Water & klimaatverandering
Wat is klimaatverandering? Het natuurlijk broeikaseffect: een natuurlijk evenwicht
Bron: http://www.ipcc.ch/ipccreports/sar/wg_I/ipcc_sar_wg_I_full_report.pdf
Om het fenomeen ‘klimaatverandering’ uit te leggen, moeten we beginnen bij het natuurlijk broeikaseffect. De aarde wordt omringd door een laag gassen, die samen de atmosfeer vormen. Zonder die laag gassen zou het leven op aarde onmogelijk zijn. De atmosfeer zorgt ervoor dat we kunnen ademen, beschermt ons tegen schadelijke stralen van de zon, en zorgt voor warmte dankzij het natuurlijk broeikaseffect. Zonlicht komt binnen en verwarmt de aarde, maar de aarde laat die energie niet zomaar allemaal weer ontsnappen. Sommige gassen in de atmosfeer nemen de warmtestraling tijdelijk op.
De belangrijkste gassen zijn water in gasvorm (H2O), koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofmonoxide of lachgas (N2O) en enkele fluorhoudende gassen. Wanneer deze gassen de warmte weer laten ontsnappen, gaat deze in alle richtingen: terug naar de ruimte én een deel terug naar de aarde. Een deel van de zonne-energie blijft daardoor rond de aarde gevangen. Door de atmosfeer is er een evenwicht tussen de binnenkomende en weer uitgestraalde energie. Dit heet het natuurlijk broeikaseffect en de gassen die ervoor zorgen heten broeikasgassen. Zonder deze gassen zou het zowat 30°C kouder zijn op onze aarde.
Water & klimaatverandering Protos
1
Te veel broeikasgassen verstoren het natuurlijk broeikaseffect Sinds de industriële revolutie in het begin van de 19de eeuw, begon de mens dit natuurlijk evenwicht te verstoren. Onze industrie, verwarming, verplaatsingen en energieopwekking zijn grotendeels gebaseerd op verbranding van fossiele brandstoffen, waardoor veel extra CO2 in de atmosfeer terecht komt.
Bron: http://decarboni.se/sites/default/files/publications/22562/global-status-ccs-2011.pdf
Ook de wereldbevolking is enorm gegroeid in de laatste twee eeuwen. Daardoor moet steeds meer voedsel geproduceerd worden, en wordt overgeschakeld op een steeds intensievere landbouw die o.a. methaan uitstoot. Er worden bossen gekapt om plaats te maken voor landbouwvelden. Deze bossen kunnen dan geen CO2 meer opslaan. Op de vrijgekomen plaats worden gewassen in monocultuur geplant die veel kunstmatige bemesting en pesticiden nodig hebben die N2O vrijgeven. Door al die veranderingen in onze leefomgeving en door de grote toename van broeikasgassen, blijft meer warmte gevangen rond de aarde. Daardoor is de temperatuur de afgelopen eeuw al met bijna 1°C gestegen. Hoe warmer het wordt, hoe meer water er verdampt. Dat zorgt ervoor dat er nòg eens meer broeikasgassen in de lucht komen.
andering inmiddels een onomkeerbaar fenomeen. In veel gevallen heeft het geen zin meer om de verandering tegen te gaan, maar moeten we eerder op zoek naar manieren om ons aan te passen aan het veranderend klimaat.1) (zie ook puntje 4). Maar behalve de noodzaak om ons aan te passen blijft mitigatie – het verminderen van de hoeveelheid broeikas gassen in de atmosfeer – uiteraard bijzonder belangrijk. Geïndustrialiseerde landen moeten hun uitstoot verminderen, terwijl groei- en ontwikkelingslanden bij hun economische ontwikkeling zo veel mogelijk gebruik moeten maken van klimaatneutrale technologieën. En uiteraard moeten de belangrijke ecosystemen voor koolstofopslag, die veelal in het Zuiden liggen, dringend afdoende tegen de vernietigende boskap beschermd worden.
Al deze evoluties wijzen dezelfde richting uit: een steeds grotere opwarming van de aarde. En als we zo doorgaan, met nefaste gevolgen. Zeker indien de permafrost ook zou ontdooien. Naar alle waarschijnlijkheid is de klimaatver 1) http://ipcc-wg2.gov/AR5/images/uploads/WG2AR5_SPM_FINAL.pdf Water & klimaatverandering Protos
2
Het IPCC onderzoekt concrete gevolgen en uitdagingen De gevolgen van de klimaatverandering met betrekking tot de waterkringloop worden hieronder nog verder verduidelijkt, maar hier geven we al even heel kort enkele bevindingen van het gezaghebbende Intergovernmental Panel on Climate Change (zie ook puntje 2). Wie nog twijfelt: de klimaatverandering is geen goed nieuws. De grote conclusie van het laatste IPCC-rapport2) is dat niemand zal ontsnappen aan de impact van de klimaatverandering. Als we ons gedrag niet aanpassen, mogen we ons verwachten aan meer ziektes, hittegolven, overstromingen, slechte oogsten, economische crisissen, conflicten en massale migraties. Overstromingen zullen vooral in tropische regio’s vaker voorkomen en de droge subtropen worden droger. De drinkwaterkwaliteit gaat achteruit, zelfs na behandeling.
Meer algemeen zal Afrika moeten afrekenen met extreme neerslag in het westen (wat kan leiden tot meer cholerauitbraken) en hittegolven en droogte in de andere regio’s. In Centraal- en Zuid-Amerika smelten de gletsjers en zal het debiet van belangrijke rivieren verminderen. In droge landelijke gebieden zullen alternatieven gezocht moeten worden voor grootschalige irrigatie. En over de hele wereld moeten steden door een verhoogd overstromingsrisico extra aandacht geven aan drainage- en afvalwatersystemen. Wat dodelijke slachtoffers betreft is er volgens een eerder IPCC-rapport3) een duidelijk verschil tussen Noord en Zuid. De auteurs van deze studie schrijven dat maar liefst 95% van de dodelijke slachtoffers in de periode 1779-2004 in landen in ontwikkeling viel.
Vooral de landen in ontwikkeling betalen de rekening De klimaatverandering is er grotendeels gekomen door de snelle evolutie van ontwikkelde landen. Toch ondervinden de landen in het Zuiden de grootste impact van de klimaatverandering en zijn zij veel kwetsbaarder voor de gevolgen ervan. Er moet trouwens een onderscheid gemaakt worden tussen gevoeligheid en kwetsbaarheid. Nederland is gevoeliger dan Bangladesh voor de gevolgen van de opwarming van de aarde door de stijging van het zeeniveau, maar door haar groter vermogen tot aanpassing en grotere weerbaarheid (denk maar aan de dijken), is Nederland minder kwetsbaar dan Bangladesh. In de periode 1993-2012 moesten Honduras, Myanmar en Haïti het vaakst afrekenen met extreme weersomstandigheden, aldus de Germanwatch Global Climate Risk Index4). In de top 10-ranking zaten toen maar liefst 8 landen in ontwikkeling en in die periode zouden 530.000 mensen het leven gelaten hebben als gevolg van een van de 15.000 momenten met extreme weersomstandigheden. Economische verliezen liepen op tot 2.5 triljoen dollar. Het onderzoek van het Overseas Development Institute5) van het Verenigd Koninkrijk toont aan dat armoedebestrijding erg bemoeilijkt wordt door extreme weersomstandigheden, zoals droogte, zware regenval en overstromingen. Tegen 2030 zouden 325 miljoen mensen te maken krijgen met klimaatextremen en natuurrampen. Als er geen hulp komt om de risico’s te verminderen, zal de vooruitgang in armoedebestrijding teniet worden gedaan. Het is niet de bedoeling dat het geld bestemd voor ontwikkelingssamenwerking nu naar de strijd tegen klimaatverandering gaat. Hiervoor moeten nieuwe, bijkomende middelen op tafel komen. Dit is het principe van additionaliteit. Daarmee moeten ontwikkelingslanden worden gesteund om hun aanpassingsvermogen te versterken, en zich dus minder kwetsbaar te maken. Daarnaast moet het mogelijk gemaakt worden dat ontwikkelingslanden een koolstofarme ontwikkeling kunnen realiseren.
2) 3) 4) 5)
http://ipcc-wg2.gov/AR5/report/final-drafts/ http://www.ipcc-wg2.gov/SREX/images/uploads/SREX-All_FINAL.pdf http://germanwatch.org/en/download/8551.pdf http://www.odi.org/publications/7491-geography-poverty-disasters-climate-change-2030
Water & klimaatverandering Protos
3
Internationale afspraken Om al deze negatieve gevolgen op te vangen, is een internationaal engagement nodig. Al sinds het einde van de jaren ’80 probeert men om duidelijke afspraken te maken. Dit is een moeizaam proces, waar veel geld en uiteenlopende belangen mee gemoeid zijn. Zo hebben ontwikkelde landen alleszins veel meer capaciteit om bij te dragen dan ontwikkelingslanden… En dan zijn er nog de ‘groeilanden’ zoals China, India, Brazilië en vele olieproducerende staten. Voor deze opkomende economieën is het niet evident om regels te bepalen. De eerste rapporten hebben in 1994 geleid tot het UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change), het eerste internationale verdrag dat een engagement is om
de emissies van broeikasgassen te verminderen. Om ernstige gevolgen van klimaatverandering te beperken, mag de temperatuur niet meer dan 2°C stijgen boven het preindustrieel niveau. Het UNFCCC is ondertussen bijna door alle VN-lidstaten ondertekend en bekrachtigd. Het is de bedoeling een evenwicht te houden tussen economische vooruitgang en ecologie, met aandacht voor armoede en ongelijkheid. Binnen het kader van het UNFCCC wordt steeds verder onderhandeld, om tot meer concrete afspraken te komen. Deze onderhandelingen worden gedaan op COP’s (Conference of the Parties). Het is een uiterst moeilijk proces om tot wereldwijde en bindende afspraken te komen.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Waterkringloop
De kringloop van het water Over verdamping, wolkenvorming en neerslag Water ondergaat onder invloed van de zon een dynamiek die we de watercyclus noemen. De warmte van de zon verdampt water uit oceanen, zeeën, meren, rivieren, organismen en de bodem. Evapotranspiratie is een belangrijk onderdeel van de watercyclus. Evaporatie of verdamping gebeurt vanuit de bodem, van op het bladerdak, en van oppervlaktewater, terwijl transpiratie gebeurt via het ontsnappen van water (waterdamp) uit planten langs de huidmondjes in de bladeren. In de hogere atmosfeer vormt deze waterdamp wolken, waarbij deze worden verplaatst door luchtstromen. Indien de waterdamp in aanraking komt met koudere lucht, condenseert ze, en valt ze uit als neerslag, als regen of sneeuw.
Een deel van het water dat op land terecht komt, stroomt langs beken, rivieren en kanalen die het water allemaal terug naar de zee voeren. Een ander deel dringt diep in de bodem door tot op de grondlaag die ondoorlaatbaar is voor water (infiltratie). De neerslag kan ook terug verdampen of opgenomen worden door planten. Jaarlijks wordt ongeveer 500.000 km³ water verdampt tot wolken. De warmte die nodig is om deze hoeveelheid te verdampen bedraagt ongeveer 20% van de warmte die de aarde ontvangt van de zon. Als de waterdamp condenseert tot wolken komt deze (latente) warmte vrij in de atmosfeer, hetgeen één van de oorzaken van wind is. De waterdamp die in gasvorm in de atmosfeer wordt opgenomen is ook een belangrijk broeikasgas. Water & klimaatverandering 4 Protos
De hoeveelheid neerslag die jaarlijks op het vasteland valt bedraagt ongeveer 42.700 km³. Deze neerslag is ongelijk verdeeld over land maar ook over tijd. De meeste klimaatzones kennen een grote absolute neerslag in de zomer. In andere delen van de wereld heeft men regenseizoenen waar tot 90% van de jaarlijkse neerslag in slechts 3 tot 4 maanden kan vallen. Bovendien wisselen in bepaalde streken natte jaren af met droge jaren. Klimaat en zoetwatersystemen zijn dus met elkaar verbonden via de watercyclus.
Te veel en te weinig water Hogere temperaturen zorgen voor meer potentiële verdamping en dus voor meer water in de atmosfeer: per 1°C stijging van de temperatuur van het aardoppervlak is er ongeveer 3% meer verdamping. De watercyclus wordt dus ‘aangewakkerd’! Daardoor komt er een intensere neerslag, komen er meer orkanen, meer en langere periodes van droogtes op andere plaatsen of in andere periodes van het seizoen. Zo werden er tweemaal meer grote overstromingsrampen in België genoteerd tussen 1996-2005 dan tussen 19501980. Ook heersen er intensere en langdurigere droogtes in bepaalde (semi)aride gebieden zoals in Australië, de Hoorn van Afrika, de Sahel… Het krimpen van gletsjers leidt tot een daling van de hoeveelheid smeltwater in de komende decennia, wat in berggebieden zoals de Andes nu al de (drink) waterbevoorrading in het gedrang brengt. De klimaatopwarming heeft een grote invloed op watergerelateerde problemen. Door de hogere temperatuur zet het zeewater uit waardoor het zeeniveau stijgt. Bovendien stijgt het zeeniveau ook door het afsmelten van landijs (gletsjers, ijskappen en sneeuwbedekking die zich op land bevinden). Het zeeniveau is dan ook de laatste 100 jaar tussen de 10 en 20 cm gestegen. Ook blijkt uit een rapport van het Klimaatscentrum van het Rode Kruis in Den Haag dat er wereldwijd een verdubbeling is van hydrometeorologische rampen in de periode tussen 1990 en 2006. Deze hydrometerologische rampen zijn stormen, orkanen, tyfoons, droogtes, landverschuivingen.
François Affo Yao werkt bij de gemeente Athiémé (een PROTOS-partner) in Zuidwest-Benin. Hij heeft veel ervaring in landbouw en milieu: “Tussen 1947 en 1995 veroorzaakte de rivier Mono in onze gemeente 5 grote overstromingen. Maar sinds 2005 komen die bijna elk jaar voor. Daardoor gaat telkens een deel van de oogst verloren. De hele teeltcyclus is ook verstoord door de veranderende regenval. Normaal kennen we twee regenseizoenen. Nu dreigt de productie tijdens het kleine regenseizoen te verdwijnen. Maar ook tijdens het grote regenseizoen staat de opbrengst onder druk, maar dan door overstromingen. Gevolg: kleinere bananentrossen, maniokwortels die rotten in de grond, enz. Bovendien spoelen wegen en bruggen weg. Huizen en zelfs hele wijken hebben te lijden onder overstromingen en erosie. De gehuchten Badagbohoué en Kpadéhoué zijn bijvoorbeeld verdwenen en Handjivi wordt een eiland telkens het water hoog staat.”
Uit het 5th Assessment Report6) van het IPCC blijkt dat de intensiteit van neerslag en het aantal droge dagen zullen toenemen. Dit wordt door wetenschappers uitgedrukt in termen van waarschijnlijkheid. Zo blijkt dus dat het aantal droge dagen zal stijgen met een waarschijnlijkheid van 67%, en dat de regenintensiteit zelfs zal toenemen met een waarschijnlijkheid van 90%.
6) http://www.climatechange2013.org/images/report/WG1AR5_ALL_FINAL.pdf
Water & klimaatverandering Protos
5
Adaptatie Noodzaak tot aanpassen De gevolgen van klimaatverandering zijn reeds over de hele wereld voelbaar. Daarop moeten we ons voorbereiden, en onze manier van leven aanpassen. Mensen hebben zich steeds weten aan te passen aan veranderende omstandigheden, zowel op persoonlijk, sociaal, economisch als klimatologisch vlak. Maar door de snelheid waarmee het klimaat momenteel verandert, verhoogt de nood om de factor ‘klimaat’ in rekenschap te brengen bij verschillende overwegingen en beslissingen.
Enkele voorbeelden van adaptatietechnologieën: • kustzones: ‘early warning systems’ en evacuatiesystemen, dijken bouwen, verbeteren van waterafvoeringsystemen, nieuwe bouwcodes, herstel van waterrijke of moerasrijke gebieden, herstel van mangroves; • steden: degelijk onderhoud van het rioleringsnet, waterdoorlatende bestrating, groendaken; • watervoorraden: aanleg reservoirs, verbeteren van waarschuwingssystemen voor overstromingen; • landbouw: onderzoek en ontwikkeling naar hitteresistente gewassen, controle erosie, efficiënte irrigatiesystemen; • gezondheid: educatie omtrent gezondheid, koken van water, verbeteren waterbeheer en sanitatie…
Integraal Waterbeheer als adaptatiemaatregel Het doel van Integraal Waterbeheer (IWB) is het beheer van waterkwantiteit en -kwaliteit, van het leven in en rond het water, de coördinatie van land- en waterbeheer, rekening houdend met alle gebruikers, nu en in de toekomst. Centraal in het IWB staat het beheer van een waterbekken. Dit is het volledige gebied dat een rivier, stroom of grondwatertafel omvat met al zijn bronnen en zijrivieren. Er wordt een volledige analyse van de waterhuishouding uitgevoerd, in overleg en samenwerking met lokale belangengroepen. Tijdens deze analyse worden voorbeeld modellen gemaakt die rekening houden met waterstand en waterstromingen, worden vraag en aanbod naar water berekend, wordt de bescherming van waterecosystemen besproken, wordt gezorgd voor een rechtvaardige verdeling tussen alle gebruikers, enz. Deze methode kan bijdragen tot het vermijden en oplossen van conflicten tussen concurrerende gebruikers, landen en regio’s en zo leiden tot een duurzamere maatschappij.
Sensibilisering rond Integraal Waterbeheer in Benin © Protos
Het IPCC stelt in zijn rapport van 2007 dat Integraal Water beheer een instrument zou moeten zijn om aanpassingsmaatregelen te bepalen en uit te voeren die nodig zijn om de negatieve gevolgen van de opwarming van de aarde op te vangen.
Water & klimaatverandering Protos
6
Belangrijk is bovendien de betrokkenheid van de lokale bevolking. De bevolking heeft zelf heel wat overgeleverde kennis en ervaringen uit het verleden over de waterhuishouding in een bepaald gebied, zoals kennis over zones die kwetsbaar zijn voor overstromingen of droogtes. Of kennis van oude rassen van gewassen die meer droogteresistent zijn. Men moet zoveel mogelijk gebruik maken van deze verzamelde volkswijsheid. Door Integraal Waterbeheer toe te passen met een brede participatie van onderen uit, zal de lokale bevolking zelf voor een groot stuk deze systemen kunnen beheren. Ook wanneer er veranderingen optreden in de hoeveelheden van zowel aanbod van als vraag naar water onder invloed van klimaatverandering.
Maladaptatie – ‘foute’ of ‘mislukte’ adaptatie – is het gevolg van het maken van verkeerde keuzes. Het gaat over acties die, in vergelijking met alternatieven, onder meer de uitstoot van broeikasgassen verhogen, de meest kwetsbare groepen te veel belasten of toekomstige adaptatiemogelijkheden beperken. Een concreet voorbeeld van mislukte adaptatie is bijvoorbeeld stroomopwaarts water opslaan of afleiden om te anticiperen op onregelmatige neerslag, terwijl hierdoor gemeenschappen stroomafwaarts hun eigen (adaptatie)kansen zien verminderen.
Bangladesh © Dieter Telemans
Kostenplaatje Landen in het Zuiden worden meestal het zwaarst getroffen, maar net zij hebben minder mogelijkheden om zich aan te passen. Een UNFCCC-rapport7) schat dat jaarlijks tot 2030 tussen de 28 en 67 miljard dollar nodig is voor aanpassingsprogramma’s in ontwikkelingslanden, om hun ontwikkelingskansen niet te bedreigen. Een recentere studie van de Wereldbank8) spreekt van 70 tot 100 miljard dollar, jaarlijks tot 2050. Het VN-Milieuprogramma (UNEP)9) wijst in een nieuw rapport op de gigantische kost voor Afrika om zich aan te passen. De klimaatverandering zou het continent tegen 2100 een aanzienlijk deel van het bruto binnenlands product (BBP) van Afrika kosten: 4% mits aanpassingsmaatregelen en 7% zonder maatregelen.
Behalve aangepaste ontwikkelingsprogramma’s en specifieke acties op het terrein, is ook een aangepast beleid nodig. Binnen het UNFCCC worden fondsen (te) langzaam beschikbaar gesteld voor de minst ontwikkelde landen (MOL-landen). Daarmee kunnen zij specifieke adaptatieplannen voor de aanpassing aan klimaatverandering ontwikkelen en realiseren. Deze plannen heten NAPA (National Adaptation Programme of Action). De NAPA’s worden door de MOL-landen zelf opgesteld. Een NAPA beschrijft de meest belangrijke aanpassingsmaatregelen, en verbindt deze met de belangrijkste ontwikkelingsdoelstellingen van het land. Daarbij moet rekening gehouden worden met duurzame ontwikkeling, sociale rechtvaardigheid, gender en flexibiliteit. Water & klimaatverandering Protos
7
Wat staat ons te doen? De klimaatverandering leidt tot een veel hogere kwetsbaarheid van de bevolking met een lagere ontwikkelingsgraad in het Zuiden. Het is de verantwoordelijkheid van de ontwikkelde landen en de groeilanden om de landen in ontwikkeling bij te staan. Het is immers noodzakelijk de ontwikkelingslanden te helpen om zich aan te passen aan de reeds voelbare gevolgen van de opwarming van de aarde. Dit moet door overdracht van kennis en technologie, maar ook door financiële steun nodig voor de uitvoering van hun eigen adaptatieplannen. Bovendien moeten de ontwikkelde landen en de groeilanden de ontwikkelingslanden bijstaan om meteen over te schakelen op koolstofarme energievoorziening, om zo tot duurzame ontwikkeling te komen.
Het is niet wenselijk dat de groeilanden ons model kopiëren. Omdat de reeds lang beloofde 0,7% van het BNP van de rijke landen nodig is om de normale ontwikkelingsdoelen te halen, moet de financiële steun voor de klimaatplannen van het Zuiden additioneel zijn. Het allerbelangrijkste is echter dat wij hier in het Noorden drastisch omschakelen naar een duurzame en koolstofvrije productie-, consumptie- en levenswijze. Drastische uitstootvermindering van broeikasgassen in de industrielanden realiseren is de grootste solidariteit die we moeten en kunnen betonen met de ontwikkelingslanden.
Op de vlucht voor het klimaat De klimaatverandering zorgt voor belangrijke wijzigingen in het neerslagpatroon. Droge gebieden worden droger en natte gebieden worden natter. Door de verwoestijning wordt het steeds moeilijker om aan landbouw te doen en om drinkwater te vinden. Wateroverlast zorgt eveneens voor mislukte oogsten, maar ook voor de besmetting van drinkwater en de vernieling van de drinkwaterinfrastructuur. Dit alles zorgt er voor dat mensen op de vlucht slaan. Tegen 2050 zouden er wereldwijd ongeveer 200 miljoen klimaatvluchtelingen zijn, al wordt dat cijfer in twijfel getrokken. Ook Moussa Traoré uit Mali is gevlucht voor de droogte. “Ik ben landbouwer. Maar zonder regen kan eigenlijk niemand meer landbouwer zijn”, stelt deze 26-jarige vast. Momenteel werkt hij in een goudmijn, tot hij genoeg geld heeft verdiend om een boottocht naar Frankrijk of Spanje te betalen. Troaré heeft geen paspoort en spreekt geen Frans of Spaans. Toch is hij er van overtuigd dat hij het in Europa beter zal hebben. Morissimo Diallo, een jong meisje van 15, wil Mali ook ontvluchten. “Het heeft amper geregend dit jaar, waardoor mijn ouders niet meer over de middelen beschikten om mij naar school te sturen.”
7) https://unfccc.int/cooperation_and_support/financial_mechanism/items/4053.php 8) http://www-wds.worldbank.org/external/default/WDSContentServer/WDSP/IB/2012/06/27/000425970_20120627163039/Rendered/ PDF/702670ESW0P10800EACCSynthesisReport.pdf 9) http://www.unep.org/climatechange/News/PressRelease/tabid/416/language/en-US/Default.aspx?DocumentId=2755&ArticleId=9705
Colofon
Dit document maakt deel uit van een reeks over water. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Protos - Flamingostraat 36 - 9000 Gent - T 00(32)9 235 25 10 - www.protosh2o.org -
[email protected] Water & klimaatverandering Protos
8