelijk is, is een afwijkende situering toegestaan (Iw);
Opmaak
-
het bebouwingsbeeld is halfopen tot open (Iw);
-
-
de richting van de gebouwen varieert (Hr).
(Iw); -
Hoofdvorm -
de gebouwen kennen een functionele detaillering
de toegepaste materialen bestaan uit plaatmateriaal, metselwerk of hout voor de gevels en plaatmateriaal
de gebouwen hebben een enkelvoudige en kantige
of dakpannen voor het dak (geen hoogglans) (Hr);
hoofd-vorm (Iw);
-
het kleurgebruik is gedekt (Hr);
-
de relatieve omvang is middelgroot (Iw);
-
grootschalige zinken en koperen daken worden niet
-
gebouwen hebben een maximale hoogte die in het bestemmingsplan is vastgelegd;
-
toegestaan (Hr); -
gebouwen met een plat dak zijn ook toegestaan (mits
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
aan de in het bestemmingsplan gestelde voorwaarden
-
ten aanzien van de goot- en bouwhoogte wordt vol-
Diversen
daan);
-
bijgebouwen bij dienstwoningen zijn ondergeschikt
de landschappelijke inpassing van de terreinen wordt versterkt door de aanplant van houtwallen
aan de hoofdmassa (Hr).
67
Reclame -
reclame-uitingen moeten voldoen aan het gestelde in de gemeentelijke Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010 (bijlage 2).
Zonnepanelen of –collectoren Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscriteria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
68
DEELGEBIED 6 RECREATIEWONINGEN MET RIETEN KAP
rein bij Hollum (Boomhiemke). Hier is sprake van een projectmatige opzet. De woningen zijn voor het grootste deel gebouwd in de 2e helft van de vorige eeuw, een klein deel stamt uit de 1e helft van de vorige eeuw.
Plaatsing De recreatiewoningen zijn vrijstaand (in een enkel geval
Gebiedsbeschrijving
halfvrijstaand) en willekeurig geplaatst in het terrein, waarbij de richting varieert. Sommigen zijn verscholen
Ruimte Op de overgang van de binnenduinrand naar het open duingebied ligt een aantal recreatieterreinen met recreatiewoningen. Het betreft grotere aaneengesloten terrei-
achter en tussen de duinen, anderen worden juist geaccentueerd door de hoge ligging op het duin. In de ‘linten’ staan de woningen meestal haaks op of evenwijdig aan de weg. Het bebouwingsbeeld is open tot zeer open.
nen zoals het recreatiewoningenterrein Nes-Buren, Roosdunen en de Kievitsweg, maar ook enkele linten zoals langs de Fenneweg in Hollum en de Zwarteweg nabij Nes. Bijzonder voor deze linten is de ligging aan de rand van een bosgebied, op de overgang naar het open poldergebied c.q. het gebied De Vleijen. Typerend voor deze recreatiewoningen is de afdekking met rieten kappen. Bijzonder is ook dat de woningen in het natuurlijke terrein zijn geplaatst, waarbij de kenmerken van het duinlandschap grotendeels zijn behouden (hoogteverschillen, beplanting). Hierdoor is er sprake is van een goede aansluiting op het open duingebied. Een ander kenmerk is het individuele karakter van de bouwvolumes (iedere recreatiewoning is uniek), met uitzondering van het ter-
69
Houten zomerwoning in gebied Strandweg Nes
Complex recreatiewoningen Boomhiemke. Typerende zomerhuizen met rieten kap in het duinlandschap.
Recreatieterrein Nes-Buren
Zwarteweg Nes
Recreatie woningen aanpassen aan de kenmerken van het gebied
Fenneweg Hollum. Woning met een transparant en in goede verhouding uitgevoerd terrasscherm
70
Hoofdvorm
Diversen
De recreatiewoningen zijn middelgroot van omvang en in
Bepalend voor de kwaliteit van de terreinen is de aanwe-
een aantal gevallen klein of groot en bestaan uit één
zigheid van het oorspronkelijk duinlandschap en het ont-
bouwlaag met kap. De kap bestaat uit een zadeldak, vaak
breken van nadrukkelijk aanwezige erfscheidingen (deze
met wolfseinden, een schilddak of een piramidedak.
zijn zeer terughoudend, transparant en bestaan uit na-
Daarmee is sprake van een vloeiende vormbehandeling
tuurlijke materialen; geen schuttingen).
(‘afgeronde’ vorm). De hoofdmassa is meestal enkelvoudig, maar ook samengesteld.
Waardering
Bijgebouwen zijn aangebouwd aan en ondergeschikt aan
De inpassing in het duingebied zowel door vorm-, materi-
de hoofdmassa of geïntegreerd in de hoofdmassa.
aal- en kleurgebruik, als door het natuurlijke karakter van het terrein en het ontbreken van nadrukkelijke erf-
Aanzichten
scheidingen wordt zeer hoog gewaardeerd.
Door het vrijstaande karakter en de plaatsing in het na-
Waar gebruik is gemaakt van kunstriet of opvallende
tuurlijke terrein zijn de woningen alzijdig gericht. De
kleuren voor het schilderwerk van houten geveldelen
recreatiewoningen hebben een individueel karakter (met
(enkele gevallen) is sprake van een verstoring van het
uitzondering van terrein Boomhiemke). De geleding en
gewaardeerde beeld.
compositie van de gevels zijn evenwichtig.
Sommige panden zijn vanwege architectonische waarde/gaafheid aangeduid als karakteristiek. Ook is sprake
Opmaak
van enkele gemeentelijke monumenten en MIP-panden.
Kenmerkend is het gebruik van riet voor de kappen. De gevels bestaan uit een metselwerk in een gele steen,
Beleidsintentie
vaak gecombineerd met houten geveldelen (bijvoorbeeld
Het beleid is gericht op het in stand houden en waar
topgevels) of zijn volledig van hout. Op het terrein nabij
mogelijk versterken van de hoge ruimtelijke kwaliteit van
de Strandweg in Nes zijn bijna alle recreatiewoningen van
de terreinen voor recreatiewoningen. De natuurlijke- en
hout. De recreatiewoningen zijn over het algemeen sober
landschappelijke waarden van de terreinen dienen daarbij
gedetailleerd.
te worden beschermd. Bij verbouwing en incidentele
Er is sprake van kleurgebruik in meestal gedekte tinten.
nieuwbouw zijn de huidige bebouwingskenmerken in het
71
algemeen uitgangspunt voor de beoordeling van verande-
-
ringen. De huidige bebouwingskenmerken dienen dus te
lessenaarsdaken en afgeknotte daken komen niet voor (Hr);
worden gerespecteerd. Het beleid is geconcretiseerd door
-
de vormbehandeling is vloeiend (Iw);
aan te geven of een afzonderlijk criterium strikt dient te
-
de hoofdmassa is enkelvoudig (Iw);
worden gehandhaafd/gerespecteerd (Hr) of dat enige
-
bijgebouwen zijn aangebouwd aan en ondergeschikt
ruimte voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
aan de hoofdmassa of geïntegreerd in de hoofdmassa. De nokhoogte bij een aanbouw moet tenminste 1 me-
Welstandscriteria
ter lager liggen dan de nok van het hoofdgebouw. Dit
Plaatsing
geldt niet als de aanbouw binnen een in het bestem-
-
-
-
recreatiewoningen zijn vrijstaand, incidenteel halfvrij-
mingsplan aangegeven bouwvlak voor hoofdgebouwen
staand (Iw);
valt. (Hr);
de plaatsing is willekeurig in het terrein, waarbij de
-
vrijstaande bijgebouwen komen niet voor (Hr);
richting varieert (Hr);
-
aan- of uitbouwen, zoals veranda’s zijn ondergeschikt
in de ‘linten’ (Fenneweg en Zwarteweg) staan de
en voegen zich qua hoofdvorm naar het hoofdgebouw,
woningen meestal haaks op of evenwijdig aan de weg,
dan wel vormen hiermee een harmonieus contrast zo-
dit gerelateerd aan het directe omgevingsbeeld (Hr);
dat de hoofdvorm van het hoofdgebouw intact blijft.
-
het bebouwingsbeeld is open tot zeer open (Hr);
-
terrasschermen en andere bouwwerken zijn onopval-
Aanzichten
lend en in een juiste verhouding tot de recreatiewo-
-
de recreatiewoningen zijn alzijdig gericht (Iw);
ning (Hr).
-
de recreatiewoningen hebben een individueel karakter (met uitzondering van terrein Boomhiemke) (Iw);
Hoofdvorm -
-
het aanzicht van de recreatiewoningen manifesteert zich als één bouwlaag met kap;
-
de relatieve omvang is middelgroot of klein (Iw);
-
de kap bestaat uit een zadeldak al dan niet met wolfseinden, een schilddak of een piramidedak (Hr);
de geleding en compositie van de gevels zijn evenwichtig (Iw).
-
terrasschermen en ander bouwwerken zijn onopvallend;
-
de woning manifesteert zich vanaf de weg of het openbare gebied als één bouwlaag met kap;
72
-
bij het toepassen van een kelder of souterrain moeten
-
ramen en/of deuren worden weggewerkt in het bestaande terrein of met een koekoek.
voor dakafdekking mag geen zink en koper worden gebruikt (Iw);
-
gemetselde stenen recreatiewoningen mogen niet, zonder toestemming van b&w in een andere kleur
Opmaak -
-
-
worden geschilderd.
de gevels bestaan uit een metselwerk in een gele steen, eventueel gecombineerd met houten gevelde-
Erfscheidingen
len (of alternatieven in andere materialen zoals kunst-
Erfscheidingen zijn in deze gebieden niet gewenst. Indien
stof of staal (mits ze dezelfde uitstraling hebben) of
een erfafscheiding toch noodzakelijk is, dan kan dit ge-
zijn volledig van hout (Hr);
beuren met toepassing van een gladde draad met paal-
uitzonderingen op bovenstaande voorwaarde is de
tjes. Andere toepassingen dienen zeer terughoudend te
locatie Boomhiemke met projectmatige bouw waarbij
zijn en moeten bestaan uit natuurlijke materialen (geen
de gevels wit gepleisterd zijn;
schuttingen of stalen hekwerken).
op het terrein nabij de Strandweg in Nes zijn veel recreatiewoningen van hout (Hr);
Zwembaden
-
kappen zijn gedekt met riet (Hr);
-
-
kunstriet is niet toegestaan (Hr);
-
er worden keramisch rode dakvorsten toegepast;
-
het kleurgebruik voor het schilderwerk is gedekt (donkergroen, donkerblauw, donkerbruin, zwart of naturel/ ongeschilderd: gecombineerd met wit voor de
buitenzwembaden zijn uit welstand technisch oogpunt niet aanvaardbaar;
-
jacuzzi’s zijn slechts aanvaardbaar aan de achterzijde en in de directe nabijheid van de recreatiewoning;
-
jacuzzi’s zijn niet zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied.
kozijnen) (Hr); -
-
wit geschilderde recreatiewoningen zijn niet toege-
Zonnepanelen of –collectoren
staan tenzij het aanzicht van de recreatiewoning dus-
Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscrite-
danig slecht is dat schilderen de enige oplossing is om
ria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die
een acceptabel beeld te krijgen (Iw);
zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria
de detaillering is sober maar zorgvuldig (Iw).
sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
73
DEELGEBIED 7
Vaarwater. De woningen dateren uit de 2e helft van de
RECREATIEWONINGEN
Plaatsing
vorige eeuw.
De woningen zijn over het algemeen vrijstaand en staan
FLAUWE KAP
geordend in een regelmatig patroon, gerelateerd aan de wegen en/of gegroepeerd om groene (speel)veldjes. De richting is haaks op of evenwijdig aan de weg, samenhangend voor een bepaald cluster woningen. Er is sprake van een halfopen tot open bebouwingsbeeld. De geschakelde woningen op Klein Vaarwater vormen een uitzonde-
Gebiedsbeschrijving
ring, hier is sprake van een gesloten bebouwingsbeeld.
Ruimte Een groot deel van de recreatieterreinen wordt ingenomen door recreatiewoningen in één bouwlaag met een flauwe kap. Het betreft de terreinen bij Hollum (o.a. Koudenburg en Boomhiemke), Ballum (Roosdunen), een klein aantal woningen bij Nes (Strandweg) en een omvangrijk terrein bij Buren (Klein Vaarwater). De woningen staan in een redelijk vlak terrein. Van het behoud van het oorspronkelijke landschap zoals in deelgebied 6 is hier dus geen sprake. Het merendeel van de woningen is individueel ontworpen en vrijstaand. Op een aantal terreinen staan echter ook complexmatig gebouwde woningen van eenzelfde woningtype. Het betreft dan meestal vrijstaande, maar ook wel geschakelde woningen zoals op Klein
74
Verschillende typen recreatiewoningen met een flauwe kap.
Houten recreatiewoningen op Boomhiemke
Grote recreatiewoning met eigen zwembad op Klein Vaarwater
Recreatieterrein Ballum
Recreatieterrein Ballum
Recreatieterrein Hollum
75
Hoofdvorm De recreatiewoningen bestaan uit één bouwlaag met een
Waardering
flauwe kap (zadeldak of vergelijkbaar: ‘dubbel les-
Terreinen met recreatiewoningen zijn onverbrekelijk ver-
senaarsdak’). Incidenteel is sprake van een afwijkende
bonden met de functie van het eiland als recreatiegebied,
(kap)vorm in complexmatig opgezette terreinen zoals een
en als zodanig karakteristiek te noemen. De samenhang
achthoekige plattegrond (Koudenburg). De woningen zijn
in het bebouwingsbeeld (onder andere door het conse-
klein tot middelgroot van omvang en hebben meestal een
quent toepassen van eenzelfde kap en dakhelling) en de
enkelvoudige kantige hoofdvorm.
openheid van de terreinen worden positief gewaardeerd.
Bijgebouwen zijn aangebouwd aan of geïntegreerd in het
Incidenteel is sprake van minder gewaardeerde afwijkin-
hoofdvolume.
gen van het beeld door de toepassing van minder goed op het landschap aansluitende kleuren (wit voor de steen,
Aanzichten
rood voor dakpanprofielplaten) of een afwijkend woning-
Woningen hebben een wisselende oriëntatie, meestal
type (geschakeld woningen Klein Vaarwater).
alzijdig gericht op het eigen (open) erf of op het omliggende landschap (in de randen). De geleding is meestal
Beleidsintentie
horizontaal, de compositie varieert.
Het beleid is gericht op het in stand houden van de ruimtelijke kwaliteit van de terreinen voor recreatiewoningen.
Opmaak
Bij verbouwing en incidentele nieuwbouw zijn de huidige
Gevels zijn meestal opgebouwd uit metselwerk, vaak in
bebouwingskenmerken in het algemeen uitgangspunt
een gele kleur. Soms is sprake van houten geveldelen of
voor de beoordeling van veranderingen. Het beleid is
invullingen. Dakbedekking bestaat uit mastiek, golfpla-
geconcretiseerd door aan te geven of een afzonderlijk
ten, dakpanprofielplaten, zinken felsen dak (gepatineerd
criterium strikt dient te worden gehand-
zink) of dakpannen. De detaillering is meestal sober.
haafd/gerespecteerd (Hr) of dat enige ruimte voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
Erfscheidingen Erfscheidingen zijn zeer terughoudend, transparant en bestaan uit natuurlijke materialen (geen schuttingen).
76
Welstandscriteria
Plaatsing -
recreatiewoningen zijn vrijstaand, incidenteel halfvrij-
dat de hoofdvorm van het hoofdgebouw intact blijft.
Aanzichten -
de recreatiewoningen hebben over het algemeen een
staand (Iw);
wisselende oriëntatie en zijn meestal alzijdig gericht
-
incidenteel is sprake van geschakelde woningen (Hr);
(Hr);
-
het bebouwingsbeeld is halfopen tot open (Hr);
-
de richting van de kap is evenwijdig aan de weg of
(met uitzondering van enkele projectmatige terreinen)
haaks op de weg, het patroon binnen het cluster waar
(Iw);
de woning deel van uitmaakt is daarbij bepalend (Hr). -
-
-
Terrasschermen zijn transparant en zo ook andere bouwwerken onopvallend (Hr).
de recreatiewoningen hebben een individueel karakter
de geleding en compositie van de gevels varieert (Iw);
-
Terrasschermen zijn transparant en zo ook andere bouwwerken onopvallend (Hr).
Hoofdvorm -
recreatiewoningen bestaan uit één bouwlaag met een
Opmaak
flauwe kap (zadeldak of vergelijkbaar) (Hr);
-
de gevels bestaan uit een metselwerk in een gele
-
de relatieve omvang is klein tot middelgroot (lw);
steen. De gevels van aangebouwde bijgebouwen zijn
-
de vormbehandeling is kantig (Hr);
eventueel ook gecombineerd met houten geveldelen
-
de hoofdmassa is enkelvoudig (lw);
(of alternatieven in andere materialen zoals kunststof
-
bijgebouwen zijn aangebouwd, vormen een eenheid
of staal, mits ze dezelfde uitstraling hebben) (Hr);
met de hoofdmassa of zijn geïntegreerd in de hoofd-
-
-
-
uitzonderingen op bovenstaande voorwaarde zijn de
massa (Hr);
locaties met projectmatige bouw waarbij de gevels
vrijstaande bijgebouwen komen niet voor en zijn niet
o.a. wit gepleisterd zijn of uit gevoerd in betonsteen
toegestaan (Hr);
(Boomhiemke, De Blieke, Koudenburg);
aan- of uitbouwen, zoals veranda’s zijn ondergeschikt
-
en voegen zich qua hoofdvorm naar het hoofdgebouw, dan wel vormen hiermee een harmonieus contrast zo-
dakbedekking bestaat uit mastiek, golfplaten, dakpanprofielplaten of dakpannen (lw);
-
het kleurgebruik voor het schilderwerk is gedekt en de
77
-
kozijnen licht, dit in de randen naar het open land-
Zwembaden
schap (Hr);
-
dakpanprofielplaten worden alleen toegepast in de kleur keramisch rood of natuurrood (gelijk als kerami-
niet aanvaardbaar; -
sche dakpannen) en incidenteel de kleur roodbruin. -
bestaande recreatiewoningen in betonsteen gebouwd worden zo mogelijk geschilderd in de kleur gebroken
buitenzwembaden zijn uit welstand technisch oogpunt
jacuzzi’s zijn slechts aanvaardbaar aan de achterzijde en in de directe nabijheid van de recreatiewoning;
-
jacuzzi’s zijn niet zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied.
wit (lw); een zinken roefdak of een dak met de uitstraling van
Zonnepanelen of –collectoren
een zinken roefdak (bijv. uitgevoerd in kunststof) is
Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscrite-
toegestaan.
ria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die
-
de detaillering is sober maar zorgvuldig (lw).
zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria
-
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is
sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
-
alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr); -
gemetselde stenen recreatiewoningen mogen niet, zonder toestemming (aanlegvergunning) van b&w in een andere kleur worden geschilderd.
Erfscheidingen Erfscheidingen zijn in deze gebieden niet gewenst. Indien een erfafscheiding toch noodzakelijk is, dan kan dit gebeuren met toepassing van een gladde draad met paaltjes. Andere toepassingen dienen zeer terughoudend te zijn en moeten bestaan uit natuurlijke materialen (geen schuttingen of stalen hekwerken).
78
DEELGEBIED 8 KAMPEERTERREIN, STA-
en detaillering zorgvuldig.
Chalets Op een gedeelte van het recreatieterrein Boomhiemke heeft een herstructurering plaats gevonden. Op het
CARAVANS EN CHALETS
voormalige caravanterrein van Boomhiemke zijn caravans vervangen door kwalitatief hoogwaardige bebouwing in de vorm van chalets. Uitgangspunt is dat er een duidelijk onderscheid moet zijn met de grote en hoge riet gedekte
Gebiedsbeschrijving
recreatiewoningen op het achterliggende (noordelijke) gedeelte van het terrein. Dat houdt in dat de chalets een
Op de verschillende recreatieterreinen bevinden zich
beperktere bouwhoogte en oppervlakte hebben dan de
gebieden met stacaravans en chalets en veldjes die wor-
reguliere recreatiewoningen. Om een goede overgang te
den gebruikt voor tentkamperen. De voornaamste be-
realiseren van het terrein met de chalets naar de riet
bouwing - buiten de stacaravans waarvoor overigens
gedekte recreatiewoningen ten noorden daarvan, mogen
geen welstandscriteria gelden - bestaat hier uit de ge-
in de strook, direct grenzend aan het noordelijke gebied,
bouwen met sanitaire voorzieningen. Opvallend is de
wat forsere chalets worden gerealiseerd. Dat vertaalt zich
ligging van enkele terreinen voor in het open terrein,
in de bouwhoogte en de onderlinge afstand tussen de
zonder duidelijke scheiding met het duingebied. Binnen
recreatiewoningen. Chalets kunnen worden gezien als
de stacaravanterreinen zijn de oorspronkelijke hoogte-
semi permanente bebouwing. Om dat te benadrukken
verschillen grotendeels behouden gebleven. De gebouwen
worden de chalets in hout uitgevoerd en niet in steen.
staan vrij in de ruimte meestal op een centrale plaats op het terrein. De gebouwen bestaan in principe uit één
Waardering
bouwlaag met een flauwe kap. De hoofdvorm is enkel-
De relatie van een aantal terreinen met het omliggende
voudig en kantig. De omvang is klein of middelgroot, de
landschap, gecombineerd met de vaak willekeurige situe-
richting varieert. Meestal is sprake van een horizontale
ring van de gebouwen/stacaravans wordt over het alge-
compositie en een wisselende geleding. Met name bij
meen neutraal gewaardeerd.
enkele recent gerealiseerde gebouwen is de vormgeving
79
Beleidsintentie De beleidsintentie is gericht op het aanbrengen van incidentele veranderingen waar dit de kwaliteit van de afzonderlijke bouwwerken kan verbeteren. Het beleid is geconcretiseerd door aan te geven of een afzonderlijk criterium strikt dient te worden gehandhaafd/gerespecteerd (Hr), of dat enige ruimte voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
80
Bestaande toiletgebouwen gebouwd in de jaren 70 / 80
Standaard verkrijgbare toiletgebouwen.
Toiletgebouw Roosdunen nieuw
Toiletgebouw specifiek afgestemd op omgeving (gebruik makende van natuurlijke materialen en gedekte kleuren afgestemd op duingebied).
Toiletgebouw Kleinvaarwater
81
Welstandscriteria
-
de detaillering is zorgvuldig (Hr).
-
voor dakafdekking mag geen zink en koper worden
Bebouwing kampeerterrein
Plaatsing -
er is sprake van vrijstaande bebouwing (Hr).
gebruikt (Iw).
Reclame De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terrassen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
Hoofdvorm -
de gebouwen bestaan voornamelijk uit één bouwlaag
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage 3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
met meestal een zadeldak. Waar het omgevingsbeeld
-
-
dit toelaat is een plat dak of andere kapvorm mogelijk
Erfscheidingen
(Iw);
Erfscheidingen zijn in deze gebieden niet gewenst. Indien
de individuele gebouwen hebben een enkelvoudige
een erfafscheiding toch noodzakelijk is, dan kan dit ge-
massa-opbouw (Iw);
beuren met toepassing van een gladde draad met paal-
de relatieve omvang van de gebouwen is klein tot
tjes. Andere toepassingen dienen zeer terughoudend te
middelgroot (Iw).
zijn en moeten bestaan uit natuurlijke materialen (geen schuttingen of stalen hekwerken).
Aanzichten -
de bebouwing is alzijdig gericht (Hr);
Zwembaden
-
de gevelcompositie is divers maar evenwichtig, de
-
geleding is overwegend horizontaal (Iw).
niet aanvaardbaar; -
Opmaak -
het materiaalgebruik bestaat uit steen, deels met geveldelen van hout, glas, trespa of kunststof (Hr);
-
buitenzwembaden zijn uit welstand technisch oogpunt
jacuzzi’s zijn slechts aanvaardbaar aan de achterzijde en in de directe nabijheid van de recreatiewoning;
-
jacuzzi’s zijn niet zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied.
de kleuren zijn gedekt, waarbij soms bescheiden accenten worden toegepast (Hr);
82
Zonnepanelen of –collectoren Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscriteria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
83
DEELGEBIED 8a CHALETS
Zwembaden -
buitenzwembaden zijn uit welstand technisch oogpunt niet aanvaardbaar;
-
en in de directe nabijheid van de recreatiewoning;
Chalets -
chalets bestaan uit één bouwlaag met kap (Hr);
-
chalets zijn vrijstaand, de hoofdvorm is samengesteld
jacuzzi’s zijn slechts aanvaardbaar aan de achterzijde
-
jacuzzi’s zijn niet zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied.
maar eenvoudige (Hr); -
de kap is riet gedekt of afgedekt met keramisch rode dakpannen (Hr);
-
de wanden zijn uitgevoerd in hout of qua uitstraling en verschijningsvorm gelijkwaardig materiaal (Hr);
-
de kleurstelling is wisselend (lw);
-
de chalets vertonen qua gevelindeling veel overeen-
Zonnepanelen of –collectoren Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscriteria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
komst -
bergingen worden inpandig gerealiseerd, los staande bijgebouwen zijn niet toegestaan.
Erfscheidingen Erfscheidingen zijn in deze gebieden niet gewenst. Indien een erfafscheiding toch noodzakelijk is, dan kan dit gebeuren met toepassing van een gladde draad met paaltjes. Andere toepassingen dienen zeer terughoudend te zijn en moeten bestaan uit natuurlijke materialen (geen schuttingen of stalen hekwerken).
84
DEELGEBIED 9 RECREATIEVE
een groepering van gebouwen zoals langs de Standweg in Nes. De richting van de gebouwen varieert.
Hoofdvorm De panden zijn groot tot zeer groot en hebben meestal
VOORZIENINGEN
een kantige vormbehandeling, incidenteel vloeiend. De massa-opbouw is samengesteld, incidenteel kantig. Centrumgebouwen bestaan uit 1 bouwlaag met een kap. De overige (appartementen)gebouwen bestaan uit twee of
Gebiedsbeschrijving
drie bouwlagen, meestal met een kap en soms met een terug liggende daklaag.
Ruimte Deze gebieden betreffen de grootschalige appartemen-
Aanzichten
tencomplexen zoals de Amelander Kaap, hotel Noordzee
Door de vrije ligging is meestal sprake van een alzijdige
en omgeving, Ostrea, Ameland State, en het Amelander
oriëntatie op het omliggende landschap. De compositie
Paradijs. Daarnaast gaat het ook om de ‘centrumvoorzie-
varieert, maar is meestal evenwichtig. De geleding is
ningen’ op de diverse recreatieterreinen zoals op Roosdu-
meestal horizontaal.
nen (met uitzondering van het gebouw op Duinoord). Het betreft in de meeste gevallen relatief grootschalige be-
Opmaak
bouwing langs of in de nabijheid van de wegen richting
Gebouwen zijn opgetrokken uit metselwerk (vaak geel) of
het strand. Ook hotel Hofker (in het dorp Nes) valt in dit
hout. De kap is meestal voorzien van dakpannen. Het
gebied. De gebouwen dateren uit de 2e helft van de vori-
kleurgebruik is meestal gedekt, met soms opvallende
ge eeuw.
accenten.
Plaatsing
Waardering
Gebouwen staan meestal vrij in de ruimte of op enige
Een aantal gebouwen van grote schaal mist de aanslui-
afstand van de weg. Het bebouwingsbeeld is open door
ting op de overige kleinschalige eilander bebouwing. Over
de vrije ligging of halfopen tot gesloten in het geval van
85
het algemeen is de uitstraling echter wel goed verzorgd. Waar sprake is van een sterke geleding van het bouwvolume en een toepassing van natuurlijke materialen (zoals de Amelander Kaap) is sprake van een positieve waardering.
Beleidsintentie In principe is de bestaande situatie maatgevend, alleen binnen het bestaande, huidige bouwvlak. Bij grootschalige veranderingen (sloop/herbouw) van deze nieuw te bouwen objecten is het noodzakelijk de gewenste beeldkwaliteit in een afzonderlijke set met welstandscriteria vast te leggen, welke aan de raad zal worden voorgelegd. Het beleid is geconcretiseerd door aan te geven of een afzonderlijk criterium strikt dient te worden gehandhaafd/gerespecteerd (Hr) of dat enige ruimte voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
86
Appartementencomplex de Amelander Kaap
Appartementencomplex Kaapsduun
Appartementencomplex Ostrea
Ameland State Nes
Strandweg Buren Amelander Paradijs
Strandweg Nes hotel en appartementen Noordsee
87
Centrumvoorzieningengebouw(en) Kleinvaarwater Buren.
Centrumvoorzieningengebouw(en) camping Roosdunen Ballum.
Centrumvoorzieningengebouw(en) camping Koudenburg Hollum.
Centrumvoorzieningengebouw(en) Boomhiemke Hollum.
Zwembad Ballum.
Centrumvoorzieningengebouw(en) Kiekduun Buren.
88
Welstandscriteria Opmaak Plaatsing -
gebouwen staan vrij in de ruimte en op enige afstand van de weg (Iw);
-
-
-
gebouwen zijn opgetrokken uit metselwerk (geel of rood) of hout (vergrijsd) (Hr);
-
het bebouwingsbeeld is open door de vrije ligging of
de kap is voorzien van dakpannen (bij voorkeur zwart, voor ‘centrumgebouwen’ rood) (Iw);
halfopen tot gesloten in het geval van een groepering
-
het kleurgebruik is gedekt (Iw);
van gebouwen zoals langs de Standweg in Nes (Iw);
-
grootschalige zinken en koperen daken worden niet
de richting van de gebouwen varieert (Hr).
toegestaan (Hr); -
Hoofdvorm
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
-
de relatieve omvang is groot tot zeer groot (Hr);
-
de vormbehandeling is kantig (Iw);
Reclame
-
de massa-opbouw is samengesteld (Iw);
De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terras-
-
centrumgebouwen bestaan meestal uit 1 bouwlaag
sen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
met een kap (Hr);
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
de overige (appartementen)gebouwen bestaan uit
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
-
twee of drie bouwlagen met een kap of een terug lig-
-
gende daklaag (Hr);
Zonnepanelen of –collectoren
bij zeer grote bouwmassa’s is sprake van een geleding
De welstandscriteria die ten aanzien van zonnepanelen of
in kleinere eenheden (Hr).
–collectoren gelden, zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria sub. 6.7 Zonnepanelen of –
Aanzichten -
collectoren.
gebouwen hebben een alzijdige oriëntatie op het omliggende landschap (Hr);
-
de compositie is evenwichtig (Hr);
-
de geleding is horizontaal (Iw).
89
DEELGEBIED 10 NATUURGEBIEDEN
van de eerste tot de tweede helft van de vorige eeuw.
Plaatsing Gebouwen zijn vrijstaand en sterk gerelateerd aan het omliggende duinlandschap en de aanwezige hoogteverschillen. Het bebouwingsbeeld is open.
Gebiedsbeschrijving
Hoofdvorm Gebouwen bestaan uit één bouwlaag met een (soms
Ruimte Het duingebied langs de noordzijde van het eiland is
forse) kap. De kapvorm, omvang en vormbehandeling varieert.
grotendeels onbebouwd. De incidenteel aanwezige bebouwing is vaak gerelateerd aan strandopgangen en betreft enkele vrijstaande (recreatie)woningen waaronder het Kooihuus bij Nes, maar ook enkele ‘complexen’ zoals
Aanzichten De gerichtheid is meestal alzijdig. De compositie en geleding van gebouwen varieert.
de Jeugdherberg en de vuurtorenwachterswoningen bij Hollum. Daarnaast valt het centrumgebouw van Duinoord (Nes) en de bebouwing op het vliegveld (Ballum) binnen dit gebied. Er zijn plannen het vliegveld qua bebouwing uit te breiden en de beleving op te waarderen. Uitgangspunt hierbij is dat de bebouwing aangepast moet worden
Opmaak Meestal zijn natuurlijke materialen toegepast voor de gevels: baksteen en/of hout. Woningen zijn meestal voorzien van een rieten kap. Verder komen daken met dakpannen, plaatmateriaal en vegetatiedaken voor.
aan de natuur en karakteristieke omgevingswaarden. Toepassing van materialen met een natuurlijke uitstraling zoals hout en b.v. vegetatiedaken spelen hierbij een belangrijke rol. Op het strand nabij de strandovergangen
Strandpaviljoens De strandpaviljoens zijn van hout en plaatmateriaal, met toepassing van veel glas en natuurlijke tinten.
staan verschillende strandpaviljoens en strandwachtposten. Alle strandpaviljoens zullen een permanente standplaats krijgen. De ouderdom van de gebouwen varieert
90
Gebouwen op het strand t.b.v. activiteiten voor watersport, outdoor, sport, vrijetijd e.d. De gebouwen zijn van hout en plaatmateriaal, met toepassing van veel glas en natuurlijke tinten.
Waardering Er is waardering voor de meestal goede inpassing in het duinlandschap door materiaal- en kleurgebruik, maar ook door situering (op een duintop of juist in een laagte) en beplanting (of het ontbreken daarvan).
Beleidsintentie Het uiterlijk van de bestaande gebouwen dient te worden gerespecteerd. Het beleid is gericht op het in stand houden en waar mogelijk versterken van de inpassing in de landschappelijke omgeving. Het beleid is geconcretiseerd door aan te geven of een afzonderlijk criterium strikt dient te worden gehandhaafd/gerespecteerd (Hr) of dat enige ruimte voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
91
Kooihuus aan het Westerpad
Strandpaviljoen Nes.
Jeugdherberg in Hollum.
Centrumgebouw camping Duinoord Nes
Strandpaviljoen Hollum.
Houtengebouw toren en havenkantoor. Hangaar van plaatstaal. Bij vervanging zal dit aan gepast moeten worden aan een materiaal toepassing met een natuurlijke uitstraling (hout, vegetatie daken o.g.).
92
Welstandscriteria
toegestaan (Hr); -
Plaatsing -
-
alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
gebouwen zijn vrijstaand en sterk gerelateerd aan het omliggende duinlandschap en de aanwezige hoogte-
Strandpaviljoens
verschillen (Hr);
-
het bebouwingsbeeld is open (Hr).
Hoofdvorm gebouwen bestaan uit één bouwlaag met een kap
strandpaviljoens bestaan uit één bouwlaag, met een flauw hellende kap (Hr);
-
-
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is
voor bebouwing op het strand zijn natuurlijke tinten toegestaan (Iw);
-
terrasschermen zijn transparant (Hr).
(tenzij op grond van het bestemmingsplan anders is toegestaan) of een plat dak. De kapvorm, omvang en
Gebouwen op het strand t.b.v. activiteiten voor water-
vormbehandeling varieert. Het bestaande omgevings-
sport, outdoor, sport, vrijetijd e.d.
beeld geldt bij de toetsing als uitgangspunt (Hr);
-
gebouwen bestaan uit één bouwlaag, met een flauw hellende kap (Hr);
Aanzichten -
de oriëntatie is alzijdig (Hr);
-
de gevelcompositie en -geleding varieert maar is in
-
voor bebouwing op het strand zijn natuurlijke tinten toegestaan (Iw);
-
terrasschermen zijn transparant (Hr).
evenwicht met de gevelvlakken en de architectuur van het pand (Hr).
Opmaak
Jeugdherberg -
de bebouwing bestaat uit een bouwlaag met kap
-
de dakbedekking bestaat uit rode dakpannen
-
het materiaalgebruik is natuurlijk (hout)
-
er is sprake van natuurlijk materiaalgebruik (Hr);
-
woningen zijn voorzien van een rieten kap (Iw);
-
het kleurgebruik is gedekt (Iw);
Vliegveld Ballum
-
de detaillering is zorgvuldig (Hr).
-
-
grootschalige zinken en koperen daken worden niet
Er zijn plannen het vliegveld qua bebouwing uit te breiden, te vernieuwen en de beleving op te waarde-
93
-
-
ren. Uitgangspunt hierbij is dat de bebouwing aange-
Reclame
past moet worden aan de natuur en karakteristieke
De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terras-
omgevingswaarden. Toepassing van materialen met
sen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
een natuurlijke uitstraling zoals hout en b.v. vegeta-
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
tiedaken spelen hierbij een belangrijke rol
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
De vliegveldbebouwing isop dit moment voorzien van lichte tinten. De hoofdvorm van de gebouwen is func-
Zonnepanelen of –collectoren
tioneel bepaald (verkeerstoren, ontvangstgebouw en
Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscrite-
hangar)
ria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die
Qua materiaal gaat de voorkeur uit naar hout, de
zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria
huidige hangar bestaat uit plaatmateriaal. Bij de uit-
sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
voering van de nieuwe planvorming wordt uitgegaan van hout of een qua uitstraling en verschijningsvorm gelijkwaardig materiaal. De dakbedekking zal bij voorkeur bestaan uit een vegetatiedak.
Woningcomplex bij vuurtoren -
voor de karakteristieke woningen bij het vuurtorencomplex zijn uitgebreidere criteria opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria sub. 6.1.
Overig verspreid staande bebouwing -
Bij verspreid staande bebouwing worden de bestaande bebouwingskenmerken, kleuren en materialen gehanteerd als uitgangspunt bij uitbreiding of verbouwingen.
94
DEELGEBIED 11 POLDERGEBIED
ge klinkerwegen en oude zandpaden.
Plaatsing De individuele panden zijn qua richting wisselend gerangschikt ten opzichte van de weg, boerderijen staan over het algemeen haaks op de weg. De panden zijn vrijstaand en op wisselende afstand van de weg geplaatst. Het be-
Gebiedsbeschrijving
bouwingsbeeld is open. Binnen de percelen is sprake van een clustering van hoofd- en bijgebouwen.
Ruimte Kenmerken van het poldergebied zijn de grote mate van openheid van het landschap, met verwegend grasland in een tamelijk rationele verkaveling als gevolg van verschillende ruilverkavelingen. De bebouwing is verspreid gesitueerd en bestaat overwegend uit agrarische bedrijfspercelen. Typerend is daarbij de concentratie van bebouwing langs enkele ontsluitingsassen, en de hier en daar aanwezige wegbeplantingen. Nieuwe bebouwing
Hoofdvorm Veel boerderijen zijn van het type kop-hals-romp. De bebouwing is middelgroot tot groot en bestaat uit één bouwlaag met een kap. Het schuurgedeelte van kop-halsromp boerderijen is voorzien van een forse kap. De kapvorm bestaat uit een zadeldak of een schilddak. De opbouw van de meeste panden is enkelvoudig met een kantige tot hoofdzakelijk kantige hoofdvorm.
bestaat uit schuren ten behoeve van deeltijdboeren. De bebouwing op de agrarische percelen bestaat meestal uit een hoofdgebouw in de vorm van een kop-hals-romp boerderij en eventueel aanvullende gebouwen in de vorm van (ligboxen)stallen, kapschuren en silo’s. De meeste bebouwing dateert uit de tweede helft van de vorige eeuw (ruilverkaveling jaren 50). Op een aantal plaatsen zijn nog landschappelijk cultuur-
Aanzichten De bebouwing is meerzijdig georiënteerd op de openbare ruimte. De gevelindeling van de woningen (‘kop’) is meestal evenwichtig gericht, de compositie is traditioneel. Bij de overige bebouwing zijn compositie en indelingskarakteristiek van de gevels wisselend met meestal horizontale belijningen.
historisch waardevolle elementen zichtbaar, zoals enkele oude dobben, de restanten van slenken, de nog aanwezi-
95
Opmaak
wingskenmerken. Het beleid is geconcretiseerd door aan
Voor de hoofdgebouwen zijn de gevels voornamelijk ge-
te geven of een afzonderlijk criterium strikt dient te wor-
maakt van genuanceerd geel gebakken stenen. De daken
den gehandhaafd/gerespecteerd (Hr), of dat enige ruimte
zijn gedekt met gebakken rode pannen. Stallen en schu-
voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is. Er zijn
ren, los van de kop-hals-romp boerderij zijn uitgevoerd in
afzonderlijke welstandscriteria opgenomen voor de tradi-
steen, plaatmateriaal of hout. Het kleurgebruik is over-
tionele bebouwing en voor de latere bebouwing.
wegend gedekt, afgestemd op de inpassing in het landschap. De detaillering is overwegend sober.
De Nije Pleats De Nije Pleats (fries voor ‘de nieuwe boerderij’) is een
Diversen
door de provincie Fryslân geïnitieerd project dat als doel
Veel percelen zijn voorzien van afschermende erfbeplan-
heeft om grote agrarische gebouwen inpasbaar te maken
ting.
in het Friese landschap. Het streven is om bij nieuwe agrarische ontwikkelingen (vergroten, vernieuwen van
Schuren voor deeltijdboeren
het agrarisch bedrijf) de Nije Pleats hierbij in te schake-
Deze staan los van de ‘normale’ percelen en zijn zorgvul-
len. Met name bij de plannen met megastallen is dit zeer
dige vormgegeven en ingepast in het landschap, meestal
wenselijk.
met gebruik van natuurlijke materialen (hout) en rode pannen.
Waardering Er bestaat een positieve waardering voor de relatie tussen de bebouwing en het open landschap en de typerende bebouwingskenmerken.
Beleidsintentie Het beleid is gericht op de instandhouding en waar mogelijk versterking van de bestaande waarden en bebou-
96
Agrarisch bedrijf in het poldergebied
Nieuwe schuur uitgevoerd in plaatmateriaal.
Agrarisch bedrijf kop-hals-romp boerderijen in het poldergebied.
Manegegebouw met een enkelvoudige hoofdvorm.
Nieuwe bebouwing agrarisch bedrijf
Recreatie bebouwing in poldergebied in de vorm van agrarische bebouwing
97
Welstandscriteria traditionele bebouwing
-
de vorm van de open en gesloten vlakken, de maatvoeringen en de verhoudingen zijn traditioneel (Iw);
Plaatsing -
gebouwen zijn vrijstaand (Hr);
-
de bebouwing op de agrarische percelen is zo veel
-
-
woningen kennen een eenvoudige gevelgeleding en compositie (Hr).
mogelijk geconcentreerd (de compacte clustering van
Kop-hals-romp boerderijen
gebouwen versterkt de idee van beschutting in het
Voor de kop-hals-romp boerderijen zijn uitgebreidere
open gebied) (Hr);
criteria opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria
de richting van gebouwen is wisselend, boerderijen
sub. 6.2.
staan over het algemeen haaks op de weg. De overwegende richting in het te toetsen omgevingsbeeld
Opmaak
geldt als uitgangspunt (Iw).
Stallen, loodsen en schuren: -
Hoofdvorm -
-
-
gebouwen bestaan uit één bouwlaag voorzien van een
taal, windbreekgaas en/of glas (Hr); -
platen, vezelcementplaat of staalplaat profiel ingeto-
gebouwen hebben een enkelvoudige hoofdvorm met
gen profilering (Hr);
een kantig of hoofdzakelijk kantig karakter (Hr);
-
de detaillering is meestal sober maar zorgvuldig (Iw);
aan-, en uitbouwen en bijgebouwen zijn onderge-
-
de kleurstelling van de gebouwen is gedekt en komt
schikt aan het hoofdgebouw, kennen een enkelvoudi-
overeen met de voor Ameland gebruikelijke kleuren
ge, kantige vorm en veelal een lage gootlijn (Iw).
(geel genuanceerde steen en rode dakpan) (Hr);
Aanzichten
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
de hoofdgebouwen, zoals o.a. de woonfunctie, zijn naar de weg gekeerd (Hr);
-
materiaalgebruik dak bestaat uit dakpannen, dakpan-
kap (schilddak of zadeldak) (Hr);
-
-
het materiaalgebruik bestaat uit baksteen, hout, me-
het hoofdaccent van de gevelindeling is evenwichtig (Iw);
Opmaak (bedrijfs-)woningen:
het materiaalgebruik bestaat uit baksteen, hout
98
en/of glas (Hr);
elementen.
materiaalgebruik dak bestaat uit dakpannen (Hr);
Schuren voor hobby- en deeltijdboeren
de detaillering is zorgvuldig (Hr).
Deze voldoen aan de richtlijnen zoals opgenomen in de
grootschalige zinken en koperen daken worden
nota ‘Schuilgelegenheden voor dieren van dierenhouders
niet toegestaan (Hr);
/ hobbyboeren en deeltijdboeren en opstallen bij groente-
bij toepassing van zink of koper als dakbedek-
tuintjes’ (Bijlage 4).
king is alleen de gepatineerde versie toegestaan
(Hr).
Reclame
de kleurstelling van de gebouwen is gedekt en
De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terras-
komt overeen met de voor Ameland gebruikelij-
sen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
ke kleuren (geel genuanceerde steen en rode
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
dakpan) (Hr);
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
Diversen -
-
-
Zonnepanelen of –collectoren
rond en op de bouwpercelen is afschermende beplan-
Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscrite-
ting aangebracht;
ria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die
opslag is geconcentreerd op of in directe aansluiting
zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria
van de bouwpercelen;
sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
voor opslag worden zwarte of donkergrijze verpakkings- en afdekmaterialen gebruikt;
-
er worden alleen natuurlijke afrasteringen of afrasteringen bestaande uit houten paaltjes en draad toegepast;
-
houten hekken verdienen de voorkeur boven metalen hekken;
-
in stand houden van de cultuurhistorisch waardevolle
99
Welstandscriteria latere bebouwing
(Iw); -
Plaatsing
de vorm van de open en gesloten vlakken, de maatvoeringen en de verhoudingen zijn traditioneel (Iw);
-
gebouwen zijn vrijstaand (Hr);
-
de bebouwing op de agrarische percelen is zo veel
Opmaak
mogelijk geconcentreerd (de compacte clustering van
-
gebouwen versterkt de idee van beschutting in het
-
-
-
het materiaalgebruik bestaat uit baksteen, plaatmateriaal, kunststof, hout en/of glas (Hr);
open gebied) (Iw);
-
de detaillering is meestal sober maar zorgvuldig (Iw);
de richting van gebouwen is wisselend. De overwe-
-
de kleurstelling van de gebouwen is gedekt en komt
gende richting in het te toetsen bestaande omge-
overeen met de voor Ameland gebruikelijke kleuren
vingsbeeld geldt als uitgangspunt (Hr);
(geel genuanceerde steen en rode dakpan) (Hr);
(Ligboxen)stallen of schuren bij kop-hals-
-
(Ligboxen(stallen) en vergelijkbare grote schuren
rompboerderijen worden terug liggend geplaatst (Hr).
hebben een rode dan wel donkergrijze (matte kleu-
bij een nieuwe vestiging van bedrijfsgebouwen moet
ren) dakbedekking;
worden voldaan aan de geldende criteria.
-
grootschalige zinken en koperen daken worden niet toegestaan (Hr);
Hoofdvorm -
-
gebouwen bestaan uit één bouwlaag voorzien van een
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
kap (schilddak of zadeldak) (Hr); -
-
gebouwen hebben een enkelvoudige hoofdvorm met
Diversen
een kantig of hoofdzakelijk kantig karakter (Hr);
-
aan-, en uitbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw, kennen een enkelvoudi-
ting aangebracht; -
ge, kantige vorm en veelal een lage gootlijn (Iw).
Aanzichten het hoofdaccent van de gevelindeling is evenwichtig
opslag is geconcentreerd op of in directe aansluiting van de bouwpercelen;
-
-
rond en op de bouwpercelen is afschermende beplan-
voor opslag worden zwarte of donkergrijze verpakkings- en afdekmaterialen gebruikt;
-
er worden alleen natuurlijke afrasteringen of afraste-
100
ringen bestaande uit houten paaltjes en draad toegepast; -
houten hekken verdienen de voorkeur boven metalen hekken;
-
in stand houden van de cultuurhistorisch waardevolle elementen.
De Nije Pleats Het streven is om bij nieuwe agrarische ontwikkelingen (vergroten, vernieuwen van het agrarisch bedrijf) de Nije Pleats hierbij in te schakelen. Met name bij de plannen met megastallen is dit zeer wenselijk.
101
DEELGEBIED 12 CULTUURGROND
Waardering Er bestaat een positieve waardering voor het open landschap en de typerende landschappelijk cultuurhistorisch waardevolle elementen.
Beleidsintentie Het beleid is gericht op de instandhouding en waar mogeGebiedsbeschrijving
lijk versterking van de bestaande landschappelijke waarden, cultuurhistorische waarden en bebouwingskenmer-
Ruimte Kenmerken van de cultuurgrond zijn de grote mate van openheid van het landschap, met overwegend grasland in een tamelijk rationele verkaveling. De kavels verschillen
ken. Het beleid is geconcretiseerd door aan te geven of een afzonderlijk criterium strikt dient te worden gehandhaafd/gerespecteerd (Hr), of dat enige ruimte voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
echter wel van elkaar in afmeting. In het deelgebied is op één enkele plaats (aan de zuidzijde) bebouwing aanwezig, het betreft een agrarisch bedrijfsperceel. De bebouwing bestaat uit een stelpboerderij met een tweetal kleine bijgebouwen/bouwwerken. Nieuwe bebouwing is in het gebied niet toegestaan.
Op een aantal plaatsen zijn nog landschappelijk cultuurhistorisch waardevolle elementen zichtbaar, zoals de aarden wallen aan de zuidwestzijde van Nes die vroeger de scheiding vormden tussen het in cultuur gebrachte land direct tegen de bebouwde kom en het woeste onontgonnen buitengebied.
102
Schapenschuur aan de Achterdijken in Nes
Oude zeekering Achterdijken
103
Welstandscriteria
-
de vorm van de open en gesloten vlakken, de maatvoeringen en de verhoudingen zijn traditioneel (Iw).
Plaatsing -
gebouwen zijn vrijstaand (Hr);
Opmaak
-
de bebouwing op de agrarische percelen is zo veel
-
mogelijk geconcentreerd (de compacte clustering van gebouwen versterkt de idee van beschutting in het
glas (Hr); -
open gebied) (Hr); -
de richting van gebouwen is wisselend, boerderijen
het materiaalgebruik bestaat uit baksteen, hout en/of
daken van zijn volledig gedekt met rode gebakken dakpannen (Hr);
-
staan meestal haaks op de weg. De overwegende
voor bijgebouwen wordt geen damwand als dakbedekking gebruikt (Hr);
richting in het te toetsen omgevingsbeeld geldt als
-
de detaillering is meestal sober maar zorgvuldig (Iw);
uitgangspunt (Iw).
-
de kleurstelling van de gebouwen is gedekt en komt overeen met de voor Ameland gebruikelijke kleuren
Hoofdvorm -
gebouwen bestaan uit één bouwlaag voorzien van een
(geel genuanceerde steen en rode dakpan) (Hr); -
kap (schilddak of zadeldak), tenzij op grond van het bestemmingsplan anders is toegestaan (Hr); -
grootschalige zinken en koperen daken worden niet toegestaan (Hr);
-
gebouwen hebben een enkelvoudige hoofdvorm met
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
een kantig of hoofdzakelijk kantig karakter (Hr); -
aan-, en uitbouwen en bijgebouwen zijn onderge-
Diversen
schikt aan het hoofdgebouw, kennen een enkelvoudi-
-
ge, kantige vorm en veelal een lage gootlijn (Iw).
opslag is geconcentreerd op of in directe aansluiting van de bouwpercelen;
Aanzichten
voor opslag worden zwarte of donkergrijze verpakkings- en afdekmaterialen gebruikt;
-
de woonfunctie is naar de weg gekeerd (Hr);
-
het hoofdaccent van de gevelindeling is evenwichtig
ringen bestaande uit houten paaltjes en draad toege-
(Iw);
past;
-
er worden alleen natuurlijke afrasteringen of afraste-
104
-
houten hekken verdienen de voorkeur boven metalen hekken;
-
in stand houden van de landschappelijke en cultuurhistorisch waardevolle elementen.
Reclame De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terrassen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2 (Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage 3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
Zonnepanelen of –collectoren Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscriteria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
105
DEELGEBIED 13 SPORTVELDEN
Waardering De combinatie van vrijstaande bebouwing in een open groene setting is het belangrijkste kenmerk. De bebouwing heeft (ondanks de soms grote hoofdvorm), een eenvoudige uitstraling. De veranderingen zullen zich met name beperken tot (kleinschalige) aanpassingen en (ge-
Gebiedsbeschrijving
Binnen de gemeente liggen enkele sportterreinen waaronder het terrein aan de noordzijde van Hollum, de sporthal en tennisvelden in Nes en het terrein tussen Nes en Buren. Deze terreinen worden in veel gevallen omzoomd met hoog opgaand groen dat het zicht op de ruimte en bebouwing gedeeltelijk ontneemt. Opvallende elementen worden gevormd door enkele ‘antennemasten’.
vel)vernieuwing.
Beleidsintentie Inzet voor het welstandsbeleid is het behoud van het basiskarakter van het terrein met functionele vormgeving en een losse bebouwingsstructuur. Aandachtspunt is de recreatieve functie van de bebouwing af te stemmen op het omringende landschappelijke karakter. Het beleid is geconcretiseerd door aan te geven of een afzonderlijk criterium strikt dient te worden gehand-
Op de terreinen staan ten behoeve van de sportfunctie gebouwde voorzieningen (sporthal, kantines, douche- en
haafd/gerespecteerd (Hr), of dat enige ruimte voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
toiletvoorzieningen, etc.). De bebouwing is doorgaans vrijstaand en eenvoudig qua hoofdvorm. Meestal zijn de gebouwen opgebouwd uit één laag met (meestal) een plat dak. De sporthallen zijn hoger (hoogte twee lagen, waarbij de bovenbouw zodanig is vormgegeven dat de suggestie van een kap wordt gewekt. De gevels zijn opgebouwd uit baksteen en/of beplating van damwandprofiel en kennen een eenvoudige detaillering. Het kleurgebruik is wisselend.
106
Sporthal Hollum
Sporthal Nes
Sport terrein Nes Buren (Geel Wit terrein)
107
Welstandscriteria
-
de gevelgeleding en -compositie heeft hoofdzakelijk een horizontaal karakter en is evenwichtig en afge-
Plaatsing
stemd op de architectuur van het gebouw (Hr).
-
gebouwen staan vrij in de ruimte (Hr);
-
er is sprake van een open bebouwingsbeeld (Hr);
Opmaak
-
de richting van gebouwen is wisselend (Hr);
-
de detaillering is eenvoudig maar zorgvuldig (Hr);
-
de positie en oriëntatie dient zich te voegen in de
-
materiaal en kleurgebruik passend in de landschappe-
groene omgeving. Indien er sprake is van aanvullende nieuwbouw zal deze opgenomen worden in een cluste-
lijke omgeving (Hr); -
ring en dient het bouwwerk zich te voegen naar het bestaande hoofdgebouw (Hr).
grootschalige zinken en koperen daken worden niet toegestaan (Hr);
-
bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
Hoofdvorm -
-
gebouwen bestaan uit één bouwlaag of een vergelijk-
Reclame
baar volume met een suggestie van een kap, tenzij
De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terras-
op grond van het bestemmingsplan anders is toege-
sen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
staan (Iw);
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
gebouwen hebben een enkelvoudige of samengestelde
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
hoofdvorm (Iw); -
de relatieve omvang varieert (Hr);
Zonnepanelen of –collectoren
-
gebouwen kennen een kantige hoofdvorm (Iw).
Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscrite-
-
Bij uitbreiding is een samenhangend totaalbeeld het
ria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die
uitgangspunt voor de toetsing (Hr).
zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
Aanzichten -
gebouwen zijn in principe op de (interne ontsluitings)weg georiënteerd (Iw);
108
DEELGEBIED 14 HAVENGEBIED
enkelvoudige als samengestelde hoofdvorm en geen bijgebouwen. De gebouwen bestaan uit één laag met een kap of een platdak. Naast een duidelijk functioneel karakter, hebben de gebouwen ook een representatief (publieksgericht) karakter.
Aanzichten Gebiedsbeschrijving
De gebouwen zijn alzijdig gericht. De gevelindeling is per pand verschillend, maar wordt meestal gekenmerkt door
Ruimte De Amelander havens worden gevormd door het gebied rond de Veerdam bij Nes en in de Ballumerbocht. De hier aanwezige bebouwing bestaat uit individuele panden waaronder dat van de KNRM (Ballumerbocht) en Wagenborg en enkele bedrijfspanden (Nes, waaronder horeca). Daarnaast liggen in het havengebied aanlegplaatsen van de veerboten en de recreatievaart.
een horizontale indeling. Opmaak De gevels van de gebouwen bestaat uit voornamelijk steenachtige materialen (vaak grijze betonsteen als basis), en/of hout en glas. Publieksgerichte representatieve delen zijn (gedeeltelijk) transparant. Het kleurgebruik bestaat uit gedekte tinten met enkele feller gekleurde accenten in de kleuren blauw en rood, waarmee het ‘havenkarakter’ wordt geaccentueerd. De
Plaatsing
detaillering is wisselend.
De plaatsing van de gebouwen is divers, maar altijd vrij in de ruimte. Door de openheid van het haventerrein en de zichtbaarheid van de gebouwen vanaf het water zijn de gebouwen van diverse kanten te benaderen. Er be-
Waardering Over het algemeen wordt het bestaande beeld positief gewaardeerd.
staat geen relatie tussen de plaatsing van de gebouwen onderling.
Beleidsintentie Het beleid is gericht op het behoud van de huidige beeld-
Hoofdvorm
kwaliteit. Het beleid is geconcretiseerd door aan te geven
De afmetingen zijn divers. De panden hebben zowel een
109
of een afzonderlijk criterium strikt dient te worden gehandhaafd/gerespecteerd (Hr), of dat enige ruimte voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
110
Veerdam Nes
Restaurant, fietsenverhuur en havenkantoor
Havenkantoor jachthaven.
Toilet- en onderhoudsgebouw Rijkswaterstaat.
KNRM gebouw Ballumerbocht.
Bouwwerk t.b.v. aanmeren van veerboot.
111
Welstandscriteria
-
Bij toepassing van zink of koper als dakbedekking is alleen de gepatineerde versie toegestaan (Hr).
Plaatsing -
er is sprake van vrijstaande bebouwing (Hr).
Reclame De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terras-
Hoofdvorm -
-
sen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
de gebouwen bestaan uit één bouwlaag met een kap
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
(Hr);
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
de individuele gebouwen hebben een enkelvoudige massa-opbouw (Iw);
-
-
de relatieve omvang van de gebouwen is klein tot
Zonnepanelen of –collectoren
middelgroot (Iw);
Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscrite-
er zijn geen aan- en uitbouwen (Hr).
ria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria
Aanzichten -
de bebouwing is alzijdig gericht (Hr);
-
de gevelindeling is divers, waarbij een horizontale
sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
indeling overheerst (Iw).
Opmaak -
het materiaalgebruik bestaat uit steen, deels met geveldelen van hout, glas, trespa of kunststof (Hr);
-
de kleuren zijn gedekt, waarbij accenten in de kleuren blauw en rood worden toegepast (Hr);
-
de detaillering is zorgvuldig (Hr).
-
grootschalige zinken en koperen daken worden niet toegestaan(Hr).
112
DEELGEBIED 15 RECREATIEWONINGEN
plaatst in het terrein, waarbij de richting varieert en waarbij de aanwezige duinvorming wordt gerespecteerd. Het bebouwingsbeeld is open.
Hoofdvorm De recreatiewoningen zijn groot van omvang en bestaan uit één bouwlaag met kap. De kap bestaat uit een combiGebiedsbeschrijving
natie van schilddak en zadeldak. Daarmee is sprake van een vloeiende vormbehandeling (‘afgeronde’ vorm). De
Ruimte De recreatiewoningen zijn gesitueerd midden op het campingterrein van Kleinvaarwater aan de Kleinvaarwaterweg te Buren, de locatie aan de Zwarteweg te Nes en de locatie Ridderweg 16. Gezien de ligging van de locaties en de verschijningsvorm van het gebouwde sluiten deze Kleinvaarwaterweg Buren
locaties het beste aan bij de criteria van deelgebied 6 recreatiewoningen met rieten kap zij het dat de criteria op enkele punten afwijkt en dus afwijkend omschreven moet worden zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en bebouwingskarakteristiek van het gebied. Er is sprake van een projectmatige opzet. De recreatiewoningen aan de Kleinvaarwaterweg worden voor het grootste deel gebouwd in de verschijningsvorm die refereert naar boerderijtjes uit het dorp.
Zwarteweg Nes
Plaatsing
hoofdmassa is enkelvoudig. Bijgebouwen zijn aangebouwd aan en ondergeschikt aan de hoofdmassa of geïntegreerd in de hoofdmassa. Aanzichten Door het vrijstaande karakter en de plaatsing in het natuurlijke terrein zijn de woningen alzijdig gericht. De recreatiewoningen hebben een individueel karakter. De geleding en compositie van de gevels zijn evenwichtig. Opmaak De daken zijn voorzien van keramisch rode dakpannen. De gevels bestaan uit een metselwerk in een gele steen, gecombineerd met houten geveldelen. Er is sprake van verschillend kleurgebruik voor de kozijnen, ramen en deuren. De gevels van de recreatiewoningen aan de Zwarteweg zijn wit geschilderd.
Diversen
De recreatiewoningen zijn vrijstaand en willekeurig ge-
113
Bepalend voor de kwaliteit van de terreinen is de aanwe-
-
zigheid van het oorspronkelijk duinlandschap en het ont-
de plaatsing is willekeurig in het terrein, waarbij de richting varieert (Hr);
breken van nadrukkelijk aanwezige erfscheidingen (deze
-
het bebouwingsbeeld is open tot zeer open (Hr);
zijn zeer terughoudend, transparant en bestaan uit na-
-
terrasschermen en andere bouwwerken zijn onopval-
tuurlijke materialen; geen schuttingen).
lend en in een juiste verhouding tot de recreatiewoning (Hr).
Waardering De inpassing in het duingebied (Kleinvaarwater) zowel
Hoofdvorm
door vorm-, materiaal- en kleurgebruik, als door het
-
natuurlijke karakter van het terrein en het ontbreken van
het aanzicht van de recreatiewoningen manifesteert zich als één bouwlaag met kap;
nadrukkelijke erfscheidingen wordt zeer hoog gewaar-
-
de relatieve omvang is groot (Iw);
deerd.
-
de kap bestaat uit een schilddak en zadeldak (Hr);
-
lessenaarsdaken en afgeknotte daken komen niet
Beleidsintentie
voor (Hr);
Het beleid is gericht op het in stand houden en waar
-
de vormbehandeling is vloeiend (Iw);
mogelijk versterken van de hoge ruimtelijke kwaliteit van
-
de hoofdmassa is enkelvoudig (Iw);
de terreinen voor recreatiewoningen. De natuurlijke- en
-
bijgebouwen zijn aangebouwd aan en ondergeschikt
landschappelijke waarden van de terreinen dienen daarbij
aan de hoofdmassa of geïntegreerd in de hoofdmassa.
te worden beschermd. Het beleid is geconcretiseerd door
De nokhoogte bij een aanbouw moet tenminste 1 me-
aan te geven of een afzonderlijk criterium strikt dient te
ter lager liggen dan de nok van het hoofdgebouw.
worden gehandhaafd/gerespecteerd (Hr) of dat enige
(Hr);
ruimte voor incidentele wijzigingen (Iw) aanwezig is.
-
Welstandscriteria
Aanzichten
Plaatsing -
recreatiewoningen zijn vrijstaand (Hr);
vrijstaande bijgebouwen komen niet voor (Hr).
-
de recreatiewoningen zijn alzijdig gericht (Iw);
-
de geleding en compositie van de gevels zijn evenwichtig (Iw);
114
-
terrasschermen en ander bouwwerken zijn onopval-
schuttingen of stalen hekwerken).
lend (Hr); -
de recreatiewoning manifesteert zich vanaf de weg of
Zwembaden
het openbare gebied als één bouwlaag met kap.
-
buitenzwembaden zijn niet toegestaan;
-
jacuzzi’s zijn slechts toegestaan aan de achterzijde en
Opmaak -
de gevels bestaan uit een metselwerk in een gele steen, eventueel gecombineerd met houten gevelde-
in de directe nabijheid van de recreatiewoning -
jacuzzi’s zijn niet zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied.
len (of alternatieven in andere materialen zoals kunst-
-
-
stof of staal (mits ze dezelfde uitstraling hebben)
Zonnepanelen of –collectoren
(Hr);
Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscrite-
kappen zijn voorzien van keramisch rode dakpannen
ria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die
(Hr);
zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria
het kleurgebruik voor het schilderwerk is verschillend
sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
per recreatiewoning (Iw); -
het schilderen van stenen recreatiewoningen is niet toegestaan (Hr);
-
de detaillering is sober maar zorgvuldig (Iw);
-
voor dakafdekking mag geen zink en koper worden gebruikt (Hr).
Erfscheidingen Erfscheidingen zijn in deze gebieden niet gewenst. Indien een erfafscheiding toch noodzakelijk is, dan kan dit gebeuren met toepassing van een gladde draad met paaltjes. Andere toepassingen dienen zeer terughoudend zijn en moeten bestaan uit natuurlijke materialen (geen
115
6
OBJECTGERICHTE CRITERIA
oorspronkelijk zijn gebouwd voor het personeel van de vuurtoren.
Plaatsing De woningen zijn iets ten zuiden van de vuurtoren gebouwd en gerangschikt rond een pleintje.
Hoofdvorm
6.1
Woningen bij vuurtorencomplex
De woningen bestaan uit een bouwlaag met kap.
Monumenten en panden die in het bestemmingsplan als
Aanzichten en opmaak
karakteristiek of beeldbepalend worden aangemerkt wor-
De woningen zijn opgetrokken uit baksteen die zijn be-
den binnen de welstandsgebieden als bijzonder waardevol
pleisterd met uitzondering van één blok woningen. Het
beschouwd. Bouwplannen met betrekking tot deze cate-
dak is bedekt met dakpannen.
gorie monumentale bouwwerken worden door een integrale monumenten- en welstandscommissie getoetst. Om
Waardering
de cultuurhistorische en architectuurhistorische kwalitei-
De woningen zijn aangemerkt als Rijksmonument.
ten te waarborgen is een toetsing op basis van alleen de gebiedsgerichte criteria onvoldoende. Voor rijksmonu-
Beleidsintentie
menten wordt de redengevende omschrijving als kader
Behoud van de monumentale woningen.
worden gehanteerd waarbinnen de toetsing zal plaatsvinden.
Objectbeschrijving
Ruimte Bij de vuurtoren staat een cluster van 7 woningen die
116
Vuurtoren woningen
Ligging van het complex ten opzichte van de vuurtoren.
117
Welstandscriteria
Opmaak
Bij verbouwingen, onder meer ten behoeve van functie-
-
veranderingen van de traditionele woningen nabij het
de woningen zijn opgetrokken in baksteen (kleur bruin of rood) of in blokvorm gestukadoord.
vuurtoren-complex op Ameland gelden de volgende wel-
-
De daken zijn voorzien van gesmoorde pannen
standscriteria.
-
Kunststof kozijnen, daklijsten e.d. komen niet voor (het betreft een Rijksmonument)
Algemeen -
een bouwplan dient in overeenstemming te zijn met de beleidsintentie.
Plaatsing: -
evenwijdig aan de weg;
-
de woning is vrijstaand op een eigen erf gesitueerd.
Hoofdvorm -
de woningen bestaan uit een bouwlaag met kap;
-
aanbouwen die het oorspronkelijke karakter teniet doen zijn niet toegestaan.
Aanzichten -
het woongedeelte heeft een symmetrische gevelindeling met verticale openingen en horizontale accenten;
-
het dakvlak heeft een gesloten karakter (een beperkt aantal kleine openingen);
-
geen dakkapellen.
118
6.2
Kop-hals-romp boerderijen
Beleidsintentie Het beleid is gericht op het in stand houden en waar
Objectbeschrijving Het poldergebied bij Ballum en Hollum wordt gekenmerkt door agrarische bebouwing. Op de plaatsen waar in de vijftiger jaren van de vorige eeuw, de eerste boerderijen zijn gebouwd bestonden die aanvankelijk alleen uit kophals-romp boerderijen. Later zijn deze bedrijven uitgebreid met ligboxenstallen, (kap)schuren, voer- en
mogelijk versterken van de bestaande waarden en bebouwingskenmerken. Het restaureren van de bebouwing heeft de voorkeur boven sloop en vervangende nieuwbouw. Als sloop en vervangende nieuwbouw niet voorkomen kan worden dan dient te worden gestreefd naar het terug brengen van de oorspronkelijke bebouwingskernmerken.
(kunst)mest silo’s. De kop-hals-romp boerderijen worden vanuit historisch oogpunt dan ook gezien dan ook een beeldbepalende elementen in het agrarisch gebied. Ook op andere plaatsen op het eiland komen kop-hals-romp boerderijen voor.
Waardering Er bestaat een positieve waardering voor de kenmerkende kop-hals-romp boerderijen in het buitengebied.
119
Kop-hals-romp boerderij.
Renovatie en nieuwbouw agrarische bedrijfsgebouwen. Woonhuis gedeelte is gesloopt en herbouwt met invulling gevende aan de nieuwe wensen en eisen van deze tijd.
Agrarisch bedrijf kop-hals-romp boerderijen in het poldergebied.
120
Welstandscriteria Bij de beoordeling van bouwplannen voor kop/hals/romp
Opmaak
boerderijen geldt het bestaande bebouwingsbeeld als
-
uitgangspunt (Hr).
De gevels zijn van geel genuanceerde gebakken steen;
-
de daken zijn gedekt met gebakken rode dakpannen.
Plaatsing
Het kleurgebruik is overwegend gebroken wit met
-
donkergroen (Hr).
De kop-hals-romp boerderijen staan overwegend haaks op de weg. De afstand tot de weg is wisselend (Iw).
Reclame De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terras-
Hoofdvorm
sen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
-
Het voorhuis (woonhuis) bestaat uit één bouwlaag
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
met kap. Het schuurgedeelte is voorzien van een forse
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
kap die hoger is dan het woonhuis. De kapvorm van het woonhuis bestaat uit een zadeldak en de schuur heeft een schilddak. De opbouw is enkelvoudig met een kantige hoofdvorm (Hr).
Zonnepanelen of –collectoren Voor zover niet vergunningsvrij gelden de welstandscriteria die ten aanzien van zonnepanelen of –collectoren die zijn opgenomen in hoofdstuk 6 Objectgerichte criteria
Aanzichten -
sub. 6.7 Zonnepanelen of –collectoren.
Gevels en daken van de kop-hals-romp boerderijen moeten ongeschonden blijven. Toevoegingen zoals (dak)ramen en dakkapellen dienen beperkt te blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de eisen met betrekking tot daglichttoetreding (Iw);
- de gevelindeling van de woningen (‘de kop’) is evenwichtig gericht, de compositie is traditioneel (Hr).
121
6.3
Nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen
In hoofdstuk 7 staat omschreven hoe om te gaan bij nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen waar nog geen gebiedsgerichte toetsingskaders voor zijn. De gebiedsgerichte toetsingskaders zijn gebaseerd op bestaand bebouwd gebied en de nieuwe bouwplannen dienen hier bij aan te sluiten. Voor grotere nieuwbouw- en (her)ontwikkelingslocaties is een meer ontwerpende benadering aan de orde en is er meestal sprake van een nieuwe stedenbouwkundige opzet. Zodra een groter project aan de orde is zal daarvoor een beoordelingskader met (tijdelijke) welstandscriteria moeten op- en vastgesteld worden. In de afgelopen jaren zijn er verschillende bouwplannen c.q. projecten gerealiseerd waar in eerste instantie nog geen welstandscriteria voor handen was. Deze bouwplannen / projecten zijn terug te vinden in bijlage 6 met de daarbij behorende omschrijving en criteria. Bij nieuwe ontwikkelingen zal deze bijlage aangepast worden.
122
6.4
Schoorsteenpijpen en afvoerkanalen
bebouwing. Hiertoe zijn een aantal wel-standscriteria opgenomen.
Objectbeschrijving Ruimte
Welstandcriteria
Voor de afvoer van lucht, rook en kookdampen zijn op verscheidene gebouwen schoorsteenpijpen, afvoerkanalen en/of afvoerinstallaties aanwezig. Dit komt in vrijwel
Plaatsing -
De schoorsteenpijpen bevinden zich bij voorkeur inpandig of op de achterkant van het dakvlak (gezien
alle deelgebieden voor.
vanaf de straatzijde). Plaatsing De schoorsteenpijpen en afvoerkanalen bevinden zich op het dak bij voorkeur inpandig van de gebouwen. Wat niet
-
Metalen afvoerkanalen zijn niet zichtbaar tenzij ze in een matte gedekte kleur (donker grijs) RAL 7022 of gelijkwaardig worden uitgevoerd.
gewenst is om dit aan de voorkant te hebben. Afzuiginstallaties worden inpandig aangebracht.
Hoofdvorm De afvoerkanalen liggen plat over het dak en de schoorsteenpijpen bevinden zich staand op het dak.
Aanzichten en opmaak Het materiaal dat overwegend wordt toegepast is metaal (aluminium) in matte uitvoering of donker grijs.
Beleidsintentie Om te voorkomen dat afvoerkanalen en schoorsteenpijpen een blik-vanger worden is het beleid erop gericht deze zo subtiel mogelijk in te passen bij de bestaande
123
Voorbeeld van een schoorsteenpijp hoe het niet moet.
Voorbeeld van een afzuiginstallatie op een plat dak hoe het niet moet.
Donker grijze afvoer pijp op het dak.
Toepassingen die afbreuk doen aan de panden.
124
6.5
Reclame en terrassen
Zonnepanelen dragen bij aan een duurzame energievoorzieningen. De gemeente Ameland wil het gebruik van zonnepanelen dan ook stimuleren.
De welstandscriteria die ten aanzien van reclame, terrassen en dergelijke gelden, zijn opgenomen in bijlage 2
De beschermde dorpsgezichten van Ameland hebben een waardevol monumentaal, historisch en cul-
(Nota Reclamebeleid gemeente Ameland 2010) en bijlage
tureel karakter. Dit karakter dient behouden te blij-
3 (Nota Terrassenbeleid gemeente Ameland 2011).
ven.
6.6
Schuilgelegenheden voor dieren van
Voor zover niet vergunningsvrij gelden de onderstaande welstandscriteria.
dierhouders / hobbyboeren en deeltijdboeren en opstallen bij groente-
-
toevoeging aan een hoofdgebouw, een aan- of uit-
tuintjes
bouw of een bijgebouw (Hr). -
De welstandscriteria die ten aanzien van schuilgelegenheden voor dieren en dergelijke gelden, zijn opgenomen
Een zonnepaneel of –collector is niet zichtbaar vanaf het openbaar gebied (Iw).
-
in bijlage 4 (Nota Schuilgelegenheden voor dieren van
De plaatsing van een zonnepaneel of –collector op een aanbouw of bijgebouw heeft de voorkeur boven plaat-
dierhouders / hobbyboeren en deeltijdboeren en opstallen bij groentetuintjes 2010) .
Een zonnepaneel of –collector is een ondergeschikte
sing op het hoofdgebouw (Iw). -
De plaatsing van zonnepanelen of –collectoren is evenwichtig en is afgestemd op het dakvlak waarop ze worden geplaatst (Hr).
6.7
Zonnepanelen of –collectoren
-
collector ondergeschikt binnen dit vlak (Hr).
buiten het beschermde dorpsgezicht Bij het opstellen van deze welstandscriteria is uitgegaan van de volgende uitgangspunten:
Op een schuin dakvlak is het zonnepaneel of –
Voorkeur om zonnepanelen uit te voeren in de vorm van dakramen ingelegd in de pannen of ingelegd in het riet conform een dakraam
125
-
Bij meerdere panelen/collectoren is er een regelmatige rangschikking op horizontale of verticale lijnen met een duidelijke ordening (Hr).
-
Op platte daken mag de hellingshoek maximaal 35 graden zijn en de afstand tot de dakrand moet ten minste gelijk zijn aan de hoogte van het zonnepaneel of de collector (Hr).
-
Zonnepanelen of –collectoren worden niet geplaatst op plat afgedekte dakkapellen (Hr).
-
Bij schuine daken vormt een zonnepaneel of –collector één geheel met het dak (Hr).
-
Bij plat afgedekte daken is de draagconstructie zo onopvallend mogelijk vormgegeven (Hr).
-
Een zonnepaneel of –collector en de draagconstructie zijn als één geheel vorm gegeven (Hr).
-
De installatie voor het opslaan van water of voor de opwekking van elektriciteit vindt inpandig plaats (Hr).
-
De kleur van een zonnepaneel of –collector komt overeen met het achterliggende dakvlak of is zwart, antraciet of donkergrijs (geen hoogglans) (Hr).
126
Natuurcentrum zonne panelen mee opgenomen in het ontwerp en kleurstelling van het gebouw
Grootste gedeelte van het dakvlak is dicht gelegd met zonnepanelen. Tevens zijn er verschillende soorten gebruikt (maatvoering etc.). Het zijn wel elementen van deze tijd maar of het de verschijningsvorm van de woning ten goede komt is maar de vraag.
Zonnepanelen op een traditionele kop-hals-romp boerderij.
Toepassing van een losstaand zonnepaneel.
Zonnepanelen toegepast bij een recreatiewoning met een flauwe kap.
127
6.8
Windmolens, turbines e.d.
geen opgenomen in de nota “klein windturbines Ameland” en het nu volgende.
Bij de vorig welstandsnota waren er nog geen beoordelingscriteria opgenomen voor windturbines c.q. -molens. De gemeente Ameland heeft als doelstelling het eiland in
Objectgerichte criteria voor kleine windturbines tot 10 m hoogte
2020 zelfvoorzienend te laten zijn in de energiebehoefte. Een mogelijkheid om duurzame energie op te wekken is het plaatsen van kleine windturbines c.q. -molens. De ontwikkelingen met betrekking tot windenergie hebben niet stil gestaan en ontwikkelen zich steeds verder. Mogelijkheden, aanvragen en regelgeving zijn veranderd en spelen in op de huidige mogelijkheden en ontwikkelingen. Objectgerichte beoordelingscriteria voor windturbines c.q. -molens moeten dan ook aan de welstandsnota worden toegevoegd. Het bestemmingsplan is maatgevend voor de plaatsing van windturbines c.q. -molens. De wel-
Algemeen De kleine windturbines zijn veelal omgevingsvergunning plichtige objecten met een eigen verschijningsvorm die vanuit welstand moeilijk beoordeelbaar is aan de hand van de criteria zoals die voor de overige bebouwing gehanteerd worden. Tegelijk zijn ook kleine windturbines door hun omvang en het bewegen van in het bijzonder hun wieken in de regel zeer nadrukkelijk aanwezig zijn en daarmee sterk bepalend voor de ervaring van het directe omgevingsbeeld.
standsadvisering geschiedt daarbinnen. Dit wil zeggen binnen de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt.
Objectbeschrijving De verschijningsvorm van kleine windturbines varieert
In 2015 is de nota “Klein windturbines Ameland” opgesteld. Voor de welstandsbeoordeling van kleine windturbines wordt verwezen naar deze nota.
van zogenaamde ‘wokkelvormige’ turbines (roteren rond een doorgaande horizontaal gelegen, dan wel verticaal geplaatste as) tot de meer traditionele vorm van mast, rotor en mogelijk een gondel. Doel van een windturbine is
Daar waar een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor een bouwwerk geen gebouw zijnde en deze past binnen de bestemming regels, eventueel met binnenplanse ontheffing tot maximaal 10 meter hoogte, geldt het
het omzetten van windenergie in elektrische energie. Een kleine windturbine heeft een maximale tiphoogte van 10 meter waarvan de rotor bij een HAT en VAT een oppervlakte beschrijft van maximaal 40m2 (een maximale
128
wiekdiameter van 3,5 meter). De maatvoering is in vrijwel alle gevallen zodanig dat er sprake is van een pas-
Opstellingen in het landschap
sende schaalverwantschap met de omringende bebou-
Een kleine windturbine zal opvallen in het omgevings-
wing.
beeld. Door plaatsing bij bebouwing (bijvoorbeeld een boerderij met forse stal) of een markant punt in het land-
Locatiekeuze
schap voegt de kleine windturbine zich veelal binnen het
De locatiekeuze is afhankelijk van de planologische mo-
omgevingsbeeld. Plaatsing van meerdere kleine windtur-
gelijkheden vertaald in de bestemmingsplannen. Veelal
bines dicht bij elkaar kan snel leiden tot een rommelig-
zal de keuze vallen op plaatsing in bebouwd gebied zoals
heid binnen de bestaande ruimtelijke kwaliteiten van een
bedrijfsterreinen of daar waar mogelijk in het buitenge-
bebouwingscluster. Om dit te voorkomen is een grotere
bied. Bij agrarische percelen zal dit plaats vinden binnen
onderlinge afstand en afstemming vereist.
het agrarisch bouwperceel. Van belang is dat de inpassing van windturbines passend is bij het bestaande bebou-
Hoofdvorm, aanzichten en opmaak
wingsbeeld, niet verstorend is voor de omgeving en er
In hoofdvorm, aanzichten en opmaak dienen de onderde-
geen aantasting is van het karakter, de leefomgeving en
len van de kleine windturbine ook in visueel opzicht op
het belevingsbeeld, waarde van het gebied c.q. situering
elkaar afgestemd te zijn. Daarnaast is vereist dat door
ter plaatse. De ruimtelijke kwaliteit zoals aspecten als
vormgeving en materiaal- en kleurbepaling de turbine het
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde
bestaande (kleinschalige) omgevingsbeeld noch nadelig
van de omgeving moeten gewaarborgd blijven.
beïnvloedt, noch domineert.
Opstellingen in bebouwd gebied Plaatsing binnen de bebouwing (met name op bedrijven-
Waardering, beleidsintentie.
terreinen) draagt bij tot enige ondergeschiktheid en
Op provinciaal niveau geeft de provincie in haar verorde-
houdt als zodanig de verandering van het omgevings-
ning “Romte Fryslân 2014” aan dat er in beginsel geen
beeld beperkt. Bij plaatsing van kleine windturbines in
bouwmogelijkheid is voor kleine windturbines in het lan-
onderlinge visuele nabijheid is afstemming op elkaar
delijke gebied. Daarbij is duidelijk gemaakt dat GS ont-
(plaats, hoogte, vorm) gewenst.
heffing kunnen verlenen voor een innovatief project voor
129
kleine windturbines met een horizontale as in andere
Plaatsing
vormen dan 2 of 3 wieken, waaronder de zgn. niet-wiek
-
turbines en een rotordiameter van maximaal 2 meter.
Op bedrijfsterrein; nabij in het buitengebied gesitueerde (agrarische) bebouwing (Ri);
Gezien de gemeente als doelstelling heeft in 2020 zelf-
-
op erf, duidelijk onderdeel van de bebouwing (Hr);
voorzienend te willen zijn op energievoorziening wil de
-
gekoppeld aan bebouwing of gekoppeld aan goed
gemeente liefst verder gaan dan alleen het geen in de
zichtbare landschapselementen (Hr);
provinciale verordening is genoemd. Tot nu toe wordt
-
solitair (ruime afstand tot andere windturbines) (Hr);
gefocust op mogelijkheden die overeenkomstig het be-
-
wiekslag niet boven openbaar en/of vrij toegankelijk
stemmingsplan mogelijk zijn. De gemeente is voorstander voor ontwikkelingen op gebied van windenergie mits
gebied (Hr); -
de toepassingen ruimtelijk en landschappelijk op een goede en ondergeschikte wijze (toegespitst op de speci-
ondergeschikt en afgestemd op de erfinrichting en de bebouwing (Ri);
-
afgestemd op landschapsstructuur (Ri).
fieke verschijningsvorm van de toepassing) wordt ingepast.
Hoofdvorm
Vanwege de invloed op primair het directe omgevings-
-
zelfstandige vloeiende hoofdvorm (Ri);
beeld is een zorgvuldige situering en vormgeving van
-
mast in hoogte afgestemd op bebouwing (totaal heeft
mini windturbines en een zorgvuldige afstemming op het
de windturbine een maximale tiphoogte van 10 me-
omgevingsbeeld vereist.
ter) (Hr); -
Welstandscriteria
Ruimte -
bedrijfsterreinen, grootschalige omgeving en agrarisch
één mast en drie wieken; eenduidige wokkelvorm (Ri);
-
rotorhuis ondergeschikt van omvang (Ri);
-
overwegend rank (Ri);
-
evenwichtige verhouding tussen masthoogte / wiek-
gebieden (Hr);
diameter en rotor/ as (in de regel wieklengte niet
-
binnen het agrarisch bouwperceel (Hr);
meer dan 1/3 van de masthoogte) (Hr);
-
object bij bebouwing (Hr).
-
toevoegingen, aan- en uitbouwen, alsmede kleine bijgebouwen zijn sterk ondergeschikt (denk aan o.a.
130
de trafokasten, trap en ladder, windvaan, entree, zendinstallaties, reclame) (Ri).
Aanzichten -
mast / wieken en rotor / as zijn in maatvoering op elkaar afgestemd (Hr);
-
toevoegingen zoals naam aanduidingen etc. zijn ondergeschikt en onopvallend (Hr);
Opmaak -
materiaal: metaal (Ri);
-
kleur: onopvallend (bij voorkeur mat-grijswit voor mast, rotorhuis en wieken) (Hr).
Overig -
aandacht voor de inrichting en beplanting van het erf (Ri);
-
aandacht voor de toevoeging van afrasteringen, schakelkasten, etc.
131
7
KADER VOOR NIEUWE GROOTSCHALIGE ONT-
en door de gemeenteraad zijn vastgesteld voordat de planvorming van de eerste bouwfase start. Uiteraard worden de Algemene principes genoemd in hoofdstuk 4 paragraaf 4.3 hierbij betrokken worden maar zo ook een nota als b.v. de Neije Pleats e.d.. Is de ontwikkelingsfase
WIKKELINGEN
afgerond, dan kunnen reguliere welstandscriteria gericht op het beheer van het gebied worden vastgesteld.
De gebiedsgerichte toetsingskaders zijn gebaseerd op bestaand bebouwd gebied. Veelal leidt dit er toe dat nieuwe bouwplannen aan dienen te sluiten bij het bestaande karakter van het gebied. Echter, voor grotere nieuwbouw- en (her-)ontwikkelingslocaties is een meer ontwerpende benadering aan de orde. Voor dergelijke gebieden is vrijwel altijd sprake van een nieuwe stedenbouwkundige opzet die een vertaling zal vinden in een (herzien) bestemmingsplan. Zodra een groter project aan de orde is, zal de gemeenteraad daarvoor een beoordelingskader met (tijdelijke) welstandscriteria vast moeten stellen dat naadloos op de bestemmingsvoorschriften aansluit.
Het opstellen van een dergelijk beoordelingskader wordt een vast onderdeel van de stedenbouwkundige planvoorbereiding. De criteria worden door de stedenbouwkundige in overleg met de welstandscommissie opgesteld. De welstandscriteria moeten in de Inspraak worden gebracht
132
8
HANDHAVING EN EXCESSEN
Ontheffing Het kan voorkomen dat een bouwwerk in een deelgebied valt terwijl de criteria voor het naastgelegen deelgebied eigenlijk van toepassing zijn. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de welstandscriteria van een aangrenzend deelgebied van kracht zijn.
Excessenregeling bij vergunningsvrije bouwwerken Handhaving De gemeente geeft met deze welstandsnota beleidsregels voor het welstandstoezicht. De gemeente zal zich uiteraard inspannen voor de naleving van deze regels. Dit betekent dat het handhavingsbeleid en het tegengaan van illegale bouwwerken belangrijke aandachtspunten zijn.
Ook bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning hoeft te worden gevraagd, moeten in ieder geval aan de minimale welstandseisen voldoen. Om te voorkomen dat er na realisering sprake is van een exces een bouwwerk dat ‘in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand’ kunnen burgemeester en wethouders volgens artikel 13a van de Woningwet een eigenaar van het betreffende bouwwerk aanschrijven om de strijdigheid op te
Als voor een vergunning plichtig bouwwerk geen omgevingsvergunning is aangevraagd, of als het bouwwerk na
heffen. De excessenregeling is bedoeld om corrigerend op te treden.
realisering afwijkt van de tekeningen waarop de omgevingsvergunning is afgegeven, krijgt de eigenaar de gelegenheid om (alsnog) een vergunning aan te vragen voor het gerealiseerde bouwwerk. Als deze moet worden geweigerd, bijvoorbeeld vanwege een negatief welstandsadvies, dan kunnen burgemeester en wethouders degene die tot het opheffen van de situatie bevoegd is, aanschrijven om binnen een door hen te bepalen termijn de
Bij het toepassen van de excessenregeling moet er sprake zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen evident is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. In de volgende gevallen is in ieder geval sprake van een exces: -
het visueel of fysiek afsluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving;
strijdigheid op te heffen.
133
-
ernstig verval van bouwwerken;
-
het ontkennen of vernietigen van architectonische bijzonderheden bij aanpassing van een bouwwerk;
-
armoedig materiaalgebruik;
-
toepassing van felle of (sterk) contrasterende kleuren;
-
te opdringerige reclames;
-
schuttingen, (erf)afscheidingen, windschermen e.d. in de recreatiegebieden;
-
een te grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is (zie daarvoor de gebiedsgerichte welstandscriteria).
134
BIJLAGE 1
BEGRIPPENLIJST A Aanbouw
Grondgebonden toevoeging van één bouwlaag aan een gevel van een gebouw.
Aangekapt
Met kap bevestigd aan dakvlak.
Aardtinten
Rood/bruine tinten.
Achtergevellijn
Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de perceelgrenzen.
Achterkant
De achtergevel, het achtererf en het dakvlak aan de achterzijde van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) niet gekeerd is naar de weg of het openbaar groen.
Afdak
Dak dat is aangebracht tegen een muur of gebouw om tegen neerslag te beschermen.
Afstemmen
In overeenstemming brengen met.
Antennedrager
Antennemast of andere constructie bedoelt voor de bevestiging van een antenne.
Antenne-installatie
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingscon-
135
structie. Asymmetrische kap
Zadeldak met twee ongelijke dakvlakken.
Authentiek
Overeenstemmend met het oorspronkelijke, origineel, eigen kenmerken dragend, oorspronkelijk.
B Band
Horizontale versiering in de gevel in afwijkend materiaal, meestal natuursteen, kunststeen of baksteen.
Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of andere bouwwerken.
Bedrijfsbebouwing
Gebouwen ten behoeve van bedrijven zoals hallen, werkplaatsen en loodsen.
Behouden
Handhaven, in stand houden, bewaren.
Belendende
Naastgelegen, (direct) grenzend aan.
Beschermd dorpsgezicht
Gebied dat vanwege de ruimtelijke of cultuurhistorische waarde is aangewezen tot beschermd gebied krachtens de Monumentenwet.
Beschotting
Houten gevelbekleding.
Bestemmingsplan
Door de gemeenteraad vastgesteld plan waarin gebruik van grond en bebouwingsvoorschriften zijn geregeld.
Bestrating
Verharding zoals straatstenen of tegels.
Bijgebouw
Gebouw dat bij een hoofdgebouw hoort en los van het hoofdgebouw op het erf of kavel staat; meestal bedoeld als schuur, tuinhuis of garage.
Blinde muur, wand of gevel Gevel of muur zonder raam, deur of andere opening. Boeiboord
Opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal.
Boerderij
Gebouw of gebouwen of een erf met een (oorspronkelijk) agrarische functie en het daarbij horende woonhuis waaronder de stolp, kop-hals-romp en andere typen.
Borstwering
Lage dichte muur tot borsthoogte.
136
Bouwblok
Een aan alle zijden door straten, wegen of groen begrensde groep gebouwen, die een stedenbouwkundige eenheid vormt.
Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen of het vergroten van het bouwwerk.
Bouwlaag
Verdieping van een gebouw.
Bouwvergunning
Vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid van de Woningwet.
Bouwperceel
Een aaneengesloten terreinoppervlak, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.
Bouwwerk
Algemene benaming voor alle soorten gebouwde objecten.
Bovenbouw
Bovenste, uit een oogpunt van gebruik meestal belangrijkste gedeelte van een gebouw, meestal in tegenstelling tot de onderbouw, het dragende gedeelte, fundament.
Buitengebied
Buiten de bebouwde kom gelegen gebied, ook wel landelijk gebied genoemd.
Bungalow
Meestal vrijstaande woning waarvan alle vertrekken op de begane grond zijn gesitueerd.
C Carport
Afdak om de auto onder te stallen, meestal bij een woning.
Conformeren
Zich voegen naar, gelijkvormig maken, aanpassen aan, afstemmen op.
Context
Omgeving, situatie, geheel van de omliggende ruimtelijke kenmerken.
Contrasteren
Een tegenstelling vormen.
D Dak
Afdekking van een gebouw, vlak of hellend.
Dakafdekking
Vlak of hellend vlak van een gebouw, waarop dakbedekking is aangebracht
Dakhelling
De hoek van het dak.
Dakkapel
Ondergeschikte toevoeging aan een dakvlak, vooral bedoeld om de lichttoevoer te ver-
137
breden en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Daknok
Hoogste punt van een schuin dak. Horizontale snijlijn van twee dakvlakken, de hoogste lijn van het dak
Dakopbouw
Een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok van het dak, die het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert.
Dakraam
Raam in een dak.
Daktrim
Afwerking bovenzijde dakrand ten behoeve van waterkering.
Dakvlak
Een vlak van het dak/kap.
Dakvoet
Laagste punt van een schuin dak. Het snijpunt van de daklijn en de onderliggende gevellijn.
Damwandprofiel
Metalen beplatingmateriaal met een damwandprofilering.
Detaillering
Uitwerking/weergave van de verschillende onderdelen c.q. aansluitingen.
Diversiteit
Verscheidenheid, afwisseling, variatie.
(Dwars)profiel
Omtrek van een gebouw of bouwdeel (bijvoorbeeld kozijn) of een doorsnede daarvan.
E Ensemble
Architectonische en stedenbouwkundige compositie van meerdere panden.
Erf
Onbebouwd stuk grond behorende bij een boerderij of huis; voorerf
Gedeelte van het erf dat aan de voorzijde van een gebouw is gelegen;
zijerf
Gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen;
achtererf
Gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen.
Erker
Kleine toevoeging van ten hoogste één bouwlaag aan de gevel van een gebouw, meestal uitgevoerd in hout en glas.
G Gebouw
Elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijk, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
138
wanden omsloten ruimte vormt. Geleding
Onderverdeling van de gevel in kleinere vlakken. Verticale, horizontale of figuratieve indeling van de gevel door middel van gevelopeningen, metselwerk, verspringingen of andere gevelkenmerken en detailleringen.
Gevel
Buitenmuur van een gebouw.
Gevelmakelaar
Decoratieve bekroning van een geveltop.
Goot
Waterafvoer, veelal tussen gevel en dakvlak.
Gootklos
Zie klossen.
Gootlijn
Veelal horizontale lijn die een goot of meerdere goten aan de gevel vormen.
Gradatie
De mate waarin de woningen in het gebied het aangegeven beeldcomponent uitdrukken (bepalend, overwegend, gevarieerd) . Hiermee wordt de mate van samenhang of juist verscheidenheid in het straatbeeld bepaald.
H Hoofdvorm/-massa
Voornaamste vorm.
I Ingetogen
Onthouden van buitensporigheden of uitspattingen.
K Kantig:
Hoofdvorm bepaald door enkelvoudige geometrische vormen (bijv. rechthoekige bouwvorm met platte afdekking, woning met zadeldak, lessenaars dak of schilddak).
NB hoofdzakelijk kantig:
idem maar dan met ondergeschikte toevoegingen (Zie ook vloeiend).
Karakteristieke
herkenbare, kenmerkende, typerende panden of objecten .
139
Kap
Samenstel van houten, ijzeren of betonnen onderdelen dat de dakbedekking draagt.
Kavel
Grondstuk, kadastrale eenheid.
Keper
Snijlijn van twee aansluitende dakvlakken.
Kern
Veelal kleinschalig stedelijk gebied, ook wel centrum van dorp of stad.
Klossen
Uit de muur stekende houten of gemetselde blokjes ter ondersteuning van uitstekende onderdelen van een gebouw zoals dakgoten.
L Lessenaar dak
Dak met één hellend, niet onderbroken dakvlak.
Lichtkoepel
Raamconstructie meestal in een plat dak, in de vorm van een koepel.
Lijst
Een meestal versierde en geprofileerde rand als bekroning van de bovenzijde van een gevel.
Lineair
Rechtlijnig, langgerekt.
Lint(bebouwing)
Langgerekte weg met daarlangs bebouwing.
Luifel
Een plat uitgebouwd afdak, vaak boven een deur.
M Makelaar
Verticale balk op de kopse kant van een zadeldak, die oorspronkelijk ter ondersteuning was maar vanaf de negentiende eeuw vooral decoratief is.
Mansardekap
Dakvorm waarbij het onderste deel van het dak steiler is dan het bovenste deel waardoor een geknikte vorm ontstaat.
Markies
Opvouwbaar zonnescherm.
Massa
Volume van een gebouw of bouwdeel.
Materialisering
Gebruik van materiaal.
140
Megastallen
Een megastal is een stal die aanzienlijk groter is dan een gangbare stal. Hieronder wordt doorgaans verstaan een groot aantal dieren op één locatie waarbij het kan gaan om een verzameling van kleinere stallen of meerdere verdiepingen.
Monument
Aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988.
N Negge
Het vlak c.q. de maat tussen de buitenkant van de gevel en het kozijn.
Nok
Horizontale snijlijn met twee dakvlakken, de hoogste lijn van een dak.
O Omgevingsvergunning
Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Oorspronkelijk
Overeenstemmend met het origineel, eigen kenmerken dragend, authentiek.
Ondergeschikt
Voert niet de boventoon.
Ontsluiting
De toegang tot een terrein of een gebouw.
Oriëntatie
De hoofdrichting van een gebouw.
Ornamentiek
Versiering die in schilder- of bouwkunst wordt aangebracht op gebouwen.
P Paneel
Rechthoekig vlak, geplaatst in een omlijsting.
Parcellering
Indeling in percelen.
Piramidedak
Dak gevormd door vier driehoekige dakschilden die in één punt bijeenkomen.
Plaatmateriaal
Bouwmateriaal dat in plaatvorm geleverd wordt, zoals hout (triplex en multiplex), kunststof (onder andere trespa) of staal (vlak of met profiel). Meestal ten behoeve van gevelbekleding.
141
Plint
Een duidelijk te onderscheiden horizontale lijn aan de onderzijde van een gebouw.
Profiel
Omtrek van een gebouw of bouwdeel (bijvoorbeeld kozijn) of een doorsnede daarvan.
Pui
Onderste deel van een gevel, veelal grotendeels van glas.
R Raamdorpel
Horizontaal stenen element onder de onderdorpel van een houten kozijn, dat ervoor zorgt dat water onder het kozijn buiten het muurvlak wordt afgevoerd.
Raamhout:
Hout waaruit ramen vervaardigd worden of omlijsting waarbinnen het paneel van een deur of beschot wordt ingesloten. Ook wel draaiende of schuivende delen van kozijn/post.
Referentiekader
Het geheel van waarden en normen binnen een bepaalde groep waarnaar verwezen kan worden.
Renovatie
Vernieuwing.
Respecteren
Met eerbied behandelen, eerbiedigen, waarderen.
Rijtjeshuis
Huis als onderdeel van een reeks aaneen gebouwde, gelijkende woningen.
Ritmiek
Regelmatige herhaling.
Rooilijn
Lijn die in het bestemmingsplan of bouwverordening de grens aangeeft waarbinnen gebouwd mag worden.
S Samengesteld dak
Dak, bestaande uit verschillende delen.
Schilddak
Dak, gevormd door twee driehoekige schilden aan de smalle en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.
Situering
De plaats van een bouwwerk in zijn omgeving.
Sober
Bescheiden, eenvoudig.
142
T Thema
Sfeerbeschrijving per straat, zone of bebouwingsgroep.
Textuur
De waarneembare structuur van een materiaal (bij metselwerk dus de oneffenheden van de steen en het voegwerk)
Toetsingskader
Kader, bestaande uit criteria, dat gehanteerd wordt om een oordeel te kunnen vormen over de juistheid, waarde van een bouwwerk.
Topgevel
Driehoekvormig, in een punt uitlopend deel van een gevel.
Trendsetter
(eerste) bouwwerk dat de trend bepaalt.
Tuitgevel
Opgemetselde voorgevel.
U Uitbouw
Aan het gebouw vastzittende bouwwerk dat rechtstreeks vanuit het gebouw toegankelijk is.
V Voorgevellijn
Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een bouwwerk.
Voorgevelrooilijn
Voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan dan wel de gemeentelijke bouwverordening.
Voorkant
De voorgevel, het voorerf en het dakvlak aan de voorzijde van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) gekeerd is naar de weg of het openbaar groen.
143
W Windveer
Plank aan weerskanten van een pannendak, bevestigd langs de buitenste rij pannen.
Woning
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.
Wolfdak/wolfeinden
Meestal een zadeldak waarvan één of beide dakschilden op de kop een afgeknot dakschild heeft (wolfeind).
Z Zadeldak
Dak met twee tegenoverliggende dakvlakken die bij de nok samenkomen.
Zijgevellijn
Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een bouwwerk tot aan de perceelgrenzen.
144
145
BIJLAGE 2
NOTA RECLAMEBELEID GEMEENTE AMELAND 2010
146
BIJLAGE 3
NOTA TERRASSENBELEID GEMEENTE AMELAND 2011
147
BIJLAGE 4
NOTITIE SCHUILGELEGENHEDEN VOOR DIEREN VAN DIERENHOUDERS / HOBBYBOEREN EN DEELTIJDBOEREN EN OPSTALLEN BIJ GROENTETUINTJES
148
BIJLAGE 5
KAARTEN GEBIEDSINDELING / DEELGEBIEDEN
149
BIJLAGE 6
NIEUWE (GROOTSCHALIGE) ONTWIKKELINGEN
150
BIJLAGE 7
ZONNECELLEN EN CULTUREEL ERFGOED
151
COLOFON “Welstandsnota gemeente Ameland 2016” Deze nota is opgesteld door de gemeente Ameland Dhr. G.A.M. Metz Dhr. J.P. Kooiker
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 21 maart 2016
152