Weg met die Condoomschroom Mannen houden er niet van en dus laten we ons verbazingwekkend vaak omlullen om het zonder te doen. Zeker tijdens de vakantie en vooral bij orale sex. Dat is niet slim. Kijk maar naar de chlamydia-cijfers: elk jaar 60.000 nieuwe gevallen, vooral onder jonge vrouwen. Toegegeven: héél fijn met zo’n rubber ding is het voor veel vrouwen ook niet. De gedachtes die tijdens een heftige sex-sessie constant door je hoofd wippen, zijn niet bepaald stimulerend te noemen. Wanneer begin ik erover? Of doet hij het? Zal ik er gewoon een te voorschijn pakken… nú? Of komt dat te eager over? Ga ik ‘m omdoen, of hij? En als je dan eenmaal op het punt bent beland dat jij het condoom in je handen hebt - terwijl je zo opwindend mogelijk door probeert te zoenen- : van welke kant moet ie in hemelsnaam afgerold worden? Zit ie eindelijk op z’n plek, dan is het nog opletten geblazen dat het condoom niet scheurt, of gênanter: afglijdt en onverhoeds ‘kwijtraakt’. Maar, daar staat tegenover: geen troep achteraf. Als je aan de pil bent: dubbele protectie tegen zwangerschap. En, natuurlijk, de meest belangrijke reden om ‘m te gebruiken: bescherming tegen een soa. We weten dus echt wel dat we ‘m moeten gebruiken. Maarja. Die theorie in de praktijk brengen blijkt een stuk lastiger. Hoe vaak je het jezelf ook hebt ingeprent om - en ja, ook in een dronken bui – er áltijd een te gebruiken. Toch slipt er wel eens wat doorheen. Of: het condoom vliegt er uit zodra jullie de drie-maandenrelatie-grens hebben bereikt. Want tja, inmiddels kennen jullie elkaar toch van binnen en buiten? Uit cijfers van Soa Aids Nederland blijkt dat chlamydia de meest voorkomende soa in ons land is. Jaarlijks raken zo’n zestigduizend personen besmet. En dat cijfer loopt ieder jaar verder op. Tweeënzeventig procent van alle chlamydia-infecties wordt vastgesteld bij 15-29 jarigen. Vandaar dat meer dan driehonderdduizend jongeren in Amsterdam, Rotterdam en Zuid-Limburg dit najaar een oproep krijgen voor een chlamydiatest. De gevolgen van zo’n infectie kunnen namelijk heftig zijn, onder andere onvruchtbaarheid voor vrouwen. Maar ondanks de vele postbus 51spotjes, lijken deze risico’s bij veel mensen op het moment suprême toch niet écht door te dringen. Maar zien we de risico’s inderdaad niet in? Of laten we ons net iets te snel overhalen door mannen die gewoon niet zo’n zin hebben om een condoom te gebruiken? Amélie (27) verbaast zich er keer op keer weer over dat mannen zo moeilijk doen over condoomgebruik. “Van de acht mannen met wie ik naar bed ben geweest, was er welgeteld één bij die er níet moeilijk over deed. We hebben het condoomgebruik zelfs onze hele drie jaar durende relatie volgehouden. Sommige
mensen denken misschien dat het vooral lager opgeleide mannen zijn die het onveilig doen, of jonge jongens, maar dat is echt niet het geval. Iedere keer als ik dacht een ‘brave’ volwassen jongen te hebben gescoord, was ik met stomheid geslagen als hij óók weer moeilijk ging doen.” Met moeilijk doen bedoelt Amélie niet zozeer een totale condoomweigering. Maar wel was zij altijd diegene die over de condooms moest beginnen. “Vaak probeerden de mannen toch eerst of ik ’t eventueel ook zonder wilde doen. Daarna moest ik soms tot drie keer toe vragen of ze er een condoom bij wilden pakken - als ik er zelf niet gelijk een bij de hand had. Ook de keren daarop moest ik steeds het initiatief nemen. Dat moet eigenlijk toch een beetje om-en-om gebeuren?” Ook Kim herkent het probleem. “Een one-nightstand deed ‘m al gelijk in me, terwijl ik had aangegeven dat ik een condoom wilde gebruiken. ‘Heel even voelen’, zei ie. Zelfs toen ik schreeuwde dat ik niet aan de pil was, dus zwanger kon worden, leek dat niet tot hem door te dringen.” En dan komt het dus op de vrouw aan om sterk in haar schoenen te staan. Bij Amélie lukte dat soms wel. Maar soms ook niet. En die onveilige keer kwam haar gelijk duur te staan. “We kenden elkaar pas nét. Maar ik wist zeker dat dit een lange-termijn-relatie ging worden. Het voelde zo goed. Tijdens onze eerste echte vrijpartij vroeg ik of we een condoom konden gebruiken. Er kwam geen antwoord op. Ik dacht: ik heb het gezegd, dus hij weet wat ik wil. Omdat we in zijn huis waren, vond ik dat hij er wel een kon pakken. We vrijden nog wat door, maar hij maakte geen aanstalten om iets te pakken. Op een gegeven moment stopten we maar met vrijen. Een regelrechte dooddoener. Toen ik even later vroeg waarom hij niet gewoon een condoom kon pakken, kwam het hoge woord eruit. Hij werd altijd slap bij het omdoen ervan, zei hij. Toen we het later met condoom probeerden, bleek het inderdaad niet goed te lukken. Daarna hebben we ons sexuele verleden besproken. Hij had het maar met één meisje onveilig gedaan. Maar daar wist hij honderd procent zeker van dat zij niks kon hebben. Toen dacht ik: ach, we hebben een relatie, ik heb ook geen zin in die rotcondooms, dus laten we het maar zonder doen. En dan laten we ons volgende week testen.” Maar uit die test kwam níet het resultaat waar Amélie op gehoopt had. “Ik schrok me dood toen de GGD-vrouw aan de telefoon tegen me zei dat ik chlamydia had. Mijn vriend was ook verbaasd. ‘Hoe kan dat nou?,’ zei hij. Tja. We hebben onze exscharrels gebeld, maar zijn er nooit achter gekomen van wie de chlamydia afkomstig was.” Over het algemeen doen we het bij one-night-stands nog wel goed, daar is het condoomgebruik tachtig procent. Maar zodra de relatie een iets vaster karakter krijgt, vliegt het condoom er al snel uit. De voornaamste reden daarvoor is het wederzijdse vertrouwen. En tuurlijk, als je vier jaar bij elkaar bent en je niet in een vrije relatie zit, moet je er maar vanuit gaan dat het veilig is en je partner niet onveilig vreemdgaat. Maar mensen vertrouwen hun partners veel te snel, bevestigt onderzoek van Soa Aids Nederland. Het condoomgebruik neemt sterk af bij relaties tussen de drie en zes maanden. Iets meer dan de helft van de mensen met
een vaste relatie is binnen drie maanden gestopt met condooms. Daarvan ging er aan vierendertig procent van de gevallen een soa-test vooraf. Je vóelt je misschien vertrouwder. Maar het feitelijk risico is hetzelfde. Lisette Kuyper, onderzoekster bij de Rutgers Nisso Groep: “Mensen denken snel, ach, ik heb - of mijn partner heeft - het maar één keer onveilig gedaan, dus de kans op een soa is nihil. Maar als die ene one-night-stand wel iedere week een ander heeft, heb je via via al snel contact met driehonderd mensen gehad.” Mannen die zeggen slap te worden. Die zeggen dat ze toch geen soa hebben. Of die zeggen dat ze allergisch zijn voor condooms. Huisarts en sexuoloog Peter Leusink heeft tijdens zijn werk al de nodige smoesjes voorbij horen komen. “Trap er niet in!”, waarschuwt hij. “Een man die allergisch is, komt maar sporadisch voor. En voor diegene die het echt zijn, bestaan anti-allergische condooms. Die moet zo’n man dan maar bij zich dragen.” Het slap worden is een ander probleem. “Dat is lastig. Het is niet duidelijk hoeveel mannen dat probleem echt hebben,” vertelt Leusink. “Wel blijkt uit een onderzoek van vorig jaar in de VS dat eenderde van de mannen die meenden een soa te hebben opgelopen, erectieproblemen kregen zodra er een condoom in de buurt kwam. Hoewel ze al vaker een condoom hadden gebruikt, bleven ze toch erectieverlies houden.” De oplossing die Leusink aandraagt bij dit probleem is een condoom te gebruiken met een glijmiddel van binnen, en het gebruik van dunnere condooms. “Stimuleer ook met de hand bij, totdat ie weer stijf is. In ieder geval nooit met een slappe penis penetreren, want dat gaat geheid mis.” En dan zijn er nog mannen die het op de psychische boeg gooien, en zielig vragen: ‘maar vertrouw je me soms niet?’ Het nieuwste postbus-51 spotje leert ons al dat het antwoord daarop is: ‘ik vertrouw jou wel, maar je ex niet.’ Ook bij Laura (27) worden de condooms wel eens ‘vergeten’ tijdens een heftige vrijpartij. “Ik geef toe dat ik er zelf ook niet al te strikt in ben. Maar het valt wel op dat mannen er sowieso nooit over beginnen. Zij proberen toch altijd eerst even uit of het ook zonder kan.” Als Laura dan zelf aangeeft dat ze een condoom wilt gebruiken, zijn de meeste mannen wel bereid om er een te pakken. Al dan niet van harte. Olga Loeber, arts bij het Rutgershuis, heeft er wel een verklaring voor. Volgens haar zijn mannen van oorsprong minder met bescherming bezig dan vrouwen. “Mannen zijn in de eerste plaats bezig met iets dat ze lekker vinden. Alles wat ze in de weg staat, doen ze liever niet. Dat is maar een gedoe. Vrouwen zijn meer bezig met ‘verstandig zijn’ en zichzelf beschermen, ook tegen zwangerschap natuurlijk. Dat ligt ook aan de socialisatie van vrouwen en hun opvoeding. Traditioneel is het de man die jaagt en de vrouw die zich laat veroveren en hem moet tegenhouden als ze niet wil.” Plus, puur fysiek gezien vinden mannen condoomgebruik vaak vervelender dan vrouwen. Loeber: “Ze vinden het minder lekker, ze voelen minder, en sommigen raken uit hun concentratie en krijgen daardoor een erectiestoornis.” En hoe technisch de meeste mannen ook zijn als er een computer in de buurt is, bij condooms is het een andere zaak. Loeber: “Een condoom is een technisch ding,
waarbij je goed moet weten wanneer en hoe. Zeker als het licht uit is, weten mannen niet precies wat ze doen. Vrouwen zijn handiger met het omdoen van een condoom dan mannen. Bij de zogenaamde ‘rubber race’ winnen vrouwen meestal.” Amélie ontdekte dat het soms ook veel beter werkt, om als vrouw het condoom om te doen: “Een one-night-stand ging wat moeilijk kijken toen hij zag dat ik de lade van mijn nachtkastje opentrok, waar de condooms inlagen. Hij zei dat hij nooit stijf bleef met condooms. Aangezien hij bekend stond als een enorme player, was ik - ondanks dat ik nogal wat gedronken had - toch nog zo verstandig om dat condoom wel te pakken. Ik ging bovenop hem zitten en rolde het condoom er vanaf, terwijl ik hem zoende. Hij was stomverbaasd, zei ie achteraf. Nog nooit had een vrouw ’t bij hem omgedaan, en dat maakte toch wel een groot verschil. Ineens bleef hij wel gewoon stijf.” Toch blijkt er iets raars aan de hand, als de onderzoeken er op nageslagen worden. In 2006 heeft de Rutgers Nisso groep een grootschalig onderzoek uitgevoerd: ‘Seksuele gezondheid in Nederland, 2006.’ Daaruit blijkt dat 27% van de mannen met een losse partner zegt dat ze meestal geen condoom gebruiken. Bij de vrouwen met een losse partner zegt 51% ’t meestal zonder condoom te doen. Onderzoekster Kuyper: “Dat is verwonderlijk, het kan ook helemaal niet. Je zou verwachten dat het fifty, fifty is.” Over deze verwonderlijke statistieken ís natuurlijk nagedacht. “Het kan zijn dat vrouwen dénken dat ze minder vaak een condoom gebruiken,” legt Kuyper uit. “Negatieve ervaringen heb je eerder paraat. Vrouwen zijn er schrikachtig voor om géén condoom te gebruiken en onthouden die keren dat ze het zonder hebben gedaan vaker. Daarentegen ervaren mannen juist het condoomgebruik als negatiever. In hun perceptie gebruiken ze dus héél vaak een condoom. En uiteindelijk blijft zo’n onderzoek toch een perceptie, lastig te meten dus.” Bij een voormalig scharrel van Laura was het overduidelijk dat hij alleen een condoom gebruikte omdat zij dat wilde: “Paul was een stuk ouder, midden veertig en had al een behoorlijke waslijst aan vrouwen achter zich. Hij vond condooms complete onzin. Snapte die heisa eromheen echt niet. Paul vond ‘ons’ maar een bange generatie, zei dat wij onnodig bang gemaakt worden met alle verhalen rondom soa.” Lisette Kuyper zegt dat mannen vaker de risico’s van soa lager inschatten dan vrouwen. “En dat komt mede omdat mannen ook inderdaad minder kans op een soa lopen, dan vrouwen.” Dat blijkt uit cijfers van Soa Aids Nederland: van de zestigduizend personen die jaarlijks chlamydia oplopen, zijn 37.000 vrouwelijk en 23.000 mannelijk. Margot Mulder van Soa Aids Nederland legt uit dat dit aan de fysieke bouw van vrouwen ligt. “Het slijmvliesoppervlak is het kwetsbare gebied voor een soa. Dit is bij vrouwen - in de vagina - groter dan bij mannen - op de penis. Als een vrouw onveilige sex heeft met een man die chlamydia heeft, is de kans dat zij het krijgt vijftig procent. Omgekeerd: een man die onveilige sex heeft met een vrouw die chlamydia heeft, loopt vijfentwintig procent kans om de bacterie
over te nemen. Dit is alleen zo bij chlamydia. Het is niet zo dat de kans voor vrouwen altijd twee keer zo hoog is.” Mannen schatten de risico’s dus lager in, maar of mannen inderdaad ook vaker moeilijker doen over condoomgebruik dan vrouwen, is volgens Kuyper lastig te meten. “Wel blijkt uit onderzoek dat vrouwen een hogere intentie hebben om condooms te gebruiken. Maar ze zeggen dus ook dat ze dit uiteindelijk minder vaak dóen. Dit is ook wel logisch als het initiatief telkens bij hen ligt en de mannen een soort ‘passieve weigeraars’ zijn. Je goede voornemens in actie omzetten is lastig als alle actie ook bij jou vandaan moet komen.” Opvallend is dat vooral bij orale sex het condoomgebruik schrikbarend laag ligt. Uit onderzoek blijkt dat driekwart van de mensen nooit bescherming gebruikt bij orale sex. Peter Leusink: “Dat is hoog! En toch kun je er een soa door oplopen. Via het slijmvliescontact. Herpes, hepatitis B, of wratten. En als er bloed- of spermacontact is, kun je ook hiv oplopen. Toch lijkt het alsof mensen zichzelf inpraten: ‘oh, kans op hiv loop ik nauwelijks. Dus orale sex zonder condoom kan wel.’” Onderzoekster Lisette Kuyper vult aan dat het feit dat je niet zwanger kunt worden van pijpen of beffen veel mensen ook over de lijn trekt om het condoom maar weg te laten. “En wat ook een probleem is: pijpen met condoom is naar mijn idee een lachertje. Dat wordt toch minder als ‘normaal’ beschouwd, dan condoomgebruik bij vaginaal contact.” Maar, wéten mannen en vrouwen überhaupt wel dat orale sex ook onveilig is? Kuyper: “Niet veel mensen weten inderdaad dat je bijvoorbeeld gonorroe in je keel kunt krijgen.” Ze beaamt dat er eigenlijk meer voorlichting gegeven moet worden in orale sex. De nadruk - via bijvoorbeeld postbus 51 spotjes - ligt nu primair op geslachtsgemeenschap, omdat dat het gevaarlijkst is. Anouk (25) geeft toe dat ze nooit zeker wist of orale sex zonder bescherming wel of geen kwaad kon. “Ik dacht altijd: er komt geen sperma bij mijn vagina in de buurt. Dus hoe zou ik in hemelsnaam besmet kunnen raken? Toen ik hoorde dat het toch onveilig was, wist ik weer niet of je van een beetje voorvocht ook chlamydia kan krijgen, of dat het alleen onveilig is als de man daadwerkelijk klaarkomt in mijn mond.” Margot Mulder van Soa Aids Nederland legt de gevaren uit: “Het risico op hiv is bij voorvocht verwaarloosbaar klein. Maar bij klaarkomen is er wel kans op besmetting. En indien een vrouw het sperma doorslikt, is de kans op besmetting nóg groter. Als het gaat om syfillis, herpes, chlamydia en gonorroe is er geen onderscheid in voorvocht of sperma in je mond. Sowieso onveilig dus.” Een soa-test voor jou en je partner is dus echt de meest veilige oplossing om te besluiten het condoom uit het raam te gooien. Toch lijkt het erop dat veel mensen moeite hebben om deze stap te zetten. Leusink: “Uit onderzoek blijkt dat de helft van de mannen de behoefte heeft om wel te gaan, maar uiteindelijk niet gaat. Soms steken ze hun kop in het zand. Of besluiten ze tóch op de ander te vertrouwen.” Of ze zijn natuurlijk doodsbang: “Een soa-test? Daar begon hij niet aan,” zegt Anouk over haar huidige vriend. “Hij was te bang voor dat wattenstokje, dat in de
penis wordt gestoken. Daarover had ik hem uitvoerig verteld overigens. Niet verstandig nee, haha.” Maar: góed nieuws als je je (toekomstige) partner aan een test wilt laten onderwerpen. Het wattenstokje is inmiddels voltooid verleden tijd. Inmiddels volstaan mannen én vrouwen met het inleveren van hun urine. Even betrouwbaar. Eventueel komt daar nog een bloedtest bij. Bij klachten wordt nog wel altijd een uitstrijkje aanbevolen. En nog meer goed nieuws. Soms draaien mannen ook wel weer bij. Zo ervoer Anouk: “Een jaar later belandde ik –in een dronken bui- nog een keer bij een voormalig scharrel in bed, die altijd lastig deed over condoomgebruik. Ineens pakte hij er uit zichzelf een bij. ‘Het was toch wel verstandig van je, dat je het altijd met condoom wilde doen,’ zei hij. Ik weet eigenlijk nog steeds niet waar die ommekeer vandaan kwam. Zal wel een soa hebben opgelopen in de tussentijd.” * Meer persoonlijk advies? Kijk op: http://www.soaaids.nl/persoonlijkadvies * Op www.vrijsoavrij.nl kun je met de Ex-O-meter berekenen met hoeveel mensen je werkelijk sex hebt gehad. Je sexuele stamboom dus! Chlamydia… ben je nu onvruchtbaar, of niet? Het gevaarlijke is dat chlamydia een bacteriële infectie is met een vrij sluipend karakter. Je kunt het lang hebben zonder klachten. Wel kan er soms wat bloedverlies bij sex optreden, of wat waterige afscheiding. Maar er is dus wel echt een soa-test nodig om uitsluitsel te geven. Als de uitslag positief is (geen goed nieuws dus), dan volstaat een antibiotica-kuur, zodat de bacterie uit je lichaam verdwijnt. Maar de schrik en angst blijven bij veel vrouwen nog een tijd hangen. Want, wat dan? Geschat wordt dat ongeveer duizend vrouwen per jaar problemen kunnen krijgen met hun vruchtbaarheid door chlamydia. Maar hoe weet je of dat bij jou ook het geval is? Feit is dat dit erg moeilijk blijkt vast te stellen. Je kunt er contractvloeistof doorheen laten gaan en dan fotograferen, maar dat is een pijnlijk vervelend onderzoek, en ook niet zonder risico’s. Plus, het zegt niet eens alles. De conclusie is eigenlijk best hard: het beste bewijs is om gewoon proberen zwanger te worden op het moment dat je dat graag wilt. En dan maar afwachten. Lieke Meertens (juli 2007, Viva)