Waterberging: in natuur- of landbouwgebieden?
0 Begrippenkader Relatie tussen waterberging, vasthouden, inundatie en overstroming .
Tabel 1.1
ingreep waterberging
vasthouden
gekenmerkt door
leidt tot
aanvoer van oppervlaktewater van elders
overstroming (=inundatie met van elders aangevoerd oppervlaktewater)
vasthouden van water in een gebied
inundatie met regenwater (al dan niet vermengd met reeds in gebied aanwezige oppervlakte- en grondwater)
Han Runhaar (Kiwa) en Jan van Bakel (Alterra) foto: Francisca Sival
Stellingen
Opzet presentatie ¾ 1 Effecten op natuur ¾ 2 Effecten op landbouw
1.
Waterberging kan het beste plaatsvinden in naturgebieden: naturgebieden: overstroming is een natuurlijke proces en draagt bij aan verdrogingsbestrijding
2.
Waterberging kan het beste op landbouwgebieden plaatsvinden omdat de schade van tijdelijke aard is
3.
Er is voldoende kennis om effecten van waterberging op natuur te kunnen beoordelen
4.
Er is voldoende kennis om effecten van waterberging op landbouw te kunnen beoordelen
¾3
Combineerbaarheid met waterberging ¾ 4 Discussie en vragen
Stemmen:
1 Effecten waterberging op natuur
onderzocht in STOWA-studie
- mee eens - oneens - weet niet/neutraal
Mogelijke effecten ¾
Eutrofiering
¾
Verdrinking
¾
(vergiftiging)
pdf verkrijbaar via www.stowa.nl
1
Eutrofiering
Vergelijkend onderzoek overstromingslocaties beekdalen Beek-natuurgebied
oppervlaktewater P-tot mg P/l1
Reestdal-Havixhorst Vecht-Rheezermaten Drentse Aa-Kappersbult Dommel-Dommelbeemden Dommel-Malpiebeemden
0.2 0.2 0.4 0.6 0.6
N-tot mg N/l1 >1.9 6.7 >4.9 5.9 5.9
N-amm mg N/l1
waterbodem P-al mg/kg2
0.4 0.3 0.4 0.9 1.1
33 165 121 419 248
Productiviteit (ton d.s/ha)3 gem range
4.0 5.1 4.6 2.8 5.1
(2.2-5.7) (3.5-6.4) (1.8-9.0) (2.0-4.5) (2.8-8.9)
1 gemiddelden zomerhalfjaar (mei-okt) op basis gegevens waterschappen 2 eenmalige enkelvoudige bemonstering juni 2003 3 standing crop hooilanden juni 2003
Conclusie:
geen duidelijke relatie productiviteit met waterkwaliteit
Wel relatie met aan sedimentatie gecorreleerde factoren (zware metalen, gehalte lutum, fosfaat, kalium en afstand vanaf de beekloop)
Literatuurgegevens Bron
Gebied
N en P input met sediment in Kappersbult
1000
N (kg/ha)
P (kg/ha)
800
Kronvang 2003
BreedeBreede-rivier herstelproject Denemarken
-
tot 65
Mitsch e.a. 1979
zijrivier Ohio
-
36
Olde Venterink e.a. 2002
IJsseluiterwaarden
1111-45
5-20
Sival et al. 2004
Drentse Aa
5-90
1-45
Drooggewicht (g/m2)
Aanvoer met sediment
600
400
200
Aanvoer met oppervlaktewater
Oldeventerink 2000
Dommel en Zwarte Beek
0.10.1-4.3
0.010.01-0.71
Kemmers &Sival 2004
Reest, Reest, Dommel, Zijdebrug
ca 1
0.050.05-0.2
0 0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
500
Afstand (m)
Havixhorst
Malpiebeemden
Dommelbeemden
Kappersbult
Verdrinking
¾ vegetatie
in winter weinig gevoelig
aerenchym
¾ effecten
in voorjaar/ voorjaar/zomer mede afhankelijk van type vegetatie
Oeverzegge
2
Verdrinking ¾
fauna vaak ook in winter gevoelig
¾
effecten sterk afhankelijk van ruimtelijke configuratie (vluchtplekken) vluchtplekken)
¾
weinig bekend over langelange-termijntermijn-effecten op soortensamenstelling
¾
deskundigen tamelijk pessimistisch over effecten
Eisen aan waterberging
Vergiftiging ¾ weinig
bekend over effecten op natuur
¾ kan bij
overschreiding normen leiden tot problemen in het beheer (afzet afgegraven bodem, afzet maaisel, inzet begrazing)
Slecht combineerbaar: Schraalgrasland
¾ Niet
in combinatie met laaglaag-productieve natuurdoeltypen
Goed combineerbaar: moeras
Voorwaardelijk combineerbaar: Grote-zeggenvegetaties, Dotterbloemhooiland
3
Ruimte voor overstroming en natuur
Eisen aan waterberging ¾ Niet
in combinatie met laaglaag-productieve natuurdoeltypen
• geringe overstromingsdiepte • gradienten in mate van overstroming en sedimenatatie • vluchtmogelijkheden fauna
Inundatieduur / frekwentie Productiviteit
¾ Voldoende
ruimte
Gering ruimte voor overstroming en natuur
Eisen aan waterberging
• diepe overstroming • geen gradienten • geen vluchtmogelijkheden fauna
¾ Niet
in combinatie met laaglaag-productieve natuurdoeltypen
Inundatieduur / frekwentie Productiviteit
Percentage aan overstroming aangepaste soorten
¾ Voldoende
ruimte
¾ Natuurlijke
dynamiek
Eisen aan waterberging
Terugkeer van niet aangepaste soorten (%)
100
100
voedselrijke moerassen
¾ Niet soortenrijke graslanden
in combinatie met laaglaag-productieve natuurdoeltypen
bossen
0
0 dagelijks 0
jaarlijks 1
1 x per 10 jaar
1 x per 100 jaar
1 x per 1000 jaar
herhalingstijd
¾ Voldoende
ruimte
¾ Natuurlijke
dynamiek
¾ Goede
waterkwaliteit ?
hersteltijd
4
Operationalisatie kennis:
-rapport STOWA -tabellen website
Effecten op de landbouw Inhoud: Inhoud: ¾ Gevolgen voor
de gewasgroei en de bedrijfsvoering ¾ Overige effecten ¾ Praktijkonderzoek ¾ Gevolgen voor nutrientenbelasting ¾ Conclusies
Gevolgen voor de bedrijfsvoering ¾ ASG:
Invloed incidentele waterberging op de opbrengst en voederwaarde van gras z z z
inundatie in de winter: geen schade inundatie in het voorvoor- en najaar: enig effect gras dat in inundatiewater heeft gelegen is onvreetbaar
Gevolgen voor de gewasgroei ¾ PPOPPO-AGV:
Natschade in snijmaïs door kortdurende inundatie bij verschillende grondwaterpeilen: z
z z
literatuuronderzoek verschillende akkerbouwgewassen hoe later inundatie hoe minder schade afsterven snijmaïs valt mee
5
Overige effecten ¾
Praktijktoepassing: voorbeeldproject “Boeren met Water”
STOWA: Waterberging op landbouwgronden z effecten op plantplant- en dierziekten, onkruiden en contaminanten z effecten vallen mee z geen effect op bedrijfsvoering en inkomen onderzocht Melkveebedrijf Kerkmeijer, Kerkmeijer, Wesepe (OlstOlst-Wijhe) Wijhe) Dienst Landelijk Gebied (regio Oost) Waterschap Groot Salland Alterra + PPOPPO-ASG m.m.v. Stichting IJssellandschap Stichting Burgerweeshuis en Kinderhuis
Bedrijfsvarianten BedrijfsBegrotingsProgramma Rundveehouderij (BBPR) 1. Huidige situatie 2. Waterbergingspercelen met beweiding /bemesting 3. Waterbergingspercelen zonder beweiding / bemesting
a. Huidige mestwetgeving (“2006”) b. Mestwetgeving 2009 (“2009”)
6
Conclusies bedrijfsvarianten
Conclusies bedrijfsvarianten
Situatie “2006” Waterberging met beweiding / bemesting herverdeling stikstofgift compenseert verlies • grasproductie vergt inzicht en flexibiliteit ondernemer • netto bedrijfsresultaat gelijk • Waterberging zonder beweiding / bemesting zelfvoorzieningsgraad ruwvoer daalt met 10% • aankoop snijmaï • snijmaïs netto bedrijfsresultaat daalt met € 4.500 •
Situatie “2009” 2009” Zonder waterberging • stikstofgift daalt 90 kg/ha netto grasopbrengst daalt • • meer aankoop ruwvoer • netto bedrijfsresultaat daalt € 2.200 t.o.v. 2006 Waterberging met beweiding/bemesting: • compensatie door NN-gebruik bij suboptimale toestand • netto bedrijfsresultaat gelijk aan “zonder waterberging 2009” 2009” Waterberging zonder beweiding/bemesting: • netto bedrijfsresultaat daalt € 5.700 t.o.v. “zonder waterberging 2009” 2009”
3 Waterberging: in natuur of landbouwgebied?
Voorlopige conclusies Kerkmeijer ¾ ¾ ¾ ¾
¾
Piekwaterberging goed mogelijk bij Kerkmeijer Interactie Mestwetgeving <<-> Waterbeheer Waterberging: risico’s voor oppervlaktewaterkwaliteit (N en P) Milieubelasting; maak onderscheid: z Korte en lange termijn NN- en PP-belasting grondgrond- en oppervlaktewater z PerceelsPerceels- en bedrijfsschaal Blauwe dienst > schadevergoeding of echt “boeren met water”
¾ Effecten afhankelijk
¾ Belangrijkste onderscheid: z z
natuur: natuur: bij voorkeur regelmatige overstroming landbouw: landbouw: zo min mogelijk overstroming
Stellingen 1.
Waterberging kan het beste plaatsvinden in naturgebieden: naturgebieden: overstroming is een natuurlijke proces en draagt bij aan verdrogingsbestrijding
2.
Waterberging kan het beste op landbouwgebieden plaatsvinden omdat de schade van tijdelijke aard is
3.
Er is voldoende kennis om effecten van waterberging op natuur te kunnen beoordelen
4.
Er is voldoende kennis om effecten van waterberging op landbouw te kunnen beoordelen
Mogelijke tweedeling Herhalingstijd (jaren)
Voorkeur voor
Niet gestuurde, frequente berging
1-3 ?
Natuur
Gestuurde, infrequente berging
> 10 ?
Landbouw
fequentie
berging:
Waterberging: in natuur of landbouwgebied?
Type berging
van aard berging
Stemmen:
- mee eens - oneens - weet niet/neutraal
7
4 Discussie 1.
Waterberging kan het beste plaatsvinden in naturgebieden: naturgebieden: overstroming is een natuurlijke proces en draagt bij aan verdrogingsbestrijding
2.
Waterberging kan het beste op landbouwgebieden plaatsvinden omdat de schade van tijdelijke aard is
3.
Er is voldoende kennis om effecten van waterberging op natuur te kunnen beoordelen
4.
Er is voldoende kennis om effecten van waterberging op landbouw te kunnen beoordelen Stemmen:
- mee eens - oneens - weet niet/neutraal
8