Welkom! Ook dit jaar kun je het Keurmerk Duurzame Ondernemer bemachtigen. In 2015 reiken we namelijk voor de 6e keer het Keurmerk Duurzame Ondernemer uit. Of je in aanmerking komt, wordt bepaald met behulp van methodiek van The Natural Step. Een internationaal gerespecteerde methode die de gemeente Eindhoven en ook steeds meer regionale bedrijven en woningcorporaties hanteren als instrument voor het integreren van duurzaamheid binnen de organisatie en de eigen bedrijfsvoering. Gouden, zilveren en bronzen keurmerken Ben jij met jouw onderneming hard aan het werk met het thema duurzaamheid? Hecht je er waarde aan om een bijdrage te leveren aan het verduurzamen van Eindhoven? Wil je zelf een duurzame organisatie zijn? Hoe presteer jij nu? Vul de vragenlijst in en kom erachter of je opgaat voor het bronzen, zilveren of gouden keurmerk. Doe mee Om de vragenlijst in te kunnen vullen, maak je een profiel aan. Met de gebruikersnaam en het wachtwoord log je vervolgens in. Alle ingevulde antwoorden blijven bewaard. Zo kun je de vragenlijst invullen wanneer het jou uitkomt en is het mogelijk om tussentijds te stoppen en later weer verder te gaan (bewaar daarvoor wel de email met je inloggegevens). De vragenlijst bestaat uit 38 vragen. Door met de muis over de vraag te bewegen, krijg je bij sommige vragen een extra toelichting via een tekst of een filmpje. Sommige zijn in het Engels. De totale duur van de filmpjes bedraagt een klein uur maar de filmpjes zijn interessant van inhoud. Pas als je op de laatste pagina op [verstuur] klikt, kun je je antwoorden niet meer veranderen. Co-do.net Als ondernemer wordt je geholpen als anderen hun kennis met jou delen. En jij jouw kennis met andere ondernemers deelt natuurlijk. Eindhoven heeft een speciaal online platform waar ondernemers elkaar kunnen vinden. Op het digitale platform co-do.net kun je kennis delen en meepraten over thema’s en onderwerpen, andere ondernemers treffen, (gezamenlijk) uitdagingen aangaan en slimme ideeën opdoen. Maak je profiel aan op www.co-do.net en werk samen met andere ondernemers aan de realisatie van een duurzame stad!
1.
VRAGENLIJST KEURMERK DUURZAME ONDERNEMER Heeft jouw organisatie middelen gebudgetteerd die helpen om jouw visie op duurzaamheid mogelijk te maken? ( ) Ja ( ) Nee
2.
Heeft jouw organisatie mensen (deels) vrijgemaakt om uitvoering te geven aan het duurzaamheidsbeleid? ( ) Ja ( ) Nee
3.
Heeft jouw organisatie een uitvoeringsplan ontwikkeld om de visie op duurzaamheid uit te voeren? Jouw organisatie heeft inzichtelijk welke acties en strategieën bijdragen aan het succes op het gebied van duurzaamheid. Deze in een tijdsplanning geplaatst, budgetten en mensen daarvoor vrijgemaakt en duidelijke korte- middellange- en lange termijndoelstellingen benoemd.
( ) Ja, dat blijkt uit _________________________________________ ( ) Nee 4.
Heeft jouw organisatie indicatoren (en hulpmiddelen zoals slimme meters) benoemd om de voortgang op het gebied van duurzaamheid te meten? Indicatoren laten zien of je op een bepaald onderwerp vooruitgang boekt. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld ‘X’% duurzame energie, ‘X’-CO2vermindering, ‘X’aantal kilometers. Indicatoren kunnen ook zachter van aard zijn op het moment dat zij ervaring en beleving van mensen ten aanzien van duurzaamheid meten.
( ) Ja, te weten __________________________________________ ( ) Nee 5.
Heeft jouw organisatie duurzaamheid ook duidelijk inzichtelijk gemaakt in het eigen businessplan? Zie ook dit filmpje: http://youtu.be/9qrQKA0xMko Via een berekening of op een andere manier heeft jouw organisatie inzichtelijk gemaakt welke 'harde' en 'zachte' voordelen de gang naar duurzaamheid oplevert. Denk bijvoorbeeld aan het verminderen van kosten of omzetgroei, toename arbeidsproductiviteit, verminderde risico's op korte- en lange termijn, reputatievoordelen, etc.
( ) Ja, door ______________________________________________________________ ( ) Nee 6.
Past de definitie op duurzaamheid van jouw organisatie binnen de vier principes van methode The Natural Step? Zie ook dit filmpje: http://youtu.be/VvFRB7HuLgo Vaak wordt de definitie omschreven in de vorm van een balans tussen de drie P's (People, Planet, Profit). Dit is echter een ambitie. De gemeente Eindhoven en veel van haar partners hangen de definitie van duurzaamheid op aan vier universele duurzaamheidprincipes van The Natural Step, die als kader gelden voor alle beslissingen om naar een duurzame samenleving te bewegen.
( ) Ja, dat blijkt uit __________________________________________ ( ) Nee, want__________________________________________
7.
Rapporteert of publiceert jouw organisatie over haar voortgang op het gebied van duurzaamheid? Meer informatie vind je op: https://www.globalreporting.org/languages/dutch/Pages/Duurzaamheid-rapportage-.aspx Zie ook dit filmpje: http://youtu.be/ePeYRg8x-4w Het rapporteren over duurzaamheid zorgt voor inzicht in de vorderingen en creëert transparantie en vertrouwen. Er zijn verschillende manieren om te rapporteren. Tip: bekijk eens het Global Reporting Initiative. Deze geeft een heldere structuur.
( ) Ja, alleen intern, namelijk door _____________________________________________________ ( ) Ja, intern en extern door________________________________________________ ( ) Nee 8.
Gebruikt jouw organisatie instrumenten om de medewerkers te betrekken in de transformatie naar een duurzame organisatie? Dit kunnen werkinstructies zijn, interne of externe opleidingen, toegang tot congressen, interne websites etc., die hen helpen om meer kennis en inzicht te vergaren over wat duurzaamheid binnen hun vakgebied te bieden heeft.
( ) Ja, namelijk ___________________________________________________ ( ) Nee 9.
Maakt jouw organisatie gebruik van opleidingsprogramma's over duurzaamheid om de medewerkers hierop te trainen en dit toe te laten passen op hun werkzaamheden? ( ) Ja, namelijk ___________________________________________________ ( ) Nee
10. Heeft jouw organisatie maatregelen genomen om duurzame producten en diensten in te kopen? Zie ook dit filmpje: http://youtu.be/Sa_zy4UnW4Y
( ) Ja, namelijk___________________________________________________ ( ) Nee 11. Neemt jouw organisatie maatregelen om de aanslag op de natuur te compenseren? (meerdere antwoorden mogelijk) [ ] Ja, door aanplant van nieuwe bomen [ ] Ja, door herstel van biodiversiteit [ ] Ja, door verantwoorde productie van voedsel en hout [ ] Anders, namelijk ____________________________________________ [ ] Nee 12. Heeft jouw organisatie maatregelen genomen om de hoeveelheid afval die jouw organisatie produceert terug te dringen? (meerdere antwoorden mogelijk) [ ] Ja, hergebruik (verpakkings-)materialen [ ] Ja, minder materiaal gebruiken in producten [ ] Ja, hoogwaardige afvalstromen ter recycling aanbieden [ ] Ja, beperken voorraden [ ] Anders, namelijk _____________________________________ [ ] Nee
13. Wat gebeurt er met de producten en verpakkingsmaterialen, die de organisatie gebruikt, aan het eind van hun levensduur? (meerdere antwoorden mogelijk) [ ] Door preventie verminderen we verpakkingsmaterialen of verlengen we de levensduur van onze producten [ ] We hergebruiken producten en verpakkingsmaterialen [ ] Er wordt energie opgewekt uit producten en verpakkingsmaterialen door verbranding [ ] We storten producten en verpakkingsmaterialen [ ] Anders, namelijk _________________________________________ [ ] Geen van bovenstaande 14. Heeft jouw organisatie maatregelen genomen om het gebruik van schadelijke stoffen terug te dringen(bij productie of in kantoorproducten)? Schadelijke stoffen komen op drie belangrijke manieren vrij. Ten eerste zorgt menselijk en dierlijk afval voor vervuiling. Ten tweede komen veel stoffen vrij bij de productie en gebruik van energie. Ten slotte zijn gevaarlijke stoffen nodig om allerlei producten te maken die het leven veraangenamen. Als we deze producten niet meer nodig hebben gooien we ze weg, waarna ze in het milieu terechtkomen.
( ) Ja, namelijk ___________________________________________________ ( ) Nee 15. Welke maatregelen heeft jouw organisatie genomen om verspilling en/of overmatig gebruik van water te voorkomen? Rivieren, meren en andere zoete wateren in Nederland worden vervuild door menselijke activiteiten. Soms is de vervuiling afkomstig uit andere landen, soms is ze het resultaat van binnenlandse activiteiten. De sectoren landbouw, industrie en huishoudens zijn allemaal verantwoordelijk voor de vervuiling van het water. Een blijvend zorgenkindje vormt het rioleringsstelsel in Nederland. De komende decennia zijn miljardeninvesteringen nodig om het rioolwater grondig te blijven zuiveren en regenwater te scheiden van gewoon afval. Veel ecosystemen zijn afhankelijk van zoet water. De vervuiling heeft tot gevolg dat de planten en dieren waaruit deze ecosystemen bestaan aangetast worden. Ook zorgt vervuiling ervoor dat het steeds moeilijker en duurder wordt om schoon drinkwater te winnen voor menselijk gebruik.
[ ] Recycling van proceswater [ ] Gebruik van hemelwater [ ] Waterbesparende kranen [ ] Spoelonderbrekers bij toiletten [ ] Anders, namelijk ______________________________________________ [ ] Geen van bovenstaande opties 16. Neemt jouw organisatie maatregelen om de afbreuk van natuur en biodiversiteit te voorkomen? Zie ook dit filmpje: http://youtu.be/gGS7suyCDug Biodiversiteit of biologische diversiteit gaat over de verscheidenheid aan levensvormen (soorten, genen) binnen een ecosysteem, bioom of de gehele planeet. Biodiversiteit wordt vaak gebruikt als een indicator voor de gezondheid van een ecosysteem.
( ) Ja, namelijk ___________________________________________________ ( ) Nee
17. Maakt jouw organisatie gebruik van methodes waarmee je duurzame producten en diensten ontwikkelt? Meer informatie vind je op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Duurzaam_ontwerpen Zie ook dit filmpje: http://youtu.be/n77BfxnVlyc Duurzaam Ontwerpen (ook wel: milieuontwerp, ecologisch duurzaam ontwerpen, milieubewust ontwerp, etc.) is de filosofie van het ontwerpen van fysieke objecten, de gebouwde omgeving en diensten, om te voldoen aan de principes van de economische, sociale en ecologische duurzaamheid.
( ) Ja, namelijk ___________________________________________________ ( ) Nee 18. Geeft jouw organisatie in haar product- of dienstinformatie uitleg over de duurzaamheidsaspecten van het product of dienst? Dit gaat bijvoorbeeld over de samenstelling en stoffen in het product, hoe het wordt gemaakt, wat te doen aan het einde van de levensduur, op welke manier jouw organisatie bijdraagt aan een duurzame samenleving, etc.
( ) Ja, namelijk___________________________________________________ ( ) Nee 19. Is jouw organisatie volledig afhankelijk van fossiele brandstoffen voor de opwekking van energie voor activiteiten (energie uit kolencentrales, energie uit natuurlijk gas, gas voor verwarming, etc.)? Fossiele brandstoffen zijn koolwaterstofverbindingen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven in het geologische verleden van de aarde. Voorbeelden zijn aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool. Maar ook turf gewonnen uit hoogveen en laagveen behoren hiertoe. Al hebben ze niet aan de extremen van druk en temperatuur diep in de aardkorst blootgestaan, die leidden tot de vorming van kolen, olie en gas.
( ) Ja, omdat___________________________________________________ ( ) Nee 20. Welke maatregelen heeft jouw onderneming genomen om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen? Duurzame energie is energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld.
[ ] Zonnepanelen [ ] Zonneboilers [ ] WKO installatie / Warmtepomp [ ] Anders, namelijk ______________________________________ [ ] Geen van bovenstaande opties 21. Is jouw organisatie volledig afhankelijk van fossiele brandstoffen voor transport/vervoer van goederen en mensen (wagenpark, vluchten van bezoekers, woon-werkverkeer, goederenvervoer, etc.)? ( ) Ja, voor ___________________________________________________________ ( ) Nee
22.
Welke maatregelen heeft jouw organisatie genomen om het brandstofverbruik terug te dringen? Binnen Eindhoven is duurzame mobiliteit een speerpunt in het duurzaamheidsbeleid. Er worden de komende jaren veel maatregelen genomen om de mobiliteit te verbeteren en daarmee het milieu en de gezondheid van haar inwoners een zetje in de juiste richting te geven. Er zijn veel manieren voor ondernemers om de mobiliteit van de organisatie duurzamer te maken.
[ ] Voertuigen met EURO V [ ] Voertuigen met EURO VI [ ] Elektrische / Hybride voertuigen [ ] Volledig elektrisch [ ] Aardgas voertuigen [ ] Waterstof voertuigen [ ] Training ‘Het nieuwe rijden’ [ ] Fietsen [ ] Anders, namelijk ____________________________________ [ ] Nog geen 23. Welke maatregelen heeft jouw organisatie genomen om het energiegebruik terug te dringen in productieprocessen en/of op de bedrijfslocatie? Waar gehakt wordt, vallen spaanders. En waar gewerkt wordt, wordt energie gebruikt. Dat is nu eenmaal zo en dat zal altijd zo blijven. Energie besparen is dan ook niet gericht op het uitschakelen van machines zoals sommigen denken. Bij de wens om energie te besparen worden de activiteiten en omstandigheden van de onderneming als uitgangspunt genomen, bijvoorbeeld de keuze om intrek te nemen in een oud, statig maar ook energetisch slecht presterend gebouw. Binnen deze omstandigheden wordt gekeken met welke maatregelen het gebruik van energie kan worden verminderd. Energie besparen draait in wezen om het vermijden van verspilling. En dat draagt bij aan goed ondernemerschap.
[ ] LED-verlichting [ ] Isolatie [ ] Bewegingssensoren [ ] Energiezuinige installaties [ ] Energiezuinig materieel [ ] Inkoop duurzame energie [ ] Gebruik groen gas/stroom [ ] Anders, namelijk __________________________________________ [ ] Nog geen
24. Heeft jouw organisatie samenwerkingsverbanden met andere partijen waarmee de doelen op het gebied van duurzaamheid worden gerealiseerd? Vanuit de internationale richtlijnen zoals ISO 26000 en Global Reporting Initiative (GRI) is stakeholdermanagement een essentieel onderdeel van duurzaam ondernemen. Stakeholdermanagement is het opbouwen, verbeteren en beheren van de relaties met de diverse stakeholders van jouw onderneming. Het vereist dat jouw organisatie de belangen van de diverse stakeholders begrijpt en erkent en een evenwicht zoekt tussen die belangen en jouw eigen belang. De eerste stap richting stakeholdermanagement is het identificeren van jouw stakeholders en de mate van invloed ten aanzien van jouw organisatie te bepalen.
( ) Ja, met de volgende partijen ____________________________________ En dit zijn de doelen ____________________________________ ( ) Nee 25. Draagt jouw organisatie bij aan het vergroten van bewustwording ten aanzien van duurzaamheid, in de samenleving (onderwijs, partners, consumenten)? Je kunt hierbij denken aan het verzorgen van presentaties over duurzaamheid in de klas, beschikbaar stellen van spreekbeurtmaterialen, jouw klanten informeren over duurzaamheid en wat dat betekent voor jouw organisatie, ondersteunen van partners in de keten om zelf duurzamer te ondernemen.
( ) Ja, namelijk ____________________________________ ( ) Nee 26. Heeft jouw organisatie keurmerken of certificeringen op het gebied van duurzaamheid? Zo ja, welke? En sinds wanneer? Maak hierbij een onderscheid tussen keurmerken en certificeringen die jouw organisatie heeft verworven en keurmerken en certificeringen die jouw producten en/of diensten hebben ontvangen.
( ) Ja, namelijk en sinds___________________________________________________ ( ) Nee 27. Is jouw organisatie afhankelijk van of produceert het producten die zware metalen of mineralen (bijv. lood in elektronica, cadmium in batterijen of verf, etc.) bevatten? Bekende toxische zware metalen zijn onder andere lood, cadmium, kwik, barium en thallium.
( ) Ja ( ) Ja, gedeeltelijk, maar we hebbende volgende maatregelen getroffen om het te verminderen_______________________________________________________________________ ( ) nee 28. Gebruikt of produceert jouw organisatie producten die hardnekkige chemicaliën (gevaarlijke stoffen) bevatten? (PVC in leidingen, vluchtige organische stoffen in schoonmaakproducten, verf en lijmen, vlamvertragers in elektronische apparatuur, Cfk’s in koelkasten en vriezers, Dioxine, Formaldehyde, etc.)? Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die door hun intrinsieke eigenschappen of de omstandigheden waaronder ze voorkomen gevaar, schade of ernstige hinder voor mens, dier of milieu kunnen veroorzaken.
( ) Ja ( ) Ja, maar minder dan voor 2015 en we hebben de volgende maatregelen getroffen om het te verminderen___________________________________________________ ( ) Nee
29. Gebruikt jouw organisatie voedsel en/of vezels van niet duurzaam beheerde gebieden (hout uit niet gecertificeerde bossen, landbouw die het verlies van biodiversiteit en voedzame landbouwgrond als gevolg heeft, overbeviste soorten)? Doorgaans worden duurzaam beheerde activiteiten (zoals visserij, bosbouw, landbouw) gekenmerkt door een keurmerk als MSc, FSC, Keurmerk duurzame soja etc.
( ) Ja, waaronder ________________________________________ ( ) Nee, dat blijkt uit ________________________________________ 30. Is de organisatie afhankelijk van producten of processen die tot uitbreiding van mijnbouw leiden (metalen, mineralen, fossiele brandstoffen (bijv. Teerzandgronden of schaliegas)? ( ) Ja ( ) Nee 31. Is jouw organisatie afhankelijk van stortplaatsen voor de afvoer en het storten van afval? ( ) Ja volledig, omdat ____________________________________ ( ) Ja gedeeltelijk, omdat __________________________________ ( ) Nee, omdat __________________________________________ 32. Heeft jouw organisatie een bedrijfsvervoersplan voor medewerkers opgesteld om de milieubelasting terug te dringen? Een bedrijfsvervoersplan maakt inzichtelijk welke acties worden ondernomen om de uitstoot van schadelijke stoffen door de verbranding van fossiele brandstoffen terug te dringen. In dit plan worden naast strategieën om dat mogelijk te maken ook acties en middelen besproken die daarbij helpen.
( ) Ja ( ) Nee 33. Stimuleert jouw organisatie het recht op gezondheid, adequate basisvoorzieningen voor voeding, onderwijs, huisvesting en deelname aan het culturele leven? ( ) Ja, dat uit zich door ____________________________________________________ ( ) Nee 34. Is de organisatie afhankelijk van leveringen die afkomstig zijn van bedrijven of autoriteiten die het onmogelijk maken voor mensen om te voorzien in hun basisbehoeften? Deze behoeften zijn als volgt: levensonderhoud, bescherming, affectie, begrip, participatie, vrije tijd, creatie, identiteit en vrijheid. Max Neef wijst erop dat deze fundamentele menselijke behoeften niet door andere behoeften vervangen kunnen worden en dat een gebrek aan één van deze een vorm van armoede vertegenwoordigd.
( ) Ja ( ) Nee, dat blijkt uit ____________________________________ 35. Draagt jouw organisatie actief of financieel bij aan goede doelen? [ ] Ja, deelname non profit bestuur [ ] Ja, financieel sponsor [ ] Ja, door sponsoring in natura [ ] Ja, anders door_____________________________________________________________ [ ] Nee
36. Op welke duurzame actie of ontwikkeling, waarmee jouw organisatie het afgelopen jaar stappen heeft gezet in duurzaam ondernemen, ben je het trotst? __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 37.
Heeft jouw organisatie voor het personeel arbeidsvoorwaarden opgenomen die onder andere betrekking hebben op vitaliteit, ontwikkelings- en educatiemogelijkheden? Meer informatie vind je op: http://www.neweconomics.org/projects/entry/five-ways-to-well-being Een mooi voorbeeld is het model de 5 ways to wellbeing. Dit model wordt o.a. door Corporate Sustainability Office van Philips gepromoot, omdat het mensen helpt zichzelf gezond te houden.
( ) Ja, dit zijn ____________________________________________________ ( ) Nee ( ) Niet van toepassing, omdat ___________________________________________ 38. Heeft het thema duurzaamheidseducatie, duurzaamheidsonderwijs of innovatie structureel aandacht in jouw bedrijf? (denk hierbij aan: stageplekken, studenten betrekken bij ontwikkeling en onderzoek,sponsoring van duurzaamheidsprojecten van studenten etc.)
( ) Ja, namelijk ______________________________________________________ ( ) Nee, omdat 39. Heb jij nog opmerkingen of aanvullingen naar aanleiding van het invullen van de vragenlijst?
( ) Ja, ____________________________________________________ ( ) Nee 40. Ik geef de gemeente Eindhoven toestemming om mijn NAW-gegevens te gebruiken ten behoeve van publicatiedoeleinden.
( ) ja ( ) nee, liever niet