We werken steeds duurzamer! Zie bijvoorbeeld pag. 7 en 30 En verder: Financieel en strategisch op koers Thaise FDA op bezoek in Nederland
September 2012 Spark is het personeelsblad van FrieslandCampina
Spark nr.3
2 Spark
September 2012
Spark 3
September 2012
Column
Een succesvol team Eind augustus hebben we als onderneming onze cijfers over het eerste halfjaar van 2012 bekend gemaakt. Die cijfers zijn goed. Het is nog te vroeg om de vlag uit te steken en uitspraken te doen over de resultaten van 2012, maar we hebben met elkaar een goede start gemaakt in het nieuwe jaar. Het mooie is dat we nu daadwerkelijk gaan zien wat onze strategie route2020 ons brengt. Een goede strategie uitzetten kost tijd, het vertalen van die strategie in acties ook. Nu, in 2012 zien we dat we vruchten plukken van het werk dat de afgelopen twee jaar is verricht. Voor de komende maanden sturen we aan op het versneld uitvoeren van onze plannen: ‘plans to accelerate’. We moeten het ijzer smeden nu het heet is en de kansen grijpen die we nu hebben. De groeimarkten die wij zien, worden ook door onze concurrenten gezien. Alles wat kan leiden tot het vasthouden en versterken van onze marktposities, zetten we in. De innovatieve verpakkingen voor baby– en kindervoeding leveren daar bijvoorbeeld een bijdrage aan. Ze worden in de tweede helft van het jaar en begin volgend jaar geïntroduceerd in veel landen in Azië. Voor het succes van route2020 hebben we professionele en goed opgeleide medewerkers hard nodig. We investeren ruimschoots in het opleiden van medewerkers, op alle niveaus. Onlangs mocht ik met een groepje collega’s die de cursus ‘Leading self’ hebben gevolgd, in gesprek gaan (zie pagina 36). De cursus ‘Leading self’ – te volgen via inschrijving bij de FrieslandCampina Academy – richt zich op gedragsverandering; op het leren kennen van je sterke en zwakke punten en hoe je daarmee om kunt gaan. Je leert om doelen te stellen, besluiten te nemen, kortom: je werkt aan je eigen ontwikkeling. Ten minste enkele van de cursisten hadden aanvankelijk weinig zin om mee te doen, ze waren behoorlijk sceptisch. Na afloop – toen ik ze sprak – waren ze vreselijk blij met de uitkomsten van de training. Ze hadden veel geleerd, vooral over zich-
zelf, over de manier waarop ze werken én ze hadden goed nagedacht over hun eigen bijdrage aan FrieslandCampina. Ik merkte dat ze goed begrepen waar onze strategie om draait, in welke productgroepen we willen groeien en hoe we dat tot stand willen brengen. Dat is natuurlijk het mooiste wat je als management kunt wensen. Tegelijkertijd heb ik veel geleerd van de ideeën en de vragen die deze groep collega’s (en vast vele anderen) bezighoudt. De zaken waarvan zij denken dat ze beter zouden kunnen gaan. Ik kan niet genoeg benadrukken dat het uitvoeren van onze strategie niet een zaak van alleen het management is. Bij elk plan dat werkelijkheid wordt, hebben we iedereen nodig. Mag ik het vergelijken met een voetbalveld: of je voor of achterin speelt, keeper bent of aanvaller, we hebben iedereen nodig om met elkaar een succesvol team te zijn. We hebben allemaal andere posities in deze onderneming, andere verantwoordelijkheden, werken in landen over de hele wereld, maar als ieder van ons het beste uit zichzelf haalt op de plek waar hij of zij werkt, hebben we des te meer kans om van route2020 het succes te maken dat we nodig hebben voor onze toekomst.
Cees ‘t Hart CEO Royal FrieslandCampina
28
12 Duurzamer werken bij DMV 16 Snelle groei in China 24 Het beste uit jezelf bij 36 ‘Leading Self’
12
Met Winterbutter de lekkerste croissants
28
Het Dairy Development Program en Agriterra
22
Mooie blikken en pakken van Friso
33
Alles in het nieuw in Aalter
33 Bij de voorpagina: De business group Consumer Products International en Ingredients houden samen kantoor in Singapore, een nieuwe vestiging voor FrieslandCampina in het hart van Azië. Op de foto: collega Sharon Tay – International Marketing Manager bij CPI, werkzaam bij het category team Dairy Based Beverages. Zie pagina 18 Colofon: Spark is het internationale personeelsblad van Royal FrieslandCampina en verschijnt in een oplage van 20.000 exemplaren in het Nederlands, Engels en Duits. Redactie: Helma de Waardt. Redactionele bijdragen: Suzanne van Hattum, Johan Boonen, Esther Krijgsman, Ronella Bleijenburg, Theone Joostensz. Vertalingen: Bosch&Bosch, Amsterdam (Nederland), Norbert Zänker & Kollegen, Berlijn (Duitsland), Lisé Nijman, Arnhem (Nederland) en HSM Vertaalbureau, BerkelEnschot (Nederland) Ontwerp: WAT ontwerpers, Utrecht (Nederland) Druk: Albe de Coker, Hoboken (België) Overname van artikelen is toegestaan onder bronvermelding.
4 Spark
September 2012
Het is te vroeg om te juichen: het jaar 2012 heeft immers nog een tweede helft, maar de resultaten over het eerste half jaar van 2012 zijn prima. ‘We zijn tevreden over de ontwikkelingen in het bedrijf, strategisch en financieel gaat het goed met FrieslandCampina’, vindt CEO Cees ‘t Hart. ‘In 2011 was het te vroeg om de vruchten van route2020 te plukken. Nu zien we duidelijk resultaten.’
Halfjaarcijfers FrieslandCampina:
‘We zien duidelijk resultaat van route2020’ Over Kapil Garg Gezondheid van mensen is een groot goed. Helaas worden we allemaal zowel in de privé als zakelijke sfeer geconfronteerd met de gevolgen van ziekte of ongevallen. Het doet ons verdriet dat onze collega Kapil Garg, chief operating officer van Consumer Products International, is geconfronteerd met een ernstige ziekte. Wij wensen hem en zijn familie, en iedereen die in zijn of haar omgeving zoiets meemaakt, alle sterkte toe in het overwinnen en verwerken van de gevolgen van ziekten.
September 2012
Cees ‘t Hart wil eind augustus nog geen uitspraken doen over de hoogte van de prestatietoeslag over het hele jaar. De prestatietoeslag, het stukje van de melkprijs dat FrieslandCampina verdient bovenop de garantieprijs, is voor de leden–melkveehouders een belangrijke graadmeter voor de resultaten van de onderneming. Met een stijging van 2,9 procent ziet de stijging van de prestatietoeslag er goed uit. De leden ontvangen die toeslag pas na het einde van het jaar. ‘We hebben veel profijt van ons gespreide productenpakket, maar er kan veel gebeuren in een half jaar’, aldus Cees ‘t Hart. Extra inspanning Toch is er reden om de ontwikkeling van de resultaten in 2012 met vertrouwen te bekijken. De investeringen die FrieslandCampina doet in de ‘speerpunten’ van route2020: baby& kindervoeding, zuiveldranken en merkkaas, leveren zichtbaar resultaat op. ‘Zowel in onze business to business markten, waar de business group Ingredients actief is, als in de consumentenmarkten van Consumer Products International gaat het goed. China en HongKong ontwikkelen zich uitstekend in de markt voor baby- en kindervoeding, maar ook in andere Aziatische landen gaat het goed. Dat geldt niet alleen voor het premiummerk Friso, ook de andere merken zoals Dutch Lady en Frisian Flag kindervoeding doen het beter dan in 2011.’ Ook voor zuiveldranken, (dairy based beverages) heeft FrieslandCampina zowel in Europa als in Azië de ambitie om te groeien. Vooral in Europa is dat geen gemakkelijke opgave. ‘De consumenten zuchten onder de eurocrisis, ze geven minder uit en als ze iets kopen, kiezen ze vaak voor het goedkoopste product. Het vraagt een extra inspanning om die ambities waar te kunnen maken. Onze business group Consumer Products Europe heeft het lastig in Europa, toch hebben ze hun resultaat in dit eerste half jaar aanzienlijk verbeterd. Wat dat betreft mag er
Spark 5
Vertrouwen van investeerders FrieslandCampina geniet ook extern vertrouwen. Onlangs hebben investeerders uit de Verenigde Staten een lening aan de onderneming verstrekt van 500 miljoen dollar. Cees ‘t Hart: ‘Deze investeerders beoordelen FrieslandCampina op een aantal criteria om te kijken of hun geld verantwoord wordt uitgeleend. Zij onderzoeken onze strategie, ze kijken naar onze coöperatieve ondernemingsvorm (die ons in staat stelt om met een langetermijn visie te ondernemen,) ze bestuderen onze financiële positie en ze spreken zich uit over de manier waarop de onderneming wordt geleid. Omdat ze onze onderneming op deze criteria positief beoordelen, hebben zij deze lening verstrekt. Die wij vervolgens hebben benut om het bedrijf Alaska Milk Corporation in de Filipijnen te kunnen financieren.’ Foto: FrieslandCampina
6 Spark
September 2012
een extra pluim naar het team in Griekenland: ondanks de crisis presteerde FrieslandCampina Hellas goed. In Duitsland en in landen in Midden-Europa ontwikkelt het volume zich zodanig dat we kritisch naar de kostenstructuur en naar de organisatie kijken.’ De business group Cheese, Butter & Milkpowder krijgt dit eerste halfjaar te maken met een dalend resultaat. Vooral ‘Butter’ heeft last van een te groot aanbod op de wereldmarkt en de laagste boternotering sinds 2009. ‘Dat hakt er flink in bij het resultaat van Cheese, Butter & Milkpowder. Er is deze maanden wereldwijd minder melkvet gebruikt.’
Op vrijdag 14 september was het zo ver: vijf collega’s (werkzaam voor supply chain Cheese) vertegenwoordigden FrieslandCampina tijdens de internationale finale van The Fresh Connection Supply Chain Game. Adzer Mulder (accountmanager logistiek), Chris Mangnus (management trainee Supply Chain), Ruud Kloosterman (teamleider Supply Chain Administration), Rick van de Mortel (demand manager retail) en René Steur (statistical forecasting & reporting) gingen de strijd aan met 11 andere landenteams. Ruud en Chris vertellen over hun weg naar de finale.
De glansrijke overwinning in Nederland leverde vijf tickets naar de finale in Barcelona op. Vlnr. Adzer Mulder, Chris Mangnus,
Samen scoren In het online internetspel beheert het team samen een fictieve organisatie: een bedrijf in fruitsappen. Binnen dit bedrijf werken ze aan één doel: hoe maken we van een noodlijdend een succesvol bedrijf? Het team koos voor een A-merkstrategie. ‘We hebben vooral geleerd samen beslissingen te nemen. Je kunt wel alleen in je eigen discipline, bijvoorbeeld logistiek, 100% resultaat proberen te boeken, maar je moet daarbij het effect op de andere disciplines niet vergeten. Soms moet je even voor 90% gaan om de ander de ruimte te geven ook te scoren. Samen scoor je dan hoger’, aldus Ruud en Chris. Met deze strategie heeft het team ook de finale in Barcelona gespeeld.
Ruud Kloosterman, Rick van de Mortel en René Steur.
(deze Spark was al in druk ten tijde van de finale!)
Wil je weten of het team heeft gewonnen? Kijk dan op intranet!
Spark 7
‘Per land zijn voorrondes gehouden’, zo vertelt Ruud. ‘Iedere twee weken kregen we een nieuwe opdracht. Ons team had een beetje een slow start, maar haalde die daarna met gemak in. Zo werden we één van de 12 finalisten in Nederland’. De Nederlandse finale werd overtuigend gewonnen en zo plaatsten de mannen zich voor de internationale finale in Barcelona. In Nederland deden zo’n 50 bedrijven mee; internationaal zeker 200. ‘We gaan vol goede moed naar de finale’, zegt Chris. ‘La Palette Rouge, (een van de deelnemende bedrijven) uit Engeland, is onze grootste concurrent, maar we hebben zeker een kans om te winnen. We
hebben een goede strategie uitgestippeld en als we deze lijn vasthouden…wie weet!’
September 2012
Beter ‘In China wordt hard gewerkt aan het innemen en veiligstellen van onze marktposities in een groter aantal steden. FrieslandCampina heeft van oudsher sterke posities in Azië, de groeimarkt voor baby- en kindervoe-
ding. We zetten 80 procent van al onze baby- en kindervoeding af in Azië. Dat neemt niet weg dat we hard aan de weg blijven timmeren om die positie vast te houden en te versterken.’ Het in gebruik nemen van een regionaal kantoor in Singapore en een ‘development centre’ (begin 2013) dat innovaties in Azië ondersteunt, kan ook in dat licht worden gezien. ‘Een kantoor in het hart van Azië helpt ons om onze ambities waar te maken. Er wordt beter samengewerkt tussen de category teams en de landenorganisaties. De herintroductie van het Friso-merk (zie pag. 22) gaat in al onze Aziatische markten plaatsvinden. We verwachten een groot deel van onze melkvalorisatie (het tot waarde brengen van boerderijmelk) ook in de komende jaren in Azië tot stand te brengen.’ Cees ‘t Hart wijst op de beweeglijkheid van de zuivelmarkt, die door het afschaffen van het melkquotum in 2015, alleen maar zal toenemen. ‘route2020 zal een stevige basis blijken om verder te groeien en onze resultaten te verbeteren.’
Supply Chain Game: echte winst boek je samen
Cheese, Butter & Milkpowder
Veilig werken Het onderwerp ‘veilig werken’ is voor Cees ‘t Hart en de andere leden van de executive board het belangrijkste onderwerp van route2020. ‘We zien in alle business groups de aandacht voor veiligheid toenemen. In de ene business group zijn de plannen verder uitgewerkt dan in de andere, maar we kunnen aan de cijfers zien dat het beter gaat.’ Sinds 2010 is de Lost Time Accident rate gedaald van 1.9 naar 1.0 in de eerste helft van 2012. De LTA betreft het aantal ongevallen per jaar per 200.000 gewerkte uren. Dat staat gelijk aan het aantal ongelukken per 100 werknemers per jaar. ‘In het eerste half jaar tellen we toch nog 114 ongevallen. Bij AMC in de Filipijnen, is zelfs een medewerker van een subcontractor overleden. Alle reden om hard te blijven werken aan verbetering.’
Versnellen Belangrijker dan stilstaan bij de situatie van nu, vindt de CEO het om vooruit te kijken en gebruik te maken van de kansen die de markten op dit moment bieden. ‘Het heeft ons tijd gekost om de vertaalslag te maken van de strategie naar de markt. Het is nu het moment om te versnellen: om onze plannen voor groei in een hoog tempo te realiseren. We noemen dat de ‘plans to accelerate’. In Rusland brengen we de verkoop van kaas onder bij FrieslandCampina Russia; daar bouwen we echt een eigen organisatie op voor de verkoop van merkkaas. Rusland is een grote markt. We zijn nog op bescheiden schaal aanwezig in de Russische winkels, terwijl we wel een goed distributienetwerk hebben. Verder zetten we de geografische expansie door in Noord-Afrikaanse landen. Deze plannen vloeien allemaal voort uit de strategie, maar we gaan ze versneld uitvoeren. Wij zijn niet de enige zuivelonderneming die wereldwijd actief is. Nu is het moment om het te doen voordat onze concurrenten hun kansen pakken.’
The Fresh Connection Supply Chain Game
8 Spark Mede op initiatief van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie en de Nederlandse Zuivel Organisatie is FrieslandCampina al sinds 2007 bezig met zoutreductie bij kaas. Tussen 2007 en 2010 werd in totaal een zoutreductie van 14 procent gerealiseerd. Dit werd bereikt op drie manieren: ten tijde van de fusie werden de recepturen van FrieslandFoods en Campina samengevoegd, waardoor een aantal zoutere recepturen verviel, het pekelbad werd gestandaardiseerd, wat voor een aantal kazen betekende dat ze korter mochten badderen en dus minder zout werden, er werd meer kaas verkocht waar minder zout in zit.
Inge Thijs: ‘De consument proeft geen verschil’. Foto: William Hoogteijling
September 2012
September 2012
Cheese, Butter & Milkpowder
Cheese, Butter & Milkpowder
Kaas met minder zout: gezonder en net zo lekker FrieslandCampina Cheese Specialties en Cheese brengen de komende jaren het zoutgehalte in alle Goudse 48+ kaas met 10 procent omlaag. Daarmee levert de werkmaatschappij een belangrijke bijdrage aan gezonder en bewuster eten. Veel consumenten zijn dol op kaas en eten het dagelijks: op de boterham, als tussendoortje, in salades, als onderdeel van de warme maaltijd, bij de borrel. Kaas is lekker en levert belangrijke voedingsstoffen, waaronder eiwitten, vitaminen en mineralen. Het bevat echter ook relatief veel zout. Marketing nutritionist Inge Thijs in Amersfoort (Nederland): ‘In Nederland worden volwassenen geadviseerd om niet meer dan 6 gram zout per dag te consumeren. We krijgen echter veel meer binnen, gemiddeld zo’n 9 gram per dag. Daarvan is maar liefst 10 procent afkomstig uit kaas. Door het zoutgehalte van onze populaire en veel gegeten Goudse 48+ kaas met tien procent te verlagen, hebben we invloed op de hoeveelheid zout die de consument dagelijks binnenkrijgt. Een teveel aan zout, of beter gezegd een teveel aan het bestanddeel natrium, kan namelijk een hoge bloeddruk veroorzaken, wat de kans op hart- en nierziekten vergroot.’ Stapsgewijs of in één keer De reden dat kaas zout bevat, is omdat het geruime tijd in een pekelbad ligt. Zout bevordert de smaak, de stevigheid en de houdbaarheid van kaas. Een onmisbaar bestanddeel dus, en daarom moet zoutreductie met beleid worden toegepast. Inge Thijs: ‘De uitdaging is om minder zout te gebruiken en tóch de kwaliteit en de smaak te handhaven. Want als het niet lekker smaakt, dan wil niemand het eten en
schieten we ons doel voorbij. We onderzoeken momenteel wat er technisch mogelijk is en hoe we per receptuur zoutverlaging gaan toepassen. Stapsgewijs of in één keer, dat kan per kaas verschillen.’ Minder zout, net zo lekker Tien procent zoutreductie lijkt toch wel erg veel. Hoe zal de consument hierop reageren? ‘Als het goed is, merkt die er niks van’, antwoordt Inge Thijs. ‘We hebben tussen 2007 en 2010 het zoutgehalte van onze Goudse 48+ kaas al met 14 procent verlaagd. Daarmee hebben we 500 ton zout uit onze kaas gehaald, ofwel 17 vrachtwagens vol! We hebben hier geen reacties op gehad, de consument was net zo tevreden over het product als altijd. We hebben het ook niet aan de grote klok gehangen. Enerzijds omdat je pas bij een verlaging van 25 procent ‘minder zout’ mag communiceren. Anderzijds omdat we dit vanuit een intrinsieke drijfveer doen. We willen een bijdrage leveren aan de gezondheid door onze kaas ongemerkt minder zout te maken. Dat zien wij als onze verantwoordelijkheid. De consument proeft geen verschil, maar het product is wel gezonder geworden.’
Spark 9
FrieslandCampina Cheese Specialties en Cheese hebben zich gecommitteerd aan tien procent zoutreductie tussen 2010 en 2015. Dit commitment komt onder andere voort uit het FrieslandCampina beleid voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en valt binnen de pilaar Nutrition and Health. Eén van de doelen binnen deze pilaar is het verbeteren van de productsamenstellingen om zo een positieve bijdrage te leveren aan de gezondheid. Een onderdeel hiervan is zoutreductie in kaas.
‘Consument proeft geen verschil, maar het product is wel gezonder geworden’
10 Spark
September 2012 Cheese, Butter & Milkpowder
Strategie in praktijk De optimalisatieslag voor industriële boter komt voort uit het strategische plan van FrieslandCampina Butter & Milkpowder. In de vorige Spark (juni 2012) sprak Martien van den Hoven, managing director FrieslandCampina Butter & Milkpowder, al uitgebreid over dit langetermijnplan. Het is een doorvertaling van route2020 en het is gericht op kostleiderschap in boter en melkpoeder. De werkmaatschappij zet zich in voor innovatie in consumentenproducten en Industrial Product Specialties (IPS).
‘Je maakt uitstekende koekjes met dit product. Dat testen we in de praktijk’, aldus Klaas-Jan Willems Foto: Marten Aukes
Industrial Product Specialties (IPS) van de werkmaatschappij FrieslandCampina Butter heeft een product in ontwikkeling dat een goed en verantwoord alternatief biedt voor palmvet. IPS voldoet hiermee aan de groeistrategie die voortkomt uit route2020 om nieuwe producten te ontwikkelen die toegevoegde waarde bieden.
September 2012 Cheese, Butter & Milkpowder
Nieuw boterproduct voor duurzamer koekje Palmvet wordt in bakkerijen vaak gebruikt als goedkoop alternatief voor melkvet. Palmvet is, naast melkvet, het enige vet dat bij kamertemperatuur vast wordt. Dat maakt het zeer geschikt voor de productie van bijvoorbeeld koekjes. Palmvet smaakt echter niet zo lekker als melkvet. Bovendien wordt palmolie gewonnen uit de vruchten van de oliepalm wat wereldwijd nog altijd niet overal op een duurzame manier gebeurt. Om aan de grote vraag te kunnen voldoen, wordt tropisch regenwoud gekapt om plaats te maken voor palmplantages. Een groeiende groep consumenten maakt zich daar zorgen over. Jeannette Rusticus, manager business development IPS in Amersfoort (Nederland): ‘Met name in Frankrijk is de publieke opinie zeer gekant tegen palmolie. Maar ook in Engeland neemt de vraag naar palmolievrije producten toe. Wij bieden producenten nu een alternatief zodat zij aan die consumentenvraag kunnen voldoen.’ Mix van melkvet en plantaardige olie Onder de noemer ‘Save the jungle’ ontwikkelde de werkmaatschappij FrieslandCampina Butter & Milkpowder een nieuw boterproduct voor bakkerijen dat goedkoper is dan melkvet, maar geen druppel palmolie bevat. Projectleider Klaas-Jan Willems vanuit de productielocatie in Noordwijk (Nederland): ‘We mengen een harde fractie melkvet met een duurzame plantaardige olie. Samen met de juiste processing ontstaat er een product dat de juiste functionaliteit heeft. Het smaakt veel beter dan
palmvet, is goedkoper dan 100 procent melkvet en het is duurzaam. Ook mooi is dat we met dit product een oplossing bieden in een ander segment, namelijk dat van de plantaardige vetten. Het is een aanvulling op onze productportfolio en concurreert dus niet met onze bestaande afzet.’ Promoten bij retailers Het nieuwe product wordt hoogstwaarschijnlijk eind oktober gepresenteerd tijdens de SIAL, de grootste internationale voedingsmiddelenvakbeurs ter wereld. Het feit dat de beurs in Parijs wordt gehouden is een extra pluspunt, gezien de consumentenvraag in Frankrijk. Jeannette Rusticus: ‘We willen ons nieuwe product ook actief gaan promoten bij retailers (supermarktketens) in Frankrijk. Zij kunnen vervolgens de fabrikanten van hun eigen labelproducten hierop aanspreken. Dat is trouwens een unieke aanpak voor IPS. Het is voor het eerst dat wij een nieuw product via retailers promoten.’
Spark 11
12 Spark kader
Marco Somers: ‘Optimalisatie van het hele productieproces leidde tot een beter product.’ Foto: Marcel Bekken
September 2012 Cheese, Butter & Milkpowder
‘Verbeterde boter maakt croissants nog lekkerder’ Werken aan groei en innovatie: de verbeterde boter Winterbutter Prestige is er een mooi voorbeeld van. Marco Somers, projectleider, vertelt over de vraag naar dit product en hoe dit leidt tot nog lekkerdere croissantjes.
Taak ‘Duurzaamheid had altijd nog het stempel ‘nice to have’, maar het wordt meer en meer een vereiste. Consumenten willen, nee eisen, meer transparantie over de ingrediënten in hun voeding’, zegt Raymond Kievit, marketing manager van FrieslandCampina Kievit. ‘Daar ligt een taak voor ons als toeleverancier. Want als de consument die wens heeft, moeten producenten wel de duurzaamheidsstatus melden van de verwerkte ingrediënten. Aan die wens geven wij nu heel concreet invulling en die proactieve houding zien onze klanten graag.’ Palmolie is een belangrijke grondstof voor FrieslandCampina Kievit, maar als alternatief biedt zij haar klanten ook zuivelvetten en plantaardige oliën aan. ‘Daarmee hebben we én alle opties én kiezen we bewust voor duurzaam. Op die manier word je een ‘selected speler’ voor je klant.’ Leidende rol Als onderdeel van de strategie om de hele zuivelketen te verduurzamen, gaat FrieslandCampina steeds meer grondstoffen duurzaam inkopen. Duurzame palmolie is daar een concreet voorbeeld van. ‘Er zijn strikte criteria waar je als bedrijf aan moet voldoen om de RSPO-status te behalen. We zijn trots op het behalen van die status en
dat willen we uitdragen’, aldus Kievit. FrieslandCampina Kievit is het eerste bedrijf in de markt van gesproeidroogde ingrediënten dat het duurzaamheidsniveau van palmolie zichtbaar maakt in haar productnaam en op haar documentatie. ‘Dat zegt iets over onze proactieve houding en ons meedenken met onze klanten. De keten moet er weliswaar klaar voor zijn, maar iemand moet de eerste stap zetten. Als marktleider durven wij deze leidende rol uit te dragen, omdat we ervan overtuigd zijn dat duurzaamheid de toekomst heeft en kansen biedt.’
Met klok rond vanaf middenonder: Anneke Assink, Edwin Riegman, Margot Horsthuis, Hedwig de Werd, Peter van der Heuvel en Raymond Kievit. Foto: William Hoogteijling
Spark 13
‘In de winter is het melkvet anders van samenstelling’, vertelt Marco, ‘waardoor de boter een steviger structuur krijgt. Om het hele jaar te kunnen leveren wordt de boter ingevroren en ontdooid. Ook dat proces is in het project meegenomen en geoptimaliseerd zodat de kwaliteit van de boter het hele jaar door zo goed mogelijk blijft. Omdat dit product bestemd is voor de industriële verwerker, kan het volume van de afzet flink groeien. Momenteel zijn klanten van FrieslandCampina aan het testen. Wanneer zij beslissen om de boter te gaan gebruiken voor hun croissants en andere heerlijkheden, leidt dat tot een grote afname en groei van ons aandeel bij deze klanten. De kwaliteitsverbetering zal onze concurrentiepositie op de Franse markt verbeteren.’ De optimalisatieslag die nu succesvol in de boterfabriek in Den Bosch is uitgevoerd, wordt ook in Lochem doorlopen. Dan kan ook daar Winterbutter Prestige worden geproduceerd.
In bijna alles wat wij consumenten dagelijks op tafel hebben staan is palmolie verwerkt. Milieuorganisaties en kritische consumentenorganisaties laten zich vaak negatief uit over palmolie, omdat de productie niet duurzaam zou plaatsvinden. Tegelijkertijd neemt de vraag naar palmolie wereldwijd toe. In 2001 staken het Wereldnatuurfonds en enkele internationale ondernemingen voor het eerst de koppen bij elkaar om te onderzoeken of palmolie op een meer duurzame manier geproduceerd kon worden. Dat leidde tot de oprichting van de RSPO in 2003 door een groot aantal maatschappelijke organisaties (zoals het Wereldnatuurfonds), het internationale bedrijfsleven en supermarktorganisaties. Intussen hebben meer dan 850 bedrijven en organisaties zich bij de RSPO aangesloten. De RSPO bevordert de duurzame verbouw van palmolie in de producerende landen. FrieslandCampina is sinds 2007 lid.
Ingredients
Aan de knoppen draaien Marco en een multidisciplinair team van researchers van FrieslandCampina Innovation in Deventer, operators, kwaliteitsbewakers en marketing en sales collega’s zijn aan de slag gegaan om het hele productieproces van de industriële boter te optimaliseren. ‘Vanaf de binnenkomst van de melk tot en met het verwerkingsproces bij de klant toe. Om die laatste fase goed te kunnen testen, hebben we een proces van de klant in het klein nagebootst. De operators konden zo verschillende instellingen uitproberen en kregen directe feedback op
hun aanpassingen’. Door grondig te testen kon het proces verder geoptimaliseerd worden, wat leidde tot een nieuw product: Winterbutter Prestige.’
Vanaf 1 augustus 2012 is het voor alle klanten zichtbaar: de producten van FrieslandCampina Kievit hebben een RSPO-status. Ze voldoen aan de criteria die de Round Table on Sustainable Palm heeft opgesteld. Het duurzame palmolieniveau is daarmee direct zichtbaar voor haar klanten in het MiddenOosten, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika.
September 2012
‘Bij Boter richten we ons op twee productielijnen: industriële producten en consumentenproducten’, zegt Marco, die al zo’n 12 jaar bij FrieslandCampina werkt. ‘De industriële producten gaan vaak in grootverpakkingen van 25 kilo. Ze worden bijvoorbeeld geleverd aan grote bakkerijen en verwerkt in eindproducten, zoals croissants, deeg en gebak’. Juist voor deze laatste producten bleek er een probleem te zijn: er kwam teveel water vrij uit de boter bij het verwerken ervan. ‘Dat maakt het verwerkingsproces niet optimaal. Klanten van FrieslandCampina, die op industriële schaal Viennoiserie producten maken (zoete broodjes zoals koffiekoeken, croissants en chocoladebroodjes), vroegen dan ook of we daar niet wat aan konden doen’.
Kansen met duurzame palmolie
14 Spark
September 2012 Ingredients
DMV bouwt een ‘state-of-the-art’ fabriek
Investeringsdoelen September 2012 Ingredients AMIGO en PROUD maken deel uit van het masterplan investeringen. Onder die noemer wordt de totale fabriek gerevitaliseerd, wordt er geïnvesteerd in de productiegroei van WPC (weieiwit concentraat) en caseïnaat en de rol als supply point verder uitgebouwd. Zo wordt niet alleen de huidige productie van caseïnaat, WPC en lactose efficiënter, maar is ook strategische groei mogelijk zodra het aanbod van melk stijgt. Andere belangrijke projecten zijn het I30 drietrapsproject, bedoeld om slimmer met energie en grondstoffen om te gaan, en Pasta 2 – de verbetering van de pastaopslag. Safety, Health en Environment lopen als een rode draad door alle projecten heen.
Spark 15
‘De faalkosten nemen enorm af en zijn we flexibeler in de productie’
Een enorm investeringsproject bij DMV International (ruim 60 miljoen euro) maakt dat er in de toekomst een veelvoud aan melk ontvangen, opgeslagen en verwerkt kan worden. Er komt onder meer een nieuwe, grotere voorfabriek en een volledig nieuw tanklokaal op het terrein. Ook ondergaan productie en logistiek een efficiencyslag. Zo wordt bijvoorbeeld productietijd gewonnen door de splitsing van twee UF-(ultrafiltratie)lijnen. Eind 2013 zal het terrein in Veghel een complete metamorfose hebben ondergaan.
AMIGO projectleider Rogier Spitshuis en collega-projectleider Piet Dingemans bij het terrein waar straks de nieuwe voorfabriek verrijst. Foto: Van Assendelft
Straks moeten alle (deel) projecten als puzzelstukjes in elkaar vallen.
Een groot aantal projectgroepen houdt zich – in een decor van talloze bouwtekeningen – bezig met de grootscheepse investeringen. Op de tekeningen is te zien hoe de hele fabriek onder handen wordt genomen. Oude gebouwen gaan tegen de grond, nieuwe worden gebouwd, de ingang van het fabrieksterrein krijgt een make-over en de routing op het terrein wordt aangepast. Intussen moet de productie gewoon doorgaan. Er wordt dus gefaseerd gewerkt, waarbij alle stappen die gezet worden heel nauw luisteren. Straks moeten alle (deel)projecten immers als puzzelstukjes in elkaar vallen. Nieuwe voorfabriek De basis voor alle projecten is een compleet nieuwe voorfabriek – daar begint het immers allemaal. De bouw ervan vindt plaats onder de naam AMIGO, wat staat voor AdditionalMilkGrowthOutcome. Projectleider is Rogier Spitshuis. ‘De nieuwe voorfa-
briek wordt vrij groot,’ wijst hij aan op een tekening. ‘Er komen vier ontromingslijnen bij - op het moment hebben we er drie - en twaalf opslagtanks voor ontroomde en rauwe melk. Verder komen er elf losplaatsen voor rauwe melk en twee plaatsen voor roombelading. Straks worden hier op piektijden 32 wagens met rauwe melk per uur gelost. Voor het reinigen van de RMO-wagens komen er vier plaatsen. In de bestaande fabriek worden processen aangepakt en de utilities (water-, gas- en elektravoorzieningen) worden aangepast.’ Het eerste deelproject van AMIGO is de aanpak van de ingang van het fabrieksterrein en de wegen. Er komt een nieuwe beveiligingsloge bij de verplaatste ingang, waar chauffeurs ook het papierwerk kunnen afhandelen. Verder een met camera’s bewaakte toegang en twee weegbruggen. De onder- en bovengrondse infrastructuur is zo efficiënt mogelijk ontworpen en zorgt voor een minimum aan transportbewegin-
gen. AMIGO moet volgend jaar zijn afgerond. Op het moment legt de projectgroep de laatste hand aan het ontwerp en is een deel van de expeditiehal net gesloopt. Groter tanklokaal Om de toenemende volumes te kunnen verwerken, wordt uiteraard ook de rest van de fabriek aangepast, uitgebreid en tegelijkertijd verbeterd. Gelijktijdig met AMIGO ging ook PROUD van start. PROUD staat voor PROtein Upgrade and Debottlenecking. Het project moet zorgen voor een hogere productie van caseïnaat, WPC (wei-eiwitconcentraat) en lactose uit de extra te verwerken melk. Centraal op het fabrieksterrein is de bouw van een
nieuw tanklokaal in volle gang. Straks staan hier vijf WPC-tanks, twee beladingstanks, en drie opslagtanks voor Esprion (een ingrediënt voor de ijsindustrie). Iets verderop komen nog twee permeaatpastatanks. Projectleider Cees de Wit: ‘Deels zijn dit vervangingsinvesteringen, deels is het een capaciteitsuitbreiding. Het nieuwe gebouw omvat een afgesloten ruimte voor de tankwagenbelading, zodat we aan de strengste hygiëneregels voldoen. Ook wordt er een reinigingsinstallatie gebouwd voor de nieuwe tanks en de reeds bestaande installaties. Een aantal jaar geleden is geïnvesteerd in de WPC-lijn. De vraag naar WPC neemt toe, en dat vraagt om meer opslag-
volume. Binnen PROUD splitsen we twee UF-(ultrafiltratie)lijnen. Daardoor winnen we productietijd – als de ene lijn gereinigd moet worden kan de andere onafhankelijk doordraaien. Ook de opslag van permeaatpasta zorgt ervoor dat we langere tijd één product kunnen draaien. Verder wordt de capaciteit voor de belading van tankwagens vergroot. Door PROUD nemen de faalkosten straks enorm af en zijn we flexibeler in de productie.’
Het nu nog lege deel van het fabrieksterrein. Foto: Rogier Spitshuis
16 Spark Groeien met minder energie, minder waterverbruik en minder afvalwater voor elke kilo product die de fabriek uitrolt. Dat is de opdracht die de collega’s van DMV in Veghel zichzelf hebben gesteld. De komende jaren zal de productie van caseïnaat in de Veghelse vestiging fors toenemen. ‘Het is onze droom om het verbruik van energie en water niet toe te laten nemen. Daar hebben we de hulp van alle medewerkers en zelfs onze klanten en leveranciers bij nodig’, aldus Patrick Berden, manager projecten & technologie. Fotobijschrift: Op het dak van de Warmte Kracht Centrale, vlnr: Patrick Berden, Noud
September 2012
September 2012
Ingredients
DMV: groeien met minder energie en water
Ingredients
DMV, onderdeel van de business group Ingredients, verwerkt een gigantische stroom zuivelgrondstoffen. Maar liefst 1.2 miljard kilo ontroomde melk en 1.6 miljard kilo kaaswei wordt jaarlijks in Veghel aangevoerd. ‘In de toekomst zullen we steeds meer melk ontvangen en ontromen. De room zal onder meer gebruikt worden door onze collega’s van FrieslandCampina Professional in Lummen (België). Wij verwerken zelf de ondermelk tot ingrediënten. De ondermelk bevat tal van belangrijke bestanddelen, zoals caseïne- en wei-eiwitten en lactose. Het is onze kracht de melk uit elkaar te halen en te verwerken tot waardevolle producten, die bijvoorbeeld in de voedingsmiddelenindustrie worden gebruikt,’ legt Patrick Berden uit. De komende jaren zal de melktoevoer en de productie van DMV flink gaan groeien. Op het fabrieksterrein wordt daarom hard gewerkt aan een uitbreiding van de productiecapaciteit (zie pag. 14 en 15) Het productieproces bij DMV vergt veel energie. Het uit elkaar rafelen en drogen van wei en melk kost veel gas, elektriciteit en water. ‘We noemen het een droom, een toekomstbeeld. Maar wat we willen is beduidend minder energie en water gaan verbruiken. In de projecten en de verbeterde technologie, die we de komende jaren gaan neerzetten, zitten grote kansen die we graag willen benutten. Werken aan duurzaam ondernemen is onderdeel van route2020. Het is een opdracht vanuit onze strategie, maar het is vooral ook een stuk van ons eigen waardenbesef, dat velen onder ons koesteren. Wij zien zelf de zin van duurzamer ondernemen en daar willen we ons samen met alle DMV’ers voor inzetten.’
voedingsmiddelenindustrie die van ons willen weten wat onze plannen zijn. In cijfers: in 2015 willen we 25% minder water en 13% minder energie verbruiken per kilo eindproduct. We hebben ‘duurzaamheid’ onderdeel gemaakt van ons ‘continuous improvement’ systeem. Het verbeterprogramma heet bij ons Solid DMV en volgt de systematiek van Total Productive Management. In alle afdelingen zijn verbeterteams actief die we oproepen om mee te denken over verbeteringen, over het zuiniger omgaan met energie, het hergebruik van water en het verminderen van afvalwater. Onze medewerkers kennen hun eigen werk het beste. Zij zien waar het minder of beter kan.’ Snaar geraakt Onlangs werd er op het fabrieksterrein de jaarlijkse ‘Solid DMV’ dag gehouden. Medewerkers van de verschillende verbeterteams presenteerden hun initiatieven van de afgelopen tijd en lieten hun nieuwe plannen zien. Ook de teamleden van ‘Duurzaamheid’ waren van de partij. ‘Wij hebben onze collega’s laten zien waar we heen willen met duurzamer ondernemen. Onze doelstellingen gepresenteerd, maar ook waar nodig onze uitdagingen en zorgen geuit. Een collega had zelf een film over duurzamer werken gemaakt met een appel op alle medewerkers om onze toekomst en die van onze kinderen veilig te stellen. Wat ons opviel was de grote betrokkenheid van ontzettend veel DMV’ers, we hebben echt een snaar geraakt. Ik denk dat we ons moeten realiseren dat als we niet aan de slag gaan met duurzaamheid, ons bedrijf over 20 of 30 jaar geen toekomst meer heeft. Dat is de realiteit en daar vloeit een opdracht uit voort voor ons allemaal.’
Langenberg en Peter-Paul Huynen Foto: Marcel Bekken
Verbeterteams Peter-Paul Huynen is coördinator Milieu bij DMV in Veghel. ‘We weten dat het steeds belangrijker wordt voor onze afnemers om ze te laten zien wat wij doen om duurzamer te ondernemen. Wij hebben grote klanten in de
Isoleren Talloze meters leidingen bevinden zich in de productieprocessen van DMV. Het SGA-team (Small Group Activity) Dairy 2 heeft enige tijd geleden een stoomverdeelstuk geïsoleerd. Eter-Paul Huynen: ‘Dat leverde al een belangrijke besparing op. Vooral als je bedenkt dat het isoleren van hete leidingen overal in het bedrijf kan plaatsvinden en dit soort verbeteringen zich binnen één jaar terugverdienen! Een ander SGA-team uit de lactosefabriek volgde het goede voorbeeld en heeft verbeteringen uitgevoerd aan het isoleren van hete tanks. Vanuit Solid DMV wordt nu een nieuwe isolatiestandaard ingevoerd om op veel meer plaatsen te profiteren van de voordelen van isoleren.’
Spark 17
In 2015 wil DMV ten opzichte van het jaar 2010: 13 procent minder energie verbruiken 25 procent minder water verbruiken en 13 procent minder afvalwater (vervuilingseenheden) produceren
Hergebruik Noud Langenberg is unitleader infra & utilities. Hij heeft, samen met zijn operators nagedacht over het hergebruiken van de restwarmte die uit de schoorstenen komt van de Warmte Kracht Centrale (de fabriek, die stoom en elektra produceert voor de hele plant in Veghel). Noud Langenberg: ‘Door die warmte af te vangen en opnieuw te gebruiken, besparen we 300.000 euro op jaarbasis en komen we een stukje dichter bij de vermindering van energieverbruik. We hebben nog veel meer ideeën zoals deze, waar we mee bezig zijn. Duurzamer ondernemen is niet alleen goed voor onze toekomst en die van onze kinderen, het levert ook enorme besparingen op.’
18 Spark Welvarend Singapore Singapore, officieel de Republiek Singapore is het kleinste land van Zuidoost-Azië; met 683 km² is het net iets groter dan de Nederlandse Noordoostpolder. Het land beslaat een groep van in totaal 63 eilanden die van Indonesië wordt gescheiden door de straat van Johore. Het hoofdeiland Singapore is met het vasteland verbonden door een dam in het noorden en door een brug in het noordwesten. Er vindt veel landaanwinning plaats om de mensen te kunnen huisvesten en nieuwe bedrijfsterreinen te kunnen aanleggen. Het hoogste natuurlijke punt is de Bukit Timah Hill op 166 m. Mount Faber is een ander hoog punt op 105 meter. Deze heuvel is een toeristische trekpleister vanwege het panoramische uitzicht op de haven en de stad. Singapore is het welvarendste land in Azië. Singapore ligt heel centraal in Azië, en vanwege de uitstekende voorzieningen is het een gewilde plek voor ondernemingen om zich te vestigen.
CFO Kees Gielen, tijdens een bezoek aan Singapore in gesprek met Gregory Fung, sr manager International Tax.
September 2012
September 2012
Consumer Products International
Consumer Products International
Spark 19
Singapore: nieuwe vestiging midden in Azië Een regionaal kantoor in Singapore: FrieslandCampina heeft er sinds kort een belangrijke vestiging bij. De business groups Consumer Products International, Ingredients en de category teams dairy based beverages (zuiveldranken) en infant & toddler nutrition (baby- en kindervoeding) opereren nu vanuit het hart van het Aziatische continent. ‘Een regionale vestiging in Singapore maakt voor ons een enorm verschil’, aldus Kapil Garg, chief operating officer voor Consumer Products International. ‘Dicht bij je afnemers en je consumenten werken, is essentieel voor ons succes.’ Groeien in Azië, groeien met baby- en kindervoeding en met zuiveldranken. Om die opdrachten uit route2020 uit te voeren, moet je er zijn: in Azië. ‘Tot begin dit jaar werd Consumer Products International aangestuurd vanuit Amersfoort’, legt Kapil Garg uit.’ De afstand tot de markten en consumenten in de landen van CPI was letterlijk groot. CPI is in Azië actief in Vietnam, Maleisië, Indonesië, Thailand, HongKong en China, en met de komst van AMC, ook in de Filipijnen. Ook de werkmaatschappijen in de West-Afrikaanse landen en het Midden-Oosten vallen onder de paraplu van de business group Consumer Products International.’ ‘In 2011 hebben we al besloten om een regionaal kantoor in Singapore te openen. Niet alleen om dichterbij onze markten te zijn, het geeft ons ook de gelegenheid om lokale talenten aan te trekken. Aziatische collega’s begrijpen de behoeften van Aziatische consumenten het beste. Op dit moment hebben we een prima mix van nationaliteiten die samenwerken in deze vestiging. Nu we zo dicht op onze markten zitten, kunnen we de relaties met onze partners
nog verder verstevigen. Sinds 2008 heeft de business group CPI de omzet verhoogd van 1,8 miljard euro naar 3,2 miljard euro in 2012. En dat is nog niet het einde van onze groei.’ Category Teams Niet alleen Consumer Products International is gehuisvest in Singapore. Ook de business group Ingredients heeft kantoren van Domo, Kievit, DMV en DFE Pharma gecombineerd in Singapore om de markt te bewerken. ‘De category teams voor baby- & kindervoeding en zuiveldranken zijn hier ook’, vertelt Peter van der Hoek, finance director voor CPI. ‘Het is goed om collega’s vanuit de business groups en de category teams bij elkaar te hebben. Er is veel contact en samenwerking tussen beide en de communicatielijnen zijn kort. Dat helpt. Nu ik hier ben (vanuit Amersfoort, Nederland naar Singapore, red.) merk ik hoeveel energie ik krijg van het werken en leven in een stuk van de wereld dat als het ware groei ademt.’ Een groot project waar Peter en zijn team aan hebben gewerkt, was het verwerven van Alaska Milk Corporation. ‘Dit is een strategische over-
De executive board bracht onlangs een bezoek aan de collega’s in Singapore. In het midden CEO Cees ‘t Hart. Foto’s: Ken Liong
name die ons toegang geeft tot een markt van meer van 90 miljoen consumenten. Het past perfect in ons speerpunt voor groei ‘geografische expansie’. We zitten op dit moment midden in de integratie van de activiteiten van AMC bij FrieslandCampina. Bovendien willen we de voordelen van synergie gaan benutten. Het is de bedoeling dat CPI een belangrijke bijdrage levert aan de groei van FrieslandCampina, niet alleen in Azië, maar ook in het Midden-Oosten en Afrika, waar we ook willen uitbreiden. We werken met speciale teams die zich richten op zuiveldranken, merkkaas en exportproducten. ‘ Groeimarkt ‘De markt in Azië is voor baby- en kindervoeding dé groeimarkt’, stelt Berndt Kodden, global director IFT (infant & toddler nutrition). ‘We zitten in deze vestiging middenin ons belangrijkste afzetgebied: Azië. Ruim 80 procent van onze omzet realiseren we in Azië. Ook onze concurrenten stellen alles in het werk om hun posities te verstevigen in de Aziatische landen, je ziet de concurrentie echt toenemen. Wij hebben het voordeel dat we in veel landen al jaren actief zijn, we kennen de markt en we hebben goede relaties, maar we moeten onze posities wel verdedigen en versterken. De relaunch van het merk Friso wordt met veel enthousiasme ontvangen in onze markten ( zie pag. 22). Zulke
innovaties helpen ons enorm om onze marktposities te verbeteren. Maar ook een nieuwe afzetmarkt zoals China, wordt steeds belangrijker. We hebben er nu een klein marktaandeel verworven, maar we hebben groeicijfers van 15 procent per jaar. Het is een enorm groot land met 1.3 miljard inwoners en dus een groot potentieel voor FrieslandCampina. Het Aziatische continent zal alleen maar belangrijker worden voor onze onderneming.’
Executive board vergaderde in Singapore De collega’s van het regionale kantoor in Singapore krijgen vaak bezoek: zo vergaderde de executive board er in juni. ‘Bij mijn weten was dat de eerste reguliere vergadering van de executive board buiten Europa’, vertelt Peter van der Hoek. ‘We waren erg vereerd dat ze ons kantoor uitkozen om bijeen te komen. Na het bezoek aan het kantoor in Singapore, hebben de leden van de executive board hun reis voortgezet naar China, dat een steeds belangrijker gebied voor FrieslandCampina wordt. In september komt de supervisory board (raad van commissarissen, rvc) op bezoek. Op die reis wordt ook Indonesië aangedaan. De raad van commissarissen wil zich oriënteren op de markt en de ontwikkelingen in Indonesië. We hebben een lange geschiedenis in Indonesië. Een bezoek aan dit land zal de RvC een uitstekende gelegenheid geven om inzicht te krijgen in een van de grootste Aziatische markten.’
20 Spark
September 2012
September 2012
Consumer Products International
Consumer Products International
Slagvaardig en sneller: ontwikkelen in Singapore Verhuizen naar Singapore? Voor een aantal medewerkers uit de R&D-discipline in onze onderneming, wordt het realiteit. Vanaf het voorjaar van 2013 zal FrieslandCampina over een ‘development support centre’ in Singapore beschikken. ‘Om succesvol te zijn in de groei-regio’s is het echt nodig om de kennis en kunde van onze medewerkers bij elkaar brengen. Daarmee zetten we vaart achter het halen van onze doelen voor route2020’, vertelt projectmanager Wil van Loon van Research & Development.
Kindervoeding en zuiveldranken zijn twee speerpunten uit route2020. Voor beide worden Azië, Afrika en het Midden-Oosten gezien als de plaatsen waar groei zal ontstaan. De category teams voor kindervoeding en zuiveldranken zijn al in Singapore van start gegaan. ‘Kapil Garg, business group director voor Consumer Products International, heeft vorig jaar de overstap naar Singapore gemaakt. FrieslandCampina wil er een slagvaardige organisatie bouwen, dichtbij de consument, bekend met de lokale smaken, gewoontes en tradities. Daarom kiezen we ervoor om ook een development support centre in Singapore te vestigen. Natuurlijk, ook nu hebben we onderzoekers en ontwikkelaars in de landen in Azië, maar we denken dat we veel meer rendement van al die kennis en kunde hebben als we de mensen dichter bij elkaar brengen: de collega’s van de category teams en de collega’s die zich bezighouden met de ontwikkeling van nieuwe producten.’ Een nieuw laboratorium, niet te ver van de kantoren van de category teams af, zal een nauwe samenwerking gemakkelijker maken. ‘Singapore ontwikkelt zich ook sterk als het gaat om de kennis over voe-
ding en voedselproductie. Dat zien we aan de ontwikkelingen op de universiteiten en hogescholen.’ Functies verschuiven Het inrichten van een ontwikkelcentrum in Singapore staat los van de nieuwbouw van het Innovation Centre in Wageningen (NL). ‘Wageningen gaat gewoon door. Ook de programmatische aansturing van de innovaties zal vanuit Nederland gebeuren. Er zullen wel een aantal functies verschuiven van Wageningen naar Singapore. Er komen in Singapore uiteindelijk ongeveer 40 arbeidsplaatsen, waarvan er een aantal door Nederlandse collega’s zal worden ingevuld, met name om de overdracht van werkzaamheden goed te borgen. Een aantal collega’s komt over vanuit onze lokale R&Dteams, de overige collega’s zullen lokaal of regionaal worden geworven.’
FDA Thailand maakt kennis met FrieslandCampina In een paar dagen tijd hebben medewerkers van de ‘Food & Drug Administration’ uit Thailand intensief kennis gemaakt met FrieslandCampina en de wereld van zuivel. Met een bezoek aan Nederland, samen met collega’s van FrieslandCampina in Thailand (Foremost) is een goede basis gelegd voor een positieve kijk op zuivel. Chanin Archjananun en Ahmed Sardar, leden van het Thaise managementteam, nodigden de medewerkers van de FDA uit voor een bezoek aan Nederland om de vertegenwoordigers van de FDA kennis te laten maken met onze grondstof melk. ‘We willen onze relatie met de FDA in Thailand versterken. De FDA houdt toezicht op de kwaliteit van voedingsmiddelen en medicijnen in Thailand. We wilden de medewerkers van de FDA laten zien hoe betrouwbaar de grondstof melk is en welke kennis wij hebben als FrieslandCampina over melk’, legt Chanin Archjananun, managing director van FrieslandCampina uit. ‘We hebben onder meer een bezoek gebracht aan het FrieslandCampina Innovation Centre in Wageningen, waar Emmo Meijer, corporate director R&D en Michael Erdl, R&D director van dairy based beverages, tekst en uitleg hebben gegeven over de positieve eigenschappen van melk.’ De manier waarop de leden-melkveehouders en FrieslandCampina zich inspannen om op een duurzame manier te werken, kreeg eveneens veel aandacht. ‘We zijn onder de indruk van de positieve houding van medewerkers en ledenmelkveehouders. We hebben gezien hoe ze zich inspannen om innovatief en duurzaam te werken’, aldus de FDA-vertegenwoordigers.
Spark 21
‘Ik heb een heel andere kijk op zuivelproducten gekregen’, aldus Srinuan Korrakochakorn, deputy General Secretary Food Control FDA. ‘Het programma was zeer leerzaam, we nemen veel kennis mee naar Thailand. Vooral de manier waarop er gewerkt wordt aan innovatie, de technieken die op de boerderijen worden toegepast en het uitdragen van ‘het goede van melk’. Ik ga meer melk drinken, ik weet nu hoe voedzaam het is.’
‘Het is heel slim van FrieslandCampina om te investeren in een nieuw Innovation Centre. We hebben veel gezien en geleerd over de productie van wei en GOS bij FrieslandCampina in Borculo. Ik ben me nu veel meer bewust van de goede eigenschappen van melk en we denken na over het stimuleren van het drinken van melk door kinderen op school’, aldus Dr. Tipvon Parinyasiri, directeur van het Food Controle Bureau in Thailand.
‘Ik ben onder de indruk van de wijze waarop FrieslandCampina het concept ‘Van gras tot glas’ toepast. Beginnend op de boerderij tot aan de fabriek is er een uitstekende kwaliteitscontrole en toezicht op de voedselveiligheid. En dan: die koeien in de wei! Dat moeten wel heel gelukkige koeien zijn’, zegt Jureerat Hokiarti, expert committee of food safety bij het Thaise Food Control Bureau.
Foto’s: FrieslandCampina
22 Spark
September 2012 Consumer Products International
Twee jaar lang hebben collega’s wereldwijd hard gewerkt aan een complete herintroductie van Friso, het merk voor baby- en kindervoeding van FrieslandCampina. Met een heel nieuwe benadering van degenen die deze voeding kopen: ouders. De nieuwe verpakking heeft een deksel die het toppunt van hygiëne is. Vijf verschillende soorten voeding, voor zwangere vrouwen tot kinderen van drie jaar en ouder. Met deze relaunch versterkt het category team Infant & Toddler Nutrition (baby & kindervoeding) haar positie in Azië. Wat moest er allemaal gebeuren om deze nieuwe verpakking in blik, karton en folie klaar te maken voor de markt?
De nieuwe look van Friso Impuls voor groei ‘route2020 noemt baby- & kindervoeding een speerpunt voor groei. Die groei krijgt een nieuwe impuls met deze herintroductie van Friso, ons merk voor baby- en kindervoeding’, vertelt Berndt Kodden global category director Infant & Toddler Nutrition in Singapore. ‘Met onze nieuwe verpakkingen spreken we moeders aan: ‘van head to heart’ noemen we dat. De beelden op de verpakkingen raken moeders, welke taal ze ook spreken. Het ontwerp van de verpakkingen en het maken van de nieuwe deksel is een prima voorbeeld van samenwerking wereldwijd van collega’s uit Beilen (Nederland), uit Singapore en van lokale marketing collega’s die in het laatste traject het grote werk moeten doen: het nieuwe product begeleiden naar de markt. De overstap naar het nieuwe design en naar de nieuwe deksel gebeurt stap voor stap, maar binnen een jaar hebben we overal een nieuwe verpakking van Friso. We krijgen nu al heel enthousiaste reacties over deze nieuwe launch.’
Hygiënische deksel ‘Die deksel, de ‘easy lid’ voldoet aan al onze eisen, zowel vanuit de markt als vanuit de techniek. Het is een hersluitbare deksel, waar een houder in zit met een maatschepje’, vertelt Maira de Vreede, werkzaam bij Innovation Infant & Toddler Nutrition (Nederland). ‘Dat maatschepje is opgeborgen in de deksel in plaats van in het poeder. Het grootste voordeel daarvan is hygiëne. Ook al denk je dat je handen schoon zijn, er zitten altijd bacteriën op je vingers en onder je nagels. Als je de lepel met je vingers uit de poeder pakt voor de bereiding van een voeding, is dat niet hygiënisch. Soortgelijke deksels zijn al enige tijd geleden in Vietnam en Maleisië ontwikkeld en werden daar ook al geproduceerd. Het was onze opdracht om een nieuwe deksel te ontwikkelen die geschikt is voor automatische verwerking in de fabriek in Beilen. Dat was vrij ingewikkeld. Je wilt tegemoet komen aan de eisen en wensen van de consument maar je hebt te maken met de eisen en beperkingen van productie en logistiek. Die beide moet je samen brengen. De deksel bestaat uit drie onderdelen die in een 16voudige matrijs worden gemaakt en direct vanuit de matrijs worden geassembleerd. Dit gebeurt bij een externe leverancier. In Beilen is een nieuwe lijn geplaatst die de deksel op het blik plaatst. Het heeft ons bijna twee jaar gekost om zover te komen, maar er staat echt een onderscheidend product.’ Innovatief Als ze nu ziet hoe de verpakkingen eruit zien, is ze echt blij: Sonja de Wit, packaging officer in Beilen (Nederland). ‘Wat een prachtig project om te doen. Het was een enorme klus, maar we zijn zo trots op wat er nu staat. Onze verpakkingen vertellen meteen het verhaal. Je ziet aan het blik direct waar het product voor staat door het beeld dat de verpakking siert. De kleuren zijn heel aansprekend en de deksel is echt innovatief. Ik geloof dat de achtergrondkleur van het Frisomerk, metallic donkerblauw, ons de meeste energie heeft gekost. We hebben lange dagen op de drukkerij gemaakt voordat we tevreden waren. We wilden dat de proeven van onze verpakkingen helemaal naar tevredenheid van de marketing collega’s voor baby- & kindervoeding in Singapore zouden zijn. Zij moeten het product immers naar de markt brengen. Daarbij was het een enorme uitdaging om de kleuren van de verpakkingen van gelithografeerd metalen bussen identiek te laten zijn aan de andere verpakkingssoorten: sachets (van folie gemaakt) en bag-inbox (van karton). Wij hebben nu echt een prachtige lijn staan voor Friso, qua product en qua verpakking.’ Nieuwe lijnen Rob Kolman is projectteammanager in de fabriek van Domo in Beilen (Nederland), waar baby- & kindervoeding wordt geproduceerd. ‘Een nieuwe verpakking moest in Beilen afgevuld kunnen worden en voorzien van de nieuwe
September 2012 Consumer Products International
deksel. Dat kon niet zonder meer op onze bestaande verpakkingslijnen. Research & Development, marketing, verpakkingstechnologen, Quality Assurance and Quality Control: collega’s uit allerlei disciplines werken met elkaar samen in zo’n project. Op het moment dat er een definitieve ‘go’ was voor een verpakking en de deksel, moesten we daadwerkelijk aan de uitvoering beginnen. Dat betekende dat er nieuwe lijnen geplaatst moesten worden en dat er lijnen aangepast moesten worden in de fabriek in Beilen. Alle projecten moeten naadloos op elkaar aansluiten. Zodra de klant beleverd moet worden, moeten wij zorgen dat het product er staat. We zijn in augustus gestart met de proefproducties. Er is al een kleine commerciële productie geweest. In september gaan we volledig draaien. In een deelproject hebben we een productiemodel van de deksel ontwikkeld, samen met een extern bedrijf, waar de nieuwe deksel handmatig op de blikken wordt geplaatst. Aan dat proces worden dezelfde strenge kwaliteitseisen gesteld als in onze eigen fabrieken. Zo kan de marktintroductie met de nieuwe deksel al worden gedaan, ook nu de fabriek in Beilen hier nog niet klaar voor is. Al met al is het een complex project, maar als we het resultaat zien, kunnen we er alleen maar trots op zijn.’
Spark 23
De Baby Expo in Hong Kong waar de nieuwe Friso baby- en kindervoeding geintroduceerd werd. Foto: FrieslandCampina
24 Spark
Samenwerking met kwaliteitsinspectie FrieslandCampina China heeft een samenwerkingsovereenkomst getekend met CAIQ, de ‘Chinese Academy of Inspection and Quarantine. De overeenkomst werd ondertekend door Leon Coolen, managing director van FrieslandCampina Ingredients. De wetgevende instanties in China hebben lijsten opgesteld voor alle importproducten op het gebied van baby- en kindervoeding en overige zuivelproducten. Alle producten op die lijsten moeten voldoen aan de eisen die de Chinese overheid stelt op het gebied van voedselveiligheid. Producten die niet voldoen aan de eisen, mogen niet naar China geëxporteerd worden. Om ervoor te zorgen dat het onderzoek naar de veiligheid van voedingsmiddelen aansluit op de Chinese regelgeving, is FrieslandCampina in zee gegaan met CAIQ. Het onderzoekscentrum van CAIQ (deels overheid en deels een onafhankelijke instantie) is verantwoordelijk voor het implementeren van de hele lijst van alle geïmporteerde kindervoeding en andere zuivelproducten. In april 2012 hebben onze collega’s van FrieslandCampina Leeuwarden Eelko ter Schure en Irina Rodionova het onderzoekscentrum bezocht om de samenwerking te bespreken. In het samenwerkingsproject worden 53 onderzoeksmethoden vergeleken en gevalideerd. De samenwerking met CAIQ is een belangrijke stap voor FrieslandCampina in het opbouwen van een goede relatie met de Chinese autoriteiten. Dat zorgt ervoor dat de weg wordt vrijgemaakt voor het uitvoeren van de strategie route2020 in China.
September 2012
September 2012
Consumer Products International
Consumer Products International
Spark 25
Enorm potentieel voor baby- en kindervoeding in China Onze collega’s in China hebben grote ambities voor baby- en kindervoeding in deze relatief nieuwe markt. En hoewel het marktaandeel nog niet zo groot is, groeit de afzet met 15 procent per jaar. FrieslandCampina China richt zich op een langdurige relatie met (zwangere) vrouwen. ‘De meeste vrouwen in China krijgen in hun hele leven maar één kind. Ze willen dan ook een hele goede moeder zijn en wij helpen ze waar we maar kunnen’, zegt Susan Wu, marketing director in China.
De markt voor baby- en kindervoeding is erg versnipperd. Susan Wu schat ruwweg dat er 130 merken zijn. De marktleider heeft een marktaandeel van slechts 14 procent. ‘Er worden ieder jaar 16 miljoen babies geboren in China. We schatten dat de totale markt een omvang heeft van ongeveer 8 miljard euro. Meer dan de helft daarvan valt in het ‘premium segment, als je afgaat op de prijzen in de winkels. Op dit moment heeft Friso een zevende positie in het premium segment. Aan het einde van het jaar 2015 willen we in de top 5 staan.’ Gemeenschappen Susan Wu en haar collega’s hebben een speciale benadering voor jonge vrouwen. Ze maken gebruik van ‘focus media’ zoals lcd-schermen in grote kantoorgebouwen, waar veel hogeropgeleide vrouwen werken, die minder vaak naar televisie kijken. Het marketingteam in China zet daarbij social media op een strategische manier in om online gemeenschappen op te
zetten voor (zwangere) vrouwen. ‘We denken over onze relaties met jonge vrouwen als over een reis die we samen maken, een reis die drie tot vijf jaar kan duren: van de zwangerschap totdat het kind naar de kleuterschool gaat. We realiseren ons dat de meeste jonge vrouwen in China maar één kind krijgen in hun leven. Dat ene kind willen ze dan graag de best mogelijke zorg geven. Deze moeders nemen het moederschap heel serieus en ze willen van het moederschap genieten. Waar de meeste andere merken zich richten op de baby, steunen wij ook de moeder. We voorzien hen niet alleen van een uitstekende kwaliteit babyvoeding maar ook van alle service die de Friso Mama Community hen biedt. We zijn er trots op dat we na drie jaar merkmanagement van Friso, door Chinese moeders zijn gekozen als het meest favoriete merk voor baby- en kindervoeding. Een verkiezing die via sohu.com is gegaan, een internetplatform waarbij miljoenen moeders online hun stem hebben uitgebracht.’
Boeren In China is het erg belangrijk dat consumenten voedingsmiddelen kunnen vertrouwen. De veiligheid van melkproducten is een belangrijk onderwerp. Susan Wu: ‘Voor Chinese moeders is het belangrijk om te weten dat hun babyvoeding uit Nederland komt, waar de hele keten van melkproductie gecontroleerd wordt. We hebben dan ook een commercial via focus media met als thema: ‘For babies, we cannot take it lightly’. Elke kleine stap telt. De ‘Van gras tot glas campagne’ helpt ons om ons te onderscheiden in deze markt. In de tv-commercial die op een Nederlandse boerderij is opgenomen, zien Chinese moeders Puck Enting, de dochter van melkveehouder Ronald Enting, die vertelt: ‘Mijn vader is geweldig. Hij kent de namen van elke koe op onze boerderij. Pappa vertelde dat we ervoor moeten zorgen dat elke druppel melk van de beste kwaliteit is omdat we voeding maken voor miljoenen baby's wereldwijd. Daar ben ik zo trots op.’ Die commercial is heel
succesvol in China, want hij laat zien wat de boeren doen om een superieur en betrouwbaar product maken.’
Het marketing-team in China, links op de foto Susan Wu. Foto:
Steden FrieslandCampina boekt snel vooruitgang in China. Stukje bij beetje verovert Friso de belangrijkste steden. ‘We willen snel vooruitgang boeken, omdat we relatief laat in deze markt zijn begonnen, vergeleken met een aantal andere grote aanbieders. China heeft ongeveer 250 grote steden. Dit jaar willen in ten minste 60 van die steden in de winkels liggen. Onze afzet neemt toe en we willen graag gebruik maken van het potentieel dat we voor ons zien.’
FrieslandCampina
26 Spark
September 2012
Vijf vragen aan...
Consumer Products International
Frisian Flag Mama: betere voeding en voorlichting voor zwangere vrouwen FrieslandCampina Indonesia brengt een nieuwe versie van Frisian Flag Mama op de markt, melk speciaal voor zwangere vrouwen. De voedingswaarde is verhoogd en het product smaakt nog lekkerder. Frisian Flag heeft deze melk helemaal afgestemd op de wensen van de doelgroep: jonge vrouwen die in verwachting zijn. Frisian Flag Mama komt op de markt als een complete aanvulling op de dagelijkse voeding. Indonesische echtparen tijdens de zwangerschapsworkshop. Foto: FrieslandCampina
Frisian Flag Mama heeft veel voordelen. Het biedt zwangere vrouwen de voedingsstoffen die ze tijdens de zwangerschap hard nodig hebben en beschermt tegen problemen met de spijsvertering, constipatie en bloedarmoede. Misselijkheid is ook een veelvoorkomende klacht gedurende de zwangerschap en is een van de reden waarom vrouwen niet graag melk drinken in deze periode. Daarom is Frisian Flag Mama er in de sensationele smaak van chocolade-ijs die misselijkheid helpt voorkomen. Vergeleken met andere aanbieders is Frisian Flag Mama goed betaalbaar. FrieslandCampina Indonesia hoopt dat dat een impuls geeft om ook andere producten van FrieslandCampina te kopen, vooral op het gebied van baby- & kindervoeding. Liefde ‘Deze nieuwe versie van Frisian Flag Mama in Indonesia moet ervoor zorgen dat er een einde komt aan de gebrekkige voeding onder veel jonge, zwangere vrouwen’, zegt Yeni Novianti, brand manager. ’Het is ons doel om dit jaar ten minste 33.000 nieuwe klanten voor Frisian Flag
Mama te winnen. We bieden ondersteuning aan met een serie workshops en ontmoetingen voor aanstaande moeders, maar ook voor mensen die in de zorg werkzaam zijn zoals artsen en verloskundigen. De belangrijkste boodschap tijdens die bijeenkomsten is dat een zwangere vrouw steun en liefde nodig heeft van de mensen die haar omringen, en zeker van haar echtgenoot. Op die manier zal ze de zwangerschap prettig en gelukkig door komen.’ Onlangs vond een zwangerschapsworkshop plaats, waarbij 432 getrouwde paren aanwezig waren die een baby krijgen. ‘ Het werd de grootste baby-massage ooit’, aldus Yeni Novianti. Deze bijeenkomst zorgde voor een nieuw ‘MURI’, een Indonesisch record. (MURI, of het Indonesisch Record Museum is een museum in Semarang op Centraal Java. Indonesische records worden gewoonlijk in dit museum gepresenteerd). De meeste vrouwen zijn positief over deze bijeenkomsten, die in samenwerking met de Indonesische verloskundigenvereniging Ikatan Bidan Indonesia worden georganiseerd. ‘Er wordt voorlichting gegeven over de voordelen van borstvoeding, het zwanger zijn en baren, over de zorg voor jonggeborenen en nog veel meer. We hebben daarnaast een Bidan kASIh (Midwives Love programma) in een aantal grote steden in het land. Daarmee ontwikkelen we de kennis van verloskundigen. Met goede producten en de expertise van zorgprofessionals hopen we dat jonge vrouwen steeds beter omgaan met hun zwangerschap en dat ze het als een gelukkige tijd ervaren. Als de moeder gelukkig is, is dat ook goed voor de baby.’
September 2012
Spark 27
Roy Vermeulen, adviseur buitendienst Een van de intermediairs tussen de leden-melkveehouders en FrieslandCampina is Roy Vermeulen die werkzaam is bij Cooperative Affairs (Amersfoort, NL). Bovendien is hij - net als zijn collega-adviseurs in de buitendienst ambassadeur van het duurzaamheidsprogramma Foqus Planet. Tijdens zijn bedrijfsbezoeken motiveert hij melkveehouders om duurzaam te ‘boeren’. Zijn uitvalsbasis is een kantoor aan huis – met een foto van zijn collega’s op het prikbord. ‘We worden steeds meer bedrijfsadviseurs.’ Hoe zien jouw werkdagen er uit? ‘Van 8.00 tot 9.30 zit ik achter mijn bureau, daarna ga ik de boer op. Mijn rayon omvat zo’n 400 melkveebedrijven in de districten Utrecht en Zuid-Holland. Ik geef informatie, handel praktische lidmaatschapszaken af en fungeer als vraagbaak. Daarnaast draai ik mee in het projectteam Campina-melk en heb ik de net afgeronde Dairy Development training voor FrieslandCampina-medewerkers uit Thailand, Vietnam, Indonesië, Maleisië en Nigeria opgezet.’ Wat is de belangrijkste taak van de buitendienst? ‘Sinds 1 januari dit jaar staat – met de invoering van Foqus Planet - duurzaam ondernemerschap centraal. Melkveehouders kunnen ‘duurzaamheidspunten’ scoren. Ze kunnen kiezen uit 27 verschillende onderwerpen, op het gebied van energie & klimaat, diergezondheid, biodiversiteit en weidegang. Afhankelijk van de prestatieklasse moeten zij een bepaald aantal punten behalen. Ik stimuleer ze en geef advies.’ Lukt dat goed? ‘Ja. Omdat je als adviseur de bedrijven goed kent, kun je suggesties doen welke duurzame maatregelen bij juist dat bedrijf en de fase waarin het zich bevindt, passen. Heeft iemand nog weinig ondernomen op het gebied van duurzaamheid, dan gaat het plaatsen van een grote windmolen te ver, maar zijn energiebesparende maatregelen bij het melken misschien wel haalbaar. Ik zet mijn eigen enthousiasme in – ik geloof heel erg in duurzaamheid. Daarom vond ik de Dairy Development training ook zo’n geweldige ervaring.’
De rol van de buitendienstadviseurs is dus in beweging? ‘Ja. We zijn nu veel meer bedrijfsadviseurs. Sinds de fusie zijn de relatiebezoeken ingevoerd. Nu bezoeken we elke melkveehouder eens in de twee, drie jaar. Dan hebben we het over de bedrijfsontwikkeling van de melkveehouder. Verder informeren we steeds vaker groepen melkveehouders tegelijkertijd, bijvoorbeeld door workshops te geven over verantwoord diergeneesmiddelengebruik, salmonella, uiergezondheid, klauwgezondheid, energiebesparing en weidegang. Voor problemen met de technische melkkwaliteit werken we nu minder met 1-op-1 gesprekken dan we vroeger deden. Daarvoor zijn diverse tools ontwikkeld. Bij alles geldt: het vakmanschap van de melkveehouders is het uitgangspunt. Zij hebben samen immers een schat aan kennis en kunde in huis.’
Roy Vermeulen: ‘Bij alles geldt: het vakmanschap van de leden-melkveehouders is het uitgangspunt.’ Foto: William Hoogteijling
Hoe maak je die kennis en kunde toegankelijk? ‘In het najaar wordt een vernieuwde versie van Melkweb gelanceerd - het eigen intranet van de melkveehouders. Daarin staat kennisdeling centraal. Het omvat bijvoorbeeld interessegroepen waar melkveehouders zich voor kunnen aanmelden en waar ze alles vinden over onderwerpen die specifiek zijn voor hún bedrijf. Rapportages van de Wageningen Universiteit, het laatste nieuws. Er worden mogelijke oplossingen aangedragen voor problemen met de melkkwaliteit. En Melkweb bundelt best practices.’
28 Spark Doelstellingen Dairy Development Program Bijdrage aan een duurzame melkveehouderij in Thailand, Vietnam, Indonesië, Maleisië en Nigeria. Duurzaam in economisch opzicht, maar ook duurzaam uit oogpunt van milieu. Het inkomen van lokale melkveehouders verhogen. Doel: in 2020 moet er sprake zijn van levensvatbare familiebedrijven, met een stabiel jaarinkomen, ruim boven de armoedegrens van de Verenigde Naties. De voedselzekerheid in Thailand, Vietnam, Indonesië, Maleisië en Nigeria verbeteren. Lokale zuivelfabrieken van FrieslandCampina in Thailand, Vietnam, Indonesië, Maleisië en Nigeria zullen in toenemende mate gebruik maken van verse melk, die in de regio geproduceerd wordt. Het productenpakket van deze vestigingen is specifiek toegesneden op de binnenlandse markt.
September 2012
September 2012
Dairy Development Program stimuleert melkveehouderij in Azië en Afrika Ruim anderhalf jaar geeft Sybren Attema nu leiding aan het ‘Dairy Development Program’ van FrieslandCampina. De voormalig melkveehouder uit Friesland en voormalig vice-voorzitter van de raad van commissarissen zet zich vol passie in voor de verbetering van de melkveehouderij in Azië en Afrika. Het programma is onderdeel van het MVO-beleid van FrieslandCampina. ‘Wij kiezen niet voor grootschalige melkveebedrijven, met duizend koeien of meer. Wij geloven in familiebedrijven voor een duurzame ontwikkeling van het platteland.’ Sybren Attema heeft duidelijk passie voor zijn werk: het Dairy Development Program dat de lokale melkproductie in Azië en Afrika stimuleert. Dat gebeurt in Vietnam, Thailand, Indonesië, Maleisië en Nigeria. Geen toevallige keuze, het zijn stuk voor stuk landen waar FrieslandCampina veel zuivelproducten verkoopt. Attema opereert vanuit Vietnam. Van daar brengt hij regelmatig bezoeken aan de landen waar het programma draait. Er wordt geïnvesteerd in voorlichting over diergezondheid, voer, melkwinning en hygiëne. Kennis die nodig is om een lokale melkveehouderij op een hoger niveau te brengen. ‘Dat zorgt voor meer inkomsten’. De melk die in de Aziatische landen en in Nigeria wordt geproduceerd, kan FrieslandCampina zelf verwerken. ‘We kweken er veel goodwill mee, we worden gezien als een onderneming die betrokken is bij de samenleving.’ Grote melkveehouderijbedrijven heeft Sybren Attema niet voor ogen. ‘Boerenland is op veel plekken erg versnipperd. In Vietnam worden nu zuivelzones (dairyzones) geschapen,
gebieden waar zo’n 75 melkveehouders aan de slag gaan, met zo’n 50 koeien per bedrijf. En die dan verder moeten groeien tot 80 koeien per bedrijf. In Vietnam heeft een gemiddelde boer nu 10 tot 15 koeien. Oorzaak is de grondpolitiek van de overheid. In het verleden heeft de overheid lapjes grond van maximaal één hectare ter beschikking gesteld. Die versnippering speelt het land nu parten. Met de aanwijzing van ‘dairyzones’ zet de overheid nu een eerste stap om een eind te maken aan die versnippering.’ Attema ziet liever 75 bedrijven met 50 koeien dan vier bedrijven met 1.000 koeien. ‘Uit oogpunt van duurzaamheid hebben familiebedrijven absoluut onze voorkeur. Familiebedrijven passen ook heel goed in de traditie van zuivelcoöperatie FrieslandCampina. Ze creëren werkgelegenheid op het platteland. Dat is belangrijk, want nu trekt iedereen naar de grote stad en loopt het platteland leeg.’
Spark 29
Samen met Agriterra Onlangs ondertekenden Kees Blokland, directeur Agriterra, en Frank van Ooijen, director corporate communication and sustainability, een samenwerkingsovereenkomst. Al enige tijd werken Agriterra en FrieslandCampina samen in het kader van het Dairy Development Program. De organisatie Agriterra zet zich in voor plattelandsontwikkeling in ontwikkelingslanden. Ze zien de landbouwsector als de motor van de economie en ondersteunen daarom graag ondernemende boeren en tuinders. Op die manier werken ze aan groei en ontwikkeling en daarmee aan armoedebestrijding. Deze doelen passen perfect bij het Dairy Development Program van FrieslandCampina. Frank van Ooijen zegt hierover: ‘Door samen op te trekken in een MVO-partnership kunnen we elkaars werkzaamheden versterken. Met onze kennis over coöperaties, melkveehouderijen en het verwerken van melk bieden we toegevoegde waarde. Agriterra biedt ons veel landenkennis en helpt ons met haar uitgebreide netwerk relaties op te bouwen en te behouden’. Het initiatief om met Agriterra aan de slag te gaan kwam van Jan Drenthen, senior project manager, en Lieuwe Montsma, technological valorization manager, beiden werkzaam bij Milkvalorization & Allocation in Amersfoort (NL). Jan en Lieuwe zijn al op ‘missie’ geweest met Agriterra. Ze hebben lokale melkveehouders bezocht en hun kennis overgedragen. Ze zien veel potentie in de combinatie van Agriterra en het Dairy Development Program. Ook Sybren Attema, verantwoordelijk voor de uitvoering van het Dairy Development Progam, ziet de mogelijkheden. Sybren Attema: ‘Het programma helpt boeren in Azië en Afrika. Precies waar Agriterra al actief was en haar netwerk heeft. Een combinatie van de activiteiten van beide organisaties voelt dan ook als een logische stap. Met onze kennis kunnen Aziatische en Afrikaanse melkveehouders een stuk efficiënter produceren’. Het plan is om medewerkers en leden van FrieslandCampina te betrekken bij het Dairy Development Program. Attema: ‘Jaarlijks zullen er zo’n vijftien vrijwilligers voor enkele weken naar Azië of Afrika gaan. Zodat er op een hele praktische manier kennisoverdracht plaatsvindt’.
30 Spark
September 2012
September 2012
Consumer Products Europe
Consumer Products Europe
Papier en karton met een label voor verantwoord bosbeheer: inkopers van FrieslandCampina hebben ervoor gezorgd dat er sinds enkele maanden duurzamer geproduceerd papier en karton wordt gebruikt voor het omverpakken (trays, dozen, rollen golfkarton) van onze producten. Met papierproducent SmurfitKappa is afgesproken dat alle karton en papier een FSC- of PEFC label moet dragen. Gecertificeerd papier uit verantwoord beheerde bossen.
Vier pijlers: De collega’s van Procurement (Inkoop) hebben vier pijlers die van belang zijn bij het inkopen van producten, verpakkingen, grondstoffen etc.
De grote switch naar gecertificeerd karton In het pak Papier dat voor verpakkingen van levensmiddelen nodig is, komt uit productiebossen. Van de houtvezel worden verpakkingen gemaakt. ‘Dan gaat het om primaire verpakkingen, zoals melkpakken’, legt Rogier Forma uit. ‘Voor omverpakkingen kunnen we gebruik maken van gerecycled papier.’ Om ervoor te zorgen dat er zo verantwoord mogelijk met deze productiebossen en de mensen die erin werken wordt omgegaan, kan er gebruik worden gemaakt van gecertificeerd papier en karton. Twee organisaties op dit gebied zijn:
FSC: Forest Stewardship Council, een internationale organisatie die zich wereldwijd inzet voor verantwoord bosbeheer. Papier uit een bos dat verantwoord wordt beheerd, mag het FSC-label dragen.
PEFC: Program for the Endorsement of Forest Certification. Ook deze organisatie zet zich internationaal in voor het bevorderen van duurzaam bosbeheer. Ook PEFC werkt met een eigen label.
Het ligt Rogier Forma en Theo Wolleswinkel na aan het hart: duurzamer ondernemen. En omdat beiden als category procurement managers (inkopers voor een bepaalde categorie, zoals papieren verpakkingen) werken, kunnen ze daar een belangrijke steen aan bijdragen. ‘Duurzaamheid is een fundament van route2020. Ook bij het inkopen van producten kun je daar veel in winnen. Bij ieder inkoopgesprek komt het op tafel: wat doet een bedrijf aan duurzaam ondernemen? Als onze leveranciers duurzaam ondernemen, helpt ons dat ook weer in onze doelstellingen. Hoe duurzamer wij inkopen, hoe duurzamer het product is dat uiteindelijk bij de consument terecht komt’, legt Rogier Forma uit. ‘Duurzaamheid maakt deel uit van onze vier prioriteiten bij het inkopen van producten (zie kader), legt Theo Wolleswinkel uit. ‘Dat resulteert dan bijvoorbeeld in de afspraken die nu met SmurfitKappa zijn gemaakt over het gebruik van gecertificeerd papier en karton voor onze omverpakkingen. Rogier heeft zich daar zeer voor ingespannen. Dit is een gigantische switch. De inkoop van gecertificeerde omverpakkingen is niet alleen goed voor FrieslandCampina in Nederland, maar in heel veel landen waar we gebruik maken
Spark 31
Financiële criteria Duurzaamheid Innovatie Leveringszekerheid
van kartonnen omverpakkingen. Rogier richt zich nu meer op plastic verpakkingen, ik neem het stokje bij ‘paper based’ van hem over.’ Vezels SmurfitKappa is een grote leverancier voor FrieslandCampina. Met een jaarleverantie van 250 miljoen eenheden karton, levert het gecertificeerde product van SmurfitKappa een goede bijdrage aan het streven van FrieslandCampina om duurzamer te ondernemen. Rogier Forma: ‘Gecertificeerd karton is echt een stap in de goede richting. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van gerecycled papier voor omverpakkingen, dat is al een belangrijke winst. En waar SmurfitKappa niet met gerecycled materiaal kan werken, wordt er hout van verantwoorde oorsprong gebruikt. Je kunt papier niet eindeloos recyclen. Op een gegeven moment moet je nieuwe vezels gaan toevoegen aan het proces.’ Norm Gerecycled materiaal dus, en anders hout uit verantwoord beheerde bossen. Zouden we als zuivelonderneming sowieso niet zonder veel van deze omverpakkingen kunnen? Rogier Forma: ‘Omverpakkingen heb je nodig om je producten onbescha-
Wie levert de omverpakkingen?
digd te vervoeren. Als we geen omverpakkingen gebruiken, gaat er veel product verloren. In die zin is het beter om wel van omverpakkingen gebruik te maken. De vraag over wat de meest duurzame manier van verpakken is, is best complex. Wat neem je allemaal mee als norm daarvoor? We kijken naar de hele ‘footprint’: grondstofgebruik, uitstoot van CO2, transport, hergebruik van verpakkingen en zo meer. Een eenduidig
antwoord is moeilijk te geven, maar we proberen voortdurend de meest verantwoorde verpakkingen toe te passen. Ook onze leveranciers spannen zich in om op een vernieuwende en duurzame manier te werken. Bij plastics zien we daarin ook belangrijke ontwikkelingen. Leveranciers die niet nadenken over duurzaam ondernemen, zijn op den duur geen gesprekspartners meer voor ons.’
Op de achtergrond omverpakkingen van gecertificeerd karton in het productiebedrijf in Ede. Links Rogier Forma, rechts Theo Wolleswinkel. Foto: Marcel Bekken
SmurfitKappa is een belangrijke leverancier voor FrieslandCampina van papieren verpakkingsmateriaal. Niet de ‘primaire verpakkingen’, zoals de pakken voor melk of Appelsientje, maar de kartonnen dozen, rollen golfkarton, trays en alles wat nodig is om onze producten veilig en onbeschadigd in de winkel te krijgen. Grote hoeveelheden zoals halfvolle melk, kunnen in een roll-in-container naar de klant. Maar 12 pakken vla of 12 puddingen worden in een doos omverpakt. SmurfitKappa levert 250 miljoen eenheden van dergelijke verpakkingsmaterialen per jaar.
32 Spark
September 2012 Consumer Products Europe
FrieslandCampina Aalter rondt Footprint af
Foto’s: Kurt van Steelant
Onder de vlag van Footprint 1 is de productielocatie in Aalter (België) op alle fronten vernieuwd, aangepast en uitgebreid. Zo’n vijftig producten in kartonnen verpakkingen en cups werden vanuit de inmiddels opgeheven locatie Kalkar (Duitsland) en een afdeling van het bedrijf in Leeuwarden (Nederland) naar Aalter overgeheveld. Een investering van 36 miljoen resulteerde in een ruime, lichte fabriek waar met de nieuwste technieken wordt gewerkt.
FILIEP LAPAUW, PROJECTLEIDER TOT 1 SEPTEMBER 2012, NU PRODUCTIEMANAGER CPE: HUZARENSTUKJE GELEVERD ‘Een jaar lang hebben we elke maand een nieuwe lijn opgestart, terwijl de productie gewoon doorliep. Een huzarenstukje. We hebben in feite binnen de bestaande fabriek een totaal nieuwe fabriek gebouwd. Ons doel was te migreren zonder kwantitatieve of kwalitatieve gevolgen voor de klanten, en dat is gelukt. Het water stond ons misschien wel eens tot aan de enkels, maar nooit tot aan de lippen. Op de motor van enthousiasme heeft iedereen meer gepresteerd dan je zou mogen verwachten. Ook de collega’s uit Leeuwarden en Kalkar, die zelf toch vaak hun baan zagen verdwijnen, hebben ons enorm gesteund. Een paar operators uit Leeuwarden en Kalkar waren hier tijdelijk gestationeerd, sommige zelfs tot september. Zij zorgden voor een goede overdracht en opstart.’ ‘Om het project te stroomlijnen waren er per discipline werkgroepen in het leven geroepen. Daarnaast was er een speciale multidisciplinaire werkgroep Validation & Commissioning. Voordat een nieuwe lijn of nieuw product werd opgestart, bekeek die of voldaan werd aan de kritische factoren op het gebied van SHE (Safety, Health & Environment), QA (Quality Assurance) en R&D (Research & Development). Achteraf hebben we
eigenlijk te weinig genoten van het project, omdat we dóór moesten. Voordeel daarvan was wel dat er ook geen tijd was om stil te staan bij wat er allemaal mis kon gaan. In de nieuwe omgeving is het aangenamer werken. Beheersbaar, controleerbaar en inspirerend. Daarbij hebben we ook veel geleerd van de internationale kruisbestuiving met Nederland en Duitsland. In korte tijd is er enorm veel veranderd. We hebben er belangrijke merken als Cécémel en Friesche Vlag bij gekregen. Nu gaan we de nazorgfase in. Er resten nog enkele deelprojecten, maar met de officiële opening werd de overgang van de processen uit Leeuwarden en Kalkar naar hier definitief beklonken.’
September 2012 Consumer Products Europe
project hebben we een optimalisatieteam opgericht. Dat ging in gesprek met de medewerkers: ‘Waar lopen jullie tegenaan? Waar zijn er nog mankementen? Hoe zouden we dat kunnen oplossen?’ Ook hebben we in korte tijd eenduidige instructies opgesteld. Nu zijn we grote stappen aan het maken in de rendementen. Het gaat sneller dan verwacht, we kunnen trots zijn. We werken nu met splinternieuwe lijnen in een mooie, nieuwe, ruime omgeving en hebben er veel enthousiaste nieuwe collega’s bij gekregen.’
PETER VANHOUDT, VOORZITTER WERKGROEP PROCESSING: ALLE EERDERE PROBLEMEN STRUCTUREEL OPGELOST
BIANCA DEFRUYT, DIENSTCHEF NIEUWE VULAFDELING: KLEINE SUCCESSEN VIEREN ‘We kregen er een nieuwe vulzaal bij, en elke maand een nieuwe lijn. Wanneer dan een opstart iets moeilijker loopt, is het belangrijk je mensen gemotiveerd te houden. Zeker bij de eerste lijnen was het nog erg wennen aan de nieuwe manier van werken. Kleine successen hebben we steeds gevierd om iedereen te bedanken voor zijn inzet. Er is geen scherpe grens tussen de projectfase en het definitief opleveren van een lijn, dus je moet een goed team zijn met de werkgroepvoorzitter afvulling/verpakking. Gaande het
Spark 33
‘Ik was bij het project betrokken vanaf het initieel ontwerp tot en met het aftesten. In vier fases werden de oude tanks buiten dienst gesteld en de nieuwe in dienst. Er moesten nieuwe leidingen worden aangelegd, nieuwe kleppen, een aangepast besturingssysteem. Daar gaan al snel maanden overheen en de planning luisterde extreem nauw, want de productie moest gewoon doorgaan. Maar het verliep wonderwel op schema. In de ontwerpfase namen we alle problemen mee die we in de loop der jaren al eens waren tegengekomen. Die konden nu in één keer structureel worden opgelost. We hebben heel mooie installaties neergezet. Elke tank heeft nu één vaste functie. Dat geeft overzicht en werkt efficiënter. Als begin oktober de laatste installaties in bedrijf zijn kunnen we de vruchten gaan plukken.’
BART VAN PARYS, VOORZITTER WERKGROEP PLANNING/LOGISTIEK: NIEUWE MARKTEN ‘Door de productuitbreiding moest een heel pakket aan nieuwe verpakkingsmaterialen in onze systemen worden vastgelegd. Bovendien krijgen we in de toekomst behalve met Nederlandse en Belgische klanten te maken met voor ons nieuwe markten: de exportorganisatie en Hongarije/Roemenië. Dat betekent contacten leggen, vertrouwd worden met elkaar. En op een andere manier plannen, want de maatvoering bij export luistert heel nauw. Bij andere afnemers kun je nog wel eens extra producten kwijt, maar als een container vol is, is die ook echt vol. Afgelopen jaar is het magazijn verpakkingsmaterialen gereorganiseerd vanwege de productieverdubbeling. Daarnaast hebben we het aanvoersysteem van Kalkar overgenomen. Stap twee is dat verder te verbeteren en te integreren met onze systemen. Daarnaast moet de magazijnwerking verder geoptimaliseerd worden om de ruimte nog beter te benutten.’
34 Spark
‘We onderzoeken of we meer vervoer kunnen combineren’, aldus Walter Vermeer.
September 2012 Consumer Products Europe
Wat waren de plannen? Vergroten van de dropsize (de hoeveelheid die je per afleveradres brengt) Samen met logistieke dienstverleners verminderen van ‘lege’ kilometers door netwerksamenwerking met andere verladers, dienstverleners en klanten Retourtransport van lege emballage zoveel mogelijk vermijden Maatregelen nemen voor lager brandstofverbruik (chauffeurstraining, alternatieve brandstoffen) Het alleen selecteren van dienstverleners die een aantoonbaar effectief duurzaamheidsprogramma hebben
In november 2010 won Branded Netherlands van Consumer Products Europe de Lean and Green Award: een aanmoedigingsprijs voor het plan om in vijf jaar tijd (vanaf 2008) samen met haar dienstverleners 20% minder CO2 (broeikasgas) uit te stoten met het transport van melkproducten. Walter Vermeer, manager Transport voor ‘Branded NL’ (onderdeel van CPE) en België: ‘We zijn al aardig op weg, maar we zijn er nog niet. Vooral samenwerking in het transport helpt om de milieubelasting te verminderen en dus duurzamer te ondernemen.’
Met een zo vol mogelijk mandje of supermarktwagentje de winkel uit. Producenten en supermarkten zien het liefst dat het winkelend publiek zoveel mogelijk boodschappen mee naar huis neemt. ‘Als we echt willen weten wat er in de winkel gebeurt en wat het winkelend publiek (de shopper) kiest, moeten we over de juiste informatie beschikken. Daar helpt het softwaresysteem Marketfocus ons bij’, vertelt David Heijkoop, die zich vanuit het Global Customer Development & Shopper Marketing team met dit project heeft beziggehouden.
Duurzamer transport gebaat bij samenwerking
Zicht op de markt via Marketfocus
Ruim 300 vrachtwagens zijn dagelijks op weg om Monatoetjes, Campina-melk, Optimel, Friesche Vlag en Nutroma koffiemelk, Chocomel/Cécémel Fristi, Appelsientje en alle andere producten van ‘Branded NL en België’ naar de winkels of distributiecentra te brengen. Dat wordt gedaan door logistieke dienstverleners (derden-vervoerders). Manager Transport Walter Vermeer is intensief bezig met duurzaam ondernemen. ‘Daar gelóóf ik zelf in. We zijn al een paar jaar bezig, heel planmatig, om te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat ons transport minder belastend is.’
‘Ons doel is om samen met onze klanten, in dit geval de supermarkten, die onderdelen (categorieën) van de markt te laten groeien waarin wij actief zijn. Of dat nou verse melk is, Milner-kaas of koffieroom. We moeten weten wat belangrijk is voor onze afnemers en zoeken naar wat we gemeenschappelijk hebben. In dit geval is dat het winkelend publiek. ‘Shoppers’ kiezen vaak pas wat ze gaan kopen als ze voor het schap staan. Als we daar goed op willen inspelen, moeten we precies weten wat er omgaat op de winkelvloer. In Nederland helpt Marketfocus ons daar nu bij’, aldus David Heijkoop. ‘Als we ons sterker willen maken in de winkels, moeten we weten wat we omzetten, bij welke supermarktformule, met welk product, maar ook hoe de concurrentie het doet in een bepaalde categorie. Het verbeteren van onze relatie met de afnemers had al een stevige impuls gekregen door ‘One face to the customer’. De zes werkmaatschappijen die tot april 2012 allemaal met hun eigen merken aanklopten bij de supermarkten, bundelden de krachten in ‘One face’ en treden nu samen op bij onze grote klanten. ‘Dat maakte het meer dan ooit nodig om snel over goede en eenduidige informatie te beschikken: juist om een geloofwaardige partner te zijn voor je afnemer.’
Minder CO2 In het plan dat destijds werd ingediend bij het platform voor Duurzame Logistiek (en waarvoor dus de aanmoedigingsprijs werd behaald) werden vijf maatregelen voorgesteld. (zie kader). ‘Samenwerking met anderen biedt heel veel mogelijkheden. In het afgelopen jaar hebben we bijvoorbeeld een samenwerkingsinitiatief afgesloten met de firma Heinz en transporteur Nabuurs. Dat levert een reductie op van 5% CO2-reductie. We werken met onze dienstverleners samen om tot een zo efficiënt mogelijk transportnetwerk te komen en stimuleren dat via de contracten die we afsluiten. Niet alleen voor vervoer van producten, ook voor het retourtransport van emballage. Zo haalt de leverancier van onze pallets ze zelf op bij onze klanten. Onze vervoerders kunnen dan een nieuwe vracht meenemen. De lege pallets worden opgehaald in nietgekoelde, veel grotere wagens en waar nodig eerst gerepareerd voordat ze weer bij ons worden afgeleverd. Dat werkt beduidend beter en veiliger. Ook worden er minder kilometers met lege pallets gereden. We onderzoeken ondertussen zelf of we vervoer kunnen combineren met het transport van onze FrieslandCampina kaas- en boterproducten. Die dienstverleners komen dikwijls bij dezelfde adressen als wij. Verder proberen we om de naam van FrieslandCampina te gebruiken om andere logistieke partijen (dienstverleners, andere producenten) ervan te overtuigen duurzaam te gaan ondernemen. Alleen dan maken we echt impact. In je eentje verduurzamen werkt niet!’
Actueel Sebastian Nijenhuis is business controller bij de werkmaatschappij Fruitbased in Ede, onderdeel van CPE. ‘Via de nieuwe Marketfocus-omgeving verzamelen we informatie over de Nederlandse business, terwijl we voorheen alleen gegevens van FrieslandCampina Benelux hadden. Alle collega’s die toegang hebben tot het systeem krijgen in de standaardrapportages te zien wat we in een bepaalde week of maand hebben omgezet, in volume en in euro’s. Doordat er verschillende niveaus in de database zitten kunnen we volgen hoe de winstgevendheid zich ontwikkelt per klant, artikel of kanaal of merk. Van Appelsientje Sinaasappelsap tot Milner-kaas, het zit er allemaal in. Het systeem wordt wekelijks bijgewerkt, door automatische interfaces tussen de verschillende SAP-systemen en Marketing Tracker. Door de koppeling met de externe data zijn we in staat om te monitoren wat er in de markt gebeurt en hier actie op te ondernemen.’
September 2012 Consumer Products Europe
Spark 35
Concurrenten Pim Rademaker houdt zich bezig met de externe markt informatie. Pim werkt in het shopper marketingteam binnen de werkmaatschappij Branded NL aan ‘business insight’. Hij verzamelt informatie van externe onderzoeksbureaus: Nielsen, GFK en IRI. ‘Dan gaat het over de grootte en ontwikkelingen van categorieën zoals houdbare zuivel, of desserts. Hierdoor kunnen we zien hoe FrieslandCampina het doet ten opzichte van onze concurrenten. We waren al bezig met de ontwikkeling van zo’n systeem, maar dat heeft nu door Marketfocus een enorme versnelling gekregen. We zijn nu in de opstartfase. Het is een omvangrijk project, waarvoor ook vanuit ICT door onze collega Esther Beuker heel veel werk is verzet.’ ‘Het is een enorme klus geweest om dit systeem te bouwen en te voeden met de juiste informatie’, beaamt Sebastian. Het unieke van dit systeem is het grote aantal bronnen dat aan elkaar gekoppeld is. David Heijkoop is blij met de uitkomst: ‘We hadden al wel veel data maar door de bundeling ervan en het toevoegen van externe bronnen zijn we nu veel beter in staat dit snel te vertalen in inzichten die er voor ons echt toe doen’.
Weten welke keuzes het winkelend publiek maakt, dat kom je aan de weet via Marketfocus. Foto: Marcel Bekken.
36 Spark
September 2012
Cursus ‘Leading Self’:
Haal het beste uit jezelf ‘Leading Self’ is een van de opleidingen die je via de FrieslandCampina Academy kunt volgen. Een opleiding van vijf dagen (eerst twee, later drie dagen) waarbij je eigen ontwikkeling voorop staat. Je verkent je sterke en zwakke kanten, je peilt je eigen reactie op veranderingen, drukte of stress en hoe je daarmee om kunt gaan, je leert problemen analyseren en doelen te stellen, zodat je je professioneler opstelt en effectiever bent in je werk.
Werken aan onze vaardigheden, onze talenten ontwikkelen: het is een van de onderdelen uit route2020. FrieslandCampina investeert dan ook volop in de ontwikkeling van medewerkers. De FrieslandCampina Academy (kijk op de homepage van intranet) biedt een breed scala aan opleidingen. Eén daarvan is de cursus ‘Leading Self’ die medewerkers stimuleert om het beste uit zichzelf te halen. Vier collega’s uit een groep van vijftien, vertellen daarover. Hun oordeel? ‘Een absolute aanrader. Doen’!
Spiegel voorhouden ‘Toen ik aan de cursus begon, had ik er geen zin in. Maar dat veranderde heel snel. Ik heb geleerd om me te ontplooien’. Frits van der Kolk, voorman technische dienst bij FrieslandCampina in Ede het productiebedrijf voor Appelsientje en andere vruchten- en sportdranken. Frits werd door zijn manager gevraagd om aan ‘Leading Self’ mee te doen. Ik dacht: is dat nodig? Ik zet me altijd al voor 100 procent in! Maar daar gaat het in deze opleiding niet om. Datgene wat je doet: kun je dat effectiever doen? Sta je voor je werk, neem je verantwoordelijkheid, besluiten? Hou je je aan je afspraken? De trainsters in deze opleiding leerden ons om naar onszelf te kijken. Dat deden ze ontzettend goed. Natuurlijk, je moet jezelf een spiegel voorhouden. Dat komt soms heel dichtbij jezelf. Maar de sfeer was goed en ontspannen. Ik ben me niet ineens heel anders gaan gedragen, de verandering komt langzaam. Het moet iets van jezelf worden, maar ik heb wel veel geleerd en ik weet dat ik nu anders in mijn werk sta. Of ik het zinvol vond? Absoluut!’
Eigen inzet ‘Ik heb zelf om deze opleiding gevraagd’, lacht Femke Jansen, accountmanager Care/Cure (het kanaal waarin zuivelproducten en sappen worden geleverd aan ziekenhuizen e.d.) bij de unit Out of Home van CPE. ‘Ik wilde me ontwikkelen, de dingen die ik doe beter doen. Mijn manager raadde mij aan om deze opleiding te doen. Eigen inzet tonen en verantwoordelijkheden nemen, dat sprak mij erg aan. Ik kende niemand in de groep, dat
maakte het misschien gemakkelijker om open over jezelf te zijn. Veel onderwerpen die aan de orde komen zoals feedback geven en krijgen, communicatie, besluiten nemen, waren echt niet nieuw voor mij maar in deze opleiding komt het allemaal bij elkaar. De vraag: doe je goed wat je doet en kun je het beter doen, speelt een grote rol. De combinatie van kennis en vaardigheden maakt dat je je werk effectiever beoordeelt en dat je anders naar je werk kijkt. De training geeft je alle ruimte om dat te doen.’
Open stellen ‘Van nature ben ik nogal gesloten. Dat is sinds de cursus wel veranderd’, vertelt Wout van de Pavert, assistent shiftleader bij de afdeling processing bij FrieslandCampina in Ede. Wout is een collega van Frits van der Kolk in Ede. ‘Ik heb geleerd me meer open te stellen, meer van mezelf te laten zien zoals ik ben. Als je zelf opener bent, zijn andere mensen ook opener naar jou toe. Een ander begrijpt je dan een stuk beter. Je kunt de dingen doen zoals je ze altijd deed, maar kijk eens naar hoe je dat doet. Dat hebben we geleerd. Als je een idee hebt moet je er iets mee doen. Kom ermee naar voren, durf te kijken of je veranderingen, verbeteringen tot stand kunt brengen. Stel je niet afwachtend op. Je kunt heel veel van jezelf kwijt in deze opleiding. Ik zou het iedereen aanraden. Het enige nadeel? De boeken die wij van tevoren kregen om te lezen, waren in het Engels. En dat is niet voor iedereen gemakkelijk.’
Eigen gedrag Daphne d’Hont, project manager investeringsprojecten bij DMV in Veghel: ‘Tijdens de opleiding ‘Leading Self’ krijg je een goed inzicht in je eigen sterke en zwakke punten. Je krijgt meer inzicht in hoe je zelf functioneert. Je leert om je zwakke kanten te verbeteren en je sterke punten beter te benutten. Het heeft mij veel inzicht gegeven in de manier waarop ik met andere mensen samenwerk en hoe ik dat beter kan doen. Je leert in de cursus ook problemen analyseren en doelen te stellen. We hebben daarover als groep een business case met elkaar gemaakt die ging over het versnellen van innovatieve processen. Hoe kunnen we met elkaar sneller besluiten nemen, houden we ons aan onze afspraken, zorgen we voor een optimale samenwerking om doelen te bereiken? De cursus leert je veel over je eigen gedrag en hoe je op een professionele manier in je eigen werk staat. De training was uitstekend en de bijeenkomst bij Cees ‘t Hart een bonus! Ik zou tegen iedereen zeggen: doen die cursus!’
September 2012
Spark 37
Naar de CEO De business case die de groep heeft gemaakt, stuurden ze vol enthousiasme naar CEO Cees ‘t Hart. ‘Ik dacht: waarom niet? Misschien vindt Cees het wel mooi wat wij hier doen’, vertelt Frits van der Kolk. ‘We stuurden hem een mail en hij nodigde ons uit om daarover met hem te komen praten. En dat was een heel goed en open gesprek. Hij begreep het probleem dat wij in de business case hadden opgesteld: in een grote onderneming bestaat de kans dat besluitvorming minder snel gaat, dat veranderingen zich langzaam voltrekken. Daar wordt vanuit het management hard aan gewerkt.’ Daphne d’Hont: ‘Ik vond het super om met Cees ‘t Hart in gesprek te zijn. Je krijgt niet elke dag de kans om met de CEO aan tafel te zitten.’
Foto’s: Marcel Bekken
38 Spark
September 2012
September 2012
De ene consument is de andere niet. Wouter Noordman, platformleader Health & Wellness, is de laatste om dat te ontkennen. ‘De behoeften van mensen en de keuzes die ze maken, hangen van zoveel factoren af. De een kiest voor een bepaald product vanuit een specifieke gezondheidsbehoefte. De ander handelt meer vanuit gezondheid in het algemeen en kiest voor producten waarvan hij onbekommerd kan genieten. Maar er zijn wereldwijd vergelijkbare trends waar te nemen, zoals gewichtsbeheersing, een gezonde spijsvertering, een goede weerstand, smaak en gemak. Consumentenbehoeften zijn universeler (op iedereen betrekking hebbend, red.) dan je denkt, en daar kan FrieslandCampina heel goed op inspelen. Enerzijds vanuit onze verantwoordelijkheid om gezonde voeding te bieden via zuivel. Anderzijds om als bedrijf het verschil te maken in de markt met baanbrekende innovaties.’
De consument wil onbekommerd kunnen genieten van een goed smakend product dat past binnen een verantwoord voedingspatroon en binnen zijn leefstijl. Ofwel: lekker met gezondheid bezig zijn, maar niet ten koste van alles. Voor het benefit platform Health & Wellness, een van de vier innovatiegebieden van route2020, bieden deze universele consumentenbehoeften mogelijkheden voor innovatie en groei.
‘Behoefte van consumenten zijn universeler dan je denkt’
Overlap en synergie Health & Wellness richt zich op de categorieën dairy based beverages (zuiveldranken) en branded cheese (merkkaas). Samen met de category teams – bestaande uit medewerkers van marketing, de lokale marketeers en R&D - bepaalt het benefit platform Health & Wellness de meest relevante gezondheidsthema’s vanuit alle categorieën. Die bepalen weer mede de focus van de onderzoeksprogramma’s. Jos van Wezenbeek, international marketing director Health & Wellness binnen dairy based beverages: ‘Wouter Noordman heeft het initiatief genomen om regelmatig categorie-overschrijdende bijeenkomsten te organiseren. We delen inzichten over de innovatieprojecten waar we mee bezig zijn, bepalen hoe in te spelen op consumententrends en zoeken naar overlap. We doen dit vanuit de wetenschap en ervaring dat veel Health & Wellness-gerelateerde behoeften universeel zijn en dat we ons daar vanuit meerdere productcategorieën op kunnen richten. Zo kun je op zoek gaan naar nieuwe produc-
ten die in meerdere landen van belang zijn en in meerdere formats. Juist de voordelen die voor meerdere categorieën van strategisch belang zijn, vormen bij uitstek een interessant onderzoeksterrein voor een bedrijf als FrieslandCampina.’ Eigen vertaalslag Amcke Becker, international marketing director Health & Wellness binnen branded cheese, voegt toe: ‘Gezondheid en gezond eten zijn voor beide categorieën heel belangrijke drivers. Zowel vanuit een allesomvattende kijk op gezondheid als voor mensen die een oplossing zoeken voor specifieke gezondheidsproblemen. Elke categorie maakt zijn eigen vertaalslag van wat ‘gezondheid’ betekent voor de consument binnen die productgroep. Als het om kaas gaat, weten consumenten vaak in eerste instantie veel goede dingen over kaas te noemen en vinden ze kaas lekker en gezond. Wanneer consumenten specifiek naar de gezondheidsaspecten van kaas kijken, zijn het vooral het vet- en zoutgehalte waar ze zich zorgen om maken. Binnen zuiveldranken zie je dat voor een consument suiker weer een belangrijk gezondheidsaspect is, iets wat binnen kaas juist helemaal niet speelt.’ Kortom: er zijn verschillen, maar vooral ook overeenkomsten tussen beide categorieën. Hoe kunnen we die overeenkomsten omzetten naar gezamenlijke projecten en nieuwe producten? Jos van Wezenbeek: ‘Kennis delen is een belangrijke. De een kan op de research van de ander meeliften, bijvoorbeeld. Vanuit zuiveldranken zijn we al een poos bezig met een bepaalde functioneel voordeel – ik kan helaas nog niet zeggen welke. Kaas heeft dit voordeel ook onderzocht. Zo kunnen we van elkaar leren en in de toekomst als één merk naar buiten treden met innovatieve producten.’ Blijven aanscherpen Omdat consumentenbehoeften kunnen veranderen, zijn de onderzoeksprogramma’s die Health & Wellness opstelt niet in steen gebeiteld. Wouter Noordman: ‘Je moet je richting bepalen en in de loop van de jaren
Spark 39
blijven aanscherpen vanuit de consument, het bedrijf en de technologische mogelijkheden. Daarom is het van belang om continu in gesprek te zijn met elkaar vanuit verschillende disciplines. Zodat je het ideale product of concept steeds scherper kunt definiëren. Co-creation, noemen we dat.’ Als voorbeeld noemt hij de wereldwijde vergrijzing die vooral in Europa volop aan de gang is. ‘Vergrijzing houdt in dat consumentenbehoeften veranderen (wat wil de consument zelf) en de rol van voeding (wat heeft hij aan voedingswaarde nodig). Aan de andere kant van het spectrum staat de ontwikkeling van kinderen waar FrieslandCampina met al het goede van melk een bijdrage aan wil leveren. Health & Wellness richt zich met name op Azië.’
‘Lekker met gezondheid bezig zijn, maar niet ten koste van alles’ Sharon Tan, international marketingmanager CPI Zuidoost-Azië: ‘Babyen kindervoeding plus zuiveldranken voor kinderen zijn voor FrieslandCampina de grootste productgroepen in Zuidoost-Azië. Volwassenen zijn nog niet zo gewend aan de rol van zuivel in een gezond, gemakkelijk en nutriëntenrijk voedingspatroon. Zestig procent van de bevolking bestaat echter uit volwassenen tussen de 20 en 64 jaar voor wie gezond zijn en blijven een absolute noodzaak is. Wij kunnen vanuit onze sterke positie in deze regio oplossingen bieden. Zodat we met al het goede van melk ook innovatieve producten kunnen bieden voor deze doelgroep.’
40 Spark
September 2012
Milli in Roemenië De zuivelproducten van Milli hebben een sterke positie in Roemenië. Ze leggen de nadruk op zorgen voor de mensen van wie je houdt en de voedingswaarde van zuivel. Het Milli-merk, dat oorspronkelijk uit Hongarije komt, werd in 2001 op de Roemeense markt gebracht. ‘Toen was het productenpakket nog beperkt’, legt brand manager Gina Miu uit. ‘We hadden alleen vruchtenyoghurt. Maar van lieverlee heeft het merk echt een plekje gekregen in de hoofden en harten van Roemeense consumenten en geniet het een goede spontane merkbekendheid. Het productenpakket hebben we flink uitgebreid.’ Vandaag de dag is het merk Milli te vinden in vrijwel alle zuivelsegmenten: verse melk, UTmelk, yoghurt, vruchtenyoghurt, sana (een bijschrift
Merken in Roemenië
gefermenteerd product), kefir (licht zure, dikke melkdrank) karnemelk, zure roomboter, kwak en kaas. ‘Het jaar 2004 was echt een ommekeer, toen we Milli hebben neergezet als een merk voor mensen die veel om hun dierbaren geven. Het thema ‘zorg’ hebben we voortdurend gecommuniceerd in tv-commercials die sterk ingingen op de merkwaarden. In 2007 werd Milli echt een merk voor toegevoegdewaarde producten en is nu een sterke speler in het segment van verse melk, met ‘Al ‘t goede van melk’ als fundament. Goede mogelijkheden doen zich voor in het segment van zuiveldranken en het category team bereidt de launch voor van nieuwe producten in de komende maanden en jaren. ‘ Zuivelproducten zijn een belangrijk onderdeel van dagelijkse voeding voor consumenten in Roemenië. Brood en vlees zijn de nummer een en twee voor dagelijkse voeding, terwijl zuivelproducten op een derde plaats staan. Het verbruik van zuivel is de laatste tien jaar
gestegen. De zuivelmarkt is erg versnipperd, met heel veel lokale spelers en enkele Europese aanbieders, zoals FrieslandCampina. De nationale productie van melk is de laatste jaren afgenomen, terwijl er meer melk geïmporteerd wordt. En dat heeft alles te maken met de kwaliteitseisen vanuit de Europese Unie die aan de boeren en de zuivelproducenten worden gesteld. Voor sommigen was het moeilijk om aan die eisen tegemoet te komen.
In de vorige editie van Spark stond op deze pagina een artikel over het merk Peak in Nigeria. De namen van de medewerkers in Nigeria stonden er niet goed in. Het ging om Shraman Jah, marketing director bij FrieslandCampina WAMCO Nigeria en Joshua Abuh, sr. brand manager. Excuses!