Wegwijs in de begroting van de Europese Unie Waaraan wordt het geld besteed? Waar komt het geld vandaan? Hoe wordt de begroting vastgesteld? Hoe verlopen uitgaven en controle? Hoe wordt er verantwoording afgelegd?
Europese Commissie
Waaraan wordt het geld besteed? De jaarlijkse begroting van de EU komt overeen met circa 1 % van de rijkdom van de lidstaten — omgerekend 244 EUR per inwoner. Dit geld wordt gebruikt om het dagelijks leven van de burgers te verbeteren. Voor studenten betekent dat bijvoorbeeld kansen om in het buitenland te studeren, voor kleine ondernemingen een gemakkelijkere toegang tot grotere afzetmarkten en een eerlijk ondernemingsklimaat, voor onderzoekers meer mogelijkheden om hun ideeën te ontwikkelen en voor werkzoekenden nieuwe opleidingsmogelijkheden. Direct of indirect profiteren wij allemaal van activiteiten die door de EU worden meegefinancierd, in de vorm van schonere stranden, veiliger voedsel, betere wegen of waarborging van onze fundamentele rechten. De uit de EU-begroting gefinancierde acties en projecten weerspiegelen de prioriteiten die de EU op een gegeven moment heeft gesteld. Deze prioriteiten hebben
De gefinancierde acties en projecten vallen onder beleidsterreinen waar volgens alle lidstaten actie op Europees niveau nodig is. Het bundelen van de krachten op de betrokken terreinen levert schaalvoordelen op en werkt kostenbesparend. Er zijn echter andere beleidsterreinen waarop de EU-lidstaten beslisten niet op te treden op het niveau van de Unie. De sociale zekerheid, de pensioenen, de gezondheidszorg en het onderwijs bijvoorbeeld, worden nationaal, regionaal of lokaal gefinancierd. Het subsidiariteitsbeginsel garandeert dat de Unie alleen optreedt, als de lidstaten de doelstellingen van de voorgestelde actie op centraal, regionaal of lokaal niveau niet voldoende kunnen verwezenlijken en de doelstellingen vanwege de omvang en effecten van voorgestelde actie beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt.
44,6 %
Concurrentievermogen en cohesie
42,5 % 1,3 %
Natuurlijke hulpbronnen: landbouw, plattelandsontwikkeling, milieu en visserij Burgerschap, vrijheid, veiligheid en justitie
5,7 %
De EU als mondiale partner
5,9 %
Andere, incl. administratieve uitgaven % van EU-uitgaven (gemiddelde 2007-2013)
2
betrekking op zes grote uitgavencategorieën („rubrieken” genoemd) en 31 verschillende beleidsterreinen.
50
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
rechten. De financiering van een eenvoudig idee zorgt in dat geval voor werkgelegenheid voor de onderzoeker, de ondernemer en de distributeur, en biedt de consument bescherming. Om duurzame groei te bewerkstellingen, moet ook het groeipotentieel van de EU worden ontsloten en uitgebreid. Deze prioriteit, aangeduid met de term cohesie, behelst het helpen van met name minder begunstigde regio’s om hun economie aan de globalisering aan te passen. Innovatie en kenniseconomie vormen een uitgelezen kans op groei voor de betrokken regio’s. De cohesie-inspanningen van de Unie zijn geconcentreerd op het ontwikkelen van de infrastructuur, de opleiding van arbeidskrachten en de toepassing van de modernste productietechnologie. De EU-middelen worden ook ingezet om sociaaleconomische samenwerking over regionale of nationale grenzen heen te bevorderen. Het optreden van de EU houdt vaak een uitwisseling van ervaring en kennis van zaken in, wat zeer vruchtbaar kan zijn voor minder welvarende regio’s.
Groei en werkgelegenheid De EU-lidstaten hebben beslist om in de periode 20072013 een aanzienlijk deel van hun gemeenschappelijke inspanningen en van de EU-begroting te besteden aan het scheppen van economische groei en werkgelegenheid. Duurzame groei bewerkstelligen is één van de topprioriteiten van de Unie. De Europese economie moet concurrerender worden en minder welvarende regio’s moeten hun achterstand wegwerken. Om de economie concurrerender te maken, moet meer en simultaan worden geïnvesteerd in onderzoek en onderwijs, in de uitbreiding van de vervoers- en energienetwerken en in de verbetering van de arbeidsomstandigheden. Zo zou een kleine Europese onderneming een eenvoudig, in een laboratorium ontwikkeld idee kunnen oppakken en in de hele Unie op de markt kunnen brengen, met volledige bescherming van de consumenten-
Onze natuurlijke hulpbronnen De lidstaten van de EU produceren dankzij hun geografische en klimatologische diversiteit zeer verscheiden landbouwproducten, die de Europese consument tegen redelijke prijzen worden aangeboden. De twee hoofddoelen van de EU-inspanningen op dit gebied zijn: ten eerste, ervoor zorgen dat de productie aansluit bij de vraag van de consument, onder andere op het gebied van veiligheid en kwaliteit van levensmiddelen; ten tweede, ervoor zorgen dat de landbouwgemeenschap haar productie op een planmatige manier organiseert en aanpast aan de consu3
mentenvraag, met inachtneming van de regelgeving op het gebied van milieu en dierenwelzijn. Bovendien vereisen een goed beheer en een afdoende bescherming van onze natuurlijke hulpbronnen ook directe milieubeschermingsmaatregelen, een herstructurering en diversificatie van de plattelandseconomie en bevordering van duurzame visserij. Dierenziekten, olievlekken en luchtverontreiniging laten zich immers niet door landsgrenzen tegenhouden. De aanpak van dit soort problemen vergt uitgebreide maatregelen op vele gebieden en in verscheidene landen.
Fundamentele vrijheden, veiligheid en rechtvaardigheid Ook terrorisme, georganiseerde misdaad en illegale immigratie kunnen effectiever worden bestreden als de EU-lidstaten informatie uitwisselen en samen optreden.
De EU beijvert zich voor betere beheersing van de migratie-instroom, uitgebreide samenwerking in strafzaken en andere justitiële aangelegenheden en veilige, op de beginselen van de rechtsstaat gebaseerde samenlevingen.
Europees burgerschap: debat, dialoog, cultuur De EU telt circa 500 miljoen inwoners, die tal van talen spreken en verschillende culturele achtergronden hebben. Samen vormen wij de onschatbare rijkdom van de Europese Unie: culturele verscheidenheid, gedragen door gemeenschappelijke waarden. De EU-begroting bevordert en beschermt dit rijke culturele erfgoed en moedigt actieve deelname aan de maatschappelijke debatten aan. Daarnaast wordt ook de bescherming van de volksgezondheid en de consumentenbelangen ter harte genomen.
Sedert de introductie in 1987, heeft het Erasmus-programma aan ruim 2 miljoen Europese studenten de kans gegeven een deel van hun hogere studie in een andere EU-lidstaat te volgen.
4
In Thailand heeft ECHO gezorgd voor basisvoedselhulp en sanitaire voorzieningen voor meer dan 70 000 vluchtelingen uit Myanmar.
Mondiale partner Het effect van de bestedingen van de EU houdt niet op bij de grenzen van haar grondgebied. Voor velen brengt de EU-begroting levensnoodzakelijke spoedhulp na natuurrampen. In andere gevallen gaat het om langdurige bijstand voor welvaart, stabiliteit en veiligheid.
77 ontwikkelingslanden in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan ontvangen, afgezien van langetermijnbijstand van de EU, steun uit het Europees Ontwikkelingsfonds (buiten de EU-begroting). Het tiende EOF, dat de periode 2008-2013 bestrijkt, omvat 22,7 miljard EUR. Deze middelen worden onder meer gebruikt voor algemene en sectorale begrotingssteun aan ACS-landen, vervoer, infrastructuur, democratisch bestuur, landbouw en plattelandsontwikkeling, gezondheidszorg en onderwijs.
Administratieve kosten Deze uitgaven dienen ter dekking van de personeelsen gebouwkosten van alle EU-instellingen, namelijk het Europees Parlement, de Raad van de EU, de Europese Commissie, het Europees Hof van Justitie en de Europese Rekenkamer.
Honderdduizenden mensen raakten dakloos toen de orkaan Sidr over Bangladesh trok. De EU stelde in totaal 6,5 miljoen EUR ter beschikking voor eerste levensbehoeften als water, voedsel en onderdak.
5
Waar komt het geld vandaan? De Europese Unie beschikt over „eigen middelen” om haar uitgaven te bekostigen. Deze middelen behoren de Unie juridisch gezien toe. De lidstaten innen ze namens de EU en maken ze aan de EU-begroting over. Er bestaan drie soorten eigen middelen (de cijfers hieronder betreffen inkomstenramingen voor 2010 en worden gegeven bij wijze van voorbeeld):
•
traditionele eigen middelen (TEM) bestaan hoofdzakelijk uit invoerrechten die worden geheven op producten die niet afkomstig zijn uit de EU-lidstaten. Ze zijn goed voor ongeveer 12 % van de totale inkomsten;
•
de op de belasting op de toegevoegde waarde (btw) gebaseerde middelenbron bestaat uit een uniform percentage dat geheven wordt op de geharmoniseerde btw-ontvangsten van iedere lidstaat. Deze middelenbron is goed voor 11 % van de totale inkomsten;
•
de op het bruto nationaal inkomen (bni) gebaseerde middelenbron is een uniform percentage van het bni van iedere lidstaat. Hoewel deze heffing bedoeld is om de begroting in evenwicht te brengen, is ze momenteel met circa 76 % de belangrijkste bron van inkomsten.
Waar komt het geld vandaan? 80
76 %
70
2000 2010 (ramingen)
% van totale ontvangsten
60 50
38 %
40 30 20 10
16 % 12 %
11 % 5% 1%
0 Traditionele eigen middelen
Btwbron
Bnibron
Eigen middelen van de EU-begroting 6
Daarnaast zijn er nog andere inkomsten, zoals de loonbelasting van het EU-personeel, bijdragen van derde landen aan sommige programma’s van de EU en boetes die worden opgelegd aan ondernemingen die de mededingingsregels of andere regels over treden. Deze diverse inkomsten bedragen in totaal ongeveer 1 % van de totale begroting.
40 %
Overige ontvangsten
In 2010 zullen de EU-inkomsten naar schatting circa 122,9 miljard EUR bedragen. De bijdragen aan de begroting zijn grosso modo evenredig aan de economische welvaart van de lidstaten. Voor Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk worden evenwel
De inkomsten en uitgaven van de EU-begroting worden beperkt door … — verdragen: een tekort op de begroting wordt niet toegelaten. Dit betekent dat de inkomsten moeten volstaan om alle activiteiten te financieren.
correcties toegepast om hun als buitensporig ervaren nettobijdrage te verminderen. Anderzijds is de verdeling van de EU-middelen over de ontvangers in de lidstaten en derde landen afhankelijk van de prioriteiten die door de Unie zijn gekozen. Hoewel de EU-begroting alle lidstaten ten goede komt, ontvangen armere lidstaten verhoudingsgewijs meer dan rijkere. Hieruit blijkt — vooral wat het cohesiebeleid betreft — de solidariteit die aan de EU-programma’s ten grondslag ligt.
— een door de regeringen van de lidstaten en de parlementen overeengekomen uitgavenplafond. Dit wordt het „maximum voor de eigen middelen” genoemd; het is momenteel vastgelegd op 1,24 % van het bruto nationaal inkomen (bni) van de Unie. Dat komt neer op circa 293 EUR gemiddeld per EU-burger. — een door het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie overeengekomen meerjarig financieel kader, waarin de ontwikkeling van de EU-begroting per uitgavencategorie gedurende een bepaalde periode wordt vastgesteld. — een door de Raad en het Parlement vastgesteld Financieel Reglement met regels voor het opstellen, uitvoeren, beheren en controleren van de begroting.
7
Hoe wordt de begroting vastgesteld? De Commissie, het Parlement en de Raad hebben bij de totstandkoming van de begroting verschillende rollen en bevoegdheden.
In het Verdrag van Lissabon is vastgesteld dat de jaarlijkse begrotingsprocedure van 1 september tot 31 december loopt.
Eerst keurt de Raad het meerjarig financieel kader goed, nadat een meerderheid van de leden van het Europees Parlement hieraan zijn goedkeuring heeft gegeven. Het meerjarig financieel kader bestrijkt ten minste vijf jaar en stelt voor elke rubriek jaarlijkse maximumuitgaven vast. Deze zogeheten „plafonds” moeten in acht worden genomen bij het opstellen van de jaarlijkse begrotingen. Dit zorgt voor een langetermijnplanning van de uitgaven en komt ook de begrotingsflexibiliteit ten goede. Het meest recente meerjarige financiële kader bestrijkt de zeven jaar van 2007 tot en met 2013.
IN ENKELE WOORDEN De vaststelling van de EU-begroting verloopt in alle stadia democratisch De jaarlijkse begroting moet worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad, en bovendien is voor de uitvoering van bijna alle activiteiten een besluit nodig. Dit kan de vorm aannemen van een wet of rechtsgrond, voorgesteld door de Commissie en goedgekeurd door de wetgevende autoriteit — hetzij de Raad, hetzij in vele gevallen de Raad en het Europees Parlement gezamenlijk. Commissaris Janusz Lewandowski bespreekt begrotingszaken op een persconferentie.
8
De lezing van het Parlement Het Parlement heeft vervolgens 42 dagen de tijd om ofwel de begroting onmiddellijk goed te keuren bij zijn lezing in oktober, ofwel zijn wijzigingen aan de Raad voor te leggen. De Raad kan de wijzigingen binnen tien dagen aanvaarden en het ontwerp van begroting goedkeuren.
Bemiddelingscomité Als de Raad de wijzigingen van het Parlement niet aanvaardt, wordt een Bemiddelingscomité opgericht, bestaande uit leden van de Raad of hun vertegenwoordigers en een gelijk aantal leden van het Europees Parlement. Het Bemiddelingscomité moet binnen 21 dagen met een gemeenschappelijke tekst komen.
Raad Ecofin
Het door de Commissie opgestelde ontwerp van begroting Voor 1 juli stellen alle instellingen en organen van de EU volgens hun eigen interne methoden ramingen op voor het ontwerp van begroting. De Commissie voegt deze ramingen samen en stelt het jaarlijkse „ontwerp van begroting” op, dat vóór 1 september bij de Raad en het Europees Parlement wordt ingediend. In de praktijk streeft de Commissie ernaar het ontwerp van begroting vóór eind april/begin mei in te dienen.
Wanneer het Bemiddelingscomité begin november een gemeenschappelijke tekst heeft vastgesteld, hebben de Raad en het Parlement 14 dagen om deze goed te keuren of te verwerpen. Het Parlement mag de begroting zelfs goedkeuren als de Raad de gemeenschappelijke tekst verwerpt. Als één van de twee instellingen (de Raad of het Parlement) de gemeenschappelijke tekst afwijst, en de andere instelling niet tot een besluit komt, wordt de begroting geacht te zijn verworpen en moet de Commissie een nieuw ontwerp van begroting indienen.
De lezing van de begroting door de Raad De Raad bepaalt zijn standpunt over het ontwerp van begroting — en de eventuele wijzigingen daarin — en zendt het vóór 1 oktober door aan het Europees Parlement. Ook stelt de Raad het Europees Parlement in kennis van de redenen voor zijn standpunt.
Jerzy Buzek, voorzitter van het Europees Parlement (2009-2011).
9
Indien aan het begin van een begrotingsjaar de begroting nog niet definitief is vastgesteld, mag maandelijks een bedrag worden uitgegeven van ten hoogste een twaalfde van de voor het vorige begrotingsjaar geopende kredieten. Een gelijkaardige procedure bestaat voor het aanvaarden van nota’s van wijzigingen van het ontwerp van begroting
De begrotingsprocedure
RAAD
PARLEMENT
Ontwerp van begroting (OB)
1 september
Lezing van ontwerp van begroting — Wijzigingen
1 oktober
Lezing van wijzigingen
13 november (42 dagen)
JA
NEE
meerderheid van stemmen
meerderheid van leden
Begroting vastgesteld
PARLEMENT EN RAAD
(*) Het Parlement hecht zijn goedkeuring aan de gezamenlijke tekst en besluit (bij meerderheid van zijn leden en drie vijfde van de stemmen) binnen veertien dagen na de verwerping door de Raad zijn wijzigingen van de lezing volledig of gedeeltelijk aan te brengen.
Raad aanvaardt de wijzigingen van het Parlement binnen 10 dagen
Bemiddeling
13 november– 4 december (21 dagen)
Gezamenlijk ontwerp
JA
NEE
binnen 14 dagen
binnen 14 dagen
Parlement en Raad geven hun goedkeuring (of niet)
Raad verwerpt, Parlement heeft het laatste woord (*)
Begroting vastgesteld
Raad geeft goedkeuring, Parlement verwerpt
Raad en Parlement verwerpen
Ontwerp van begroting verworpen Commissie dient nieuw ontwerp van begroting in
10
18 december (14 dagen)
Tijdschema
COMMISSIE
(deze worden ingediend wanneer er vóór de aanvaarding van de begroting nieuwe informatie beschikbaar is) of voor de gewijzigde begrotingen (ingeval er wijzigingen in de reeds goedgekeurde begroting moeten worden aangebracht wegens onvermijdelijke, uitzonderlijke of onvoorziene omstandigheden).
Hoe verlopen uitgaven en controle? Verantwoordelijkheid voor het beheer van de begroting De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de begroting ligt bij de Europese Commissie. In de praktijk wordt het leeuwendeel van de begroting van de Unie (ongeveer 76 %) uitgevoerd volgens het systeem van gedeeld beheer. Deze regeling bestaat erin dat de autoriteiten in de lidstaten, en niet de diensten van de Commissie, de uitgaven beheren. Een zorgvuldig
Kerngedachte De middelen van de EU moeten worden gebruikt met inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer. Er moet, met andere woorden, worden gestreefd naar een zo groot mogelijk rendement voor iedere euro die wordt uitgegeven. Dat vereist een strikte naleving van de voorschriften en regels, evenals regelmatige controles daarop.
Wie beheert het geld van de EU? 100
uitgebalanceerd controlesysteem zorgt ervoor dat de middelen behoorlijk en in overeenstemming met de regels worden beheerd.
(% van het geld van de EU)
80
76 %
De Commissie dient bedragen die wegens fouten, onregelmatigheden of fraude onterecht zijn uitbetaald terug te vorderen. De lidstaten zijn eveneens verantwoordelijk voor het beschermen van de financiële belangen van de EU. Daartoe werken ze samen met de Commissie en met OLAF, het Europees Bureau voor fraudebestrijding, dat mogelijke fraudegevallen onderzoekt en helpt de EU-wetgeving fraudebestendig te maken.
60
40
20
0
22 %
Commissie
Commissie en lidstaten
1%
1%
Derde landen
Commissie samen met internationale partners en andere
Activiteitsgestuurde begroting Om meer duidelijkheid te bieden over welk beleid er wordt gevoerd, hoeveel geld er wordt besteed aan elke activiteit en hoeveel mensen ermee bezig zijn, is de 11
EU-begroting onderverdeeld in eenendertig beleidsterreinen. Elk van deze beleidsterreinen is op zijn beurt verdeeld in verschillende activiteiten (zo omvat het beleidsterrein milieu bijvoorbeeld ook bosbescherming). Voor elk van de activiteiten worden de totale personeels- en financiële kosten weergegeven. Deze methode wordt „activity based budgeting” of activiteitsgestuurd begroten genoemd.
Regels voor de uitgaven
Beheer, audit en interne controle
De belangrijkste regels voor de besteding van de middelen van de EU zijn neergelegd in het Financieel Reglement. In een tweede set regels, de uitvoeringsvoorschriften genoemd, wordt nader bepaald hoe het Financieel Reglement moet worden toegepast.
De programma’s en activiteiten van de EU worden beheerd door medewerkers van de beleidsdepartementen van de Commissie („directoraten-generaal” genoemd), eventueel in samenwerking met de verantwoordelijke diensten in de lidstaten.
Op enkele zeldzame uitzonderingen na, dient elk programma bovendien te worden vastgesteld bij een specifiek besluit — de zogeheten rechtsgrond — voordat er middelen kunnen worden vrijgemaakt. Deze rechtsgrond vermeldt de doelstellingen en de kosten van de activiteit, en legt vaak de jaarlijkse uitgavenlimieten vast.
Hoewel iedere EU-ambtenaar disciplinair en financieel aansprakelijk is voor zijn gedragingen, wordt in elke dienst van de Commissie een ordonnateur aangesteld, die de eindverantwoordelijkheid draagt voor acties binnen zijn of haar bevoegdheidssfeer. Meestal is dit de directeur-generaal. De interne controles zijn onderbouwd met een geheel van duidelijke controlenormen, controles vooraf en achteraf door het management, onafhankelijke interne
12
audits op basis van risicoanalyses en regelmatige activiteitenverslagen aan de bevoegde commissaris. Sinds 2002 brengen alle diensten van de Commissie een jaarlijks activiteitenverslag uit aan de leden van de Commissie waarin de in de loop van het jaar behaalde resultaten worden uiteengezet en aanbevelingen worden gedaan om eventuele tekortkomingen te verhelpen. Er wordt een syntheseverslag opgesteld voor het Parlement en de Raad. Dat verslag is thans één van de grondslagen waarop de Europese Rekenkamer haar jaarlijkse betrouwbaarheidsverklaring over het door de EU gevoerde beheer van de middelen baseert.
Hoe voert de Commissie betalingen uit? De Commissie heeft bankrekeningen bij de schatkist en de centrale banken van de lidstaten en bij commerciële banken. Ze maakt eveneens deel uit van het SWIFTnetwerk (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication). Dit systeem verstuurt elektronischebetalingsopdrachten en hiermee verband houdende berichten in gecodeerde vorm en voorzien van een authenticatiesleutel. De Commissie heeft contacten met meer dan 300 000 partijen (derden), zoals begunstigden van subsidies en leveranciers van goederen en diensten. Om de daarmee samenhangende transacties te beheren, gebruikt ze ter herkenning van elke partij (persoon of onderneming) in het computersysteem een zogenaamde „legal entity file” (LEF). Al deze LEF’s moeten worden geautoriseerd en gevalideerd voordat tot betaling kan worden overgegaan.
De Unie oefent via teledetectie toezicht uit op de gesubsidieerde landbouwactiviteiten (het MARS-project — Monitoring Agriculture through Remote Sensing).
13
Hoe wordt er verantwoording afgelegd en aan wie? De duale structuur van de boekhouding en verslaglegging van de EU De EU kent twee soorten rekeningen: a) begrotingsrekeningen die een gedetailleerd overzicht geven van de uitvoering van de begroting, en b) algemene rekeningen die dienen voor het opstellen van de balans en de economische resultatenrekening. De begrotingsrekeningen worden gevoerd op kasbasis (ook wel bekend als het „modified cash accounting principle”). Dat beginsel houdt in dat transacties (inkomsten en uitgaven) pas worden geregistreerd wanneer het geld ook daadwerkelijk wordt uitgegeven of ontvangen. Voor de algemene rekeningen (of het grootboek) wordt de methode van dubbele boekhouding gebruikt om
Kerngedachte De EU-rekeningen worden jaarlijks gepubliceerd en voor een externe controle aan de Rekenkamer overgelegd. Het eindoordeel, de zogeheten „kwijting”, wordt gegeven door het Parlement, dat rekening houdt met de aanbevelingen van de Raad.
inkomsten en uitgaven tijdens het begrotingsjaar bij te houden. De algemene rekeningen worden gebruikt voor het opstellen van de resultatenrekening en de balans, die een overzicht geeft van de activa en de passiva. Zij geven de financiële positie van de EU weer op 31 december van elk jaar.
Verslaglegging over de uitvoering van de begroting
Vitor Manuel da Silva Caldeira, voorzitter van de Rekenkamer, en José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie.
14
De stand van de begrotingsuitvoering wordt maandelijks op de website van de Commissie gepubliceerd. Deze maandelijkse bekendmakingen laten zien hoe het geld daadwerkelijk wordt besteed. De informatie wordt gegeven per hoofdstuk van de begroting en per beleids terrein. De betrokken beleidsdiensten houden ook weekcijfers bij. Een totaalbeeld van de resultaten van de gedurende het jaar uitgevoerde evaluaties en de geplande follow-upmaatregelen wordt geschetst in het jaarlijks evaluatieoverzicht.
De Commissie publiceert daarnaast de jaarrekening van de Europese Gemeenschappen, die ook geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting en de balans omvat. De overeenkomstig de IPSAS-normen (International Public Sector Accounting Standards, of internationale boekhoudnormen voor de overheid) opgestelde jaarrekening is een geconsolideerde versie van de rekeningen van alle EUinstellingen en -organen, en van die van de meeste agentschappen. Na een eerste controle van de voorlopige rekeningen door de Rekenkamer keurt de Commissie de definitieve rekeningen goed en stuurt ze vervolgens door naar de kwijtingverlenende autoriteiten, namelijk het Europees Parlement en de Raad. Op 1 januari 2005 heeft de Commissie met de overgang van een boekhouding op kasbasis naar een boekhouding op transactiebasis een cruciale stap gezet in het moderniseringsproces. Een transactieboekhouding registreert verrichtingen wanneer zij zich voordoen (en niet pas wanneer er geldbewegingen plaatsvinden) en geeft een volledig overzicht van de activa en passiva van de EU. De beleidsmakers, de begrotingscontroleurs, de beheerders van EU-geld en de burgers beschikken daardoor over nauwkeurigere financiële informatie, die voor een effectief beheer en een doeltreffende controle van het overheidsgeld een eerste vereiste is.
Externe controle Naast regelmatige interne audits en controles, vindt ook een externe, onafhankelijke controle van de jaarrekening en het middelenbeheer van de EU door de Europese Rekenkamer plaats. De Rekenkamer stelt jaarlijks een verslag op voor het Parlement en de Raad. Samen met dit verslag geeft zij een oordeel, de zogeheten betrouwbaarheidsverklaring, af over:
Het Europees Parlement verleent kwijting voor het beheer van de EU-begroting.
•
de betrouwbaarheid van de rekeningen (d.i. de vraag of de boekhouding naar behoren is gevoerd) en
•
de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (de geïnde ontvangsten en gedane uitgaven).
Rekenschap en verantwoording tegenover het Europees Parlement Nadat de Rekenkamer haar jaarverslag heeft gepubliceerd en de laatste hand is gelegd aan de jaarrekening, legt de Raad aanbevelingen voor aan het Europees Parlement. Op basis daarvan doet het Parlement uitspraak over het door de Commissie in het begrotingsjaar gevoerde financiële beleid. Als het Parlement meent dat de Commissie de begroting van de EU naar behoren heeft beheerd, verleent zij de Commissie kwijting. Daarbij beveelt het Parlement de Commissie vaak follow-upmaatregelen aan. Vervolgens licht de Commissie het Parlement en de Raad in over de maatregelen die zij kan nemen. 15
EU-begroting: http://ec.europa.eu/budget/index.htm (beschikbaar in het Engels, Frans en Duits) Directoraat-generaal Begroting: http://ec.europa.eu/dgs/budget/index_nl.htm Europees commissaris Janusz Lewandowski, bevoegd voor Begroting en financiële programmering http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/lewandowski/index_en.htm
Voor feedback over de brochure:
[email protected]
Europe Direct helpt u antwoord te vinden op uw vragen over de Europese Unie
Gratis nummer (*): 00 800 6 7 8 9 10 11 (*) Als u mobiel of in een telefooncel of hotel belt, hebt u misschien geen toegang tot gratis nummers of kunnen kosten worden aangerekend.
Fotorechten: Corbis, omslag en blz. 3, 9; Ingram publishing, blz. 3; European Union, blz. 4, 5 (ECHO/Antoine Lemasson; ECHO/Claire Barrault), 8, 10, 12, 13, 14,15; GettyImage, blz. 7; ESA/J. Huart, blz. 9. Meer informatie over de Europese Unie is beschikbaar op het internet, via de Europaserver (http://europa.eu). Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2010 ISBN 978-92-79-14453-0 doi:10.2761/42646 © Europese Unie, 2010 Overneming met bronvermelding toegestaan Printed in Luxembourg Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier
KV-30-09-259-NL-C
Voor nadere informatie over de begroting en de financiële programmering van de EU: