Week 6, HC (maandag 12 oktober) Algemene rechtswetenschap Hoofdstuk 9 Verheugt: de onrechtmatige daad Feitelijk handelen kan onrechtmatige maar ook rechtmatige daden tot gevolg hebben. De golfer die de toeschouwer raakte met zijn balletje deed dit niet expres (dus met een beoogd rechtsgevolg), maar dit is wel een onrechtmatige daad waarbij hij de schade die de toeschouwer heeft opgelopen moet vergoeden. Algemene voorwaarden van een overeenkomst Beding in grijze lijst – art. 237i BW - Regels in de algemene voorwaarden die afhankelijk van de situatie kunnen worden afgekeurd vanwege de onredelijkheid - Voorbeeld: je komt erachter dat je tijdens het boeken van je weekendje weg de verkeerde datum hebt ingevuld en belt direct het hotel, waar je de overeenkomst als het ware twee minuten later ontbindt en een andere datum wilt opgeven. Toch moet je voor het omzetten annuleringskosten betalen. Dit is een onredelijk beding. Verbintenis tot het betalen van een schadevergoeding? Voorbeelden: Dief steelt een schilderij – feitelijk handelen. De eigenaar van het schilderij kan de dief ook aansprakelijk stellen voor de geleden schade in een civielrechtelijke procedure; deze loopt dus parallel met de strafrechtelijke procedure. Sigarettenfabrikant krijgt van een roker een vordering op basis van gederfde levensvreugde omdat hij van hun sigaretten longkanker heeft gekregen. De roker krijgt gelijk en doet een succesvolle vordering; volgens de Hoge Raad voegt de sigarettenfabrikant bewust nicotine toe aan de sigaretten die ze extra verslavend maken en is deze daarom verantwoordelijk. Feitelijk handelen (onrechtmatige en rechtmatige daden) leidt niet altijd tot rechtsgevolgen en de daaruit volgende verbintenissen. Verbintenissen uit de wet vloeien uit het feitelijk handelen voort: de wet verbindt de gevolgen aan de gedraging. Ongelukkige samenloop van omstandigheden (OSVO) Arrest ‘verhuizende zusjes HR 2001’ Tijdens de verhuizing van een van de twee raakt de arm van de ene zus bekneld achter de kast die zij de trap op dragen, waardoor de arm geamputeerd moet worden. Is dit nou een feitelijk handelen waar een verbintenis in de vorm van een schadevergoeding uit voort komt? De Hoge Raad oordeelt van niet; dit is geen onrechtmatige daad maar een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Rechtmatige daden Een verbintenis vloeit voort uit een rechtmatige daad, onder te verdelen in: 1. Onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW) Bij een betaling zonder rechtsgrond is het altijd mogelijk om je geld terug te vorderen, bijvoorbeeld als je geld hebt gestort op een verkeerd rekeningnummer 2. Ongerechtvaardigde verrijking Je verrijkt jezelf ten koste van een ander, de vereisten voor een succesvolle vordering staan in art. 6:212 BW. Zo was er een man die na het ontbinden van zijn huwelijk vergoeding wil voor het huis waar hij zeven jaar aan heeft gewerkt, maar op naam van zijn vrouw stond. Zijn vordering slaagde niet, omdat dit niet ten koste van hem was: hij vond het leuk om te doen. 3. Zaakwaarneming Als je dit doet op redelijke grond moeten de kosten door de ander worden vergoed op grond van art. 6:198 BW. Een man met doorgesneden polsen wil niet geholpen worden door de artsen, maar zij doen dit toch. Als de man herstelt is en de rekening krijgt, wil hij niet betalen. De Hoge Raad oordeelt dat dit toch moet, omdat hij op dat moment niet helder dacht en de artsen redelijk hadden gehandeld. Onrechtmatige daad Verplichting tot schadevergoeding als er is voldaan aan de vier eisen volgens art. 6:162 BW: 1. Onrechtmatige gedraging 2. Toerekenbaar aan degene die deze heeft gepleegd 3. Er moet schade uit de gedraging zijn voortgevloeid 4. Er moet een causaal verband bestaan tussen de schade en de daad: de schade moet door de gedraging zijn veroorzaakt. Onrechtmatige gedraging naar geschreven recht Inbreuk op een subjectief recht Inbreuk maken op een recht van iemand door een derde waar je geen band mee hebt 3 soorten recht waarop een inbreuk kan worden gemaakt: 1. Absoluut recht (bijvoorbeeld eigendom) Schade of hinder die je ondervindt aan jouw eigendom, hierbij hoort het arrest ‘kraaien en roeken HR 1972’: is het aanleggen van een vuilnisbelt bij woonhuizen onrechtmatig of een vergunde gedraging? 2. Intellectueel eigendomsrecht (bijvoorbeeld auteurs- en octrooirecht) Geen stoffelijke zaken, maar op de inhoud kan wel inbreuk worden gemaakt. 3. Grondrecht (bijvoorbeeld art. 10 Gw) Inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, zoals in de arresten ‘Edamse bijstandsmoeder HR 1987’ en ‘kinderen prinses Irene HR 1988’. Handelen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht Een onrechtmatig handelen omdat het in strijd is met de inhoud van de wet - Wetten in materiële zin: strafbare feiten zoals diefstal (art. 310 Sr) en mishandeling (art. 300 Sr). Wie wordt er beschermd? Tegenover wie is de daad onrechtmatig?
Er wordt gekeken naar de strekking van de geschonden norm: Bescherming benadeelde persoon Schade als bedoeld in de norm, veroorzaakt op de wijze zoals in de norm bedoeld. Voorbeeld: Wie beschermt de Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg? (HR 1958) Kwakzalver heeft geen tandkunde gestudeerd maar gedraagt zich als een tandarts, alleen veel minder duur. De tandartsen doen een beroep op de Wet BIG, maar trekken aan het kortste eind. Er is geen vordering door hen mogelijk omdat de wet bedoeld is om de maatschappij te beschermen, niet de tandartsen. Er is dus een negatieve 5e eis die kan worden gedaan door de tegenpartij in een zaak: komt de strekking van de geschonden norm wel overeen met de gedraging die is gepleegd? Dit wordt het relativiteitsvereiste genoemd (art. 6:163 BW) Duwbak Linda-arrest HR 2004 - Nabestaanden voeren een procedure tegen de staat - Zij voeren daarbij het Reglement onderzoek schepen Rijn als geschonden norm aan, maar hun vordering heeft geen succes. Onwetmatig veranderd in onrechtmatig Aanleiding: Zutphense waterkraan HR 1906 Een partij leer onder bovenwoning vrouwtje wordt onherstelbaar verwoest door lekkage van haar kraan. Het nalaten van het repareren van de kraan is niet onwetmatig: dat is niet strafbaar volgens de wet. Het is wel onrechtmatig. Lindebaum-Cohen HR 1919 Bedrijfsspionage was nog geen strafbaar feit, maar het was wel in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm/betamelijkheidsnorm. Zorgvuldigheidsnormen 1. Oneerlijke concurrentie Het uitlokken van een wanprestatie - Vb. Stakingsactie van de politie; zij willen deurwaarders niet meer helpen waardoor zij hun werk niet meer goed kunnen doen. 2. Onrechtmatige afweging belangen Misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW) - Alleen met doel om te schaden: arrest ‘Berg en Dalse watertoren HR 1936’ - Ander doel dan waarvoor verleend, zoals de wetgevende macht die ineens regels maakt om van de staat een dictatuur te kunnen maken. - Détournement de pouvoir - Onevenredigheid van belangen: arrest ‘grensoverschrijdende garage HR 1971’, waarin de buurvrouw het afbreken van een garage eist die op haar grond staat. Nu is dit toegestaan, maar als het hier gaat om een grote bedrijfshal is het belang van het bedrijf groter, omdat deze zonder hal failliet zou kunnen gaan enzovoort. 3. Gevaarzetting Het in het leven roepen van een groter gevaar dan waarop een normaal mens bedachtzaam hoeft te zijn. De relativiteitseis staat hier tegenover de zorgvuldigheidsnorm.
Spitfire HR 1958: een gevechtsvliegtuig raakt een elektriciteitsdraad, waardoor een deel van het land twee dagen zonder stroom zit. Bedrijven die daardoor schade hebben geleden klagen de overheid aan. - Eigenaar van de kabels was de maatschappij Kelderluik-arrest Drie criteria waaraan moet worden voldaan voor een geslaagde vordering op schadevergoeding door gevaarzetting: 1. Voorzienbare ernst van de gevolgen 2. Waarschijnlijkheid van het kunnen ontstaan van een ongeval 3. Bezwaarlijkheid veiligheidsmaatregelen - Je moet anderen duiden waarschuwen: zie het slipgevaararrest 1996 Rechtseconomen: kosten preventie (Kp) < omvang schade (Os) x waarschijnlijkheid schade (Ws) Je moet mensen dus waarschuwen, ook wel exonereren genoemd. Als vereiste is het instellen van afdoende maatregelen genoemd: jetblast-arrest 2005 In de praktijk wordt daar door opstellers van algemene voorwaarden (bedrijven enz.) de exoneratieclausule gebruikt: er wordt zo geprobeerd te ontsnappen aan de aansprakelijkheid door op het gevaar te wijzen en daarvoor te waarschuwen. Toerekening dader 1. Schuld Criterium van het oud BW leidde tot een probleem: jaguar-arrest HR 1965, waarin een jongen met een geestelijke tekortkoming een auto steelt en daarmee een grote kettingbotsing veroorzaakt. Kan je een beperkt iemand iets toerekenen? Tegenwoordig wordt dat via toerekenbaarheid opgelost. Verwijtbaarheid - Moedwillig – bijvoorbeeld vandalen - Per ongeluk – chauffeur van een auto die achterom praat en daardoor niet of te laat ziet dat er wordt geremd 2. Voor rekening van de dader Risicoaansprakelijkheid Ouders van een kind tot 14 jaar art. 6:169 BW - Daad van kind moet wel volgens de vier criteria onrechtmatig zijn. - Bij 14/15 jaar zijn de ouders alleen aansprakelijk bij nalatigheid (schuldaansprakelijkheid. - Bij 16/17 jaar wordt het kind zelf aangesproken. Eigenaar van een dier (art. 6:171 BW) - Als je hond de bal van je buurmeisje kapot bijt, ben je aansprakelijk en moet je deze vergoeden. Werkgevers voor werknemers (art. 6:170 BW) - Hier zitten wel voorwaarden aan: de fout moet gemaakt zijn tijdens diensttijd en samenhangen met de werkopdracht die de werknemer had gekregen. Geestelijke of lichamelijke tekortkoming zijn geen beletsel voor het toerekenen van een gedraging aan iemand (art. 6:165 BW). - Kleine beperking: kan alleen bij een ‘doen’ van die persoon zijn, niet bij een nalaten. - Dit is redelijk, omdat degene die verantwoordelijk is voor deze persoon diegene gewoon tegen schade die hij maakt kan verzekeren.
Overheid: zij zijn verantwoordelijk voor het onderhouden van dijken en wegen. In eerste instantie worden zij vrij makkelijk aansprakelijk gesteld. - Trendbreuk: Wilnisarrest HR 2010: breken van dijk is niet aan de overheid toe te rekenen - Zorgplicht wordt niet meer zo scherp toegepast 3. Verkeersopvattingen Meppelse Ree HR 1983: De bestuurder had nog maar net zijn rijbewijs toen hij een ree ontweek en een frontale botsing veroorzaakte. De reactie is begrijpelijk, maar dit is toch aan hem verwijtbaar wegen verkeersopvattingen. Rechtvaardigingsgronden Goede redenen om je toch onrechtmatig te gedragen Strafrechtelijk - Bijvoorbeeld een ambtelijk bevel: politiebevel voor het rijden door rood licht. - Een noodtoestand, zoals een ambulance die te hard rijdt vanwege de levensbedreigende staat van de patiënt die wordt vervoerd. Risicoaanvaarding is geen rechtvaardiging - Sportletsel HR 1991 – als je bij voetbal een gebroken been oploopt door een trap is dat wel een onrechtmatige daad die moet worden vergoed. - In hoeverre past het in het spel en wanner is het onrechtmatig? Causaal verband tussen schade en daad Welke schade? - ‘dientengevolge’ van de onrechtmatige daad (art. 6:98 BW) Beperkende theorieën - Adequatieleer: Haagse Post-arrest HR 1927 Van een voorzienbaar gevolg moet je de opgelopen schade vergoeden. - Een krant bericht dat het slecht gaat met een bedrijf, terwijl dit niet het geval is. Veel mensen verkopen dus hun aandelen en willen de gederfde winst daaruit vergoed zien. - Toerekening naar redelijkheid: waterwingebied HR 1970 Het gevolg is niet voorzienbaar, maar toch kan je bij een ongeluk aansprakelijk zijn. Welke schade? 1. Vermogensschade - Geleden verlies - Gederfde winst (art. 6:96 BW), bijvoorbeeld omdat je winkel dicht moet doordat je na een ongeluk een tijdje in het ziekenhuis hebt gelegen. 2. Ander nadeel - Smartengeld - Immateriële schade (art. 6:106 BW) - Aantasting van je eer en goede naam - Lichamelijk letsel - Psychisch letsel: schockschade HR 2002 - Beperking genot van een grondrecht: Edamse bijstandsmoeder HR 1987 3. Toekomstige schade - Immanente dreiging: de schade is er nog niet, maar deze is zo dreigend dat de schade toch wordt toegewezen.
Niet verhaalbare schade ex art. 6:162 BW Schade door eigen schuld - Maar 6:101 BW: nabestaanden willen van de brandweer schadevergoeding, nadat hun omgekomen familie dronken in aftandse boot die zonk op water waren terwijl zij niet konden zwemmen. Je hebt altijd de plicht om schade zoveel mogelijk te voorkomen: schadebeperkingsplicht, bijvoorbeeld het dragen van een autogordel (art. 6:101 BW). Vormen van schadevergoeding Financiële compensatie Andere vormen - Herstel: als je hond de bal van je buurmeisje heeft vernielt, koop je gewoon een nieuwe voor haar. - Rectificatie (art. 6:167 BW), bij bijvoorbeeld smaad - 2007: in het NOS-journaal wordt gezegd dat Metterwoon, een woningbouwvereniging, aan het feesten is met criminelen in Monaco. Deze feesten waren alleen op dezelfde avond maar hadden niet met elkaar te maken. Dit is later gerectificeerd. - Straatverbod voor bijvoorbeeld je ex-partner - Gekozen voor deze vorm omdat dit niet feitelijk uitvoerbaar is door jezelf, hier heb je hulp bij nodig. - Gebod/verbod voor de toekomst: alleen als het reëel executabel is. Zo kan je een groep opleggen dat wanneer zij nog eens staken, daar een dwangsom tegenover staat (art. 611a Rv).