“Eindwerk voorgelegd tot het behalen van de graad Professionele Bachelor Sport en Bewegen”
Welk beweegprogramma kan mensen met een sedentair beroep motiveren om langdurig zitten te onderbreken met beweegmomenten?
Davy Provoost Academiejaar 2014-2015 Campus: Sint-Jorisstraat Brugge Opleiding: Sport en bewegen Module: Bachelorproef
Promotor Howest: Veerle Dubuy Externe promotor: Eve Pittoors
1
2
“Eindwerk voorgelegd tot het behalen van de graad Professionele Bachelor Sport en Bewegen”
Welk beweegprogramma kan mensen met een sedentair beroep motiveren om langdurig zitten te onderbreken met beweegmomenten?
Davy Provoost Academiejaar 2014-2015 Campus: Sint-Jorisstraat Brugge Opleiding: Sport en bewegen Module: Bachelorproef
Promotor Howest: Veerle Dubuy Externe promotor: Eve Pittoors
3
“De auteur geeft toelating dit afstudeerwerk voor consultatie beschikbaar te stellen en delen van het afstudeerwerk te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit dit afstudeerwerk.”
1
2
Woord vooraf
Het schrijven van de bachelorproef met de bijhorende opmaak van een werkveld-gerelateerd product is een laatste mijlpaal in het behalen van de graad van Professionele Bachelor in Sport en Bewegen. Voor mezelf had ik dan ook besloten om er ten volle voor te gaan om de bacheloropleiding in schoonheid af te sluiten. Deze bachelorproef richt zich vooral op werknemers met een zittend beroep die langdurig aaneengesloten zitten. Het doel van het product is om bewustwording te creëren bij werknemers om sedentair gedrag op de werkvloer te verminderen. Ook mensen die graag meer informatie willen weten over het onderwerp sedentair gedrag op het werk kunnen baat hebben bij het lezen van dit onderzoek. Het hele proces rond de realisatie van dit onderzoek zou niet mogelijk geweest zijn zonder de hulp van enkele mensen. Hun ervaring en deskundigheid, heeft me geholpen om mijn bachelorproef tot een goed einde te brengen. Om te beginnen, wil ik vooral mijn promotor Veerle Dubuy bedanken voor de begeleiding doorheen het academiejaar. Ze speelde een belangrijke rol in de opmaak van het rapport en gaf telkens opbouwende feedback om een succesvol product aan de man te brengen. Verder trad ze op als contactpersoon met het bedrijf Ablynx om mij te steunen in het project. Ook Eve Pittoors heeft een belangrijke rol gespeeld als begeleider doorheen het academiejaar. Door haar ervaring als gezondheidspromotor bij bedrijven, heeft ze me gepaste feedback kunnen bezorgen rond de praktische uitvoering van zaken. Haar visie rond gezondheid op de werkvloer heeft me geïnspireerd om een succesvol product, in de vorm van een beweegprogramma, te maken. Deze bachelorproef kon niet mogelijk gemaakt worden zonder de samenwerking met het biofarmaceutisch bedrijf Ablynx. Ik wil dan ook het bedrijf en de kantoormedewerkers die deelnamen aan mijn onderzoek hartelijk bedanken om deel te nemen aan mijn onderzoek. Verder wil ik Vicky De Paepe en haar collega’s bedanken om als contactpersoon op te treden en voor hun professionele aanpak in de begeleiding. Tot slot wil ik ook Dai Dufour bedanken voor de opmaak van de website en Karen Vermeersch bij de vertaling van de website.
1
Abstract
Inleiding Over de hele wereld gaan mensen een groot deel van hun tijd zittend doorbrengen, vooral op het werk. Doel van dit onderzoek is om werknemers met een zittend beroep te motiveren om langdurig zitten te verbreken met een beweegmoment. Hierbij volg je een beweegprogramma op maat die praktische informatie en tips aanbiedt om in de praktijk toe te passen. Dit programma biedt oplossingen aan om het sedentair gedrag in het werkveld te verminderen en richt zich op elke werknemer die langdurig aaneengesloten zit op het werk. Theoretisch kader Volgens de literatuur brengt langdurig zitten en bewegingsarmoede heel wat gezondheidsrisico’s met zich mee. Kantoormedewerkers vormen een risicogroep die bewust dienen te worden van de gevolgen van langdurig aaneengesloten zitten. Het kader van de gedragsepidemiologie vormt de basis van dit onderzoek. Praktijkgericht onderzoek Negentien kantoormedewerkers werden bevraagd naar hun mate van sedentair gedrag op de werkvloer. Op basis van deze dataverzameling, werd het beweegprogramma Sit Less & Move More op maat gemaakt. Ook werden verschillende mogelijkheden aangereikt die de werknemers moeten stimuleren om vaker pauzes in te lassen na langdurig zitten. Er namen negentien kantoormedewerkers deel aan het onderzoek. Deze werknemers volgden gedurende vijf dagen een beweegprogramma om langdurig zitten te verbreken met een beweegmoment. Na het uitvoeren van het beweegprogramma, werd dit product geëvalueerd op basis van effectiviteit. Uit onderzoek bleek dat het programma de werknemers stimuleerde om minder te zitten en meer te bewegen. De werknemers werden meer bewust over hun zitgewoontes op het werk en wat ze kunnen doen in de praktijk om dit te verminderen. Praktische toepassing van het product in het werkveld Het beweegprogramma Sit Less & Move More kan gebruikt worden in elke organisatie waarbij de werknemers langdurig aaneengesloten zitten. Het programma is gericht voor iedereen die een zittend beroep heeft en biedt waardevolle informatie om bewegingsarmoede op het werk aan te pakken. 2
Verklarende woordenlijst Woorden die in de verklarende woordenlijst voorkomen worden in de tekst aangeduid met een * na het woord. Woordenlijst Accelerometer: klein elektronisch apparaat dat objectieve metingen van sedentaire en fysieke activiteit weergeeft. Deze versnellingsmeter wordt op de heup gedragen en geeft informatie weer over de volume en intensiteit van bewegingen (Bernaard et al., 2011). Bewegingsapparaat: bestaat uit onze botten, spieren en pezen en zorgt voor het gestalte van de mens en zijn mogelijkheden om zich voort te bewegen (Letsels van het bewegingsapparaat, 2011). Determinanten: oorzakelijke factoren die het gedrag bepalen (Lechner, Mesters & Bolman, 2010) Gezondere werkplek: werkplek waar werknemers en managers samenwerken aan een continue verbeteringsproces voor het beschermen en bevorderen van de gezondheid, de veiligheid en het algemeen welzijn van alle werknemers en de duurzaamheid van de werkplaats (WHO, 2010). Licht intensieve activiteit: een energieverbruik van 1.6 tot 3 MET is haalbaar om gedurende langere tijd aan te houden. Hierbij wordt de ademhaling en hartslag niet merkbaar verhoogt (Tremblay et al., 2010). MET: geeft aan hoeveel energie een bepaalde fysieke inspanning kost ten opzichte van de hoeveelheid benodigde energie in rust (Owen et al., 2009). Afkortingen MET: metabolisch equivalent
3
Inhoudsopgave Woord vooraf .......................................................................................................................................... 1 Abstract ................................................................................................................................................... 2 Verklarende woordenlijst ........................................................................................................................ 3 Inleiding .................................................................................................................................................. 6 Hoofdstuk 1: Literatuurstudie ................................................................................................................. 7 Mindmap ................................................................................................................................................. 8 1.
2.
3.
4.
Sedentair gedrag .......................................................................................................................... 9 1.1
Definitie ............................................................................................................................... 9
1.2
Meetmethoden ..................................................................................................................... 9
1.3
Cijfergegevens ................................................................................................................... 11
1.4
Evolutie sedentair gedrag .................................................................................................. 13
Sedentair gedrag gelinkt aan gezondheid .................................................................................. 14 2.1
Cardiovasculaire- en stofwisselingsaandoeningen ............................................................ 15
2.2
Mentale aandoeningen ....................................................................................................... 15
2.3
Ontwikkeling van kanker .................................................................................................. 16
2.4
Klachten aan het bewegingsapparaat ................................................................................. 16
2.5
Obesitas / overgewicht ...................................................................................................... 17
Determinanten* gelinkt aan sedentair gedrag bij volwassenen ................................................. 18 3.1
Model van gedragsverandering ......................................................................................... 19
3.2
Risicogroepen voor sedentair gedrag ................................................................................ 21
Interventies om sedentair gedrag te verminderen ...................................................................... 23 4.1
Beleidsmatig ...................................................................................................................... 23
4.2
Voorwaarden ..................................................................................................................... 23
4.3
Aanbevelingen sedentaire zittijd ....................................................................................... 24
4.4
Strategieën om sedentaire tijd te verminderen met de bijhorende effecten ....................... 25
Samenvatting ......................................................................................................................................... 28 Voorontwerp product ........................................................................................................................... 29 Hoofdstuk 2: Uitvoering en resultaten van het onderzoek .................................................................... 30 2.1 Doelgroep fase 1.............................................................................................................................. 30 2.1.1 Onderzoeksdesign ............................................................................................................... 30 2.1.2 Meetmethode ........................................................................................................................ 30 2.1.3 Steekproef ............................................................................................................................. 31 2.1.4 Procedure ............................................................................................................................. 31 2.1.5 Dataverwerking ................................................................................................................... 31 2.2 Resultaten doelgroep fase 1 ......................................................................................................... 32 4
2.2.1 Algemene informatie ............................................................................................................ 32 2.2.2 Lichamelijke klachten .......................................................................................................... 32 2.2.3 Opmaak van beweegprogramma .......................................................................................... 33 2.3 Ontwikkeling product .................................................................................................................. 37 2.3.1. Argumentering keuze vorm en inhoud product ................................................................... 37 2.3.2 Schematische voorstelling product ....................................................................................... 40 2.4 Doelgroep fase 2 .......................................................................................................................... 40 Hoofdstuk 3: Praktische toepassing van het product in het werkveld ................................................... 42 3.1 Interpretatie resultaten ................................................................................................................. 42 3.2 Betekenis werkveld ..................................................................................................................... 44 3.3 Conclusie ..................................................................................................................................... 46 Referentielijst ........................................................................................................................................ 49 Bijlagen ................................................................................................................................................. 55 Abstract ................................................................................................................................................. 57
5
Inleiding “Sitting is the new smoking, but standing is not the opposite of sitting. Moving is”. Meer en meer mensen hebben een zittend beroep. De personen die een kantoorberoep hebben gaan vrijwel over heel de dag continue gaan zitten: in de auto op weg naar het werk, tijdens een vergadering, achter de computer, tijdens de maaltijden, … Kortom: kantoormedewerkers spenderen het grootste deel van hun tijd al zittend, al dan niet ononderbroken. Al deze zaken hebben een grote invloed op de vitaliteit en productiviteit van deze werknemers. Daarenboven kan langdurig zitten of bewegingsarmoede nog eens leiden tot hart- en vaatziekten, spierpijn, depressie, … De overheid en het bedrijfsleven moeten sedentair gedrag met een proactief beleid aanpakken. Dit zal indirect zorgen voor minder zorgkosten door het ziekteverzuim en voor productievere werknemers. Het doel is om mensen in de werkcontext aan te sporen om hun werktijd minder zittend door te brengen. Hierbij volgen de werknemers een beweegprogramma die de focus legt op het onderbreken van sedentair gedrag met beweegmomenten. Zo kan de totale werk-gerelateerde zittijd veel verminderd worden. De onderzoeksvraag wordt als volgend geformuleerd: Welk beweegprogramma kan mensen met een sedentair beroep motiveren om langdurig zitten te onderbreken met beweegmomenten? Aan de hand van een online vragenlijst, worden de werknemers bevraagd naar hun mate van sedentair gedrag op de werkvloer. Het rapport bestaat uit een drietal hoofstukken. In het eerste hoofdstuk wordt het begrip sedentair gedrag uitgelegd en wordt de link gelegd met de algemene gezondheid. Verder worden de determinanten van sedentair gedrag in kaart gebracht aan de hand van een ecologisch model en wordt er verdiept naar eerdere onderzoeken waarbij de nadruk ligt op sedentair gedrag op de werkvloer. Om de bewegingsarmoede op het werk aan te pakken, worden er enkele interventies besproken die als doel hebben om langdurig zitten te verminderen. Er worden bepaalde strategieën uitgelegd die toegepast kunnen worden in de praktijk.
6
Hoofdstuk 1: Literatuurstudie
Het schema waarop het onderzoek zich zal richten wordt hieronder voorgesteld.
Figuur 1: Het kader van een gedragsepidemiologie (Sallis et al., 2000)
7
Mindmap
8
1. Sedentair gedrag 1.1 Definitie Het begrip sedentair gedrag komt van het Latijns woord ‘sedere’ letterlijk vertaald: zitten. Sedentair gedrag omvat activiteiten die een laag energieverbruik hebben, zoals televisie kijken, auto rijden, zitten op school of op het werk en liggen. Deze activiteiten hebben een MET*-waarde tussen 1 en 1.5 (Owen et al., 2000). Het energieverbruik in rust wordt een score van 1 MET toegekend. Sedentair gedrag krijgt een waarde lager dan 2 MET (Owen et al., 2009). De tijd die mensen al zittend besteden wordt sedentaire tijd genoemd. Deze kan gemeten worden volgens de totale zittijd over de hele dag of tijdens specifieke activiteiten in de huishoudelijke omgeving, vrije tijd, transport en bezigheid tijdens school / werk. De geschatte, totale zittijd wordt gemeten aan de hand van vragenlijst of via objectieve metingen met behulp van een accelerometer* en / of inclinometer (Healy et al., 2012). Uit wetenschappelijk onderzoek werd er aangetoond dat fysieke activiteit en sedentair gedrag niet gelinkt zijn aan elkaar. De hoeveelheid tijd die je sport en de hoeveelheid waarbij je zit zijn verschillende factoren voor het risico op hart- en vaatziektes (Iannotti et al., 2009). Een sporter die meerdere malen per week intensief sport, maar vaak zit op het werk en thuis heeft ook gezondheidsrisico’s. Er wordt aangeraden om de totale hoeveelheid zittijd te beperken om de kans te verlagen op de ontwikkeling van heel wat gezondheidsproblemen. (Owen et al., 2009). 1.2 Meetmethoden
Bij het meten van sedentair gedrag kan er onderscheid gemaakt worden tussen objectieve metingen en subjectieve metingen. Er zijn bij beiden zowel voordelen als nadelen. In het kader van dit onderzoek zal er gebruik gemaakt worden van subjectieve metingen. Het einddoel van de meetmethode die wordt gebruikt in dit onderzoek is om na te gaan of de werknemers al dan niet te vaak zitten tijdens het werk. Op basis hiervan wordt een programma opgesteld waarbij de totale zittijd verlaagd wordt door het inlassen van onderbrekingen tijdens langdurig zitten met licht intensieve activiteiten*.
9
Bij het gebruik van objectieve metingen kan een accelerometer* gebruikt worden. Dit is een objectief meetinstrument voor het meten van sedentair gedrag. De methode is valide* en betrouwbaar (Reilly et al., 2008). De versnellingsmeter is de minst belastende meetmethode voor de testafnemers. De nadelen bij deze methode van meten is dat ze moeilijk toepasbaar is op een grote populatie, het veel geld kost en tijd vergt om de ingewonnen informatie te analyseren en interpreteren (Bernaards et al., 2011).
Figuur 2: Een accelerometer van Actigraph Bij het uitvoeren van subjectieve metingen wordt er gebruik gemaakt van vragenlijsten en / of dagboeken om informatie te verzamelen. De informatie moet gemakkelijk te analyseren en te interpreteren zijn. Bij het opstellen van de vragen is het belangrijk dat er onderscheid gemaakt wordt tussen verschillende activiteiten als slapen, zitten, liggen en rechtstaande activiteiten (Healty et al., 2011). Vragenlijsten worden vaak gebruikt om sedentair gedrag te meten. Het is bruikbaar bij een grote populatie en de kosten zijn laag (Prince et al., 2008). De doelgroep kan bevraagd worden naar de mate van sedentair gedrag in verschillende contexten: huishouden, transport, mate van bezigheid tijdens werk / school en vrije tijd. Een aspect waar zeker rekening mee gehouden moet worden bij de evaluatie is dat mensen wel vaker sedentair gedrag vertonen doorheen de dag, maar ze zijn er zich minder bewust van (Tremblay et al., 2010) Dagboeken zijn ook een vorm van subjectieve meting die gebruikt kunnen worden. In deze meting worden de dagelijkse (lichte) activiteiten vermeld. Deze vorm van methode is tijdsintensief en vergt wat inspanning van de deelnemers om deze in te vullen. Ook niet onbelangrijk is dat deelnemers minder sedentair gedrag zullen vertonen wanneer ze effectief een dagboek bijhouden. Hierdoor kan de interpretatie van de resultaten wat bemoeilijkt worden (Prince et al., 2008).
10
Tot op vandaag is er nog geen eenduidige vragenlijst die zowel betrouwbaar als valide* is om zowel de totale sedentaire tijd in kaart te brengen alsook het aantal onderbrekingen in sedentair gedrag (Bernaards et al., 2011). In dit onderzoek worden de deelnemers bevraagd naar de hoeveelheid sedentaire zittijd op het werk. De vragenlijst bevat specifieke vragen om na te gaan of de werknemers te vaak zitten tijdens het werk en of ze gebruik maken van de mogelijkheden om langdurig zitten te beperken. 1.3 Cijfergegevens
Doorheen de tijd is het activiteitenpatroon van de mensen sterk veranderd. Nelson et al. kwamen tot de vaststelling dat het percentage van mensen dat regelmatig aan lichaamsbeweging doet hetzelfde blijft, maar de hoeveelheid zittijd steeg met 8% (2006).
Figuur 3: Percentage van de bevolking (15jaar en ouder) dat alleen maar sedentaire activiteiten doet volgens leeftijd en geslacht (Gezondheidsenquëte België, 2008). In België geeft 26% van de bevolking aan dat ze hun activiteiten hoofdzakelijk sedentair doorbrengen. Deze varieert met de leeftijdsfase waarin ze zich bevinden. In het onderzoek richten we ons in de leeftijdscategorie van 25-64 jarigen. In figuur 3 wordt bij deze categorie een percentage aangegeven tussen de 20% - 30%. De Vlaamse overheid speelt hier op in en stelt een nieuw actieplan op rond voeding en beweging in het kader van gezondheidspromotie. Een subdoelstelling uit dit actieplan wordt als volgt geformuleerd: “Tegen 2015 daalt het percentage sedentaire personen met 10% “ (Actieplan, 2008).
11
Gegevens uit een Europese vragenlijst toont aan dat Belgen op het vlak van sedentair gedrag ongeveer 6 uur per dag zitten (Eurobarometer, 2006). Er werden enkele metingen internationaal uitgevoerd die de tijdsbesteding van de bevolking in de westerse wereld onderzocht. In figuur 4 wordt de dagelijkse tijdbesteding voorgesteld van volwassenen met een zittend beroep op een traditionele werkdag.
Figuur 4: Doorsnee werkdag van een volwassene met een zittend beroep (Trembaly et al., 2010) Deze figuur toont aan dat een volwassen persoon met een zittend beroep heel wat mogelijkheden heeft om de tijd sedentair door te brengen. Uit onderzoek blijkt dat 60% van de totale zittijd op een doorsnee werkdag gerelateerd is aan zitten op het werk (Jans et al., 2007). Dit onderzoek richt zich naar het verminderen van de sedentaire tijd in de werkcontext met als doelgroep kantoormedewerkers. Het goede nieuws is dat de overheid bedrijven stimuleert om hun werknemers bewegingsmogelijkheden aan te bieden zowel tijdens als na de werkuren om sedentair gedrag aan te pakken (Actieplan, 2008).
12
1.4 Evolutie sedentair gedrag
Geschiedenis De populatie in het tijdperk van de prehistorie moest continue in beweging zijn om voedsel te verzamelen, woonplaatsen te vinden, … Het belang van bewegen was tijdens deze periode van levensbelang. In de volgende tijdsperiode werd het platteland steeds belangrijker. De opkomst van de agrarische levensstijl was een feit. Er werd voedsel gekweekt, dieren gefokt, bomen gekapt, … De mensen werkten hard op het land en waren continue in beweging (Vernikos, 2011). De grote verandering vond plaats door de technologische vooruitgang in de 20ste eeuw. De auto werd uitgevonden waardoor mensen zich comfortabeler konden verplaatsen en de televisie vond zijn intrede waardoor mensen vaak geneigd waren om thuis voor de buis te zitten i.p.v. naar buiten te komen (Vernikos, 2011). Al deze uitvindingen hadden als doel om het leven van de mens gemakkelijker en comfortabeler te maken. De keerzijde is dat deze uitvindingen een groot deel van de bewegingen die onze voorouders dagelijks deden volledig uitsluiten. De hedendaagse maatschappij zit vaker en velen zitten hele dagen neer (Vernikos, 2011). Domein van het werk Werkgerelateerde fysieke activiteit daalde enorm bij de meerderheid van de volwassenen, zeker bij degenen die een job uitvoerden als kantoormedewerker. Als gevolg van deze evolutie in de maatschappij, worden er meer activiteiten uitgevoerd waarbij men langdurig zit (Plotnikoff & Karunamuni, 2012). Door de vooruitgang in de technologische ontwikkeling en de verschuiving naar een dienstverlenende maatschappij, is de hoeveelheid lichaamsbeweging in veel beroepen sterk gedaald (Straker & Mathiassen, 2009). Onder invloed van de automatisering in de maatschappij zullen werknemers steeds meer met sedentaire werktaken te maken krijgen.
13
2. Sedentair gedrag gelinkt aan gezondheid Onderzoek wees uit dat mensen die het grote deel van hun tijd zittend besteden 54% meer kans hebben op vroegtijdige sterfte (Katzmarzyk et al., 2009). Volgens een Australische studie zorgen de gevolgen van veelvuldig zitten voor 70% van het aantal sterfgevallen. Personen die niet vaak bewegen en daarbij nog eens veelvuldig zitten hebben het grootste risico op de ontwikkeling van welvaartsaandoeningen (Teychenne et al., 2010). De hoeveelheid tijd die je al zittend doorbrengt, kan niet gecompenseerd worden door te voldoen aan de minimale hoeveelheid fysieke activiteit die de Wereldgezondheidsorganisatie aanbeveelt (Katzmarzyk et al., 2009). Studies bevestigen dat niet alleen een tekort aan lichaamsbeweging, maar langdurig zitten een verhoogd risico op chronische ziektes met zich mee brengt doordat grote, motorische spieren niet of slechts nauwelijks geactiveerd worden (Tikkanen et al., 2013). In figuur 5 worden verschillende gemiddelde spieractiviteiten aangetoond van dagdagelijkse taken.
Figuur 5: Gemiddelde spieractiviteit in dagdagelijkse taken (Tikkanen et al., 2013)
Een groot deel van je tijd sedentair doorbrengen heeft heel wat gevolgen naar de algemene gezondheid toe. Hieronder worden enkele risico’s op de ontwikkeling van bepaalde aandoeningen aangetoond.
14
2.1 Cardiovasculaire- en stofwisselingsaandoeningen
Langdurig zitten wordt gelinkt met een toegenomen kans op zowel hart- en vaatziekten als diabetes (Wilmot et al., 2012; Proper et al., 2011). Een studie bij 68 5000 vrouwen gedurende 6 jaar toonde aan dat langdurig zitten een verhoogd risico op diabetes type 2 teweeg brengt (Fox et al., 2006). Volgens Katzmarzyk et al. is de relatie tussen hart- en vaatziekten en de dagelijkse hoeveelheid zitten onafhankelijk van de hoeveelheid tijd waarbij de personen fysiek actief zijn (2009). Een internationale studie bij de bevolking van Amerika en Australië wees uit dat langdurig zitten nadelige gevolgen heeft op de gezondheid met een grotere kans op cardiovasculaire- en stofwisselingsziektes. De gehanteerde meetmethode was het gebruik van een versnellingsmeter. Het langdurig zitten heeft een invloed op de tailleomtrek, de hoeveelheid glucose en vetten in het bloed en het heeft een effect op de schommelingen van het hormoon insuline (Healty et al., 2007; Healy et al., 2008). De werking van het enzym lipase wordt drastisch verminderd bij het zitten. Een verminderde werking van dit enzym door het sedentair gedrag leidt tot een stijging van het vetgehalte in het bloed. Volgens Hamilton et al wordt de werking van lipase gestimuleerd door het uitvoeren van een laagdrempelige activiteit, waaronder rechtstaan (2007). 2.2 Mentale aandoeningen
De link tussen overmatig sedentair gedrag en de kans op mentale aandoeningen als depressie is eerder beperkt. Er werd wel aangetoond dat langdurig schermgerelateerd gedrag als televisie kijken of computeren gerelateerd is met een grotere kans op depressie (Teychenne et al.,2010). De link tussen langdurig zitten en een negatieve mentale gezondheid werd aangehaald door verschillende factoren als een stijging van angstgevoelens, verhoogde stress en een hoger gebruik van kalmeringsmiddelen (Sanchez-Villegas et al., 2008).
15
2.3 Ontwikkeling van kanker
Er zijn bepaalde studies die langdurig zitten linken met een verhoogd risico op het ontwikkelen van bepaalde vormen van kanker (Lynch, 2010). Sedentair gedrag in de vorm van zitten en liggen wordt gelinkt aan een stijgend risico op de ontwikkeling van borstkanker bij vrouwen doordat het energieverbruik heel laag is bij deze activiteiten (Dallal et al., 2012). De relatie tussen langdurig zitten en de ontwikkeling van prostaatkanker werd eveneens aangetoond bij mannen (Johnsen et al., 2009). 2.4 Klachten aan het bewegingsapparaat
Langdurig zitten zal een gevolg hebben op het bewegingsapparaat* van het lichaam (Jäger et al., 2003). Het menselijk lichaam is niet gemaakt om eenzelfde positie langdurig aan te houden. Het zitpatroon zal een impact creëren op de lichaamshouding. Bij langdurig zitten, ontstaan er neurale aanpassingen in de hersenen naar de verschillende lichaamsdelen. De houdingsspieren worden aangetast waardoor o.a. de heupspieren zich continu in een verkorte positie bevinden. Dit zal gevolgen hebben naar het spierweefsel en bindweefsel toe (Aguilar & Gallegos, 2013). De lichaamshouding die je al zittend aanneemt zal de postuur beïnvloeden als de mens zich rechtopstaand wilt voortbewegen. Een voorbeeld hiervan is de voorovergebogen positie bij het werken aan de computer waarbij het hoofd naar voor gaat en de schouder naar binnen gaan (Aguilar & Gallegos, 2013).
Figuur 6: Evolutie naar zittende mens met een impact op de lichaamshouding
16
Wanneer 95% van de totale werktijd al zittend wordt doorgebracht, heeft dit een verhoogd risico op nekpijn. Dit wordt veroorzaakt door een overmatige buiging in de nek wanneer het hoofd naar voor wordt gebracht (Ariëns et al., 2001). Verder leidt regelmatig gebruik van communicatietechnologie tot meer klachten in de nek, schouder en lage rug bij volwassenen. De relatie tussen computeren, mobiel telefoneren, televisie kijken en de pijnklachten werden onderzocht. De onderzoekers kwamen tot de vaststelling dat twee à drie uur voor de computer zitten gelinkt wordt met een hogere kans op pijn in de nek en schouders. Meer dan vijf uur zittend werken voor de computer vergroot de kans op lage rugpijn (Hakala et al., 2006). Bij kantoormedewerkers die een sedentaire job hebben, is de kans groot dat er een tekort aan beweging is in de verschillende lichaamsdelen als het hoofd, nek en schouder. Door een beperkte beweging, wordt een statische spierbelasting continu aangehouden. Als gevolg hiervan, treedt er een verhoogde spanning op in de spieren rond de bovenvermelde regio’s (Sjogaard et al., 2006). 2.5 Obesitas / overgewicht
De relatie tussen langdurig zitten en overgewicht is beperkt (Proper et al., 2011). In Australië werd er met behulp van een steekproef bij volwassen die in fulltime dienstverband werken, de link tussen beroepsmatige zittijd en overgewicht onderzocht. De onderzoekers kwamen tot de vaststelling dat de werkplaats een belangrijke rol speelt bij het toenemend aantal mensen met overgewicht (Mummery et al., 2005).
17
3. Determinanten* gelinkt aan sedentair gedrag bij volwassenen
De verschillende factoren die leiden tot sedentair gedrag is nog relatief onbekend. Vooral het sedentair gedrag gelinkt aan het zitten voor een televisie of computer werden onderzocht (Hendriksen et al., 2013). Verder zijn er meerdere studies die afgerond zijn, maar nog gepubliceerd dienen te worden. Hierbij wordt de relatie tussen het zitgedrag tijdens het werken en de factoren die hiermee samengaan onderzocht in de vorm van een kwalitatief onderzoek. Tot het jaar 2010 waren er geen interventies die als hoofdzakelijk doel hadden om het sedentair gedrag te verminderen bij volwassenen (Chau et al., 2010). De meeste interventies waren gericht op het vermeerderen van de fysieke activiteit, het verminderen van het sedentair gedrag was hierbij een bijkomend doel. De combinatie van beiden was niet echt effectief naar het verminderen van sedentair gedrag (Hendriksen et al., 2013). Voor het doorbreken van sedentair gedrag is het inlassen van licht, intensieve activiteiten* van groot belang om de totale zittijd te verminderen. Tijdens deze bewegingen is de intensiteit niet zo van groot belang. Het is voldoende om eens op te staan, te wandelen of lichte oefeningen uit te voeren aan de werkplaats om het sedentair gedrag te doorbreken (Hendriksen et al., 2013).
18
In onderstaand tabel wordt er aangegeven wat de meest beïnvloedbare factoren zijn voor sedentair gedrag bij kinderen en volwassenen. Naar de doelgroep toe die zal deelnemen aan dit onderzoek, zal vooral het zittend beroep en zitten als gewoontegedrag een belangrijke factor zijn. Tabel 1: Beschreven determinanten* van sedentair gedrag bij kinderen en volwassenen (Hendriksen et al., 2013)
3.1 Model van gedragsverandering
Er zijn een aantal modellen / theorieën die een overzicht geven van de factoren die een invloed hebben op het gedrag van mensen. Doorheen de tijd veranderde de focus van het individu naar de relatie van het individu met zijn sociale en fysieke omgeving. Om een verandering te creëren bij het gedrag van een individu is het belangrijk dat de omgeving mee verandert (Sallis, Owen & Fisher, 2008). Het ontstaan van een ecologisch model was een feit. Dit model richt zich op meerdere niveaus die een impact hebben op het sedentair gedrag (Sallis, Owen & Fisher, 2008). De tijd die mensen spenderen tijdens specifieke domeinen, zoals op het werk, zullen verschillen factoren hebben die het sedentair gedrag bepalen. Welke factoren hangt af van de omstandigheden waarin het individu zich bevindt. Het is van belang om de relatie tot het gedrag in rekening te houden om een effectieve interventie op te starten (Owen et al., 2011). De omgeving speelt een belangrijke plaats in het stimuleren van sedentair gedrag. De werkplaats van kantoormedewerkers bestaat meestal uit een traditionele lessenaar met een stoel. De inkleding rond de werkplaats versterkt het langdurig zitten (Owen et al., 2011).
19
Figuur 7: Ecologisch model voor de vier domeinen van sedentair gedrag (Owen et al., 2011)
In figuur 7 wordt het ecologisch model visueel voorgesteld. Dit model werd ontwikkeld om de beïnvloedbare factoren van sedentair gedrag in kaart te brengen. Het richt zich naar alle leeftijdsgroepen (Owen et al., 2011). Binnen het model zijn er vier domeinen: vrije tijd, huishoudelijke omgeving, transport en de bezigheden tijdens school of werk (Owen et al., 2011). Binnen elk domein bevinden zich verschillende niveaus: het sociaal niveau, organisatorisch niveau / gemeenschapsniveau, omgevingsniveau en het beleidsniveau. Het sociaal niveau richt zich naar de directe omgeving van het individu zoals vrienden en familie. Het gemeenschapsniveau en organisatorisch niveau richt zich naar de acties die de gemeenschappen opstarten. Het omgevingsniveau kijkt naar de inkleding rond de werkplaats zoals het ontwerp van het gebouw, de parkeergelegenheid, … Bij het beleidsniveau horen o.a. de subsidies, de wetgeving, … (Owen et al., 2011). Tijdens het onderzoek zal de focus vooral liggen op het aanpakken van sedentair gedrag in de werkcontext. Op basis van de dataverzameling, zal er een interventie opgesteld worden om sedentair gedrag te verminderen op de werkvloer van de kantoormedewerkers van het bedrijf Ablynx.
20
3.2 Risicogroepen voor sedentair gedrag
Volgens een Nederlands onderzoek zijn er enkele beroepssectoren waarbij het sedentair gedrag vaak voorkomt. Deze zijn de IT-sector, de commerciële sector, overheidsdiensten, transportsector, … (Jans et al., 2007). In figuur 7 wordt er aangetoond dat werknemers in de transport een totale zittijd hebben van ongeveer 480 minuten per werkdag. Hierbij horen o.a. vrachtwagenbestuurders. (Jans et al., 2007). Deze personen zitten het grootste deel van hun werktijd neer. Na de werkuren, wordt het langdurig zitten herhaald tijdens de vrije tijd. Om dit probleem aan te pakken is de beste methode het verlagen van de zittijd op het werk, op weg naar en van het werk en tijdens de vrije tijd (Jans et al., 2007).
Figuur 8: Zitgedrag op een werkdag per sector in min/dag (Jans et al., 2007). De wekelijkse zittijd verschilt aanzienlijk tussen verschillende Europese landen. Een onderzoek tussen 32 Europese landen wees uit dat volwassenen in Noordwest- Europa het grootste deel van hun tijd zitten. Langdurig aaneengesloten zitten komt vaker voor bij mannen, jongere leeftijdsgroepen, volwassenen die sporadisch actief zijn en bij degenen met een hoge opleidingsniveau (Bennie et al., 2013).
21
In Duitsland zijn er ongeveer 18 miljoen mensen die een job beoefenen waarbij zitten het grootste deel van de werktijd bevat. Kantoormedewerkers vormen hier de grootste risicogroep. Deze werknemers spenderen jaarlijks gemiddeld 80 000 uur al zittend hun beroep (Up and down, 2008). De algemene vaststelling is dat er veel mensen zijn met een zittend beroep. De totale zittijd varieert van de job. Enkele voorbeelden zijn werknemers in de zakelijke dienstverlening zoals banken, personen met administratieve functies zoals bedienden, treinconducteurs in de transportsector, … Het is van belang dat langdurig zitten tijdens de werkuren verlaagd wordt, dit zal leiden tot een gezondere werkplek* (Plotnikoff & Karanamuni, 2012). Hieruit wordt er een algemene richtlijn geformuleerd: elke persoon die regelmatig doorheen de dag langer dan een uur aangesloten zit, heeft voordelen bij het inlassen van pauzes. Deze onderbrekingen bestaan uit beweegmomenten in de vorm van licht intensieve activiteiten*.
22
4. Interventies om sedentair gedrag te verminderen
4.1 Beleidsmatig
De werkgever kan een belangrijke rol spelen in het beperken van langdurig zitten bij werknemers op het werk. Zittend werken met de bijhorende risico’s naar de gezondheid toe, zal een impact hebben op de werknemers. Een belangrijke uitdaging is om het ziekteverzuim te doen dalen. Indien de werkgever inspeelt door middel van een proactief beleid, zal dit positieve gevolgen hebben naar de vitaliteit van de werknemers. Het is van belang om langdurig zitten te onderbreken door regelmatige pauzes in te lassen (Dunstan et al., 2012) Interventies specifiek naar het verhelpen van sedentair gedrag op de werkvloer is nog in de beginfase. De studies die gerealiseerd werden hebben bepaalde tekortkomingen zoals de meetmethoden die gebruikt worden. Zelf-gerapporteerde metingen en het gebruik van objectieve metingen met toestellen zouden geëvalueerd moeten worden. (Plotnikoff & Karunamuni, 2012). Medewerkers van een bedrijf zouden vanuit hun werkgevers gestimuleerd moeten worden om tijdens hun pauze een wandeling te maken in het bedrijf of om collega’s te bezoeken in plaats te communiceren via mail of telefoon. Verder zou het invoeren van rechtstaande vergaderingen of overleggen al wandelend een grote bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de totale zittijd (Plotnikoff & Karunamuni, 2012). Interventies die plaatsvinden op het werk hebben een grotere kans op duurzaamheid aangezien men op de werkplaats elkaar sociaal steunt. De kans van slagen zal hoger zijn dan wanneer je je volledig richt naar het individu zelf (Plotnikoff & Karunamuni, 2012). 4.2 Voorwaarden
Interventies die plaatsvinden in de praktijk moeten gemakkelijk toepasbaar zijn. Verder moet er geëvalueerd worden op basis van efficiëntie. Belangrijk is dat de interventie geen impact mag hebben op de productiviteit van de werknemers. Bij bedrijven kunnen zit-staan bureaus en hoge tafels geïnstalleerd worden om zitten en rechtstaan af te wisselen. Verder kunnen vergaderingen rechtstaand plaatsvinden, kan er al wandelend overlegd worden met collega’s, … (Hendriksen et al., 2013).
23
4.3 Aanbevelingen sedentaire zittijd
Tot op heden zijn er nog geen internationale richtlijnen voor sedentair gedrag bij volwassenen. In de nabije toekomst worden er richtlijnen opgesteld om de totale zittijd te beperken alsook het stimuleren van pauzes met licht intensieve activiteiten* (Healy et al., 2008). In sommige landen worden de gezondheidsrisico’s van langdurig zitten opgenomen in hun beweegprogramma (Jans et al., 2007). Er worden wel globale richtlijnen geformuleerd voor het doorbreken van sedentair gedrag. Het advies is om bij elk uur zitten twee of drie pauzes in te lassen met minimaal 2 minuten rechtstaan. Tracht verder het langdurig zitten voor de televisie, computerscherm of ander scherm te vermijden. Deze activiteiten verhogen de totale zittijd doorheen de dag (Sedentary behaviour evidence briefing, 2012). De negatieve effecten van het langdurig zitten kan niet verholpen worden met 1 uur sporten. Matig lang neerzitten in combinatie met staan en lopen heeft een beter effect op het verminderen van de gezondheidsrisico’s dan lang zitten in combinatie met sporten (Duvivier et al., 2013). Het inlassen van beweegmomenten door licht intensieve activiteiten* is een haalbaar en realistisch doel (Tremblay et al., 2010).
24
4.4 Strategieën om sedentaire tijd te verminderen met de bijhorende effecten
Inlassen van pauzes met rechtstaan / wandelen Een specifieke interventie naar het verminderen van sedentair gedrag richtte zich op het verbreken van langdurig zitten met een korte pauze. Gedurende 5 dagen werden deelnemers gevraagd om elk halfuur 1 minuut recht te staan aan het computerscherm. Het inlassen van deze korte pauzes leidde tot een afname van 7% in de totale zittijd per dag. (Evans et al., 2010). Bij een onderzoek door Galinksy et al. werd er na elk werkuur 5 minuten pauze ingelast waarbij de werknemers een korte wandeling maken op de werkvloer (2000). Het inlassen van micropauzes waarbij werknemers om de 20 minuten een korte pauze nemen van 30 seconden al rechtstaand, heeft een gunstig effect het verminderen van spier- en gewrichtspijn. (McLean et al., 2001). Inlassen van pauzes met stretchoefeningen Het uitvoeren van lichaamsoefeningen aan de computer zoals op figuur 9 vermindert het aantal ongemakken in het bewegingsapparaat* (Baredo & Mahon, 2007). Het implementeren van een stretching routine aan de werkplaats zal een aantal positieve gevolgen hebben op het lichaam: verlaagde spierspanning, verhoogde bloedtoevoer naar verschillende delen van het lichaam, stijging van de gewrichtsbeweeglijkheid, verlagen van stress, verhoogd energieniveau, … (Vernikov, 2011).
Figuur 9: Stretchoefening van de lage rug aan een bureau
25
Naast het verminderen van de totale zittijd, zal er door onderbrekingen in het zitgedrag de kans op hart- en vaatziekten & stofwisselingsziekten verminderd worden. (Healy et al., 2008; Healy et al., 2011). Deze onderbrekingen combineren met licht, intensieve activiteiten als wandelen heeft een positief effect op het metabolisme (Tremblay et al., 2010). Het onderbreken van langdurig zitten door recht te staan is een laagdrempelige methode om het sedentair gedrag te doorbreken. Studies wezen uit dat deelnemers die zelf hun eigen intervallen bepalen tussen zittend en rechtstaand werk een vermindering hebben van 8 minuten per uur aan totale zittijd. De verhouding 1:1 tussen zittend en rechtstaand werken geeft een verlaging van de productiviteit weer bij werknemers (Karakolis & Callaghan, 2014). Conclusie: het inlassen van deze korte pauzes zal een positief effect hebben op de gezondheid van de werknemers. De wetenschappelijke richtlijnen naar de exacte hoeveelheden aan pauzes om het langdurig zitten te doorbreken is er nog niet. De algemene regel is om het zittend patroon per halfuur één maal te doorbreken door minimaal twee minuten een pauze in te lassen door even recht te staan, te wandelen, naar een collega te lopen i.p.v. te mailen, … Volgens een recente studie is het belangrijkste dat je tijdens deze pauzes rechtop gaat staan en het onderlichaam in actie brengt (Hamilton et al., 2008). Aanpassingen in de werkomgeving Uit onderzoek bij 33 werknemers van twee computerbedrijven werd er aangetoond dat het gebruik van elektrisch verstelbare bureaus een positieve invloed heeft op het verminderen van klachten aan het bewegingsapparaat*. Na het 4-wekenprogramma steeg de productiviteit van de werknemers (Hedge, 2004). Het aanpassen van een traditionele werkplek met een klassieke bureau en stoel naar een alternatieve werkplaats met verstelbare bureaus, zal een positief effect hebben op het verminderen van de totale zittijd. Volgens Neuhaus et al. leidt een alternatieve werkplek tot een vermindering van gemiddeld 77 minuten zitten per 8-urige werkdag (2014).
Figuur 10: Voorbeeld van een zit-staan tafel
26
Het gebruik van bureaus met een loopband heeft een effectieve methode naar het verminderen van de totale zittijd. Het heeft verder geen impact op de productiviteit van de werknemer. Een nadeel is wel dat deze interventie vrij kostelijk is en de loopband veel ruimte in beslag zal nemen (Koepp et al., 2013). Naast een loopband, is er een nieuwe methode op de markt om de werknemers wat meer te laten bewegen tijdens hun werkuren. Het gebruik van een machine met pedalen waarbij de werknemers een fietsbeweging maken heeft een gunstige bijdrage naar het verlagen van de sedentaire tijd in werkplaatsen. Deze methode is vrij goedkoop, is voor iedereen toepasbaar en neemt weinig ruimte in beslag (Carr, Walaska & Marcus, 2012).
Figuur 11: voorbeeld van een cycling exercise machine
27
Samenvatting
In het eerste deel wordt er concreet besproken wat sedentair gedrag inhoudt. De definitie wordt geformuleerd en er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen fysieke inactiviteit en sedentair gedrag. Om deze te kunnen meten, worden enkele objectieve & subjectieve meetinstrumenten besproken met de bijhorende voordelen en nadelen. Om de werkelijke situatie wat beter te schetsen, zijn er wat cijfergegevens geformuleerd zowel nationaal als internationaal. De verschuiving naar een dienstverlenende maatschappij wordt benadrukt door de evolutie te bespreken van sedentair gedrag. In het tweede deel wordt de link gelegd tussen sedentair gedrag en gezondheid met de verschillende risico’s op de ontwikkeling van bepaalde aandoeningen. Vervolgens worden de determinanten* besproken die leiden tot sedentair gedrag in de verschillende domeinen waarin deze kunnen voorkomen, zoals op het werk. In dit hoofdstukje wordt het ecologisch model besproken dat rekening houdt met de omgeving van het individu. Verder worden de risicogroepen besproken die het grootste deel van hun tijd al zittend doorbrengen. Het laatste hoofdstukje wordt ingeleid met een beknopte uitleg over de rol van de werkgever en de werkplaats naar het vermijden van sedentair gedrag bij de werknemer. Vervolgens worden enkele voorwaarden en interventies geformuleerd die als doel hebben om de totale zittijd te verlagen Conclusie: Langdurig aaneengesloten zitten heeft een ernstige gezondheidsrisico’s, onafhankelijk of mensen voldoen aan de beweegnormen. We worden continu in de maatschappij uitgenodigd om te gaan zitten in de ‘comfortabele’ positie. Verder speelt de werkplaats een belangrijke rol bij het optreden van bewegingsarmoede bij werknemers. In dit onderzoek ligt de focus op kantoormedewerkers. Het goede nieuws is dat er meer en meer onderzoek wordt verricht naar overmatig zitten en dat sedentair gedrag onderbroken kan worden door het inlassen van regelmatige pauzes met beweegmomenten. Hoewel de studies vorderen en de kennis toeneemt, is het nog te vroeg om specifieke richtlijnen aan te geven. De uitdaging is om interventies te ontwikkelen die de totale zittijd verlaagt en langdurig aaneengesloten zitten onderbreekt. 28
Voorontwerp product
Beweegprogramma Sit Less & Move More Inhoud product Website
Work time breaker Infographics Herinneringsmails
Aanpassingen creëren in de werkomgeving
Toepassing Werknemers informeren aan de hand van artikels & animatiefilmpjes Praktische tips aanbieden Oefeningen aanbieden om op het werk uit te voeren Bewustwording creëren Werknemers herinneren om beweegmoment in te lassen Werknemers informeren Bewustwording creëren Bewustwording creëren Herinneren om praktische tips toe te passen in de praktijk Werknemers mogelijkheid bieden om rechtstaand te werken / lunchen / …
29
Hoofdstuk 2: Uitvoering en resultaten van het onderzoek
2.1 Doelgroep fase 1 2.1.1 Onderzoeksdesign Als onderzoeksdesign werd er gekozen voor een kwantitatief onderzoek met behulp van een vragenlijst opgesteld met Google Forms. 2.1.2 Meetmethode In de literatuur geeft Healy et al., aan dat je gebruik kan maken van objectieve metingen metingen en subjectieve metingen om sedentair gedrag te meten (2012). Objectieve metingen hebben de voorkeur doordat de gegevens veel nauwkeuriger zijn. Nadelen zijn dat het veel geld en tijd kost om de informatie te analyseren en te interpreteren. Ik heb gekozen voor subjectieve meting omdat ik meer globale info nodig heb over het onderwerp sedentair gedrag in de werkcontext van Ablynx. Volgens Bernaards et al. is er op heden nog geen eenduidige vragenlijst die zowel betrouwbaar als valide is om de totale sedentaire tijd in kaart te brengen alsook het aantal onderbrekingen in sedentair gedrag. Door deze subjectieve bevraging, heb ik wel een beter overzicht naar het sedentair gedrag van de werknemers op Ablynx. Als meetmethode werd er gekozen voor een vragenlijst doordat dit gemakkelijk te gebruiken is bij een grotere populatie, de kosten laag zijn en doordat het invullen van een dagboek heel veel tijd met zich mee brengt. De meetmethode werd ontworpen uit een mix van reeds bestaande vragenlijsten die het sedentair gedrag meten : ‐
Wat beweegt jou? : instrument ontwikkeld door TNO, in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB).
‐
IPAQ*: vraag die het sedentair gedrag meet qua cijfergegevens
De overige vragen werden zelf opgesteld in relevantie tot het opmaken van het beweegprogramma Sit Less & Move More. Deze vragenlijst werd afgetoetst met het bedrijf Ablynx en vertaald naar het Engels.
30
2.1.3 Steekproef De respondenten die de vragenlijst invullen, zijn een groep kantoormedewerkers van het biofarmaceutisch bedrijf Ablynx. Deze werknemers hebben een zittend beroep en zitten vaak langdurig aaneengesloten neer op hun werkplaats. Deze werknemers werden geselecteerd via de HR- manager van het bedrijf Ablynx. Deze doelgroep heeft een vooropleiding als bediende om administratieve functies te kunnen beoefenen. Er werd rekening gehouden met ongeveer 20 werknemers om het beweegprogramma op te maken uit te testen. 2.1.4 Procedure De vragenlijst werd opgesteld in het Nederlands, vertaald naar het Engels en nadien nagekeken door het bedrijf. Na de gekregen feedback, werd de vragenlijst aangepast en opgesteld in Google Forms. Als pre-test, werd de vragenlijst ingevuld door een kantoormedewerker van een extern bedrijf. Na een succesvolle test, werd de link van de vragenlijst verstuurd naar de HR-manager van het bedrijf die in contact staat met de doelgroep. In totaal kregen de werknemers 5 werkdagen de tijd om de vragenlijst in te vullen. Na 3 werkdagen, kregen de werknemers een herinneringsmail om de vragenlijst in te vullen. 2.1.5 Dataverwerking Op basis van de resultaten van de vragenlijst, zal het beweegprogramma opgemaakt worden. De resultaten van dit onderzoek zullen verwerkt worden met behulp van Excel. Uit de feedback van de werknemers kon ik afleiden op welke aspecten ik de nadruk moet leggen zodat de werknemers het beweegprogramma succesvol kunnen opvolgen.
31
2.2 Resultaten doelgroep fase 1 2.2.1 Algemene informatie Eerst wordt een algemeen beeld geschetst van de populatie die heeft deelgenomen aan het onderzoek. In totaal hebben negentien kantoormedewerkers – de respondenten - de vragenlijst ingevuld, waarvan het grootste deel vrouwen. De kantoormedewerkers zijn allemaal woonachtig in de regio Gent. Tabel 2.1: Populatie in geslacht en leeftijd (aantallen) Mannen
Vrouwen
N=5
N = 14
18-30
1
3
31-40
1
8
41-50
1
3
51-59
2
0
2.2.2 Lichamelijke klachten Hieronder wordt er gepeild naar welke mate de kantoormedewerkers last hebben van lichamelijke klachten na langdurig zitten. Op basis van deze gegevens, worden specifieke oefeningen opgesteld om bepaalde lichamelijke klachten te verminderen.
Andere…
1
gevoel van zware benen te hebben
4
Klachten
Concentratiestoornissen
5
Hoofdpijn
1
Pijn / stijfheid in de nek
8
Pijn / stijfheid in de schouders
7
Pijn / stijfheid in de lage rug
7
Ik ondervind geen lichamelijke klachten
3 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Aantal respondenten
figuur 2.1: Staafdiagram op basis van de klachten die werknemers ondervinden na langdurig zitten.
32
Op basis van deze gegevens kan besloten worden dat de meeste werknemers last hebben van spierpijn in de lage rug, schouders en in de nek. Door het zittend patroon langdurig aan te houden, ondervinden de werknemers een continue statische belasting / spanning van bovenvermelde regio’s. Verder treedt er ook concentratieverlies op en het gevoel van zware benen. Ten slotte geven drie werknemers nog aan dat ze geen lichamelijke klachten ondervinden tijdens het werken. 2.2.3 Opmaak van beweegprogramma Hieronder worden elke vragen gesteld die noodzakelijk zijn om het beweegprogramma op maat af te stemmen, zodat de kantoormedewerkers een succesvolle beleving krijgen. Stel dat we een reminder gebruiken om langdurig zitten te onderbreken. Welke interval bij het inlassen van beweegmomenten zou jou motiveren om recht te staan na langdurig zittend werken?
Voorkeur interval
Andere… Elke 60 minuten een herinnering om recht te staan Elke 30 minuten een herinnering om recht te staan Elke 20 minuten een herinnering om recht te staan 0
2
4
6
8
10
12
Aantal respondenten
Figuur 2.2: Staafdiagram op basis van de voorkeuren voor het inlassen van een beweegmoment Het idee is om de werknemers te laten werken met een timer, bijv. de app Stand Up, dat een signaal geeft om een pauze in te lassen met een beweegmoment na langdurig zitten. Elf respondenten geven aan om na elk uur zittend werken een beweegmoment in te lassen van 5 minuten. Zes werknemers geven aan om na elk halfuur een beweegmoment in te lassen van 2 minuten en twee werknemers willen na elke 20 minuten een beweegmoment inlassen van 30 seconden. De werknemers zijn vrij om zelf hun intervallen van pauzes te bepalen, zolang er elk uur één of meerdere beweegmomenten worden ingelast.
33
Keuze oefeningen
Welke volgende bewegingen wilt u implementeren tijdens je beweegmoment? andere Spierversterkende oefeningen Stretchoefeningen Oefeningen voor de elasticiteit van je lichaam Oefeningen samen met een collega Oefeningen voor de beweeglijkheid van je gewrichten Wandelen zonder opdracht Wandelen met een specifieke opdracht Simpelweg rechtstaan 0
2
4
6
8
10
12
14
16
Aantal respondenten
Figuur 2.3: Staafdiagram op basis van voorkeur type beweegmoment De werknemers konden aangeven welke voorkeur ze hebben om licht, intensief te bewegen als beweegmoment tijdens hun werkuren. Dit varieert van simpelweg rechtop te staan, een stretchoefening uit te voeren, een spierversterkende oefening, … Uit de resultaten blijkt dat de meerderheid gewoonweg wil rechtstaan of wandelen als beweegmoment.
Keuzemogelijkheden
Welke initiatieven zou u graag proberen om langdurig zitten te verminderen? andere Werken aan de hoge tafels Rechtstaand overleggen / vergaderen Rechtstaand telefoneren Rechtstaand lunchen 0
2
4
6
8
10
12
14
16
Aantal respondenten
Figuur 2.4: Staafdiagram op basis van voorkeursmogelijkheden om recht te staan Vijftien kantoormedewerkers geven aan dat ze graag rechtstaand willen telefoneren om het langdurig zitten te verminderen. Zes medewerkers stellen voor om vergaderingen rechtstaand te laten plaatsvinden. Verder geven vijf werknemers aan dat ze hun middagmaaltijd rechtstaand willen benuttigen en geven vijf werknemers aan dat ze rechtstaand willen werken aan de hoge tafels. Er wordt hierop ingespeeld aan de hand van online mailings en infographics die ophangen nabij de werkplaats van de kantoormedewerkers.
34
18
Welke mogelijkheden zouden u motiveren om sedentair gedrag te doorbreken?
Mogelijkheden
Een work time breaker om zittend patroon te doorbreken Een persoonlijke e‐mail reminder met handige weetjes, tips, … Een website met meer informatie, praktische tips, video's met oefeningen, … Infographics die verspreid worden rond om bewustwording te creëren 0
2
4
6
8
10
12
14
Aantal respondenten Motiverend
noch demotiverend, noch motiverend
Demotiverend
Figuur 2.5: Staafdiagram op basis van voorkeur samenstelling product Elf werknemers geven aan dat infographics noch motiverend, noch demotiverend zouden werken. Zes andere duiden aan dat deze motiverend zouden werken en twee werknemers geven aan dat het gebruik van infographics demotiverend zou werken. Acht werknemers geven aan dat een website met meer informatie hen zou motiveren om het sedentair gedrag te verminderen op de werkplaats. Voor zeven werknemers zou de website noch motiverend, noch demotiverend werken. Vier werknemers geven aan dat een website geen meerwaarde is om het langdurig zitten te verminderen. Dertien werknemers geven aan dat een herinneringsmail hen zou motiveren om het sedentair gedrag te verminderen op de werkplaats. Vijf werknemers stellen dat een herinneringsmail noch motiverend, noch demotiverend zou werken. Slechts één werknemer geeft aan dat een herinneringsmail minder motiverend zou werken. Dertiental werknemers geven aan dat een timer motiverend zou werken om het langdurig zitten te verminderen. Vijf geven er aan dat het gebruik van een timer noch motiverend, noch demotiverend zou werken. Slechts één werknemer geeft aan dat het gebruik van een timer minder motiverend zou werken.
35
In welke mate zit u neer volgens onderstaande activiteiten?
Actiiviteiten
Ik zit neer tijdens het bellen Ik zit neer tijdens lunch pauzes IK zit neer tijdens overleg / vergaderingen Ik zit neer tijdens een koffie / thee pauze Ik zit langer dan 1h aaneengesloten neer 0
2
4
6
8
10 12 14 16 18
Aantral respondenten altijd
vaak
soms
nooit
Figuur 2.6: mate van sedentair gedrag in domein van het werk Een tiental werknemers geeft aan dat ze langer dan één uur aaneengesloten zitten. Tijdens een koffie- oftheepauze zijn de antwoorden wat verdeeld. Een zestal werknemers geeft aan dat ze nooit zitten tijdens een pauze, terwijl dezelfde hoeveelheid werknemers terug aangeeft dat ze altijd zitten tijdens een koffie- of theepauze. Tijdens overleg of vergaderingen, geven zestien werknemers aan dat ze altijd zitten. Dit is een belangrijk gegeven. Een zestiental werknemers geeft aan dat ze altijd zitten tijdens lunchpauzes. Bij het telefoneren geven twaalf werknemers aan dat ze deze activiteit altijd zittend uitvoeren.
36
2.3 Ontwikkeling product
Als product voor mijn eindwerk, heb ik besloten om een beweegprogramma op te maken voor kantoormedewerkers van het bedrijf Ablynx. De titel van het programma heet Sit Less & Move More. De focus ligt op het verminderen van sedentair gedrag (langdurig zitten) om bewustwording te creëren. Het doel van het beweegprogramma is als volgt: ‐
Werknemers bewust maken van de negatieve gezondheidsaspecten van langdurig zitten (sensibilisering)
‐
Relevante & praktische tips aanbieden om een succesvolle beleving te creëren met sociale steun van management & collega’s
‐
Gezondheidspromotie op de werkvloer (toekomstgericht)
‐
…
Het product bestaat uit een mix van mediums om het sedentair gedrag te verminderen: ‐
Een online website met meer informatie over het topic sedentair gedrag, praktische tips voor op de werkvloer, animerende video’s met uitleg, uitleg over gebruik van work time breaker, videoboodschappen met verschillende oefeningen die de werknemers kunnen uitvoeren zoals een stretchoefening voor de lage rug: http://sitlessmovemore.squarespace.com
‐
Het gebruik van een applicatie ‘Stand Up!’ als reminder om langdurig zitten te onderbreken tijdens de werkuren
‐
Het gebruik van reminder e-mails met weetje van de dag, praktische tips, …
‐
Het gebruik van infographics om bewustwording te creëren
De voorstelling van het product vindt je terug als bijlage. 2.3.1. Argumentering keuze vorm en inhoud product Volgens Chau et al., zijn de meeste gezondheidsinterventies gefocust op het verhogen van fysieke activiteit, met het verminderen van sedentair gedrag als bijkomend doel (2010). Het doel van het beweegprogramma Sit Less & Move More is gericht op het onderbreken van sedentair gedrag met beweegmomenten. Belangrijk is dat het beweegprogramma Sit Less & Move More makkelijk toepasbaar is in de praktijk en dat het geen impact mag hebben op de productiviteit van de werknemers.
37
Website Volgens de literatuur, leidt langdurig zitten tot pijnklachten in de nek, schouders en lage rug (Ariëns et al., 2011), (Sjogaard et al., 2006). Uit figuur 2.2 kun je afleiden dat een achttal werknemers last heeft van pijn in de nek, een zevental werknemers last hebben van pijn in de schouders en een zevental werknemers pijn ervaren in de lage rug na langdurig zitten op het werk. Op basis hiervan, wordt er op de website van het beweegprogramma oefeningen aangeboden om deze pijnklachten te verminderen. In de literatuur wordt er beschreven dat langdurig zitten de kans vergroot op vroegtijdig sterven door o.a. hart- en vaatziekten (Katzmarzyk et al., 2009). In de vragenlijst werden de werknemers gepeild naar hun kennis over de gevaren van langdurig zitten. Een vijftiental werknemers geeft aan dat hart- en vaatziekten de grootste risicofactor is als gevolg van langdurig zitten. Naar de andere gevaren toe van sedentair gedrag was er minder respons. Dit toont aan dat bewustwording van de gevolgen van overmatig sedentair gedrag nodig is. Sensibilisering was dus een must. Op de website werd er meer informatie aangeboden rond het topic sedentair gedrag in de vorm van een blog met enkele animatiefilmpjes. Work time breaker Volgens Duvivier et al., is het inlassen van beweegmomenten door een licht intensieve activiteit* de oplossing voor het verhelpen van de negatieve effecten van langdurig zitten. Op basis van deze informatie in de literatuur, werd er gekozen om gebruik te maken van een work time breaker. Hierbij heb je verschillende opties zoals het installeren van de applicatie ‘Stand Up!’ die na een bepaalde tijd een signaal geeft om recht te staan. Het gebruik van deze work time breaker wordt uitgelegd in een presentatie die werknemers op voorhand kregen gemaild. Verder staat er nog bijkomende informatie op de website. Infographics In de theorie wordt er aangegeven dat de omgeving een heel belangrijke plaats heeft in het stimuleren van sedentair gedrag, zoals de traditionele lessenaars met een stoel. De inkleding rond de werkplaats stimuleert het langdurig zitten (Owen et al., 2011).
38
Op basis van dit onderzoek, wordt er ingespeeld op het verspreiden van posters met visuele, praktische tips die de werknemers kunnen gebruiken om hun sedentair gedrag te doorbreken. Dit stimuleert de werknemers om meer aandacht te besteden aan het inlassen van de beweegmomenten.
Figuur 12: voorbeeld poster Sit Less & Move More Reminder e-mails Zoals hierboven al reeds werd vermeld, speelt de omgeving een sleutelrol in het verbreken van sedentair gedrag. Het aanbieden van een alternatieve werkplaats kan de werknemers stimuleren om hier meer aandacht aan te besteden (Neuhaus et al., 2014). Het bedrijf speelt hier op in en stelde hoge tafels op om de werknemers de mogelijkheid te bieden om rechtstaand te vergaderen / te werken. Het probleem is dat hier nog weinig gebruik van gemaakt wordt. Een bijkomend doel van de beweeginterventie is om werknemers meer gebruik te laten maken van de hoge tafels. In de mails staat er beknopte, relevante informatie die de werknemers herinneren om aandacht te besteden aan het verminderen van hun zittijd doorheen de dag. In bijlage vindt u de opgestelde mails die de werknemers elke dag in hun postvak ontvingen.
39
2.3.2 Schematische voorstelling product Het beweegprogramma Sit Less & Move M ore: Medium
Doel
Theorie / eigen onderzoek
Website
‐
Informeren
‐
Bewustwording
Beiden
creëren ‐
Oefeningen aanbieden als beweegmoment
Work time breaker (Stand
‐
Praktische tips
‐
Stimuleren om
Up!, outlook, gsm, …)
Eigen onderzoek
sedentair gedrag te doorbreken
Herinneringsmails
‐
Informeren
‐
Bewustwording
Eigen onderzoek
creëren Infographics
‐
Informeren
‐
Bewustwording
Eigen onderzoek
creëren
2.4 Doelgroep fase 2
Na het ontwikkelen van het beweegprogramma, dient er een praktijkgericht onderzoek te gebeuren. Het beweegprogramma vond plaats van maandag 16 maart tot en met vrijdag 20 maart. Tijdens deze week namen 19 werknemers deel aan het programma met als doel het verminderen van hun sedentair gedrag op de werkvloer. Ter evaluatie van het product, werd er opnieuw gebruik gemaakt van een vragenlijst om subjectieve gegevens te verzamelen. Op basis van de feedback van de werknemers, wordt het beweegprogramma aangepast voor de volgende editie van de Healthy Week te Abynx. Er werd gekozen voor een vragenlijst omdat dit voor het onderzoek de beste methode was om mijn beweegprogramma te evalueren. Verder is het ook voor een grotere groep toepasbaar en is het gemakkelijk te implementeren om feedback te krijgen. 40
De vragenlijst werd opgesteld vanuit eigen perspectief om relevante informatie te verzamelen. De doelgroep in testfase 2 zijn dezelfde werknemers als in testfase 1. Deze vragenlijst werd vertaald naar het Engels en verzonden naar de HR-manager van Ablynx. Na goedkeuring van het bedrijf, werd de vragenlijst verzonden naar de negentien werknemers die deelnamen aan het beweegprogramma. Tot op heden, zijn er geen specifieke vragenlijsten die het sedentair gedrag evalueren na een interventie. Wel zijn er momenteel heel wat onderzoeken bezig naar het verminderen van sedentair gedrag in alle domeinen zoals de huishoudelijke omgeving. Er wordt dan ook verwacht dat er binnenkort meer informatie beschikbaar zal zijn om meetmethodes op maat te gebruiken. Nadat het beweegprogramma werd uitgevoerd, stuurde de HR-manager de vragenlijst door naar de negentien werknemers die deelnamen aan het onderzoek. De kantoormedewerkers kregen drie weken de tijd om de vragenlijst in te vullen. Tijdens deze periode, stuurde de manager driemaal een herinneringsmail om de respons te verhogen. Tijdens de vragenlijst, werd gevraagd om zo eerlijk mogelijk de vragenlijst in te vullen zodat ik het beweegprogramma kon aanpassen voor de volgende editie van de Healthy Week te Ablynx. In totaal vulden twaalf werknemers de vragenlijst in. De resultaten werden verwerkt in Google forms, vertaald naar het Nederlands en verzonden naar het bedrijf.
41
Hoofdstuk 3: Praktische toepassing van het product in het werkveld 3.1 Interpretatie resultaten Hierbij ligt de nadruk tussen de bevindingen uit de literatuur en de resultaten uit het onderzoek. De belangrijkste resultaten die een antwoord bieden op de onderzoeksvraag komen eerst aan bod. Vervolgens worden bijkomende resultaten besproken die voor toekomstig onderzoek interessant kunnen zijn. De onderzoeksvraag geldt terug als volgt: ‘Welk beweegprogramma kan mensen met een zittend beroep motiveren om langdurig zitten te onderbreken met beweegmomenten?’ Het beweegprogramma Sit Less & Move More richt zich specifiek naar het verminderen van sedentair gedrag, niet op het vermeerderen van de fysieke activiteit. Het belangrijkste resultaat van het onderzoek bevestigt ook wat je terugvindt in de literatuur. Volgens Hendriksen et al. is het inlassen van licht, intensieve activiteiten* van groot belang om langdurig zitten te onderbreken (2013). Volgens de kantoormedewerkers die deelnamen aan het onderzoek, is rechtstaand telefoneren de beste manier om het langdurig zitten te onderbreken. Negen respondenten gaven aan dat veel water drinken een voorkeursmethode is om het sedentair gedrag te doorbreken. Door simpelweg meer water te drinken, ben je verplicht om recht te staan en naar het toilet te wandelen. Hieruit kan je besluiten dat kleine aanpassingen in de dagelijkse gewoontes op het werk veel baat hebben bij het verminderen van sedentair gedrag. Een tweede belangrijk resultaat dat gelinkt kan worden aan de literatuur is dat interventies in de praktijk makkelijk toepasbaar moeten zijn om het sedentair gedrag te verminderen. Hierbij wordt in de literatuur (punt 4.2. Hendriksen et al., (2013)) besloten dat de interventie geen impact mag hebben op de productiviteit van de werknemers en op de dagelijkse werking in het bedrijf.. Verder mocht het beweegprogramma geen kosten met zich meebrengen. Deze twee voorwaarden waren belangrijk om een samenwerking met het bedrijf te kunnen aangaan. De voorwaarden werden mondeling vastgelegd tijdens een overlegmoment met de BP-begeleider en enkele werknemers van het bedrijf Ablynx, vooraleer het beweegprogramma van start kon gaan.
42
De werknemers hebben aangegeven dat het programma heel makkelijk te volgen was en de praktische tips heel toepasbaar waren tijdens de werkuren. Interventies die plaatsvinden op de werkvloer, hebben een grotere kans op duurzaamheid omdat de werknemers elkaar sociaal steunen in het proces (Plotnikoff & Karunamuni, 2012). Twee werknemers geven aan dat sociale steun van groot belang is om elkaar te motiveren tijdens het beweegprogramma. Een derde belangrijk resultaat is dat werknemers die zelf hun intervallen bepalen van beweegmomenten, de grootste kans op slagen hebben om langdurig zitten te onderbreken (Karakolis & Callaghan, 2014). Volgens de literatuur is de algemene regel om na elk halfuur zittend werken twee minuten recht te staan. Bij de bevraging van de kantoormedewerkers, gaven elf respondenten aan om na elk uur zittend werken vijf minuten recht te staan of te wandelen. Zes personen gaven aan om na elk halfuur zittend werken een beweegmoment in te lassen van twee minuten. Amper twee personen gaven aan om na elke twintig minuten een beweegmoment in te lassen van dertig seconden. Hieruit kan worden besloten dat de meeste werknemers verkiezen om na elk uur zittend werken een beweegmoment in te lassen. Dit kan gelinkt worden aan het feit dat de manager zelf ook de voorkeur heeft om de werknemers na elk uur zittend werken een beweegmoment te laten inlassen, omdat dit minder impact zal hebben op hun werk. Belangrijk om te weten is dat de werknemers wel zelf de keuze hadden om hun interval zitten / beweegmoment in te lassen. Om het sedentair gedrag van de werknemers te verminderen, beschrijft de literatuur dat het nodig is om de werkplaats te veranderen om een verandering te creëren bij een individu (Sallis, Owen & Fisher, 2008). In het onderzoek wordt dit eveneens aangehaald. Het bedrijf Ablynx biedt aan de werknemers hoge tafels aan om rechtstaand te werken. Deze werden verspreid rond de werkplaats. Het gebruik van de tafels werd bovendien gestimuleerd via de herinneringsmails en praktische tips die op de website worden aangeboden.
43
3.2 Betekenis werkveld Het beweegprogramma werd positief geëvalueerd door de werknemers. Het programma heeft potentieel om bij elke organisatie geïmplementeerd te worden omdat het weinig impact heeft op de dagelijkse werking van de organisatie. Het is laagdrempelig, kosteloos en stimuleert de werknemers om meer aandacht te besteden aan het sedentair gedrag op de werkvloer. Het kan toegepast worden binnen quasi elk bedrijf waarin werknemers een sedentaire job beoefenen, mits een aantal aanpassingen. Een voorbeeld in de sportsector is bijvoorbeeld de kantoormedewerkers van een sportdienst. Het is belangrijk om op voorhand de omgeving te screenen om zo de specifieke context beter te begrijpen waarin de werknemers zich bevinden. Op basis van deze screening, kan het beweegprogramma op maat worden afgestemd. Een alternatieve werkplaats aanbieden kan een belangrijke impact hebben op het verbreken van sedentair gedrag. Meer en meer bedrijven investeren in verstelbare bureaus en hoge tafels. Verder kan het gebruik van een headset ook helpen om rechtstaand of wandelend te telefoneren. Uit het onderzoek blijkt dat werknemers heel actief willen inzetten op rechtstaand telefoneren. Naar het bedrijf Ablynx toe zijn er heel wat praktische zaken die meegenomen kunnen worden. Die kunnen van belang zijn om bewegingsarmoede aan te pakken op de werkvloer. Ten eerste hechten de werknemers groot belang aan sociale steun. Drie werknemers gaven aan dat, wanneer je samen met collega’s iets kunt uitvoeren, dit zorgt voor meer motivatie. Als collega’s een bepaald gedrag gaan stellen, dan nemen ze dit van elkaar over en wordt de kans op slagen van het beweegprogramma verhoogd. Het is een belangrijk element om sedentair gedrag te doorbreken. Uit het onderzoek blijkt dat licht, intensief bewegen bizar overkomt bij andere collega’s. Dit vormt een hindernis om sedentair gedrag te doorbreken. Het verbreken van langdurig zitten moet gestimuleerd worden vanuit de bedrijfscultuur. Het management speelt hierin een belangrijke rol. De sociale norm rond bewegingsarmoede op de werkvloer moet worden veranderd. Het management heeft een voorbeeldfunctie en moeten het goede voorbeeld tonen. Zo worden de werknemers proactief gestimuleerd om meer recht te staan. Een voorbeeld hiervan is om vergaderingen rechtstaand te laten plaatsvinden met gebruik van hoge tafels in de vergaderruimte.
44
Verder zijn de werknemers er bewust van dat er hoge tafels beschikbaar zijn om rechtstaand te werken. Het nadeel is dat deze tafels zich in de open ruimte bevinden, waardoor belangrijke overlegmomenten niet mogelijk zijn. Deze tafels naar een andere locatie brengen, zoals in vergaderruimtes, zou veel praktischer en toegankelijker zijn. Verder is het niet voldoende om alleen de omgeving te veranderen. Een doorgedreven bewustwording bij de werknemers is belangrijk, zodat ze effectief gebruik maken van de hoge tafels. Vanuit de werknemers is er vraag om na het onderzoek meer mogelijkheden te creëren om langdurig zittend werken aan te pakken op de werkvloer. Liefst negen werknemers geven aan om het beweegprogramma Sit Less & More aan te raden bij collega’s. Samengevat kunnen we stellen dat het beweegprogramma gemakkelijk te implementeren is bij elke organisatie waarbij de werknemers een zittend beroep hebben. Mits de nodige aanpassingen, kan het beweegprogramma op maat van het bedrijf worden afgestemd. Werknemers kunnen vrijwillig participeren aan het programma en kiezen zelf aan welke delen van het bewegingsprogramma deel te nemen. De werknemers kunnen kiezen om de praktische tips toe te passen in dagelijkse gewoontes, om corrigerende oefeningen uit te voeren ten gunste van de lichaamshouding, een timer in te stellen om het zitten te onderbreken, enz. Er is een hele waaier aan mogelijkheden die de werknemer kan stimuleren om minder te zitten op de werkvloer. Het is van belang dat de werknemers bewust worden van het feit dat langdurig zitten gevolgen heeft voor de algemene gezondheid. Gelukkig kan het probleem verholpen door gewoonweg het zitten te onderbreken met een beweegmoment.
45
3.3 Conclusie Het beweegprogramma Sit less & Move More stimuleert werknemers met een zittend beroep om langdurig zitten te onderbreken met beweegmomenten. De titel van het programma inspireerde de werknemers van het bedrijf. De kantoormedewerkers die deelnamen aan het beweegprogramma willen hun collega’s stimuleren om actief deel te nemen aan het beweegprogramma. Verder is er vraag vanuit de werknemers om het programma te implementeren in de volgende editie van de Healthy Week te Ablynx. Dit is een week waarin het bedrijf Ablynx de werknemers stimuleert om meer aandacht te besteden aan allerhande aspecten rond de algemene gezondheid. Dit varieert van workshops over ergonomie, teambuildingsdagen, bedrijfsbootcamp, … Uit de resultaten blijkt dat het beweegprogramma geslaagd is om bewustwording te creëren bij de kantoormedewerkers van het bedrijf. De uitvoering ervan bleek haalbaar in de praktijk en op maat van de deelnemers. Een grote sterkte van het onderzoek is dat het programma laagdrempelig is om aan deel te nemen. Het vergt niet veel inspanning om dit in de praktijk toe te passen. Het programma heeft geen invloed op de productiviteit van de werknemers en is kosteloos voor het bedrijf dat het programma wenst te implementeren. Wat vooral uit het oog springt, is dat de sociale norm een heel belangrijke rol speelt in het verminderen van sedentair gedrag op de werkvloer. Vanuit het management moet er worden ingezet op een proactief beleid die de werknemers de mogelijkheden geeft om langdurig zitten te verminderen Daarnaast is sociale steun van collega’s een heel belangrijk element. Wanneer werknemers samen kunnen deelnemen aan het programma, elkaar stimuleren om recht te staan of wat oefeningen uit te voeren aan hun werkplaats, dan zal de kans verhogen op succesbeleving. Het positieve gevolg hiervan is dat het sedentair gedrag daalt. Verder blijkt dat de video’s met oefeningen heel bruikbaar waren om toe te passen. De werknemers pasten vooral de stretchoefeningen toe als beweegmoment. Wel dienen er enkele aanpassingen te gebeuren. Het zou beter om de oefeningen apart op te delen en de duur van de video’s korter te maken.
46
Ten slotte blijkt dat de meeste werknemers verkiezen om als beweegmoment recht te staan of wat te wandelen. Een klein aandeel wil geen oefeningen uitvoeren aan hun werkplaats omdat dit raar aanvoelt. Verder is er een heel open ruimte om te werken. Mensen wandelen continu heen en weer en voor de werknemers voelt het raar aan om mensen te zien bewegen aan hun werkplaats. De combinatie van een website, infographics, herinneringsmails en gebruik van een timer, stimuleerde de werknemers om het zitpatroon te doorbreken. Uit de resultaten blijkt vooral dat de herinneringsmails een aanzienlijke meerwaarde hadden in het bewustwordingsproces. Een voorbeeld van aanpassing in de herinneringsmails, is om een oefening van de dag te vermelden. Daardoor kunnen de werknemers die oefening even uitproberen tijdens het lezen. Wat betreft de communicatie met de werknemers, is het van belang om de positieve effecten te bekrachtigen van de ingelaste beweegmomenten. Het is beter om minder de nadruk te leggen op de negatieve effecten van langdurig zitten. De boodschap kan soms te ‘hard’ overkomen. Het is beter om een balans tussen positieve bekrachtiging te vinden door het verminderen van sedentair gedrag en een bewustwording van de negatieve effecten van langdurig zitten. Het gebruik van de infographics was goed. Dit moet zeker behouden blijven in het beweegprogramma. De infographics brachten een korte maar krachtige boodschap. Verder pikten enkele werknemers die niet deelnamen aan het beweegprogramma, de boodschap ook op en werden praktische tips ook toegepast in hun dagelijkse gewoontes. De website was in het algemeen goed. Concreet bleek ze gebruiksvriendelijk en de lay-out was verzorgd. De afwisseling van korte stukken tekst met animatiefilmpjes was een succes bij het verstrekken van relevante informatie. Het gebruik van een timer was op zich goed. Vier personen gaven aan dat deze enorm storend werk tijdens het werken, maar dit was net de bedoeling. Drie gaven ook aan dit een positief effect heeft. Het doet realiseren hoe snel de tijd gaat, zeker tijdens zittend werk. Belangrijk om te weten is dat drie werknemers aangeven dat ze weinig actief hebben deelgenomen aan het programma door een gebrek aan tijd. Dit duidt aan dat er aan attitudeverandering nodig is bij de werknemers. Veel mensen zijn nog niet bewust van de gevolgen van langdurig aaneengesloten zitten en herkennen het verschil niet tussen sedentair gedrag en fysieke inactiviteit. 47
Indien het onderzoek een tweede keer zou gebeuren, zouden er toch wat aanpassingen worden doorgevoerd. Om te beginnen zou de vragenlijst om het beweegprogramma te evalueren meer worden gebaseerd op informatie vanuit de literatuur. Dat legt meer directe linken met bevindingen uit de literatuur en resultaten van het onderzoek. Verder zou ook een objectief meetinstrument, zoals een stappenteller, het onderzoek vergemakkelijken. De nadruk van het beweegprogramma ligt immers op het verbreken van sedentair gedrag met beweegmomenten. Wandelen is een vorm van licht, intensief bewegen. Met behulp van een stappenteller zouden meer objectieve cijfergegevens aangetoond worden.
48
Referentielijst Actieplan. (2008). Ontwerp van actieplan voeding en beweging 2008-2015. (2008). Geraadpleegd op 4 januari 2015 via http://www.zorg-engezondheid.be/Beleid/Gezondheidsdoelstellingen/Vlaams-actieplan-voeding-en-beweging2009---2015/ Aguilar, N. & Gallegos, R. (2013). The power of posture. Geraadpleegd op 20 november 2014 via http://www.functionalpatterns.com/product-category/the-power-of-posture/ Ariëns, G. A. M., Bongers, P. M., Douwes, M., Miedema, M. C., Hoogendoorn, W. E., van der Wal, G., ... & van Mechelen, W. (2001). Are neck flexion, neck rotation, and sitting at work risk factors for neck pain? Results of a prospective cohort study. Occupational and Environmental Medicine, 58(3), 200-207. Barredo, R. D. V., & Mahon, K. (2007). The effects of exercise and rest breaks on musculoskeletal discomfort during computer tasks: an evidence-based perspective. Journal of Physical Therapy Science, 19(2), 151-163. Bennie, J. A., Chau, J. Y., van der Ploeg, H. P., Stamatakis, E., Do, A., & Bauman, A. (2013). The prevalence and correlates of sitting in European adults-a comparison of 32 Eurobarometer-participating countries. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 10(1), 107. Bernaards, C., Galindo-Garre, F., Hendriksen, I. & de Vries, S. (2011). Meten van sedentair gedrag: een vergelijking van meetmethoden. Geraadpleegd op 25 december via publications.tno.nl/publication/100832/.../Bernaards-meten-2011.pdf Carr, L. J., Walaska, K. A., & Marcus, B. H. (2012). Feasibility of a portable pedal exercise machine for reducing sedentary time in the workplace. British journal of sports medicine, 46(6), 430-435. Chau, J. Y., der Ploeg, H. P. V., van Uffelen, J. G., Wong, J., Riphagen, I., Healy, G. N., ... & Brown, W. J. (2010). Are workplace interventions to reduce sitting effective? A systematic review. Preventive medicine, 51(5), 352-356.
49
Dallal, C. M., Brinton, L. A., Matthews, C. E., Lissowska, J., Peplonska, B., Hartman, T. J., & Gierach, G. L. (2012). Accelerometer-based measures of active and sedentary behavior in relation to breast cancer risk. Breast cancer research and treatment, 134(3), 1279-1290. Dunstan, D. W., Kingwell, B. A., Larsen, R., Healy, G. N., Cerin, E., Hamilton, M. T., ... & Owen, N. (2012). Breaking up prolonged sitting reduces postprandial glucose and insulin responses. Diabetes care, 35(5), 976-983. Duvivier, B. M., Schaper, N. C., Bremers, M. A., van Crombrugge, G., Menheere, P. P., Kars, M., & Savelberg, H. H. (2013). Minimal intensity physical activity (standing and walking) of longer duration improves insulin action and plasma lipids more than shorter periods of moderate to vigorous exercise (cycling) in sedentary subjects when energy expenditure is comparable. PloS one, 8(2), e55542. Eurobarometer health and food. (2006). Geraadpleegd op 4 januari 2014 via http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/ebs/ebs_246_en.pdf Evans, R. E., Fawole, H. O., Sheriff, S. A., Dall, P. M., Grant, P. M., & Ryan, C. G. (2012). Point-of-choice prompts to reduce sitting time at work: a randomized trial. American journal of preventive medicine, 43(3), 293-297. Fox, C. S., Pencina, M. J., Meigs, J. B., Vasan, R. S., Levitzky, Y. S., & D’Agostino, R. B. (2006). Trends in the Incidence of Type 2 diabetes mellitus from the 1970s to the 1990s The Framingham Heart Study. Circulation,113(25), 2914-2918. Galinsky, T. L., Swanson, N. G., Sauter, S. L., Hurrell, J. J., & Schleifer, L. M. (2000). A field study of supplementary rest breaks for data-entry operators.Ergonomics, 43(5), 622-638. Hakala, P. T., Rimpelä, A. H., Saarni, L. A., & Salminen, J. J. (2006). Frequent computerrelated activities increase the risk of neck–shoulder and low back pain in adolescents. The European Journal of Public Health, 16(5), 536-541. Hamilton, M. T., Hamilton, D. G., & Zderic, T. W. (2007). Role of low energy expenditure and sitting in obesity, metabolic syndrome, type 2 diabetes, and cardiovascular disease. Diabetes, 56(11), 2655-2667. Hamilton, M. T., Healy, G. N., Dunstan, D. W., Zderic, T. W., & Owen, N. (2008). Too little exercise and too much sitting: inactivity physiology and the need for new recommendations on sedentary behavior. Current cardiovascular risk reports, 2(4), 292-298. 50
Healy, G. N., Clark, B. K., Winkler, E. A., Gardiner, P. A., Brown, W. J., & Matthews, C. E. (2011). Measurement of adults' sedentary time in population-based studies. American Journal of Preventive Medicine, 41(2), 216-227. Healy, G. N., Dunstan, D. W., Salmon, J., Cerin, E., Shaw, J. E., Zimmet, P. Z., & Owen, N. (2008). Breaks in Sedentary Time Beneficial associations with metabolic risk. Diabetes care, 31(4), 661-666. Healy, G. N., Dunstan, D. W., Salmon, J., Cerin, E., Shaw, J. E., Zimmet, P. Z., & Owen, N. (2007). Objectively measured light-intensity physical activity is independently associated with 2-h plasma glucose. Diabetes care, 30(6), 1384-1389. Healy, G., Lawler, S., Thorp, A., Neuhaus, M., Robson, E., Owen, N., & Dunstan, D. (2012). Reducing prolonged sitting in the workplace. Human Factors and Ergonomics Society. Healy, G. N., Wijndaele, K., Dunstan, D. W., Shaw, J. E., Salmon, J., Zimmet, P. Z., & Owen, N. (2008). Objectively measured sedentary time, physical activity, and metabolic risk the Australian Diabetes, Obesity and Lifestyle Study (AusDiab). Diabetes care, 31(2), 369371. Hedge, A. (2004). Effects of an electric height-adjustable worksurface on self-assessed musculoskeletal discomfort and productivity in computer workers.METHODS, 8, 9. Hendriksen, I.J.M., Bernaards, C.M., Proper, K.I., van Mechelen, W., Hildebrandt, V.H. (2013). Langdurig zitten: een nieuwe bedreiging voor onze gezondheid! Tijdschrift Sociale Geneeskunde, 91, nr 1, pp.22-27. Geraadpleegd op 23 december via http://www.nisb.nl/weten/kennisgebieden/gezondewerkplek/publicaties.html?item=16884&view=1173443 Iannotti, R. J., Janssen, I., Haug, E., Kololo, H., Annaheim, B., & Borraccino, A. (2009). Interrelationships of adolescent physical activity, screen-based sedentary behaviour, and social and psychological health. International journal of public health, 54(2), 191-198. Jäger, P. D. I. M., Steinberg, D. I. U., & für Arbeitsschutz, B. (2003). Preventing musculoskeletal disorders in the workplace.
51
Jans, M. P., Proper, K. I., & Hildebrandt, V. H. (2007). Sedentary behavior in Dutch workers: differences between occupations and business sectors.American journal of preventive medicine, 33(6), 450-454. Johnsen, N. F., Tjønneland, A., Thomsen, B. L., Christensen, J., Loft, S., Friedenreich, C., ... & Riboli, E. (2009). Physical activity and risk of prostate cancer in the European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition (EPIC) cohort. International Journal of Cancer, 125(4), 902-908. Karakolis, T., & Callaghan, J. P. (2014). The impact of sit–stand office workstations on worker discomfort and productivity: A review. Applied ergonomics, 45(3), 799-806. Straker, Katzmarzyk, P. T., Church, T. S., Craig, C. L., & Bouchard, C. (2009). Sitting time and mortality from all causes, cardiovascular disease, and cancer. Med Sci Sports Exerc, 41(5), 998-1005. Koepp, G. A., Manohar, C. U., McCrady‐Spitzer, S. K., Ben‐Ner, A., Hamann, D. J., Runge, C. F., & Levine, J. A. (2013). Treadmill desks: A 1‐year prospective trial. Obesity, 21(4), 705711. Lechner, L., Bolman. & Mesters, I. (2010). Gezondheidspsychologie bij patiënten. Assen: Van Gorcum Letsels van het bewegingssapparaat. (2012). Geraadpleegd op 14 maart via http://www.eerstehulpwiki.nl/wiki/index.php/Letsels_van_het_bewegingsapparaat Lynch, B. M. (2010). Sedentary behavior and cancer: a systematic review of the literature and proposed biological mechanisms. Cancer Epidemiology Biomarkers & Prevention, 10559965. L., & Mathiassen, S. E. (2009). Increased physical work loads in modern work–a necessity for better health and performance? Ergonomics,52(10), 1215-1225. McLean, L., Tingley, M., Scott, R. N., & Rickards, J. (2001). Computer terminal work and the benefit of microbreaks. Applied ergonomics, 32(3), 225-237. Mummery, W. K., Schofield, G. M., Steele, R., Eakin, E. G., & Brown, W. J. (2005). Occupational sitting time and overweight and obesity in Australian workers. American journal of preventive medicine, 29(2), 91-97.
52
Nelson, M. C., Neumark-Stzainer, D., Hannan, P. J., Sirard, J. R., & Story, M. (2006). Longitudinal and secular trends in physical activity and sedentary behavior during adolescence. Pediatrics, 118(6), e1627-e1634. Neuhaus, M., Eakin, E. G., Straker, L., Owen, N., Dunstan, D. W., Reid, N., & Healy, G. N. (2014). Reducing occupational sedentary time: a systematic review and meta‐analysis of evidence on activity‐permissive workstations.Obesity Reviews, 15(10), 822-838. Owen, N., Bauman, A., & Brown, W. (2009). Too much sitting: a novel and important predictor of chronic disease risk?. British journal of sports medicine,43(2), 81-83. Owen, N., Leslie, E., Salmon, J., & Fotheringham, M. J. (2000). Environmental determinants of physical activity and sedentary behavior. Exercise and sport sciences reviews, 28(4), 153158. Owen, N., Sugiyama, T., Eakin, E. E., Gardiner, P. A., Tremblay, M. S., & Sallis, J. F. (2011). Adults' sedentary behavior: determinants and interventions.American journal of preventive medicine, 41(2), 189-196. Plotnikoff, R., & Karunamuni, N. (2012). Reducing sitting time: the new workplace health priority. Archives of environmental & occupational health,67(3), 125-127. Prince, S. A., Adamo, K. B., Hamel, M. E., Hardt, J., Gorber, S. C., & Tremblay, M. (2008). A comparison of direct versus self-report measures for assessing physical activity in adults: a systematic review. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 5(1), 56. Proper, K. I., Singh, A. S., Van Mechelen, W., & Chinapaw, M. J. (2011). Sedentary behaviors and health outcomes among adults: a systematic review of prospective studies. American journal of preventive medicine, 40(2), 174-182. Reilly, J. J., Penpraze, V., Hislop, J., Davies, G., Grant, S., & Paton, J. Y. (2008). Objective measurement of physical activity and sedentary behaviour: review with new data. Archives of disease in childhood, 93(7), 614-619. Sallis, J. F., Owen, N., & Fisher, E. B. (2008). Ecological models of health behavior. Health behavior and health education: Theory, research, and practice,4, 465-485.
53
Sanchez-Villegas, A., Ara, I., Guillen-Grima, F., Bes-Rastrollo, M., Varo-Cenarruzabeitia, J. J., & Martinez-Gonzalez, M. A. (2008). Physical activity, sedentary index, and mental disorders in the SUN cohort study. Medicine and science in sports and exercise, 40(5), 827. Sedentary behaviour evidence briefing. (2012). Geraadpleegd op 28 december 2012 via http://www.nisb.nl/weten/bibliotheek/bibliotheek-detail.html?item=15405 Sjøgaard, G., Søgaard, K., Hermens, H. J., Sandsjö, L., Läubli, T., Thorn, S., ... & Merletti, R. (2006). Neuromuscular assessment in elderly workers with and without work related shoulder/neck trouble: the NEW-study design and physiological findings. European journal of applied physiology, 96(2), 110-121. Teychenne, M., Ball, K., & Salmon, J. (2010). Sedentary behavior and depression among adults: a review. International journal of behavioral medicine,17(4), 246-254. Tikkanen, O., Haakana, P., Pesola, A. J., Häkkinen, K., Rantalainen, T., Havu, M., ... & Finni, T. (2013). Muscle activity and inactivity periods during normal daily life. PloS one, 8(1), e52228. Tremblay, M. S., Colley, R. C., Saunders, T. J., Healy, G. N., & Owen, N. (2010). Physiological and health implications of a sedentary lifestyle. Applied Physiology, Nutrition, and Metabolism, 35(6), 725-740. Up and down. (2008). Up and down – how dynamic sitting and standing can improve health in the office. (2008). Geraadpleegd op 28 december 2014 via http://www.baua.de/cln_135/en/Publications/Brochures/A65.html?nn=690946 Vernikos, J. (2011). Sitting kills, moving heals: how everyday movement will prevent pain, illness, and early death. California: Quill Driver Books Wilmot, E. G., Edwardson, C. L., Achana, F. A., Davies, M. J., Gorely, T., Gray, L. J., ... & Biddle, S. J. H. (2012). Sedentary time in adults and the association with diabetes, cardiovascular disease and death: systematic review and meta-analysis. Diabetologia, 55, 2895-2905. World Health Organization. (2010). Healthy workplaces: a model for action: for employers, workers, policy-makers and practitioners.
54
Bijlagen Overzicht van de bijlages: Bijlage 1: Informatiebrief werknemers Ablynx over het onderzoek Bijlage 2: Informatiebrief uitvoering beweegprogramma in de praktijk Bijlage 3: Presentatie onderzoek naar de werknemers toe Bijlage 4: Vragenlijst opmaak beweegprogramma Bijlage 5: Resultaten vragenlijst Bijlage 6: Vragenlijst evaluatie beweegprogramma Bijlage 7: Feedback werknemers over het beweegprogramma
Alle bijlagen vindt je terug op de DVD+R.
55
56
Abstract
Inleiding Over de hele wereld gaan mensen een groot deel van hun tijd zittend doorbrengen, vooral op het werk. Doel van dit onderzoek is om werknemers met een zittend beroep te motiveren om langdurig zitten te verbreken met een beweegmoment. Hierbij volg je een beweegprogramma op maat die praktische informatie en tips aanbiedt om in de praktijk toe te passen. Dit programma biedt oplossingen aan om het sedentair gedrag in het werkveld te verminderen en richt zich op elke werknemer die langdurig aaneengesloten zit op het werk. Theoretisch kader Volgens de literatuur brengt langdurig zitten en bewegingsarmoede heel wat gezondheidsrisico’s met zich mee. Kantoormedewerkers vormen een risicogroep die bewust dienen te worden van de gevolgen van langdurig aaneengesloten zitten. Het kader van de gedragsepidemiologie vormt de basis van dit onderzoek. Praktijkgericht onderzoek Negentien kantoormedewerkers werden bevraagd naar hun mate van sedentair gedrag op de werkvloer. Op basis van deze dataverzameling, werd het beweegprogramma Sit Less & Move More op maat gemaakt. Ook werden verschillende mogelijkheden aangereikt die de werknemers moeten stimuleren om vaker pauzes in te lassen na langdurig zitten. Er namen negentien kantoormedewerkers deel aan het onderzoek. Deze werknemers volgden gedurende vijf dagen een beweegprogramma om langdurig zitten te verbreken met een beweegmoment. Na het uitvoeren van het beweegprogramma, werd dit product geëvalueerd op basis van effectiviteit. Uit onderzoek bleek dat het programma de werknemers stimuleerde om minder te zitten en meer te bewegen. De werknemers werden meer bewust over hun zitgewoontes op het werk en wat ze kunnen doen in de praktijk om dit te verminderen. Praktische toepassing van het product in het werkveld Het beweegprogramma Sit Less & Move More kan gebruikt worden in elke organisatie waarbij de werknemers langdurig aaneengesloten zitten. Het programma is gericht voor iedereen die een zittend beroep heeft en biedt waardevolle informatie om bewegingsarmoede op het werk aan te pakken. 57