WEGWIJZER VOOR SCENARIOSCHRIJVERS
Wim Blaauboer Wegwijzer voor scenarioschrijvers
Deze uitgave werd mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van Lira, het Nederlands Fonds voor de Film, het Mediafonds, het Netwerk Scenarioschrijvers en het Ministerie van OCW. © 2009 Tekst: Wim Blaauboer © 2009 Cartoons: Michael de Wee Ontwerp omslag en binnenwerk: Anton Feddema Druk: Drukkerij Atlas, Soest ISBN 978 90 814870 1 6
2009 Netwerk Scenarioschrijvers Amsterdam
Voorwoord Inleiding
1 Hoe word ik cultureel ondernemer?
1.1 Ondernemen 1.2 Belastingen 1.3 Administratie 1.4 Starten 1.5 Samenwerken 1.6 Omgaan met kritiek Meer informatie
2 Waar kom ik binnen?
2.1 De film- en televisiewereld 2.2 Je eerste meters maken 2.3 Schrijven voor een talentontwikkelingsplan 2.4 Schrijven voor een lopende televisieserie 2.5 Regisseurs 2.6 Producenten en productiehuizen 2.7 Omroepen 2.8 Fondsen 2.9 Van animatie tot videoclips Meer informatie
3 Hoe kom ik binnen?
3.1 Netwerken 3.2 Bellen 3.3 Mailen en brieven schrijven 3.4 Curriculum vitae 3.5 Pitchen 3.6 Op gesprek Meer informatie
6 8 13 14 20 23 25 29 34 36 39 40 46 49 52 54 55 57 60 66 71 73 74 77 78 82 84 90 91
wegwijzer voor scenarioschrijvers inho u d
4 Hoe loop ik binnen?
4.1 Je werk beschermen 4.2 Contracten 4.3 Onderhandelen 4.4 Financiële steun Meer informatie
5 Hoe ga ik schrijven?
5.1 Titel 5.2 Logline 5.3 Synopsis 5.4 Seriebijbel 5.5 Personages 5.6 Afleveringen 5.7 Vragenlijst drama Meer informatie
6 Hoe ga ik te werk?
6.1 Werkomstandigheden 6.2 Schrijfpartner 6.3 Schrijfgroepen 6.4 Brainstormen Meer informatie
93 94 95 107 112 114 117 119 121 124 127 137 145 148 156 159 160 163 164 168 168
7 Netwerk Scenarioschrijvers
171
Beter schrijven Meer informatie Bronnen Met dank aan
183 191 200 202
narioschrijvers. Dit boek vormt daar een onderdeel van.
voorwoord
Het Netwerk Scenarioschrijvers zet zich al vijftien jaar onder andere in voor het bevorderen van de professionaliteit en deskundigheid van sce-
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Voorwoord
Pas toen ik al lang en breed als scenarist in de weer was, heb ik me de theorie eigen gemaakt: van Field en Egri terug naar Aristoteles en van alles daar tussenin. Ik kan niet zeggen dat mijn leven daar beter van is geworden – al zijn de scenario’s dat hopelijk wel – maar ik heb ervaren dat kennis van methode en structuur vooral voorkomt dat een enorme hoeveelheid creatieve energie met lukraak proberen door de schoorsteen gaat.
Scenarioschrijven is in beginsel een solitaire bezigheid, vaak zonder veel ondersteuning in eenzaamheid uitgeoefend tegen de klok en de klippen op. Toch is het scenario zelf het begin van een complex proces waarin allerlei kunsten en disciplines samen tot film- of televisiedrama komen. Daardoor zijn er veel partijen en omstandigheden waarmee gerekend moet worden om een scenario daadwerkelijk verfilmd te krijgen. Het Netwerk Scenarioschrijvers wil met deze Wegwijzer helpen richting te geven aan de creatieve ambities van beginnend scenaristen en een mogelijk antwoord geven op nooit gestelde vragen van al gearriveerder vakgenoten.
Paul Jan Nelissen Voorzitter Netwerk Scenarioschrijvers
Scenarioschrijven is het mooiste vak ter wereld, maar het is ook een moeilijk vak. Als scenarioschrijver heb je immers nooit volledige controle over het eindproduct, je levert een halffabrikaat. De concurrentie is groot en de afzetmarkt relatief klein. Goed schrijven is en blijft het belangrijkst, maar bij het beroep van scenarioschrijver hoort ook netwerken, samenwerken en zakendoen; kortom, cultureel ondernemer worden. Dat roept vragen op. Vragen waar veel (aspirant)leden van Netwerk Scenarioschrijvers mee worstelen. Vandaar dat het Netwerk het initiatief nam voor dit boek.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Inleiding
Je hebt een geweldig idee voor een film of een televisieserie. Of je wilt dolgraag aan een bestaande serie meeschrijven. Waar kun je dan met je idee of script naartoe? Hoe kom je binnen? Hoe presenteer je je als scenarioschrijver en op welke wijze kun je je idee goed over het voetlicht brengen? Hoe en met wie ga je vervolgens samenwerken? Wat is je rechtspositie? Hoe weet je of een aangeboden contract een goed contract is? En hoe organiseer je je beroepspraktijk?
Deze Wegwijzer biedt praktische tips, zodat je als (beginnend) scenarioschrijver beter beslagen ten ijs komt. De tips zijn vooral gebaseerd op praktijkervaringen van mensen in het veld. Het zijn algemene tips en uitgangspunten die vaak voor de hand liggen. In de praktijk kunnen ze echter wel degelijk van pas komen om constructiever aan het werk te gaan. Natuurlijk zijn al deze tips niet zaligmakend. Een simpele formule voor succes bestaat immers niet. Je moet er zelf achterkomen wat voor jou werkt. Lijstjes zijn nooit volledig en dit boek is bewust beknopt gehouden; waar mogelijk wordt doorverwezen naar boeken of websites. Uiteindelijk komt het toch aan op je eigen inventiviteit en doorzettingsvermogen. Zoals Winston Churchill ooit zei: “Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm.” Tijdens het lezen zul je merken dat je sommige informatie vaker tegenkomt. Ook zijn er verwijzingen naar andere hoofdstukken. Dat is bewust gedaan, zodat je deze Wegwijzer ook als naslagwerk per onderwerp kunt gebruiken.
The most essential gift for a good writer is
a built-in, shock-proof shit detector
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
13
1
Hoe word ik cultureel ondernemer? Als startend scenarioschrijver ben je zzp’er, zelfstandige zonder personeel. Als je als cultureel ondernemer iets wilt bereiken, is in de eerste plaats de kwaliteit van je werk doorslaggevend voor je succes. Maar een schrijver die zichzelf als ondernemer serieus neemt, wint veel. Je krijgt zo meer invloed op hoe je loopbaan zich ontwikkelt, zodat je werk vindt dat beter aansluit bij wat je wilt, wie je bent en wat je te bieden hebt. En daar pluk je de financiële vruchten van. Dit hoofdstuk is een inleiding over starten, ondernemen, belastingen, het opzetten en bijhouden van een administratie, samenwerken en omgaan met kritiek. Er zijn vele manieren om je doel te bereiken en iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips die bij jou passen. Succesvol worden is hard werken. Alexander Pola: “Wie de eindjes aan elkaar wil knopen, moet voortdurend in touw zijn.”
Geldt bovenstaande ook voor een scenarioschrijver? Marc Linssen, creatief hoofd van ScriptStudio, het schrijfbedrijf van Endemol: “Mensen moeten keihard willen werken, beseffen dat het echt een vak is en een moeilijk vak. Je kunt het er niet even naast doen. Je moet willen leren, kunnen luisteren, goed met kritiek om kunnen gaan en de wil hebben om voortdurend beter te worden.” Voor een startende scenarioschrijver kan het zinnig zijn om te bedenken wat je wilt bereiken, hoe je dat gaat bereiken en dat op te schrijven: een ondernemingsplan maken (zie paragrafen
14 H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
Voor een startende scenarioschrijver is betaald werk vinden niet altijd even makkelijk. Als cultureel ondernemer moet je alles uit jezelf halen: je ideeën, motivatie, creativiteit, discipline en je plan. Je bent je eigen coach. Hockeycoach Marc Lammers heeft als motto: ‘Winnaars hebben een plan, verliezers een excuus.’ Volgens Lammers is de centrale vraag: hoe regel jij je leven zo dat je het doel bereikt dat je wilt bereiken? Uit onderzoek blijkt dat succesvolle topsporters goed zijn in het stellen van doelen, heel goed weten wat ze moeten doen om hun doel te bereiken en een goed inzicht hebben in hun eigen kunnen. Zelfsturing is van doorslaggevende betekenis, dat wil zeggen: taakgericht zijn, beter willen worden en actief zijn in het eigen leerproces.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
1.1 Ondernemen
15
1.2 en 1.4). Literair agent Paul Sebes: “Ken jezelf, weet wat je wilt, besef wat je doet. Denk dus, voordat je begint, na over wat voor persoon jij bent, wat je doelen zijn en wat het best bij je past.” Probeer een lijstje van concrete en haalbare doelen te maken. Wil je een goede aflevering voor Goede tijden, slechte tijden schrijven, of een Gouden Palm winnen in Cannes? En hoe ga je dat aanpakken? Plan dingen het liefst concreet en in kleine stapjes, waardoor je ook resultaat ziet. En pak zeker in het begin elk project aan waarvan je denkt dat je dat tot een goed einde kunt brengen. Lees het lijstje met je doelen af en toe eens over en evalueer de resultaten. Je staat niet alleen; de meeste collega’s zullen je graag over hun ervaringen willen vertellen. En in tegenstelling tot een topsporter mag je als scenarioschrijver zelf je tempo bepalen, het is immers nooit te laat om door te breken. Factoren voor succesvol ondernemen zijn volgens het promotieonderzoek De succesfactoren van freelancers van Arjan van den Born: opleiding, vakkennis, specialisatie, ervaring en netwerk. Dat zijn allemaal factoren waarop je zelf invloed hebt. Voor een deel heb je dus je succes in eigen hand, maar er zijn ook factoren die je moeilijk zelf kunt beïnvloeden, zoals de markt. De markt voor scenarioschrijvers is klein, de concurrentie is groot en voor het gros van de schrijvers blijft het sappelen. Uit het rapport Schrijfinkomsten van auteurs van onderzoeksbureau Veldkamp uit april 2008 blijkt dat vijftig procent van de ondervraagden niet kan rondkomen van schrijfwerk alleen. Maar laat je hierdoor vooral niet uit het veld slaan, er is ook goed nieuws: elk jaar krijgen weer nieuwe schrijvers een kans om te debuteren. Hoe word je als scenarioschrijver succesvol? Belangrijke factoren zijn: • goed schrijven • je deadlines halen
Goed schrijven
Dramaturgen en producenten willen ook graag schrijvers zien die gepassioneerd zijn over hun werk, die met hun hele ziel en zaligheid in een project stappen, dat overbrengen én uitstralen. Burny Bos in Plot: “Een probleem is dat veel mensen te snel vinden dat het af is. Je moet geduld hebben en je scenario af en toe laten liggen om afstand te nemen. (…) Tijdens mijn intendantschap viel het me toch tegen wat ik onder ogen kreeg. Mensen doen ongelooflijk hun best, maar vaak mis ik de noodzaak. (…)
16 H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
Volgens docent Michael Hauge is het doel van elk verhaal (en kunstwerk) emoties opwekken. John Vorhaus koppelt hier ‘emotional truth’ aan en stelt dat de uiteindelijke kwaliteit van een script in hoge mate afhangt van de ‘emotionele waarheid’ van de bewering die het script doet over de mens en/of de wereld. Zijn ervaring is dat het vermijden van stelling nemen – waaraan vooral beginnende schrijvers zich schuldig maken – leidt tot halfslachtige keuzes en saaie scripts. Sebes: “Als je gaat schrijven, moet het echt van binnenuit komen. Ergens in je hoofd, in je lichaam moet iets zitten dat eruit moet. Een gedachte, een verhaal, een woede, een wat-dan-ook. Passie dus. Het is bijna onmogelijk zonder die passie, die innerlijke drang te schrijven.” Vervolgens heb je vakkennis nodig om je ideeën vorm te geven.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
• de markt verkennen • je concurrenten doorgronden • netwerken en jezelf goed presenteren • je ideeën goed presenteren • kennis vergaren van auteursrecht en contracten • ervaring opdoen • goed samenwerken • doorzetten en geduld hebben • geloof in eigen kunnen • geluk
Je moet iets te vertellen hebben. Als je dat niet hebt, waarom dan die film? Ik kwam veel scripts tegen waarin dat ontbrak.” Meters maken
17
Wat heb je nodig om uit te blinken? Hoogleraar psychologie Remy Rikers in de Volkskrant: “Oefenen, daar gaat het om. Maar besef wel dat het niet gaat om ‘zomaar een beetje oefenen’. Het gaat niet alleen om uren maken, maar ook om hoe je traint. Je moet de lat steeds hoger leggen; doorgaan waar anderen afhaken. En niet iedereen kan een Mozart worden.” Als schrijver moet je eerst en vooral meters maken. Tijs van Marle in Plot: “Als eerste betaalde klus heb ik De tuttels geschreven, een jeugd- en poppenserie die was bedacht door een klasgenoot. Ik heb toen tachtig afleveringen van vijf minuten geschreven, met liedjes erbij. Zoveel afleveringen onder tijdsdruk schrijven was echt doorbijten, maar dan leer je het vak wel.” Het plannen van je werk, komt aan bod in hoofdstuk 6. K ritiek en zelfkritiek
Om beter te worden moet je je eigen docent zijn: je werk leren lezen met een professionele blik. Ernest Hemingway: “The most essential gift for a good writer is a built-in, shock-proof shit detector.” Toets als eerste je eigen werk. Is het leesbaar en begrijpelijk, is het wat je wilde maken? Dat vermogen moet groeien; hoe beter je wilt zijn, hoe scherper je zelfkritiek zal moeten worden. Zorg vervolgens dat je feedback krijgt op je werk van mensen wier oordeel je vertrouwt, het liefst van professionals. Geef ook duidelijk aan wat je van hen vraagt. Laat je werk bijvoorbeeld lezen door medestudenten, collega’s of (oud-)docenten, zoek een ervaren mentor, sluit je aan bij een schrijfgroep of vorm er zelf een (zie paragraaf 6.3), of stuur je werk naar het Schrijfpaleis (zie hoofdstuk 7) waar je kunt ervaren of je tekst ‘werkt’ en je commentaar krijgt van professionals. Meer over hoe met kritiek om te gaan, kun je lezen in paragraaf 1.6.
Onderzoek voor jezelf welke schrijfmethode en -modellen het beste voor je werken. Paul Bertram (Scriptschool): “Haal bij alle modellen er vooral uit wat voor jou werkt. Vasthouden aan modellen slaat soms de passie uit je werk en zonder lol wordt het schijven een heel moeizaam proces. Wat zijn je emoties, wat wil je de kijker écht meegeven? Drama als onderzoeksmethode werkt vaak veel beter dan drama als formulemethode.” Je hoeft ook niet altijd netjes chronologisch te werken van synopsis naar scenario. Je kunt heel goed in drie verschillende documenten werken, die je tegelijkertijd aanpast. Een synopsis (wat is de plot?), een scenisch treatment en een scenario; kijk naar welke van de drie je inspiratie je op dat moment leidt.
18 H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
Scenarioschrijven is een vak en vakkennis is de basis voor goed schrijven. Je moet jezelf als scenarioschrijver blijven ontwikkelen. Vakkennis creëert vanzelf meer inhoud. In hoofdstuk 5 vind je een beknopt overzicht van hoe je je idee op papier presenteert. Je verbetert je vakkennis ook door films en tv series te bekijken en te analyseren, of door met (meer ervaren) collega’s te praten en ervaringen uit te wisselen. Daarnaast kun je workshops en lezingen volgen van het Netwerk Scenarioschrijvers, zie www.netwerkscenario.nl, of van andere beroepsorganisaties en schrijfopleidingen. Meer hierover in paragraaf 2.1. Plot, het magazine over scenarioschrijven van het Netwerk, is ook een bron van informatie. Het is daarnaast raadzaam om scripts van anderen, handboeken over scenarioschrijven, artikelen op internet, filmboeken, biografieën en vakbladen te lezen. Maar verlies je er niet in. Ger Beukenkamp merkt in De verborgen schrijver terecht op dat het in de eerste plaats theoretici zijn die dramateksten analyseren die al geschreven zijn. “De eenzame schrijver heeft niets aan weer een analyse van een tekst waarover het oordeel ‘meesterwerk’ is uitgesproken. De eenzame schrijver moet creëren, niet analyseren.”
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Vakkennis
Specialiseren
19
Wie weet waarin hij of zij zich onderscheidt van anderen, vindt makkelijker zijn weg. Als beginnend scenarioschrijver is het vaak moeilijk om te bepalen waar je kracht ligt. Het helpt om daarover na te denken, maar je leert vooral door het te doen. Wat is je smaak, wat vind je mooi? Waar kijk je zelf graag naar? Welke verhalen kun jij het best vertellen? Wat gaat je het gemakkelijkst af? Paul Bertram: “Sommigen willen niet de diepte in, die willen een invuloefening. Veel kijkers vinden dat ook heel prettig, willen gewoon dat sjabloon. Anderen willen juist als archeologen in zichzelf graven, erachter komen: wat is mijn visie, wat heb ik te melden, welke morele oordelen heb ik?” Marc en Roeland Linssen van ScriptStudio in Plot: “Juist als je met schrijven je brood wilt verdienen, is het van belang te beseffen dat vooral goed schrijven geld oplevert, en het is zo goed als onmogelijk om goed te schrijven voor iets waar je niets mee hebt.” De markt verkennen en netwerken
Zoals bijna met alle beroepen verloopt ook je entree in de film en televisiewereld het makkelijkst via relaties; bekenden die je op weg willen en kunnen helpen. Waar vind je die relaties? Kennis van de film- en televisiewereld is daarvoor een eerste stap, zie hoofdstuk 2. Het verkennen van de markt is iets anders dan je er door laten leiden of haar proberen te voorspellen. De volgende vraag is hoe kom je aan relaties? Hoofdstuk 3 gaat over netwerken en over hoe je jezelf zou kunnen presenteren. Ten slotte is het handig ook je concurrenten in de gaten te houden. Wat zij doen kun je elke dag op televisie of in de bioscoop zien. Auteursrechten en contracten
Als je met je werk de boer op wilt gaan, is het van belang kennis van auteursrecht en contracten te hebben: dat wordt in hoofdstuk 4 behandeld. Je kunt je ook laten vertegenwoordigen door iemand met verstand van zaken; bijvoorbeeld door het Contrac-
1.2 Belastingen
Meer informatie over (startend) ondernemerschap, financiële, fiscale en administratiezaken kun je vinden op www.beroep-kunstenaar.nl, www.lancelots.nl, www.pzo.nl en in Handboek zzp 2010 en in Eigen Baas. Kijk ook op www.ccaa.nl, een programmabureau dat ondernemerschap in de creatieve industrie promoot en ondersteunt. Voor vragen kun je ook terecht bij het Netwerk en de jaarlijkse belastingavond waarvan je op www.netwerk-
20 H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
Als je jezelf cultureel ondernemer noemt, wil dat nog niet zeggen dat je door de Belastingdienst ook daadwerkelijk als zelfstandig ondernemer wordt gezien. Formeel bestaan er alleen ondernemers en werknemers, maar in de praktijk kan er ook sprake zijn van een tussenvorm. Je kunt bijvoorbeeld in loondienst zijn en daarnaast af en toe een zelfstandige klus uitvoeren. Het is voordelig als de Belastingdienst je erkent als ondernemer vanwege een groot aantal belastingvoordelen zoals zelfstandigenaftrek, startersaftrek en investeringsaftrek. Voor een aantal van deze faciliteiten geldt de eis dat je 1.225 uur per jaar in je onderneming steekt. 1.225 uur per jaar is 24 uur per week, oftewel drie dagen fulltime werken. Een parttime baan van een paar dagen in de week, naast je onderneming, wordt dan ook vaak geaccepteerd. De eis van 1.225 uur betekent niet dat je al die uren stopt in opdrachten, ook het op eigen initiatief schrijven van een (spec)script voor een tv-serie, film of wedstrijd, bezoek aan een festival, research, studie, administratie, netwerken en opdrachtverwerving horen bij het ondernemen.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
tenbureau, een agent of een advocaat. In de praktijk kiezen veel scenaristen ervoor de inhoudelijke en zakelijke kant te scheiden. Als (aspirant)lid kun je bij het Netwerk informatie inwinnen over auteursrechtelijke en contractuele zaken.
scenario.nl een verslag kunt vinden. Verzamel informatie en vraag (meer ervaren) collega’s naar hun ervaringen. Je kunt bij de Belastingdienst ook gratis het Handboek ondernemen krijgen. Probeer door de ogen van de fiscus naar je eigen situatie te kijken en leg je vragen – desnoods anoniem – voor aan de (gratis) belastingtelefoon (0800-0543). Het helpt om je zoveel mogelijk als ondernemer te presenteren. Star tende onder neming aanmelden
21
De Belastingdienst moet van het bestaan van je onderneming op de hoogte zijn. Als je een onderneming wilt starten, kijk dan op www.belastingdienst.nl/zakelijk onder Onderneming starten of stoppen. Gebruik voor de aanmelding het formulier Opgaaf Startende Onderneming. Je kunt dit formulier downloaden van de site of bestellen via de belastingtelefoon. Welke variant van het formulier je kiest, hangt af van je rechtsvorm, meestal is dat een eenmanszaak. Voordat je je aanmeldt bij de Belastingdienst, is het verstandig om (in het kort) een ondernemingsplan op papier te zetten (raadpleeg voornoemde informatiebronnen). Het geschatte aantal opdrachtgevers, de geschatte hoogte van je omzet en winst et cetera, moet je namelijk niet willekeurig invullen. Inschrijving in Handelsregister
Alle zelfstandig werkende schrijvers moeten zich inschrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (www.kvk.nl). De KvK heeft daarvoor de volgende gegevens nodig: burgerservicenummer, naam, adres, geboortedatum. Op het inschrijvingsformulier wordt ook om opgave gevraagd van telefoonnummer(s), faxnummer, e-mailadres en domeinnaam. De Kamer van Koophandel heeft het recht gegevens uit het Handelsregister door te verkopen aan commerciële derden. Bij inschrijving kun je doorgeven dat je geen toestemming geeft voor doorverkoop.
Btw
Verklaring Arbeidsrelat i e
Werk je voor een opdrachtgever, dan kan die om een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) vragen van de Belastingdienst. Het formulier daarvoor kun je downloaden op www.belastingdienst.nl. De VAR is een heel kalenderjaar geldig en kun je voor maar één soort werkzaamheden per keer aanvragen. Je geeft je opdrachtgever een kopie van de var en je houdt het origineel voor je eigen administratie. De VAR kent verschillende varianten. Bij de var-wuo (winst uit onderneming), worden de inkomsten aangemerkt als winst uit onderneming. Dit geeft je opdrachtgever de garantie dat hij geen sociale premies hoeft af te dragen voor jou. Bij een var-row (resultaat uit overige werkzaamheden) heeft je opdrachtgever die zekerheid niet en zal hij voor de zekerheid zelf belastingen
22 H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
De wet kent een vrijstelling voor btw voor diensten door schrijvers, componisten en journalisten. Een scenarioschrijver valt onder de vrijstelling voor schrijvers. Bij het scenarioschrijven geldt wel de voorwaarde dat sprake is van het schrijven van oorspronkelijk werk (scheppend) of het toevoegen van nieuw materiaal aan oorspronkelijke stukken. Soms is een scenario onderdeel van een totale productie waarover wel btw is verschuldigd. In dat geval wordt de vrijstelling vervangen door het tarief van de hoofdproductie. In de praktijk wordt geen onderscheid gemaakt tussen schrijven voor tv of film. Als je uitsluitend diensten verleent die vrij gesteld zijn van btw, zoals ook lesgeven, hoef je geen btw-nummer aan te vragen.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Het Handelsregister blijft echter een openbaar register dat iedereen kan raadplegen. Als je niet wilt dat je telefoonnummer bekend wordt, moet je dus een geheim nummer nemen. Om je privé-adres af te schermen kun je een postbus nemen.
en premies inhouden. Of hij geeft je de opdracht niet. Probeer dus een var-wuo te krijgen. Op het var-formulier moet je minimaal drie verschillende opdrachtgevers opgeven. Als starter heb je die meestal niet, maar je moet de vraag zien als het benoemen van een verwachting, die je zo reëel mogelijk moet inschatten. Overigens is de opgave van het aantal opdrachtgevers maar één van de criteria. Bij een startende ondernemer gaat de fiscus meestal soepel om met dit aantal. Voor meer informatie over het aanvragen, zie www.lancelots.nl en Handboek zzp 2010. 23
1.3 Administratie Elke cultureel ondernemer of zzp’er (zelfstandige zonder personeel), moet een administratie opzetten en bijhouden, zie ook de websites uit de vorige paragraaf. Je kunt op internet softwareprogramma’s vinden om je boekhouding op de computer te doen. Het is niet verplicht om voor je onderneming een aparte (zakelijke) bank- of girorekening te openen, maar het is wel aan te raden. Controle fiscus
Als je je als ondernemer aanmeldt bij de Belastingdienst bestaat de kans dat je controle krijgt van de fiscus. De fiscus kan daarbij naar agenda’s en afsprakenboeken vragen. Houd daarom een urenadministratie bij waarin je vastlegt hoeveel uur je aan je onderneming besteedt. Vooral in de startfase en in het geval je je onderneming combineert met een betaalde baan, wil de fiscus steeds vaker een precies overzicht zien van je urenbesteding. Voor de fiscus moet je je administratie zeven jaar bewaren. Factuur
Voor het werk dat je hebt verricht, maak je een factuur. Facturen maak je in tweevoud. Je stuurt een exemplaar naar je opdracht-
Vaak blijft administratie liggen omdat de stapel te omvangrijk is om even snel te doen. Om overzicht over je administratie te houden, moet je dus eerst de stapels papier wegwerken. Wil je snel een stapel opruimen? Gebruik dan het FAT-systeem, wat staat voor File, Act en Toss. Je maakt drie stapels: File, bewaren; Act, papieren waar je iets mee moet doen; en Toss, weggooien. Bedenk wel dat je voor de wet je financiële administratie zeven jaar moet bewaren. Het FAT-systeem kun je ook toepassen op je mailbox. Categoriseer
Koop mapjes, ordners of opbergdozen en zet erop wat erin zit: bankafschriften, loonstroken en jaaropgaven, betaalde (kassa)bonnen, inkomende en uitgaande facturen, contracten, pensioen, belasting, wonen, verzekering en persoonlijk. Elk papier breng je onder in een van deze categorieën. Leg vervolgens alle stukken op datum om te zien of er recente documenten
24 H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
Papierstress
wegwijzer voor scenarioschrijvers
gever en bewaart er een voor je administratie. Wat zet je op een factuur? Datum, factuurnummer, je naam en adres, je inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel, naam en adres van de klant, een omschrijving van de verrichte dienst, de datum waarop je de dienst hebt verricht, je honorarium, je (zakelijke) bankrekening en de afgesproken betalingstermijn. Indien je geen betalingstermijn hebt afgesproken, dan is een betalingstermijn van veertien dagen heel gewoon. Je vermeldt in een regel ‘betaling binnen 14 dagen’. Vermeld eventueel dat je werk is vrijgesteld van btw, maar zet er in geen geval bij dat het btw-tarief nul procent bedraagt. Facturen nummer je doorlopend, eventueel kun je beginnen met het jaartal. Als starter kun je overwegen om te beginnen met een hoog nummer in plaats van 001. Zorg dat de factuur er netjes uitziet en dat de bedragen kloppen.
bij zijn waar je nog iets mee moet doen. Maak één stapel met ‘nog te doen’; bijvoorbeeld rekeningen die nog betaald moeten worden. Maak geen stapel ‘weet ik niet’. Behandel elk stuk papier maar één keer, over elk papier neem je een beslissing. Heb je alles een keer doorgeploegd, dan is het een kwestie van bijhouden.
1.4 Starten
25
Volgens Maaike Molhuysen en Louis Stiller in hun Handboek voor schrijvers vallen veel schrijvers na hun opleiding in een gat. Je moet het opeens allemaal zelf doen; zonder begeleiding van docenten en zonder de warme sociale deken van de school. Schrijven kan dan eenzaam en hard werken worden; een continu gevecht met je eigen creatieve krachten en alle daarbij behorende twijfels. De harde realiteit is dat je niet alleen werk moet afleveren dat ‘potentie’ heeft, maar dat werk moet ook nog eens worden opgepikt door een producent of een omroep. En in de tussentijd moet je ook nog geld verdienen. Het kan zo steeds moeilijker worden om voor je naasten, maar ook voor jezelf, die behoefte aan afzondering te rechtvaardigen om te kunnen schrijven. Daar is geen pasklare oplossing voor. Dus zul je moeten onderhandelen en hopelijk vind je daar een goede balans in. Je kunt bijvoorbeeld wat financiële druk wegnemen door er een parttime baan bij te nemen, van start te gaan met behulp van een uitkering (zie paragraaf 4.4), een partner die voor een basisinkomen zorgt et cetera. K ennis en er varing
Tijs van den Boomen en Wilma van Hoeflaken schrijven in het Handboek freelancen 2008/2009 dat je persoonlijke kwaliteiten doorslaggevend zijn voor je succes. De diensten van een scenarioschrijver zijn vaak moeilijk objectief meetbaar. Welke criteria
Onder nemersplan
De meeste aspecten van een ondernemingsplan zijn in de voorgaande paragrafen al aan bod gekomen. Een ondernemingsplan schrijven kan handig zijn, maar belangrijker is het om gewoon
26 H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
Kennis en ervaring vormen dus de basis. Eigenlijk kun je alleen aan de hand van prestaties in het verleden laten zien dat je over deze kwaliteiten beschikt. Als starter heb je die niet of nauwelijks, je kunt alleen een diploma en eventueel een afstudeerfilm laten zien. Tijdens contacten met mensen in de film- en televisiewereld kun je wel je professionaliteit tonen, dat heeft namelijk niets met ervaring te maken. Zo kun je laten zien dat je, afgezien van ervaring, over de benodigde persoonlijke kwaliteiten beschikt. Netwerken (zie hoofdstuk 3) is daarom ook een noodzaak; het scheelt als ze je naam op een idee of script kunnen koppelen aan een gezicht. Vervolgens is het belangrijk om ergens ervaring op te doen, in de vorm van een project dat je zelfstandig uitvoert, het liefst in de film- en televisiewereld. Heel belangrijk is de indruk die je daarbij achterlaat; het wereldje is klein en een reputatie snel gevestigd.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
gebruikt een opdrachtgever om te beslissen of hij of zij je wil inschakelen? Alhoewel ook geld een rol speelt, wil een opdrachtgever vooral een goed script zien, binnen de randvoorwaarden van het budget, de productiewijze, de beschikbare cast, de beschikbare locaties, de visie van de regisseur en/of producent et cetera. Daarom werken ze het liefst met bekenden, van wie ze weten dat ze het gevraagde in het verleden hebben geleverd. Opdrachtgevers willen in de eerste plaats zekerheid over: • Kwaliteit (vakkennis, opleiding, praktijkervaring). • Inzet (betrokkenheid, flexibiliteit, open houding, aandacht, respect). • Betrouwbaarheid (levertijd, afspraken nakomen, geheimhouding).
27
te beginnen. Als (beginnend) scenarioschrijver hoef je immers vooraf geen grote financiële investeringen te doen. Van jou wordt niet verwacht dat je met een uitgekiend marketingplan komt, en je krijgt ook niet te maken met grote kostenposten. Bedenk wat je de komende twaalf maanden wilt bereiken. • Welke doelen stel je? Beperk je tot een paar concrete doelen. • Wat heb je nodig om je doelen te bereiken? • Welke concrete acties ga je ondernemen? Welke stappen ga je ondernemen om aan betaald werk te komen? Een eerste stap is de film- en televisiewereld verkennen (zie hoofdstuk 2). Hoe maak je jezelf en je ideeën zichtbaar (zie hoofdstukken 3 en 5)? • Waarin wil je jezelf ontwikkelen? Wat wil je de komende tijd leren? Hoe benut je je sterke punten? Hoe verbeter je je zwakke punten? Welke leeractiviteiten ga je ondernemen? Hoe kun je hulp mobiliseren? Wat ga je eventueel uitbesteden? • Zet je acties en activiteiten in een tijdpad. Wanneer wil je welke activiteit uitvoeren en met welk resultaat? • Forceer jezelf niet. Pak vooral projecten aan waarvan je denkt dat je ze tot een goed einde kunt brengen. Zo krijg je zelfvertrouwen en houd je lol in je werk. Bezoek de stArt Factory. Kunstenaars&CO organiseert regelmatig een ondernemersdag voor kunstenaars en creatieven in het land. Kijk voor data op www.kunstenaarsenco.nl. Motivatie en doorzettingsver mogen
Het is vaak een lange weg van idee naar scenario, en – als je niet in opdracht schrijft – een nog veel langere weg van scenario naar verfilmd eindproduct. In de praktijk wordt het grootste deel van de geschreven scripts of ontwikkelde formats, zeker van startende scenarioschrijvers, niet in productie genomen. In de startfase wordt dan ook vooral een appèl gedaan op je doorzettingsvermogen en emotionele stabiliteit.
Om als scenarioschrijver goed te kunnen presteren, zul je ook je werkomstandigheden en je planning zo optimaal mogelijk moeten maken (zie paragraaf 6.1). Twijfels en onzekerheden horen ook bij het creatieve zoekproces. E.L. Doctorow: “Writing is like driving a car at night. You can only see as far as the headlights, but you make the whole trip that way.” Het schrijfproces staat bovendien vaak onder druk, bijvoorbeeld door een deadline. Wanneer die druk te groot wordt, kan het creatieve proces worden belemmerd door lichamelijke spanning, paniek, piekeren, chaotisch werken en het uit de weg gaan van kritiek. In het boek Creativiteit onder druk van Maria Hopman wordt aandacht besteed aan herkenning, oorzaken, oefeningen en tips om faalangst en kritiek beter te kunnen hanteren. Een ander populair zelfhulpboek om je creatieve vermogens (weer) te ontsluiten, hoewel het spirituele karakter ervan niet iedereen zal bevallen, is The Artist’s Way van Julia Cameron, zie ook www.theartistsway.com.
28 H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
Twijfels en dr uk
wegwijzer voor scenarioschrijvers
De sleutel tot gemotiveerd blijven, is je drijfveren en je eigen kunnen onder de loep nemen. Ga bij jezelf na wat het beste bij je past, wat je het liefste wilt en wat reëel lijkt. Hoeveel geld wil je verdienen? Als je voor een opdrachtgever schrijft, ben je dan wel in staat te voldoen aan zijn opdracht? Wil je dat eigenlijk wel? Vind je het heerlijk om aan een ‘commercieel’ project te werken of ben je meer van het auteursdrama? De stem van binnen, die zich opdringt en voorschrijft wie je bent, die moet je proberen te volgen. Soms kan dat haaks komen te staan op (goed) betaald werk vinden. Hoeveel risico kun je je op financieel gebied permitteren? Heb je behoefte aan samenwerken (zie paragraaf 6.2), ondersteuning (zie paragraaf 6.3) en bijscholing (zie paragraaf 2.1)?
1.5 Samenwerken
29
Scenarioschrijven is ook samenwerken. Je moet je dienstbaar kunnen opstellen, je schrijft immers een halffabrikaat voor een ander. Om je script te realiseren, zul je moeten samenwerken met een producent, regisseur, dramaturg, hoofd-drama et cetera. Professioneel samenwerken houdt in dat je enerzijds openstaat voor andere ideeën en daarmee om kunt gaan. Aan de andere kant lever jij als scenarioschrijver de inhoud en zul je met argumenten voor je ideeën kunnen blijven staan. Dat toont ook je professionaliteit. Dat is zeker in het begin vaak niet makkelijk. Je hebt een idee en een drang om dat te realiseren zoals het in je hoofd zit, maar je levert een halffabrikaat waar de ander ook mee uit de voeten moet kunnen. Al te halsstarrig aan je eigen visie vasthouden werkt vaak contraproductief, zeker als de ander ook meer macht heeft. Rob Arends, studieleider Scenario van de Filmacademie in Plot: “Je moet anderen blijven wijzen op het belang van het scenario dat er ligt; wat er voor werk inzit. Je moet ze daarin opvoeden, meenemen. (…) In de ontwikkelingsfase is de scenarist de hoofdmaker. Laat de ego’s thuis, bouw vertrouwen op, en probeer zo open mogelijk het script te benaderen. Dat begint met goed lezen. Je moet de ander echt vragen hoe vaak hij of zij het heeft gelezen. Als dat één keer is, zeg ik altijd dat ik een nieuwe afspraak wil maken. Dan kijken ze me aan of ik gek ben. Maar verdorie, je hebt weken of maanden aan zo’n versie gewerkt en dan leest iemand het even in een half uur. Dat kan niet, zeker niet als je een scenarist bent die tussen de regels schrijft. Een script moet je twee, drie keer lezen, neem je tijd ervoor. Dan kan de ander het zich ook eigen maken, en de juiste vragen stellen.” Wanneer?
Bedenk in welk stadium je wilt gaan samenwerken. De ene schrijver vindt het fijn om eerst zelf een tijdje met een idee rond
Met wie?
De ander moet interesse hebben in jou en wat je geschreven hebt en tevens een elementaire kennis hebben over scenarioschrijven. Zoek iemand die passie toont voor jou en je werk. Niet zomaar naar bekenden of grote namen stappen, maar zoek mensen die dezelfde film of tv-serie willen maken. Het is vervelend ergens een hoop tijd en energie in te steken, met als resultaat een eindproduct dat niet wordt wat jij voor ogen had.
30 H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
Bedenk vooraf goed met wie je wilt samenwerken. Shop ook niet teveel. Het is een klein wereldje en mensen spreken elkaar. Schrijf je idee toe op een omroep, zender, producent of regisseur. Kijk wie waarin is gespecialiseerd en bel of schrijf diegene die het beste ‘past’ (zie ook hoofdstuk 2). Vraag op welke termijn ze op je idee kunnen reageren. Als antwoord dan uitblijft, doe navraag, bel of mail, maar ga vooral niet forceren of irriteren. Benader vervolgens eventueel een ander.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
te lopen; wachten tot je weet wat je écht hebt en in welke vorm je het giet. De ander vindt het fijn om met zijn idee snel naar een ander toe te stappen en die er in een vroeg stadium bij te betrekken. Je kunt een idee dan niet meer geheel vrij ontwikkelen, maar misschien heeft de ander juist heel goede suggesties. Bedenk zelf wat het best bij jou en je idee past, en informeer ook wat bij de wederpartij past. De een wil vanaf de kiem van je idee meedenken, de ander ziet alleen iets in een meer uitgewerkt idee.
door voordat je besluit te gaan samenwerken, te bespreken wat je van elkaar verwacht en waar je elkaar aan kunt houden. De emotionele betrokkenheid van makers bij film en drama is vaak groot; tegelijkertijd zijn ook de zakelijke belangen groot. De verschillende stadia van samenwerken
Bij samenwerken kun je globaal drie fases onderscheiden: ideeënfase, ontwikkelingsfase en productie plus vertoning. Ideeënfase
31
In deze fase investeren de verschillende partijen doorgaans vooral tijd en energie in elkaar. Er is meestal nog geen contract en er wordt vaak nog niets betaald. De partijen hebben wel de wil om samen iets tot stand te brengen. Deze samenwerking kan beginnen met een schrijver met een idee, een partij die een schrijver benadert met een idee, of een schrijver en een andere partij die samen tot een idee komen. Toch is het ook in deze fase al van belang duidelijke afspraken te maken: • Van wie is het idee en wat gaat dit later betekenen voor de credits? • Wat is het (gezamenlijke) doel van beide partijen; waar streeft men naar? • Wie doet wat, wanneer en is waarvoor verantwoordelijk? • Wat staat daar tegenover? • Is alles haalbaar? • Wat is het voorlopige eindproduct? Een synopsis, format et cetera. • Wat willen de partijen per se niet? • Wat zijn de opties als er structurele meningsverschillen ontstaan?
Hoe?
Hoe kun je als professionals met elkaar omgaan zodat dit tot optimale resultaten en zo min mogelijk frustraties leidt? Veel conflicten ontstaan door onduidelijke afspraken, meningsverschillen, tegengestelde belangen of verwachtingen en gebrekkige communicatie. Problemen kunnen vaak worden voorkomen
Ontwikkelingsfase
Is eenmaal besloten een idee verder te ontwikkelen, dan is het aan te raden een contract op te stellen. In dit contract moeten in ieder geval auteursrechten, honorarium en credits worden geregeld.
33
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
De schrijversrol is in deze laatste fase doorgaans al achter de rug, al komt het natuurlijk ook voor dat tijdens de productie nog geschreven of herschreven wordt. Ook in deze fase moeten de kwaliteiten van het script bewaakt worden. Dit wil niet zeggen dat een andere partij geen ruimte moet krijgen, maar wel dat hier grenzen aan zijn. De volgende zaken zijn van belang: • Maak afspraken over je rol bij scriptwijzigingen op basis van productionele omstandigheden. • Maak afspraken over je rol bij het in de markt zetten van het eindproduct. • Maak afspraken over je naamsvermelding en je rol bij de publiciteit rondom het eindproduct.
32 H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
Productie en ver toning
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Daarnaast zijn ook de volgende zaken van belang: • Wanneer wordt wat met wie besproken? Hoe vaak wordt er feedback gegeven op het script; in welke fase en door wie? • Wat is de kern van het idee, de essentie waar op teruggevallen kan worden en waar jij en de andere partij(en) niet aan willen tornen? • Wat is de doelgroep en wat het is budget? Wat zijn eventuele noodzakelijke beperkingen? • Hoe garandeer je je artistieke vrijheid, binnen eventuele noodzakelijke beperkingen? • Wat is de rol van de zender en/of distributeur bij het proces en hoe is ieders betrokkenheid hierbij geregeld? • Wie is eindverantwoordelijk en wie controleert? Is het wel of niet mogelijk dat een andere partij eigenhandig veranderingen in het script aanbrengt? • Afspraken over jouw betrokkenheid bij casting, locaties, styling, muziek en regiekeuzes. • Evaluatiemomenten. Hoe blijven jullie op het juiste spoor? Wat willen jullie graag verbeteren? Zijn jullie tevreden over het proces en elkaar? Willen jullie nog hetzelfde? Tijdens het proces kan ook duidelijk worden dat de geesten zich scheiden.
Tip
goede samenwerking • Ga met elkaar om op basis van wederzijds respect, vertrouwen en eerlijkheid. • Hanteer geen verborgen agenda’s. • Bied elkaar optimale duidelijkheid; ook als het gaat om credits, financiële afspraken en wanneer je eventueel uit elkaar wilt. • Zorg dat je zakelijke en inhoudelijke besprekingen duidelijk scheidt. • Werk zo effectief en efficiënt mogelijk (samen). • Herken kansen en mogelijkheden, identificeer meningsverschillen en problemen. • Communiceer veranderingen tijdig. • Deadlines, zowel wat betreft schrijven als feedback geven, worden gehaald of vroegtijdig heroverwogen. • Controleer of de prestaties van jou en de ander aan de verwachtingen voldoen. • Bij meningsverschillen of problemen levert het stellen van open vragen meer op dan het vellen van oordelen. • Ga op een professionele manier om met positieve en negatieve kritiek, zowel bij geven als ontvangen; dus oplossings- en toekomstgericht. • Geef meningen in de ik-vorm. (“Ik vind …” in plaats van: “dat is ...”) • Kritiek is gericht op het werk, niet op de persoon. • Verwar inspanningen niet met resultaten. • Bevestig afspraken schriftelijk of per e-mail.
Kritiek vraagt om een antwoord. Door op kritiek in te gaan, geef je aan dat je de ander serieus neemt. Vat de kritiek in eigen woorden eerst kort samen. Het geeft je meer tijd voor een reactie en geeft aan dat je hebt geluisterd. Dat draagt bij aan een goede verstandhouding en zo kunnen ook eventuele misverstanden worden weggenomen. Reageren op kritiek is een voortdurend leerproces. Negatieve kritiek betekent meestal even slikken, vooral als je na een lang werkproces denkt dat je behoorlijk wat hebt gepresteerd. Als je het vaker meemaakt, krijg je hopelijk steeds beter zicht op je sterke en zwakke kanten en leer je kritischer naar je eigen werk te kijken. Dramaturgen Gemma Derksen en Brigitte Baake in Plot: “De dramaturg vraagt zich af wat je wilt vertellen, en waarom. En vervolgens hoe het verhaal op de best mogelijke manier ver-
34 H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
Uit onderzoek is gebleken dat bij kritiek je hele stresssysteem wordt geactiveerd; heftige emoties horen dus bij kritiek. Dat betekent natuurlijk niet dat je eraan moet toegeven. Het is handig om aantekeningen te maken, zodat je alles later rustig kunt teruglezen. Vraag door als je iets niet snapt. Probeer niet direct in discussie te gaan, geef jezelf liever een time-out en zeg bijvoorbeeld: “Hier moet ik even rustig over nadenken.” Neem geen genoegen met algemene opmerkingen, zoals ‘de tweede akte werkt niet.’ Vraag dan om concrete voorbeelden.
35
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
Kunnen omgaan met kritiek en zelfkritiek hebben, is van essentieel belang voor je ontwikkeling als schrijver. Niemand vindt kritiek fijn, het komt vaak heel dichtbij. Wat je bent en wat je schrijft, liggen immers vaak dicht bij elkaar. Besef dat kritiek wordt gegeven om je verder te helpen en beschouw het niet als een aanval op je persoon, dat maakt het makkelijker om het niet alleen te verdragen maar er ook profijt van te hebben.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
1.6 Omgaan met kritiek
Tip
kritiek geven en ontvangen • Begin met de positieve en sterke punten. • Geef kritiek in de ik-vorm (“ik vind …” in plaats van: “dat is ...”). • Richt kritiek op het werk, niet op de persoon. • Wees zo specifiek mogelijk; geef voorbeelden en haal concrete situaties aan. • Houd het zelfvertrouwen van de ander in stand. • Controleer of de ander je begrijpt. • Geef de ander tijd om kritiek te verwerken. • Geef de ander ruimte om te reageren. • Respecteer de mening van de ander. • Luister om te begrijpen, zelfs als je het er niet mee eens bent. • Vraag door als je iets niet begrijpt. • Bevestig dat je het begrijpt. • Toon waardering voor de kritiek van de ander.
Soms heb je de ogen en mening van anderen nodig om terug te gaan naar de basis, waar het écht aan schort. Je moet kritiek ook kunnen zeven, serieus nemen en vervolgens naast je neerleggen. Het is maar een mening, je critici kunnen er ook naast zitten. Werk niet alleen om het de criticasters naar de zin te maken, dat kan ook verlammend werken.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
teld wordt, zodanig dat het ook overkomt bij het publiek.” Paul Bertram: “Laat ook je eigen analytisch vermogen erop los. Zodra je het probleem heel helder definieert, is de oplossing vaak dichtbij.”
36
Voor meer informatie over schrijvers en script editors, zie: www.vorza.com/writersandeditors.html (site John Vorhaus).
Meer informatie Handboek voor schrijvers (2009), Maaike Molhuysen en Louise Stiller Handboek freelancen 2008/2009 (2008), Tijs van den Boomen en Wilma van Hoeflaken Handboek zzp 2010 (2009), Tijs van den Boomen en Wilma van Hoeflaken Eigen Baas (2007), Tijs van den Boomen Het geheim van de uitblinker (2007), Vittorio Busato & Frenk van Harreveld Outliers (2008), Malcolm Gladwell. Nederlandse vertaling: Uitblinkers (2008)
H oe word i k c u lt u reel ondernemer ?
Zo gauw je je werk aan anderen laat lezen, krijg je naast kritiek ook suggesties te horen. Deze suggesties zitten er soms naast, maar ze geven wel aan dat de ander ergens een probleem ziet. Soms hoor je echter zoveel verschillende suggesties, zoveel verschillende meningen, dat het je begint te duizelen. Ga dan terug naar de basis, waarom ben je ooit zo enthousiast over dit idee geworden?
37
Bestseller (2008), Paul Sebes Creativiteit onder druk (1999), Maria Hopman The Artist’s Way (2002), Julia Cameron. Nederlandse vertaling: Vind je eigen inspiratie (2002) Schrijfinkomsten van auteurs (2008), Harmen Binnema, Martine Bos & Dieter Verhue De succesfactoren van freelancers (2009), promotieonderzoek van Arjan van den Born, Universiteit Antwerpen i.s.m. Universiteit Utrecht Dramaturg en scenarioschrijver; een haat-liefdeverhouding of partners in woord en beeld? (2006), Else Flim. Dit promotieonderzoek is te lezen op www.vedra.nl De verborgen schrijver (2008), Ger Beukenkamp www.netwerkscenario.nl www.belastingdienst.nl www.beroepkunstenaar.nl www.ccaa.nl www.kvk.nl www.lancelots.nl www.pzo.nl www.theartistsway.com www.vorza.com
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
39
2
Waar kom ik binnen? Om als beginnend scenarioschrijver je weg te kunnen vinden, heb je kennis van de film- en televisiewereld nodig. Dit hoofdstuk geeft een beknopt overzicht van het veld en waar je kunt netwerken. Verder worden manieren besproken om je (eerste) openbaarmaking te realiseren en waar je met je ideeën naar toe kunt aan. Ook hier geldt: er zijn vele manieren om je doel te bereiken en iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips die bij jou passen. Naast film en tv komen ook andere afzetmarkten aan bod zoals het hoorspel, de opdrachtfilm, de animatiefilm, internet, games et cetera. Scenarist Paul Schrader: “Een scenario is een uitnodiging voor een aantal talentvolle mensen om een succesvol kunstwerk te maken.”
Schrijven voor televisie
In het algemeen kun je met een idee voor een televisieserie het beste naar een omroep (zie paragraaf 2.7) of producent/productiehuis (zie paragraaf 2.6) gaan. Bij de publieke omroepen krijg je als schrijver vooral te maken met de dramaturgen en hoofden-drama en soms ook met een regisseur. Bij de commerciële omroepen is de programmaleider vaak verantwoordelijk voor de dramaproducties. Sommige publieke omroepen en bijna alle commerciële besteden dramaproducties uit aan producenten of productiehuizen. Als uitvoerend producent zijn zij dan verantwoordelijk voor het maken van de serie. Bij zo’n serie krijg je meestal te maken met de uitvoerend of creatief producent, een dramaturg, een hoofdschrijver of een eindredacteur; niet met een regisseur.
40 waar k om i k binnen ?
Om te kijken hoe het wereldje in elkaar steekt, kun je als scenarioschrijver thuis voorwerk doen op internet, bijvoorbeeld via www.filmstart.nl. Deze paragraaf geeft een beknopt overzicht van het veld en waar je kunt netwerken. Hoe je dat laatste zou kunnen aanpakken, lees je in hoofdstuk 3.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
2.1 De film- en televisiewereld
Schrijven voor film
In het algemeen kun je met een idee voor een film het beste naar een regisseur (zie paragraaf 2.5), speelfilmproducent (zie paragraaf 2.6) of het Filmfonds (zie paragraaf 2.8) gaan. Bij het schrijven van een film krijg je vooral te maken met een regisseur en een producent. Bij het Filmfonds kun je ook te maken krijgen met een intendant; er is er één voor de commerciële en één voor de artistieke speelfilm. Speelfilms zijn vaak lange trajecten, zo kostte het acht jaar om Abeltje, De tweeling en Kruistocht in spijkerbroek te realiseren. 41
Fondsen
Voor de Publieke Omroep wordt veel televisiedrama ontwikkeld met steun van het Mediafonds, zie www.mediafonds. De meeste speelfilms worden met steun van het Filmfonds geproduceerd, zie www.filmfonds.nl. Meer informatie over de fondsen staat in paragraaf 2.8. Beide fondsen hebben digitale nieuwsbrieven, waarop je je kunt abonneren met informatie over subsidietoekenningen. Op hun sites kun je de beleidsplannen en jaarverslagen lezen, met overzichten van alle activiteiten en interviews met fondsmedewerkers. Het Mediafonds organiseert ook activiteiten op het gebied van kwaliteitsverbetering en talentontwikkeling, zoals de Media@Sandberg masterclass in samenwerking met het Sandberg Instituut (www.sandberg.nl). Nuttig om je vakkennis te vergroten en te netwerken. Beide fondsen organiseren ook (nieuwjaars)borrels, ideale gelegenheden om mensen uit de sector te ontmoeten. De fondsen hebben samen met de omroepen en het Binger Filmlab het Deltaplan Talent ontwikkeld. Stichting Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO-Fonds) is er voor financiële bijdragen aan coproducties, zie www.cobofonds.nl. Daarnaast initieert het CoBO-Fonds de ontwikkeling en productie van de T elefilm, onderdeel van het Deltaplan Talent. Het Rotterdams Fonds voor de Film en audiovisuele
Beroepsorganisaties
42 waar k om i k binnen ?
Voor een succesvolle start is het belangrijk te netwerken; relaties aan te knopen. Een volgende vraag is: waar vind je relaties? De eerste logische stap voor een startende scenarioschrijver is (aspirant)lid worden van de beroepsorganisatie: het Netwerk Scenarioschrijvers, zie www.netwerkscenario.nl. Als (aspirant)lid kun je op de website een ledenprofiel aanmaken. Het Netwerk organiseert regelmatig bijeenkomsten samen met andere beroepsorganisaties, ideale gelegenheden waar je collega schrijvers, regisseurs, dramaturgen en producenten kunt ontmoeten. Informatie over deze bijeenkomsten, lees je in de digitale nieuwsbrief van het Netwerk of op de website. Bij het Schrijfpaleis kunnen Netwerkleden op laagdrempelige wijze hun werk presenteren aan omroepen, producenten en theatermakers. Tevens is het Schrijfpaleis een plek waar je kennis kunt nemen van wat er in het veld speelt en is het een ideale ontmoetingsplaats voor schrijvers, dramaturgen, omroepen, regisseurs en producenten.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
media (RFF) levert facilitaire en financiële steun aan speelfilms, documentaires en tv-producties die geheel of gedeeltelijk in de regio Rotterdam worden geproduceerd, zie www.rff.rotterdam.nl. Het Lira Fonds verstrekt subsidies aan audio- en audiovisuele producties, zoals hoorspelen en – in beperkte mate – films. Het Lira Fonds richt zich niet zozeer op debutanten, maar op professionele auteurs, zie www.lira.nl. Een overzicht van binnenen buitenlandse fondsen vind je op www.filmfondsen.nl.
onafhankelijke televisieproducenten, zie www.otpnederland.nl. En Vedra (www.vedra.nl) is de vereniging voor dramaturgen. Op de websites van deze verenigingen kun je profielen van leden vinden en een agenda. Voor sommige bijeenkomsten moet je lid zijn, andere zijn openbaar.
43
De NFTVM, de Vereniging van Nieuwe Film- & TV-Makers, zie www.nftvm.nl, organiseert elke eerste maandag van de maand een avond in de Amsterdamse bioscoop het Ketelhuis. Hier kun je makers uit alle disciplines ontmoeten. Als je lid bent kun je op de website een profiel aanmaken. De NFTVM geeft jaarlijks een WHO-IS-WHO-boekje uit, met foto’s en gegevens van alle leden. De NFTVM organiseert ook jaarlijks de Dag van het TV- Idee, waar nieuwe televisiemakers hun tv-ideeën kunnen presenteren aan de publieke en commerciële omroepen en aan televisieproducenten. Dit pitchforum is een ideale gelegenheid om je dramaplan te presenteren en te netwerken. De NBF is de oudste belangenvereniging van film- en televisiemakers in Nederland, waarin vrijwel alle disciplines zijn vertegenwoordigd, zie www.nbf.nl. Het jaarboek van de NBF staat ook vol nuttige adressen van personen, bedrijven en organisaties die in de film- en televisiewereld opereren. Tot slot vertegenwoordigt de Federatie Filmbelangen verschillende (belangen)organisaties in de filmsector, zie www.filmbelangen.nl. Festivals
De belangenvereniging voor film- en televisieregisseurs is de Dutch Directors Guild (DDG), zie www.directorsguild.nl. De belangen van speelfilm- en documentaireproducenten worden behartigd door de Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten (NVS), zie www.speelfilmproducenten.nl. De vereniging van Onafhankelijke Televisie Producenten (OTP) is een samenwerkingsverband van een aantal middelgrote en grote
Festivals zijn ideale gelegenheden om collega-schrijvers, dramaturgen, regisseurs en producenten tegen te komen en aan te spreken. Belangrijkste ontmoetingsplaats is het jaarlijkse Nederlands Filmfestival in Utrecht, zie www.filmfestival.nl, waar de hele jaarproductie van de Nederlandse film wordt vertoond. Ga er heen en dompel je er een week onder; heel filmend Nederland loopt daar rond. Bezoek screenings, talkshows, borrels, inter-
Lira, Contractenbureau e n a g e n t e n
Zodra er werk van je uitgezonden gaat worden, is het belangrijk je aan te sluiten bij Stichting Lira. Lira beheert collectief auteursrechten van schrijvers in Nederland, zie www.lira.nl. Ter stimulering reikt Lira elke twee jaar de Lira scenarioprijs uit voor het beste televisiescenario, ook een ideale gelegenheid om te netwerken. Als je een contract wilt afsluiten met een opdrachtgever, kun je gratis advies krijgen van het Netwerk. Je kunt ook een advocaat of een agent nemen. Agenten onderhandelen niet alleen over contracten, ze begeleiden je ook bij je carrière. Wil je enkel iemand voor contractonderhandelingen, dan is het Contractenbureau zie www.contractenbureau.nl, een goedkopere optie. Om je aan te kunnen sluiten bij het Contractenbureau, moet je of lid zijn van het Netwerk of aangesloten zijn bij Lira. Vraag (meer ervaren) collega’s naar hun ervaringen. Over rechten en contracten kun je meer lezen in hoofdstuk 4.
44 waar k om i k binnen ?
Een ander groot festival is het Internationaal Filmfestival Rotterdam, zie www.filmfestivalrotterdam.com. Onderdeel van Rotterdam is de CineMart, een ontmoetingsplaats voor filmmakers en financiers. Verder zijn er gespecialiseerde festivals zoals Cinekid (www.cinekid.nl), het jaarlijkse festival voor de jeugd met een jaarlijks wisselend seminar voor scenaristen georganiseerd door het Netwerk, en het Holland Animation Film Festival (www.haff. nl) voor animatie. Voor een overzicht van alle festivals, ook voor internetfestivals, zie www.film-festivals.nl.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
views, meetings et cetera. Het Netwerk houdt er de Dag van het Scenario en een Schrijfpaleis de Luxe, ideale gelegenheden om te netwerken. Voor (beginnende) scenarioschrijvers is MakersvoorMakers, zie www.binger.nl, een aanrader om feedback op een project te krijgen van een onafhankelijke gerenommeerde vakgenoot.
Opleidingen en workshops
Vakopleidingen die filmmakers opleiden zijn de Nederlandse Film en Televisie Academie, de Rietveld Academie, de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, de Academie St. Joost en de Willem de Koningacademie. De opleidingen hebben jaarlijks viewings van hun afstudeerprojecten, een ideale gelegenheid om kennis te maken met nieuw talent. Daarnaast zijn er twee met overheidsgeld gefinancierde werkplaatsen actief in de sector: het Binger Filmlab en het Nederlands Instituut voor Animatiefilm (NIAf). Op het moment van schrijven is het Sectorinstituut Film in de maak, waarin diverse instellingen een plaats zullen krijgen. 45 Om je vakkennis te vergroten en ook om te netwerken, kun je workshops en lezingen volgen van bijvoorbeeld het Netwerk Scenarioschrijvers, www.netwerkscenario.nl, of andere brancheorganisaties en schrijfopleidingen. De Filmacademie heeft sinds 2008 een masteropleiding, zie www.filmacademie.nl. Het Binger Filmlab organiseert regelmatig korte en lange cursussen voor scenarioschrijvers en script-editors, zie www.binger.nl. Om op de hoogte te blijven kun je je abonneren op hun digitale nieuwsbrief. De MEDIA Desk Nederland is een opleidingsprogramma voor professionals uit de audiovisuele branche in Europa, zie www.mediadesk.nl, ook zij verspreiden een digitale nieuwsbrief. Het is mogelijk om een financiële bijdrage aan te vragen bij het Filmfonds voor het volgen van sommige van de opleidingen bij het Binger en de MEDIA Desk. Voor scenarioschrijvers zijn er daarnaast diverse particuliere opleidingen, zoals Scriptschool, zie www.scriptschool.nl, met een uitgebreid aanbod van korte en langere cursussen. Vraag deelnemers naar hun ervaringen. Als scenarioschrijver kun je ook aan de slag in het onderwijs. Kijk op www.beroepskunstenaarindeklas.nl voor informatie over de opleiding. Het is ook mogelijk om als creatieveling in
Wwik en Kunstenaars&C O
2.2 Je eerste meters maken Als je een idee hebt, probeer dan voor jezelf de vraag te beantwoorden: voor welk medium schrijf je het? Is het een idee voor film, televisie of internet? De volgende vraag is: naar wie stuur je je idee? En waar liggen kansen? De kans op realisatie wordt een stuk groter als het aansluit bij de behoefte van een regisseur, producent, omroep of fonds. Onderzoek dus wat hun eisen en wensen zijn. Je kunt je zoektocht beginnen op internet. Probeer er achter te komen wat ze willen. Kijk wat ze maken en onderzoek zo wat de ‘identiteit’ is van een regisseur, producent of omroep. Die identiteit is ook vaak gekoppeld aan een persoon. Dan helpt het om er achter te komen wie die persoon is. Voordat je aan het uitwerken van je idee begint, kan het handig zijn om te peilen of er interesse is. Doe navraag, een kort telefoontje
46 waar k om i k binnen ?
De Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK) is een regeling voor startende of al beroepsmatig werkende kunstenaars, waar ook (startende) scenarioschrijvers gebruik van kunnen maken. Voor meer informatie zie paragraaf 4.4. Als WWIK’er kom je bij Kunstenaars&CO terecht, zie www.kunstenaarsenco.nl. Op hun website www.beroepkunstenaar.nl kun je informatie vinden over het ondernemerschap van kunstenaars en de film- en televisiewereld. Bij Kunstenaars&CO kun je trainingen en opleidingsprogramma’s voor kunstenaars volgen. Het Netwerk organiseert in samenwerking met Kunstenaars&CO en de DDG de cursus ‘Regie over mijn beroepspraktijk’ voor scenarioschrijvers en regisseurs die hun beroepspraktijk willen professionaliseren en hun netwerk willen uitbreiden.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
het bedrijfsleven aan de slag te gaan. Creativity2business bemiddelt in creatieve oplossingen voor bedrijfsvraagstukken, zie www.creativity2business.nl.
kan genoeg zijn: “zouden jullie geïnteresseerd zijn in …?” Is het antwoord positief, dan kun je verder gaan met uitwerken en het idee opsturen. Gelezen worden
47
De volgende stap is dat je idee of script daadwerkelijk wordt gelezen. Probeer er achter te komen waar lezers op letten en wat ze willen lezen. Een scenisch treatment kan een producent helpen te bepalen hoe duur een productie wordt. Hoe kijkt een dramaturg naar een filmscript voor het Filmfonds? Brigitte Baake in Plot: “Eigenlijk beoordeel je met het script de belofte van de film. (…) Wat ik persoonlijk – niet als adviseur – van een film vraag, is dat hij me emotioneert. (…) Hoofd, hart en buik moeten bevredigd worden. Als dat lukt heb je een topfilm.” Burny Bos in Plot: “Bij een goed script moet je meegaan in wat je leest. En als dat goed is, wil je doorlezen en dan begint er iets. Pas in tweede instantie ga ik kijken naar structuur. Je moet gegrepen worden door de personages.” Afgezien van een goed idee, willen lezers ook vakkennis lezen; een goede structuur, levendige scènes, sprankelende dialoog, driedimensionale karakters et cetera. Waar letten juryleden op bij een wedstrijd? Voor elke wedstrijd is dat natuurlijk anders, maar om een idee te krijgen, kijk bijvoorbeeld naar een overzicht van de criteria voor de Prix Jeunesse International voor kindertelevisie, op www.prixjeunesse.de onder Festival/Judging Criteria. Meer over de presentatie van je idee kun je lezen in hoofdstuk 5. Een goed idee kan over alles gaan. Met vakkennis kun je elk diep gevoeld dilemma, hoe klein ook, in tekst vertalen. Vaak is het zinnig om context te creëren. Waarom ben je zo bevlogen, wat is je passie en urgentie? Als het goed is, wordt de noodzaak duidelijk vanuit het verhaal en de personages, maar het kan ook in een begeleidend schrijven. Dat hoeft niet lang te zijn, dat kan in een paar zinnen. Zorg verder voor de juiste lay-out, vorm, spelling en
Een eerste openbaar ma k i n g
De meest geëigende manieren om een eerste openbaarmaking te realiseren zijn: • Een goed script schrijven. • Aan ‘wedstrijden’ voor nieuw talent zoals KORT!, One night stand of Kind en kleur meedoen. • Aan een lopende serie meeschrijven. Een goed script of een goed idee is je beste visitekaartje. Je kunt op eigen initiatief een script voor een lopende serie schrijven, een schaduwscript (ook wel specscript genoemd) of een script naar een eigen idee om iets van je eigen stijl of toon te laten zien. Vervolgens kun je dat script opsturen naar de desbetreffende omroep of producent. Ook al wordt er met je script of idee niets gedaan, het kan toch iets opleveren, zoals een schrijfopdracht voor iets soortgelijks. Bedenk dat omroepen en producenten
48 waar k om i k binnen ?
Veel regisseurs, dramaturgen, producenten en productiehuizen zijn op zoek naar schrijvers met ideeën. Het helpt natuurlijk als je al een staat van dienst hebt, maar ook een afgeronde opleiding opent deuren. Je moet ook niet bang zijn om eens op iemand af te stappen. Vraag aan meer ervaren collega’s hoe zij begonnen zijn. Je zult een hoop tijd en moeite moeten investeren en uiteindelijk is het voor iedereen een individuele zoektocht. Tijs van Marle: “Ik ben vol enthousiasme aan alle wedstrijden gaan meedoen. Voor KORT! heeft dat nooit iets opgeleverd, maar voor de eerste serie One night stands werd ik twee (!) keer uitgekozen. Uiteindelijk is A u C igogne! ook echt gemaakt, en geregisseerd door Margien Rogaar die ik van de Filmacademie kende.”
wegwijzer voor scenarioschrijvers
grammatica. Als er eisen worden gesteld aan wat je moet inleveren, bijvoorbeeld bij een prijsvraag, zorg dan dat je dat aanlevert wat gevraagd wordt. Dat toont je professionaliteit. Respecteer deadlines of neem anders tijdig contact op.
vooral geïnteresseerd zijn in talent. Goede scripts worden misschien niet altijd in productie genomen, maar goede schrijvers worden bijna altijd opgemerkt.
2.3 Schrijven voor een talentontwikkelingsplan
49
Om filmtalent zo goed mogelijk te ontwikkelen, hebben fondsen, omroepen en Binger Filmlab de handen ineengeslagen en het Deltaplan Talent ontwikkeld. Er wordt benadrukt dat het Deltaplan geen voorgeschreven route is, maar een landschap met verschillende stromen waarin makers, afhankelijk van talent, temperament en voorkeur, zelf hun weg kunnen vinden. Als startend scenarioschrijver heb je jaarlijks bij het Deltaplan de meeste kans bij: • KORT!: tien korte films van maximaal 10 minuten, ook animatie. • One night stand: acht 50-minuten films. Deze projecten bieden de vrijheid om te experimenteren, stimuleren authenticiteit en oorspronkelijkheid. Deze projecten bieden jaarlijks nieuwe kansen. De deadlines en hoe je een project moet aanleveren kun je vinden op de sites van de fondsen. Voordat je zelf iets opstuurt, is het handig om naar al gerealiseerde eindproducten te kijken. Vraag collega’s naar hun ervaringen. Leg bijvoorbeeld een dossier aan met ideeën. Voor KORT! kan een aanvraag alleen worden ingediend door een ervaren, in Nederland gevestigde producent. Gevraagd wordt: • een scenario, • een synopsis van maximaal één pagina, • een logline, een samenvatting van de film in maximaal drie zinnen in het Nederlands, • een toelichting van regisseur en producent, • curriculum vitae makers,
Een goed idee of script is natuurlijk het belangrijkst, maar hoe meer je je project kunt optuigen, bijvoorbeeld samen met meer ervaren makers, hoe meer kans je maakt. Aan de andere kant zijn dit projecten die juist bedoeld zijn voor nieuw talent. Kijk naar de staat van dienst van de eerder geselecteerden. Ook al wordt het niet gevraagd, als schrijver is het ook zinnig om een (korte) toelichting te schrijven met daarin het waarom, jouw passie, noodzaak et cetera. De selectie van KORT! gebeurt op basis van uitgeschreven scenario’s, waarbij narratieve films, die op originele wijze het scenario verbeelden, de voorkeur hebben. Nadrukkelijk wordt ook gekeken naar de filmische potentie van het scenario en de creativiteit en durf van de maker(s). Een regievisie is daarom een vereiste.
50 waar k om i k binnen ?
Voor One night stand wordt gevraagd: • een synopsis, inclusief logline, van maximaal twee pagina’s, • een korte visie op regie om een beeld te geven van de persoonlijke stijl, • curriculum vitae van scenarist en regisseur, • eerder gerealiseerd werk (dvd/vhs), • een volledig ingevuld aanvraagformulier; te downloaden via cinema.nl/one-night-stand. Hier vind je ook de richtlijnen en voorwaarden.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
• eerder gerealiseerd werk (dvd/vhs), • een volledig ingevuld aanvraagformulier en begrotingsmodel; te vinden op www.cinema.nl/kortefilm.
gerealiseerd. Een eindexamenfilm telt ook mee als gerealiseerd werk. Als een beginnend scenarist met een ervaren regisseur indient, weegt de laatste zwaar mee bij de beoordeling. Als schrijver kun je ook zonder regisseur een project voor een One night stand inleveren, maar het is aan te bevelen om als duo iets in te dienen. Bij One night stand worden twee keer zoveel projecten ontwikkeld als gemaakt, maar ook als je de volgende ronde niet haalt, heb je toch de mogelijkheid gehad om betaald en onder begeleiding een scenario te ontwikkelen. Zie ook www.cinema.nl/one-night-stand/artikelen en www.omroep-vara.nl/ One-Night-Stand. 51 Daarnaast biedt het Deltaplan Talent jaarlijks kansen aan scenario-schrijvers (nieuw en bewezen talent) met: 1 Artistieke speelfilm: zes artistieke lange speelfilms, waarvan één voor nieuw talent – De oversteek (eerste of tweede film) – en drie voor bewezen toptalent (tweede of derde film). 2 Cinema Junior: één kwaliteitsfilm voor jeugd (voor bewezen talent). 3 Telefilm: zes films gericht op breed publiek (voor bewezen talent). Ook De oversteek biedt een beginnend scenarioschrijver kansen. Maar meer nog dan bij de twee voorgaande projecten, zul je je project moeten optuigen, gezien de staat van dienst van de eerder geselecteerden. Eerder gerealiseerd werk wordt meegewogen. K ind en kleur
One night stand richt zich op ‘nieuwe’ regisseurs in combinatie met zowel meer als minder ervaren schrijvers. Van regisseurs wordt, naast een relevante opleiding, verlangd dat zij minimaal één gerealiseerde (korte) fictiefilm op hun naam hebben staan. Van scenaristen moet tenminste één drama- of filmscenario zijn
Kind en kleur is een project van het Mediafonds. Aan dit project werken Z@pp en de publieke omroepen mee. Het is een opleidingstraject gericht op verhalen die zijn geworteld in de multiculturele samenleving. Scenarioschrijvers worden getraind en begeleid bij het schrijven van een scenario voor een kort
Voor een lopende serie schrijven betekent werken in een bestaand format of sjabloon. Maar ook binnen die beperkingen moet het mogelijk zijn om ‘jouw’ verhaal te vertellen. Solliciteer bij een serie waar je affiniteit mee hebt, waar je zelf graag naar kijkt; dat maakt het als het goed is een stuk makkelijker. Bedenk ook: als je voor een opdrachtgever gaat schrijven, ben je dan wel in staat te voldoen aan die opdracht? Wil je dat eigenlijk wel? Vraag collega’s naar hun ervaringen. De grootste opdrachtgevers voor scenarioschrijvers zijn de producenten van dagelijkse series. Deze series, ook de regiosoaps, bieden beginnende schrijvers een kans. Marc Linssen, creatief hoofd van ScriptStudio (Endemol), waar de scripts van onder andere G tst, Onderweg naar Morgen en Julia’ s Tango worden geschreven: “We zijn altijd op zoek naar schrijvers. Werk opsturen is prima en als ik iets lees wat goed is, nodig ik iemand sneller uit. Je moet affiniteit met het genre hebben, het kennen en snappen. Nieuwelingen beginnen met dialogen schrijven. Ze hebben zeker acht schaduwscripts nodig om het in de vingers te krijgen en betaald aan de slag te gaan. We zijn een opleidingsinstituut, bij ons kun je heel veel meters maken, wat van cruciaal
52 waar k om i k binnen ?
2.4 Schrijven voor een lopende televisieserie
wegwijzer voor scenarioschrijvers
jeugddrama. Het is bedoeld voor schrijvers die goed thuis zijn in Nederland, maar zich – bijvoorbeeld door eigen ervaring – ook kunnen verplaatsen in de belevingswereld van kinderen met een andere culturele achtergrond. K ind en kleur heeft inmiddels vijf edities achter de rug en er zijn ruim dertig scripts daadwerkelijk geproduceerd, of in productie. Voor een beginnend scenarioschrijver een ideale gelegenheid om een script voor jeugddrama te ontwikkelen onder begeleiding van professionals en tevens een kans op een daadwerkelijke productie en vertoning.
53
belang is voor een schrijver. Je ziet heel snel terug wat je hebt geschreven en daar word je het snelst beter van.” Het is aan te raden ook hier eerst weer voorwerk te doen. Kijk afleveringen, het liefst meerdere malen, en analyseer hoe een aflevering geschreven is. Wie zijn de hoofdpersonen? Wat voor verhalen worden er verteld? Hoeveel verschillende verhaallijnen bevat een aflevering? Hoe wordt een verhaallijn opgebouwd? Hoeveel wendingen zijn er? Analyseer vervolgens je eigen idee. Is jouw idee consistent met de toon van de serie? Gaat je verhaal over een hoofdpersonage van de serie, in plaats van over een ‘nieuw’ voor je verhaal geïntroduceerd personage? Is je verhaal origineel of heeft het een originele twist? Bij het verder uitwerken is het handig om ook aan de productieomstandigheden te denken. Wat zijn de mogelijkheden? Is het je duidelijk hoe ‘duur’ of ‘goedkoop’ je moet schrijven? Zeker bij dagelijkse series wordt er veel en vaak in teamverband geschreven. Maar ook voor wekelijkse langlopende series wordt er steeds meer volgens het systeem van een writersroom gewerkt; gezamenlijk aan ideeën werken voor afleveringen. Het gaat er om als schrijver bij een team te komen waarin je ‘past’. Vraag ook hier collega’s naar hun ervaringen. Bij het schrijven voor een lopende serie, hebben veel mensen iets over je werk te zeggen. Lopende series stellen aan (nieuwe) schrijvers heel concrete eisen. De makers weten immers wat goed voor hun serie is. Je moet goed begrijpen waarom dingen zijn zoals ze zijn; over het algemeen is daar wel een reden voor. De paradox is dat je iets moet toevoegen wat authentiek is, binnen de grenzen die gesteld worden door de leidinggevende – dat kan de hoofdschrijver, creatief producent of eindredacteur zijn. Uiteindelijk moet je ze kunnen geven wat zij willen, hun suggesties overnemen en er tegen kunnen dat je af en toe herschreven zult worden.
De meeste regisseurs zijn altijd op zoek naar goede en nieuwe ideeën; ook als beginnend scenarioschrijver kun je dus met je idee naar ze toe stappen. Ook hier is het weer zinnig om voorwerk te doen. Voor een overzicht van regisseurs en hun werk kun je www.directorsguild.nl, www.nftvm.nl en www.filmstart.nl raadplegen. Kijk ook in de overzichten van de fondsen wie wat en met wie doet. Vraag collega’s naar hun ervaringen met regisseurs. Als (aspirant)lid van het Netwerk kun je een bericht plaatsen, dat je bijvoorbeeld een regisseur zoekt, op het prikbord van www.netwerkscenario.nl.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
2.5 Regisseurs
54
Het ontwikkelen van een scenario voor een speelfilm, korte film of een One night stand in samenwerking met de regisseur is in principe ideaal. Hij of zij kan je dan nog tijdens het schrijven voeden met ideeën over de stijl van vertellen en het in beeld brengen, over de toon en karakterisering van de hoofdpersonages. Zo krijg je als schrijver direct feedback van degene die uiteindelijk met je scenario aan de slag gaat. Dat kan soms ook lastig zijn, omdat je met de regisseur in een niet geheel gelijke verhouding staat. In de praktijk heeft de regisseur het laatste woord in de uiteindelijke scriptbeslissingen, omdat hij of zij met het script op de set zal staan.
waar k om i k binnen ?
Bedenk voordat je iets opstuurt: welke regisseur past het best bij mijn idee? Ga vooral op zoek naar een regisseur met wie het ‘klikt’, met wie je graag wil samenwerken. Een idee kan van beiden komen, daar moet je als schrijver ook open voor staan. Vervolgens ga je dat idee uitwerken. In die fase is het ontzettend belangrijk dat de scenarist en de regisseur heel nauw met elkaar samenwerken. Het is de kunst om op elkaars golflengte te komen. Daar gaat meestal veel tijd in zitten, maar als het lukt, zie je dat vaak ook aan het eindresultaat.
De samenwerking verloopt vaak goed als zij gebaseerd is op wederzijds respect voor elkaars ideeën en inbreng, vertrouwen en een open houding. En als de regisseur je duidelijk kan maken waarom hij of zij dingen anders wil dan jij hebt geschreven. Soms moet je als schrijver juist aan de bel trekken, bijvoorbeeld als de regisseur niet weet wat hij of zij wil, of daar pas na tien versies achterkomt.
55
Tijdens het werken in de driehoek scenarioschrijver-producentregisseur, is het belangrijk om te weten met wie en voor wie je schrijft. Wie beoordeelt je scenario en aan wie moet je verantwoording afleggen?
2.6 Producenten en productiehuizen De meeste producenten of productiehuizen zijn steeds op zoek naar goede en nieuwe ideeën. Ook als beginnend scenarioschrijver kun je dus met je idee naar ze toe stappen. Voor een overzicht van producenten zie www.speelfilmproducenten.nl, www.otpnederland.nl, www.nftvm.nl en www.filmstart.nl. Zo kun je zien wat ze gerealiseerd hebben en waarin ze gespecialiseerd zijn. Vraag aan collega’s naar hun ervaringen met producenten en productiehuizen. Om een idee te krijgen wat het producentenvak inhoudt, kun je De filmproducent, Handboek voor de praktijk van Carolien Kroon & Stinette Bosklopper lezen. Of download de NVS-brochure van hun website: Speelfilm in Nederland: Over de exploitatie van films en de auteursrechtelijke positie van de producent. Rob Arends (NFTA) in Plot: “Filmmaken is altijd een combinatie van een aantal factoren: wie past bij welk script? Welke acteurs? Welke regisseur? De producent moet de omstandigheden creëren waarin de verschillende disciplines zo goed mogelijk tot hun recht komen. Die keuzes zijn van levensbelang.”
Hoe moet je een producent benaderen? Frans van Gestel (IDTV Film) in Plot: “Per mail of telefoon met een synopsis of ander document waaruit de potentie van het plan blijkt en liefst in een vroeg stadium van ontwikkeling.” Producenten gaan met je in zee als je plan ze persoonlijk aanspreekt, als er noodzaak uit je plan spreekt, als het kwaliteit heeft en als ze het idee hebben dat ze constructief met je kunnen samenwerken. Ook moet een plan passen in hun planning en moeten het budget en de financiering
56 waar k om i k binnen ?
In de beginfase kun je als schrijver de uitwerking tot een succesvol eindproduct niet garanderen. De meeste producenten willen of kunnen het zich niet permitteren een financieel risico te lopen; zij weten ook niet zeker of het eindresultaat een succes wordt. Maar je idee vertegenwoordigt wel een zekere waarde. Daarom proberen ze soms de (schrijf)prestatie en het eigendom van het idee, te scheiden. Houd dit in je achterhoofd en wees voorzichtig met het overdragen van je rechten, zie ook hoofdstuk 4.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Met wie je als schrijver in zee gaat, is erg belangrijk. Neem niet de ‘makkelijkste’ weg door naar bekenden of grote namen te stappen, maar ga op zoek naar een producent met wie het ‘klikt’, iemand die dezelfde film of tv-serie wil maken als jij. Besef wel, zodra je voor een producent hebt gekozen, zit je er aan vast. Met een producent kun je je plan niet meer in volledige vrijheid ontwikkelen. Aan de andere kant kan een producent je ook tijdens het schrijven voeden met zijn of haar ideeën. Het liefst stappen producenten er zo vroeg mogelijk in, als er sprake is van een idee of synopsis. Realiseer je dat een producent vaak maar één belang heeft: het maken van films of tv-producties. Alleen met produceren kan hij of zij geld verdienen. Producent Michiel de Rooy in Plot: “Vaak dwingen financiële omstandigheden producenten om vrijwel meteen als de financiering rond is te gaan produceren. Dit is jammer. Een beter uitgewerkt script leidt altijd tot een betere film.”
57
realistisch zijn. Is het onder te brengen bij een omroep? Krijg je een fonds mee? Ook kijken ze naar je cv; wat heb je gedaan, wat is er eerder van jou als schrijver gerealiseerd? Reinier Selen (Rinkel Films) in Plot: “Je moet wat zien in het plan, je moet een persoonlijke klik hebben met mensen, en als je iemand nog niet kent, moet de inschatting die je hebt van zijn talent passen bij het plan. Een scenarioschrijver moet een realistische inschatting hebben van de grootte van het plan in relatie tot zijn trackrecord. Er zijn schrijvers die misschien wel een geniaal plan hebben, maar nog nooit eerder iets van hun hand hebben zien verfilmd, terwijl de film misschien tien miljoen euro gaat kosten. Dan heeft het vaak niet eens zin om er over te praten, tenzij de schrijver bereid is om zijn zelfstandigheid op te geven en samenwerking met een andere schrijver te zoeken.”
2.7 Omroepen Bij de commerciële omroepen is de programmaleider vaak verantwoordelijk voor de dramaproducties en wordt de ontwikkeling van dramaproducties uitbesteed aan producenten of productiehuizen (paragraaf 2.6). De Publieke Omroep wordt sinds een paar jaar centraal aangestuurd. Elke omroep, ieder autonoom en met de eigen identiteit, zendt in principe uit op alle netten. Globaal is Nederland 1 bedoeld voor een breed publiek, Nederland 2 informeert en vereist enige aandacht van de kijker en Nederland 3 is voor jongeren en experimenten. Op www.beroepkunstenaar.nl vind je een overzicht van de publieke omroepen en hun drama-afdelingen en commerciële omroepen. Op de websites van de omroepen vind je informatie over hun identiteit en hun programma’s. Op de sites van de regionale omroepen vind je informatie over regiodrama, zie www.roosrtv.nl, de site van hun koepelorganisatie. Voor een overzicht van alle omroepen, ook de commerciële, zie www.televisie-links.nl. Vraag aan collega’s naar hun ervaringen.
Simone van den Ende, eindredacteur drama van de AVRO in Plot: “We krijgen voortdurend scripts opgestuurd van productiehuizen en schrijvers. Die lezen we en dan kijken we wat we willen én kunnen ontwikkelen. Vervolgens kijken we of er ook daadwerkelijk plek vrij is op het net, omdat we met vele omroepen zijn en er slechts beperkt geld en uitzendslots beschikbaar zijn. Er wordt ook gekeken naar wie al een lopende serie heeft en wie er aan de beurt is om een grote serie of komedie te maken. Ik adviseer mensen als ze bellen of mailen, om het script op te sturen. Wij lezen het, kijken of het geschikt is voor de AVRO en of het
58 waar k om i k binnen ?
De omroepen kunnen intekenen op deze slots en vervolgens gaan zij brainstormen met schrijvers, regisseurs en productiehuizen over ideeën. Deze plannen worden verder uitgewerkt in treatments en scripts. Uiteindelijk pitchen alle omroepen hun plannen aan de netcoördinatoren, die vervolgens een keuze maken. Het kan voorkomen dat zowel de omroep als het net een ontwikkelingsbedrag investeren. Hedwig Agterbos, dramaturg bij Idtv Film in Plot: “We hebben in drie maanden tijd een dramaserie voor Nederland 1 ontwikkeld die meer dan een miljoen kijkers moet trekken. Er moest liggen: een scenario, vier synopsissen, een karakterdossier en we hebben een pilot gemaakt. Je moet heel wat investeren voor je groen licht krijgt. De netcoördinator kan kiezen uit vier pitches.”
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Hoe krijg je je drama-idee op televisie bij de Publieke Omroep? Voorafgaand aan ieder televisieseizoen komen de netcoördinatoren met een gedetailleerd schema met omschrijvingen van programma’s waarvoor geld beschikbaar is, zogenaamde slots. In een slotomschrijving staat het soort programma, waar en wanneer het zal worden uitgezonden, en voor welke doelgroep het bedoeld is. Voor drama bepaalt de netcoördinator vooraf het format en het genre, komedie of drama, de lengte van het programma en hoeveel kijkers het moet trekken.
59
kwaliteit heeft; daarna kijken we of er behoefte en plek is bij de verschillende netten.” Wat zijn de kansen voor beginnende scenarioschrijvers om hun eigen idee gerealiseerd te krijgen? Agterbos: “Je moet in eerste instantie toch wel veel meters maken. Ga eerst meeschrijven aan andere series, ervaring opdoen, wil je een lange serie kunnen dragen. Het is echt iets anders dan een KORT! of een One night stand .” Van den Ende is het daarmee eens. “Op onze serie W e gaan nog niet naar huis , geproduceerd door Endemol – zetten we naast een paar senior schrijvers ook een aantal junior schrijvers. Dan lezen wij de scripts en dat wordt dan teruggekoppeld naar die schrijvers.” Agterbos: “Met onbekende schrijvers moeten we meer uit de kast trekken. Zonder producent kan een schrijver niet veel meer, omdat omroepen geen eigen potje meer hebben voor ontwikkeling.” Eindredacteuren drama Gemma Derksen (NCRV) en Brigitte Baake (KRO) in Plot: “Een afdeling Drama die een goed product wil leveren, heeft creatieve en talentvolle schrijvers hard nodig. Het is vooral belangrijk om in het begin van een samenwerking ervoor te zorgen dat alle neuzen dezelfde kant uitstaan. Als er sprake is van twee verschillende verhalen, moet dat worden opgelost, óf de wegen scheiden zich. Drama blijft teamwork. (…) Een project dat ongevraagd binnenkomt, kan afgewezen worden op grond van gebrek aan kwaliteit, maar het kan ook zijn dat het niet binnen het beleid van de omroep past, of om andere redenen niet haalbaar is. (…) Door dit voor schrijvers ondoorzichtige krachtenveld ontstaan wel eens verkeerde verwachtingen. Als beginnende schrijver met een onervaren regisseur en onbekende producent maak je bijvoorbeeld niet zoveel kans in een project als de T elefilm.”
Voor actuele informatie over nieuwe of gewijzigde regelingen en de volledige voorwaarden, zie www.filmfonds.nl. Als je vragen hebt, kun je het fonds bellen. Hieronder een beknopt overzicht van de mogelijkheden voor een scenarioschrijver om subsidie te verkrijgen, met twee aantekeningen. Je kunt een project niet tegelijkertijd bij verschillende loketten indienen. Daarnaast worden intendanten voor twee jaar aangesteld en elke intendant geeft daar een andere invulling aan; criteria kunnen dus veranderen. 1 Ontwikkeling speelfilm v i a d e c o m m e rc i e e l i n t e n d a n t
De scenario- en/of treatmentontwikkelingsbijdrage kan alleen worden aangevraagd door een team van producent-regisseurscenarist. De producent of regisseur kan ook (co)scenarist zijn. Als de producent en/of regisseur en/of scenarist betrokken is geweest bij succesvolle films, is dat een pre.
60 waar k om i k binnen ?
Het Nederlands Fonds voor de Film De missie van het Filmfonds is: • het stimuleren van de filmproductie in Nederland, met nadruk op kwaliteit en diversiteit; • het bevorderen van een goed klimaat voor de Nederlandse filmcultuur. Het fonds geeft filmmakers financiële steun bij het ontwikkelen, realiseren en distribueren van films. Het is betrokken bij de totstandkoming van lange speelfilms, documentaire films, experimentele films, korte films en animatiefilms. Daarnaast geeft het fonds geld voor bijzondere activiteiten op filmgebied, zoals het Schrijfpaleis en de Dag van het Scenario van het Netwerk. In 2009 bedraagt het subsidiebudget voor activiteiten van het fonds ruim vierendertig miljoen euro.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
2.8 Fondsen
Wat wordt in 2009 gevraagd? • Beschrijf in maximaal 250 woorden het concept van de film en waarom dit tot een commercieel succes zal leiden. • Beschrijf de film in maximaal 50 woorden (logline), beschrijf het genre en je primaire publieksdoelgroep(en) voor de bioscoop. • Beschrijf het verhaal in maximaal 500 woorden. • Indien aanwezig: een (mini) treatment of scenario. • Curriculum vitae. 2 Ontwikkeling speelfilm via de ar tistiek intendant
61
Alleen makers met aantoonbare speelfilmervaring kunnen een project indienen. Er worden alleen projecten geselecteerd waar een regisseur zich aan heeft gecommitteerd. Voor een treatmentbijdrage hebben de makers geen producent nodig. Indien gewenst kan de intendant in een volgende fase de makers helpen met het zoeken naar een geschikte producent. Wat wordt in 2009 gevraagd? • In maximaal 2500 woorden: de grove contouren van de beoogde film schetsen én – heel belangrijk – de persoonlijke motivatie van de makers verwoorden. • Beeldmateriaal, indien relevant. • Curriculum vitae. 3 Ontwikkeling speelfilm via de commissie
Alleen producenten kunnen aanvragen. Debuterende scenarioschrijvers of regisseurs wordt aangeraden om een aanvraag in te dienen in combinatie met een ervaren producent en omgekeerd. Een project moet voldoen aan het uitgangspunt van de Uitvoeringsregeling Lange Speelfilm, zie www.filmfonds.nl. Daarna verricht het fonds een artistiek-inhoudelijke toets op grond van drie criteria: • De originaliteit en authenticiteit van de film (kwaliteit film). • De soliditeit en uitvoerbaarheid van het filmplan, zoals de visie
4 Onderzoek en Ontwik k e l i n g ( O & O )
Het Filmfonds steunt projecten voor film en nieuwe media die: • experimenteren en/of grenzen verleggen; • de relatie tussen film en andere kunstdisciplines en/of nieuwe media onderzoeken. Aanvragen kun je zonder producent. De aanvrager moet wel aantoonbare, relevante ervaring hebben in de professionele filmpraktijk, professionele televisiepraktijk, media of beeldende kunst óf een opleiding in die richting hebben gevolgd. En de aanvrager moet tenminste twee jaar in Nederland zijn gevestigd. Wanneer de totale productiekosten 25.000 euro of meer bedragen, moet er worden samengewerkt met een ervaren producent of moet de aanvrager zelf genoeg aantoonbare productie-ervaring hebben. Bij twijfel kun je overleggen met een fondsmedewerker.
62 waar k om i k binnen ?
Scenario-ontwikkeling bij de commissies Speelfilm of Jeugd is mogelijk voor alle stadia van ontwikkeling van een speelfilm: van de uitwerking van een synopsis of treatment, tot het herschrijven van een scenario. Het fonds onderscheidt ‘ervaren’ en ‘niet-ervaren’ scenaristen. Een ervaren scenarist heeft als hoofdscenarist minimaal één geproduceerde speelfilm of twee geproduceerde televisieproducties van minimaal vijftig minuten geschreven. Het is mogelijk voor een onervaren scenarist om een bijdrage aan te vragen voor scriptcoaching door een ervaren Nederlandse dramaturg, scripteditor of ervaren scenarist.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
van de regisseur, de visualisering en de kunstzinnige (artistieke) potentie en/of de potentie om een breed publiek te bereiken door de toegankelijkheid. • De staat van dienst en het vakmanschap van de makers (hoeveelheid films, successen).
Criteria waarop beoordeeld wordt zijn: • kwaliteit en inzichtelijkheid van het plan; • artistieke potentie; • onderzoekend en/of grensverleggend karakter. Toepassing van alle huidige beschikbare beelddragers is toegestaan, mits het eindresultaat geschikt is voor vertoning aan een publiek: in bioscopen of filmtheaters, in musea of galeries of via cd-rom of internet. Het gebruik van technisch innovatieve middelen moet geen doel op zich zijn, maar moet worden aangewend om tot een andere vorm of inhoud te komen. 63
5 Vrijplaats schrijftalent
In het kader van talentontwikkeling introduceert het Filmfonds de nieuwe regeling Vrijplaats schrijftalent. Voor schrijvers die reeds twee scenario’s hebben geschreven van gerealiseerde speelfilms. Mediafonds Het Mediafonds bevordert de ontwikkeling en productie van artistiek hoogwaardige programma’s van de publieke landelijke en regionale omroep. Het fonds verstrekt subsidies voor radio- en televisieprogramma’s op de volgende terreinen: drama, documentaire, speelfilm, jeugd, nieuwe media en podiumkunsten. Het fonds stimuleert ook nieuwe genres, zoals videoclips en games. In 2008 werd voor ruim 16 miljoen aan subsidies verstrekt. Het Mediafonds subsidieert het Schrijfpaleis van het Netwerk. Subsidiecriteria
Het Mediafonds verstrekt subsidies voor de ontwikkeling en/of productie van radio- en televisieprogramma’s en programmamateriaal (e-cultuur) ten behoeve van de landelijke en regionale publieke omroepen. Het moet gaan om culturele producties die niet alleen bijzonder zijn, maar ook van hoogwaardig artistiek gehalte en overwegend van Nederlandse origine. Voor de regio worden alleen ontwikkelingssubsidies verstrekt en moet er een
Ontwikkelingssubsidie v o o r t e l e v i s i e - e n r a d i o d r a m a
Wat vraagt het Mediafonds bij een ontwikkelingssubsidie voor radio- en televisiedrama van een scenarioschrijver? • Voor een single play: de synopsis, het treatment, een beschrijving van de belangrijkste personages en van de toon en sfeer, en proeven van dialogen van ten minste twee scènes. • Voor een lange tv- of radiodramaserie: synopsissen en treatments van alle afleveringen, proeven van dialogen van ten minste twee scènes, (eerste) versies van al geschreven afleveringen (indien aanwezig) en beschrijvingen van de belangrijkste personages en van de toon en sfeer. • Een toelichting van de schrijver en (indien bekend) beoogd regisseur met betrekking tot de visie op het scenario, het genre,
64 waar k om i k binnen ?
Voor scenarioschrijvers is de ontwikkelingssubsidie interessant. De ontwikkelingssubsidie kan ook worden aangevraagd door derden, mits deze een verklaring van een publieke omroeporganisatie kunnen overleggen waaruit blijkt dat deze het verzoek steunt. Derden zijn vaak producenten en productiehuizen, maar het kan ook gaan om een scenarioschrijver alleen of in combinatie met een regisseur, mits een omroep de aanvraag steunt. De aanvraag wordt beoordeeld op de artistieke kwaliteit van het plan. Daarbij is het auteurschap van de maker van belang: wat is de persoonlijke visie van de maker op zijn onderwerp? Eerder werk wordt meegewogen, er wordt veel belang gehecht aan de vraag ‘waarom deze scenarist bij dit plan’ en aan een goed uitgewerkt werkplan. De ontwikkelingssubsidie wordt verstrekt voor het schrijven van scenario’s voor radio- en televisiedramaseries en single plays, en voor speelfilms alleen in het kader van het Deltaplan Talent, zie paragraaf 2.3.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
zeker regionaal belang zijn. Voor actuele informatie over nieuwe of gewijzigde regelingen en de volledige voorwaarden, zie www.mediafonds.nl. Als je vragen hebt, kun je het fonds bellen.
65
de te kiezen cinematografische vorm en structuur, de ideeën over de casting van de belangrijkste rollen en de visie op de belangrijkste personages. Het is belangrijk dat uit de toelichting blijkt waarom het beoogde programma bijzonder is en van hoogwaardige artistiek kwaliteit. • Een cv van de makers. • Voor schrijvers van wie nog niet eerder scenario’s zijn gerealiseerd, een motivatie van de aanvrager voor de keuze van deze auteur. • Gegevens met betrekking tot de gewenste dramaturgische begeleiding. • Een werkplan. • Indien tevens subsidie voor research wordt gevraagd: een omschrijving van de aard van de research en te raadplegen deskundigen en een schatting van de daarmee gemoeide tijd in weken/dagen. • Eén of maximaal twee dvd’s van eerder gerealiseerde producties met een toelichting van de maker(s) ten aanzien van de vraag in hoeverre deze representatief zijn voor het project waarvoor subsidie wordt gevraagd. • Indien het een adaptatie van een bestaand werk betreft: bewijsstukken met betrekking tot (optie-)rechten. Afwijzingen
Bij een afwijzing van een fonds is het advies op papier een samenvatting van een lange discussie. Je kunt altijd een gesprek aanvragen. Je leert ervan en je hebt recht op een toelichting of om zelf een toelichting te geven. De beoordelaars kunnen het niet gesnapt hebben, misschien staan sommige gedachten niet goed in het verhaal. Je kunt niet verwachten dat de lezer begrijpt wat je allemaal in je hoofd hebt. Soms kun je dan wel de passie en fascinatie duidelijk maken. Als je bij het Deltaplan Talent niet bent uitgekozen, volgt er geen gesprek. Dit geldt namelijk formeel niet als afwijzing.
In de deze paragraaf volgt een overzicht van andere terreinen waar (beginnende) scenarioschrijvers ervaring op kunnen doen. Animatie
Geanimeerde gesprekken van Hans Walther en uitgegeven door het NIAf, geeft een aardig beeld van de Nederlandse animatiewereld. Basics Animation: Scriptwriting van Paul Wells en How to write for animation van Jeffrey Scott zijn gespecialiseerde boeken over schrijven voor animatie. Games
In de gamesindustrie gaat wereldwijd tegenwoordig meer geld om dan in de filmindustrie. Het begon allemaal met simpele spelletjes als Pong en Pac-man, maar inmiddels komen er heuse interactieve speelfilms op de markt zoals Heavy rain van Quantic Dream; de taal van de cinema is de games ingeslopen en vice versa. Games zijn verhalender en realistischer geworden. Bovendien zijn gamers niet alleen meer kinderen en tieners, de gemiddelde leeftijd van een gamer is vijfendertig. De gamesindustrie zoekt naar een ‘uitgebreidere’ game-ervaring; meer variatie in
66 waar k om i k binnen ?
Animatiefilms worden steeds populairder en ook in Nederland groeit deze sector. Het Filmfonds, www.filmfonds.nl, en het Mediafonds, www.mediafonds.nl, stimuleren en subsidiëren animatiefilms; voor KORT! kun je ook een plan voor een animatiefilm inleveren. Kijk op www.filmstart.nl, www.animatiestudios.nl, www.niaf.nl van het Nederlands Instituut voor Animatie Film en www.vnap.nl van de Vereniging Nederlandse Animatie Producenten. Het Holland Animation Film Festival is een ideale gelegenheid om de Nederlandse animatiewereld te verkennen en om te netwerken, zie www.haff.nl. Sinds 2007 wordt het KLIK!-festival, het Amsterdam Animation Festival, georganiseerd. Dit groeit nog ieder jaar, zie www.klikamsterdam.nl.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
2.9 Van animatie tot videoclips
wat je kunt doen, een meer filmische ervaring, complexere verhaallijnen et cetera.
67
Het Nederlandse aandeel is nog relatief klein, maar ook hier groeit de gamesindustrie als kool en Nederlandse games staan internationaal hoog aangeschreven. Een van de bekendste games wereldwijd is de shooter Killzone van Amsterdamse Guerrilla Games, zie www.guerrilla-games.com. Nederland is vooral groot in kleine internetgames, educatieve spellen (zoals www.ijsfontein.nl, www.ranj.nl en www.blob.hku.nl) en artistieke spellen, of ‘indie’ titels. Dat laatste betekent dat de ontwikkelaar eigen baas is en niet vast zit aan een grote publisher of platform. Scholen met aan game gerelateerde opleidingen zijn onder andere de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, de NHTV internationaal hoger onderwijs Breda, de Hogeschool van Amsterdam, de Hogeschool Utrecht en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. De NVPI is de branchevereniging van de entertainmentindustrie, zie www.nvpi.nl. De Dutch Games Association is de parapluorganisatie van de gamessector in Nederland, zie www. dutchgamesassociation.nl. De Dutch Game Directory geeft een overzicht van aan games gerelateerde Nederlandse bedrijven, zie www.dutchgamesdirectory.nl. De Dutch Game Garden is een Nederlandse stichting die de Nederlandse gamesindustrie helpt groeien op nationaal en internationaal niveau. Dutch Game Garden richt zich op de gehele keten binnen de gamesindustrie: studenten, starters en bestaande bedrijvigheid. Daarvoor heeft de stichting verschillende middelen gecreëerd: Developers club, Game Company Incubator en Business Center gevestigd in Utrecht, zie www.dutchgamegarden.nl. Control is een tijdschrift over gamesontwikkeling, zie www.control-online.nl. Je kunt je abonneren op hun digitale nieuwsbrief.
I nter net
Internet is een podium geworden voor allerlei vormen van audiovisuele content, vaak (ultra)korte films van amateurs en (semi-) professionals, zie bijvoorbeeld Youtube. Het Nederlands Online Film Festival (NOFF) is het virtuele festival waar korte films (tot
68 waar k om i k binnen ?
Sinds november 2008 is het Gamefonds van start gegaan, bedoeld om de artistieke kwaliteit van games te bevorderen. Het Gamefonds, een initiatief van het Mediafonds en Fonds BKVB (Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst), geeft een impuls aan de ontwikkeling van artistieke games. Kunstenaars, vormgevers en animatoren kunnen samen met een game-ontwikkelaar of met een culturele instelling een plan voor een game indienen, zie www.gamefonds.nl. Voorbeelden van games met artistieke kenmerken zijn: www.littlebigplanet.com, www.globalconflicts.eu en www.tale-of-tales.com/TheGraveyard.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Een Nederlandse community is www.game-maker.nl waarop je games en tools voor games (voor beginners) kunt vinden. Www.gamasutra.com is een internationale site over gamesontwikkeling. De site van een non-profit organisatie in de electronic art scene is www.scene.org. Het Festival of Games in Utrecht is een van de grootste gamefestivals in Europa, een ideale plaats om de gameswereld te verkennen en te netwerken, zie www.festivalofgames.nl. Game in the City is een event dat inzicht geeft in de zakelijke kant van de gamesindustrie met de uitreiking van de Dutch Game Awards, zie www.gameinthecity.nl. Het cross-media festival Picnic wordt jaarlijks in de Amsterdamse Westergasfabriek georganiseerd, zie www.picnicnetwork.org. Het Playgrounds Festival bestrijkt digitale en audiovisuele kunstvormen en wordt jaarlijks in Tilburg georganiseerd, zie www.playgroundsfestival.nl. Een boek over vooral de businesskant van de gamessector is De game-industrie van Skylla Janssen & Micha van der Meer.
tien minuten) in de categorieën drama, documentaire, experimenteel en animatie vertoond worden, zie www.filmfestival. nl/noff. Al bijna twee jaar werkt Holland Doc intensief samen met de One Minutes Stichting, filmpjes van precies 1 minuut, zie www.theoneminutes.nl. DepicT! is een internationaal korte film competitie voor superkorte films van minder dan 90 seconden, zie www.depict.org. Of kijk op www.filmbanktv.nl naar Nederlandse experimentele films. Mobiele telefoon
69
De mobiele telefoon wordt ook een podium voor allerlei vormen van audiovisuele content. De NPS heeft talentvolle filmmakers een korte film laten maken voor de mobiele telefoon, de zogenaamde ‘Micromovies’, zie www.cinema.nl/nps-korte-film/ artikelen/3174610/nps-micromovies-korte-films-voor-demobiele-telefoon. De Micromovies zijn met steun van het Mediafonds tot stand gekomen. Opdrachtfilm
Opdrachtfilms bestaan uit onder andere educatieve-, voorlichtings-, wervings-, opleidings- en trainingsfilms. De lengte van de films varieert meestal tussen de vijf en vijftien minuten en de verscheidenheid in communicatie, inhoud en vormgeving is groot. Als scenarioschrijver werk je meestal binnen een reeds afgesproken concept en moet je je kunnen verplaatsen in wat de opdrachtgever van de film vraagt. De totale doorlooptijd van een opdrachtfilm, de tijd tussen concept en realisatie, ligt vaak tussen de tien en twintig weken, dus je kunt je werk snel terugzien. Kijk voor een overzicht van prijswinnende opdrachtfilms wereldwijd op www.newyorkfestivals.com onder Competitions/ Film&video awards. Een site met producenten van opdrachtfilms is www.opdrachtfilms.com. Op het Nederlands Filmfestival in Utrecht is altijd een Dag van de Opdrachtfilm, zie voornoemde site, een prima gelegenheid om opdrachtfilms te zien en om te
Radiodrama
Videoclips
In Nederland zijn er veel productiebedrijven die videoclips maken, zoek bijvoorbeeld op www.filmstart.nl onder Videoclip. Met een idee voor een artistieke videoclip kun je naar het TAXvideoclipfonds gaan, een initiatief van het Mediafonds en Fonds BKVB (Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst) om de kwaliteit van Nederlandse videoclips te bevorderen. Scenarioschrijvers en beeldmakers kunnen samen met een (pop)artiest, band, dj of producer een plan voor een videoclip indienen, zie www.videoclipfonds.nl.
70 waar k om i k binnen ?
Veel grote scenario- en toneelschrijvers, zoals Pinter en Fassbinder, zijn begonnen als hoorspelschrijvers. Het Mediafonds subsidieert radiodrama, zie www.mediafonds.nl. www.hoorspel.com geeft informatie over het hoorspel in Nederland. Verder kun je www.hoorspelnu.nl van de stichting Hoorspel Nú en www.hoorspelfabriek.nl van hoorspelmaakster en producent Marlies Cordia raadplegen. Het Walter Maas Huis, een villa in Bilthoven, doet al meer dan tachtig jaar dienst als werkplaats, podium en buitenplaats voor culturele pioniers, ook voor radiodrama, zie www.waltermaashuis.nl. Een nieuwe vorm is de serie 1 Minuut tot stand gekomen met steun van Mediafonds en uitgezonden op radio 1 bij de VPRO, zie www.ochtenden.nl/dossiers/35283203.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
netwerken. Keying into the Brain is een festival voor opdrachtfilms, zie www.keyingintothebrain.nl, een ideale gelegenheid om opdrachtfilms te zien, te netwerken en workshops te volgen. Beide laatstgenoemde sites hebben een digitale nieuwsbrief waarop je je kunt abonneren.
Meer informatie • Dramaturg en scenarioschrijver; een haat-liefdeverhouding of partners in woord en beeld?(2006), Else Flim. Inzage via Universiteitsbibliotheek: www.igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2006-0905-200244/ UUmdex.html • De filmproducent, Handboek voor de praktijk (2008), Carolien Kroon & Stinette Bosklopper • De game-industrie (2007), Skylla Janssen & Micha van der Meer • Geanimeerde Gesprekken (2006), Hans Walther • Basic Animation: Scriptwriting (2007), Paul Wells • How to Write for Animation (2003), Jeffrey Scott 71
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
73
3
Hoe kom ik binnen? Voor veel scenarioschrijvers is het verkrijgen van betaald werk het moeilijkste onderdeel van het schrijversbestaan. Het grootste cliché, maar daarom niet minder waar, is: je moet eerst jezelf ‘verkopen’ voordat je je project kunt verkopen. In dit hoofdstuk worden basisvaardigheden als netwerken, bellen, een brief of mail schrijven, het schrijven van een cv, op gesprek komen en pitchen behandeld. Ook hier geldt: iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips of formules die bij jou passen. Fernand Lambrecht: “Wees jezelf, er lopen al zoveel anderen rond.” Het is jouw project en je moet het met je eigen stem verkopen. Ben Sombogaart: “Ik heb geleerd te vertrouwen op mijn intuïtie. Als ik in een idee geloof, probeer ik dat op anderen over te brengen, probeer ik financiers, omroepen, crew en cast te overtuigen door ze te enthousiasmeren, te prikkelen en te stimuleren.”
“Netwerken is een noodzaak. Mensen denken ten onrechte dat het oppervlakkig is of dat ze zichzelf prostitueren.” Bij netwerken zijn twee dingen belangrijk: bereid je goed voor en verplaats je in de positie van de ander. Wat kun jij voor de ander betekenen, en wat kan de ander voor jou betekenen? Als je weet wie je wilt ontmoeten, zorg dan dat je op de hoogte bent van waar diegene mee bezig is. Google eventueel zijn of haar afbeelding, zodat je weet hoe de ander er uit ziet. Bedenk vervolgens wie je verder kan helpen, wie je in contact kan brengen met die persoon. De makkelijkste manier om een nieuw contact te leggen is via een bekende. Hoe en waar je die ander kunt ontmoeten, kun je lezen in hoofdstuk 2.
74 hoe k om i k binnen ?
Als scenarioschrijver ben je een van de belangrijkste schakels in de keten naar drama. Goed drama begint immers met een goed scenario. Lees The schreiber theory van David Kipen, hij stelt de scenarioschrijver centraal in de geschiedschrijving van de film. Veel mensen hebben ook schroom om over hun eigen kwaliteiten te praten. Maar als je iets wilt bereiken, zullen ook anderen van jouw kwaliteiten op de hoogte moeten zijn. Je hoeft niet vlotgebekt te zijn of alles van de daken te schreeuwen; ook de nietbrutalen hebben de halve wereld. Ido Abram (Binger):
wegwijzer voor scenarioschrijvers
3.1 Netwerken
Dring jezelf niet op, het werkt vaak beter als je mensen uitnodigt om mee te denken. Als je op de man af naar een opdracht vraagt, wordt dat vaak als bedreigend ervaren. De ander moet dan mogelijk nee verkopen en jou teleurstellen, en dan krijgt het gesprek snel een negatieve lading. Verloopt het gesprek spontaan, dan word je vanzelf wel wijzer. Je kunt iemand wel om advies vragen.
75
Netwerk vooral met mensen waar je het goed mee kunt vinden. Je kunt ook iemand naar een bijeenkomst meenemen; daar kun je dan op terugvallen, slechte ervaringen mee delen en je kunt elkaar motiveren. Een andere manier om nieuwe mensen te leren kennen, is actief iets te gaan doen, zoals in een commissie, redactie of bestuur plaatsnemen. Kies iets wat je leuk vindt en wat je kunt. Contact leggen
Een gesprek beginnen met een onbekende is, na spreken in het openbaar, de grootste sociale angst. Hoe langer je wacht, hoe enger het wordt. Verzamel moed en ga bij het groepje mensen met je gewenste contact staan. Vraag of jij je bij het gesprek mag aansluiten. Bedenk eventueel van te voren wat je wilt zeggen. Weet wie je voor je hebt en stel jezelf voor. Toon belangstelling voor de ander. Probeer zo eerst een band op te bouwen en begin niet te snel over jezelf te praten. Leg daarna de aanleiding uit, maar ga niet gelijk een heel verhaal over je project afsteken, zeker als je iemand op een borrel of feestje ontmoet. Als je merkt dat de ander zich wil excuseren, stel dan voor om verder van het feest te genieten en probeer een afspraak te maken. Probeer zo snel mogelijk in een normaal vraag- en antwoordgesprek te komen, dan raak je vaak vanzelf je zenuwen kwijt. Blijf
Zo kom je weer weg
Heb je een gesprek met succes beëindigd, zoek dan een nieuwe bezigheid of gesprekspartner. Contacten onderhouden
Het onderhouden van contacten werkt het prettigst op natuurlijke wijze. Feliciteer iemand met een verkregen subsidie, uitzending of verjaardag of reageer op een recensie. Onthoud details; veel mensen ervaren het als een compliment als je refereert aan iets wat je nog van de ander weet. En bel ze alleen als je nieuws, een vraag of een andere specifieke reden hebt om te bellen. Krijg je een tip, laat de gever dan achteraf even weten wat je ermee hebt gedaan en of er iets uit is gekomen. Een tip is altijd waardevol, ook al kun je er zelf niets mee. Misschien weet je wel een ander die daarvoor geschikt zou zijn. Wees zuinig op goede contacten. Verwijs mensen niet door als je twijfelt aan hun kunde of motieven.
76 hoe k om i k binnen ?
• Vraag je gesprekspartner om je aan iemand voor te stellen. • Maak de cirkel groter door anderen erbij te betrekken en jezelf daarna te excuseren. Lukt dat niet, dan kun je de ander vragen mee te gaan naar een bekende. • Wees eerlijk; zeg dat je nog andere mensen wilt spreken. • Sluit af met een compliment, waarmee je aangeeft wat je leuk vond aan het gesprek.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
positief; het is een klein wereldje en negatieve uitspraken over anderen komen vaak als een boemerang bij je terug. Probeer ook op non-verbale signalen te letten, zie www.lichaamstaal.com. Wissel op het eind gegevens uit en bedank voor het gesprek of de adviezen. Het handigst is een eigen visitekaartje, er zijn op internet verschillende sites die gratis kaartjes aanbieden.
En maak het niet te ingewikkeld; netwerken is een middel en geen doel. Tot slot: fouten maken mag. Als mensen je iets niet vergeven, dan wil je er ook niet mee werken. Vir tuele netwerken
77
Maak je zichtbaar en zet je profiel op www.netwerkscenario.nl en andere organisaties waarvan je lid bent. Heb je meer tijd en middelen, bouw dan een eigen website of laat het doen. Daarnaast zijn er op internet sociaal zakelijke netwerken als LinkedIn, zie www.linkedin.com; Hyves en Facebook zijn vooral sociale netwerken, maar die kunnen ook nuttig zijn. Doordat je daar kunt zien via welke mensen je met elkaar bent verbonden, kun je makkelijker contact met elkaar opnemen en elkaars connecties en referenties nagaan. Je kunt professionele netwerken gebruiken om zakelijke contacten te onderhouden, advies aan vakgenoten te vragen en werk te zoeken. De Proeftuin is een LinkedIngroep voor schrijvers en regisseurs.
3.2 Bellen Een telefoontje kan je vaak snel een hoop informatie opleveren. Eerst wat platitudes: bereid je goed voor. Probeer het telefoontje niet uit te stellen, dat levert alleen maar stress op. Houd documentatie, agenda, pen en papier bij de hand. Zorg dat je een openingszin paraat hebt. Voorbereiden
Verzamel informatie over persoon en bedrijf. Schrijf op wie je wilt spreken en wat je wilt bereiken of te weten wilt komen. Een afspraak? Wil je iets laten lezen? Wil je ergens aan meeschrijven? Bedenk van te voren hoe je de ander kunt overtuigen je verzoek te honoreren.
Afsluiten
3.3 Mailen en brieven schrijven Als je een brief of mail gaat schrijven, bedenk dan van te voren wat je doel is, en hoe je de lezer van je verzoek kan overtuigen. Als je een idee of script aan de man wil brengen, stuur dat dan nooit zomaar op. Je kunt beter eerst bellen en dan een mail of een brief sturen. Idem als je voor een serie wilt schrijven: begin met een brief en een cv. De belangrijkste regel voor brieven en mails is: hoe korter, hoe beter. Zorg dat je brief niet meer dan één pagina beslaat. Houd een mail liever nog korter. Het is ook je visitekaartje: kun je kort, bondig en toch pakkend schrijven? Er bestaan geen vaste regels, maar hier volgen wat suggesties voor een mogelijke opzet. De paragrafen
De eerste paragraaf, of eigenlijk je eerste zin, is de belangrijkste. Heb je een referentie, ben je door iemand doorverwezen, gebruik deze dan. Heb je geen referentie, begin dan bijvoor-
78 hoe k om i k binnen ?
Herhaal wat de gemaakte afspraken zijn en welke acties worden ondernomen; dat voorkomt misverstanden. Bedank daarna voor het gesprek. Bel altijd terug als je dat beloofd hebt en houd ook secretaresses en receptionisten te vriend.
79
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
Benader je gesprekspartner met respect. Stoor je? Vraag dan wanneer je terug kunt bellen. Wie ben je? Wat is je vraag? Ben je aan het goede adres? Het werkt vaak goed om eerst een praatje te maken, maar is je gesprekspartner drukbezet, kom dan zo snel mogelijk ter zake. Als je met een glimlach spreekt, klink je vriendelijker. Geef aan wat je wilt of nodig hebt. Vertel wat je te bieden hebt. Ook hier geldt: luister en probeer zo snel mogelijk in een dialoog te komen.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Gesprek voeren
Tip
Hoe gebruik je een virtueel netwerk? • Maak een profiel aan met zoektermen waarmee anderen je makkelijk kunnen vinden en houd het up-to-date. • Word lid van groepen van en voor vakgenoten. • Je kunt je cv uitgebreider maken dan op papier en met links naar groepen waarvan je lid bent. • De ongeschreven regel is dat je weet wie je connecties zijn; voeg alleen iemand toe als de ander ook weet wie jij bent. • Nodig mensen niet uit met de standaarduitnodiging, maar geef aan waarom je iemand uitnodigt. • Je mag uitnodigingen weigeren, maar schrijf dan waarom je dat doet. • Wil je iemand uitnodigen die niet in je netwerk zit en van wie je geen e-mailadres hebt, kies dan de optie friend en gebruik een persoonlijk bericht om uit te leggen wie je bent. • Je kunt onderaan een e-mail een link naar je profiel zetten. • Bedenk goed welke informatie je openbaar maakt en welke je privé wilt houden.
In de vierde paragraaf stel je je vraag, doe je een verzoek, of voeg je een persoonlijke noot toe. Schrijf niet dat dit het beste script aller tijden is, dat het een geheide kaskraker wordt
81
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
De derde paragraaf gaat over je werkervaring als schrijver. Schrijf niet dat je al negen scripts hebt geschreven, als daar niets mee is gedaan. Noem eventueel prijzen, nominaties en stipendia. Beperk ook deze paragraaf tot een paar zinnen. Stuur eventueel je cv mee.
80 hoe k om i k binnen ?
De tweede paragraaf gaat over je idee, je format of script. Wat is de titel en het genre? Wat is het concept of de logline? Als het een (boek)bewerking is, heb je dan een optie of de rechten? Noem eventueel een persoonlijke connectie: je hebt jarenlang research naar het onderwerp gedaan, het is het verhaal van een naaste et cetera. Waarom raakte je door het onderwerp gefascineerd? Wat maakt je verhaal uniek? Waarom moet juist jij dit verhaal schrijven? Als je aan iets wilt meeschrijven, dan vertel je in deze paragraaf waarom je door de serie gefascineerd bent geraakt. Waarom kijk je er graag naar? Wat is je persoonlijke connectie? Waarom zou juist jij dat soort verhalen willen en kunnen schrijven? Beperk deze paragraaf tot een paar zinnen, ook al is dat lastig.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
beeld met: ‘Ik heb met (veel) plezier naar Titel productie gekeken en daarom …’ Je toont zo dat je de geadresseerde om een specifieke reden benadert, dat je erover hebt nagedacht en research hebt gedaan. Iets gewaagder is om met de deur in huis te vallen en in de eerste zin je idee te presenteren, of beginnen met een intrigerende vraag, of een fascinerende stelling als start van je verhaal. Beginnen met ‘Ik ben scenarioschrijver en …’ kan natuurlijk ook. Stel vervolgens eventueel je vraag, doe je verzoek, of wacht ermee tot de laatste paragraaf.
Tip
voor mails en brieven • Zorg dat je mail of brief enthousiasme en zelfvertrouwen uitstraalt. • Probeer origineel te zijn, maar overdrijf niet. • Soms is het handig om eerst telefonisch informatie in te winnen. Zo kom je meer te weten, kennen ze je naam al en kun je verwijzen naar het telefoongesprek. • Als er niet expliciet om wordt gevraagd, stuur dan alleen werk op als je denkt dat het kan helpen om bijvoorbeeld uitgenodigd te worden. Of vraag eerst of materiaal welkom is. • Het wereldje is klein en mensen spreken elkaar. Schrijf gericht en één partij tegelijkertijd aan. • Gebruik een strakke opmaak; ruime marges, 12-punts letter en paragrafen in overzichtelijke blokken. • Check je brief of mail op schrijf- en spelfouten.
3.4 Curriculum vitae
Soor ten cv’s
Het standaard cv is een chronologisch cv. Het bevat in chronologische volgorde de opleidingen die je hebt gevolgd, de functies die je hebt vervuld en de activiteiten die je hebt ontplooid. Meestal presenteer je een cv overigens anti-chronologisch: je begint met het meest recente en werkt zo terug naar het verleden. In een vaardigheden-cv, of functioneel-cv, neem je niet de tijdsvolgorde, maar je prestaties, vaardigheden en competenties als uitgangspunt. Dit cv is vooral geschikt voor schrijvers of freelancers. Benoem je prestaties: maak een lijst van je verfilmde scenario’s, gespeelde toneelstukken, gepubliceerde werken, gewonnen prijzen en/of nominaties et cetera. Beschrijf je competenties en vaardigheden; leg de nadruk op wat je kunt en waar je goed in bent. Beschrijf je eventuele werkervaring, betaalde klussen et cetera. Een gat in je cv valt zo ook minder op.
82 hoe k om i k binnen ?
Je curriculum vitae vertelt wie je bent en wat je kunt. Een goed cv is een gericht cv: afgestemd op de opdracht die je wilt verkrijgen. De lezer moet een beeld krijgen van je vaardigheden en kwaliteiten, je kennis en werkervaring. Zorg ervoor dat je jezelf verkoopt in je cv; breng je sterke punten naar voren. De uitdaging is dat kort, bondig en overzichtelijk te doen; het liefst in één, maximaal twee pagina’s.
83
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
Voor het schrijven van een sollicitatiebrief zie: www.beroepkunstenaar.nl, www.lancelots.nl of www.intermediair.nl.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
et cetera. Dat bepaalt de lezer zelf wel. Je kunt wel schrijven dat dit het beste is wat je tot nu toe geschreven hebt. Dat je het graag gerealiseerd ziet en het liefst zo goed mogelijk. Daarna volgt je afsluiting.
Tip
inhoud cv • Een cv begint altijd met de titel Curriculum vitae. Daarna volgen de persoonlijke gegevens: voor- en achternaam, adres, telefoonnummer(s), mailadres, website, geboorteplaats en -datum en eventueel nationaliteit, burgerlijke staat en geslacht. • Opleiding en scholing: in volgorde van relevantie. Vermeld eventueel bij je universitaire studie ook de afstudeerrichting en afstudeeropdracht. • Cursussen en stages: idem en alleen als ze relevant zijn. Heb je les gehad van bekende docenten? Noem hun namen als dat in je voordeel kan werken. • Werkervaring: in volgorde van importantie en antichronologisch je gerealiseerde en uitgevoerde werken, publicaties, projecten en betaalde opdrachten. • Prijzen, nominaties en stipendia. • Bijbaantjes, bestuurlijke activiteiten en hobby’s: alleen als ze relevant zijn. Vermeld antichronologisch de periode dat je bij een bedrijf hebt gewerkt, de functie en de naam van het bedrijf. Beschrijf in actief taalgebruik eventueel welke (vakgerichte) vaardigheden je hebt verworven bij het uitvoeren ervan. • Wees eerlijk; een ontdekte leugen of te veel bluf werkt contraproductief. • Houd je cv up-to-date.
3.5 Pitchen
Met passie en ver trouwe n
Volgens Peter Römer (Endemol) overtuig je een toehoorder door je passie voor je idee en door uit te stralen dat je er in gelooft. Zo krijg je volledige aandacht. Het idee moet natuurlijk wel potentie hebben en aansluiten bij wat de catcher zoekt. Paul Bertram (Scriptschool): “Het gaat vooral om de noodzaak; waarom moet het verhaal verteld worden, en de urgentie: waarom nu? Straal ook uit dat jij dit verhaal kunt vertellen.” Ido Abram (Binger): “Je moet niet pitchen vanuit een wanhoopsgedachte ‘alsjeblieft, help me nou!’, maar met een overtuiging: ik heb iets wat heel mooi is en ik wil kijken of jij er aan mee mag doen. Je bent op zoek naar gelijkgestemden. Presenteer jezelf als een professional. Iedereen is anders en elk project ook; pitch dus vooral volgens een formule die bij jou past. Maak van je presentatie, behalve bij een pitchforum, zo snel mogelijk een dialoog, dan wordt het een
84 hoe k om i k binnen ?
Overgewaaid uit Amerika en steeds meer in zwang in Nederland: pitchen. Een pitch is een mondelinge presentatie die 30 tot 60 seconden kan duren (een zogenaamde elevator of cocktailparty pitch) bij een informele ontmoeting, of 5 tot 10 minuten bij een pitchforum, zoals De Dag van het TV Idee, zie www.nftvm.nl. Jij bent de pitcher, de toehoorders zijn de catchers en jij wilt ze je plan verkopen. Hoe doe je dat?
85
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
De informatie op je cv is afhankelijk van waar je de nadruk op wilt leggen. Wil je een idee presenteren of ergens aan meeschrijven, dan leg je de nadruk op je vaardigheden en je werkervaring. Solliciteer je op een functie, dan leg je de nadruk op je opleiding en werkervaring. Maak een basis-cv waarin je alles opschrijft wat je hebt gedaan; daaruit kun je dan putten als je een gericht cv opstelt.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Wat staat er in?
Tip
opmaak cv • Iemand die jouw cv leest, moet in één oogopslag kunnen zien wat je kunt en welke ervaring je hebt. Zorg voor een duidelijke onderverdeling in blokken. • Begin eventueel met een korte puntsgewijze samenvatting. • Gebruik hetzelfde lettertype en dezelfde papiersoort als je brief. • Schrijf afkortingen voluit en vermijd jargon, tenzij je zeker weet dat de lezer de termen kent. • Vermeld geen referenties in je cv, tenzij daar om is gevraagd. Vraag de persoon die je als referentie opvoert altijd vooraf om toestemming. • Check je cv op schrijf- en spelfouten.
Niet het hele verhaal ve r t e l l e n
Beslis vervolgens welke van deze elementen je voor je pitch gebruikt. Welke elementen wekken emoties op? Vaak komen die voort uit wat er gebeurt met de wil van je hoofdpersonage: krijgt jouw held wat hij of zij wil of niet? Denk ook aan het genre: in een liefdesverhaal is de karakterboog vaak het belangrijkst, bij een actiefilm het conflict et cetera. Hoe eindigt je verhaal? NB: bij een elevator pitch hoef je het einde niet weg te geven, je kunt je toehoorder in spanning laten en het pas vertellen als hij of zij erom vraagt.
86 hoe k om i k binnen ?
De enige regel waarover iedereen het eens is, luidt: probeer niet het hele verhaal te vertellen. Het doel is emoties bij de toehoorders opwekken, ze moeten het gevoel krijgen dat ze dit verhaal willen zien. Houd je verhaal kort en beperk het aantal personages, mensen kunnen ze al snel niet meer uit elkaar houden. Michael Hauge heeft in zijn boek Selling your story in 60 seconds een aantal vragen opgesteld die als leidraad kunnen dienen voor je pitch als je gebruikmaakt van de klassieke dramaturgie: • Wat is je passie voor het verhaal? • Wie is je hoofdpersonage? • Waarom voelt het publiek met je hoofdpersonage mee? • In welke staat verkeert je hoofdpersonage, voordat het verhaal begint? • Welke kans krijgt je hoofdpersonage voorgeschoteld? • Welk doel jaagt je hoofdpersonage na? (Waar hoopt het publiek op?) • Wat is de zwaarste strijd, het grootse dilemma? • Wat is de ontwikkeling van je hoofdpersonage? • Welke diepere laag (universeel thema) onderzoekt het verhaal? • Wat zijn de overeenkomsten met andere succesvolle projecten?
wegwijzer voor scenarioschrijvers
gewoon gesprek en dan verdwijnen het ongemakkelijke gevoel en de zenuwen vanzelf.”
Aandacht naar je toetrekken
Hauge geeft de volgende suggestie: “Ik denk dat de beste manier om te beginnen is, te vertellen hoe ik op dit idee ben gekomen.” Zo trek je de toehoorder in je fictieve wereld en begin je gelijk met je passie.
87
Als je een pakkende titel hebt die voor zichzelf spreekt, dan kun je die noemen. Zo niet, eindig er dan mee, anders is het verwarrend voor de luisteraars. Datzelfde geldt voor een logline. Zeg niet dat het een kaskraker wordt, dat bepaalt de toehoorder zelf wel. Vervolgens vertel je je verhaal. Bertram: “Een plot is zo verteld. Wat staat er op het spel? Probeer het publiek bewust mee te nemen in je eigen emotie over de noodzaak van het verhaal. Dezelfde noodzakelijkheid moet verpakt zitten in het verhaal en de personages. Soms krijgt een pitch vleugels als de pitcher het personage wordt.” Maak ook gebruik van het genre; voor comedy werk je met grappen, voor thriller met spanning en verrassingen et cetera. Eindig met een stevige slotzin, waarin je bijvoorbeeld de titel noemt en de logline. Voorbereiden
Een goede pitch begint met een goede voorbereiding: • Zorg dat je een goed beeld hebt van de catchers en waarin ze geïnteresseerd zijn. • Schrijf je pitch helemaal uit en gebruik dat als raamwerk. Leer je pitch niet helemaal uit je hoofd, dan wordt het mechanisch opdreunen. Je kunt wel de eerste paar zinnen uit je hoofd leren om een goede start te maken en je zenuwen wat kwijt te raken. Gebruik eventueel kaartjes met steekwoorden. • Bedenk welke visuele middelen je kunt gebruiken om je verhaal te ondersteunen of te versterken. Plaatjes van je karakters, plaatjes die een sfeer, stad of landschap tonen, een belangrijk rekwisiet et cetera. • Oefen je pitch minstens tien keer hardop. Wen eraan jezelf hard-
Contact maken met je p u b l i e k
Luisteren naar vragen
Toon interesse in wat je toehoorders te zeggen hebben. Laat een vragensteller altijd in zijn waarde en ga niet in discussie. Wees niet bang voor kritische vragen, dat toont juist de interesse en betrokkenheid van de ander. Beantwoord vragen zoveel mogelijk kort en concreet. Voor een groter gezelschap is het soms handig om een vraag te herhalen. Zo creëer je wat bedenktijd en zorg je dat iedereen de vraag heeft gehoord. Ook kun je zo controleren of je de vraag goed hebt begrepen. Betrek de rest van het
88 hoe k om i k binnen ?
Als je nog niet bent geïntroduceerd, vertel dan wie je bent en wat je project is. Noem het genre, de lengte en eventueel de doelgroep; zo plaats je je verhaal meteen in een duidelijke context. Wees trots op je plan en toon je passie; dat maakt dat je automatisch niet monotoon praat. Speechcoach Edmée Tuyl in de NFTVM Nieuwsbrief: “Spreek niet te snel en raffel je zinnen niet af. Stiltes en pauzes stralen juist rust en vertrouwen uit. Tel bijvoorbeeld rustig tot vijf voordat je ook maar een woord zegt en maak oogcontact met je gehoor. Neem na een belangrijke zin twee á drie tellen rust. Gebruik die pauzes om adem te halen, water te drinken, mensen aan te kijken of op je kaartjes te kijken. Het voelt misschien onnatuurlijk, maar oogt heel naturel.”
wegwijzer voor scenarioschrijvers
op te horen praten. Eerst alleen, bijvoorbeeld voor de spiegel of je hond, en later voor vrienden of collega’s. Vraag om feedback en laat ze ook vragen stellen. Zo bereid je je alvast voor op vragen van de catchers. • Denk zelf ook na over vragen. De meeste vragen liggen voor de hand, de antwoorden kun je dan ook gewoon voorbereiden. • Let op de lengte; overschrijd je spreektijd niet. Het is doodzonde als je afgekapt wordt voordat je je punt hebt kunnen maken. • Je kunt ook als duo pitchen. Giet de pitch dan bijvoorbeeld in een dialoogvorm of een vraag- en antwoordspelletje.
publiek bij het beantwoorden van de vraag. Check eventueel na beantwoorden of het antwoord volstaat.
Staan is beter dan zitten, dat maakt je presentatie actiever. Ondersteun je woorden met gebaren. Als je lip of hand begint te trillen; laat maar gaan. Het publiek ziet vaak veel minder dan je denkt; ook dat 89 rode hoofd valt wel mee. Mocht je de mist in gaan, deel dit dan met je publiek. Ben je erg zenuwachtig, zeg het dan gewoon, dan kun je misschien op wat meer sympathie rekenen. Veel gestelde vragen zijn: “Hoe ben je op dit idee gekomen?” of: “Waarom dit verhaal?” Wat de vragensteller eigenlijk wil weten is of jij de geschikte persoon of bron voor het verhaal bent. Maak je antwoord daarom persoonlijk, bedenk welk verhaal of welke gebeurtenis uit je eigen leven het best je passie of je kennis over het onderwerp illustreert. Als er een vraag komt waar je niet direct een antwoord op hebt, zeg dan dat je hem nu niet kunt beantwoorden, maar dat je er eventueel later, bij de borrel of via de mail, op terugkomt. Deel aan het eind een korte geschreven versie van je plan uit, zodat geïnteresseerden alles nog eens rustig na kunnen lezen. Vermeld je naam en je contactgegevens en indien bekend de naam van de regisseur en producent. Voeg eventueel het cv van de makers toe.
Na een telefoontje, brief of pitch krijg je wellicht een uitnodiging om op gesprek te komen. Nog maar eens wat platitudes: vertrouw er op dat jij of je idee niet als tijdverspilling worden gezien. De ander hoopt ook dat met jouw inzet of idee zijn of haar carrière een vlucht neemt. Toon ook je passie als je ergens aan wilt meeschrijven. Waarom wil je er graag voor schrijven? Uiteindelijk is zakendoen vooral een kwestie van contact leggen (zie ook paragraaf 3.1). Kies een manier van presenteren die dicht bij jezelf ligt. Zorg ook hier voor een goede voorbereiding. Voorbereiden
Contact leggen
• Accepteer elke vorm van gastvrijheid, zoals een glas water. Dat maakt een beleefde indruk en het zorgt gelijk voor een goede sfeer. • Neem de tijd voor een persoonlijk gesprekje. • Als je niet te drammerig wil overkomen, kan het helpen vragen te stellen. • Weet je niet hoe de bijeenkomst zal verlopen, vraag dan naar het tijdsbestek en een eventuele agenda. Gesprek voeren
• Ook hier geldt: probeer zo snel mogelijk in een dialoog te komen. • Luister en stel vragen. Wat kan de ander voor jou of je plan betekenen?
90 hoe k om i k binnen ?
• Wat is je doel? Bedenk van tevoren hoe je de ander van je idee of verzoek kunt overtuigen. Waarom moet juist jij dit verhaal schrijven? • Verzamel informatie. Wat waren zijn of haar laatste projecten? Zo kun je tijdens het gesprek laten merken dat je je hebt voorbereid. • Kom op tijd. Dan heb je ook tijd voor een gesprekje met de secretaresse of receptioniste. Het is zinnig ze te vriend te houden.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
3.6 Op gesprek
• Probeer met je antwoorden het gesprek een bepaalde richting op te sturen. Zo kun je je positieve eigenschappen en succesvolle gebeurtenissen belichten. • Humor en woordspelingen mogen, maar zorg ervoor dat je gesprekspartner er ook de humor van inziet. • Vraag niet zelf naar een eerste reactie; hierdoor kom je onzeker over. Afsluiten
91
• Het vraag- en antwoorddeel is vaak het belangrijkste onderdeel van het gesprek, geef daarvoor ruimte (zie paragraaf 3.4). • Bedank de ander voor zijn of haar tijd, een specifiek nuttige bijdrage of refereer op het eind nog aan iets persoonlijks wat eerder ter sprake kwam. • Treuzel niet te lang bij het afscheid nemen, dat maakt een onzekere indruk.
Meer informatie • The schreiber theory (2006), David Kipen • Selling your story in 60 seconds (2006), Michael Hauge
www.netwerkscenario.nl www.beroepkunstenaar.nl www.carrieretijger.nl www.filmstart.nl www.intermediair.nl www.lancelots.nl www.lichaamstaal.com www.nftvm.nl
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
93
4
Hoe loop ik binnen? Uiteindelijk wil je als scenarioschrijver met schrijven je brood verdienen. Een eerste vereiste is je werk goed te beschermen. In dit hoofdstuk praktische tips waarop je moet letten bij contracten en hoe je je zou kunnen opstellen bij onderhandelingen. In een apart kader wordt uitleg gegeven over veelvoorkomende begrippen in contracten, want de belangrijkste tip is: weet wat je tekent. Ten slotte volgt een overzicht voor financiële steun waarop schrijvers en leden van het Netwerk in het bijzonder, een beroep kunnen doen. Robert Benchley: “A freelance writer is a man who is paid per piece or per word or perhaps.”
Tips die helpen om je idee of werk te beschermen zijn: • Werk alleen samen met mensen die je vertrouwt en laat (als het even kan) een geheimhoudingsverklaring opstellen.
94 hoe loop i k binnen ?
Voordat je met je werk gaat shoppen, is het van belang het vast te leggen als jouw eigendom. De belangrijkste bron van juridische bescherming van je werk is het auteursrecht. Als je iets ‘schept’ verkrijg je als maker automatisch het auteursrecht in Nederland. Dus zo gauw je een origineel werk maakt, is het van jou; zie ook het aparte kader over auteursrecht. Je hoeft daarvoor niets te registeren of het symbool © te vermelden. Tot zover de theorie. In de praktijk kun je het voor alle zekerheid bij de belastingdienst laten registreren, zie www.belastingdienst.nl. Je kunt je werk (met titel, paginanummering en auteursnaam) laten registreren bij een van de belastingkantoren die akten registreren of het per post opsturen naar voornoemde belastingkantoren. Je hoeft daarvoor niets te betalen. Als je een werk laat registreren bij de belastingdienst, kun je later bewijzen dat je werk op de dag van registratie bestond. Maar daarmee ben je er niet. Het auteursrecht beschermt namelijk geen ideeën. Hoe meer je idee is uitgewerkt, hoe specifieker het opgeschreven is, hoe beter het is te beschermen. Maar ook dan kun je nog met lege handen komen te staan als iemand jouw idee overneemt en het op enkele punten wijzigt.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
4.1 Je werk beschermen
• Als je een idee aan iemand voorlegt, meld dan altijd schriftelijk dat dit idee niet zonder jouw toestemming mag worden gekopieerd of op andere wijze mag worden gebruikt of verveelvoudigd. • Bedenk een goede titel en leg die, indien mogelijk, vast als merk en domeinnaam. • Zoek naar elementen die je eventueel exclusief aan jouw idee kan verbinden, bijvoorbeeld een regisseur, artiest, locatie of sponsor.
95
Realiseer je te allen tijde dat een idee uiteindelijk niet of nauwelijks te beschermen is. Juridische kwesties, modelcontracten en het Contractenbureau
Voor vragen over juridische kwesties en opstelling in onderhandelingen kunnen (aspirant)leden terecht bij het Netwerk Scenarioschrijvers. Op de website van het Netwerk staan ook Modelcontracten, zie www.netwerkscenario.nl. (Aspirant)leden van het Netwerk kunnen zich ook aansluiten bij het Contractenbureau, www.contractenbureau.nl, dat voor jou met opdrachtgevers kan onderhandelen over contracten en daarvoor een kleine commissie vraagt. (Aspirant)leden van het Netwerk met auteursrechtelijke problemen kunnen in aanmerking komen voor rechtshulp van Stichting Rechtshulp Auteurs. Een eerste advies is gratis, mits je als lid bent doorverwezen door het Netwerk, zie ook: www.vsenv.nl onder Diensten/Juridisch advies.
4.2 Contracten Het sluiten van een goed contract is niet eenvoudig. Ten eerste moet je juridisch goed geïnformeerd zijn om alle haken en ogen van een contract te zien; een producent, omroep of zender heeft die kennis vaak wél. Ten tweede is de positie van een scenario-
Waarop moet je letten bij contracten? Gelijkwaardigheid
Contracten zijn vaak eenzijdig opgesteld. Er wordt van alles van de schrijver verlangd, maar daar staan nauwelijks verplichtingen van de opdrachtgever tegenover. Probeer ervoor te zorgen dat
96 hoe loop i k binnen ?
Een contract is een schriftelijke overeenkomst waarin de afspraken staan tussen partijen. Belangrijk is dat vaststaat waarover men het eens is. Start in beginsel nooit zonder contract en maak duidelijke afspraken op papier. Bij een mondeling ‘contract’ loop je altijd het risico dat je niet kunt aantonen wat is afgesproken. De ander kan zich de afspraken anders herinneren of anders interpreteren. Zorg er dus voor dat zodra je op verzoek of in opdracht gaat schrijven, er afspraken zijn over de betaling, rechten et cetera. Het liefst in de vorm van een schriftelijk contract, of anders in ieder geval in een duidelijke e-mail wisseling. Denk bij dit alles steeds constructief mee en maak vooral zakelijke afspraken, trap niet in de ‘we zijn toch vrienden’-val of de ‘we gaan samen wat moois maken en als jij je te zakelijk opstelt verstoor je dat proces’-val. Teken ook nooit een contract als je niet volledig begrijpt wat erin staat. Wees niet te gretig, laat je niet intimideren en informeer bij het Netwerk of andere deskundigen of het contract redelijk is. Ook al geldt de Scenarioraamovereenkomst met de Publieke Omroep niet meer, het blijft nog steeds een houvast.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
schrijver ten opzichte van een opdrachtgever nauwelijks gelijkwaardig te noemen. In de praktijk tekenen schrijvers daarom vaak een contract waarbij ze tegen een relatief geringe, eenmalige vergoeding afstand doen van hun waardevolle auteursrechten en daarmee ook nog de zeggenschap over hun eigen werk verliezen. En dat hoeft niet. Ook vanuit een zwakke onderhandelingspositie valt het nodige te bereiken. De uitkomst staat of valt met een goede voorbereiding: kennis is macht.
de verplichtingen zoveel mogelijk evenwichtig verdeeld zijn, maak dus ook de toezeggingen en beloftes van de ander concreet. Als hij of zij van je verlangt dat je binnen een bepaalde tijd je verplichtingen nakomt, verlang dat dan ook van de ander; dat is niet meer dan redelijk. Conflictbestendigheid
97
Als de samenwerking goed verloopt, kan het contract in de kast blijven liggen. De waarde van een contract blijkt pas echt als de samenwerking op onderdelen niet naar wens verloopt. Het is daarom van groot belang dat de rechten en de plichten van beide partijen zo goed mogelijk worden omschreven. Dan ben je tenminste nooit afhankelijk van een welwillende interpretatie van de ander. Hoe minder vage begrippen je gebruikt, hoe beter; maar je kunt natuurlijk niet alles uitspellen. Soms ontkom je niet aan begrippen als ‘redelijk’ en ‘in goed overleg’. Probeer daar een balans in te vinden. Als je over de uitleg van het contract onenigheid krijgt, probeer er dan eerst in onderling overleg uit te komen. Vaak is dat voldoende om de samenwerking weer vlot trekken. Wanneer je vermoedt dat de ander de gemaakte afspraken niet nakomt, spreek de ander daar dan schriftelijk of in ieder geval per e-mail op aan. Let op dat je de boel niet laat versloffen en zorg ervoor dat je alleen zichtbaar instemt met de verlenging van een termijn om antwoord te geven. Het is sowieso een goede tip om alle correspondentie gedurende het project te bewaren. Zeggenschap
Bij zeggenschap zijn twee punten van belang. Ten eerste: in hoeverre mag de ander inhoudelijk ingrijpen in je werk, dus: wie is er de baas over je script? In principe ben je dat zelf. De regel is dat niemand zonder jouw toestemming iets mag wijzigen, kleine ingrepen daargelaten, maar in de praktijk is dat natuurlijk
Probeer ook hier voor gelijkwaardigheid te zorgen zoals een termijn waarbinnen besloten en bericht wordt over wel of geen goedkeuring. Volgt er binnen die termijn geen bericht, dan mag je aannemen dat het ingeleverde werk is goedgekeurd.
Naamsver melding
Als scenarioschrijver moet je worden vermeld bij de aftiteling van je verfilmde werk, tenzij je niet met het eindresultaat in verband wilt worden gebracht. Maak duidelijke afspraken over je naamsvermelding om later problemen te voorkomen. Beding bijvoorbeeld dat bij (andere) openbaarmakingen en publiciteitsuitingen niet alleen de regisseur en de producent en/of omroep worden vermeld maar ook jouw naam.
98 hoe loop i k binnen ?
Ten slotte: let op als er een regeling wordt voorgesteld waarbij de samenwerking kan worden beëindigd omdat je het niet eens wordt over de kwaliteit van het script. In dat geval moet je vooraf goede afspraken maken over de betaling en over wat er dan met de rechten op het werk gebeurt. Mag de opdrachtgever met een andere schrijver verder met jouw werk, of vallen de rechten aan jou terug en kun jij met een andere opdrachtgever opnieuw beginnen? In de praktijk zullen de afspraken hierover mede afhangen van de vraag of jij zelf met het idee of initiatief bent gekomen of de opdrachtgever, en ook van de mate waarin het script is uitgewerkt en in hoeverre je betaald bent.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
afhankelijk van de vraag of het jouw idee is of dat je in opdracht schrijft, of voor een bestaand format. Ten tweede: in hoeverre heeft je opdrachtgever zeggenschap over de omvang (aantal versies) van je werk? Wanneer is het goed en wie bepaalt dat? Beding dat je niet net zolang door moet werken tot het scenario goedgekeurd is door de opdrachtgever, zonder vooraf een specificatie van het aantal versies te hebben afgesproken.
Wijziging en ver minking
Je werk mag niet zomaar worden gewijzigd en zeker niet worden verminkt door degene die de exploitatierechten over je werk bezit. Beding in principe dat er zonder jouw toestemming geen wijzigingen in het scenario mogen worden aangebracht. Uiteraard moet hierbij wel de redelijkheid in acht worden genomen: kleine wijzigingen zijn in beginsel toelaatbaar. Schrijfvergoeding
99
Verzamel zoveel mogelijk informatie over honoraria. Vraag aan collega’s wat ze in vergelijkbare situaties hebben bedongen of wat ze vragen en waarom. Wat is de andere partij gewend te betalen? Wat is redelijk in de markt? In de praktijk worden de oude HoCo-tarieven (die uitgaan van een vergoeding die afhangt van het aantal minuten) nog steeds toegepast, of wordt het honorarium goeddeels bepaald door de ontwikkelingsbijdrage van de fondsen; zie daarvoor hun websites. Laat je betalen voor je inspanning. Zorg er zoveel mogelijk voor dat je je schrijfvergoeding krijgt in de schrijffase en dat je niet pas betaald krijgt op de eerste draaidag. Veel projecten stranden in de ontwikkelingsfase en dan komt er geen eerste draaidag. Laat je het liefst in termijnen betalen, bij voorkeur gekoppeld aan de ondertekening van het contract en aan de aanbieding van je schrijfwerk (format, synopsis, treatment, eerste versie, definitieve versie et cetera) in plaats van bij goedkeuring van hetgeen je hebt gemaakt. Spreek ook een uiterste betalingstermijn af wanneer een deel van de te betalen vergoeding toch aan goedkeuring is gekoppeld. Prijzen
Beding dat de opdrachtgever je altijd schriftelijk op de hoogte stelt als je werk een prijs heeft gewonnen. Leg vast dat prijzen voor het scenario voor honderd procent aan jou worden door-
Exploitatierechten
Voor nieuwe exploitatievormen zoals het digitaal hergebruik via internet, Uitzending Gemist, digitale themakanalen, pay per view, video on demand en mobiele telefoons kunnen individuele auteurs slecht vergoedingen afspreken. Daarom worden deze rechten in het nieuwe aansluitingscontract aan Lira overgedragen, zodat er via collectieve onderhandeling toch een vergoeding te krijgen is. Leg in een contract heel duidelijk vast welke rechten je overdraagt of in licentie geeft en leg ook de daarbij behorende vergoeding vast. Omschrijf bij een licentie precies voor welk gebruik je deze verleent, voor hoelang en welk gebied (Nederland, Europa of de wereld). In de vergoeding voor je exploitatierechten tref je veel variaties aan, er is hier dus ruimte om te onderhandelen. De inhoud van het contract is ook belangrijk voor de beoordeling of de licentie of overdracht ook nieuwe exploitatievormen omvat;
100 hoe loop i k binnen ?
In een contract wordt met de term auteursrechten in de regel de exploitatierechten bedoeld (zie kader Begrippen). De exploitatierechten liggen bij de schrijver. Als schrijver heb je de keus op welke manier je de opdrachtgever de exploitatierechten verleent. Helaas is de trend tegenwoordig bij zowel film als televisie dat de opdrachtgever een overdracht van alle exploitatierechten wil. Probeer afspraken te maken over het gebruik van je werk door middel van het verlenen van een licentie. Als je toch rechten overdraagt, zorg dan in ieder geval dat je de rechten op afgeleiden van jouw werk, zoals een remake of sequel alleen in optie geeft.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
betaald. Van prijzen zonder uitdrukkelijke vermelding van de functie of naam, kun je vragen een afgesproken percentage aan jou door te betalen.
101
vormen die niet bekend waren op het moment van tekenen. Wanneer de rechten op zo’n exploitatievorm niet zijn verleend, of niet geacht kunnen worden te zijn gecompenseerd door de overeengekomen vergoeding, dan ligt de mogelijkheid open voor een wettelijke aanspraak op de billijke vergoeding. Dat kan best veel opleveren zo blijkt uit (schaarse) rechtspraak. De vaststelling van de hoogte van die vergoeding is voorlopig nog heel onzeker, in de rechtspraak tref je erg uiteenlopende varianten aan. Maar probeer in een contract clausules te vermijden als: ‘het recht overdragen voor alle wijzen van exploitatie, daaronder zijn ook nog niet bestaande vormen van exploitatie begrepen en/of de vergoeding is mede een billijke vergoeding in de zin van de wet voor alle bestaande en nog te ontwikkelen vormen van exploitatie.’ Remakes
In het geval van een remake is de belangstelling waarschijnlijk niet alleen gewekt door het scenario, maar ook door de (goede) verfilming daarvan. Bedenk dan dat aan beide belangen recht moet worden gedaan. Zorg in ieder geval voor een afgesproken percentage waarbij een gelijkwaardige manier van instappen van producent en regisseur de norm is. First right of refusal
Vaak verleen je aan een producent of omroep voor de vervaardiging van remakes, spin offs, prequel en sequel een first right of refusal, oftewel een eerste optierecht. Dat betekent dat je hen dat nieuwe werk eerst aanbiedt, voordat je er eventueel zelf mee gaat shoppen. Stel een termijn vast waarbinnen ze moeten reageren. Volgt er binnen die termijn geen reactie, dan vervalt deze optie. Winstdeling
Je kunt als schrijver een percentage van de netto opbrengst (winst) claimen, maar al dan niet door creatief boekhouden, maken zelfs de meest succesvolle films soms geen winst. Beding
Ter ugval van je rechten
Een van de redenen om te kiezen voor het in licentie geven van je exploitatierechten is het risico van een faillissement van de opdrachtgever. Bij faillissement vallen je rechten in geval van overdracht in de boedel van de opdrachtgever en ben je ze kwijt; bij een licentie vallen ze terug aan de maker. Optiecontract
Agent Henriëtte Hoogenboezem in Plot: “Ik maak vaak mee dat mensen met een plan naar een producent gaan, die vervolgens zegt: ‘Interessant, schrijf het even op, dan ga ik er mee leuren.’ Dat vind ik al een verkeerd uitgangspunt. Ik ben er voor dat een producent zich committeert. In zo’n geval stel ik een optiecontract voor met een termijn waarbinnen de producent het plan aan de man kan brengen of financiering kan genereren.” Bewerkingen en waar ge b e u rd
Houd er rekening mee dat je als scenarioschrijver soms ook te maken kunt hebben met andere auteurs: in het geval van een boekbewerking moet je toestemming hebben van de schrijver, diens erfgenamen en de uitgever. In geval van een audiovisueel
102 hoe loop i k binnen ?
Beding dat als een opdrachtgever jouw scenario niet binnen een af te spreken termijn verfilmt, de auteursrechten weer geheel aan jou zullen terugvallen. Dan kun je een andere opdrachtgever zoeken om je werk te verfilmen. Houd er rekening mee dat een producent bij een film tenminste drie jaar nodig zal hebben om de financiering rond te krijgen. Zorg ook dat je de rechten terugkrijgt bij een faillissement, surséance van betaling, liquidatie, beslaglegging et cetera.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
dan het recht op inzage van de boeken. Je kunt ook nadenken over afkoop van de winstdeling, zeker als het een niet-commercieel project is.
werk zijn niet alleen de scenarioschrijver, maar ook de componist van de filmmuziek en de regisseur auteur in de zin van de Auteurswet.
103
Soms ontstaat een idee voor een plot uit een krantenbericht. Als je film over het leven gaat van een publiek persoon dan kun je via vrije nieuwsgaring uit kranten en tijdschriften vrijelijk gebruik maken van die informatie. Maar in leven zijnde relaties of nabestaanden kunnen bezwaar maken, dus dan zul je toch de rechten moeten verwerven. Een mogelijkheid is om de rechten van een boek over het personage te kopen. Van dit soort problemen ben je gevrijwaard als je het personage herschrijft tot een fictief personage. Collectieve rechten
Heb je een aansluitingscontract met een collectieve rechtenorganisatie, zoals Lira of VEVAM, dan heb je al bepaalde rechten aan die organisatie overgedragen. Het is dan niet meer mogelijk om dezelfde rechten nog een keer aan een opdrachtgever te verlenen. Check dus je aansluitingscontract en maak in het opdrachtcontract een uitzondering voor rechten die voor jou collectief beheerd worden. Websites
www.auteursrecht.nl www.onderhandelen.nl www.beroepkunstenaar.nl www.netwerkscenario.nl www.contractenbureau.nl www.lira.nl www.vevam.nl
105
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
In 1985 is er in de Auteurswet een bijzondere regeling opgenomen met betrekking tot de exploitatierechten voor film. De regeling kent met twee belangrijke uitgangspunten. Ten eerste wordt ‘wettelijk vermoed’ dat de producent de exploitatierechten op de betreffende film heeft, tenzij je contractueel iets anders hebt afgesproken. Ten tweede is de producent, als tegenprestatie voor de vermoedelijke overdracht aan de makers, voor iedere vorm van exploitatie een ‘billijke vergoeding’ verschuldigd.
104 hoe loop i k binnen ?
Auteursrechten bestaan uit exploitatierechten en persoonlijkheidsrechten. Exploitatierechten maken het mogelijk je scenario openbaar te maken en te verveelvoudigen. Exploitatierechten bestaan onder andere uit: verfilmingsrecht, vertoningsrecht, herhalingen, winstdeling, merchandising, verspreiding op dvd, gebruiksrechten voor remakes, spin-offs, prequels, sequels , scenario in boekvorm, verboeking van het scenario en digitaal hergebruik. Persoonlijkheidsrechten geven je het recht tot naamsvermelding en de mogelijkheid te voorkomen dat je werk wordt verminkt. Persoonlijkheidsrechten zijn onlosmakelijk met de maker verbonden en kunnen nooit worden overgedragen.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Auteursrecht Het auteursrecht biedt de maker van een ‘werk van letterkunde, wetenschap of kunst’ een exclusief recht om het gebruik van zijn werk te verbieden of aan dat gebruik voorwaarden te verlenen. Als je echter in dienstverband een werk maakt, dan is de werkgever de rechthebbende. Auteursrecht hoeft niet geregistreerd te worden, het bestaat zodra je een werk hebt gemaakt. Auteursrechten gelden gedurende de levensduur van de auteur, plus zeventig jaar.
etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k netw
Juridische begrippen
Wat precies een billijke vergoeding is, heeft de wetgever niet nader ingevuld en wordt in de praktijk dus bepaald door de vrije markt. Deze vergoeding voor auteursrechten moet je dus niet verwarren met het honorarium dat je ontvangt voor het schrijven. Overdracht of licentie Auteursrechten kunnen op twee manieren worden verleend aan een opdrachtgever. Bij overdracht wordt een ander rechthebbende, oftewel eigenaar. In het geval van een licentie krijgt een ander slechts toestemming om de auteursrechten te gebruiken, zonder eigenaar te worden. Een overdracht van auteursrechten dient altijd schriftelijk te gebeuren. Een licentie kan eventueel mondeling worden gegeven, maar ook in dat geval is het aan te raden schriftelijke afspraken te maken. Veel belangrijker nog dan het verschil tussen licentie of overdracht is de omvang van de rechten die je overdraagt. Collectieve rechten In de praktijk is het voor een schrijver niet te controleren hoe vaak een werk ergens op televisie wordt vertoond. Om die reden is de vergoeding van sommige exploitatierechten van makers geregeld via zogenaamde collectieve rechtenorganisaties, zoals Lira en VEVAM. Zij verdelen de vergoedingen die de kabel betaalt voor de doorgifte van film en televisieprogramma’s en de thuiskopievergoedingen, zoals de heffing op onbespeelde dvd’s. Dit vormt een extra bron van inkomsten, maar dan moet je wel een aansluitingsovereenkomst tekenen met Lira en/of VEVAM, zie ook www.lira.nl en www.vevam.nl.
106 hoe loop i k binnen ?
Auteurs die zich aansluiten bij Stichting Lira, versterken daarmee hun onderhandelingspositie. Door de macht van het getal (meer dan zesduizend aangesloten auteurs en meer dan vijftienduizend geldontvangers) is Stichting Lira een gerespecteerde onderhandelingspartner. Geen reden, wel een prettige bijkomstigheid: aansluiting bij Lira is gratis. Bovendien krijgt een aangeslotene toegang tot vele extra vormen van steun en dienstverlening: zie www.lira.nl .
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Lira beheert collectief de auteursrechten van schrijvers, vertalers en journalisten in Nederland. Elk gebruik van een geschreven werk vraagt om toestemming van de maker van dat werk. Dat geldt ook voor nieuw en ander gebruik (exploitatie), dat buiten de aanvankelijke opdrachtverlening tussen bijvoorbeeld een scenarioschrijver en een opdrachtgever valt, zoals verspreiding via de kabel, via internet, via on demand en via themakanalen. In een aantal gevallen (kabelrechten, thuiskopie et cetera) is het voor een individuele auteur niet of alleen uiterst moeilijk deze rechten en aanspraken te verzilveren. Lira heeft in deze onderhandelingen meer macht, omdat ze kan praten voor het collectief van schrijvers. Bovendien is Lira expert op het gebied van auteursrecht. In het algemeen: overal waar werken van schrijvers geëxploiteerd worden via kanalen of in vormen die niet overeengekomen en afgerekend zijn in de initiële opdrachtverlening tussen producent of uitgever enerzijds en de schrijver of vertaler anderzijds, kan Lira optreden als onderhandelingspartij en geld voor de makers incasseren.
etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k netw
Wat doet Lira?
4.3 Onderhandelen Het is essentieel dat je dúrft te onderhandelen. Een van de grootste misverstanden is dat een contract niet onderhandelbaar is. Veel scenarioschrijvers denken dat het buigen of barsten is, maar vaak is dat niet het geval. Agent Henriëtte Hoogenboezem in Plot: “Als sprake is van een opdrachtsituatie verschuilt de producent zich regelmatig achter de omroep waarmee hij al een contract heeft gesloten. Dan is er weinig of geen onderhandelingsruimte. Dat is niet altijd helemaal waar; soms kan hij best terug naar die omroep, zit het niet altijd zo vast als wordt beweerd.” 107
Een slecht onderhandelingsresultaat ligt meestal niet zozeer aan de doortraptheid van de ander, als wel aan een gebrek aan techniek of ervaring. Het resultaat is niet zozeer afhankelijk van de kwaliteit van je werk of je staat van dienst, maar van je voorbereiding, de band die je tijdens de onderhandelingen met de ander weet op te bouwen en het tijdstip waarop je de onderhandelingen begint. Hoogenboezem: “Steeds meer producenten voegen bij betaling een clausule toe dat ze pas hoeven te betalen als ze de bijdrage van bijvoorbeeld het Filmfonds hebben ontvangen. Dat kan niet, vind ik, dan ben je geen ondernemer maar een loket.” Kies een onderhandelingsstijl die bij je past en wees je bewust van je gedrag. Je kunt je contract wel goed uitonderhandeld hebben, maar als het een moeizaam proces was, is de kans op een vervolg klein. Andersom geldt dat ook: kom je er nu niet uit, maar was het wel een prettig gesprek, dan is de kans groter dat je in de toekomst wel samen een deal kunt sluiten. Het is belangrijk om goed uit elkaar te gaan; het wereldje is klein en je komt elkaar vast nog eens tegen. Onderhandelen verloopt globaal volgens de volgende fasen: voorbereiden, introduceren, voorstellen uitwisselen, onderhandelen en afspraken.
De uitkomst staat of valt met een gedegen voorbereiding: kennis is macht. Verzamel daarom zoveel mogelijk informatie. Vraag aan collega’s naar hun ervaringen. Niet elke situatie biedt evenveel onderhandelingsruimte; wees je bewust van de mogelijkheden en beperkingen.
Opstelling onderhandelingspartner: • Wie zit(ten) er aan tafel, in welke rol en met welke bevoegdheid? • Bedenk of zoek uit wat de ander wil bereiken en waarom. Ga na welke belangen daar spelen en waar overeenkomsten liggen. • Waarom zitten júllie om tafel? Zijn er concurrenten? • Voor welke argumenten is de ander gevoelig? Op welke punten verwacht je snel concessies? • Wanneer denk je dat de onderhandeling voor de ander geslaagd is? De onderhandelingssituatie: • Wat is het doel van de bespreking? Een informele kennismaking of moeten er spijkers met koppen worden geslagen? • Is er sprake van een deadline of streeftermijn voor de afronding? Wanneer volgt de beslissing? • Is de bespreking op neutraal terrein of bij een van de partijen? Wie doet de verslaglegging?
108 hoe loop i k binnen ?
Jouw opstelling: • Stel vast wat je wilt bereiken. Wat is jouw ideale uitkomst en waarom? Wat is je minimaal acceptabele uitkomst en waarom? • Probeer in te schatten op welke punten er meningsverschillen zouden kunnen ontstaan, en waar mogelijke oplossingen liggen. • Bepaal op welke punten je bereid bent om concessies te doen. • Als je er deze keer niet uitkomt: bedenk hoe je zo goed mogelijk uit het gesprek komt en opties openhoudt voor de toekomst.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Voorbereiden
Introduceren
Probeer eerst een band op te bouwen, zie ook hoofdstuk 2. Bespreek elkaars verwachtingen, het gemeenschappelijke belang en de intentie om er samen uit te komen. Op welke termijn moet er een beslissing komen? Wanneer geeft de ander uitsluitsel over bepaalde zaken? Ga op een gelijkwaardige manier het gesprek in; ook al heeft de andere partij meer ‘macht’, het uitgangspunt is ten slotte dat je samen iets wilt. Voorstellen uitwisselen
109
Vervolgens wissel je voorstellen uit. Durf stevig in te zetten en ga zo goed mogelijk in op eventuele vragen van de andere partij. Stel vragen over het voorstel van de ander; hoe meer de ander spreekt, hoe meer je leert. Laat ook ruimte open voor ontwikkeling van ideeën; tast de mogelijkheden af. Als de voorstellen helder zijn, kun je voor jezelf de eventuele verschillen op een rijtje zetten. Beoordeel deze verschillen voordat je zelf concessies doet. Zo voorkom je dat je uit enthousiasme te snel ‘ja’ zegt. Onderhandelen
Bespreek eerst de punten van overeenstemming. Werk vervolgens gezamenlijk aan het vinden van een oplossing voor de rest. Vraag naar de argumenten van de ander om meer informatie te krijgen. Vraag om concessies. Niet te slap, maar beslist: jullie willen ten slotte knopen doorhakken. Doe bijvoorbeeld voorwaardelijke concessies; geef aan wat je ervoor terug verlangt. Denk aan researchkosten, reiskosten, auteursrechten et cetera. Moet je andere opdrachten laten lopen? Mag je zelf een coach of begeleider kiezen? Moet je hem of haar zelf betalen? Heb je inspraak in de keuze van regisseur en/of acteurs? Isoleer verschillen: ‘dus dit is het enige wat overeenstemming nog in de weg staat?’ Doe concessies die je weinig kosten, maar voor de ander veel waard zijn. Concessies houden de zaak in beweging. Vraag bij twijfel
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
nee
111
Tip
onderhandelen • Hard op de zaak en zacht op de persoon. Je houdt de sfeer goed door interesse te tonen in het standpunt van de ander en je vriendelijk en positief op te stellen, zonder dat je concessies hoeft te doen. Benadruk het ‘wij-gevoel’; je wilt er samen uitkomen. • Wees flexibel, sta open voor vragen en ideeën van de ander. Meegaan is niet hetzelfde als toegeven. Blijf ook zelf actief zoeken naar wegen om tot een compromis te komen of te krijgen wat je wilt binnen de bestaande mogelijkheden. • Houd vast aan je standpunt, maar niet koppig of agressief. Je doet pas water bij de wijn als je merkt dat de ander die bereidheid ook heeft. • De ander is meestal afhankelijker van je dan je denkt. Overdreven bescheidenheid maakt je meer afhankelijk. Kom gerust met een realistische, maar wel stevige inzet. • Probeer het machtsevenwicht te bewaren en accepteer niet dat de ander de baas wil spelen. • Luister naar de ander. Goede onderhandelaars luisteren meer dan ze praten en bedenk: de ander heeft nooit ongelijk. Hij of zij heeft alleen een andere kijk op de dingen. Accepteer dat en zet daar je eigen visie tegenover. • Doorvragen kan een patstelling doorbreken. Begin niet meteen te protesteren, maar vraag waaróm iets niet kan. Wat staat er in de weg en hoe kun je helpen dat op te lossen? Zo kun je een tegenstelling ombuigen tot een gezamenlijk probleem. • Onderhandel stap voor stap; leg niet al je kaarten in één keer op tafel. Bepaal van te voren op welke punten je wel en niet wilt toegeven en houd wisselgeld bij de hand. • Als tijd voor de ander belangrijk is, kun je daar gebruik van maken. • Kom je niet tot een vergelijk, zoek dan de gulden middenweg. • Probeer niet het onderste uit de kan te halen. Voorkom ook dat de ander het gevoel krijgt dat hij of zij bakzeil moet halen. Een duurzame relatie levert vaak meer op dan een snel voordeeltje.
Afspraken maken
Zet de bereikte afspraken op een rij en werk het samen op papier uit. Zie voor meer informatie over onderhandelen www.beroepkunstenaar.nl en www.onderhandelen.nl. Wat is redelijk?
Bedenk wat jijzelf redelijk vindt, los van wat gangbaar is. Krijg je zo de kans op beter betaalde vervolgopdrachten? Doe je nuttige contacten op? Als je ondanks alles blijft steken op het voor jou minimaal acceptabele onderhandelingsresultaat, wees dan duidelijk en positief in je motivatie. Geef aan dat je akkoord gaat omdat je het project bijvoorbeeld erg leuk vindt of ervaring op wilt doen. Als je het als eenmalige concessie presenteert, maak je het voor jezelf makkelijker om bij een volgende onderhandeling meer te vragen.
112 hoe loop i k binnen ?
Uiteindelijk is de onderhandelingsruimte altijd begrensd; bijvoorbeeld door de beschikbare budgetten, regelingen of de gegroeide praktijk. Hoogenboezem: “Bij sommige producenten, die heel goedkoop produceren, is het vaak een take it or leave itsituatie. Dan moet je als schrijver voor jezelf bepalen of je het wil doen of niet. Soms moet je een te laag honorarium en het gebrek aan rechten accepteren, omdat je het werk nodig hebt vanwege financiële redenen, of gewoon een kans wil om je vak uit te oefenen. Maar er zijn natuurlijk grenzen.”
wegwijzer voor scenarioschrijvers
om bedenktijd. Doe geen grote concessie op de valreep om er maar vanaf te zijn en vervul niet nog snel even de op de valreep geformuleerde wensen van de ander.
4.4 Financiële steun W wik
De Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK) is een regeling voor startende of al beroepsmatig werkende kunstenaars. De WWIK is een maandelijkse financiële tegemoetkoming. Deze bedraagt 70% van een bijstandsuitkering. Hiernaast heeft de kunstenaar de mogelijkheid om tot 125% bij te verdienen. Dit inkomen kan de kunstenaar aanvullen met werk binnen of buiten de kunst. De kunstenaar heeft geen sollicitatieplicht en kan zich dus volledig concentreren op zijn kunstenaarschap. 113
Je kunt de WWIK aanvragen bij de Sociale Dienst van een van de twintig centrumgemeenten die deze regeling uitvoeren. De Sociale Dienst onderzoekt of je recht hebt op de tegemoetkoming. Om in aanmerking te komen voor de WWIK, of om in de WWIK te kunnen blijven, moet een kunstenaar aantonen dat hij beroepsmatig werkt. Dit moet blijken uit het beroepsmatigheidsonderzoek dat Kunstenaars&CO uitvoert in opdracht van de centrumgemeenten. Met een WWIK-uitkering kun je bij Kunstenaars&CO kosteloos cursussen en workshops volgen om je kennis en vaardigheden te verbeteren. Tevens kun je in aanmerking komen voor professioneel loopbaanadvies en coaching. Voor voorwaarden zie www.kunstenaarsenco.nl onder WWIK. Informatie over uitkeringen vind je op de www.home.szw.nl van het ministerie van SZW en www.socialezekerheid.nl. Alle (aspirant)leden van het Netwerk kunnen een beroep doen op de volgende algemene voorzieningen van de VSenV. In sommige gevallen is het noodzakelijk dat je ten minste één jaar lid bent. Leningen
(Aspirant)Leden van het Netwerk die zaken als een computer of bureaustoel willen aanschaffen en niet beschikken over het beno-
Verzekeringen
(Aspirant)Leden van het Netwerk kunnen een beroep doen op de voorzieningen van de VSenV op het gebied van ziektekosten- en ongevallenverzekeringen en een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Informatie vind je op: www.vsenv.nl onder Diensten/Verzekering.
Als zzp’er, zelfstandige zonder personeel, bouw je geen pensioen op. Er bestaat voor (aspirant)leden van het Netwerk en aangeslotenen van Lira een mogelijkheid tot hulp bij het opbouwen van een oudedagsvoorziening door de Stichting P.C. Boutensfonds. Informatie vind je op: www.vsenv.nl onder Diensten/ Pensioen. Noodhulp
Soms kun je een nijpend, tijdelijk financieel probleem niet zelf oplossen. In zo’n geval kun je de hulp inroepen van het Sociaal Fonds Letterkundigen. Het aanbieden van een eenmalig geldbedrag of een persoonlijk advies, behoort tot de mogelijkheden. Informatie vind je op: www.vsenv.nl onder Diensten/Financiële hulp.
114 hoe loop i k binnen ?
Pensioen
wegwijzer voor scenarioschrijvers
digde kapitaal, kunnen een lening aanvragen bij de Triodosbank, afdeling Kredietverlening. Deze regeling is tot stand gekomen in samenwerking met Kunstenaars&CO. Informatie vind je op www.kunstenaarsenco.nl onder Producten en diensten/Cultuurlening.
Meer informatie
115
www.netwerkscenario.nl www.auteursrecht.nl www.belastingdienst.nl www.beroepkunstenaar.nl www.cedar.nl www.contractenbureau.nl www.kunstenaarsenco.nl www.kvk.nl www.lancelots.nl www.leren.nl www.lichaamstaal.com www.lira.nl www.onderhandelen.nl www.socialezekerheid.nl www.home.szw.nl www.vevam.nl www.vsenv.nl
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
117
5
Hoe ga ik schrijven? Stel dat je een idee voor een film of een televisieserie hebt. Hoe overtuig je iemand dat jouw idee het lezen waard is? Daar gaat dit hoofdstuk over. Goed schrijven is en blijft natuurlijk het belangrijkst, uiteindelijk moet je synopsis of script overtuigen. Het hoeft er niet prachtig of glossy uit te zien. Wat je als maker voor ogen hebt moet er in staan. Het doel is om een lezer tot het lezen van jouw idee te verleiden. Dus: hoe verzin je een pakkende titel? Hoe schrijf je een prikkelende logline, een wervende synopsis of een inspirerende seriebijbel? Hoe plot je een aflevering? Voor drama is het creëren van personages erg belangrijk, een vragenlijst kan je daarbij helpen. Het hoofdstuk eindigt met een checklist voor drama waaraan je je idee kunt toetsen.
Dieper graven
Docent aan de HKU Paul van den Wildenberg: “Wat was je eerste idee? Hang dat groot boven je computer of op je muur, zodat je niet van dat oorspronkelijke idee afdwaalt.” Vervolgens mag je best dieper graven, omdat je eerste idee vaak een anekdote is die voor iets diepers of universelers staat. Als je je thema (iets universeels, een moraal of iets van alle tijden) hebt gevonden of gedefinieerd, dan kun je juist je onderwerp (de plot, de anekdote die specifiek aan tijd en arena gebonden is) aanscherpen en het dramatisch potentieel daarvan uitbuiten. Scenariosoftware
Je kunt je scenario’s in Word schrijven, maar er zijn ook diverse softwareprogramma’s die je daarbij helpen. De bekendste zijn
118 hoe ga i k schrijven ?
De vragen en suggesties dienen slechts ter inspiratie, gebruik alleen wat voor jou werkt. Zorg vooral dat je de lol en passie behoudt die je nodig hebt om te schrijven. Soms kan alles in een verhaal kloppen, maar kan desondanks het ‘leven’ er uit verdwenen zijn. Belangrijker is je passie om te vertellen, om te vermaken, om te ontregelen, om je emoties en je inzichten over te dragen. Dan vergeeft men je de plotfoutjes, die zijn namelijk altijd op te lossen. Maar men vergeeft je nooit een gebrek aan passie.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Passie
Final Draft (www.finaldraft.com) en Movie Magic (www.screenplay.com) waarvan een demoversie te downloaden is. Daarnaast zijn er ook programma’s die je bij het ontwikkelen van verhalen helpen, zoals Power Structure (www.powerstructure.com) en Dramatica Pro (www.dramatica.com), ook hiervan zijn demoversies te downloaden. Op www.celtx.com kun je gratis scenariosoftware downloaden. Meer informatie is ook te vinden op www.filmmaken.nl onder Software overzicht. Vraag ook gebruikers naar hun ervaringen.
119
5.1 Titel De titel is je visitekaartje. Je wilt de lezer overtuigen dat je script of synopsis het lezen waard is. Een titel is een belofte, maakt nieuwsgierig en bereidt het publiek voor op de komende leesof kijkervaring. Shakespeare noemde zijn toneelstuk niet H amlet, maar The T ragedy of Hamlet, Prince of Denmark. Wat zijn goede titels?
Een effectieve titel verwijst naar iets tastbaars in het verhaal – karakter, arena, thema of genre. De beste titels verwijzen vaak naar twee of alle elementen. Jaws noemt een karakter, zet het verhaal in de woestenij, geeft een thema – de mens tegen de natuur –, in het actie/avonturen genre. Kramer vs K ramer noemt twee karakters, geeft een thema – scheiding – in het genre huiselijk drama. L a D olce V ita plaatst ons in een decadente setting van rijke stedelingen. Verder zijn goede titels dezelfde titel als van het boek of een spin-off van een ander medium, zoals Turks Fruit, Zoop in Afrika et cetera. Ongeveer tweederde van alle titels bevatten namen van personen of plaatsen, zoals Simon, C apote, C asablanca en Costa!. C osta! springt er uit, omdat het zowel iets zegt over de arena, als over het genre. Let ook op het effect van het uitroepteken. Met titels als
Hoe verzin je een titel?
Noteer woorden en titels die je aanspreken of inspireren. Brainstorm de ‘voor de hand liggende’ titels. De naam van je hoofdpersonage? De overheersende gemoedstoestand van je hoofdpersonage? Hij of zij wil? Hij of zij heeft nodig? De hoofdlocatie? De arena? Veel gebruikt jargon? Het hoofdconflict? De hoofdclimax? De belangrijkste actie? De plotvraag? Het genre? Clichés in het verhaal? Het thema? De premisse? Wat is er uniek aan? Denk aan je verhaal en maak een lijst van woorden die onmiddellijk in je opkomen. Probeer vervolgens combinaties van die woorden uit en verzin tegenstellingen. Zoals Bad santa, All that heaven allows en Wilde mossels . Denk aan spreekwoorden, gezegden, liedjes, turbotaal zoals Vet hard. Wees prikkelend, provoceer, gebruik rare, bizarre woorden en combinaties. Maak de lezer nieuwsgierig, creëer een gevoel van noodzakelijkheid. Grijp niet direct naar clichés als Het mysterie van….
120 hoe ga i k schrijven ?
Verder zijn er de intrigerende, want dubbelzinnige, titels, zoals Indecent Proposal , Crying Game, T hings to do in Denver when you ’ re dead en Z warte sneeuw . Let op de tegenstelling bij de gebruikte woorden. Andere zijn bekende uitdrukkingen en benoemen het cliché van de film: Y ou’ ve got mail, Friday the 13th et cetera. Ten slotte de twist op het cliché, zoals G.I. Jane, The man who knew too little en H eerlijk duurt het langst .
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Titanic, TBS, Moordwijven en U-571 zie je al een hele film voor je. Andere titels benoemen de gemoedstoestand van de hoofdpersoon, bijvoorbeeld Delirious, C lueless, Van God los en Drift. Als het goed is suggereren deze titels tevens een genre. De eerste twee comedy en de laatste coming of age, waarbij Clueless zelfs beide suggereert.
Je titel moet verleiden en intrigeren. B ack to the future is een slimme woordspeling, je verwacht Back to the past en bovendien vat het de toestand van hoofdpersonage Marty McFly perfect samen. Een ingewikkeld verhaal , eenvoudig verteld is misschien vaag, maar intrigeert wel. Pas op met alliteratie als het niet om een kinderfilm gaat. Het Suske en Wiske effect ligt al snel op de loer. Wees ook voorzichtig met woordspelingen, als het niet om een (flauwe) komedie gaat. Probeer origineel te zijn, kom met een verrassende combinatie.
121
Tot slot nog iets ongrijpbaars: het moet klínken als een titel. Bekt het lekker? Liever verliefd, A bout de souffle, Double indemnity, het klinkt allemaal als een klok. Leg vrienden en bekenden je werktitel voor en luister naar de reacties. Wat voor associaties roept het op? Ga net zolang door tot die één tot vijf woorden goed zijn. Een goede titel doet je synopsis of script er uitspringen.
5.2 Logline Je logline is de trailer voor je synopsis of script. Drukke lezers trekken soms alleen tijd uit om je synopsis te lezen als de logline hen nieuwsgierig weet te maken. Er zijn twee redenen waarom de logline belangrijk is. De eerste is om je lezer te overtuigen, de tweede is om jezelf bewust te maken van welk verhaal je eigenlijk wilt vertellen. Wat is een logline?
Een logline is een beschrijving van je verhaal in een, twee of drie zinnen. ‘Een briljante wiskundige wordt gedwongen zijn leven nogmaals onder de loep te nemen als blijkt dat hij aan schizofrenie lijdt. Uiteindelijk overwint hij al het leed en wint hij de Nobelprijs’ (A beautiful mind). ‘Een zwarte comedy over drie miljonairsvrouwen die een huurmoordenaar inschakelen om een van hun overspelige echtgenoten uit de weg te ruimen’ (Moordwijven).
Er moet heel veel informatie in die logline van een, twee of drie zinnen staan: genre, conflict, personage, handeling, locatie, tijd, een crisis die moet worden opgelost, de mogelijke transformatie die je personage doormaakt en het commerciële potentieel. En dat allemaal in maximaal 25 woorden in de tegenwoordige tijd, zodat je logline in één adem uitgesproken kan worden. En het moet natuurlijk knetteren!
1 Wie, wat en hoe? Een vorm waarin je je logline kunt gieten is: ‘een verhaal over een personage – gebruik hierbij karaktertrekken, geen eigennamen – dat een probleem heeft en iets moet bereiken waardoor hij dat probleem kan oplossen.’ In dit geval vertelt de logline iets over: • Wie de hoofdpersoon is en wat hij of zij moet doen. De aanleiding waarom de hoofdpersoon aan zijn reis of zoektocht begint. • Wat wil hij of zij? Hoe pakt de hoofdpersoon dit aan? Wat is zijn of haar actieve handeling? • Wat voor vreselijks gebeurt er als de hoofdpersoon hier niet in slaagt? De logline van The fugitive: ‘Een vooraanstaand chirurg wordt ten onrechte veroordeeld voor de moord op zijn vrouw, ont-
122 hoe ga i k schrijven ?
Benadruk de unieke elementen van je verhaal waardoor mensen zich in de situatie kunnen inleven en kunnen meeleven met je hoofdpersonage. Gebruik woorden die iets oproepen. Liefde, dood, seks, avontuur, mysterie en romantiek doen het altijd goed. Gebruik actieve werkwoorden in je logline. Probeer beeldend te schrijven, zodat de lezer de film al voor zich ziet. Er volgen nu drie verschillende, maar elkaar ook deels overlappende, manieren om tot een logline te komen.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Hoe schrijf je een loglin e ?
snapt uit de gevangenis en jaagt op de werkelijke moordenaar.’ Kortom: wie, wat en hoe. Wie is de hoofdpersoon, wat is zijn probleem en hoe lost hij dat op. Wie: een vooraanstaand chirurg. Wat: ten onrechte veroordeeld voor de moord op zijn vrouw. Hoe: hij ontsnapt om de werkelijke moordenaar te vinden.
123
2 De vier u’s Die vier u’s zijn: uniek, uitbetalend, urgent en ultraspecifiek. Bijna alle geslaagde reclameslogans hebben die vier u’s in zich, en ze werken ook voor loglines. ‘Het is 1945, WO II. Op de Filippijnen leidt een luitenant een reddingsoperatie tot achter de vijandelijke linies om vijfhonderd Amerikaanse krijgsgevangenen te bevrijden.’ Uniek? Er zijn meer oorlogsfilms waarin mensen gered moeten worden. Op zich is dit gegeven dus niet voldoende om de lezer in een staat van grote opwinding te brengen. Maar het zijn de details die het hem doen: vijfhonderd krijgsgevangenen, de Filippijnen, 1945 en achter de vijandelijke linies. Uitbetalend? De Amerikanen hadden bij het verschijnen van deze logline net de oorlog in Afghanistan achter de rug. Weten wat je wanneer moet verkopen, dat is ook een truc. Urgent? Reken maar. In 24 woorden wordt hier net genoeg van de plot onthuld om te weten dat dit een spannend drama wordt. Vijfhonderd krijgsgevangenen in handen van de vijand. Zullen ze gered worden? En ultraspecifiek? Ook hier zijn de details bepalend. De Filippijnen in 1945. Een luitenant. Een bevrijdingsoperatie achter vijandelijke linies. Vijfhonderd krijgsgevangenen. 3 De externe en de interne verhaallijn ‘Een verlegen, eenzaam jongetje vindt een buitenaards wezen. Hij zal moedig genoeg moeten zijn om het op te nemen tegen de autoriteiten en het wezen terug naar zijn thuisplaneet te hel-
Tot slot
5.3 Synopsis Tips voor het schrijven van een synopsis: • Houd het simpel. Je lezer moet je synopsis snappen na een snelle lezing. Denk aan oorzaak en gevolg. Elke zin en paragraaf moet makkelijk naar de volgende leiden. • Oefenen. Schrijf meerdere versies van je synopsis. • Laat je synopsis door professionals lezen en door je vrienden. Vraag de laatsten niet om kritiek, alleen of ze het begrijpen. Laat ze aangeven wanneer ze afhaken, welke stukken ze niet leuk vinden of niet snappen. • Lees synopsissen van anderen. • Stuur je synopsis pas in als je écht tevreden bent, als hij écht af is. Je krijgt vaak maar één kans om je project goed te presenteren. • Let op spelling- en grammaticafouten.
124 hoe ga i k schrijven ?
Lees zoveel mogelijk loglines. Regels zijn er om gebroken te worden, het gaat erom dat een logline intrigeert. Wat maakt je verhaal of je hoofdpersonage uniek? Zo kom je ook tot de essentie van je verhaal. Het is een hele klus om een goede logline te schrijven, maar het betaalt zich uiteindelijk dubbel en dwars terug. Met een intrigerende logline kun je bovenop de stapel komen te liggen.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
pen.’ (Et) Bij deze logline komen zowel de externe als de interne verhaallijn aan bod. De externe verhaallijn is de achtergrond waartegen het verhaal van de held – de interne verhaallijn – zich afspeelt. In Et draait de externe verhaallijn om de vraag of de jongen het wezen naar zijn ruimteschip kan brengen. De interne verhaallijn is het verhaal van de held. Het verlegen jongetje dat al zijn moed bij elkaar moet rapen om Et te redden, en dat daarbij zichzelf behoedt voor een eenzaam en angstig leven.
Opmaak en context
Houd flinke marges aan, minimaal 2,5 cm. Kies een proportioneel font, geen Courier dus. Deel je synopsis op in alinea’s met een witregel ertussen. Maak je alinea’s niet te lang. Je kunt je synopsis opfleuren met een afbeelding of een plaatje; een plaatje zegt meer dan duizend woorden en kan goed een sfeer of stemming illustreren. Je kunt ook heel licht iets afdrukken over het A4tje, maar zorg dan wel dat het goed leesbaar blijft. Zorg dat de plot niet meer dan zestig procent van de totale synopsis beslaat.
125
Je lezers hebben geen voorkennis. Hoe moeten ze hem lezen? Zorg dat ze je synopsis in het juiste kader kunnen plaatsen, met de juiste toon lezen. Wat is de stijl of het genre? Is het een mix? In het laatste geval is er toch één het belangrijkst, dus kies en wees specifiek. Niet een komedie, maar een romantische of een zwarte komedie. Geef eventueel voorbeelden van vergelijkbare films, series et cetera. Dit kan gevaarlijk zijn, als de lezer de voorbeelden niks vindt, maar het maakt het makkelijker om een kader te scheppen. Je kunt je synopsis met een spreekwoord of een citaat beginnen, met het parafraseren van de premisse, met een verantwoording voor wat je wilt of gaat doen, met je motivatie of je passie om het verhaal te schrijven. Maak de noodzaak dat jij dit verhaal wil vertellen duidelijk. Wat beweer je met dit verhaal? Benoem het thema of het onderwerp. Waar zit de relativering, de nuance of juist het absoluut noodzakelijke van een pamflet? Waarom moet juist jij dit schrijven, waar zit de authenticiteit, waar zit jouw kracht? Heb je inspiratiebronnen? In welke traditie wil je passen? Schrijven
Je eerste zinnen moeten intrigeren. Begin met een sterke opening, bijvoorbeeld met een beeld, waar het zich afspeelt, de sfeer of een stemming; niet met: ‘Joop is de broer van ….’
Wie bevolken je plot? Wat is hun ‘wil’ en ‘nodig hebben’, hun diepere wil. Wat is hun temperament, wat zijn de te overwinnen obstakels, en gekoppeld daaraan de ontwikkeling en verdieping van hun karakter? Denk na over specifieke details. Zorg voor een intrigerende en originele hoofdpersoon. Waar bevindt je held zich aan het begin? Waar belandt hij of zij op het eind? Schets in het kort de ontwikkeling van het personage. In een synopsis hoef je niet alle personages te noemen. Gebruik ook niet teveel namen, dat maakt het lezen lastig. Je kunt het ondervangen door: het ex-vriendje van, of de moeder van et cetera. Waar en wanneer speelt het zich af? Zoek het dramatisch potentieel van je arena op. Wat is het medium, speelfilm, korte film, ani-
126 hoe ga i k schrijven ?
Voor een synopsis is de belangrijkste vraag: waar gaat het over? Begin met de kern van je verhaal en bouw dit vervolgens uit, zie ook paragraaf 3.5. Beschrijf hoe je het verhaal vertelt. Geef de richting aan naar het onvermijdelijke eind. Denk aan oorzaak en gevolg. Structureer helder, denk aan de drie akten, de reis van de held et cetera. Belangrijk is het beschrijven van de hoofdclimax. Wat is het grootste gevecht of dilemma? Tussen welke twee even onacceptabele en pijnlijke alternatieven moet je hoofdpersonage kiezen? Wat zijn de twee grootste krachten die tegenover elkaar staan en wie of wat wint? Wat is de belangrijkste vraag die het publiek bezighoudt?
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Beschrijf alles in het hier en nu en in de tegenwoordige tijd. Gebruik actieve werkwoorden, vermijd passieve woorden zoals beseffen. Schrijf visueel, gebruik beeldende taal. Denk aan de vijf w’s: wie, wat, waar, wanneer en waarom? De lezer moet de film voor zijn geestesoog zien afspelen. Schrijf consistent van toon, compact, concreet en specifiek. Schrijf niet te wollig, gebruik geen vergelijkingen. Maak het verhaal invoelbaar en begrijpelijk. Het doel is emoties opwekken bij de lezer.
matie, computergame of hoorspel? Wat is de vorm en de lengte? Kun je iets vertellen over de manier waarop je dit verhaal vertelt? De structuur: chronologisch of niet-lineair? Het tijdsbestek? Bijvoorbeeld: een jaar in dertien afleveringen, of een aflevering is precies een nacht?
127
Wat is de go-for? Waarom zouden producenten hier drie miljoen euro aan uit moeten geven? Waarom zou een bioscoopganger negen euro betalen voor een kaartje? Geef de reden waarom de televisiekijker op zijn vrije avond wil kijken naar jouw bedenksel. Voor wie is de film bedoeld, wie is je publiek? Wat is het beoogde effect; welke emoties en welke inzichten wil je je publiek meegeven? Tot slot: er zijn geen regels. Je moet er zelf achterkomen wat voor jou en je verhaal werkt en wat niet. Elk idee is uniek; dus ook zijn optimale presentatievorm. Mieke de Jong schreef haar synopsis voor de speelfilm Knetter geheel vanuit het perspectief van het hoofdpersonage Bonnie, een meisje met een manisch-depressieve moeder.
5.4 Seriebijbel Stel dat je een idee voor een televisieserie hebt. Hoe presenteer je dat? Een kort antwoord: zet alles op papier wat je nodig denkt te hebben om de lezer te overtuigen waarom deze serie zo briljant is, of juist nú gemaakt moet worden; een seriebijbel. Wat is een seriebijbel?
Allereerst een titelpagina met eventueel een logline. Vervolgens een ‘verkoop’ pagina waarmee je de lezer overtuigt van het bestaansrecht van jouw idee. Dan volgt meestal een uitgebreidere beschrijving van het concept van de serie met het thema, de
‘ Verkoop-pagina’
Realiseer je dat seriebijbels vaak snel en slecht gelezen worden door drukbezette mensen. Ga ervan uit dat lezers in eerste instantie alleen de eerste bladzijde van je seriebijbel lezen. Schrijf dus de eerste bladzijde zo dat de lezer de serie voor zich ziet en verder wil lezen. Begin bijvoorbeeld met een beeld, een motto of de premisse. ‘In het gevecht om de gunst van de kijker worden tv-makers voortdurend zódanig met de grenzen van hun moraal geconfronteerd, dat zij die ook in hun privéleven maar moeilijk weten te handhaven.’ (Het glazen huis). Wat is je motivatie om dit te schrijven? Wat is het beoogde effect? Welke emoties en inzichten wil je overbrengen bij je publiek? Waarom moet jij dit schrijven, waar zit de authenticiteit, waar zit jouw kracht? En waarom is televisie het beste medium voor dit verhaal? Is het een origineel werk of niet? Heb je inspiratiebronnen? In welke traditie wil je passen? Soms is het handig een bestaande serie te noemen, maar dit kan ook tegen je werken. ‘Nee, niet weer een zoveelste ... kloon.’ Waar zit de relativering, de nuance of juist het noodzakelijke pamflet?
128 hoe ga i k schrijven ?
Een seriebijbel bestaat globaal uit twee tot vijftien pagina’s. Maak goed gebruik van tekstopmaak. Houd flinke marges aan, minimaal 2,5 cm en kies een proportioneel 12-punts font, geen Courier dus. Maak gebruik van tussenkopjes en witregels. Maak je alinea’s niet te lang, het liefst vijf tot acht regels, met een witregel ertussen. Zo kan de snellezer beter uit de voeten met je tekst. Je kunt het document opfleuren met een afbeelding of een plaatje. Je kunt ook heel licht iets afdrukken over je A4tjes.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
toon, de stijl, het genre, de arena, de serielengte, de doelgroep et cetera. Een beschrijving van de hoofd- en bijpersonages, hun onderlinge verhoudingen en hun backstories, voorbeelden van afleveringen en soms een proeve van dialoog.
Probeer in een paar zinnen te vertellen wat de kern van je idee is. Over wat en wie gaat het? Wat voor verhalen wil je vertellen? Vermeld de tijd waarin het zich afspeelt, zeker als het niet het heden is. Waarom wil de televisiekijker op zijn vrije avond naar jouw bedenksel kijken? Waarom blijven ze kijken? Waarom ben jij er zo enthousiast over? Probeer dat op de lezer over te brengen. Wat is er origineel aan? Wat is zo spannend, grappig of tragisch? Het lastigste van schrijven is vaak: er achter komen wát je wilt schrijven. Waar gaat het nou eigenlijk over? Bedenk dat het makkelijker is om over een serie briljant te schrijven, dan de serie ook daadwerkelijk briljant te schrijven. 129 Je idee moet van de pagina knallen. Als je alleen maar een geniaal idee hebt, beperk je dan daartoe. Aan slecht uitwerken heb je niets. Beschrijf je idee dan bijvoorbeeld in een pagina of twee, de lezer zal je dankbaar zijn. Vaak moeten er ook eerst een hoop vragen worden beantwoord, voordat je een serie verder kan uitwerken. Wat is het budget? Hoeveel sets heb je? Hoeveel buitenopnamen? Stuur geen materiaal op waar slecht over is nagedacht. Als je je serie-idee genoeg hebt uitgewerkt om er tien tot vijftien pagina’s mee te vullen: doen. Maar dan moet het wel allemaal goed zijn. En soms kan het tot in detail uitwerken lezers ook afschrikken. Vaak willen producenten en omroepen over je serie meedenken en meepraten. Bedenk goed dat televisiemaken samenwerken is. Dus is het ook prima dat je nog niet alles tot in detail hebt uitgewerkt. Zelfs al zou je precies dezelfde ideeën hebben als een omroep of producent, dan nog kan het ze afschrikken, omdat ze de besluiten niet samen met jou hebben genomen. Geef dus een proeve van dialoog, geen hele aflevering. Het moet voor de lezer naar meer blijven smaken. Bovendien wil je voor het verder uitwerken betaald worden.
Concept
Het concept is de basis van een serie. Als het om een oneindige reeks gaat moet je bedenken: is het concept onbeperkt houdbaar? Een schrijfster van moordmysteries gebruikt haar vaardigheden om moorden op te lossen. Een wetenschapper is blootgesteld aan straling en elke keer als hij boos wordt, verandert hij in een groen monster. Een alleenstaande vader met dochter neemt een baan als inwonend huisbediende bij een werkende moeder met zoon. Het concept van All stars: in de kleedkamer zijn het jongetjes van tien, maar daarbuiten leiden ze een heel ander leven. Concepten kunnen overal vandaan komen. Iedere vernieuwende successerie verlegt grenzen. Je hoeft niet per se met een originele arena te komen. Belangrijker is een nieuw perspectief op iets vertrouwds, een nieuwe invalshoek. Dit kan bijvoorbeeld door een origineel gezichts- of uitgangspunt, een nieuwe toon of een verrassend perspectief. Alles door de ogen van een kind of alles door de
130 hoe ga i k schrijven ?
Het kan soms verstandig zijn om aan te geven hoe de serie productioneel ingevuld moet worden. Bijvoorbeeld low budget, met een kleine crew en DV-camera. Zeg ook iets over het beoogde publiek en de uitzendtijd. Is het geschikt, relevant en onderhoudend voor de doelgroep? Schrijf bij voorkeur een format op het lijf van een bepaalde omroep, zender of producent.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Meedenken over je serie is prima. Bedenk echter dat het haast onmogelijk is om goed te schrijven voor een serie waar je weinig of niets mee hebt. Wees dus niet bang om stelling te nemen. Inspiratie komt vaak voort uit fascinatie, een onderzoeksvraag. ‘Hoe ontsnap je uit een zwaarbewaakte gevangenis?’ Pas dus goed op dat ze niet zodanig met je idee aan de haal gaan dat jij je fascinatie kwijtraakt. Wat is de kern? Wat is voor jou de essentie waar je niet aan wil tornen? Heb je daar goed over nagedacht, dan kun je ook met goede tegenargumenten komen.
ogen van Aliens. Een duidelijk basisconflict helpt ook. Neem De vlaamse pot : het restaurant moet draaiende gehouden worden.
131
Originaliteit kan op meerdere manieren tot uitdrukking komen. Wil je de kijker escapisme bieden of juist met de neus op de feiten drukken? Heb je een actuele, originele, ontwrichtende visie op een eeuwenoud universeel thema? Originaliteit zit ook in de manier waarop jij een verhaal vertelt; de structuur. Is het chronologisch? Je kunt een jaar in dertien afleveringen vatten, of 24 uur in 24 afleveringen. Wat is het tijdsbestek? Beslaat een aflevering een dag? Hoe is een aflevering opgebouwd? Is er een A-, B- en C-lijn? Bij All stars was het stramien: perikelen rond de hoofdpersonen én rond een wedstrijd. Originaliteit kan ook in een nieuwe visuele stijl zitten, denk aan Miami vice. Thema
Wat beweer je met deze serie? Over welk onderwerp gaat het en wat is jouw opvatting daarover? Het thema is het kompas dat je serie stuurt. Het hoeft geen groot of abstract thema te zijn zoals ‘de ledigheid van het bestaan’. Liever iets fundamenteels of universeels, iets wat iedereen kent of aanspreekt. Het klassenonderscheid (Roseanne), of de competitiedrang tussen mannen (Home improvement), of de corrumperende invloed van geld (Dallas), of de gruwel van een oorlog (M ash), of één persoon die het verschil kan maken (Vicar of Dibley). Een te nauw thema kiezen en (te) uitputtend behandelen, is even gevaarlijk als helemaal geen focus hebben. Je hebt een hoofdthema nodig en verschillende subthema’s. Het gaat bijvoorbeeld niet alleen over tijdreizen, maar ook over overspel. Toon
Wat is de toon? Neem het concept van een medische unit in oorlogstijd, voeg daar een ironische toon aan toe en je hebt M ash.
Conflict
Contrast
Het soort conflict verschilt per genre en het concept van een serie. Meestal zorgen de externe conflicten in een serie voor de actie, de onderlinge en interne conflicten voor de intriges. Bij ScriptStudio (Endemol) maken ze gebruik van de methode van Laurie Hutzler, zie www.emotionaltoolbox.com. Natuurlijk moet er voldoende conflict in je verhalen zitten, maar als je over je ensemble van personages begint na te denken, zoek dan vooral naar onderlinge contrasten. Contrast in normen en waarden, geloof, politiek, levensfilosofie en ambities. Contrast in hoe ze
132 hoe ga i k schrijven ?
Hoe creëer je een langlopende serie, een serie die tien jaar kan lopen? Langlopende televisieseries gaan uiteindelijk vooral over karakters en hun onderlinge relaties. De onderlinge relaties zijn, net als de karakters, in het algemeen erg stabiel. Conflict is de basis, de motor van het drama. Als je arena en karakters geen grote hoeveelheden conflict of verhalen kunnen genereren, dan moet je iets anders verzinnen. Conflict is er op verschillende niveaus: • Conflict kun je van buiten halen, buiten de vaste karakters om, denk aan rechtszaken, moordzaken, medische zaken et cetera. • Conflict kun je ook van binnen halen, de onderlinge conflicten tussen de vaste karakters. • En elk karakter heeft zelf interne conflicten, bijvoorbeeld angsten en dilemma’s die overwonnen moeten worden.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Leg melodrama over het verhaal van een gewetenloze Texaanse oliefamilie: Dallas. Mix sociale satire met de avonturen van een disfunctionele cartoonfamilie en je hebt The S impsons. De toon beïnvloedt elke creatieve beslissing. Het is de ‘kleur’ die je over je serie legt om je kijk op je personages, hun levens en hun verhalen te definiëren. Bij W altz is de toon vooral fysiek; bij circusmensen is hun lichaam vaak het instrument.
denken, handelen, voelen en emoties tonen. Hoe meer contrast, hoe meer conflict. Hoe groter de verschillen, hoe meer de personages bij elkaar los kunnen maken. Door een personage te confronteren met iemand die iets heeft wat hij of zij zelf mist, wordt dit extra benadrukt. Zo kun je een karakter verdiepen. Bij langlopende series gaat het er vooral om personagerelaties met voldoende dynamiek te creëren.
133
Contrast kan ook op kleinere schaal worden toegepast. Mensen hebben verschillen in smaak, zienswijze of opvatting. Ze vinden je kapsel of spijkerbroek niet mooi, ze houden wel of niet van sport, kunst et cetera. Over smaak valt wel degelijk te twisten. Dat kan ook heel terloops. De manier waarop een personage naar een ander kijkt, als die iets ‘verkeerds’ zegt of doet. De één houdt van gezond, vegetarisch en biologisch, de ander van vlees, vettigheid en fast food. Dit contrast kun je gebruiken tijdens het eten, of als het besteld of bezorgd wordt. Dit geeft je serie en je scènes meer gelaagdheid en conflict. Het maakt een scène rijker en de kijker leert zo de personages beter kennen. Onuitgesproken seksuele spanningen
Een van de allersterkste ingrediënten bij onderlinge relaties is de (onuitgesproken) seksuele spanningen of seksuele spanningen die niet worden ingelost. Een voorbeeld is de serie M oonlighting waarin topmodel Maddie Hayes eigenaar is van een detectivebureau en de baas is van detective David Addison. Tijdens de zaken wordt het duidelijk dat de twee speurneuzen totaal van elkaar verschillen in levensstijl, gevoel voor humor, de manier waarop ze het detectivebureau willen runnen et cetera. Ze kibbelen de hele tijd, misschien lijken ze daarom wel het perfecte stel. De serie dreef niet zozeer op de zaken, maar vooral op de vraag: worden ze geliefden? Bij de comedy C heers waren het Sam en Diane die om elkaar heen bleven cirkelen.
Personage-ensemble
Als je serie één duidelijke hoofdpersoon heeft, zoals bij Shark of House M.D., dan bepaalt die de rest van de cast. De andere karakters zijn er vooral vanwege hun relatie met de hoofdpersoon en elke relatie toont één specifieke kant van de complexe natuur van de hoofdpersoon, zoals dochter Julie van hoofdpersoon Sebastian Stark in Shark. Dokter James Wilson in House M.D. is een vriendelijke man die aardig is tegen zijn patiënten, waardoor de onhebbelijkheden van House nog veel meer geaccentueerd worden. Maar dit is niet zijn enige functie, House en Wilson zijn bovendien rivalen in de liefde. Als je serie twee hoofdkarakters heeft, leveren contrastrijke karakters veel conflictstof op, Nip/Tuck is hier een goed voorbeeld van. De serie gaat over twee plastisch chirurgen die samen een kliniek runnen. De ene chirurg, Sean McNamara, is een brave huisvader zonder ruggengraat, die vooral hard werkt om zijn disfunctionele gezin te ontlopen. Zijn gezin bestaat uit zijn rancuneuze vrouw Julia, zijn rebelerende zoon Matt en jongste dochter Annie. De andere chirurg, Christian Troy, is een materialistische, hedonistische macho en een groot vrouwenverslinder.
134 hoe ga i k schrijven ?
Bij de meeste series staan één of twee hoofdpersonages centraal. Dit geeft de serie een duidelijke focus. Bedenk dus goed wat de kern van je serie is. Een serie kan natuurlijk ook over een ensemble gaan waarin de personages stuk voor stuk even belangrijk zijn, zoals in Friends. Maar meestal bestaat zo’n ensemble toch uit hoofd- en bijpersonages, zoals Lost, waar Dokter Jack meer screentijd heeft dan anderen. Probeer ook bij een ensemblecast het aantal vaste personages te beperken tot een aanvaardbare hoeveelheid.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Toen Sam en Diane eindelijk wat met elkaar kregen, zakte de serie in en werd het paar onmiddellijk weer uit elkaar gehaald.
135
De beide karakters zijn bijna volstrekt complementair. Ze komen dan ook vaak tegenover elkaar te staan. Sean wil bijvoorbeeld Pro Deo werk doen, Christian niet. Maar ze moeten samen ook een eenheid vormen, want in hun kliniek kunnen ze niet zonder elkaar. Operaties moeten vaak letterlijk samen worden uitgevoerd. Maar hun relatie is nog complexer. Sean, Christian en Julia zijn oude studievrienden. Julia heeft haar medische carrière vanwege de kinderen opgegeven, vandaar haar rancune ten opzichte van Sean. Julia kan haar hart uitstorten bij Christian, die echter heimelijk verliefd op haar is. Dit geeft ook zijn dwangmatig versieren een diepere laag. Seans rebellerende zoon Matt wil niets van zijn vader aannemen, maar loopt weg met Christian et cetera. Een veel gebruikte manier om over je personage-ensemble na te denken is je cast, ook al is het van een politiebureau of een ziekenhuis, in te delen als een substituut familie. Wat een serie helpt, is als de karakters op een specifieke manier tot elkaar staan en contrasteren. Dus: wat is de relatie van een karakter met de andere karakters? Bedenk of het bondgenoten of vijanden zijn, of iets ertussenin. Bovendien kan een relatie op meer niveaus werken. Dit geeft de karakters gelaagdheid, maakt ze driedimensionaal. Ook kunnen in een relatie op een ander niveau de rollen zelfs omgekeerd zijn. Bijvoorbeeld: twee mannen runnen samen een bedrijf, zijn partners, maar worden rivalen in de liefde omdat ze verliefd worden op dezelfde vrouw. In drama werken driehoeksrelaties altijd goed. Bij A ll in the Family staan vader Archie en schoonzoon Michael tegenover elkaar, zodat dochter Gloria regelmatig gedwongen wordt te kiezen tussen haar vriend en haar vader. In House M.D. zijn House en Wilson rivalen in hun liefde voor dokter Lisa Cuddy. Christian, Sean en Julia vormen in N ip/Tuck een driehoek, net als Christian, Sean en Matt. Soms lijken de onderlinge relaties allemaal
Afleveringen
Begin met een verhaal, een halve pagina, om zo te illustreren wat voor soort verhalen je wilt vertellen. Dit kan bijvoorbeeld het verhaal van de eerste aflevering zijn, als die niet teveel afwijkt van de latere. Zo zet je gelijk de personages, het thema en de toon neer. Vervolgens vertel je in het kort in welke situaties de personages worden geplaatst, wat de basisstructuur van die situaties is, wat het effect van die situaties op de personages is en wat voor effect de personages op de situaties hebben. Vervolgens schets je in synopsissen van een halve pagina (alle) afleveringen voor het eerste seizoen. Daarnaast kun je ook ‘springplanken’ voor verhalen opschrijven. Dat zijn ideeën voor verhalen in één tot drie zinnen. Zo laat je zien dat een serie meer seizoenen mee kan. Beschrijf eventueel ook welke groei de serie en de personages doormaken, en wat voor gevolgen dat voor hen heeft.
136 hoe ga i k schrijven ?
In essentie moet een succesvolle langlopende televisieserie consistent zijn. Het publiek schakelt elke week weer in om ‘hetzelfde’ te zien. Kijkers willen fascinerende en meeslepende verhalen zien, in een arena en/of met personages waar ze een band mee hebben opgebouwd. Denk aan het succes van Baantjer. In NYPD Blue onderzoeken detective Andy Sipowicz en zijn partner een gruwelijke misdaad, vinden ze een verdachte en persen ze er vervolgens een bekentenis uit. In The X-files onderzoeken twee FBI agenten een mysterieus paranormaal fenomeen waarvoor een wetenschappelijke verklaring blijkt te zijn.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
erg geconstrueerd, en dat zijn ze natuurlijk ook. Maar als je ze goed introduceert en vertelt, accepteert de kijker dat graag. Het levert namelijk heel veel stof op voor conflict. De oorspronkelijke constructie verdwijnt als het goed is gedurende de serie steeds meer naar de achtergrond.
5.5 Personages Het belangrijkste ingrediënt van drama zijn je personages. Films gaan meestal over mensen die veranderen. Langlopende televisieseries, vooral comedyseries, gaan over het algemeen over mensen die niet veranderen. Tv-personages mogen wel ontdekkingen doen. Ze mogen een les leren, maar die zijn ze vaak aan het begin van de volgende aflevering op mysterieuze wijze weer vergeten.
137
Karakters zijn complex en oneindig divers. Hier zit ook de echte originaliteit. Karakters worden rijker door complexiteit. Mensen zijn complex en zelfs paradoxaal. Ze zijn goed, ze zijn slecht, ze zijn zwak, ze zijn sterk, ze zijn slim en ze zijn dom. Imperfectie maakt een personage menselijk. En een belangrijke pijler van een personage is het verschil tussen iemands zelfbeeld en het beeld dat de omgeving, of de kijker, van hem heeft. Dat kan ook een belangrijke bron van comedy zijn. Vaak definiëren we onze personages door middel van hun beroep. Dat doen we in het dagelijkse leven ook. “Hoe heet je?” en “wat doe je?” zijn vaak de eerst gestelde vragen. Maar mensen en dus ook personages zijn meer dan dat. Ze komen pas echt tot leven als ze ook wat eigenaardigheden hebben. Neem een detective, maak er een onhandig knoeiende, mompelende en snel afgeleide man van in een gekreukte regenjas en je hebt Columbo. De grootste uitdaging is om je fictieve personages even goed te leren kennen als de mensen in je dagelijks leven. Dat is het moment waarop personages tegen je gaan praten, dan komen ze zelf met ideeën. Dat maakt je werk makkelijker, maar soms ook moeilijker, omdat ze dan niet meer doen wat je dacht dat ze zouden moeten doen. Dat is het moment dat personages echt tot leven komen.
Iswelkeheeftwathoewaarwelkspreektwaaromvindtwievoelde rationaliseerthoudtzietgazalontstijgtbetrektrichtblijftgedraagt verschuiftgedragendraaitwordenzorgtkanloopthebzijnkunnen komtneemtspeeltwektomvatzitvoertgebruiktdagdroomtwordt beseftvreestlijktvoldoetbereiktsteektsluitvloeitstaanhandelen komenhebbenpassenkrijgtgaatkijktstartgeeftonderschatweet zoupastbevatverlopenleestvertelvoegtstuwtspreken? beschrijf
Om je personages (m/v) te construeren, kun je een complete biografie schrijven, maar dat kost veel tijd. Je kunt ook een karakterdossier aanleggen. Een karakterdossier schrijf je voor jezelf om je personage beter te leren kennen, het merendeel zul je waarschijnlijk niet in het scenario terugzien. Hoe zo’n karakterdossier eruitziet bepaal je zelf, je hoeft ook niet alle vragen te beantwoorden; het is vooral een inspiratiebron.
Vragenlijstjes zijn nooit volledig en soms werkt het beter ze juist niet te gebruiken. Je mag ook alles vergeten of veranderen wanneer de verdere ontwikkeling van het scenario daarom vraagt (met dank aan Dick Ross en Lajos Egri). • Naam; geslacht; leeftijd; nationaliteit; uiterlijke kenmerken; kleding. • Lichamelijke verzorging; eet- en drinkgewoontes; manieren. • Is het personage tevreden met hoe hij of zij eruitziet? • Beschrijf de jeugd van het personage: en de relatie die het vroeger had met ouders, broers en zussen en andere belangrijke personen. • Activiteiten als kind: hobby’s en interesses. • Sociale klasse; geloof; opgegroeid in stad, dorp of op platteland. • Opleiding na middelbare school, baantjes en eventueel militaire dienst. • Welke gebeurtenissen hebben het karakter van het personage
140 hoe ga i k schrijven ?
Personages zijn geen karakterdossier. Ze doen soms ook onverwachte dingen en die zijn meestal het interessantst. Soms volgen die uit het karakterdossier, maar soms weet je het niet en weet het personage het zelf ook niet. Dan is de regel: als het voor jou ‘goed’ voelt, als je personage er rijker en niet ongeloofwaardiger door wordt, is het goed. Over het algemeen is het een goed teken als je personages je verrassen, zo leer je ze beter kennen.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Vragenli jst
141
voor een belangrijk deel gevormd? En welke invloed heeft dat op het huidige gedrag? • Beschrijf de huidige relatie van het personage met zijn/haar ouders, kinderen en andere belangrijke personen. • Beschrijf het huiselijk-, liefdes- en seksleven van het personage. • Heeft het personage kinderen? Zo ja, beschrijf zijn/haar relatie met hen. Zo niet, beschrijf zijn/haar houding ten opzichte van kinderen. • Beschrijf de moraal van het personage, zijn/haar normen en waarden. • Wat is het beroep van het personage? • Beschrijf de relatie van het personage met zijn/haar baas en collega’s. • Wat vindt het personage van zijn/haar huidige werk? • Hoe ziet de vrijetijdsbesteding van het personage eruit? Hobby’s, interesses, cultuur, sport en uitgaan. • Beschrijf zijn/haar filosofie en houding ten opzichte van het leven. • Beschrijf zijn/haar politieke overtuiging. • Hoe zit het met zijn/haar zelfvertrouwen, omgang met tegenslagen, complexen, zoals obsessies, remmingen en neuroses, bijgeloof, vaardigheden, talenten, kwaliteiten, zoals fantasie, beoordelingsvermogen en gevoel voor humor. • Wat zijn de belangrijkste karaktertrekken van het personage? Vaak worden de volgende factoren onderscheiden: deugdzaamheid, competentie, extraversie, mildheid, ordelijkheid, neuroticisme, hedonisme en volgzaamheid. • Wat is de beste en slechtste eigenschap van het personage? • Wat is de beste en slechtste eigenschap volgens het personage zelf? • Wat is de meest verrassende eigenschap van het personage? • Je kunt ook persoonlijkheidstypen gebruiken zoals het enneagram of de Myers-Briggs type indicators; er zijn op internet veel sites over persoonlijkheidstypen.
Om dialoog van het personage te schrijven: • Hoe welbespraakt is het personage? • Spreekt het personage met een accent of in dialect? Zo ja, beschrijf het. • Spreekt het personage straattaal, Bargoens of de taal van een specifieke sociale klasse? Gebruikt het jargon? Zo ja, beschrijf het.
142 hoe ga i k schrijven ?
De antwoorden op de voorgaande vragen geven je een beeld van het personage en hoe hij of zij functioneert in het leven. De volgende vragen geven je een beeld hoe het personage (m/v) in het verhaal functioneert: • Wat is het doel van het personage? Waarom wil het dat doel bereiken? • Wat is de wil van het personage? Zijn/haar werkelijke behoefte, diepere, vaak verborgen, wens? • Wie of wat staat in de weg om dat doel te bereiken? Waarom? • Wat zijn goede en slechte eigenschappen van het personage, benoem deugden en gebreken. Voor een comedy: schets in welke opzichten het personage is uitvergroot en hoe dat geloofwaardig blijft. • Welke deugd helpt het personage zijn/haar doel te bereiken? Welk gebrek houdt hem/haar tegen? Wat is zijn/haar achilleshiel? Wat is zijn/haar geheim?
wegwijzer voor scenarioschrijvers
• Waar is het personage trots op? Beschrijf zijn/haar ambities en successen. • Waar schaamt het personage zich voor? Beschrijf zijn/haar grootste teleurstellingen en frustraties. • Beschrijf de gezondheid van het personage. Ziekten, handicaps, verslavingen et cetera. • Hoe intelligent is het personage? • Beschrijf de relatie van het personage met de andere personages in het verhaal. Wat vinden ze van elkaar? Waar zitten de onderlinge conflicten?
143
Om het personage nog beter te leren kennen: • Wat vindt het personage van zijn/haar vader? Wat heeft het lief en wat haat het aan hem? Hoe is hij/zij beïnvloed door hem? Idem voor moeder, broers en zussen? • Hoe was de opvoeding? Streng of vrij? Beschermd of niet? Voelde het personage zich geliefd of afgewezen? • Wat was de economische situatie van zijn/haar familie? Waren er problemen, zoals ziektes, scheiding, alcoholisme, huiselijk geweld et cetera. • Hoe religieus waren ze thuis? Wat vindt het personage zelf van religie? • Welke opleiding volgde het personage? Afgestudeerd of gesjeesd? Wat vond het van school en vervolgopleidingen, leraren, klasgenoten? Was hij/zij betrokken en geïnteresseerd? Was hij/zij populair of werd hij/zij gepest? • Vindt het personage zichzelf geslaagd in het leven? • Breng de vrienden en vriendinnen in beeld. Waarom zijn ze bevriend? • Wie is zijn/haar geliefde? Waarom hebben ze wat met elkaar gekregen? Hoe hebben ze wat met elkaar gekregen? Wat is zijn/haar ideale type? Wat verlangt het personage van zijn/haar partner? Hoe behandelt het personage zijn/haar partner? Hoe denkt het personage over en wat vindt hij/zij van seks? • Hoe ziet het huis van het personage er uit? Wat is zijn/haar smaak? • Wat voor rol speelt het personage thuis? Welke rol zou hij/zij thuis willen spelen? • Welke sociale en politieke gebeurtenis hebben de meeste indruk op het personage gemaakt? • Wat voor sociale-, culturele- en groepsevenementen bezoekt het personage? Welke rol zou hij/zij graag spelen? Wat voor rol speelt hij/zij daar werkelijk? • Wie zijn de helden van het personage? Waarom? • Wie en wat voor soort mensen haat het personage? Waarom? • Heeft het personage last van eigendunk? Is hij/zij wraakzuchtig?
Probeer voor een synopsis of seriebijbel je beschrijving zo kort mogelijk te houden, maar wel zo specifiek mogelijk. Concentreer je op zijn of haar belangrijkste eigenschappen. Wat is de meest uitgesproken eigenschap van het personage? Gebruik geen ellenlange opsommingen van bijvoeglijke naamwoorden of bijwoorden. Beperk je tot een enkel goedgekozen woord. Wees niet bang om je personages een beetje zwart-wit neer te zetten. De nuancering komt later. Begin met de essentie van het personage in één korte zin of omschrijving. Bijvoorbeeld: rots in de branding, dwangmatig
144 hoe ga i k schrijven ?
Personagebeschrijving
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Rationaliseert het zijn/haar fouten? Hoe accepteert het zijn/haar fouten en tekortkomingen? Houdt hij/zij ervan te lijden? Ziet hij/zij graag anderen lijden? • Heeft het personage veel fantasie? Dagdroomt hij/zij vaak? Is hij/zij vaak ongerust? Leeft hij/zij in het hier en nu of in fantasie of herinneringen? • Hoe reageert het personage op nieuwe dingen? Waar maakt hij/zij graag grappen over? Heeft het zelfspot? Is het zich bewust van zijn/haar talenten, tekortkomingen of rare gewoontes? • Hoe reageert het personage op stressvolle situaties? Defensief of agressief? • Wat is de grootste wens van het personage? Hoe jaagt hij/zij die na? Wat is hij/zij bereid daarvoor op te offeren? • Wat is de grootste angst van het personage? • Is het personage bereisd? Waar is hij/zij geweest? Waarom? Wat vond hij/zij in het buitenland en wat herinnert hij/zij zich? • Beschrijf het fysiek, gebaren, loop, stem, gezichtsuitdrukkingen, tics et cetera. • Wat voor emoties roept het personage bij jou op? Waarom wil je over hem/haar schrijven? Waarom zouden mensen enthousiast over of geïntrigeerd door hem/haar moeten zijn?
versierder, wijsneus of domme collega. Beschrijf de belangrijkste aspecten van het personage. Beschrijf de relatie van het personage met de andere personages. Schets de botsingen tussen de verschillende personages en hun onderlinge conflicten. Voor een serie: hoe zijn of worden de conflicten gerelateerd aan de verhalen, zowel in individuele episodes als op de lange termijn. Beschrijf eventueel welke groei de serie en het personage doormaken, en wat dat voor gevolgen heeft.
5.6 Afleveringen 145
Een idee voor een aflevering moet voldoen aan de verwachtingen van een serie. Een aflevering bestaat vaak uit de volgende basiselementen: een (hoofd)personage heeft een doel, een probleem of hij krijgt een kans. Het personage treedt obstakels en/of een antagonist tegemoet. Als het personage slaagt, wint hij en/of de wereld iets wat hij daarvoor nog niet had: de inzet. En/of als het personage faalt is hij en/of de wereld slechter af dan wanneer hij het niet geprobeerd zou hebben: het gevaar. In tv-series komt ‘het gevaar’ vaker voor dan ‘de inzet’. Dat komt omdat de wereld in een tv-serie niet echt veranderd. Het is makkelijker om iets op het spel te zetten dat een personage al heeft. Dan kan het personage winnen, er in slagen om het te behouden, zonder dat de opzet van een serie veranderd hoeft te worden. Als het goed is, bij verhalen die van buiten komen zoals in een politie-, advocaten- of ziekenhuisserie, resoneert er iets uit de zaak bij één van de hoofdpersonages. Hij of zij heeft dan ook een emotionele binding met de zaak. Een goed verhaal stelt een personage ook op de proef. Alle personages hebben goede en slechte eigenschappen, hun deugden en gebreken. Een aflevering focust zich vaak op één van die sterke of zwakke punten van hun karakter. Het dwingt een personage om een gebrek onder ogen te zien, of het verandert juist één van zijn deugden in een
De plot
1
Ontsteking. Er doet zich een probleem voor. 2 Twijfels. Gaat het personage met het probleem aan de slag of niet? 3 Geen weg meer terug. Het personage verbindt zich aan het probleem. 4 Niet-effectieve strijd. Het personage pakt het probleem op de verkeerde manier aan. 5 Een zeker succes. Het personage boekt een eerste succes. Afhankelijk van de lengte van een aflevering kunnen de stappen 4 en 5 vaker voorkomen. 6 Keerpunt. Alles blijkt anders te zijn. Een gebeurtenis die op natuurlijke wijze uit het verhaal voortvloeit en het verhaal op zijn kop zet, meestal het tegengestelde van stap 1 of 3. 7 Tegengestelde strijd. Het personage moet nu eerst een ander probleem oplossen. 8 Shit point! Het personage faalt en dit veroorzaakt doffe ellende. 9 Plan B. Het personage moet nóg een andere manier vinden om het probleem op te lossen.
146 hoe ga i k schrijven ?
Guy Meredith heeft een stappenplan ontwikkeld voor de plots van comedyseries, maar het is ook voor andere genres toepasbaar. De eerste akte bestaat uit de stappen 1 tot en met 3, de tweede akte uit stappen 4 tot en met 8 en de derde akte uit stappen 9 tot en met 11.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
risicofactor. Sam Malone in Cheers is bepaald geen intellectueel (gebrek). Als Diane hem plaagt dat hij altijd met domme vrouwen uitgaat, probeert Sam haar ongelijk te bewijzen door eens met een slimme meid uit te gaan. Jed Bartlet, de president in W est Wing, is een moraalridder (deugd). Als men er achter komt dat een minister van het land Qumar een terroristische aanslag op de VS voorbereidt, moet Bartlet een geheime operatie goedkeuren om de minister te kunnen vermoorden.
point! Het personage faalt volledig en dit leidt tot grote verslagenheid. Pas nú dringt het echte besef van zijn of haar eigen falen door. Het stelt het innerlijke conflict van het personage aan de orde, het gevolg van één van zijn of haar gebreken of deugden. 11 Ontknoping & verwerking. De oplossing van de plot en de gevoelens van de personages hierbij. 10 Deepshit
Hieronder volgen twee voorbeelden, de eerste van een comedyserie van circa vijfentwintig minuten, de tweede van een politieserie van circa vijftig minuten. 147 Voorbeeld 1: The Good Son, Aflevering 1 van het eerste seizoen Frasier. 1 Ontsteking: Martin, Frasier’s vader, kan niet meer voor zichzelf zorgen. 2 Twijfels: wie neemt hem in huis? Frasiers broer Niles of Frasier zelf? 3 Geen weg meer terug: Frasier stelt zijn huis beschikbaar. 4 Niet-effectieve strijd: samenwonen met Martin blijkt nog erger dan voorzien. 5 Een zeker succes: Frasier bijt op zijn tanden en probeert er het beste van te maken. 6 Keerpunt: Niles stelt voor een werkster in dienst te nemen. 7 Tegengestelde strijd: een werkster die Martin bevalt, blijkt niet makkelijk te vinden. 8 Shit Point!: eindelijk een werkster gevonden, Daphne, maar die komt ook inwonen. 9 Plan B: Frasier speelt open kaart met Martin. 10 Deepshit point!: grote ruzie tussen Frasier en Martin. 11 Ontknoping & verwerking: Martin belt in tijdens Frasiers radio show, excuseert zich en ze verzoenen zich.
De volgende vragenlijst kun je na de eerste versie van een script gebruiken om het te toetsen, als je gebruik maakt van de klassieke dramaturgie (met dank aan Paul Bertram, Michael Ray Brown en Dick Ross). Lijstjes zijn echter nooit volledig en soms werkt het beter ze juist niet te gebruiken. Thema: is het verhaal relevant en actueel? • Wat is je passie voor jouw verhaal? • Wat is het thema van je verhaal? Is het de moeite waard? • Is de plotvraag helder? Zal het de hoofdpersoon lukken om... ? • Sluit het onderwerp aan op de huidige tijdgeest? • Heeft je verhaal eigenheid? Ontstijgt het de alledaagsheid? • Ga je ver genoeg? • Wat is de belangrijkste emotie die je bij het publiek wilt oproepen?
148 hoe ga i k schrijven ?
5.7 Vragenlijst drama
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Voorbeeld 2: De vrouw van de politieman Martha’s man, een politieagent, wordt gedood door een bomaanslag. 2 Ze wil zo niet verder, haar leven is zinloos geworden. 3 Ze besluit om de aanslag zelf te gaan onderzoeken. 4 Ze strijkt daarbij invloedrijke mensen tegen de haren in. 5 Ze ontdekt bewijzen van corruptie bij de politie. 6 Ze ziet haar man, levend. 7 Ze kan niemand van haar gelijk overtuigen, omdat ze hen tegen zich in het harnas heeft gejaagd. 8 Er wordt een aanslag op haar gepleegd. 9 Ze probeert de samenzweerders in de val te lokken. 10 Martha wordt zelf in de val gelokt. 11 ? 1
149
Ga je ver genoeg?
Geloofwaardigheid: draait het verhaal om geloofwaardig menselijk handelen? • Is de premisse intrigerend en geloofwaardig? • Zijn de gebeurtenissen geloofwaardig; worden de regels van het universum snel duidelijk gemaakt? • Gedragen de personages zich geloofwaardig? • Kan het publiek de gevoelens en emotionele reacties van de personages zien en begrijpen, ook zonder dialoog, monoloog of voice-over? Zijn ze logisch? • Wordt de plot voortgestuwd door het handelen van de personages, en niet door toeval? • Zorgt de protagonist voor de ontknoping van het verhaal, zodat het einde niet wordt bepaald door krachten van buitenaf?
150 hoe ga i k schrijven ?
Empathie en sympathie: geeft het publiek om de hoofdpersonen? • Betrekt de hoofdpersoon het publiek emotioneel bij het verhaal; is zijn wil sterk genoeg? • Kan het publiek zich met de hoofdpersoon identificeren? • Kan het publiek zich inleven in de situatie waarin de hoofdpersoon verkeert? • Richt onze sympathie/empathie zich op één hoofdpersoon en niet op meerdere personages? • Blijft onze sympathie bij de protagonist; verschuift zij niet naar de antagonist?
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Inhoud, budget en toon: is het verhaal geschikt voor het gekozen medium? • Is het geschatte budget in overeenstemming met het verwachte bezoekers- of kijkersaantal en het beschikbare budget? • Wat is de doelgroep? • Is er genoeg plot, maar ook weer niet te veel? • Is het gekozen medium het best voor dit verhaal; is het visueel genoeg? • Worden het genre en de toon snel genoeg duidelijk?
Begrijpelijkheid: is het verhaal uniek, begrijpelijk en navoelbaar? • Is het verhaal al eens eerder verteld? Zo ja, geef je er dan een unieke draai aan? • Zal het publiek de taal, symbolen en verwijzingen van het verhaal begrijpen? • Kan het publiek zich herkennen in de wereld van het verhaal? • Spreekt het verhaal universele emoties aan? • Wordt de verteltoon consequent volgehouden?
151
Doel en intentie: heeft de protagonist een sterke drijfveer en een duidelijk doel? • Is het leven van de protagonist aanvankelijk uit balans? • Heeft de protagonist zich aan het probleem verbonden? • Wat is de wil – het oppervlakkige, plotmatige streven – en wat is de werkelijke behoefte – het universele, diepe en vaak niet tastbare streven – van de protagonist? • Heeft de protagonist een sterke drijfveer? • Wat staat er op het spel? Wat kan de protagonist verliezen? • Wat kan de protagonist winnen als hij of zij succesvol is? • Wordt snel genoeg duidelijk dat de protagonist het ‘evenwicht’ wil herstellen? • Wordt snel genoeg duidelijk wat de protagonist van plan is? • Is er verschil tussen de wil en de werkelijke behoefte van de protagonist? Gevaren en hindernissen: loopt de protagonist een zeer grote kans dat hij zijn doel niet bereikt? • Heb je het voor de protagonist wel moeilijk genoeg gemaakt om zijn doel te bereiken? • Zijn de hindernissen geloofwaardig en voldoende gevarieerd; lijken ze niet te bedacht? • Kunnen de hindernissen nog groter worden gemaakt, zonder de geloofwaardigheid te verliezen?
Verwachting en voortgang: blijft er voor het publiek steeds wat te raden? • Speelt er altijd een vraag voor het publiek? • Blijft de centrale vraag van begin tot einde hetzelfde? • Overlappen de subplots elkaar genoeg om het verhaal gaande te houden? • Blijft het ritme van de film onvoorspelbaar? • Neemt de spanning geleidelijk toe? • Zijn er onverwachte wendingen? • Heb je de verrassingen niet van te voren weggegeven? • Wekt elke scène verwachtingen? Compositie: is er een eenheid van thema en wordt dat op diverse manieren belicht? • Is er sprake van een sterke verhaallijn in plaats van een aaneenschakeling van willekeurige gebeurtenissen? • Omvat je scenario één film of één aflevering, niet twee of meer afzonderlijke? • Zijn er genoeg subplots om het thema van alle kanten te belichten?
152 hoe ga i k schrijven ?
Conflict: heeft de antagonist het op hetzelfde doel/personage/ object voorzien als de protagonist? • Wat is het centrale conflict? Draait het centrale conflict om een belangrijk personage of doel? • Komt het centrale conflict voort uit de protagonist? • Wie of wat houdt de protagonist tegen om zijn of haar doel te bereiken? • Zijn er conflicterende belangen in elke scène? • Is het conflict specifiek en duidelijk gemaakt?
wegwijzer voor scenarioschrijvers
• Zijn de inspanningen die nodig zijn om de hindernis te nemen minstens net zo groot als de wilskracht van de protagonist? • Is de tijdsdruk duidelijk en voldoende? • Zijn er complicaties?
• Is het hoofdplot belangrijker dan alle subplots? • Zit er genoeg afwisseling in het tempo? • Elke verhaal belooft een ‘verplichte’ scène. Wordt deze belofte ingelost?
153
Spanning: voert de protagonist een ogenschijnlijk hopeloze strijd tegen de tijd, en/of heeft hij ogenschijnlijk alles al geprobeerd? • Weet de protagonist wat er gebeurt als hij zijn doel niet bereikt? • Beseft de protagonist welke gevaren en hindernissen hem te wachten staan? • Vreest het publiek de fuik waarin de protagonist zich begeeft; lijkt de situatie uitzichtloos? • Heeft de protagonist beperkte tijd of keuzemogelijkheden? • Wordt de spanning hoog genoeg opgevoerd? Ontknoping: herstelt het einde het evenwicht; zijn er geen losse eindjes? • Is er een duidelijke ontknoping? • Voldoet de ontknoping aan de verwachtingen die gewekt zijn, maar is zij toch verrassend? • Zit de grootste crisis van de protagonist aan het eind en is zij visueel? • Zit het dramatische hoogtepunt aan het eind? • Bereikt de protagonist meteen na de climax zijn doel? • Steekt de protagonist iets op van de ontknoping? • Sluit de ontknoping aan bij het thema? • Vloeit het eind logisch voort uit het voorgaande; komt het niet uit de lucht vallen? • Is de toon van het slot die van het hele verhaal? • Worden alle plotlijnen afgerond? Personages: staan ze in dienst van het verhaal en komt het verhaal uit hen voort? • Handelen de personages op basis van hun karakter en wil? • Worden relaties op de proef gesteld?
154 hoe ga i k schrijven ?
Presentatie en perspectief: gaat het scenario over het belangrijkste? • Heb je het juiste tijdstip en de juiste plaats gekozen voor het begin en het eind? • Heb je voor het juiste perspectief gekozen om dit verhaal te vertellen? • Kijkt het publiek vanuit het perspectief van het personage waarmee het zich het sterkst verbonden voelt? • Blijft het perspectief consequent? • Start elke scène zo laat mogelijk, en eindigt zij zo snel mogelijk na de climax? • Heeft elke scène een specifieke uitkomst? • Zijn alle flashbacks, flash-forwards, fantasie- en droomsequenties duidelijk ingeleid, gemotiveerd en noodzakelijk?
wegwijzer voor scenarioschrijvers
• Zijn de personages origineel en niet stereotiep? • Komen de houding en het karakter van de personages aan bod, en niet alleen hun oppervlakkige trekjes? • Wat is de karakterboog van de personages? • Hebben de hoofdpersonages de mogelijkheid om te ‘groeien’? • Hebben de personages zowel interne als externe conflicten? • Is de backstory aanwezig en duidelijk? Wat is zijn of haar ‘emotionele bagage’? • Passen de personages bij dit specifieke verhaal? • Is elk personage noodzakelijk voor het verhaal? • Is het ensemble divers genoeg? Is er genoeg onderling contrast? • Heeft de protagonist een slechte eigenschap die hem/haar in de weg zit? • Wordt de interne ontwikkeling van de protagonist gereflecteerd in het verloop van het verhaal? • Krijgt de protagonist een moment van zelfinzicht waardoor hij/zij zijn doel kan bereiken? Wordt dit ook voor het publiek duidelijk voel- en zichtbaar?
• Is er een voice-over? Wordt die vroeg genoeg geïntroduceerd? Is hij noodzakelijk?
155
Expositie en informatie: geeft het scenario genoeg informatie, maar niet te veel? • Heb je het publiek genoeg informatie gegeven om het verhaal te begrijpen? • Onderschat je het publiek niet? • Is alle expositie boeiend en onnadrukkelijk of indirect? • Is elk stukje informatie nodig voor het verhaal? • Bij een mysterie, kan de informatie nog beter verborgen worden? • Weet het publiek meer dan het hoofdpersonage? Dit draagt bij aan het creëren van spanning. • Zou het beter werken als het publiek tegelijkertijd met het hoofdpersonage informatie krijgt, of zelfs later? • Als er cruciale informatie wordt achtergehouden voor een verrassingseffect, komt dat dan niet gekunsteld over? • Is de beschrijving filmisch; alleen wat je kunt zien en horen? • Zijn eventueel jargon of specialisme ook voor de leek begrijpelijk gemaakt? Setting: worden tijd en plaats effectief gebruikt? • Past de locatie bij dit specifieke verhaal? • Bevat de arena genoeg couleur locale? • Worden arena en tijd in het verhaal genoeg uitgebuit? • Hebben de locaties een specifiek karakter dat de stemming of de spanning van een scène kan verhogen? • Is de tijd die het verhaal neemt in overeenstemming met de ontwikkelingen die plaatsvinden? • Verlopen de overgangen in plaats en/of tijd soepel? Zijn ze goed voorbereid? • Heb je voldoende research gedaan? • Heeft een expert het scenario gecontroleerd op anachronismen en onzorgvuldigheden?
Meer informatie • De 36 dramatische situaties (2007), Jan Veldman. Handboek met alle mogelijke verhaalideeën op een rij, met voorbeelden uit literatuur, toneel, film en strips. • Films Maken (2009), Roemer Lievaart. Alles over het maken van speelfilms, documentaires en bedrijfsfilms, van scenario tot montage. • Het geheim van Hollywood (2008), Paul Ruven & Marian Batavier. Handboek over een praktische formule voor het maken en analyseren van speelfilms.
156 hoe ga i k schrijven ?
Dialoog: voegt elke zin iets toe aan het verhaal, en is er subtekst? • Stuwt elke zin de scène voort, verdiept hij het karakter van een personage, of veroorzaakt hij een lach? • Is de dialoog tot een minimum beperkt? • Is er sprake van subtekst? • Heeft elk personage een eigen stem? • Spreken personages dialect, met jargon, of Bargoens om ze te karakteriseren of extra kleur te geven? • Is elke regieaanwijzing noodzakelijk?
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Details en beschrijvingen: leest het scenario als een aflevering of film? • Is elke scène noodzakelijk? • Vertel je je verhaal met beelden? • Bevat de beschrijving alle details die nodig zijn om het verhaal te vertellen? • Is elk detail zinvol en noodzakelijk? • Zijn er objecten die symbool staan voor iets of iemand? Is dat ook duidelijk voor het publiek? • Geeft het scenario de acteurs de mogelijkheid om te acteren? • Is elke camera-aanwijzing noodzakelijk? • Is de gekozen stijl geschikt voor het genre? • Zijn alle spel-, grammatica-, format- en opmaakfouten eruit?
• Kill Your Darlings (2007), Rogier Proper. Handboek over scenarioschrijven en een prima overzicht van de Nederlandse film- en televisiewereld. • Rijk door 1 zin (2009), Paul Ruven & Marian Batavier. Handboek over richtlijnen waar een filmidee van een paar regels aan moet voldoen. • Schrijven voor film, toneel en televisie (2009), Ger Beukenkamp. Handboek over schrijven voor toneel, film en televisie, met smakelijke anekdotes uit de praktijk. • De serie ‘Eerste hulp bij prijsvragen’, hier verkort weergegeven, heeft in Plot van Lente 2006 tot en met Lente 2008 gestaan, zie www.netwerkscenario.nl onder Plot Magazine. 157
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
159
6
Hoe ga ik te werk? Hoe beter de werkomstandigheden, hoe beter je presteert. Deadlines haal je vaak makkelijker als je je werkzaamheden goed plant. Heb je een stok achter de deur nodig, dan kan een schrijfpartner of schrijfgroep een oplossing zijn. Brainstormen kan tot nieuwe oplossingen leiden en met een groep brainstormen geeft vaak nog betere resultaten. Daar gaat dit hoofdstuk over. Ook hier geldt: iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips die bij jou passen. Gene Fowler: “Schrijven is makkelijk. Je hoeft alleen maar naar een wit blad papier te staren tot er bloeddruppels op je voorhoofd komen.”
Werkritme & werkr uimte
Schrijven is voor de meesten werken volgens rituelen; gewoontes die je er gaandeweg in slijpt. Probeer een werkritme te vinden, een dag- en weekindeling. Experimenteer met verschillende ritmes en dagindelingen en kijk wat je het beste past. Een vuistregel voor zittend werk is: een uur werken en dan vijf minuten pauzeren om even te ontspannen en te bewegen. Het is soms moeilijk om na een werkdag je schrijfwerk achter je te laten. Voorkom dat je met een vol hoofd blijft rondlopen door je werkdag écht af te sluiten. Sluit bij voorkeur af op een punt waarop je ziet hoe je verder kunt. Bedenk wat je succesvol hebt afgerond en maak een plan hoe en wanneer je de volgende dag verder gaat. Schrijf de dingen op die je niet mag vergeten en ruim eventueel je bureau op. Zorg voor een goede werkplek, een plek waar je je prettig voelt. Aan een werktafel thuis of in een aparte werkruimte? In een ruimte alleen of met anderen? Onder welke omstandigheden schrijf je het lekkerst? In een stille of rumoerige omgeving? Muziek op
160 H oe ga i k te wer k ?
Om geconcentreerd te kunnen schrijven, heb je werkritme nodig, een prettige werkruimte, concentratie en tijd.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
6.1 Werkomstandigheden
de achtergrond? Kijk ook naar de fysieke omstandigheden. Een groot bureau, een goede stoel en een ergonomisch verantwoorde computeropstelling verhogen het werkplezier, zie www.rsi.algemeen.nl onder ‘Wat kun je eraan doen’ en www.muisarm.nl onder ‘Ergonomie’. Het zorgt er ook voor dat je minder snel last krijgt van RSI. En kijk of de ruimte goed is geventileerd. Plannen
161
Goed plannen is allereerst tijd maken voor de schrijfarbeid. Welke (schrijf)taken zijn het dringendst? Welke het belangrijkst? Zo kun je je taken ordenen, de belangrijkste en dringendste eerst. Douglas Adams: “I love deadlines. I like the whooshing sound they make as they fly by.” Elke poging tot concentratie of ontspanning strandt zolang in je achterhoofd een lijst van taken blijft galmen. Schrijf ze op, maak lijstjes volgens een systeem dat bij je past; zo word je baas over je agenda en kun je je concentreren op wat belangrijk is: schrijven. Breng al je afspraken onder in één systeem zoals een agenda of organizer. Plan moeilijke taken, of taken waarvoor je veel energie nodig hebt op tijden dat je je fris voelt. Wissel deze af met momenten waarop je minder veeleisende taken doet, zoals je mail beantwoorden. Plan ook tijd om je administratie bij te houden. Een planningstechniek om je zelfvertrouwen op te krikken heet ‘smartdoelen’. Smart is een acroniem voor specifiek, meetbare, acceptabele, realistische en tijdsgebonden doelen. Een doel kan zijn: een aantal uren, een aantal scènes of pagina’s schrijven. Stel jezelf realistische doelen. Plan dingen concreet en in kleine stapjes. Als je dat doet, zie je ook resultaat. Probeer je daar vervolgens aan te houden en beloon jezelf als je je doelstelling haalt. Bedenk bij het plannen: • Is het haalbaar? Bestaat er een goede kans op succes? • Wat heb je nodig? Moet je eerst research doen? Hoeveel tijd kost
Geconcentreerd kunnen werken is ook een sleutel tot succes. In totale concentratie raken is wat sporters de ‘flow’ noemen; je hebt je voor alles, de druk en de verwachtingen, afgesloten. Dus schrijven zonder overtollige ballast van verleden en toekomst. Dat kan lastig zijn, want ieder mens leeft met trauma’s van het verleden en wensen voor de toekomst. Gedragscondities om in de flow te raken zijn volgens Maria Hopman in haar boek Creativiteit onder druk: • Je weet wat er gedaan moet worden. • Je weet in te schatten hoe goed het gaat. • Je voelt dat jouw capaciteiten toereikend zijn; er is evenwicht tussen uitdaging en vaardigheid. • Je concentreert je optimaal op je bezigheid: actie en bewustzijn zijn één. Het subtiele evenwicht tussen uitdaging en vaardigheid vereist dat je je slechts op één ding richt. • Je bent je alleen bewust van wat hier en nu van belang is en laat je niet afleiden.
162 H oe ga i k te wer k ?
Concentratie
wegwijzer voor scenarioschrijvers
dat? Wil je iemand anders je werk laten lezen? Hoeveel tijd kost dat? • Wat is het doel? Probeer zo specifiek mogelijk te zijn. Verdeel vervolgens het traject in kleine stapjes: brainstorm, synopsis, treatment, aantal scènes of pagina’s script, eerste versie, tweede versie, definitieve versie et cetera. • Maak het meetbaar. Wat is je beschikbare tijd? Hoeveel tijd heb je voor elk stuk nodig? Elk traject heeft zo z`n mijlpalen; een begin- en einddatum. • Plan niet te veel. Zorg dat je altijd een tijdbuffer overhoudt van ongeveer vijftig procent. Dat lijkt veel, maar dingen lopen vaak uit of er komt onverwacht iets tussendoor. Bedenk hoe fijn het is om te merken dat je elke dag of week je doelen haalt. • Als je merkt dat je een deadline echt niet haalt, bel dan je opdrachtgever om te overleggen.
• Je wordt zo zeer in beslag genomen door je bezigheid dat er geen ruimte is om aan een eventuele mislukking te denken. • Je bent te sterk bezig met wat je doet om je druk te maken over je zelfbeeld, over wie of wat je bent. • Het besef van tijd raakt in de war, met andere woorden je vergeet hoe laat het is en uren vliegen als minuten voorbij. • De activiteit wordt een doel op zich, dat wil zeggen dat je het doet omdat het de moeite waard is en je het niet kunt laten.
6.2 Schrijfpartner 163
Maar zelden beheerst een schrijver alle facetten van het vak even goed. Marc en Roeland Linssen van ScriptStudio in Plot: “Dramaseries in LA worden geschreven in teamverband, niet alleen vanwege de tijdsdruk, maar vooral omdat iedereen uit ervaring weet dat teamwriting tot betere scripts leidt.” Redenen om een schrijfpartner te zoeken zijn volgens Claudia Johnson en Matt Stevens, auteurs van Script Partners: • Samenwerken maakt je een betere schrijver. • Met een schrijfpartner krijg je onmiddellijk feedback. • Een partner helpt bij het overwinnen van schrijfblokkades. • Als je je sterke en zwakke punten kent, kun je ook op zoek gaan naar iemand die je aanvult. • Twee weten meer dan één. • Samen brainstormen werkt beter. • Een schrijfpartner werkt als een stok achter de deur, houdt je gefocust en productief. • Schrijven wordt minder eenzaam met een partner. • Samen kun je makkelijker met tegenslagen omgaan; gedeelde smart is halve smart. Schrijven is voor ieder een heel eigen en persoonlijk werkproces. Zoek daarom eerst in je directe omgeving iemand waar je goed mee kunt opschieten. Je kunt ook een oproep zetten op
Om de samenwerking te bevorderen kun je bijvoorbeeld gezamenlijk andere activiteiten ondernemen, zoals filmbezoek.
165
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
Een schrijfgroep is een makkelijke en goedkope manier om elkaars werk te bespreken en gezamenlijk vakkennis te vergroten. Je kunt bijvoorbeeld een oproep zetten op het prikbord van www.netwerkscenario.nl. Op internet vind je ook digitale schrijfgroepen. Een schrijfgroep werkt als een stok achter de deur en is een ontmoetingsplaats met mensen die dezelfde passie delen. Een schrijfgroep is vaak de eerste plek waar je met je werk naar buiten treedt. Het is dus belangrijk om een veilige en stabiele omgeving te creëren. Zie ook paragraaf 1.6. Schrijven is werk en een schrijfgroep ook. Hier volgen wat tips, met dank aan Catherine Blom.
164 H oe ga i k te wer k ?
6.3 Schrijfgroepen
wegwijzer voor scenarioschrijvers
het prikbord van www.netwerkscenario.nl. Probeer zo specifiek mogelijk te zijn over genre, favorieten en eventueel sterke punten. Het belangrijkste is een schrijfpartner te vinden waar het mee ‘klikt’. Iemand die (min of meer) op dezelfde lijn zit, dezelfde films en tv-series waardeert, dezelfde visie en ideeën heeft over wat een ‘goed’ verhaal is, hetzelfde gevoel voor humor et cetera. Je hoeft het echter niet over alles eens te zijn. Lees eerst wat werk van elkaar, je moet immers wel elkaars vakmanschap respecteren. Zo zie je ook of je elkaars sterke en zwakke punten aanvult. Samenwerken betekent ook compromissen sluiten, conflicten uitspreken en oplossen en jouw idee snel laten vallen als de ander een beter heeft. Met zijn tweeën schrijven gaat niet twee keer zo snel. Besef dat soms de ene meer of sneller werk levert en soms de ander. Op het moment dat je zinnetjes gaat tellen, ben je verloren. Uiteindelijk kom je er alleen achter of het werkt door het te proberen. En je hoeft natuurlijk ook niet alles samen te schrijven.
TIP
Werken in een schrijfgroep • Lees het toegestuurde werk goed en zet tips en/of opmerkingen op papier zodat je dat eventueel na het gesprek kunt meegeven. • Spreek af hoe je een werk gaat bespreken. • Vertel in de groep kort en bondig waar je verhaal over gaat (pitchen) en/of laat ieder kort aangeven wat hij of zij eruit gelezen heeft. • Houd een brainstormrondje voor nieuwe ideeën (zie volgende paragraaf). • Ga respectvol met elkaars werk om en heb oog voor het groei- proces; iets is niet in één keer goed of af. • Probeer je eigen smaak los te laten en het script van een ander op zijn eigen merites te beoordelen. • Ben je echt allergisch voor een bepaalde stijl of genre, geef dat aan en onthoud je van verdere analyse. • Wees specifiek met kritiek en to the point. • Blijf niet herhalen of verduidelijken. • Vindt degene die het werk heeft ingeleverd het genoeg, of slaat hij of zij dicht, stop dan. • Probeer in het ontwikkelen van de samenwerking uit te zoeken wat je stimuleert en waarvan je dichtslaat en geef dat aan. • Breng je eigen creatieve vermogens in en waardeer en stimuleer dat van anderen.
167
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
“I love deadlines. I like the whooshing sound they make as they fly by.”
TIP
Structuur en randvoorwaarden schrijfgroep • Maak een groep niet te groot; bij het bespreken van elkaars werk is vijf á zes het maximum. • Maak van tevoren afspraken over plicht en discipline. Zorg zo voor een balans in wat je geeft en wat je krijgt. • Stel randvoorwaarden op, zoals frequentie, duur en inhoud van de bijeenkomsten, deadlines, soort en omvang van het schrijfwerk, wel of niet voorlezen, genre, ambitieniveau et cetera. • Deelnemers met een andere achtergrond, kennisniveau of ambitie kunnen tot nieuwe en verrassende inzichten leiden, maar de kans bestaat dat gesprekken verwateren. Kennis van scenariovaktermen is een minimum vereiste. • Laat iemand de coördinatie op zich nemen. Zorg voor een up-todate adressenlijst en wijs per keer een plek van samenkomst en een gespreksleider aan. • Houd je vervolgens aan de afspraken. Bel of mail op tijd als het niet lukt. • Stuur je werk op tijd in en geef aan waarover je advies wilt.
• Script Partners: What makes Film and tv writing teams work (2003), Claudia Johnson & Matt Stevens • Creativiteit onder druk (1999), Maria Hopman www.netwerkscenario.nl www.muisarm.nl www.rsi.algemeen.nl
169
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
Meer informatie
168 H oe ga i k te wer k ?
Brainstormen is een methode om nieuwe ideeën te genereren, ideeën die je door gewoon nadenken niet hebt kunnen vinden. Twee veel gebruikte principes zijn: komen tot een heel nieuwe invalshoek (what if…) en het denken via analogie of associatie. Brainstormen kun je alleen doen, of met een groep, zoals een schrijfgroep. Je kunt ook ieder apart je ideeën in een computer invoeren en zorgen dat de ideeën en oplossingen van de ander(en) bij ieder in een apart venster verschijnen. Het voordeel van een groep is dat je gebruik kunt maken van elkaars creativiteit. Voorwaarde is dat je elkaars ideeën in de brainstormfase niet bekritiseert, want dat doodt de creativiteit. Het is de kunst om vrijuit zoveel mogelijk ideeën te spuien. Eerst verzamelen en pas later beoordelen. Het gaat erom een ‘veilige’ omgeving te creëren waarin iedereen ideeën durft te spuien zonder zelfcensuur.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
6.4 Brainstormen
TIP
Basisregels voor brainstormen • Zorg voor een ontspannen sfeer. • Lever geen kritiek op de geopperde ideeën; dit belemmert het spontaan uiten. • Het gaat om kwantiteit: zoveel mogelijk ideeën opsommen, alles wat in je opkomt. Juist die overvloed aan ideeën is nodig voor dat ene sublieme idee. • Wilde, gekke, slechte of absurde ideeën maken nieuwe associaties mogelijk. Daardoor kan ook de creativiteit (van anderen) weer gestimuleerd worden. • Door het combineren van ideeën zijn mogelijk nog betere ideeën te realiseren. • Grotere groepen vragen om een leider; iemand die het proces bewaakt en alle ideeën zichtbaar noteert. • Beëindig brainstormbijeenkomsten niet te snel en geef iedereen de tijd om nieuwe ideeën te laten rijpen. • Vervolgens kan evaluatie en verdere uitwerking van ideeën plaatsvinden. Laat iedereen zelf kiezen welke ideeën men verder wil uitwerken.
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
171
7
Netwerk Scenarioschrijvers Goed Nederlands drama en goede Nederlandse speelfilms beginnen met goede scenario’s. Voor iedere vorm van drama ligt de kracht van de karakters en het verhaal immers besloten in het scenario. Daarom is in 1994 het Netwerk Scenarioschrijvers opgericht, een belangenorganisatie voor scenarioschrijvers waarbij inmiddels circa vierhonderd scenaristen zijn aangesloten. Het Netwerk is ervan overtuigd dat de hele sector erbij gebaat is als de totstandkoming van goede scripts centraal wordt gesteld.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
De doelstellingen van het Netwerk Scenarioschrijvers zijn: • Verbeteren van de positie van scenarioschrijvers. • Versterken van de onderhandelingspositie van scenarioschrijvers. • Juridisch adviseren betreffende contracten en auteursrechten. • Bevorderen van de professionaliteit en de deskundigheid van scenarioschrijvers. • Bevorderen van onderlinge contacten tussen scenarioschrijvers. • Lobbyen voor meer budget voor televisiedrama en (speel)films. • Samenwerken met organisaties in de film- en televisiewereld en andere culturele disciplines.
172 N etwer k S cenarioschrijvers
Al gaat er al veel goed, het kan nog beter. Scenarioschrijven is een volwaardige discipline, maar schrijvers worden vaak nog niet volwaardig beloond. De zwakke positie van de individuele schrijver maakt het moeilijk om daarin verandering te brengen. Als representatieve beroepsorganisatie is het Netwerk in staat om auteursrechtelijke en contractuele zaken voor zijn leden te behartigen, zowel collectief als voor individuele scenarioschrijvers. Sinds 1994 maakt het Netwerk samen met de Vereniging voor Letterkundigen (VvL) en de FreeLancers Associatie (FLA) onderdeel uit van de koepelorganisatie Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV).
Belangenbehar tiging
173
Om deze doelstellingen te bereiken voert het Netwerk onder meer collectieve onderhandelingen over honoraria en auteursrechten met de omroepen en onafhankelijke producenten. De Scenarioraamovereenkomst (SRO) met minimumtarieven voor televisiedrama, die het Netwerk met de Publieke Omroep medio 2001 afsloot, na jarenlang onderhandelen, is een goed voorbeeld van hoe het Netwerk de positie van zijn leden kan verbeteren. Omdat de Scenarioraamovereenkomst in 2006 afliep en om juridische redenen niet verlengd kon worden, vecht het Netwerk sindsdien voor nieuwe Modelcontracten met de Publieke Omroep en de speelfilmproducenten. Het Netwerk ontwikkelt ook voorbeeldcontracten, volgt en becommentarieert het beleid van audiovisuele instanties en biedt individueel juridisch advies aan zijn leden. Tevens volgt het Netwerk de ontwikkelingen op het gebied van het auteursrecht op nationaal en internationaal niveau en neemt deel aan de discussie over dit onderwerp. Recent heeft het Netwerk succesvol gelobbyd voor een vrijplaatsregeling voor bewezen scenariotalent bij het Filmfonds. Schrijvers die al twee scenario’s hebben geschreven voor reeds gerealiseerde speelfilms, kunnen op eigen initiatief (of eventueel met een betrokken regisseur) een plan indienen voor het uitwerken van een idee voor een scenario tot een eerste versie. Ook coaching voor beginnende scenarioschrijvers heeft dankzij het Netwerk een stevige inbedding gekregen in de regelingen van het Filmfonds.
Daarnaast heeft het Netwerk zijn leden het volgende te bieden: Dag van het Scenario, Cinekid, voorlichting en andere activiteiten
Het Netwerk organiseert allerlei activiteiten op het vakgebied, ideale gelegenheden om kennis te vergroten en te netwerken
Het Netwerk organiseert sinds juni 2004 vier maal per jaar het Schrijfpaleis, een kweekvijver voor schrijftalent, in theater Bellevue in Amsterdam. Bekende acteurs lezen teksten van Netwerkleden zodat de schrijver, samen met de zaal, acteurs, dramaturg en regisseur, kan zien of zijn tekst ‘werkt’. (Aspirant)Netwerkleden kunnen zo op laagdrempelige wijze hun werk presenteren aan omroepen, producenten en theatermakers op een goed bezocht podium. Tevens verstrekt het Schrijfpaleis door middel van interviews met gasten actuele informatie over wat er in het veld speelt. Er vinden ontmoetingen plaats tussen schrijvers onderling, en tussen schrijvers, dramaturgen, omroepen, regisseurs en producenten. Sinds 2008 organiseert het Schrijfpaleis jaarlijks tijdens het Nederlands Film Festival met veel succes een Schrijfpaleis de Luxe.
174 N etwer k S cenarioschrijvers
Het Schr ijfpaleis
wegwijzer voor scenarioschrijvers
met schrijvers, dramaturgen, regisseurs, producenten en omroepen. • De druk bezochte Dag van het Scenario op het Nederlands Film Festival, waar bekende gasten uit binnen- en buitenland worden uitgenodigd hun visie te geven op een actueel thema, • een jaarlijks wisselend seminar voor scenaristen op Cinekid, • een nieuwjaarsborrel, • een scenaristendiner, • een algemene ledenvergadering, • informatieavonden over bijvoorbeeld belastingen, • opleidingen, • vakinhoudelijke workshops. Daarnaast worden er filmvertoningen georganiseerd, gevolgd door een gesprek met de scenarist en/of regisseur in samenwerking met de Dutch Directors Guild, de vakvereniging voor regisseurs, en de Vedra, de vereniging van film- en televisiedramaturgen.
Regie over mijn beroepspraktijk
Het Netwerk organiseert sinds 2008 in samenwerking met de Dutch Directors Guild (DDG) en Kunstenaars&CO een cursus ‘Regie over mijn beroepspraktijk’ voor scenarioschrijvers en regisseurs. De cursus, die zeven dagdelen beslaat, is bedoeld voor scenarioschrijvers en regisseurs die hun beroepspraktijk willen professionaliseren en hun netwerk willen uitbreiden. De cursus laat zien hoe het film- en televisielandschap in Nederland in elkaar steekt en hoe je jezelf en je project presenteert. (Aspirant)Leden van het Netwerk krijgen korting. 175
Het Contractenbureau
In samenwerking met Lira heeft het Netwerk begin 2002 het Contractenbureau opgericht. De advocaten van het Contractenbureau voeren voor een groeiende groep aangesloten Netwerkleden individuele onderhandelingen met tv-, film- en toneelproducenten. De ervaren onderhandelaars van het Contractenbureau weten meestal betere voorwaarden te bedingen en hogere vergoedingen te realiseren. Het Contractenbureau vraagt voor haar diensten een commissie van vijf procent. Plot en digitale Nieuwsbrief
Plot is het ‘Magazine over scenarioschrijven’. Het vakblad voor en door scenarioschrijvers van het Netwerk verschijnt vier keer per jaar. Met vakinhoudelijke en actuele artikelen, zoals interviews met schrijvers, producenten, regisseurs, dramaturgen, hoofden-drama, medewerkers van fondsen en artikelen over hoe men omroepen of producenten zou kunnen benaderen. Daarnaast verschijnt er maandelijks een digitale nieuwsbrief, de iBri, gekoppeld aan de nieuwsrubriek op de website, waarmee het Netwerk zijn leden op de hoogte houdt over ontwikkelingen in het veld, aanvraagtermijnen subsidieregelingen fondsen, filmfestivals, bijeenkomsten et cetera.
Op de website van het Netwerk, www.netwerkscenario.nl, staat het laatste nieuws, een activiteitenagenda en vakinhoudelijke informatie over onder andere auteursrechten, contracten, opleidingen, Plot Magazine. Als (aspirant)lid kun je op de website een ledenprofiel aanmaken. Tevens is er een prikbord dat gelinked is aan de site van de Dutch Directors Guild, waar je als (aspirant)lid een oproep op kunt zetten. Zilveren Kr ulstaar t
Gouden Kr ulstaar t
De Gouden Krulstaart is in het leven geroepen ter ere van het 15jarig bestaan van het Netwerk Scenarioschrijvers en is uitgereikt aan Kees Holierhoek, een man die als geen ander zoveel heeft gedaan en doet – indachtig de woorden van Lodewijk van Dijssel, oprichter van de Vereniging van Letterkundigen – “ter behartiging der materieele belangen van de letterkundigen.” Contacten
Het Netwerk onderhoudt contacten met verwante organisaties zoals Lira (Literaire Rechten Auteurs), DDG (Dutch Directors
176 N etwer k S cenarioschrijvers
Het Netwerk Scenarioschrijvers reikt sinds 2001 een prijs uit voor het Beste Scenario Televisiedrama op het Nederlands Film Festival. Deze prestigieuze vakprijs voor scenarioschrijvers met de geuzennaam Zilveren Krulstaart wordt jaarlijks uitgekozen en uitgereikt op de Dag van het Scenario. Winnaars zijn Frank Ketelaar met de scenario’s van Vuurzee (2006) en De band (2005), Maria Goos met Cloaca (2004), Robert Alberdingk Thijm met D e Daltons (2001), Dunya & Desie (2003) en Waltz (2007), het schrijversduo Alma Popeyus/Hein Schütz met De enclave (2002), Ger Beukenkamp met De prins en het meisje (2008) en het schrijversteam Lex Wertwijn, Frank Houtappels, Joan Nederlof en Anita Voorham met G ooische vrouwen (2009).
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Website
Guild), NVS (Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten) en de NBF (Nederlandse Beroepsvereniging van Film- en Televisiemakers). Maar ook met organisaties als het Mediafonds, het Filmfonds, CoBO-fonds et cetera. Op nationaal niveau is het Netwerk actief in de Federatie Filmbelangen. Federation of Screenwriters in Europe
177
Het Netwerk speelt ook een actieve rol in de Federation of Screenwriters in Europe (FSE), de Europese vakorganisatie waarvan het medeoprichter is. De FSE vertegenwoordigt 21 vakverenigingen en circa negenduizend scenaristen over heel Europa, zie www. scenaristes.org. De FSE heeft ook een Europees Scenaristenmanifest opgesteld, zie www.scenaristes.org/manifesto.htm. Scenario archief
Het Netwerk heeft een archiefovereenkomst gesloten met het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid te Hilversum. Dit archief is voor Nederlandstalige scenario’s die ooit gerealiseerd zijn. Ook audiovisueel materiaal zal hier worden opgeslagen. Een speciale commissie samengesteld door het Netwerk, selecteert het aangeboden werk van leden. Tevens kunnen alle leden van het Netwerk een beroep doen op onderstaande algemene voorzieningen van de VSenV op het gebied van ziektekosten-, ongevallen- en een arbeidsongeschiktheidsverzekering. In sommige gevallen is het noodzakelijk ten minste één jaar lid te zijn. Pensioen
De Stichting P.C. Boutensfonds is in 1994 opgericht door de VSenV in samenwerking met Lira. Het Fonds stelt leden in staat met subsidie een voorziening voor hun oude dag te treffen. Het staat open voor hen die het schrijven of vertalen als hoofdberoep hebben. De subsidie is gebonden aan een inkomensgrens.
Leden met auteursrechtelijke problemen kunnen zich voor juridisch advies wenden tot Stichting Rechtshulp Auteurs, die in 1990 door de Vereniging van Letterkundigen en Lira werd opgericht. Een eerste advies is gratis, mits het lid naar Stichting Rechtshulp is verwezen door het Netwerk (of een andere afdeling van de VSenV) of door het bureau van Lira. Een van de voorwaarden voor rechtshulp is dat de uitkomst van de procedure in principe van belang is voor de hele beroepsgroep waartoe de aanvrager behoort. Financiële ondersteunin g
Leningen
Netwerkleden die zaken als een computer of bureaustoel willen aanschaffen en niet beschikken over het benodigde kapitaal, kunnen een lening aanvragen bij de Triodosbank, afdeling Kredietverlening. Deze regeling speciaal voor kunstenaars is tot stand gekomen in samenwerking met Kunstenaars&CO. Platfor m Zelfstandige O n d e r n e m e r s
De VsenV is sinds 2008 collectief aangesloten bij het Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO). PZO komt op voor de belangen van alle zelfstandige ondernemers. Dit doet het door de positie en de belangen van zelfstandig ondernemers voortdurend onder de aandacht te brengen van de politiek, de ‘wetsont-
178 N etwer k S cenarioschrijvers
In onze beroepssector komt het regelmatig voor dat men plotseling en tijdelijk een financieel probleem niet kan oplossen. In zo’n geval is het mogelijk een beroep te doen op het Sociaal Fonds Letterkundigen. Het bestuur van het fonds beoordeelt de aanvragen op een aantal voorwaarden. Het kan aan de hand daarvan een eenmalig geldbedrag aanbieden of een persoonlijk advies geven. Netwerkleden komen hiervoor in aanmerking, nadat zij minstens één jaar als lid staan ingeschreven.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Rechtshulp
werpers’ en beleidsmakers in Den Haag. Daarnaast stimuleert PZO het zelfstandig ondernemerschap en helpt zijn leden met een uitgekiend pakket aan diensten, waarvan Netwerkleden dus ook gebruik kunnen maken. Tot slot zijn de collectieve rechtenorganisaties, zoals Stichting Lira, Stichting VEVAM en Stichting Thuiskopie, belangrijke partners van het Netwerk en de VSenV. Lira
179
In 1986 richtte de Vereniging van Letterkundigen (VvL), daartoe aangemoedigd door BUMA, Stichting Lira (Literaire Rechten Auteurs) op. Lira is de auteursrechtenorganisatie voor schrijvers en vertalers van gedichten, verhalen, essays, columns, novellen, romans, eenakters, toneelstukken, sketches, hoorspelen, tv-spelen, series en films voor televisie, conferences en muziekdramatische werken, zoals opera’s, operettes, musicals en nog veel meer. Lira betaalt aan auteurs vergoedingen uit voor gebruik van onder andere kabelrechten, internetrechten en on demandrechten. Schrijvers wier werk wordt uitgezonden, of die verwachten dat dit in de toekomst zal gebeuren, kunnen zich kosteloos bij Lira aansluiten door ondertekening van een aansluitingscontract, waarin zij Lira het recht geven om namens hen op te treden inzake de exploitatie van genoemde rechten. Lira verleent financiële ondersteuning aan de Vereniging van Schrijvers en Vertalers en aan vele van haar activiteiten. Vaak ook is zij bestuurlijk en financieel partner in organisaties die tussen de VSenV en Lira voor specifieke doelen zijn opgericht, zoals de stichting P.C. Boutensfonds, de Stichting Rechtshulp Auteurs en de Stichting Het Contractenbureau.
voorzitter
vice-voorzitter
penningmeester
secretaris
Lars Boom Helena van der Meulen
Rogier de Blok
180 N etwer k S cenarioschrijvers
Paul Jan Nelissen Marc Linssen Wim Blaauboer Moniek Kramer
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Netwerk Scenarioschrijvers bestuur & bureau In 2009 bestaat het Netwerkbestuur uit
Het bureau wordt gevormd door
181
Anne Zeegers Marieta van Olphen coördinator ad interim
bureaumedewerker
De eerste 50 jaren van de cinema waren voor de producenten, de tweede 50 jaar voor de regisseurs en de volgende 50 jaar zal voor de scenarioschrijvers zijn.
Dit is de toespraak van Ger Beukenkamp, uitgesproken op 23 januari 2009 ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van Netwerk Scenarioschrijvers.
Beter Schrijven 183
Het is scenarioschrijvers eigen om te klagen en te kankeren. Dat komt omdat wij nooit alle vingers in de pap hebben bij het eindproduct; wij zeggen dan dat wij een halffabrikaat leveren. En om die reden is het dus volstrekt vanzelfsprekend dat wij altijd de verantwoordelijkheid nemen voor een succes, maar nóóit voor een mislukking. Wij kunnen er nooit wat aan doen dat de film of te tv-productie een flop wordt. Nu wilde ik vanmiddag maar eens niet kankeren; ik steek de hand in eigen boezem. David Kipen zei twee jaar geleden op de Dag van het Scenario: “De eerste 50 jaren van de cinema waren voor de producenten, de tweede 50 jaar voor de regisseurs en de volgende 50 jaar zal voor de scenarioschrijvers zijn.” Dat is mooi, maar dat gaat niet vanzelf. We moeten onze plaats in het hele productieproces opeisen en versterken. Daar zijn werelden te winnen, al is het maar dat de scenarioschrijver eindelijk zijn schuchterheid en bescheidenheid overwint. Want niemand anders dan wij leveren de content. We moeten ook beter gaan schrijven
Onze scripts, en zeker de scenario’s die wij voor de bioscoopfilm schrijven, zijn van een te laag niveau. Er zijn recentelijk weer
Nu zijn we de laatste vijftien jaar – met dank aan de scenarioopleidingen – wel veel beter gaan schrijven en zeker het televisiescenario is met sprongen vooruit gegaan. Dat geldt zowel voor de soaps, het jeugddrama, de politieseries als het hoogst persoonlijke script van individuele schrijvers. Dat komt ook omdat scripts voor televisiedrama belangrijker gevonden worden dan scripts voor speelfilm. In ieder geval moeten tv scripts aan meer formele eisen voldoen.
184 G er B e u k en k amp
Daarom moeten wij meer werk maken van ons werk. Sluit nog één keer de ogen. En stel je voor: een natte donderdagavond in Kriterion, alwaar de film op basis van jouw scenario wordt vertoond. Speel in je hoofd jouw eigen script rustig af. Stel aan jezelf de vraag: zit ik na zeventig minuten nog steeds op het puntje van de stoel? Er is moed voor nodig om dit te doen, maar het moet.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
zeer veel Nederlandse films uitgebracht waarbij de reden van het mislukken aan te wijzen is als een scenarioprobleem. En dat is gekmakend jammer, want nog één keer een echt goeie rewrite, voorkomt lege zalen. Ruimhartig investeren in een goed script is oneindig veel goedkoper dan een film draaien voor een lege zaal.
De speelfilm
Waar we lang geleden dachten dat Nederland op scenariogebied een inhaalslag moest maken, is die slag ook gemaakt. Maar dat wat we wilden inhalen is intussen ook weer vijftien jaar verder en dat halen we dus voorlopig niet in. We houden de intelligentie, de bravoure en durf van veel succesvolle buiten-
onze eigen
landse films gewoon niet bij. En dan heb ik het niet over geld, wat natuurlijk ook belangrijk is, maar over de scripts. In de Amerikaanse films die hier draaien, zien de experimenten met intelligentie, bravoure en durf er zo vreselijk goed uit, dat we die intelligentie, bravoure en durf niet als zodanig herkennen, omdat het experiment is opgenomen in dezelfde stijl en toon die we uit de lange Hollywood geschiedenis kennen. Maar veel scenario’s van films waar wij onze Europese neus voor ophalen zijn oneindig veel verder dan onze eigen degelijke polderscripts. 185
Ik had me voorgenomen geen namen en titels te noemen, maar ik maak een uitzondering voor de recent uitgebrachte F rost/ N ixon. Natuurlijk, heel mooie acteurs, maar waar gaat het verder over? Een oude en een middelbare man die onderling geen probleem hebben, alleen een betrekkelijk gering eigenbelang. Het verhaal klinkt stoffig historisch en de afloop ervan is al bekend als we gaan kijken. Er is in de plot geen liefde, geen seks, geen dood, geen oorlog, geen misdaad, geen shootout. Niks van dat al. Maar wel volle zalen met veel jonge mensen, die ademloos meeleven. Hoe kan dat? Dat is scenario, scenario, scenario. Waarom kunnen wij dat niet? Voor een deel komt dat door het zogenaamde auteursdenken. Dat is het idee dat scenario én regie in de hand van één mijnheer of één mevrouw zou moeten zijn. Alle ongelukken met Nederlandse film zijn terug te voeren op de volstrekt achterlijke gedachte dat een bakker zijn eigen graan moet verbouwen. Dat dit ouderwetse, alles-in-één-hand-idee onuitroeibaar is, heeft een aantal redenen.
degelijke polderscripts
Het is veel gemakkelijker om elk jaar maar weer scenarioschrijvers te laten debuteren, dan te investeren in een tweede of derde kans voor aarzelend beginnende scenarioschrijvers. Want als we beginnende schrijvers een tweede of derde kans gaan geven moeten we ze gaan vertellen wat er goed en wat er slecht was aan hun eerdere werk. Dat is vermoeiend, vereist gedegen vakkennis en die kennis is schaars. Dus volgend seizoen maar weer een aantal debutanten laten struikelen. Het zoeken naar nieuw talent heeft de geur van heiligheid, maar het is meestal goed verborgen onverschilligheid. Daar komt dan bij, dat het voor fondsen, omroepen en voor subsidie melkende producenten veel makkelijker is om met één persoon – de regisseur – te onderhandelen dan er nog een tweede
186 G er B e u k en k amp
Bijvoorb eeld
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Ten eerste zijn er de voorbeelden van het tegendeel: regisseurs als dubbeltalent, die wel degelijk een script kunnen schrijven, of die eisen dat hun scenariohulp het maar moet doen met een credit op de aftiteling. Maar veel ernstiger is de onuitroeibare opvatting over kunstenaarschap in het algemeen; een nog steeds populaire dwaalgedachte. Wel begrijpelijk, want met een beroep op ongrijpbare artisticiteit kan een gebrek aan vakkennis en durf gemaskeerd worden. Dat is dagelijkse praktijk helaas, en niet alleen in ons vak. Er is nog steeds ontzag voor kreten als: “Het staat er nog niet, maar ik zie het voor me.” En erger: “Het is goed, want zo voel ik het gewoon.” Het is verstandig dames en heren, uw pistool te trekken zodra het woord gevoel valt. Er worden te weinig pistolen getrokken. Voor een deel uit het genoemde gebrek aan vakkennis en voor een deel uit gemakzucht.
persoon – de scenarioschrijver – bij te halen. Dat gooit maar roet in de gevoelsuitstorting. Laten we eerlijk zijn; de kennis om een scenario te beoordelen en te verbeteren is niet voldoende aanwezig in ons land. Daar kunnen we elkaar allemaal de schuld van geven, maar het is een feit. Ik kan het ook niet. We roepen allemaal dat het zo moeilijk is om script goed te lezen, maar na die constatering leunen we achterover en drinken een borrel. Ja, het is moeilijk om script te beoordelen, maar dat was een landing op de maan ook. 187
Zo kom ik tot de conclusie dat wij ten diepste niet verstandig wíllen nadenken over scripts. Daar houden wij niet van. Wij willen rommelen. We omarmen amateurisme, al geven we het allerlei andere mooie namen. We babbelen liever over een slechte film dan over een goeie. De lust om met geldpotjes en beleidsplannen te stoeien is groter dan de lust om het over inhoud te hebben. En misschien is het ook wel meer heroïsch om met veel artistiek gespartel in het diepe te verzuipen, dan om over het diepe heen, van de ene kant naar de andere te zwemmen. Maar dan moeten we niet zeggen dat we op een intelligente manier met ons vak bezig zijn. We moeten dus beter gaan schrijven
En dus zullen we het ook over inhoud moeten hebben. Waar gaat dat drama van ons over? Nu is het leuke van ons vak wel weer dat schrijftechniek, en schrijfervaring vanzelf inhoud genereert. Hoe meer techniek hoe meer inhoud.
Drama, in welke vorm en in welke tijd dan ook, heeft altijd een grote conservatieve kant gehad; het bevestigt – vaak ongewild – de burgerlijke waarden, juist door er zogenaamd aan te morrelen. Dat gebeurt nog steeds op grote schaal en daar is helemaal niets op tegen. Maar op dat terrein hebben we grote concurrentie gekregen van de documentaire. Het bioscooppubliek gaat steeds vaker naar goed vertelde, onthullende documentaires. Dat is prachtig, maar hoe beter en kleiner de camera van de documentairemaker wordt, hoe dichter die maker ook bij een werkelijkheid komt die eigenlijk voor ons bedoeld was. Zelfs een eenvoudig item in Eénvandaag of Nova zit verkeerstechnisch beter in elkaar dan menige One night stand of Telefilm. Daar verliezen we dus. Daarom stel ik voor om meer antiburgerlijk te worden. Volgens mij is dat een noodzaak, willen we zowel op televisie als in de bioscoop niet opgegeten worden door de vertellende documentaire aan de ene kant en aan de andere kant door alles nivellerende formats.
188 G er B e u k en k amp
I nhoud dus
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Studeer, leid op en oefen, opdat het vak tot in alle hoeken en gaten beheerst wordt. Dan dient inhoud zichzelf als een godswonder aan. Techniek genereert inhoud. Maar inhoud genereert geen techniek. En dus moeten we nadenken, opleiden, evalueren, praten, studeren, leren van voorbeelden, vallen en opstaan. Vakmanschap haalt het mooiste en het lelijkste in ons naar boven en dat is precies ook waar drama altijd over gaat. En als de inhoud, in een onwaarschijnlijk geval, na dat alles nog niet komt, dan is daar niets aan te doen. Dan is het er niet, bij die betreffende schrijver. Die nadruk op vakmanschap wordt in elke tak van de kunst geaccepteerd, maar het minst in de literaire en ontbreekt dus ook in onze discipline.
Antiburgerlijk dus, hoe moeilijk dat ook is. Maar waar is bijvoorbeeld de dramaproductie over de hemelse zegeningen van drugs, pedofilie of wetteloosheid? Waar is het drama over achterlijke godsdiensten als de islam en het christendom? Over de verwoestende corruptie binnen liefdadigheidsorganisaties? Het gelijk van Wilders? Het ongelijk van Darwin? Waarom is onze aanloop naar de Irak-oorlog nog niet verfilmd? Waarom geen Telefilm over de corruptie bij de Telefilms?
189
En het verleden moet gemythologiseerd worden. Ook dat is een taak voor ons. In recente succesfilms als Z wartboek en Oorlogs winter wordt het verleden overzichtelijk gemaakt. Iedereen die nog een herinnering heeft aan WOII vindt dit niet zulke goede films, maar jonge mensen willen ze zien, omdat de grote zaken uit het verleden een mythologische kracht krijgen en dus voortaan altijd bij hen zullen blijven. Zo hoort het. Ik ga afsluiten. Er is nog heel veel meer te zeggen over voorwaarden om tot betere scenario’s te komen. Daarmee bedoel ik de buitenwereld. Die moet zorgen voor meer geld, meer publiek, betere opleidingen en meer zendtijd. Allemaal nodig en waar. Maar we moeten eerst naar ons zelf kijken en zo onvoorwaardelijk goed gaan schrijven dat de wereld, en zélfs Hilversum, zich naar ons zal richten. Alleen wij zijn in staat om de chaotische werkelijkheid te dramatiseren.
Ger Beukenkamp
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
191
Meer informatie Animatie Voor sites en boeken, zie paragraaf 2.9. Beroepsorganisaties scenarioschrijvers www.netwerkscenario.nl Informatie over en van Netwerk Scenarioschrijvers www.drehbuchautoren.de Verband Deutscher Drehbuchautoren www.scenaristes.org Federation of Scriptwriters in Europe www.scenaristengilde.be Info over en voor Belgische scenaristen www.wga.org Writers Guild of America, West www.wgaeast.org Writers Guild of America, East www.writersguild.org.uk Writers Guild of Great Britain Beroepsorganisaties www.acteursbelangen.nl Acteursbelangen www.afn.nl Vereniging Facilitaire Sectie www.assistantdirectors.nl Assistant Directors Club www.cinematography.nl Netherlands Society of Cinematographers www.crewbelangen.nl Vereniging crewbelangen www.directorsguild.nl Dutch Directors Guild www.filmbelangen.nl Federatie Filmbelangen www.fla.nl FreeLancers Associatie www.fvkv.nl Federatie van kunstenaars- verenigingen www.nbf.nl Nederlandse Beroep svereniging van Film en Televisie makers
Vereniging voor dramaturgen
Dramaturg en scenarioschrijver; een haat-liefdeverhouding of partners in woord en beeld? (2006), Else Flim. www.vedra.nl Ergonomie www.muisarm.nl Stichting RSI Nederland www.rsi.algemeen.nl RSI site Festivals www.film-festivals.nl Overzicht van alle festivals, ook voor internet
193
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
Dramaturgen www.vedra.nl
192 meer informatie
Creativiteit onder druk (1999), Maria Hopman. The Artist’s Way (2002), Julia Cameron. Nederlandse vertaling: Vind je eigen inspiratie (2002).
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Creativiteit www.theartistsway.com The Artist’s Way van Julia Cameron
etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k netw
www.nftvm.nl. Vereniging van Nieuwe Film & TV-Makers www.otpnederland.nl Vereniging van Onafhankelijke Televisieproducenten www.speelfilmproducenten.nl Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten www.vedra.nl Vereniging voor dramaturgen www.vnap.nl Vereniging Nederlandse Animatie Producenten www.vsenv.nl Vereniging van Schrijvers en Vertalers www.vvl.nl Vereniging voor Letterkundigen
www.filmfestival.nl Nederlands Film Festival www.filmfestivalrotterdam.com Internationaal Filmfestival Rotterdam www.cinekid.nl Cinekid www.haff.nl Holland Animation Film Festival Film- en televisiewereld www.beroepkunstenaar.nl Overzicht film- en televisie- wereld www.filmadressen.nl Adressen van film- en tv-professionals www.filmstart.nl Startpagina van en voor film- en televisiemakers www.nftvm.nl. Vereniging van Nieuwe Film- & TV-Makers Filmkritiek www.filmkrant.nl De net-versie van de Filmkrant www.rottentomatoes.com Filmkritieken van onder andere topcritici Films maken Films Maken (2009), Roemer Lievaart. Alles over het maken van speelfilms, documentaires en bedrijfsfilms, van scenario tot montage. Fondsen www.filmfondsen.nl Overzicht van binnen- en buitenlandse fondsen www.cobofonds.nl Stichting Co-productiefonds Binnenlandse Omroep www.filmfonds.nl Nederlands Fonds voor de Film www.lira.nl Lira Fonds
Voor sites over internetfilms, zie paragraaf 2.9.
Mobiele telefoon Voor sites over filmpjes voor mobiele telefoons, zie paragraaf 2.9.
194 meer informatie
Juridisch & financieel www.netwerkscenario.nl Netwerk Scenarioschrijvers www.auteursrecht.nl Alles over Auteursrecht www.beroepkunstenaar.nl Informatie en tips over de beroepspraktijk www.cedar.nl Centrum voor Dienstverlening Auteurs- en aanverwante rechten www.contractenbureau.nl Contractenbureau www.kunstenaarsenco.nl Kunstenaars&CO www.lira.nl Lira www.postbus51.nl Overzicht van ministeries en overheidsinstellingen www.home.szw.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid www.socialezekerheid.nl Informatie over de Nederlandse sociale zekerheid www.vevam.nl VEVAM
195
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
Videofilmpjes
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Internet www.youtube.com
etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k netw
www.mediafonds Mediafonds www.rff.rotterdam.nl Fonds voor de Film en audiovisuele media Games Voor sites en boeken, zie paragraaf 2.9.
Omroepen www.beroepkunstenaar.nl Overzicht van alle (commerciële) omroepen www.roosrtv.nl Koepelorganisatie van de regionale omroepen www.televisie-links.nl Overzicht van alle (commerciële) omroepen Ondernemen www.belastingdienst.nl Belastingdienst www.beroepkunstenaar.nl Informatie en tips over de beroepspraktijk www.carrieretijger.nl Informatie over loopbaan www.ccaa.nl Promotie en ondersteuning ondernemerschap in de creatieve industrie www.intermediair.nl Informatie voor en over hoogopgeleiden www.kunstenaarsenco.nl Informatie over en van Kunstenaars&CO www.kunstenaarszakentest.nl Test voor ondernemerskwaliteiten www.kvk.nl Kamer van Koophandel www.lancelots.nl Informatie voor en door freelancers www.lichaamstaal.com Informatie over lichaamstaal www.onderhandelen.nl Informatie en tips over onderhandelen www.pzo.nl Platform Zelfstandige Ondernemers Handboek ondernemen, van de Belastingdienst (gratis). Handboek voor schrijvers (2009), Maaike Molhuysen en Louise Stiller.
De filmproducent, handboek voor de praktijk (2008), Carolien Kroon & Stinette Bosklopper. Radiodrama Voor sites, zie paragraaf 2.9. Regisseurs www.directorsguild.nl Dutch Directors Guild Scenariovakbladen www.netwerkscenario.nl Informatie over Plot www.creativescreenwriting.com Creative Screenwriting www.hollywoodscriptwriter.com Hollywood Scriptwriter met artikelen www.scriptmag.com Script met artikelen
196 meer informatie
Producenten www.otpnederland.nl Vereniging van Onafhankelijke Televisie Producenten www.speelfilmproducenten.nl Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten
197
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
Opleidingen Voor opleidingen en sites zie paragraaf 2.1.
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Opdrachtfilm Voor sites, zie paragraaf 2.9.
etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k netw
Handboek zzp 2010 (2009), Tijs van den Boomen en Wilma van Hoeflaken. Eigen Baas (2007), Tijs van den Boomen.
Scenarioschrijven www.bbc.co.uk/writersroom BBC’s writersroom www.craftyscreenwriting.com Alex Epstein met delen van zijn boek www.etbscreenwriting.com Laurie Hutzler over karakters www.johnaugust.com Scenarist John August met nuttige tips www.kill-your-darlings.nl Rogier Propers boek Kill Your Darlings www.robinkelly.btinternet.co.uk Engelstalige site over scenarioschrijven www.scenarioschrijven.net Startpagina scenarioschrijven www.scenarist.nl Alles over scenarioschrijven www.screenwritersutopia.com Artikelen en interviews www.scriptfly.com Artikelen over scenarioschrijven www.scriptforsale.com Artikelen over scenarioschrijven www.scriptnurse.com Artikelen over scenarioschrijven www.visualwriter.com Artikelen over s cenarioschrijven www.vorza.com John Vorhaus met delen van The Comic Toolbox www.wordplayer.com Scenarist Terry Rossio met zijn columns www.writersstore.com Artikelen over s cenarioschrijven www.writingtreatments.com Over treatments schrijven De 36 dramatische situaties (2007), Jan Veldman. Handboek met alle mogelijke verhaalideeën op een rij, met voorbeelden uit literatuur, toneel, film en strips. Het geheim van Hollywood (2008), Paul Ruven & Marian Batavier. Handboek over een praktische formule voor het maken en analyseren van speelfilms. Kill your darlings (2007), Rogier Proper. Handboek over scenarioschrijven en een prima overzicht van de Nederlandse film- en televisiewereld.
Schrijven www.schrijvenonline.org Alles over schrijven Handboek voor schrijvers (2009), Maaike Molhuysen en Louise Stiller. Bestseller (2008), Paul Sebes.
199
k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k
Schrijfpartner Script partners: what makes film and tv writing teams work (2003), Claudia Johnson & Matt Stevens.
198 meer informatie
Schrijfpaleis www.netwerkscenario.nl Informatie over en van Netwerk Scenarioschrijvers
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Scenariosoftware www.filmmaken.nl Overzicht van scenario software onder Software www.celtx.com Website met gratis scenariosoftware www.dramatica.com Dramatica Pro met een demoversie www.finaldraft.com Final Draft met een demoversie www.powerstructure.com Power Structure met een demoversie www.screenplay.com Movie Magic met een demoversie
etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k N etwer k netw
Rijk door 1 zin (2009), Paul Ruven & Marian Batavier. Handboek over richtlijnen waar een filmidee van een paar regels aan moet voldoen. Schrijven voor film, toneel en televisie (2009), Ger Beukenkamp. Handboek over schrijven voor toneel, film en televisie, met smakelijke anekdotes uit de praktijk.
Scripts www.imsdb.com Database van filmscripts www.joblo.com Met Engelstalige filmscripts www.script-o-rama.com Met Engelstalige film- en televisiescripts www.simplyscripts.com Met Engelstalige film- en televisiescripts Uitblinken Het geheim van de uitblinker (2007), Vittorio Busato & Frenk van Harreveld. Outliers (2008), Malcolm Gladwell. Nederlandse vertaling: Uitblinkers (2008). Varia www.leren.nl Informatie over allerlei onderwerpen www.ted.com Sprekers over techniek, entertainment en design www.wikipedia.nl Internet encyclopedie Videoclips www.youtube.com Voor sites, zie paragraaf 2.9.
Videoclips
Hoofdstuk 2 • Quote Brigitte Baake uit artikel in Plot winter 2007 door Frank Ketelaar. • Quote Burny Bos uit artikel in Plot zomer 2007 door Frank Ketelaar. • Quote Michiel de Rooy uit artikel in Plot winter 2006 door Coleta Valkenburg en Helena van der Meulen. • Quote Frans van Gestel uit Plot lente 2008. • Quote Reinier Selen uit Plot winter 2008. • Quote Rob Arends uit artikel in Plot herfst 2007 door Helena van der Meulen. • Voor de paragraaf 2.7 Omroepen is gebruik gemaakt van artikel in Plot zomer 2008 door Bart Juttmann. • Voor paragraaf 2.8 over Filmfonds en Mediafonds is gebruik gemaakt van hun websites.
200 B ronnen
• Quote Burny Bos uit artikel in Plot zomer 2007 door Frank Ketelaar. • Quotes Tijs van Marle uit artikel in Plot zomer 2007 door Wim Blaauboer. • Quote Roeland & Marc Linssen uit artikel in Plot zomer 2006 door Roeland & Marc Linssen. • Quote Rob Arends uit artikel in Plot herfst 2007 door Helena van der Meulen. • Quote Brigitte Baake & Gemma Derksen uit artikel in Plot voorjaar 2002 door Brigitte Baake & Gemma Derksen. • Voor de paragraaf Samenwerken is geciteerd uit Code of conduct door Marc Linssen en Lars Boom. • Voor ‘Tips voor een goede samenwerking’ is geciteerd uit stellingen van Else Flim in Dramaturg en scenarioschrijver; een haat-liefdeverhouding of partners in woord en beeld? (2006). • Handboek freelancen 2008/2009 (2008), Tijs van den Boomen en Wilma van Hoeflaken
wegwijzer voor scenarioschrijvers
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 3 • Quote Ben Sombogaart uit Filmbeeld, juni 2008 • Voor de paragraaf 3.1 Netwerken is gebruik gemaakt van artikel Netwerken op www.beroepkunstenaar.nl. • Voor de paragraaf 3.2 Bellen is gebruik gemaakt van artikel ‘Zakelijk telefoneren’ van Cuun Haffmans op www.beroepkunstenaar.nl. • Voor de paragraaf 3.4 Curriculum vitae is gebruik gemaakt van artikel ‘Een Curriculum vitae opstellen’ op www.beroepkunstenaar.nl. 201
Hoofdstuk 4 • Quotes Henriëtte Hoogenboezem uit artikel Plot lente 2009 door Frank Ketelaar. • Voor de paragraaf 4.3 Onderhandelen is gebruik gemaakt van artikel ‘Onderhandelen’ op www.beroepkunstenaar.nl.
Hoofdstuk 5 • Quote Paul van den Wildenberg uit Filmbeeld, juni 2008
Hoofdstuk 6 • Voor de paragraaf Schrijfgroepen is geciteerd uit een artikel van Catherine Blom voor het Netwerk Scenarioschrijvers. • Quote Roeland & Marc Linssen uit artikel in Plot zomer 2006 door Roeland & Marc Linssen. • Creativiteit onder druk (1999), Maria Hopman
wegwijzer voor scenarioschrijvers
202 dan k dan k dan k
Ido Abram, Paul Bertram, Ger Beukenkamp, Rogier de Blok, Catherine Blom, Lars Boom, Tijs van den Boomen, Arjan van den Born, Fleur Botman, Ger Bouma, Hans Maarten van den Brink, Henk Burger, Willem Capteyn, Anton Feddema, Else Flim, Anja Francissen, Hans van Hechten, Kees Holierhoek, Jens Hollander, Sjors Houkes, Joshua de Jong, Wim Jurg, Bart Juttmann, Frank Ketelaar, Ellen van der Kraan, Moniek Kramer, Karen Lagendijk, Miryam van Lier, Roemer Lievaart, Marc Linssen, Tijs van Marle, Jonathan Mees,
Met dank aan
203
Anne van Melick, Guy Meredith, Helena van der Meulen, Paul Jan Nelissen, Marieta van Olphen, Ruben Picavet, Peter Römer, Willemiek Seligmann, Jet Smit, Piet-Harm Sterk, Marjoleine Timmer, Johan Timmers, Annemarie van Toorn, Coleta Valkenburg, Marc Veerkamp, Roel van de Ven, Annechien Visser, Titia Vuyk, Hans Walther, Michael de Wee, Anne Zeegers, Marcel de Zwaan en anderen.
A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A
dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie
Aansluiting bij Lira: ook voor scenarioschrijvers een goed idee!
Kijk voor meer informatie op: www.lira.nl
Aansluiting bij Lira is gratis.
Lira vertegenwoordigt een breed scala aan auteurs. Schrijvers van romans, scenaristen, auteurs van educatieve boeken, dichters, freelance journalisten, vertalers, ondertitelaars, schrijvers van libretto’s, essayisten et cetera. Eén loket voor de rechten van auteurs van teksten in de breedste zin van het woord.
dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie A dvertentie