website - ob-do-Wagenvoort 2e Exloermond (10-10).doc
Pagina 1
CONCEPT Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw R. Berends (0592) 36 55 11 Onderwerp: Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms); besluit van Wagenvoort Vuurwerk BV te Wapenveld
BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE OM PROFESSIONEEL EN CONSUMENTENVUURWERK TE MOGEN ONTBRANDEN OP 10 OKTOBER 2009 IN EEN WEILAND, GELEGEN AAN DE SLUISKADE TE TWEEDE EXLOËRMOND
1. Aanvraag Op 20 juli 2009 hebben wij een aanvraag ontvangen van Wagenvoort Vuurwerk BV om een toestemming als bedoeld in artikel 3.3.4, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit voor het tot ontbranding brengen van professioneel en consumentenvuurwerk, het ten behoeve daarvan opbouwen, installeren, bewerken en het na ontbranding verwijderen van de restanten. Het afsteken van het vuurwerk zal plaatsvinden op 10 oktober 2009 tussen 19.30 uur en 21.00 uur.
2. Bevoegdheid tot toestemmingverlening Op basis van artikel 3.3.2, derde lid, onder a, en artikel 3.3.4 van het Vuurwerkbesluit zijn wij bevoegd gezag.
3. Ontvankelijkheid De aanvraag is op 20 juli 2009 door ons ontvangen. Als bijlage bij de aanvraag is tevens ontvangen een werkplan (ex artikel 4.8a, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenregeling), een certificaat van de vuurwerkdeskundige (ex artikel 3.3.3, eerste lid, sub c, van het Vuurwerkbesluit) en een afschrift van de toepassingsvergunning afgegeven door de provincie Gelderland. Gezien het vorenstaande kan worden gesteld dat de aanvrager heeft voldaan aan het gestelde in artikel 3.3.4, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit en is de aanvraag derhalve ontvankelijk.
4. Procedure Gedeputeerde staten van Gelderland, de Arbeidsinspectie Noord, de Koninklijke Luchtmacht en de commandant van de regionale brandweer zijn op 4 augustus 2009 om advies gevraagd. De burgemeester van Borger-Odoorn is op 4 augustus 2009 verzocht om een verklaring van geen bezwaar.
5.
Overwegingen 1. Aan Wagenvoort Vuurwerk BV is door gedeputeerde staten van Gelderland (kenmerk MPM 1751) een vergunning verleend voor het tot ontbranding brengen van professioneel/consumentenvuurwerk, het ten behoeve daarvan opbouwen, installeren, bewerken en het na ontbranding verwijderen van de restanten (zogenaamde Toepassingsvergunning). In die vergunning zijn bewijzen van financiële zekerheid en het certificaat van vakbekwaamheid opgenomen.
website - ob-do-Wagenvoort 2e Exloermond (10-10).doc
Pagina 2
2
2.
De te hanteren minimale veiligheidsafstand volgens de tabel bij de brief van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 13 mei 2002, kenmerk EV 2002.022596 zijn: Bengaals vuur; fonteinen en een tekstbord 15 m Romeinse kaarsen 50 m Romeinse kaarsen met knal 70 m Flowerbeds 120 m In het door Wagenvoort Vuurwerk BV ingediende werkplan is een afstand tot het publiek aangegeven die niet voldoet aan de hiervoor genoemde veiligheidsafstanden. Op 27 juli 2009 is telefonisch contact geweest met de ontbrander. In dat gesprek heeft de ontbrander aangegeven dat voor het afsteken van professionele flowerbeds een afstand van 120 m op het afsteekterrein wordt aangehouden. Deze afstand wordt gewaarborgd door de voorschriften die aan deze beschikking zijn verbonden.
3.
De schriftelijke verklaring van geen bezwaar van de burgemeester van Borger-Odoorn hebben wij op @ ontvangen. De gemeente heeft hieraan de volgende zaken toegevoegd:
4.
De wettelijke adviseurs hebben als volgt gereageerd: a. gedeputeerde staten Gelderland hebben op [datum] … b. de regionale arbeidsinspectie heeft op [datum] … c. de regionale brandweer heeft op [datum] … d. de luchtmacht heeft op [datum] …
5.
Gezien het verzoek van Wagenvoort Vuurwerk BV en gezien het vorenstaande kunnen wij de gevraagde toestemming verlenen.
6. Conclusie Gelet op het vorenstaande kan de gevraagde toestemming worden verleend. Aan de toestemming wordt een enkel voorschrift verbonden.
Beslissing Gedeputeerde staten van Drenthe; overwegende het vorenvermelde en gelet op het Vuurwerkbesluit en de Algemene wet bestuursrecht;
BESLUITEN:
I.
Wagenvoort Vuurwerk BV de ontbrandingstoestemming krachtens artikel 3.3.4, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit te verlenen overeenkomstig de aanvraag en de daarbij behorende bescheiden voor het tot ontbranding brengen van professioneel/consumenten vuurwerk, het ten behoeve daarvan opbouwen, installeren, bewerken en het na ontbranding verwijderen van de restanten. De voorstelling vindt plaats op 10 oktober 2009 in een weiland, gelegen aan de Sluiskade te Tweede Exloërmond tussen 19.30 uur en 21.00 uur;
website - ob-do-Wagenvoort 2e Exloermond (10-10).doc
Pagina 3
3
II.
de aanvraag voor toestemming, inclusief bijlagen (werkplan) en aanvullende informatie zijn onderdeel van deze ontbrandingstoestemming.
Gedeputeerde staten voornoemd, namens deze,
P.J. van Eijk, manager Duurzame Ontwikkeling Bijlage(n) ms/coll. Een exemplaar van de conceptbeschikking hebben wij verzonden aan: - Wagenvoort Vuurwerk BV, t.a.v. de heer J.W. Wagenvoort, Kanaaldijk 52, 8191 NB Wapenveld - de burgemeester van Borger-Odoorn, Postbus 3, 7875 ZG Exloo - de commandant van de regionale brandweer Drenthe, Postbus 402, 9400 AK Assen - het college van gedeputeerde staten van Gelderland, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem - de Arbeidsinspectie, Regio Noord, Postbus 30016, 9700 RM Groningen - de Koninklijke Luchtmacht, Commandant Air Operations Control, Station Nieuw-Millingen, t.a.v. Supervisor MilATCC, Postbus 52, 3886 ZH Garderen
website - ob-do-Wagenvoort 2e Exloermond (10-10).doc
Pagina 4
4
VOORSCHRIFTEN Voorschriften bij de ontbrandingstoestemming van Wagenvoort Vuurwerk BV
BEGRIPPENLIJST
ADR
Accord Européen relatif au transport internationale des marchandises Dangereuses par route.
Afsteekplaats
De plaats waar het vuurwerk wordt afgestoken.
Afsteker
Persoon welke in het bezit is van een Certificaat van Vakbekwaamheid professioneel vuurwerk als bedoeld in het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Assistenten
Personen die in opdracht van de toepasser meewerken aan het evenement en onder toezicht van de afsteker staan.
Blindganger
Een zichzelf voortdrijvend vuurwerkartikel of een vuurwerkartikel waaruit één of meerdere compartimenten met effectlading worden uitgestoten, dat niet volledig tot ontbranding is gekomen en waarbij minimaal nog één lading aanwezig is in het vuurwerkartikel.
Certificaat van Vakbekwaamheid
Certificaat als bedoeld in het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Evenement
Geheel van activiteiten vanaf het opbouwen van de stellingen voor vuurwerk tot aan het voltooien van de eindcontrole na afloop van het afsteken van het vuurwerk.
Fanshape
A. vuurwerkartikelen die door de fabrikant schuin ten opzichte van het grondvlak zijn gemonteerd. B. vuurwerkartikelen die door de fabrikant loodrecht ten opzichte van het grondvlak zijn gemonteerd, maar door de beziger schuin worden opgesteld,dienen zodanig opgesteld te worden dat het vuurwerkartikel geen kleinere hoek heeft dan 60 graden ten opzichte van het horizontale grondvlak.
Gedeputeerde staten
Gedeputeerde staten van de provincie waar het vuurwerk tot ontbranding zal worden gebracht.
Gevarenzone
De afsteekplaats en het gebied daaromheen met een afstand gelijk aan de grootste veiligheidsafstand.
Ongewoon voorval
Gebeurtenis binnen evenement met significant risico op (letsel)schade bij publiek, derden en omgeving.
Opstelling
Constructies, welke worden gebruikt bij het opstellen van vuurwerk.
website - ob-do-Wagenvoort 2e Exloermond (10-10).doc
Pagina 5
5
PGS 15
Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15 Opslag van gevaarlijke stoffen; richtlijn voor brandveiligheid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid.
Register
Register zoals bedoeld in artikel 3.3.6 van het Vuurwerkbesluit.
RNEV
Regeling nadere eisen vuurwerk.
Schietlijst
Lijst van vuurwerkartikelen die worden afgestoken tijdens het evenement.
Toepasser
Houder van de vergunning als bedoeld in artikel 3.3.2, lid 1 Vuurwerkbesluit.
Transportverpakking
Verpakking als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, ADR en VLG.
Veiligheidsafstand
Minimaal aan te houden afstand in meters tussen het opgestelde vuurwerkartikel en het publiek tijdens het afsteken van vuurwerk.
VLG
Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen.
Vuurwerk
Professioneel vuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit.
website - ob-do-Wagenvoort 2e Exloermond (10-10).doc
Pagina 6
6
1
ALGEMEEN
1.1
De aantallen, soorten, kalibers en het totale gewicht explosieve stof van het af te steken vuurwerk moeten overeenstemmen met de opgave in het werkplan en eventuele wijzigingen die zijn opgegeven conform voorschrift 1.2.
1.2
Beperkte wijzigingen in het werkplan (bijvoorbeeld afsteekprogramma, tijden, soorten vuurwerk), mits zonder milieugevolgen (zoals minder aantallen en kleinere kalibers), dienen minimaal zeven dagen voorafgaand aan het vuurwerkevenement schriftelijk (faxnummer (0592) 36 52 16) aan het bevoegd gezag te worden overgelegd. Indien in dit besluit vuurwerk met kleinere kalibers genoemd staat en de wijziging op tijd wordt gemeld, kan tijdens het evenement worden volstaan met kleinere veiligheidsafstand.
1.3
De afsteker dient zich op locatie te kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs) en dient te allen tijde zijn geldig certificaat van vakbekwaamheid, of een kopie hiervan, te kunnen tonen.
1.4
Indien door onvoorziene omstandigheden een andere afsteker het evenement gaat verzorgen dan in het werkplan is vermeld, dient de vervanger tijdens het evenement schriftelijk aan te tonen dat hij onder verantwoordelijkheid van de toepasser werkt.
1.5
Indien een vuurwerkevenement wordt afgelast dient dit door de toepasser uiterlijk één werkdag voorafgaand aan het vuurwerkevenement aan het bevoegd gezag schriftelijk (faxnummer (0592) 36 52 16) kenbaar te worden gemaakt. Indien de afgelasting plaatsvindt op de dag van het evenement en deze dag valt in het weekend of op een vrije dag, moet de afgelasting onverwijld worden gemeld op het telefoonnummer van de toezichthouder, Team Handhaving Bedrijven van de afdeling Sociaal-Economische Ontwikkeling (telefoonnummer (0592) 36 55 55).
1.6
Tijdens het vuurwerkevenement dient vanaf het moment van opbouw tot aan het einde van het afbreken van het vuurwerk een afsteker die de Nederlandse taal beheerst of een afsteker, vergezeld van een tolk aanwezig te zijn.
1.7
De afsteker dient te allen tijde goede communicatiemogelijkheden te hebben met de overige bij het afsteken betrokken personen en met toezichthoudende ambtenaren van het bevoegd gezag, brandweer en politie.
1.8
De afsteker dient op locatie de gewaarmerkte ontbrandingstoestemming (aanvraag met werkplan alsmede ontbrandingstoestemming met voorschriften) te kunnen tonen.
1.9
De assistenten van de afsteker alsmede personen die assisteren bij de bewaking, dienen vooraf door de afsteker zodanig te zijn geïnstrueerd dat overtreding van deze voorschriften redelijkerwijs is uitgesloten.
1.10
De afsteker en diens assistent(en) dient/dien(en) instructies van door het bevoegd gezag aangewezen toezichthoudende ambtenaren, brandweer en politie op te volgen.
1.11
De afsteker mag geen handelingen verrichten waarvan hij redelijkerwijs kan vermoeden dat deze onaanvaardbaar gevaar of onaanvaardbare schade of hinder bij mens en milieu kunnen veroorzaken.
website - ob-do-Wagenvoort 2e Exloermond (10-10).doc
Pagina 7
7
2
AFSTEEKTERREIN EN GEVARENZONE
2.1
Bij elk afsteekterrein dient de toepasser er zorg voor te dragen dat vanaf het moment van aanvoer, opbouw en afsteken tot en met het afvoeren van het vuurwerk, er op het afsteekterrein continu toezicht aanwezig is.
2.2
Het gebied in een straal van 15 meter rond het afsteekterrein dient voor aanvang van de opbouw van het vuurwerk te worden afgezet voor onbevoegden. De afzetting dient in stand te worden gelaten totdat de opstellingen voor het vuurwerk binnen het afsteekterrein geheel zijn verwijderd.
2.3
Op het afsteekterrein mogen in de periode vanaf de aanvoer van het vuurwerk tot en met de controle na afloop van het ontsteken slechts bevoegde personen worden toegelaten. Hiertoe dient het afsteekterrein te worden afgezet en te worden bewaakt. De afsteker dient het betreden van het afsteekterrein door onbevoegden onverwijld aan de politie te melden.
2.4
Toegangswegen en -paden tot de gevarenzone dienen vanaf 15 minuten voor het afsteken van het vuurwerk tot en met de controle na afloop van het ontsteken doelmatig met dranghekken of een gelijkwaardige afzetting te worden afgezet en daarna bewaakt, zodat onbevoegden redelijkerwijs geen toegang meer hebben tot de gevarenzone.
2.5
Tijdens het afsteken van vuurwerk mogen binnen de gevarenzone geen publiek, vee en voertuigen in de openlucht (met uitzondering van voertuig afsteker) aanwezig zijn.
2.6
Het afsteekterrein moet toegankelijk zijn voor de brandweer en andere hulpverleningsdiensten.
2.7
Het afsteekterrein dient zodanig te zijn gesitueerd ten opzichte van wegen dat de verkeersveiligheid niet in gevaar kan worden gebracht door de rookontwikkeling, welke gepaard gaat met het afsteken van vuurwerk.
2.8
Binnen het afsteekterrein mag niet worden gerookt en mag geen open vuur aanwezig zijn, behoudens het open vuur dat direct benodigd is voor het afsteken van het vuurwerk of dat deel uitmaakt van de show.
2.9
Op het afsteekterrein mogen geen brandbare objecten aanwezig zijn, anders dan de af te steken vuurwerkartikelen.
2.10
Binnen het afsteekterrein mag geen verdorde begroeiing aanwezig zijn.
3
OPSTELLEN VUURWERK
3.1
De opstelling van het vuurwerk, het afsteekterrein en de gevarenzone dienen in overeenstemming te zijn met het werkplan behorende bij deze ontbrandingstoestemming.
3.2
Voor aanvang van het opstellen van het vuurwerk dient de afsteker zich ervan te vergewissen dat in de gevarenzone geen wijzigingen hebben plaatsgevonden ten opzichte van de situatie ten tijde van afgifte van de ontbrandingstoestemming.
website - ob-do-Wagenvoort 2e Exloermond (10-10).doc
Pagina 8
8
3.3
Op het afsteekterrein mag alleen vuurwerk worden opgesteld dat ook daadwerkelijk wordt ontstoken. Vuurwerk dat niet zal worden ontstoken, dient direct in afgesloten transportverpakking in eveneens afgesloten doelmatige transportmiddelen te worden geplaatst en dient direct na het vuurwerkevenement te worden afgevoerd.
3.4
De constructies die worden gebruikt bij het afsteken van vuurwerk, moeten bestendig zijn tegen schokken en/of trillingen die door het afsteken kunnen worden veroorzaakt.
3.5
Bij de op de grond losstaande houders voor fonteinen of losstaande fonteinen moeten de houders een grondvlak hebben met een lengte en een breedte welke minimaal 60% is van de totale hoogte, inclusief vuurwerkartikel of afvuurhulpstuk.
3.6
Bij de op de grond staande flowerbeds moeten de houders een grondvlak hebben met een lengte en een breedte welke minimaal evenveel bedragen als de totale hoogte, inclusief vuurwerkartikel of afvuurhulpstuk.
3.7
Houders voor Romeinse kaarsen welke een eenheid vormen, moeten op een doelmatige wijze aan elkaar zijn verbonden.
3.8
Romeinse kaarsen dienen te allen tijde te worden verankerd aan de ondergrond. Er dient zorg voor gedragen te worden dat de onderzijde van de kaarsen is gepositioneerd op de ondergrond.
3.9
Indien bij het opstellen van flowerbeds en fonteinen geen of onvoldoende stabiliteit kan worden bereikt met op de grond geplaatste constructies, dienen deze constructies aan de grond te worden verankerd.
3.10
Zodra het opbouwen is voltooid, dient de afsteker de opstelling te controleren op deugdelijkheid.
4
WEERSOMSTANDIGHEDEN
4.1
Op de dag van het vuurwerkevenement, uiterlijk drie uur voor de geplande afsteektijd, dient de meest actuele regionale weersverwachting te worden opgevraagd. De tijdens het evenement te verwachten weersomstandigheden, waaronder windsnelheden en -richtingen dienen schriftelijk te worden vastgelegd. Hiervoor kan contact worden opgenomen met het KNMI (telefoonnummer (030) 220 53 53.
4.2
Het evenement mag alleen doorgang vinden indien de richting en de snelheid van de wind geen gevaar oplevert voor publiek en omgeving. Bij een windsnelheid groter dan 9 m/s mag geen vuurwerk worden ontstoken.
4.3
Indien ten gevolge van de weersomstandigheden (mist) of rook ten gevolge van vuurwerk het zicht minder is dan 200 meter, mag geen vuurwerk worden ontstoken.
4.4
Bij regen dienen de vuurwerkartikelen hiertegen doelmatig te worden beschermd.
4.5
Bij elk evenement dienen de gegevens en tijden van verkregen informatie en besluitvorming, als bedoeld in dit hoofdstuk, schriftelijk aanwezig te zijn.
website - ob-do-Wagenvoort 2e Exloermond (10-10).doc
Pagina 9
9
4.6
Op de dag van het vuurwerkevenement dient geverifieërd te worden of er sprake is van risico op natuurbrandgevaar. De beziger dient voor aanvang van de opbouwwerkzaamheden contact op te nemen met de onderstaande regionale meldkamer: regionale brandweer Drenthe, cluster Risicobeheersing te Assen, telefoonnummer (0592) 32 46 60
4.7.
De beziger dient de veehouders in de omgeving van de afsteeklocatie in kennis te stellen van het evenement, zodat zij de nodige maatregelen kunnen treffen om hun vee in veiligheid te brengen.
5
AFSTEKEN
5.1
Tijdens het evenement mag het vuurwerk dat is opgenomen in het werkplan worden ontbrand en dienen de minimale veiligheidsafstanden tot aan publiek zoals vernoemd in dit voorschrift te worden aangehouden. Soort vuurwerk Bengaals vuur Fonteinen Tekstbord Romeinse kaars zonder knal Romeinse kaars met knal Flowerbed
Diameter n.v.t. n.v.t. n.v.t. < 2 inch < 2 inch <= 2,5 inch
Veiligheidsafstand 15 meter 15 meter 15 meter 50 meter 70 meter 120 meter
5.2
Alleen onbeschadigde vuurwerkartikelen mogen worden aangevoerd en toegepast.
5.3
Voor aanvang van het afsteken dient het afsteekterrein te worden gecontroleerd op de aanwezigheid van losliggend vuurwerk. Dit vuurwerk dient voor het afsteken te worden verwijderd en in de daarvoor wettelijk voorgeschreven verpakking te worden opgeslagen in het aan-wezige transportmiddel.
5.4
Indien tijdens het afsteken publiek de gevarenzone betreedt, moet het afsteekprogramma meteen worden gestaakt totdat de gevarenzone weer vrij is van publiek.
5.5
Bij vuurwerk dat niet elektrisch wordt ontstoken, mogen de beschermhulzen van de ontsteking pas bij het afsteken worden verwijderd.
6
TERREINCONTROLE NA AFSTEKEN VUURWERK
6.1
Na afloop van ieder vuurwerkevenement dienen het afsteekterrein en de gevarenzone onverwijld te worden gecontroleerd op de aanwezigheid van (deels) niet ontstoken vuurwerk en vuurwerk waarvan niet zeker is dat dit geheel tot ontbranding is gekomen. De controle dient - indien nodig - met behulp van daartoe geschikte verlichtingsmiddelen te gebeuren. Het aangetroffen vuurwerk dient op doelmatige en veilige wijze te worden afgevoerd.
6.2
Indien het vermoeden bestaat dat sprake is van een blindganger, dient deze na afloop van het afsteken direct te worden gezocht. Heeft dit zoeken geen resultaat opgeleverd, dan dient bij daglicht het zoeken te worden voortgezet. Indien geen blindganger wordt gevonden, dient dit schriftelijk te worden gemeld bij bevoegd gezag en het hoofd van de politie.
website - ob-do-Wagenvoort 2e Exloermond (10-10).doc
Pagina 10
10
6.3
Indien een blindganger achteraf alsnog wordt gevonden, dient de toepasser dit vuurwerk alsnog op te halen en op een doelmatige en veilige wijze af te voeren.
6.4
De gevarenzone en het afsteekterrein mogen niet worden betreden door onbevoegden voordat deze zone is gecontroleerd op weigeraars en blindgangers en dit vuurwerk van deze locaties is verwijderd.
6.5
Weigeraars moeten ten minste tot vijftien minuten na het afsteken blijven staan.
6.6
Het is niet toegestaan om weigeraars of blindgangers opnieuw af te steken.
6.7
Aangetroffen weigeraars en blindgangers dienen onschadelijk gemaakt te worden met water. Hierbij dienen ze ten minste vijftien minuten in hun geheel onder water te worden gelegd.
6.8
Weigeraars, blindgangers en niet-ontstoken vuurwerk dienen in het register te worden vastgelegd.
6.9
Na afloop van het vuurwerkevenement dient de toepasser ervoor te zorgen dat het afsteekterrein in oorspronkelijke staat wordt teruggebracht en ontdaan is van afval.
7
BRANDVEILIGHEID
7.1
Op het afsteekterrein dienen blusmiddelen aanwezig te zijn, die zijn afgestemd op de plaats en hoeveelheid van het af te steken vuurwerk.
7.2
Blusmiddelen dienen voor onmiddellijk gebruik beschikbaar te zijn. Blusmiddelen dienen jaarlijks te worden gecontroleerd door een erkend bedrijf.
7.3
Ontstaat tijdens het afsteken een brand, dan dient de brandweer hiervan onverwijld op de hoogte te worden gesteld en het afsteekprogramma te worden gestaakt. Het afsteekprogramma mag pas weer worden voortgezet nadat de brand doelmatig is bestreden.
7.4
Geblust vuurwerk dient in een bak met water te worden gelegd, zodanig dat het geheel onder water is.
8
AFWIJKEND GEDRAG VUURWERK/BEËINDIGING AFSTEKEN
8.1
Indien een vuurwerkartikel een onverwacht effect geeft, mogen artikelen van hetzelfde type niet meer worden afgestoken.
8.2
Het afsteken moet in ieder geval worden beëindigd in de volgende gevallen: indien een vuurwerkartikel letsel veroorzaakt bij afstekend personeel, toezichthouders of omstanders; indien getwijfeld moet worden aan de veiligheid van het afsteken van de overige vuurwerkartikelen. Het afsteken mag pas worden voortgezet nadat functionarissen van het bevoegd gezag daartoe toestemming hebben gegeven.