federatienieuws Han Hullen, voorzitter NVVG
Wat na de grijze golf? Federatie KNMG Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst A.C. Nieuwenhuijzen Kruseman, voorzitter W.P. Rijksen, algemeen directeur Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht Postbus 20051, 3502 LB Utrecht tel. 030 2823 800 fax 030 2823 326
[email protected] www.knmg.nl
Federatiepartners KAMG Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid mw. F.P. Koning-van den Berg van Saparoea, voorzitter R. Duzijn, directeur tel. 030 6868 772
[email protected] www.kamg.nl LAD Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband J.G. van Enk, voorzitter C. van den Brekel, directeur tel. 030 6702 702
[email protected] www.artsennet.nl/lad LHV Landelijke Huisartsen Vereniging S.R.A. van Eijck, voorzitter L. Hennink, algemeen directeur tel. 030 2823 723
[email protected] www.lhv.nl NVAB Nederlandse Vereniging voor Arbeidsen Bedrijfsgeneeskunde P.E. Rodenburg, voorzitter C. van Vliet, directeur tel. 040 2481 322
[email protected] www.nvab-online.nl NVVG Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde H.J. Hullen, voorzitter mw. C.F.M. Woldberg, directeur tel. 030 6868 764
[email protected] www.nvvg.nl OMS Orde van Medisch Specialisten F.H.G. de Grave, algemeen voorzitter B.J. Heesen, directeur tel. 030 2823 650
[email protected] www.orde.nl Verenso Specialisten in ouderengeneeskunde mw. G.M. Draijer, voorzitter F.J. Roos, directeur tel. 030 2823 481
[email protected] www.verenso.nl
De grijze golf blijft wel langer werken, maar gaat toch in de komende jaren ons vak verlaten. Binnen de verzekeringsgeneeskunde is er een overmaat aan vijftigplussers, met als gevolg een grote uitstroom in de komende jaren. Nieuwe instroom is dringend nodig. Daarom bezinnen wij ons voortdurend op mogelijkheden toch voldoende beroepsgenoten in ons vakgebied te behouden om de belangrijke taak van claimbeoordelingen en bevordering van participatie te kunnen blijven vervullen. Wij zoeken manieren om het vak te promoten en net opgeleide artsen of huisartsen of specialisten, die aan verandering van werk toe zijn, voor ons mooie vak te doen kiezen. Allereerst is het daarbij van groot belang dat de financiële waardering voor ons werk op een dusdanig niveau is, dat dit aantrekkelijk is voor nieuw intredende artsen, zelfs voor artsen die al een eerste carrière achter de rug hebben. Uiteindelijk werken wij volgens Maslow primair voor ons brood, en daarvoor is voldoende inkomen noodzakelijk. Bij de grootste werkgever in de verzekeringsgeneeskunde, het UWV, wordt door de daar werkzame artsen nu al gevochten voor verbetering van het inkomen. Het lijkt erop, dat het UWV gaat bewegen en de beloning verbetert. Dat is een goed resultaat van de onderhandelingen, al liggen de wensen nog duidelijk hoger, dan het resultaat dat nu binnen bereik lijkt. Ook voor de werkgevers is er geen andere mogelijkheid dan de financiële waardering te verbeteren en het gat met andere medische disciplines te verkleinen. Een goede financiële beloning is natuurlijk een belangrijke reden om te kiezen voor het vak. Het financiële verschil met de overige richtingen binnen de geneeskunde blijft echter nog aanzienlijk. Natuurlijk heeft het werken binnen de sociale geneeskunde zo zijn immateriële voordelen, zoals geen diensten, vrije weekenden, en meer tijd voor sociaal leven. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was dit zelfs de wervingsslogan. Daarmee doen we de inhoud en aantrekkelijkheid van het vak echter tekort. De gemiddelde arts zoekt ook uitdaging in zijn werk en loopbaan. De heroïek van de kliniek zal de sociale geneeskunde nooit kunnen bieden, maar de intellectuele uitdaging van
voorzitterscolumn
het werk, de brede context van de cliënt en de mogelijkheid tot wetenschappelijke verdieping zijn erg aantrekkelijk. Er zijn goede kansen op een eerste of eventueel tweede loopbaan binnen de verzekeringsgeneeskunde. Een pre van de sociale geneeskunde boven alle andere medische takken van sport is, dat er geswitched kan worden van werkplek, van werkgever, en zelfs naar andere takken van de sociale geneeskunde. Er zijn maar weinig medische disciplines, die deze loopbaanmogelijkheden bieden.
Sociale geneeskunde, uw perspectief voor de eerste (of tweede) loopbaan! Daarom groeit de gedachte dat er meer gezamenlijkheid binnen de sociale geneeskunde moet komen. Primair kan dit door de opleidingen meer gezamenlijk in te richten, met een gemeenschappelijke basisopleiding, en daarboven de kopopleiding. Daarmee wordt het mogelijk met een korte extra opleiding naar een ander deelgebied over te stappen en ook de intellectuele uitdaging te behouden. Tot slot is ook de zichtbaarheid van de sociale geneeskunde op de universiteiten een belangrijk verbeterpunt. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst: na de grijze golf.
beeld: Karen Vlieger
66 nr. 29-30 | 22 juli 2011 | Medisch Contact | 1863
federatienieuws KNMG en Federatiepartners Algemene vragen? 030 2823 911
[email protected] www.knmg.nl Bankrekeningnummer ABN Amro 45 64 48 969 Bel de KNMG Artseninfolijn tel. 030 2823 322 over n juridische en medisch-ethische onderwerpen n inhoudelijke informatie over beleids terreinen van de KNMG n loopbaanvragen n lidmaatschap, wijzigingen in persoonlijke gegevens
[email protected] www.knmg.nl/artseninfolijn Loopbaanbureau www.knmg.nl/loopbaanbureau tel. 030 2823 322 Vragen over districten tel. 030 2823 866 Vragen over studentenzaken tel. 030 2823 399 Persvragen? Tel. 030 2823 872
[email protected] Bibliotheek en documentatieservice tel. 030 2823 370, fax 030 2823 326,
[email protected] KNMG Opleiding en Registratie tel. 030 2823 398 F.C. Raasveldt, directeur CGS College Geneeskundige Specialismen tel. 030 2823 281 mw. mr. V.J. Schelfhout-van Deventer, secretaris HVRC Huisarts, Verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapten Registratie Commissie J. Stolk, secretaris MSRC Medisch Specialisten Registratie Commissie dr. P. Blok, dr. R. Braams en dr. L. Verschoor, secretarissen SGRC Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie mw. mr. P.A. Hadders, secretaris Bureau MSRC/HVRC/SGRC tel. 030 2823 833 mw. D. Hennevelt-Wolters, bureauhoofd Vragen over: opleiding: tel. 030 2823 905 n eerste registratie: tel. 030 2823 903 n herregistratie: tel. 030 2823 906 n erkenningen: tel. 030 2823 904 n buitenlands gediplomeerden: tel. 030 2823 389 n
Vragen over arbeidsvoorwaarden? LAD, tel. 030 6702 701 / 6702 702 / 6702 704 op werkdagen tussen 9.30 en 12.30 uur. Serviceverlening Werkgelegenheid Geneeskundigen Serviceverlening Werkgelegenheid Geneeskundigen Arts en Werk, tel. 030 6702 750 of
[email protected]; www.swg.nl
column
Dossierperikelen Over de perikelen rond het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) blijf ik me verwonderen.
Z
o was daar de opmerkelijke uitspraak van een kritisch Kamerlid tijdens een debat over het EPD: ‘Zelf wil ik niet in de landelijke registratie. Als ik bij de huisarts kom, vraagt die mij heel simpel: mag ik de apotheek het receptje mailen of wilt u het zelf brengen? Op dat moment geef ik toestemming; zo kan het ook.’ Dit Kamerlid heeft kennelijk wel vertrouwen in de beveiliging van het e-mailverkeer via het openbare en onbeveiligde internet. Als het zo simpel was, waarom wisselen dan niet alle hulpverleners via e-mail patiëntgegevens met elkaar uit? O nee, het moest juist veiliger, dat is ook zo!
Uitdrukkelijke toestemming Kort daarop verzocht de Tweede Kamer de regering om ‘indien zij besluit landelijke gegevensuitwisseling voort te zetten, dan enkel te werken met uitdrukkelijke toestemming via de opt-in systematiek’. Hier wordt expliciete toestemming ten onrechte gelijkgesteld met ‘opt-in’: het instemmen met het vastleggen van persoonsgegevens in een (geautomatiseerd) bestand. Iets heel anders dus. Maar los daarvan: deze motie wil dat artsen altijd expliciet toestemming vragen voordat zij patiëntgegevens mogen verstrekken. Ook als een huisarts een patiënt verwijst naar een specialist. Dat lijkt me een miskenning van de jarenlang bestaande, in rechtspraak erkende en efficiënte wijze van gegevensuitwisseling met veronderstelde toestemming.
Medisch beroepsgeheim Dit laatste raakt aan een ander punt. De Kamer heeft er bezwaar tegen als ‘private partijen’ de landelijke infrastructuur voor uitwisseling van patiëntengegevens overnemen van de overheid. Daarover is zelfs een spoeddebat gehouden, op verzoek van Kamerlid Omtzigt. Hij vraagt zich af of de privacy in goede handen is bij de private sector. Ligt het juist niet erg voor de hand dat hulpverleners zelf verantwoordelijk zijn voor de veilige opslag en uitwisseling van patiëntengegevens, in plaats van de overheid? Dit is ook geheel naar de letter en de geest van de Wet bescherming persoonsgegevens en de WGBO. Hulpverleners zijn wettelijk bevoegd, zelfs verplicht, om patiëntengegevens zorgvuldig bij te houden in dossiers, opdat die zo nodig met andere hulpverleners kunnen worden gedeeld. Daarbij hebben hulpverleners hun medisch beroepsgeheim, in tegenstelling tot de overheid. Of zou de Kamer verontwaardigd zijn dat de overheid meer dan 300 miljoen euro heeft geïnvesteerd in de landelijke infrastructuur en dat de hulpverleners daar nu mee ‘aan de haal gaan’? Alsof die infrastructuur niet bestemd was om door hulpverleners gebruikt te worden. En is voortgezet gebruik niet beter dan de investering ongebruikt laten? Tot slot merkte de Kamer op dat er momenteel patiëntengegevens zouden worden uitgewisseld zonder dat daar een wettelijke basis voor is. Ook op dit onderdeel slaat de Kamer de plank mis. Gelukkig heeft de minister in haar ‘Juridische analyse elektronische gegevensuitwisseling in de zorg’ aangegeven dat heel veel onderdelen reeds afdoende zijn geregeld in de bestaande wetgeving.
Wereld op zijn kop Mijn verwondering gaat door. Het verzoek luidt om alleen met de opt-in systematiek te werken ‘indien de regering besluit landelijke gegevensuitwisseling voort te zetten’. Dit terwijl de regering al heeft laten weten niet door te gaan met het Landelijk Schakelpunt (LSP). Als de Tweede Kamer de legale en beproefde wijze van gegevensuitwisseling met veronderstelde toestemming wil tegenhouden, dan kan hij dat alleen bij wet verbieden. Dat zou de wereld op zijn kop zetten.
1864 | Medisch Contact | 22 juli 2011 | 66 nr. 29-30
Betrouwbaar systeem Ik mag hopen dat aan mijn verwondering ooit een eind komt en iedereen zich weer richt op waar het werkelijk om draait: het creëren van een veilig en betrouwbaar systeem voor gegevensuitwisseling, dat een goede hulpverlening bevordert en niet belemmert. Sjaak Nouwt, beleidsadviseur gezondheidsrecht KNMG Reageer op de site: www.knmg.nl/columns
federatienieuws Symposium 6 oktober in Nijkerk
Symposium
Vereniging Ouders van een Overleden Kind
Eigen-wijs rouwen Op 6 oktober organiseert de Vereniging Ouders van een Overleden Kind (VOOK) het symposium ‘Eigen-wijs rouwen; Over-leven na de dood van een kind’, ter gelegenheid van haar dertigjarig bestaan.
EIGEN-WIJS ROUWEN Over-leven na de dood van een kind.
E
en symposium voor professionele hulpverleners die ouders begeleiden van wie een kind zal overlijden of overleden is. Door het uitwisselen van informatie en ervaringsdeskundigheid, wil de VOOK hulpverleners handvatten bieden ter ondersteuning van hun taken.
Rouw is unieke ervaring ‘Theoretische modellen bepalen niet hoe rouw beleefd wordt, maar de ervaring van iedere rouwende individueel.’ Zo stelt Ide Wolzak, vader van een overleden kind, bestuurslid van de VOOK en een van de sprekers op het symposium. In de rouwzorg dringt de laatste jaren steeds meer het besef door dat rouw een volstrekt unieke ervaring is. Dit wordt bevestigd door recent rouwonderzoek waarbij onderzoekers zich steeds vaker opstellen als luisteraar naar rouwenden. Dat levert vaak nieuwe en verrassende inzichten op over de begeleiding van nabestaanden. Wat voor de ene nabestaande werkt, heeft voor de andere een averechts effect. Hulpverleners moeten een goed evenwichtsgevoel hebben om te kunnen balanceren op deze vaak uiterst dunne scheidslijn.
Individuele beleving centraal Tijdens het symposium staat de individuele beleving van rouwen centraal. Daarbij delen hulpverleners en ervaringsdeskundigen hun visie en ervaringen.
Voor wie? Artsen en verpleegkundigen van gynaecologie, kraamafdelingen, kinderoncologie, neonatologie, eerste hulp en intensive
Nieuwe inzichten in rouwbegeleiding.
www.vook.nl Donderdag 6 oktober | de Schakel | Nijkerk
care; huisartsen, huisartsassistenten; traumaspecialisten, EHBO’ers; sociaalpedagogische hulpverlening, orthopedagogen, rouwtherapeuten en andere geïnteresseerden.
Kijk voor meer informatie en inschrijving op www.vook.nl. Dit symposium wordt georganiseerd in samenwerking met het KNMG Congresbureau. Vragen? Bel 030 2823 203 of mail naar
[email protected].
Symposium op 6 oktober in Roermond
Wie neemt wie de maat? Om de kwaliteit van zorg in te schatten en bij te sturen zijn valide indicatoren nodig. Wie maak indicatoren eigenlijk? Hoe valide zijn ze? Wie gebruikt indicatoren en met welk doel? Op 6 oktober organiseert KNMG District Limburg het symposium Wie neemt wie de maat; over de kwaliteit van indicatoren in de gezondheidszorg. Accreditatie is aangevraagd voor cluster 1, medisch specialisten en sociaal geneeskundigen. Locatie: Theaterhotel De Oranjerie, Roermond, 12.30-20.00 uur.
Meer informatie en inschrijven via www.knmglimburg.nl. beeld: Thinkstock
66 nr. 29-30 | 22 juli 2011 | Medisch Contact | 1865
federatienieuws KNMG-website
vernieuwd De website van de KNMG oogt sinds kort anders. De homepage is anders ingedeeld en de webkleuren zijn aangepast aan de KNMG-huisstijl. Dit geeft een rustiger beeld.
A
an de indeling en navigatie is niets veranderd. De webdossiers, KNMGstandpunten en richtlijnen, accreditatie en opleidingsregels: u vindt het allemaal op de vertrouwde plekken. Met deze verandering beoogt de KNMG de site overzichtelijker en rustiger te maken. Wat vindt u? Inderdaad verbeterd? Mist u de oude site? Kan het nog veel beter? De ontwikkeling van de website heeft continu onze aandacht en uw suggesties zijn van harte welkom.
Reageer op www.knmg.nl/nieuwe-website.
Adv.Liggend_Adv.Liggend 17-7-11 19:42 Pagina 1
LANDELIJKE AIOSDAG VOOR AANKOMEND MEDISCH SPECIALISTEN
Zaterdag 5 november 2011 meld je aan op www.dejongeorde.nl/aiosdag
1866 | Medisch Contact | 22 juli 2011 | 66 nr. 29-30
federatienieuws Juliana Kinderziekenhuis 125 jaar In de vitrine op de vide van Domus Medica richt het Medisch Farmaceutisch Museum ‘De Griffioen’ elk kwartaal een medisch historische expositie in. Dit kwartaal aandacht voor het jubilerende Juliana Kinderziekenhuis.
H
et oudste niet-academische opleidingskinderziekenhuis staat in Den Haag. Daar werd op 1 oktober 1885 dit eerste kinderziekenhuis aan het Prins Hendrikplein geopend. Uit de snelle groei bleek een grote behoefte. Al na zes jaar betrok men een groter gebouw aan de Laan van Meerdervoort en weer later verhuisde men naar de dr. Van Welylaan. Bij de opening door Koningin Emma in 1929 kreeg het de naam ‘Juliana Kinderziekenhuis’, in de wandeling: JKZ.
Specialisatie In de loop der jaren was de behoefte gegroeid aan diverse specialisten die zich speciaal met kinderen bezig hielden. Elk specialisme is in hun takenpakket veel meer toegespitst op het kind. Tot aan de volwassenheid maakt een kind een geweldige ontwikkeling door. De benadering in de verschillende levensfasen is van het grootste belang om goed succes te boeken. Dit geldt niet alleen voor artsen en verpleegkundigen, maar ook voor de ouders.
Differentiatie In Den Haag richtte de daar gevestigde huisarts Plantenga in 1901 het eerste babyconsultatiebureau op. De eerste hoogleraar kindergeneeskunde werd in 1909 in Groningen benoemd. In 1892 werd de Nederlandsche Vereeniging voor Pediatrie opge
richt, die sinds 1922 de naam heeft veranderd in ‘Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde’. Het aantal kinderartsen is in de 20ste eeuw met rasse schreden toegenomen en er is een differentiatie in de verschillende specialismen ontstaan.
Vaccinatie De diagnostiek van kinderziekten is onder meer door betere laboratoriumfaciliteiten ook beduidend verbeterd. Bovendien veranderde de therapie: zo maakte het vaccinatieschema voor kinderen en de ontwikkeling van de antibiotica de barakken van vroeger overbodig. Door de pokkenvaccinatie, die Jenner in 1796 introduceerde, is deze aandoening nu de wereld uit. Het vaccinatieschema van overheidswege voorkomt een heel scala van ernstige complicaties zoals bij bof, mazelen en rubella. Omdat we geen difterie meer zien is een tracheotomie dus niet meer nodig. Na de polio-epidemie, in het begin jaren vijftig, is op grote schaal gevaccineerd en deze ziekte komt nu in Europa niet meer voor. Door de ontdekking van antibiotica zijn tegenwoordig tal van infectieziekten te genezen.
Couveuse De prematuur is met de huidige intensive care couveuse nauwelijks meer een probleem. De Franse obstetricus Tarnier wordt gezien als de uitvinder van de couveuse. In 1881 gebruikte hij een houten bak met een glazen kap die met een petroleumbrander werd verwarmd. De voeding van de baby is van groot belang en tijdige toediening van vitaminen doet belangrijke afwijkingen voorkomen. Dankzij de levertraan, en nu vitamine AD, zien we geen rachitis meer.
De afgebeelde poliomaat staat in Delft in een voormalig ziekenhuis, waar hij helaas moet verdwijnen. Als er geen alternatief komt, betekent dit vernietiging van historisch bezit! Wie er een goede plaats voor heeft of weet wordt verzocht zich te melden bij ‘De Griffioen’.
Corrigerende maatregelen Omdat in het verleden veel skeletafwijkingen voorkwamen, werd vooral aandacht besteed aan conservatieve corrigerende maatregelen om de kinderen weer rechtop te laten lopen. Nicolas Andry (1668-1742) bedacht de term ‘orthopedie’, letterlijk ‘recht kind’. De uitvinding van Röntgen in 1895 is hierbij van onschatbaar groot belang en de orthopeed kan veel restaureren.
Voor informatie: Medisch Farmaceutisch Museum ‘De Griffioen’, B.K.P. Griffioen, voorzitter, telefoon 015 213 4888 of e-mail:
[email protected]. Reacties en aanvullingen zijn altijd welkom.
66 nr. 29-30 | 22 juli 2011 | Medisch Contact | 1867
federatienieuws LAD verzilvert punten uit inzet Cao Gehandicaptenzorg Half juni 2011 hebben werknemersorganisaties, waaronder LAD/FBZ, met VGN een onderhandelaarsresultaat bereikt voor een nieuwe Cao Gehandicaptenzorg met een looptijd tot 1 maart 2014.
D
e hoofdlijnen van het onderhandelaarsresultaat Cao Gehandicaptenzorg 2011-2014 zijn: l Structurele salarisverhoging: - per 1 oktober 2011 van 1,25 procent; - per 1 juli 2012 van 1,5 procent; - per 1 juli 2013 van 2 procent. l In oktober 2011 een eenmalige uitkering van 0,5 procent van het jaarsalaris. l Verhoging eindejaarsuitkering: - per 2011 met 0,5 procent naar 6,25 procent; - per 2012 met 0,25 procent naar 6,5 procent; - per 2013 met 0,25 procent naar 6,75 procent. Daarnaast wordt de structuur van de eindejaarsuitkering aangepast, zodat vanaf 2012 ook werknemers die vóór 31 december van enig jaar uit dienst gaan, recht hebben op de eindejaarsuitkering naar evenredigheid van de periode die ze dat jaar in dienst zijn geweest. l Loongebouw: de aanloopschalen worden vanaf 2013 afgeschaft, waarbij enkele treden in de functionele salarisschalen worden geïncorporeerd. l Verbetering van de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer: de eigen bijdrage vervalt en de werknemer krijgt een vergoeding van 0,08 euro per kilometer met een maximum van 30 kilometer enkele reis.
l De arts verstandelijk gehandicapten in opleiding (avgio)
krijgt vanaf februari 2012 de wekelijkse terugkomdag volledig doorbetaald (parttimers: naar rato van het dienstverband). l Verhoging van de maandelijkse stagevergoeding: - per 1 september 2011 met 25 euro naar 300 euro; - per 1 september 2012 naar 305 euro; - per 1 september 2013 naar 310 euro. l Verhoging per 1 januari 2012 van het instellingsbudget voor scholing en ontwikkeling met 0,5 procent naar ten minste 2,0 procent van de loonsom. l Voortzetting van de opbouw van PBL-uren tijdens het eerste halfjaar van ziekte.
Verzilveren inzet De LAD heeft veel van haar inzet kunnen verzilveren: de totale structurele salarisontwikkeling (inclusief verbetering eindejaarsuitkering) is 5,75 procent in 36 maanden; de verbeterde systematiek van de eindejaarsuitkering, het afschaffen van de aanloopschalen, een substantiële verbetering van de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer, de verhoging van het budget voor scholing en ontwikkeling en de doorbetaling van de wekelijkse terugkomdag voor avgio’s. Nu is het woord aan de LAD-leden; zij kunnen tot uiterlijk 5 augustus reageren op het onderhandelaarsresultaat.
Kijk voor het volledige onderhandelaarsresultaat op artsennet.nl/lad.
6 oktober
Landelijke manifestatie tegen bezuiniging huisartsenzorg De Landelijke Huisartsen Vereniging organiseert in samenspraak met de huisartsenkringen en samen met andere beroepsorganisaties in de huisartsenzorg een landelijke manifestatie op donderdag 6 oktober 2011. Doel van deze manifestatie is duidelijk maken hoezeer de kabinetsbezuiniging leidt tot verschraling van de huisartsenzorg.
D
e LHV adviseert huisartsen om pas op de plaats te maken met voorgenomen investeringen. Dit in het kader van de op handen zijnde bezuiniging van 132 miljoen euro op de huisartsenzorg. ‘Omgerekend betekent deze bezuiniging dat huisartsen 20.000 euro minder kunnen inzetten voor hun praktijk’, licht LHV-voorzitter Steven van Eijck de waarschuwing toe aan zijn leden. ‘De minister wil zorg dicht in de buurt van de patiënt maar draait die ontwikkeling tegelijkertijd zelf de nek om. Zij investeert in een groei van de ziekenhuiszorg met 5,3 procent en laat tegelijkertijd de huisartsenzorg krim-
1868 | Medisch Contact | 22 juli 2011 | 66 nr. 29-30
pen met 10 procent. Zorg in de buurt vraagt extra investeringen maar het bezuinigingsbeleid van de minister maakt dat op dit moment onverantwoord.’
Financieel risico ‘De financiële consequenties van de bezuiniging voor de praktijkvoering van de individuele huisarts zijn op dit moment niet of nauwelijks te overzien’, aldus Van Eijck. ‘Wij willen voorkomen dat huisartsen met al hun goede bedoelingen om een extra inspanning te leveren om meer zorg in de buurt te realiseren straks in de problemen raken. Door de voorgenomen bezuiniging van de minister is het namelijk onzeker of nieuwe en extra activiteiten van huisartsen ook daadwerkelijk worden vergoed. Huisartsen lopen hierdoor een groot financieel risico.’
Meer informatie over de landelijke manifestatie volgt binnenkort op www.lhv.nl .