i
Welkom bij Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland Pensioenregeling 2015 in het kort
Inhoud
Op weg naar uw ouderdomspensioen ................................................................................................4 Uw pensioen en uw koopkracht ...........................................................................................................6 Pensioen voor uw nabestaanden ........................................................................................................8 Pensioen en arbeidsongeschiktheid ....................................................................................................9 Privéomstandigheden en uw pensioen ...............................................................................................9 Een andere baan, een nieuw pensioen? .......................................................................................... 11 Keuzes die u voor uw pensionering kunt maken ............................................................................ 11 Meer informatie ................................................................................................................................... 13 Begrippenlijst ...................................................................................................................................... 14
1
Vooraf Bij uw werkgever Deutsche Bank AG, Amsterdam of Deutsche Bank Nederland NV (hierna: Deutsche Bank) verdient u niet alleen nu een inkomen, u bouwt ook maandelijks pensioen op. Met ingang van 1 januari 2015 geldt een uniforme pensioenregeling voor de medewerkers van de bovengenoemde entiteiten in Nederland. Deze korte uitleg gaat uitsluitend op deze nieuwe regeling in. Deutsche Bank betaalt een pensioenpremie aan de Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland (hierna: Pensioenfonds). Deze premie wordt belegd door fiduciair vermogensbeheerder Deutsche Asset & Wealth Managent en beheerd door het Pensioenfonds tot u de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Vanaf 1 januari 2006 brengt Deutsche Bank volgens de regeling in de Algemene Bank CAO, waaronder Deutsche Bank in Nederland valt, een deel van de pensioenpremie in rekening bij de deelneme. Voor de toelichting verwijzen wij naar de intranet site “HR Netherlands Compensation and Benefits, CAO DB Netherlands pagina 68, 11.7 Uw bijdrage in de pensioenkosten”. Uw pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Iedereen die in dienst komt van Deutsche Bank, met uitzondering van stagiaires, werkstudenten en vakantiemedewerkers, neemt met een wachttijd van 2 maanden deel aan de pensioenregeling. Deze deelname geldt echter wel met terugwerkende kracht. Met andere woorden: over de eerste 2 gewerkte maanden wordt ook pensioen opgebouwd, maar wordt alleen geactiveerd bij een deelname langer dan 2 maanden. Belangrijk om te weten is dat bij overlijden van een deelnemer tijdens de wachttijd van 2 maanden, een nabestaandenpensioen wordt uitgekeerd op basis van deelname zonder wachttijd. Iedere maand reserveert het Pensioenfonds, over het salaris dat u in die maand verdient, een bedrag voor uw pensioen. U spaart niet alleen voor later, u zorgt ook voor financiële zekerheid voor uw eventuele gezinsleden. De pensioenregeling stelt u bovendien in staat zelf keuzes te maken, zeker als uw pensioendatum dichterbij komt. Daarom is het belangrijk om goed te weten hoe de regeling in elkaar zit en wat u zelf kunt doen om uw pensioensituatie te laten aansluiten bij uw persoonlijke wensen en omstandigheden. Deze brochure geeft een korte beschrijving van uw pensioenregeling. Op blz 17 vindt u een korte begrippenlijst. De pensioenadministatie is sinds 2011 uitbesteed aan Syntrus Achmea. Voor al uw vragen kunt u contact opnemen met: Erna Rondeel Pensioenspecialist | Ondernemingspensioenfondsen Syntrus Achmea Bezoekadres Dr. Hub. Van Doorneweg 195, 5026 RE, Tilburg | Postadres 90170, 5000 LM, Tilburg T +31 (06) 23 44 14 58 | E
[email protected]
Elk jaar de tussenstand Uw belangrijkste vraag is waarschijnlijk: hoeveel pensioen krijg ik straks iedere maand? Ieder jaar rekent onze pensioenuitvoerder Syntrus Achmea voor u uit hoeveel pensioen u bij Deutsche Bank hebt opgebouwd en op welk basispensioen u uitkomt als u tot uw 67ste jaar in dienst blijft bij Deutsche Bank. Vooral het laatste bedrag (het te bereiken ouderdomspensioen) is belangrijk. Dit is namelijk het ste jaarbedrag dat u, verdeeld over 12 maanden, vanaf uw 67 jaar levenslang van het Pensioenfonds krijgt als u tot die tijd en tegen hetzelfde salaris bij Deutsche Bank blijft werken. Het opgebouwde en het te bereiken pensioen staan in het persoonlijk pensioenoverzicht (Uniform Pensioen Overzicht, hierna: UPO) dat u elk jaar van Syntrus Achmea ontvangt. De UPO wordt tevens geplaatst op uw unieke Deelnemersportaal op de website van het pensioenfonds, zie onderstaande link. (https://www.deutschebank.nl/nl/content/stichting_pensioenfonds_deutsche_bank_nederland.html). U ontvangt binnen 2 maanden na indiensttreding van Syntrus Achmea 2 aparte brieven met een user ID en wachtwoord om in te loggen in het Deelnemersportaal. In het Deelnemersportaal bevindt zich ook uw Pensioenplanner.
2
Als het kan: een waardevast pensioen Het Pensioenfonds wil ervoor zorgen dat uw opgebouwde pensioen zijn koopkracht behoudt. Het Pensioenfonds streeft er daarom naar de opgebouwde pensioenen ieder jaar te verhogen in verband met de gestegen prijzen. Voor alle deelnemers (actieven, inactieven en gepensioneerden) is de verhoging gekoppeld aan de prijsindex ‘Consumenten Prijsindex (hierna: CPI) alle huishoudens, afgeleid (referentieperiode oktober-oktober)’. Toeslagverlening (vroeger ook indexatie genoemd) is geen automatisme, voorwaarde is dat de financiële middelen van het Pensioenfonds het toelaten. Er is sprake van een zogenaamde voorwaardelijke toeslagverlening. Er is geen bestemmingsreserve, de toeslagverlening is gebaseerd op overrendementen van het Pensioenfonds en bepaalde overeengekomen stortingen van Deutsche Bank. Het Pensioenfonds Het pensioen dat u bij Deutsche Bank opbouwt, wordt beheerd door het Pensioenfonds. Het Pensioenfonds is een stichting met een eigen Bestuur, een pensioenmanager en een verantwoordingsorgaan. De belangen van de deelnemers van het Pensioenfonds worden door het Bestuur op een zodanige wijze behartigd dat de rechten van de deelnemers, gewezen deelnemers en overige belanghebbenden zoveel mogelijk gewaarborgd blijven.
Hoe is pensioen in Nederland opgebouwd? Ouderdomspensioen bestaat uit een aantal onderdelen: De uitkering van de Nederlandse Staat gebaseerd op de Algemene Ouderdoms Wet (AOW); Het pensioen via de werkgever; Eventuele privé voorzieningen zoals lijfrentepolissen of spaargeld. Dit worden de drie pijlers van ons Nederlandse pensioensysteem genoemd.
3
AOW ste Iedere Nederlander krijgt (na een ingroeiperiode tot 2021, zie hieronder) na zijn 67 een AOWuitkering of hij nu gewerkt heeft of niet. De hoogte van een AOW-uitkering is gekoppeld aan het wettelijke minimumloon en afhankelijk van de burgerlijke staat van de gepensioneerde. De AOW is een basispensioen van de overheid. Iedereen die de AOW-leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont of heeft gewoond, is automatisch verzekerd. Het maakt dan niet uit wat de nationaliteit is, ieder verzekerd jaar wordt 2% AOW-pensioen opgebouwd. Een volledig AOWpensioen wordt opgebouw wanneer u in de 50 jaar voor de AOW-leeftijd altijd verzekerd bent geweest. Bijvoorbeeld: uw AOW-leeftijd is 65 jaar en 1 maand. U bouwt dan AOW op tussen uw 15e verjaardag en 1 maand en uw 65e verjaardag en 1 maand. Is uw AOW-leeftijd 66 jaar, dan bouwt u AOW op tussen uw 16e en 66e verjaardag. U ontvangt het AOW-pensioen van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) vanaf de dag dat u de AOWleeftijd heeft. Het maakt niet uit in welk land u dan woont. De AOW-leeftijd gaat in stappen omhoog naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. U ontvangt uw eerste AOW-pensioen vanaf de dag dat u uw AOW-leeftijd bereikt. Uw AOW-leeftijd hangt af van uw geboortedatum, zie het onderstaande tabel.
. Pensioen via de werkgever De meeste Nederlandse werknemers nemen deel aan een collectieve pensioenvoorziening via de werkgever. Deze pensioenvoorziening voorziet in een inkomen boven de AOW. Dit is het onderdeel van het pensioen waarop in de korte uitleg van het pensioenreglement wordt ingegaan.
4
Privévoorzieningen Behalve de AOW en het pensioen van de werkgever kan iedereen er voor kiezen zelf nog extra te sparen, of koopsompolissen en lijfrenten af te sluiten. Hiermee wordt extra financiële ruimte (vanaf de pensioendatum) gecreëerd. De onderdelen van uw pensioenregeling Sinds 1 januari 2011 bestaat er een uniforme pensioenregeling voor alle onderdelen van de Deutsche Bank in Nederland. Deze regeling zorgt voor inkomen in twee situaties: • ouderdomspensioen bij pensionering; • partnerpensioen en wezenpensioen bij overlijden. Karakter pensioenovereenkomst De pensioenregeling heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst, die is gebaseerd op een middelloonregeling. Een middelloonregeling is een regeling waarbij de rechten gerelateerd zijn aan het gemiddelde inkomen en de gewogen diensttijd. Dit houdt in dat van te voren vaststaat hoe hoog de pensioenuitkering zal zijn.
Op weg naar uw ouderdomspensioen U bouwt elk jaar een stukje van uw pensioen op, op basis van het salaris dat u in dat jaar verdient. Zo hebt u straks, nadat u bent gestopt met werken, een levenslang inkomen. Standaard: 67 jaar In de pensioenregeling is de standaard pensioenleeftijd thans 67 jaar. U kunt echter zelf kiezen op welke leeftijd – tussen 60 en 70 jaar (langer doorwerken in overleg met de werkgever) - u met pensioen wilt gaan. Naast de keuze van uw pensioenleeftijd heeft de pensioenregeling nog een aantal andere keuzemogelijkheden. Over deze pensioenkeuzes leest u meer op pagina 10. Middelloon Uw pensioenregeling werkt volgens het middelloonsysteem. Dit betekent dat u jaarlijks een percentage van het in dat jaar verdiende salaris tot een maximum van €101.583,-(niveau 2015) aan pensioen opbouwt. Uw gemiddeld verdiende salaris tijdens uw loopbaan bepaalt dus de hoogte van uw uiteindelijke pensioen. Vandaar de term ‘middelloon’. De hoogte van uw pensioen De hoogte van uw ouderdomspensioen hangt af van: • uw pensioengrondslag; • het opbouwpercentage; • het aantal jaren dat u aan de regeling hebt deelgenomen; • de toeslagverlening. De pensioengrondslag Het pensioengevend salaris is uw vaste bruto maandsalaris op grond van het aantal uren dat u werkt, inclusief het daarbij horende deel van het vakantiegeld en de dertiende maand. Indien van toepassing tellen ook eventueel andere door de werkgever aangemerkte pensioengevende salaristoeslagen, zoals 4,2%- en gewenningstoeslag, mee voor de berekening van het pensioengevend salaris. Het pensioengevend salaris is vanaf 1-1-2015 is als gevolg van de nieuwe pensioenwetgeving gemaximeerd op € 101.583,- bij een fulltime arbeidscontract. Over een deel van uw salaris bouwt u geen pensioen op, omdat u vanaf 67 jaar ook een AOW-uitkering krijgt. Deze zogenoemde franchise (per 1 januari 2015: € 14.272) wordt jaarlijks vastgesteld door het Bestuur van het Pensioenfonds. De pensioengrondslag is het bedrag waarover daadwerkelijk pensioen wordt opgebouwd, dus het verschil tussen het pensioengevend salaris en de franchise.
5
Het opbouwpercentage Elke maand die u deelneemt aan de pensioenregeling, bouwt u, als percentage van de pensioengrondslag, een stukje pensioen op: • 1,875% voor het ouderdomspensioen; • 1,313%.voor het partnerpensioen. Het aantal jaren dat u deelneemt Hoe langer u aan de regeling deelneemt, hoe meer pensioen u opbouwt. Neemt u 42 jaar deel, dan komt u (inclusief de AOW) uit op een pensioen dat gelijk is aan ongeveer 78,8% (42 x 1,875) van uw gemiddeld in die jaren verdiende salaris. De toeslagverlening Het Pensioenfonds streeft ernaar een waardevast pensioen op te bouwen voor alle deelnemers en doet dit op basis van een prudent beleggingsbeleid, gekoppeld aan additionele stortingen van de werkgever conform artikel 3, lid 3 van de Uitvoeringsovereenkomst van 1 september 2015. Voor alle deelnemers is de toeslagverlening gekoppeld aan de Consumenten Prijsindex voor alle huishoudens, afgeleid (periode oktober-oktober) . Het Bestuur van het Pensioenfonds neemt over deze toeslag jaarlijks een beslissing. Voorwaarde is dat de financiële gezondheid van het Pensioenfonds ruimte biedt om de toeslag te verlenen. De ontwikkeling van uw salaris U bouwt pensioen op via een zogenaamde middelloonregeling. Uw gemiddeld verdiende salaris tijdens uw loopbaan bepaalt de hoogte van uw uiteindelijke pensioen. Het pensioengevend salaris is per 1-1-2015 gemaximeerd conform de wetgeving op EUR 101.583 (niveau 2015) bij een fulltime arbeidscontract. Geen vrijwillige pensioenopbouw U kunt bij het Pensioenfonds géén extra pensioen opbouwen door zelf premies te betalen of extra stortingen te doen (vrijwillige inkoop). Als u uw oudedagsvoorziening wilt verbeteren, kunt u dit doen door privé te sparen bij een bank of verzekeringsmaatschappij van uw eigen keuze. Voorbeeld: ouderdomspensioen Kim de Bruijn komt op 25-jarige leeftijd per 1-1-2015 in dienst bij Deutsche Bank. Haar salaris is dan € 34.272 bruto per jaar (inclusief vakantiegeld en 13de maand) Pensioengevend salaris Franchise Pensioengrondslag
€ 34.272 € 14.272 € 20.000
In de daarop volgende twee jaar stijgt haar salaris met € 1.000 per jaar. In het eerste jaar is er geen toeslag (compensatie van de gestegen prijzen), in de twee jaren daarna is de toeslag vastgesteld op respectievelijk 0.5% en 1%. De franchise blijft in dit voorbeeld gelijk. De pensioenopbouw van Kim ziet er dan als volgt uit: Pensioenopbouw Pensioenopbouw Pensioenopbouw 1,875% van 20.000 Toeslag n.v.t. Tweede jaar Pensioenopbouw 1,875% van 21.000 Toeslag 0.5% van 769 (375+394) Opgebouwd na 2 jaar Derde jaar Pensioenopbouw 1,875% van 22.000 Toeslag 1% van 1.186 (773+413) Opgebouwd na 3 jaar
375
394 4 773 413 12 1.198
6
De toekomstige pensioenopbouw op basis van de opbouw in het derde jaar is dan als volgt (gebaseerd op gelijkblijvend salaris en in dit voorbeeld zonder toeslag): Opgebouwd na 3 jaar 39 x opbouw na 3de jaar (28 tot 67 jaar) Te bereiken ouderdomspensioen
39 x 1,875% x 22.000
1.198 16.088 17.286
In dit voorbeeld ontvangt Kim de Bruijn vanaf haar pensioendatum jaarlijks € 17.286. Per maand is dat € 1.441 (inclusief vakantietoeslag). Daarnaast ontvangt zij vanaf 67 jaar haar AOW (zie kader hieronder). Als Kim de Bruijn in deeltijd werkt (minder dan 36 uur per week), dan is haar pensioenopbouw evenredig lager. Uw pensioen en de AOW Vanaf 65 jaar of oplopend naar 67 jaar (zie AOW staffel blz 3) ontvangt u naast uw pensioen van Deutsche Bank een AOW-uitkering van de overheid. Samen zorgen die twee pensioenen dus voor uw ste inkomen na uw 65 of tot 2021 oplopend naar 67 jaar. De belangrijkste bruto-uitkeringen per persoon per maand zijn als volgt (per 1 januari 2015): U bent alleenstaand* U bent getrouwd of woont samen, u bent allebei 65-plus* Uw partner is nog geen 65, (inclusief volledige partnertoeslag)*
€ 1.059,56 (netto € 852,89) € 730,18 (netto € 587,93) € 1.336.29 (netto € 1.155,90)
*De bedragen zijn exclusief 8% vakantiegeld uitbetaald in mei. Uitgebreide informatie over de AOW vindt u op de website van de Sociale Verzekeringsbank: www.svb.nl
Uw pensioen en uw koopkracht Als u nu honderd euro opzij legt, is de kans groot dat dit bedrag door de inflatie over twintig of dertig jaar veel minder waard is geworden. Zo werkt het ook met pensioenen. Daarom wil het Pensioenfonds de koopkracht op peil houden en het pensioen laten meegroeien met die inflatie. Maar dat is zeker geen automatisme. Het Pensioenfonds streeft ernaar uw pensioen waardevast te houden en uw opgebouwde pensioen jaarlijks aan te passen. Het Bestuur neemt daarover jaarlijks een beslissing op basis van de richtlijnen van het nieuw Financieel Toetsingskader dat is ingegaan per 1-1-2015 en volgt daarbij voor alle deelnemers de consumentenprijsindex (afgeleid), zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (referentieperiode oktober-oktober) gevolgd. Let op: Toeslagverlening (ook wel indexatie geheten) is, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, absoluut geen automatisme. Voorwaarde is dat de financiële gezondheid van het Pensioenfonds ruimte biedt om de toeslag te verlenen. Voorwaardelijkheids verklaring Uw Pensioenfonds probeert ieder jaar per 1 januari uw aanspraak op pensioen te verhogen met de prijsindex. U hebt door eerdere verhogingen en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. Toeslagverlening 2012, 2013 en 2014 Met ingang van 1 januari 2015 is het toeslagbeleid aangepast. De actieve deelnemers en arbeidsongeschikten ontvingen maximaal een toeslagverlening op basis van de CAO verhogingen. Dit is met ingang van 2015 gewijzigd en gelijk gesteld aan de basis voor toeslagverlening voor de inactieve deelnemers en de pensioengerechtigden, namelijk een toeslagverlening op basis van de ‘CPI voor alle huishoudens, afgeleid (oktober-oktober)’, zoals vastgesteld door het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) Onderstaand een overzicht van de reguliere- en inhaaltoeslagen uitgevoerd in de jaren 2012 tot en met 2014.
7
Toeslagverlening (regulier) 2012 per 1-1-2013: Actieve deelnemers 0,00% (Conform CAO verhogingen) Gepensioneerden en slapers 1,98% (Conform stijging CPI) Inhaaltoeslag uit 2010 per 1-1-2013 Gepensioneerden en slapers
0,70% (Conform stijging CPI 50%)
Inhaaltoeslag uit 2011 per 1-1-2013 Actieve deelnemers
1,25% (Conform CAO verhogingen)
Toeslagverlening (regulier) 2013 per 1-1-2014: Actieve deelnemers 0,00% (Conform CAO verhogingen) Gepensioneerden en slapers 0,90% (Conform stijging CPI)
Toeslagverlening (regulier) periode 2014 per 1-1-2015: Actieve deelnemers 0,75% (Conform stijging CPI) Gepensioneerden en slapers 0,75% (Conform stijging CPI) Inhaaltoeslag uit 2012 per 1-1-2015 Gepensioneerden en slapers
2,33% (Conform stijging CPI)
In de actuariële en bedrijfstechnische nota van het Pensioenfonds is vastgelegd dat gemiste toeslagverlening kan worden ingehaald zodra de beleidsdekkingsgraad van het Pensioenfonds op de lange termijn stabiel is. Dit betekent een dekkingspositie die gedurende een langere termijn gemiddeld genomen boven het vereist eigen vermogen ligt. Het Bestuur neemt haar beslissing voor inhaaltoeslag op basis van een continuiteitsanalyse uitgevoerd door de adviserende acturaris. In continuiteitsanalyse worden de gevolgen voor de toekomstige opbouw en continuiteit van het Pensioenfonds onderzocht.
Toeslagbeleid per 1-1-2015 Het toekennen van toeslagverlening (indexatie, voor rekening van het Pensioenfonds), wordt rekening gehouden met de uitgangspunten van het in 2015 ingevoerde nieuw Financieel Toetsingskader. Er zal alleen toeslagverlening plaats kunnen vinden voor zover deze toekomstbestendig is. Dat wil zeggen dat de financiële positie van het Pensioenfonds zodanig is dat het te verlenen toeslagpercentage ook naar verwachting in de toekomst verleend zal kunnen worden. Het Bestuur hanteert voor een besluit de onderstaande beleidsstaffel als leidraad: Beleidsdekkingsgraad Lager dan 110% Tussen 110% en 128% Hoger dan 128%
Toeslagverlening (als percentage van de maatstaf)
0% Gedeeltelijk (voor zover ook in de toekomst te realiseren) 100% + eventuele inhaaltoeslagen en herstel van kortingen
De bovengrens wordt jaarlijks vastgesteld zodanig dat deze voldoet aan de eis van toekomstbestendigheid. Per 31 december 2014 bedraagt de bovengrens voor het Pensioenfonds 128%. Het Bestuur kan besluiten van deze leidraad af te wijken. Het Bestuur heeft besloten dat geen toeslag zal worden verleend in geval dit op basis van de beleidsdekkingsgraad (12 maandsgemiddelde) wel mogelijk is, maar de dekkingsgraad op basis van de nominale marktrente tengevolge van deze toeslagverlening lager wordt dan 100% en zal dus worden afgeweken van de staffel.
8
Pensioen voor uw nabestaanden Vanaf het moment dat u overlijdt (vóór of na uw pensionering) krijgt uw levenspartner iedere maand partnerpensioen. Dit geldt voor uw echtgenoot (echtgenote), geregistreerd partner en partner waarmee u ongehuwd samenwoont met een notariële samenlevingsovereenkomst. De uitkering ontvangt uw partner zolang hij of zij leeft. Let op: krijgt u ná uw pensionering een partner, dan heeft hij of zij na uw overlijden géén recht op partnerpensioen. Hoogte van het partnerpensioen Iedere deelnemer aan de pensioenregeling bouwt automatisch partnerpensioen op. Het partnerpensioen is 70% van het ouderdomspensioen rekeninghoudend met een aftopping van het pensioengevend salaris van EUR 101.583 (niveau 2015). Als u tijdens uw dienstverband met Deutsche Bank overlijdt, dan tellen de pensioenjaren die u nog zou opbouwen tot aan uw 67ste, mee voor de berekening van het partnerpensioen. Als basis voor deze berekening geldt uw pensioengevend salaris (maximaal EUR 101.583) op het moment van uw overlijden. Komt u te overlijden nadat u uit dienst bent gegaan, dan is de hoogte van het partnerpensioen alleen gebaseerd op de jaren waarin u werkelijk pensioen bij het Pensioenfonds Deutsche Bank hebt opgebouwd. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand na uw overlijden en duurt voort tot de laatste dag van de maand waarin uw partner overlijdt.
Geen partner, mogelijkheid tot hoger pensioen Uitruil van levenslang partnerpensioen voor levenslang ouderdomspensioen De pensioenregeling van het Pensioenfonds biedt de keuze om het levenslang partnerpensioen in te ruilen voor een verhoging van het levenslange ouderdomspensioen. Dit is vooral interessant voor mensen die op het moment dat ze met pensioen gaan geen partner hebben. In dat geval is het niet nodig een voorziening te hebben voor nabestaanden en kan de opgebouwde voorziening voor het levenslange partnerpensioen ingeruild worden tegen een hogere uitkering van het levenslang ouderdomspensioen. Als u op 67-jarige leeftijd met levenslang ouderdomspensioen gaat kunt u uw levenslang partnerpensioen inruilen voor een hoger levenslang ouderdomspensioen conform de flexibiliseringsfactoren die elk jaar worden bepaald door het Bestuur van het Pensioenfonds. Opgemerkt dient te worden dat u ook mag uitruilen, indien u wel een partner heeft. Uiteraard dient de partner hiervoor schriftelijk akkoord te geven.
Voorbeeld: partnerpensioen Kees de Wit wil weten hoeveel partnerpensioen er voor zijn partner is als hij komt te overlijden. Kees is 55 jaar en verdient € 44.272 bruto per jaar (inclusief vakantiegeld en 13de maand). Het partnerpensioen is de optelsom van het tot het moment van overlijden opgebouwde partnerpensioen én het partnerpensioen dat nog opgebouwd had kunnen worden tot 67 jaar. In dit voorbeeld is tot nu toe € 8.273 aan partnerpensioen opgebouwd. Basis voor het berekenen van het partnerpensioen dat Kees nog had kunnen opbouwen, is het salaris dat hij op het moment van overlijden verdiende. De jaarlijkse opbouw is 1,313% (0.7 x 1,875%) van de pensioengrondslag. Pensioengevend salaris Franchise Pensioengrondslag Opgebouwd partnerpensioen Nog op te bouwen partnerpensioen (55 - 67 jaar): 30.000 x 12 x 1,313% Totaal partnerpensioen *Jaarlijks
€ 44.272 € 14.272 € 30.000 € 8.273 € 4.727 € 13.000*
9
Dit pensioen zou zijn partner als Kees de Wit komt te overlijden levenslang ontvangen. Een eigen inkomen of hertrouwen heeft hierop geen invloed. Overlijdensuitkering van de overheid Als u overlijdt en uw partner is jonger dan 67 jaar, dan krijgt hij of zij in sommige gevallen ook een uitkering van de overheid: de Anw-uitkering. Een weduwe of weduwnaar komt daarvoor alleen in aanmerking als: • hij of zij geboren is vóór 1 januari 1950, of • het jongste kind jonger is dan 18 jaar, óf • hij of zij minstens 45% arbeidsongeschikt is. Wie wel aan de voorwaarden voldoet maar een eigen inkomen heeft, wordt gekort op de Anwuitkering. Meer informatie over de voorwaarden en de uitkeringshoogten van de Anw staat op de website van de Sociale Verzekeringsbank: www.svb.nl/anw. Wezenpensioen Hebt u kinderen op het moment van uw overlijden, dan ontvangen zij een wezenpensioen tot zij 21 jaar zijn of tot 27 jaar, indien zij volgens de bepalingen van de Wet op de studiefinanciering of de Algemene Kinderbijslagwet studeren. Het wezenpensioen bedraagt per kind 14% van het levenslang ouderdomspensioen. Wezen waarvan beide ouders zijn overleden, ontvangen het dubbele. Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin u overlijdt. Komt u te overlijden nadat u uit dienst bent gegaan, dan is er geen wezenpensioen verzekerd voor kinderen die daarna worden geboren.
Pensioen en arbeidsongeschiktheid Gedurende de eerste twee ziektejaren wordt de pensioenopbouw volledig voortgezet op basis van de contracturen voor ziekte. Ontvangt u daarna een uitkering via de Wet WIA, dan is het percentage waarvoor UWV u arbeidsongeschikt heeft verklaard, bepalend voor de premievrije voortzetting deelnemerschap conform tabel art.14.2. Hoogte pensioenopbouw Voor de gewerkte uren is de opbouw vanzelfsprekend volledig. Bij de bepaling van het pensioengevend salaris voor het arbeidsongeschikte deel gaat het Pensioenfonds uit van het pensioensalaris per 1 januari op moment van premievrije voortzetting deelnemerschap conform art 14.2, verhoogd met de bij de vennootschap algemeen geldende loonstijgingen, op basis van de voor dat jaar geldende CAO. De pensioenopbouw over het arbeidsongeschikte deel gaat door zolang u recht op een WIA-uitkering hebt, maar stopt uiterlijk aan het begin van de maand waarin u 67 jaar wordt of de vervroegde pensioendatum.
Privéomstandigheden en uw pensioen Veranderingen in uw privéomstandigheden kunnen gevolgen hebben voor uw pensioensituatie. Daarbij gaat het vooral om uw burgerlijke staat. Trouwen, samenwonen en het einde van een relatie hebben effect op pensioenaanspraken. Trouwen of samenwonen Als u tijdens uw deelnemerschap trouwt of een wettelijk geregistreerd partnerschap aangaat in Nederland, dan heeft uw partner automatisch recht op partnerpensioen. U hoeft uw partner niet aan te melden bij het Pensioenfonds. Trouwt u in het buitenland, dan moet u zelf een bewijs van uw huwelijk aan het Pensioenfonds opsturen. Als u samenwoont of gaat samenwonen in Nederland, dan moet u uw partner wel aanmelden bij het Pensioenfonds en gelden een aantal voorwaarden: • U en uw partner zijn beiden niet getrouwd en hebben geen geregistreerd partnerschap; • Uw partner is geen bloed- of aanverwant in de rechte lijn; • U moet een samenlevingsovereenkomst overleggen die is opgesteld door een notaris;
10
• U en uw partner wonen tenminste zes maanden onafgebroken op hetzelfde adres. Einde van uw relatie Het einde van een relatie heeft gevolgen voor zowel het partnerpensioen als het ouderdomspensioen. Partnerpensioen Bij echtscheiding of beëindiging van een geregistreerd partnerschap heeft uw ex-partner recht op het partnerpensioen dat u hebt opgebouwd tot de scheidingsdatum. Dit geldt ook als u samenwoont en uw partner is aangemeld bij het pensioenfonds. Beëindiging van uw relatie moet u wel zo snel mogelijk melden aan het Pensioenfonds. Het pensioen waarop uw ex-partner aanspraak houdt, heet het bijzonder partnerpensioen. Na de scheiding begint een nieuwe opbouw van partnerpensioen ten behoeve van een eventuele nieuwe partner. Partners kunnen elkaar in de huwelijkse voorwaarden of in de samenlevingsovereenkomst uitsluiten van aanspraken op bijzonder partnerpensioen. Ook kunnen zij in een scheidingsconvenant uitdrukkelijk afspreken dat zij afstand doen van deze aanspraak. Ongehuwd samenwonen Woont u ongehuwd samen en hebt u uw partner nog niet aangemeld bij het Pensioenfonds? Doe het dan zo snel mogelijk. Zonder aanmelding is er geen partnerpensioen voor uw partner. Een aanmeldingsformulier kunt u via de website van het pensioenfonds downloaden, onder het kopje “formulieren”. Het aanmeldingsformulier en kopie samenlevingscontract kan gestuurd worden naar Syntrus Achmea (de uitvoerder van onze pensioenadministratie) via email adres;
[email protected]. Ouderdomspensioen Bij echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van een geregistreerd partnerschap heeft de ex-partner recht op uitbetaling van een deel van het ouderdomspensioen. Dit gebeurt op grond van de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’. Uw ex-partner heeft dan recht op de helft van het ouderdomspensioen dat u hebt opgebouwd in de periode van het huwelijk of het geregistreerde partnerschap. Partners kunnen echter ook een andere verdeling afspreken. U of uw ex-partner moet de verdeling (verevening) zelf aanvragen bij het Pensioenfonds. Hiervoor moet binnen twee jaar na het einde van de relatie een wettelijk voorgeschreven formulier worden opgestuurd naar het Pensioenfonds. Dit formulier kunt u downloaden op de website van postbus 51: www.postbus51.nl (vul linksboven bij ‘zoeken op trefwoord’ pensioenverevening’ in). Wanneer u en uw aangemelde partner de gezamenlijke huishouding beëindigen, dan heeft uw expartner alleen recht op een deel van uw ouderdomspensioen als u beiden de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’ nadrukkelijk bij de notaris in een akte van toepassing verklaren. Gevolgen van uw pensioenkeuzes voor uw ex-partner Als uw ex-partner recht heeft op uitbetaling van een deel van uw ouderdomspensioen, dan werken de gevolgen van eerder stoppen of langer doorwerken ook door op het recht van uw ex-partner. Dat wil zeggen: als u eerder met pensioen gaat of langer doorwerkt, dan ontvangt uw ex-partner haar of zijn gedeelte van het ouderdomspensioen ook eerder of later. Gaat u eerder met pensioen, dan ontvangt ook uw ex-partner een lager pensioen. Stelt u uw pensioendatum uit, dan ontvangt uw ex-partner - net als u - vanaf dat latere moment een hoger pensioen. Pensioenopbouw tijdens vitaliteits-, ouderschaps- of zorgverlof Bij deze vormen van verlof wordt de opbouw van uw pensioen gedurende maximaal zes maanden voortgezet. De opbouw van uw pensioen vindt plaats op basis van het aantal uren dat u werkt voordat het verlof ingaat. Meer informatie over de voorwaarden die gelden voor het opnemen van deze verloven staan in de CAO. Informeer het pensioenfonds! Bij verandering in uw persoonlijke leefsituatie, u gaat bijvoorbeeld trouwen of verhuizen, wordt het Pensioenfonds bijna altijd hierover automatisch door de Gemeentelijke Basisadministratie op de hoogte gebracht.
11
Daar zijn twee uitzonderingen op: - Als u gaat samenwonen en dat vastlegt in een samenlevingsovereenkomst of als u deze vorm van samenleving beëindigt. - Als u in het buitenland woont. In die gevallen moet u aan de pensioenuitvoerder Syntrus Achmea via email adres
[email protected]. over de veranderde leefsituatie informeren en bewijsstukken overleggen.
Een andere baan, een nieuw pensioen? Bent u van baan veranderd, dan kunt u uw pensioen ‘meenemen’ naar uw nieuwe werkgever door waardeoverdracht aan te vragen. De waarde van uw opgebouwde pensioenaanspraken draagt u dan over van de vorige pensioenregeling naar de nieuwe pensioenregeling. Nieuw in dienst bij Deutsche Bank Bij indiensttreding bestaat de mogelijkheid om het pensioen dat u bij uw vorige werkgever(s) hebt opgebouwd, aan het Pensioenfonds over te dragen. Bij een indiensttreding in groepsverband kan dit overigens anders zijn. Wanneer u besluit tot waardeoverdracht, wordt de overgedragen waarde van uw pensioen omgezet in extra pensioenaanspraken bij het Pensioenfonds Deutsche Bank. Of overdracht voor u gunstig is, hangt af van de verschillen tussen uw vorige pensioenregeling en de Pensioenregeling bij Deutsche Bank. In ieder geval zult u na overdracht uw pensioen uit minder verschillende bronnen uitgekeerd krijgen. In de startbrief van het pensioenfonds die u binnen 2 maanden na indiensttreding ontvangt via pensioenuitvoerder Syntrus Achmea staat vermeld welke procedure gevolgd dient te worden. U moet waardeoverdracht binnen zes maanden na indiensttreding aanvragen. Doet u dat later, dan is uw vorige pensioenuitvoerder niet meer verplicht om mee te werken. Wanneer u overdracht aanvraagt, zal het pensioenfonds contact opnemen met de pensioenuitvoerder van uw vorige werkgever(s). Wanneer deze wil meewerken aan de overdracht, dan regelt het pensioenfonds dit verder met uw oude pensioenuitvoerder. U ontvangt bericht over de gevolgen van overdracht voor uw pensioen en de vraag of u akkoord gaat met de overdracht. Op dat moment besluit u of u werkelijk wilt overdragen. Uit dienst bij Deutsche Bank Als u uit dienst gaat, stopt de deelname aan de pensioenregeling van Deutsche Bank. U bouwt dus geen ouderdoms- en partnerpensioen meer op. Wel houdt u recht op de pensioenen die u hebt opgebouwd. Gaat u aan de slag bij een andere werkgever, dan kunt u de waarde van uw opgebouwde pensioenaanspraken bij het Pensioenfonds Deutsche Bank overdragen naar de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever. Deze waardeoverdracht moet u bij uw nieuwe pensioenuitvoerder aanvragen.
Keuzes die u voor uw pensionering kunt maken Met de keuzemogelijkheden die de Pensioenregeling biedt, kunt u uw pensioen aanpassen aan uw persoonlijke omstandigheden. De regeling biedt u veel flexibiliteit. Die heeft zowel betrekking op het moment waarop u wilt stoppen met werken, als op de hoogte van uw pensioen. Eerder, later of gedeeltelijk met pensioen. De standaardpensioenleeftijd in de pensioenregeling is 67 jaar. Maar u kunt ook besluiten eerder met pensioen te gaan. Dat kan in één keer, maar u kunt ook geleidelijk ‘afbouwen’ door alvast gedeeltelijk met pensioen te gaan. Ook kunt u, in overleg met uw werkgever, besluiten langer door te werken.
12
Beide keuzes hebben gevolgen voor de hoogte van uw ouderdomspensioen én uw partnerpensioen. Bent u gescheiden, dan hebben deze keuzes bovendien gevolgen voor de pensioensituatie van uw ex-partner. Over scheiding leest u meer op pagina 12. Deeltijdpensioen Eén of meer jaren voor uw pensioen wilt u korter werken. U spreekt het lagere aantal arbeidsuren af met uw werkgever. Daardoor daalt uw inkomen uit salaris. Dit kunt u compenseren door een deel van uw pensioen alvast uit te laten betalen. Dan gaat u met deeltijdpensioen. Deeltijdpensioen is mogelijk vanaf 60 jaar. Eerder met pensioen Ook kunt u vanaf 60 jaar volledig met pensioen gaan. Als u eerder met pensioen gaat en daadwerkelijk stopt met werken bouwt u minder pensioen op. Ook moet het pensioen over een groter aantal jaren worden uitbetaald. Uw pensioen per jaar wordt dus lager. Tijdelijk pensioen (AOW-overbruggingspensioen) ste ste Wanneer u eerder met pensioen gaat, ontvangt u tussen uw 65 jaar en 67 jaar (afhankelijk van uw geboortedatum) geen AOW. U kunt een deel van uw pensioen gebruiken om dat op te vangen. Er geldt een fiscaal maximum voor zo’n tijdelijk pensioen: het mag niet hoger zijn dan de AOW voor een echtpaar. Ook bij deeltijdpensioen kunt u kiezen voor een tijdelijk pensioen tot uw ingangsdatum AOW-uitkering.. Voorbeeld: eerder met pensioen Ronald kan op zijn 67ste een pensioen bereiken van € 25.000 per jaar. Dit ingangsdatum AOW is in dit voorbeeld eveneens 67 jaar. Dan zijn dit de gevolgen als hij besluit om eerder met pensioen te gaan. Pensioeningangsleeftijd Pensioeninkomen tot 65 jaar Pensioeninkomen vanaf 65 jaar Pensioeningangsleeftijd Pensioeninkomen tot 67 jaar Pensioeninkomen vanaf 67 jaar Levenslang kortingsfactor Levenslang 67 jaar 1,0000 € 25.000 + AOW 66 jaar € 23.568 0,9427 € 23.568 65 jaar € 22.248 0,8899 € 22.248 64 jaar € 21.023 0,8409 € 21.023 63 jaar € 19.883 0,7953 € 19.883 62 jaar € 18.823 0,7529 € 18.823 61 jaar € 17.835 0,7134 € 17.835 60 jaar € 16.915 0,6766 € 16.915 Vanaf 67 jaar ontvangt Ronald een pensioen dat bestaat uit het ouderdomspensioen en de AOWuitkering van de overheid. Keuzes nadat uw pensioendatum is vastgesteld Staat de pensioendatum eenmaal vast, dan kunt u nog kiezen voor meer flexibiliteit in de hoogte van uw pensioen. U ruilt dan bepaalde pensioenaanspraken uit voor andere pensioenaanspraken. Er zijn verschillende mogelijkheden. Uitruil partnerpensioen voor een hoger ouderdomspensioen Bij pensionering is uw partnerpensioen in principe 70% van uw ouderdomspensioen. U kunt ervoor kiezen het partnerpensioen te verlagen ten gunste van een hoger ouderdomspensioen. Bijvoorbeeld omdat uw partner zelf een goed pensioen heeft opgebouwd. Hebt u op de pensioendatum geen partner, dan wordt het opgebouwde partnerpensioen automatisch omgezet in extra ouderdomspensioen. Uitruil ouderdomspensioen voor een hoger partnerpensioen Bij pensionering kunt u een deel van het ouderdomspensioen uitruilen voor een hoger partnerpensioen.
13
Variabel pensioen: hoog/laag Het kan zijn dat u de eerste jaren (bijvoorbeeld 5 of 10 jaar) na uw pensionering een wat hoger pensioen wilt hebben dan daarna. Bijvoorbeeld omdat u nog studerende kinderen hebt of een hypotheek. In zulke situaties kunt u kiezen voor de ‘hoog/laag’ variant. U ontvangt dan vanaf de pensioendatum tijdelijk een hoger pensioen. Na afloop van de afgesproken periode (vijf of tien jaar) ontvangt u een wat lager pensioen. Voorbeeld hoog/laag pensioen Stel u heeft € 10.000 pensioen opgebouwd dat ingaat op leeftijd 67 en u past in dit voorbeeld geen uitstel of vervroeging toe. U kunt dan een hoog/laag-constructie toepassen waarbij u vijf jaar lang (tot leeftijd 72) een iets hogere uitkering ontvangt en vanaf leeftijd 72 levenslang een iets lagere uitkering. Met deze constructie kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een uitkering vanaf leeftijd 72 van € 9.500. In dat geval levert u dus € 500 levenslang pensioen in voor extra pensioen tussen leeftijd 67 en leeftijd 72. Met de hoog/laag-factor uit het pensioenreglement (van 3,4703) bedraagt dit extra tijdelijke pensioen € 1.735,15. U ontvangt dan dus tussen leeftijd 67 en 72 een bedrag van € 11.235,15 (= € 10.000 -/€ 500 + € 1.735,15) en vanaf leeftijd 72 een uitkering van € 9.500 (= € 10.000 -/€ 500) levenslang. De lage uitkering mag niet minder dan 75% van de hoge uitkering bedragen. Dit is hier niet het geval (de lage uitkering bedraagt ongeveer 85% van de hoge uitkering), dus deze constructie kan worden toegepast.
Meer informatie Informatie verstrekking De volgende informatie wordt aan u jaarlijks zonder kosten verstrekt: - een opgave van de verworven aanspraken; - een opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken; - een opgave van de aan het voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei (factor A) op grond van art 3.127 Wet inkomstenbelasting 2001; en - informatie over toeslagverlening. U hebt het recht om het voor u geldende pensioenreglement kosteloos op te vragen. Dit reglement is ook te vinden op de internetsite van het Pensioenfonds https://www.deutschebank.nl/nl/docs/Pensioenreglement_1-1-2015.pdf Daarnaast kunt u op verzoek de volgende informatie aanvragen: - informatie over de hoogte van de opgebouwde pensioenaanspraken; - jaarverslag; - uitvoeringsovereenkomst; - relevante informatie over beleggingen en de verklaring inzake beleggingsbeginselen; - het korte- of lange termijnherstelplan (indien van toepassing); - informatie over de hoogte van de dekkingsgraad; en - informatie over het van toepassing zijn van een maatregel van De Nederlandse Bank. Behoudens de informatieverstrekking over de hoogte van de opgebouwde aanspraken, kunnen voor het verstrekken van overige documenten kosten in rekening worden gebracht. Klachten- en geschillenregeling Als u het oneens bent met de wijze waarop het pensioenreglement (voor u) is toegepast, kunt u contact opnemen met het Pensioenfonds. Wanneer dit niet tot een oplossing leidt, kunt u als deelnemer bezwaar maken. Er is dan sprake van een geschil. Als u ontevreden bent over de manier waarop u door het Pensioenfonds bent behandeld, kunt u een klacht indienen. Op onze website staat beschreven hoe onze klachten- en geschillenprocedure werkt. Persoonlijke vragen Hebt u speciale vragen over een onderwerp in deze brochure of over uw persoonlijke pensioensituatie, neemt u dan contact het Pensioenfonds (
[email protected])
14
Om deze brochure leesbaar te houden, wordt niet op alle details van uw pensioenregeling ingegaan. Uw exacte rechten en plichten vindt u in de statuten en in Pensioenreglement. Deze kunt u vinden op de website van Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland https://www.deutschebank.nl/nl/content/stichting_pensioenfonds_deutsche_bank_nederland_organisat ie_statuten_en_reglementen.html
Begrippenlijst AOW De Algemene Ouderdomswet (AOW) verzekert iedereen die in Nederland woont van een basisinkomen vanaf de AOW-leeftijd. Dat was 65 jaar, maar gaat nu in stappen omhoog naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De AOW wordt ook wel het basispensioen genoemd. Elk jaar dat iemand in Nederland woont, bouw diegene 2% AOW op. Tot een maximum van 50 jaar, oftewel 100%. Die 50 jaar worden teruggeteld de van de AOW-leeftijd. Dus bij 67, dient de opbouw vanaf het 17 jaar te beginnen om aan de 100% te komen. Indien wonend in het buitenland, vindt geen AOW opbouw plaats, tenzij men hiervoor zelf stortingen regelt. Anw Algemene Nabestaandenwet. Geeft weduwen, weduwnaars en wezen onder bepaalde voorwaarden recht op een pensioenuitkering van de overheid. Deelnemer De werknemer voor wie pensioen wordt opgebouwd bij het Pensioenfonds. Franchise Het gedeelte van het pensioengevend salaris dat niet meetelt voor de opbouw van het pensioen. Dit hangt samen met het feit dat u vanaf 67 jaar AOW krijgt. Een pensioenregeling bestaat uit drie pijlers en de pensioenregeling wordt gezien als de aanvulling op de AOW, de eerste pijler. De hoogte van de franchise is niet per definitie gelijk aan de hoogte van de AOW. De franchise wordt vastgesteld door het Bestuur van het Pensioenfonds. Gewezen deelnemer Een persoon die geen pensioen meer opbouwt bij het Pensioenfonds, maar die nog wel pensioen bij het pensioenfonds heeft staan. Een gewezen deelnemer wordt ook wel slaper genoemd. Toeslagverlening (vroeger indexatie genoemd) Aanpassing van de pensioenuitkeringen en van de opgebouwde aanspraken. Voor alle deelnmers wordt de prijsindex ‘CPI alle huishoudens, afgeleid (referentie periode oktober-oktober)’ gevolgd. Pensioenuitvoerder Pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij waarbij u pensioenaanspraken opbouwt of hebt opgebouwd. De pensioenuitvoerder voert de pensioenregeling voor de werkgever uit. In de huidige situatie is de pensioenadministratie sinds 1 januari 2011 uitbesteed aan Syntrus Achmea. Pensioengevend salaris In het reglement is het pensioengevend salaris het vaste bruto maandsalaris op grond van het aantal uren dat iemand werkt, inclusief het daarbij behorend deel van het vakantiegeld en de dertiende maand. Indien van toepassing, tellen ook eventueel andere door de werkgever aangemerkte pensioengevende salaristoeslagen mee voor de berekening van het pensioengevend salaris. Vanaf 11-2015 is conform de wetgeving het pensioensalaris gemaximeerd op EUR 101.583 bij een fulltime arbeidscontract. Pensioengrondslag Het deel van het pensioengevend salaris waarover pensioen wordt opgebouwd. Dit wordt berekend door het pensioengevend salaris te verminderen met de franchise.
15
Prijsindex Het percentage waarmee de consumentenprijzen stijgen. De prijzen van een bepaald jaar worden vergeleken met de prijzen van het jaar daarvoor. Het pensioenfonds hanteert de stijging obv prijsindex ‘CPI alle huishoudens, afgeleid (referentieperiode oktober-oktober)’. Verevening Bij scheiding heeft de ex-partner recht op een deel van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk (of de geregistreerde partnerrelatie) is opgebouwd. WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. Voorziet in een uitkering van de overheid als de werknemer langer dan twee jaar ziek en 35% of meer arbeidsongeschikt is.