Vragen, Wensen en Bedenkingen bij de opvang. Vooropgesteld kan de fractie van Gemeentebelangen zich vinden in de inspanningen van het college om samen met het COA te zoeken naar een locatie waar de gemeente Oosterhout een bijdrage kan leveren aan de opvang van asielzoekers. Voor dit landelijke probleem dient ook Oosterhout haar verantwoordelijkheid te nemen. We waarderen de inzet van het college om de burgers van informatie te voorzien, zowel via de bewonersbrief, de website als ook de inzet van het college, de ambtenaren en het COA tijdens de informatieavond. Het directe gesprek met betrokken burgers daar is, ondanks de drukte, op prijs gesteld, maar heeft zeker niet alle vragen weggenomen, en ook nieuwe vragen opgeroepen. Naar aanleiding van het voorgenomen besluit, de reacties in oude en nieuwe media, en zeker niet als laatst, de reacties en vragen tijdens informatieavond in het Zandoogje van 20 januari zijn er bij de fractie van Gemeentebelangen wel diverse vragen overgebleven en stellen we vragen van buurtbewoners die nog niet naar tevredenheid beantwoord zijn. We verdelen ze onder in de een aantal thema’s Locatie Welke andere locaties zijn in beeld geweest, en waarom zijn deze afgevallen? Antwoord: In onze brief van 3 november jl. hebben wij u aangegeven de mogelijkheden voor de volgende vormen van tijdelijke opvang te bekijken: -
tijdelijke (nood) opvang voor 50-100 mensen voor de duur van 0.5 - 1 jaar, mogelijk in een woonwijk; tijdelijke (nood) opvang voor maximaal 300 mensen voor de duur van maximaal 3 jaren buiten direct woongebied.
Wij hebben voor beide vormen bekeken welke panden en terreinen hiervoor beschikbaar zijn, al dan niet in gemeentelijk eigendom. Het COA heeft vervolgens op basis van hun programma’s van eisen voor inrichting en de beschikbare middelen bekeken welke panden en terreinen geschikt (te maken) zijn voor tijdelijke opvang. Voor de eerstgenoemde vorm van opvang is daar het Zandoogje als geschikte locatie uit naar voren gekomen. Voor de tweede vorm is nog geen geschikte locatie gevonden.
Is onderzocht of de Portacabins waar het Zandoogje uit bestaat ook verplaatst hadden kunnen worden? En zo ja, wat zijn de afwegingen geweest om dit niet te doen, en zo nee, waarom niet en kan dit onderzoek alsnog op korte termijn plaatsvinden. Antwoord: Wij hebben deze mogelijkheid niet onderzocht, omdat locatie Zandoogje past binnen de kaders zoals die waren vastgesteld (zie antwoord boven). Wij zijn van mening dat met een goede begeleiding het maatschappelijk verantwoord is om de opvang op locatie Zandoogje te realiseren. Zeker omdat het voor die vluchtelingen die kansrijk zijn voor een permanent verblijf in Nederland van belang is dat zij in de bewoonde wereld worden opgevangen. Verplaatsing is wel mogelijk, maar de vraag die dan ontstaat is welke locatie beter geschikt is dan het Zandoogje; een andere woonwijk, zo ja welke? Een industrieterrein, of buiten de bebouwde kom, waar de jongeren geïsoleerd van de samenleving worden opgevangen? Verder dient rekening gehouden te worden met de kosten die verplaatsing met zich meebrengt. Zijn er opvanglocaties van vergelijkbare omvang en bezetting (AMA’s) die op een vergelijkbare korte afstand van een woonwijk zijn gesitueerd? Welke ervaringen zijn daarbij opgedaan, en zijn die ervaringen van die locaties meegenomen in de afwegingen? Antwoord: In Purmerend en Borculo zijn er opvanglocaties die in de wijk liggen. In Borculo worden ongeveer 130 jongeren opgevangen en in Purmerend 30. Het COA geeft aan dat de ervaringen hiermee tot nu toe positief zijn.
Waarom is er toch voor deze locatie gekozen, ondanks dat de aangrenzende woningen zo dicht tegen het Zandoogje aanstaan? Antwoord: Zoals aangegeven zijn wij van mening dat een tijdelijk opvang voor maximaal 100 mensen in een woonwijk aanvaardbaar is. Verder is de locatie geschikt vanuit het oogpunt van opvang en integratie. Welke garanties worden er gegeven dat deze locatie inderdaad na 1 jaar dichtgaat? (Deze garantie is voor onze fractie een minimale eis om positief te adviseren, los van de overige vragen en reacties daarop). Antwoord: Wij hebben in ons voorgenomen besluit gesteld dat het COA voor maximaal een jaar gebruik mag maken van het pand. De huurovereenkomst en de bestuursovereenkomst worden ook voor maximaal 1 jaar gebruik aangegaan. Na deze periode kan geen opvang meer plaatsvinden. Binnen drie maanden na sluiting opvang zullen wij het pand ook van deze locatie verwijderen. Dit is ook op schrift gesteld voor de direct omwonenden. Hoe wordt de locatie ingedeeld? Hoeveel kinderen komen er bijvoorbeeld op een slaapzaal? Antwoord: De benedenverdieping zal gebruikt worden voor algemene ruimtes, zoals gespreksruimtes, kantoren, voorlichtingsruimte, recreatieruimte, gemeenschappelijke keuken, huiswerkruimte etc. Bovenin komen de slaapvertrekken. Er zullen zo’n 2 tot 4 jongeren in een kamer slapen.
Welke voorzieningen zullen voor de kinderen aanwezig zijn, zowel binnen als buiten? Antwoord: Er worden recreatieruimtes ingericht voor actieve spellen (o.a. tafelvoetbal, tafeltennis), creatieve activiteiten, filmavonden, tv, bordspellen etc. Verder is er een huiswerkruimte aanwezig met computers en de mogelijkheid tot bijles en ruimte voor gesprekken. Ook het buitenterrein (achterkant pand) wordt ingericht voor sportieve en rustige activiteiten. Past deze opvang binnen het vingerend bestemmingsplan? Antwoord: De huidige bestemming van het perceel van het Zandoogje is gemengd. Hierbinnen zijn zowel maatschappelijke voorzieningen en wonen toegestaan. Maatschappelijke voorzieningen worden omschreven als culturele, educatieve, (para)medische, sociale, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijsvoorzieningen en voorzieningen van openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen. Gezien de omvang van het gewijzigde gebruik van dit pand, de afwijking van het bestaande gebruik als school en de mogelijke maatschappelijke impact van de nieuwe functie op de omgeving, kan een opvanglocatie voor asielzoekers echter niet zonder meer geschaard worden onder de toegestane activiteiten voor maatschappelijke doeleinden. Om deze reden zal het COA een omgevingsvergunning moeten aanvragen. Zorg Uit de vragen en antwoordenlijst blijkt dat er minimaal 2 tot 3 pedagogisch medewerkers op de locatie aanwezig zullen zijn. Dat komt ons wat weinig over. Graag zouden wij een toelichting op dit aantal krijgen. Ervaringen, normen en mogelijke uitbreidingen. Antwoord: Er zal sprake zijn van 24-uurs opvang. Er wordt gewerkt met een team van circa 19fte, wat in de praktijk zal gaan om 20-25 medewerkers, die in wisseldiensten werken. Het gaat hierbij om HBO-geschoolde pedagogisch medewerkers. De minimale bezetting op de locatie is 2 begeleiders in de ochtend, 3 in de middag en avond, 2 in de nacht. In de praktijk zijn er vaak meer medewerkers tegelijk aanwezig in het kader van individuele gesprekken met jongeren, trainingen en/of groepsactiviteiten. Verder worden er indien nodig agogen of psychologen ingeschakeld om de kinderen te begeleiden. Hoewel de ervaring van het COA op andere amv-locaties is dat deze inzet voldoende is, hebben wij met COA afgesproken dat de inzet van begeleiding in de nacht voorlopig wordt opgeschaald naar 4 medewerkers. Er zal dan sprake zijn van 2 pedagogisch begeleiders en 2 beveiligers.
In welke fase van de asielaanvraag zitten de kinderen die opgevangen gaan worden? Waar komen ze vandaan, en wat zal in het algemeen hun bestemming zijn. En daaropvolgend: Hoe lang zullen ze gemiddeld in het Zandoogje verblijven?
Antwoord: De opvang op locatie Zandoogje betreft een proces opvanglocatie voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (poa). Na aankomst in Nederland meldt een minderjarige asielzoeker zich in Ter Apel, waar hij zijn asielaanvraag indient. Vervolgens wordt hij direct geplaatst in een poa, waar zijn asielprocedure start. De asielprocedure neemt ongeveer 5-7 weken in beslag waarin de asielzoeker te horen krijgt of hij al dan niet in Nederland mag blijven of dat er meer tijd nodig is om een beslissing te nemen. Afhankelijk van de uitkomst hiervan zal een jongere naar een andere opvangvoorziening, opvanggezin of in enkele gevallen naar land van herkomst verhuizen. De gemiddelde verblijfstijd van een jongere is drie maanden, de werkelijke duur zal per individu verschillen. Op dit moment komende meeste asielzoekers uit Syrië, Eritrea en Afghanistan. Welke vorm van onderwijs zal worden aangeboden? Hoe verloopt het vervoer van en naar die locatie als dat elders dan het Zandoogje is? Antwoord: De jongeren zullen naar een Internationale Schakelklas (ISK) of een andere vorm van onderwijs gaan die speciaal gericht is op het geven van taal- en praktijklessen aan kinderen die geen Nederlands spreken. Op dit moment wordt door het onderwijs onderzocht welke vorm in Oosterhout het beste aansluit en samen met de gemeente wordt bekeken op welke onderwijslocatie dit plaats kan vinden. Jongeren gaan in principe zelfstandig naar school, waar dit niet mogelijk is zorgt het COA voor vervoer. Hoe worden taal, normen en waarden en omgangsvormen bijgebracht om een goede integratie in de omgeving te bevorderen? Antwoord: Binnen het onderwijs wordt aandacht besteed aan taal, normen en waarden en omgangsvormen. Daarnaast heeft elke jongere een mentor die regelmatig met een tolk met de jongere in gesprek gaat, over thema’s zoals zelfredzaamheid, veiligheid, omgangsvormen. Verder wordt door het COA (ism GGD) groepsgewijze voorlichting gegeven over zaken als omgaan met andere culturen, alcohol en drugs, seksuele voorlichting, of andere thema’s die op dat moment actueel zijn. Het COA heeft daarvoor ook voorlichtingsmateriaal in diverse talen. Welke extra risico’s lopen de kinderen, maar ook de omwonenden als het gaat om besmettelijke ziektes die in het land van herkomst voorkomen, maar hier niet? Antwoord: Bestrijding van besmettelijke ziekten en de preventieve gezondheidszorgtaken heeft het COA contractueel belegd bij de GGD-GHOR. Vluchtelingen komen bij Ter Apel binnen en worden daar gescreend op bepaalde besmettelijke ziekten, zoals TBC en scabiës. Indien nodig wordt er dan direct een behandeling opgestart. Verder wordt aan de jongeren van de opvang medische zorg geboden waar nodig.
Welke vormen van dagbesteding, naast onderwijs, zullen worden aangeboden. En hoeveel medewerkers zijn hiervoor beschikbaar. Met name in het weekend is de zorg bij buurtbewoners aanwezig dat de kinderen gaan “zwerven en hangen”. Antwoord: Naast het onderwijs hebben deze jongeren te maken met afspraken in het kader van hun asielprocedure en moeten zij hun eigen huishouden runnen. Dit houdt in dat zij zelf
boodschappen doen, koken, schoonmaken etc. In hun vrije tijd kunnen de jongeren gebruik maken van de recreatieruimtes en huiswerkruimte. Wekelijks (zowel doordeweeks als in de weekenden) worden groepsactiviteiten zoals bijv. schilderen, voetballen, spelletjesavond of filmavond en competentiegerichte trainingen, zoals kooklessen, openbaar vervoer training, weerbaarheidstraining of fietsles georganiseerd. Hoe wordt de samenwerking met (sport) verenigingen gezocht? Loopt dit via COA, OIB, Surplus of rechtstreeks naar de verenigingen? Antwoord: Het COA bekijkt welke samenwerking passend is en organiseert dit in principe zelf. Dit kan rechtstreeks, maar ook via Surplus of OIB. Wij zullen dit proces waar nodig/gewenst ondersteunen. Welke rol kunnen vrijwilligers spelen in de dagbesteding, en hoe verloopt de coördinatie daarvan? Antwoord: Het COA is verantwoordelijk voor de begeleiding en de inzet van vrijwilligers. Zij zullen dan ook bekijken op welke wijze vrijwilligers het beste ingezet kunnen worden. Er zijn al veel aanmeldingen van vrijwilligers binnengekomen via de website, mail en inloopavond. Wij verzamelen deze aanmeldingen en geven deze door aan het COA. Waar nodig of gevraagd ondersteunen wij het COA bij het organiseren van de inzet van vrijwilligers, hetzij zelf, hetzij via Surplus Welzijn. Kan de gemeente extra inzet in de begeleiding steken als het COA dit niet kan of wil? Antwoord: In een bestuursovereenkomst maken wij afspraken over onder andere de rol- en taakverdeling tussen de gemeente. Het COA is inhoudelijk en financieel verantwoordelijk voor de begeleiding binnen de opvang en daarmee ook voor de personele bezetting en de veiligheid binnen de opvang. Vanwege de zorgen die er leven in de directe omgeving van de locatie is met COA afgesproken om de personele inzet in de nacht voorlopig te verhogen naar 4 medewerkers. Er zal dan sprake zijn van 2 pedagogisch begeleiders en 2 beveiligers. Veiligheid Veel vragen van buurtbewoners gaan over veiligheid. Zal de groep die wordt opgevangen bijvoorbeeld meer overlast geven dan 3 klassen van een willekeurige middelbare school? Antwoord: Het COA geeft aan dat hun ervaring is dat dat niet het geval is. Het gaat hier een om periode waarin jongeren tot rust kunnen komen van hun meestal zware tocht naar hier en waarin zij hun aandacht nodig hebben om hun asielprocedure te doorlopen. De ervaring van het COA is dat de jongeren blij en opgelucht zijn dat ze nu veilig zijn en dat zij hun toekomst en die van hun achtergebleven familieleden niet op het spel zetten door hier rottigheid uit te halen. Wel kan het soms voorkomen zij soms dingen doen die als ongewenst worden gezien, omdat zij niet bekend zijn met onze normen en waarden. De ervaring van het COA is dat de jongeren hier goed op aan te spreken zijn en dat zij zich welwillend opstellen. Ouders zijn bang dat hun kinderen straks niet meer langs het Zandoogje kunnen fietsen. Welke waarborgen kunnen geboden worden dat dit geen problemen oplevert?
Antwoord: Allereerst gaan de jongeren die worden opgevangen zelf ook naar school en zullen zij doordeweeks een deel van de dag niet aanwezig zijn. Verder is hierboven aangegeven dat er een uitgebreid (naschools) programma aanwezig is voor de jongeren en dat zij aangesproken zullen worden op ongewenst gedrag. Mochten er toch signalen zijn van overlast of onveiligheid dan worden er nadere afspraken worden gemaakt tussen buurt, gemeente, politie en COA om verdere overlast te voorkomen. Welke mogelijkheden bieden de huisregels om bijvoorbeeld overlast ’s avonds en ’s nachts tegen te gaan? Antwoord: Het COA hanteert huisregels voor de jongeren. Een daarvan is de regel dat jongeren doordeweeks om 22.00 uur binnen moeten zijn. In overleg met de begeleiders kan hiervan op individuele basis worden afgeweken in geval van hun asielproces of andere verplichtingen. Thuiskomtijd in de weekenden wordt bepaald in overleg met de begeleiders. De begeleiders werken in actieve nachtdienst om toe te zien op het naleven van de afspraken en om in te grijpen bij overlast. Ook wordt gevreesd voor geluidsoverlast in het algemeen, welke afspraken kunnen daar over worden gemaakt? Antwoord: Er vindt periodiek omwonenden-overleg (overlegcommissie) plaats, waarin concrete afspraken gemaakt worden tussen omwonenden, de locatiemanager, de wijkagent en de gemeente. Bij acute situaties waarbij omwonenden overlast ervaren kan altijd contact worden opgenomen met de medewerkers. Voor dat laatste komt een direct telefoonnummer. Hoe worden de huisregels afgedwongen bij overtreding? Antwoord: De jongeren ondertekenen bij aankomst de geldende huisregels voor deze locatie. Deze zijn gebaseerd op de omgangsvormen die wij in Nederland hanteren. Discriminatie op basis van afkomst, religie, politieke voorkeur of seksuele geaardheid hoort daar niet bij. Alcoholgebruik of drugsgebruik worden niet getolereerd. De begeleiding ziet er op toe dat deze huisregels worden nageleefd en spreken de jongeren aan op ongewenst gedrag. Daarbij is een aantal sancties mogelijk, variërend van een geldboete of overplaatsing. In het geval van minderjarige vluchtelingen zullen ook opvoedkundige maatregelen worden in gezet (huisarrest, corvee e.d.). In alle gevallen geldt dat misdragingen consequenties kunnen hebben voor de asielprocedure. Voor zaken die de openbare orde raken wordt altijd de politie ingeschakeld. Hoe wordt contact met de kinderen uit de buurt geregeld? Antwoord: De ervaring van COA is dat deze jongeren, net als hun Nederlandse leeftijdsgenoten, vaak uit zichzelf contact leggen, zonder bemoeienis van ouders. In de overlegcommissie kunnen initiatieven vanuit de buurt, verenigingen of vanuit het COA besproken worden.
Overleg & Inspraak Welke overlegstructuur gaat er opgericht worden om de wensen, klachten maar ook hulp te structureren? Antwoord: Het COA stelt een overlegcommissie in, waarin de gemeente (o.a. buurtbeheer, veiligheid), politie en ook omwonenden vertegenwoordigd zijn. Hierin kunnen wensen, signalen, vragen, problemen besproken worden en concrete afspraken worden gemaakt over hoe te handelen. Wie heeft in een dergelijk overleg het laatste woord? Gemeente Oosterhout of het COA? Antwoord: Uitgangspunt is samenwerking en afstemming. Afhankelijk van het vraagstuk zal de gemeente, politie of COA actie moeten ondernemen. Op welke manier kunnen bewoners direct klachten of overlast melden? Antwoord: Na definitieve besluitvorming worden tussen COA, gemeente en bewoners concrete afspraken gemaakt over de wijze waarop klachten en overlast gemeld kan worden. Overlast door de jongeren van de opvang kan overigens altijd gemeld worden bij politie en/of de medewerkers van de opvang. Voor dat laatste komt een direct telefoonnummer. Welke extra afspraken met politie en wijkagent worden gemaakt? Antwoord: De politie en wijkagent maken onderdeel uit van de overlegcommissie die wordt opgericht. Daarin worden concrete afspraken gemaakt nav signalen of vragen. Verder heeft de burgemeester driehoeksoverleg met politie en openbaar ministerie om de inzet van de politie in zijn algemeenheid en in dit kader specifiek mbt tot de opvang te bespreken en vast te stellen. Naar aanleiding van de zorgen zijn met de politie aanvullende afspraken gemaakt om vanaf de start van de opvang met meer regelmaat te surveilleren in de wijk. Daarnaast zal er ook extra toezicht gehouden worden in de wijk door gemeentelijke toezichthouders. Financiën Welke geldstromen zijn er gemoeid met deze opvanglocatie. Bijvoorbeeld welke huur wordt betaald. Welke kosten voor inzet van medewerkers van Surplus, OIB etc. worden vergoed door het COA. (Kunnen deze indien vertrouwelijk eventueel ter inzage gelegd worden)? Antwoord: Wij ontvangen vanuit het COA een vergoeding per op te vangen vluchteling, ter tegemoetkoming in de kosten in het kader van veiligheid en communicatie. Verder ontvangen wij van het COA een kostprijs dekkende huur voor het gebruik van het pand. Het COA maakt zelf of waar nodig/gewenst in afstemming met de gemeente afspraken met organisaties en verenigingen over eventuele inzet en de daarmee gemoeide kosten/vergoedingen.