Webquest bij de Geo tweede fase havo Landbouw in Europa Inleiding In deze opdracht gaan we de invloed van de EU vergelijken. De vergelijking wordt gemaakt tussen twee landen: Nederland en Spanje. We nemen hierbij het landbouwbeleid en het regionale beleid als uitgangspunt. We zoomen daarbij in op de regio Andalusië in Spanje. De hoofdvraag luidt: Welke invloed hebben EU-maatregelen in twee verschillende gebieden? Je werkt in groepjes van twee. Je kunt daarbij denken aan de volgende taakverdeling: één van jullie houdt zich bezig met het landbouwbeleid, de ander met de vragen over het regionaal beleid. De oriëntatie en de conclusie doen jullie gezamenlijk. Het resultaat is een werkstuk. I Ter oriëntatie, klik op http://europa.eu/abc/maps/index_nl.htm. Klik vervolgens op Spanje, en kies bij ‘regio’s’ voor Andalucía. Kopieer de kaart naar Wordbestand en print de kaart twee keer uit. II Bekijk de foto’s die je via onderstaande links kunt vinden: -
http://www.trekearth.com/gallery/Europe/Spain/Andalucia/Malaga/Ronda/photo42089. htm
-
http://www.trekearth.com/gallery/Europe/Spain/Andalucia/Cadiz/Jerez_de_la_Fronter a/photo519494.htm
-
http://www.trekearth.com/gallery/Europe/Spain/Andalucia/Almeria/Tabernas/photo284 571.htm
-
http://www.trekearth.com/gallery/Europe/Spain/Andalucia/Cordoba/Iznajar/photo5632 85.htm
-
http://www.trekearth.com/gallery/Europe/Spain/Andalucia/Granada/photo581731.htm
-
http://www.trekearth.com/gallery/Europe/Spain/Andalucia/Malaga/photo638101.htm
-
http://www.trekearth.com/gallery/Europe/Spain/Andalucia/Sevilla/photo659225.htm
-
http://www.trekearth.com/gallery/Europe/Spain/Andalucia/Sevilla/photo665567.htm
-
http://www.trekearth.com/gallery/Europe/Spain/Andalucia/Cordoba/photo678188.htm
-
http://www.trekearth.com/gallery/Europe/Spain/Andalucia/Granada/photo680508.htm
Geef bij elke foto aan: – wat deze voorstelt; – in hoeverre de foto jouw beeld van Andalusië (of meer algemeen van Spanje) bevestigt/aanvult/wijzigt. Geef op één van de geprinte kaartjes aan waar deze foto’s zijn genomen.
Je kunt in je antwoord gebruik maken van de volgende links: - http://www.andalusie.org/index.html - http://www.leveninandalusie.nl/ - http://www.het-andere-spanje.nl/gebied.cfm?gebied=5 A) Het landbouwbeleid De sector waarin je de meeste invloed zult merken van de EU, betreft de landbouw. We gaan in opdracht 3 en 4 onderzoeken hoe groot deze invloed is. Maar eerst kijken we in opdracht 1 en 2 naar bijzondere kenmerken van de landbouw in Andalusië. Opdracht 1 In een Spaanse regio worden doorgaans heel wat andere landbouwgewassen geteeld dan in Nederland. Bekijk http://www.ceja.educagri.fr/pab/pays/espa.htm. Op het kaartje met landbouwgronden kan je zien dat in Andalusië sprake is van gebieden met intensieve en extensieve landbouw. Op kaartblad 108-109 vind je de fysischgeografische verklaring. a. Welke fysisch-geografische verklaring wordt hier bedoeld? Bekijk http://users.telenet.be/geowisvlio/Andalusia/index.htm, onder ‘Andalusië’. In één alinea worden de belangrijkste (agrarische) bedrijfstakken beschreven. Pak het tweede geprinte kaartje erbij. b. Geef op het kaartje aan waar deze bedrijfstakken voorkomen. Gebruik figuur 1.16 in het studieboek en kaart GB 55A. c. Noem - ter vergelijking met vraag b - de belangrijkste landbouwproducten in jouw eigen woonprovincie. Opdracht 2 Bekijk www.thud.nl/wkmaps. Klik op ‘Economic’ en vervolgens op ‘Agriculture’. Klik op de regio´s Andalusië en je eigen woonregio en druk op ‘Compare’. a. Hoe groot is het percentage mensen in Andalusië en in je eigen woonregio dat in de landbouw werkt? b. Bedenk waarom vraag a van belang is bij het beantwoorden van de hoofdvraag. c. Leg uit welk gevolg de aansluiting van Oost-Europese landen in 2004 heeft voor je antwoord bij b. Opdracht 3 Deze opdracht gaat over het belangrijkste exportproduct van Andalusië: olijfolie. Bekijk http://www.evd.nl/info/zoeken/ShowBouwsteen.asp?bstnum=5527&print=yes#
De positie van typisch mediterrane tuinbouwproducten als olijfolie lijkt door het EU-beleid te zijn verbeterd in vergelijking tot ‘typisch Nederlandse’ producten als suikerbieten en melk. a. Hoe blijkt dit uit de tekst? De intensieve landbouw (waar de olijfteelt thuishoort) zorgt vooral in het Oosten van Andalusië voor een groot milieuprobleem: verwoestijning. Maak gebruik van kaart 176 van de atlas. b. Met welk ander probleem heeft Andalusië verder te maken? Gebruik http://www.xs4all.be/~dvdavid/mag_science/Milieu/mag_science.20010618172034.nl.html. c. Waarom is de olijfteelt de oorzaak van de problemen zoals die worden beschreven in het artikel? d. Waarom is de EU volgens het artikel de boosdoener? Op de volgende site kun je specifieke informatie – vaak ingewikkeld geformuleerd – vinden over het huidige beleid van de EU met betrekking tot olijfolie en tafelolijven: http://europa.eu/scadplus/leg/nl/lvb/l11090.htm e. Leg uit aan de hand van het begrip ‘bedrijfstoeslag’ of de EU zich wat heeft aangetrokken van de schadelijke gevolgen van de olijfteelt voor het milieu. Opdracht 4 Bekijk onderstaand artikel over de wijnbouw in Nederland: http://www.ad.nl/economie/article1511130.ece a. Waarom wil de EU dat er geen suiker meer wordt toegevoegd aan wijn? b. Waarom heeft een eventueel verbod voor Nederland en Andalusië verschillende gevolgen? c. Vind je het verbod terecht? Maak in je antwoord gebruik van de discussie. Hier een reactie op het artikel: ‘Typisch de EU. Houdt zich zelfs bezig met de kleur van de hagelslag. Verbiedt ons op onze wijze muskusratten te vangen. Iets wat voor onze veiligheid van het hoogste belang is. Maar de EU staat het kwellen en het voor het plezier doden van stieren in Spanje wel toe. Omdat dat een onderdeel is van hun cultuur. Waarschijnlijk denken die EU’ers “Laat die Hollanders maar verdrinken, dat is hun cultuur”.’ Ook de wijnbouwers in Nederland zouden zich kunnen verdedigen door te stellen dat hun manier van wijnproductie onderdeel is van een culturele traditie. d. Leg dit uit aan de hand van het artikel.
B) Het regionale beleid De EU heeft ook invloed op lidstaten via het regionale beleid. Arme regio´s in de EU krijgen geld zodat ze niet teveel achterlopen op de rest. Deze regio’s noemen we ook wel doelstelling-1- en doelstelling-2-gebieden. Opdracht 5 Het BBP per hoofd van de bevolking wordt gebruikt om te kijken of regio’s kunnen worden aangemerkt als doelstelling-1-gebieden. Zie voor een precieze definitie pagina 8 van http://ec.europa.eu/publications/booklets/move/27/working2004_nl.pdf. a. Leg precies uit waarom dit cijfer iets zegt over de regionale ontwikkeling van een gebied. Bekijk de tabel http://ec.europa.eu/regional_policy/intro/pdf/pib_nl.pdf. b. Leg uit waarom doelstelling-1-gebieden wel in Spanje zullen liggen, maar waarschijnlijk niet in Nederland. Het werkloosheidspercentage kun je ook gebruiken om te bepalen of een regio aangemerkt kan worden als doelstelling-1-gebied. c. Laat met www.thud.nl/wkmaps zien dat Andalusië zich wat dat betreft geen zorgen hoeft te maken. Je zou kunnen zeggen dat je naar meer indicatoren moet kijken om te kunnen beoordelen of een regio ‘arm’ is. De Human Development Index meet naast het BBP nog twee andere zaken. d. Welke twee? Zoek op internet. Opdracht 6 We gebruiken weer http://ec.europa.eu/publications/booklets/move/27/working2004_nl.pdf. Bekijk de tabel ‘Structuurfondsen en instrumenten voor de EU-15, 2000-2006’, op pagina 13. a. Hoe blijkt hieruit dat het regionaal beleid van de EU in Spanje van groter belang is dan in Nederland? Op http://ec.europa.eu/regional_policy/atlas/index_nl.htm kun je tot in detail bekijken welke gebieden in Spanje en Nederland geld krijgen via het regionaal beleid. Klik op het land, en de regio. Wil je meer weten over de EU-steun in deze regio, klik op de ‘Factsheet’ rechts (voor de Spaanse regio’s zijn er alleen Engelstalige factsheets). Er worden ook voorbeeldprojecten van de EU (‘succesverhalen’) beschreven. b. Beschrijf welke gebieden in Spanje en Nederland geld krijgen. Ga alleen uit van de donkerrode en donkerblauwe gebieden. Er zijn een aantal criteria waaraan doelstelling-2-gebieden moeten voldoen. Zie hiervoor pagina 8 van http://ec.europa.eu/publications/booklets/move/27/working2004_nl.pdf c. Waarom zijn sommige gebieden in Zuid-Holland doelstelling-2-gebieden?
De provincies in het noorden van Nederland zijn voor een groot deel doelstelling-2-gebied. Kaart 52A in de atlas (52e druk) wijst er op dat de provincies in ieder geval aan één van de vier criteria voldoen. d. Leg uit welk criterium wordt bedoeld. Opdracht 7 Uit het stof die je in het boek kunt vinden, kun je opmaken dat er twee typen gebieden zijn waar de landbouw steeds minder kansen heeft. Ten eerste zijn dit gebieden waar de landbouw – vanwege het onaantrekkelijke klimaat en landschap hiervoor – bij voorbaat weinig kans heeft. Ten tweede regio’s met een prettig klimaat, waar sprake is van stevige immigratie uit de stedelijke gebieden van West-Europa. Ga naar http://users.telenet.be/geowisvlio/Andalusia/index.htm, en kijk onder ‘Andalusië’. a. Leg uit waar uit blijkt dat Andalusië vooral in de jaren zestig en zeventig tot het eerste type kon worden gerekend. Bekijk http://www.transacmed.com/index.php?langue=dutch&nompage=search.php&zone=other&o pe=AND&cat=1&lieu=121&idpage=Andalousie. b. Leg aan de hand van deze site uit waarom de regio in de toekomst ooit tot het tweede type ‘probleemgebied’ kan gaan behoren. c. Waar in Andalusië staan de meeste huizen te koop? Waarom juist daar? In schril contrast met de gebieden bedoeld bij vraag c zijn er binnen Andalusië gebieden die steeds verder lijken te worden afgesloten van de ‘moderne wereld’: http://ec.europa.eu/regional_policy/projects/stories/details.cfm?pay=ES&the=7&sto=574&lan =9. d. Leg uit waaruit deze afsluiting blijkt. e. Waarom zal deze afsluiting minder ver gaan in de gebieden bedoeld bij vraag c? De regering van Andalusië probeert met geld van de EU wat te doen aan deze afsluiting van kleine en afgelegen plaatsen. f. Wat zou een nadelig gevolg kunnen zijn van dit beleid voor de kleinste gemeenschappen? Conclusie Aan de hand van de vorige vragen kunnen jullie nu in een samenvatting maken, waarin je aangeeft hoe groot de invloed is van EU-maatregelen voor Andalusië en Nederland. Ga daarbij in op – het landbouwbeleid; – het regionale beleid; – de mate waarin de landen afhankelijk zijn van dit beleid; – eventuele verschillen binnen de regio’s.