LOURDES,
de vreugde van de bekering
Pastoraal thema 2014
W
at komen die vele pelgrims van vroeger en nu in Lourdes doen? Lourdes met zijn Grot en zijn bedevaarten, niemand heeft hiervoor het initiatief genomen. De generaties volgen elkaar op. De plek blijft en de menigtes blijven komen. Pelgrims en toeristen, nieuwsgierige voorbijgangers, christenen en anderen, ongelovigen en religieuzen, zij komen allen naar de nis in de rots zoeken naar wat vreugde of een beetje troost, maar iets dat hun ziel verheft in een leven waar het lijden al te vaak aanwezig is, zoals de modder van de overstromende Gave de bron bedekt. Allen die in dienst van de Grot staan zijn er getuige van: voor kleine handjes en voor grote personaliteiten is er een bron die altijd stroomt, en het geheim ervan ontsnapt ons en is te groot voor ons. De rots en de bron trekken aan en troosten. Er is de gezochte vreugde en de aangeboden vreugde. Zei Bernadette niet: “De Grot was mijn hemel?” De achttien ontmoetingen met de mooie Dame kenden vreugde en gelach, gedeelde vriendschap en even eenvoudige als diepgaande gesprekken. Nochtans beloofde de Dame niet de vreugde van deze wereld maar van de andere. De echte vreugde is realistisch, zij verankert ons in het reële van ons dagelijks bestaan in geloof en gezond verstand. Maria, als een echte moeder en opvoedster die de vreugde belooft en de weg naar de eeuwige vreugde opent, herinnert ons in Lourdes aan wat Paul Claudel schreef: “Vreugde is het eerste en het laatste woord van het Evangelie”. De vreugde van het Evangelie, ontspringt uit de menswording van het Woord, uit zijn zending onder ons, uit zijn kruis en zijn verrijzenis. Pelgrims van de aarde en van de hemel, vergeet niet dat je op weg bent naar de eeuwigheid. Stap moedig verder langs de weg van het Evangelie van de vreugde, van de bekering en van de boete. Want het enige triestige in de ontmoetingen tussen de eerste Dame van de hemel en het
kleine meisje uit Lourdes zal de verwijzing zijn naar de zonde, een waar obstakel voor de beloofde vreugde. Zij is niet tegen de ontdekkingen van de wetenschap en van de rede, maar ze ordent deze voor de mens, voor elke mens en voor heel de mens. Deze niet eindigende vreugde is evenzeer gave als vrucht van onze bekering.
I. Bernadette, verrast door het licht, ontvangt haar weg ter bekering De bekering is niet eerst een kwestie van pijnlijke zaken doen of beleven en nog minder een persoonlijk initiatief. Zij is een ontvangen gave, veelal tot onze eigen grote verrassing. De bekering is het antwoord op een oproep die ons overstijgt, een oproep tot het beleven van het Rijk Gods dat ons voorafgaat en onder ons woont. “De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.”1
1 / God heeft altijd het initiatief genomen De lange geschiedenis van Israël en van de Kerk getuigt van Gods attenties, die ons altijd uit pure genade worden gegeven. Wie is die profetes Debora, die duizend jaar voor Jezus haar medemensen verbaast door ze naar de overwinning te leiden? Haar broeders komen in opstand tegen de Kananeese koningen van wie ze de slaven zijn. Tegen alle verwachting in krijgen ze de bevrijding. Wat een vreugde! “Blijf er van spreken, gij die over de wegen gaat, luider dan die bij de drinkplaatsen zingen, wanneer zij Jahwe’s weldaden loven, de werken van Hem die in Israël heerst. Toen is het volk van Jahwe naar de poorten gekomen: sta op, sta op, Debora, sta op, sta op, zing een lied!... Zebulon echter waagde zijn leven, en ook Naftali, die op de hoogvlakte woont. De koningen kwamen en streden, de 1. Marcus 1, 15 1
koningen van Kanaaän streden. Bij Taänak, bij het water van Megiddo… De Kison sleurde hen mee, het geweld van de Kison spoelde hen weg! Verder moet ik, onversaagd.”2 Wie is Mozes, die onbekende,3 die rechter wordt over zijn broeders, die instrument van God wordt om een half nomadisch volk van onder het juk van de Farao weg te leiden doorheen het onstuimige water van de Rode Zee? “Toen hieven Mozes en de Israëlieten ter ere van Jahwe dit lied aan: Ik wil zingen voor Jahwe, want Hij is de hoogste: paard en ruiter dreef Hij in zee. Jahwe is mijn sterkte en kracht; Hij heeft mij gered; Hij is mijn God en Hem wil ik loven; de God van mijn vader, Hem zal ik verheffen.”4 “Wie bent u?” vragen de afgevaardigden van de hogepriesters aan Johannes de Doper bij de oever van de Jordaan. “Wie bent u?” vragen zij. “Bent u Elia?... Bent u de profeet…Wie bent u dan?”5 Ook Jezus verbaast zijn toehoorders en hoort zich dezelfde vragen stellen: “Zeg ons welke bevoegdheid Gij hebt om dit alles te doen? En wie heeft U die bevoegdheid dan gegeven?”6
2 / Bij de Grot komt het initiatief uit de hemel Bernadette is verbaasd door de komst van de mooie Dame. Vanaf 11 februari stelt haar omgeving zich vragen over de identiteit en de redenen van dat hemelse bezoek. Wie is die Dame? Wat wil zij doen? Hoe heet zij? Brengt zij een boodschap? Op de vraag naar haar naam antwoordt zij niet: “Dat is niet nodig” zegt zij. Zoals haar Zoon Jezus maakt zij zich niet aan de nieuwsgierigen bekend. Maria wil niet ingaan op de menselijke nieuwsgierigheid. Zij nodigt 2. Rechters 5, 11-12 ; 18-19 ; 21 3. Exodus 2, 14: "Wie heeft u tot rechter over ons aangesteld?" 4. Exodus 15, 1 5. Johannes 1, 19-23 6. Lucas 20, 2
Bernadette uit om te komen, om te zien en om in haar aanwezigheid te blijven. “Wilt u zo goed zijn voor mij om gedurende twee weken naar hier te komen?” Dit gebeuren lijkt op dat van de leerlingen van de Doper, wanneer zij Jezus opzoeken: “Wat verlangen jullie” vraagt de Heer. “Waar verblijf je?... – Gaat mee om het te zien… en zij kwamen en zagen waar Hij zich op hield. Die dag bleven zij bij Hem.”7 Door naar de mooie Dame te komen en lange tijd bij haar te blijven, zal Bernadette de weg van het echte geluk ontdekken, beleven en verdiepen, een weg die heel nauw met haar bekering verbonden is. Zij nam niet zelf het initiatief. Zij moet leren hem te ontvangen als een genade. De erfgenamen van het volk van God, het volk van Debora en Mozes, zoals de leerlingen van de Doper als die van Jezus zijn verbaasd. Ook Bernadette is verbaasd door een onverwachte overwinning op de duisternis van het leven. Een stralend licht dat meer vervult dan men zich kan inbeelden. God wil het geluk van zijn volk. Jezus zegt het met heel de kracht van zijn liefde voor ons: “Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed… Dit zeg Ik u, opdat mijn vreugde in U moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden.”8 Bernadette is natuurlijk al door het christelijke geloof bewoond en doordrongen van de liefde in het gezin, maar met hen leeft zij in ellende. Zij komt hier zoeken hoe zij zich een klein beetje meer kan voeden. Degene die op een dag tot Mozes zei: “Ik heb de ellende van mijn volk gezien…”9 zegt ons op een dag langs Jezus: “Niemand zal uw vreugde u kunnen ontnemen.”10 Zegt Hij niet langs de mooie Dame van Massabielle tot dat kind uit Bigorre: Ik heb de ellende van deze eeuw en van u gezien. Ik nodig u uit tot de vreugde langs de weg van de ware vrijheid?
3 / Een uitnodiging om zijn leven op God te richten Gods uitnodiging tot vreugde is een weg naar bekering. De woorden boete en bekering zijn gelijkwaardig in de Bijbel. Zij betekenen: zich keren naar. Zich bekeren is zich naar God keren. Terwijl het hart van de mens kan gevangen zitten in verlangens en noden, heel terecht voor hem zelf, verrast God door hem naar zich te keren en alles in Hem, door Hem en met Hem te ordenen. Het hart gericht op God, zijn hart naar God doen neigen, dat is het grote verlangen en het ideaal voor elke vrome Jood. 7. Johannes 1, 38-39 8. Johannes 10, 10 et 15, 11 9.Exodus 3, 7 10. Johannes 16, 22
De zeer mooie psalm 119 (118) die de lof bezint van de goddelijke Wet drukt het zo uit: “Doe mijn hart naar uw uitspraken uitgaan en houd het van winstbejag ver… Ik heb er mijn hart op gezet volgens uw verbondseisen te leven. Dit zij voor eeuwig mijn richtsnoer.”11 De psalmist is er zich goed van bewust dat de bekering, zijn hart naar God keren, een gave is. Zijn lange en volhardende gebed vraagt met aandrang om de gave van de bekering. Deze gave is de consequentie van het goddelijke initiatief, dat naar ons komt om ons uit de ellende te halen, en waarvan de grootste is dat ons hart van Hem is afgewend. Maar het hart op de Verlosser gericht houden is ook een genade. De Hebreeën doen, zoals wij, de ervaring op een nukkig volk te zijn. Na de ballingschap in Babylonië, die zij als de consequentie van hun ontrouw zien, schreeuwen zij tot God: “Gij hebt mij geslagen om mij als een wilde stier te temmen. Breng mij nu terug, Jahwe, Gij zijt toch mijn God.”12 En God belooft, het bewijs dat de bekering een onmisbare gave is om er te komen, zelf het stenen hart te veranderen in een hart van vlees, opdat het zich zonder voorwaarden naar Hem zou richten: “Ik zal hun een nieuw hart geven en een nieuwe geest in hun binnenste uitstorten. Ik zal het stenen hart uit hun lichaam verwijderen en hun een hart van vlees geven, opdat ze mijn wetten in acht nemen en mijn geboden nauwlettend onderhouden. Zo zullen ze mijn volk zijn en Ik hun God.”13 God realiseert zijn belofte in zijn Zoon Jezus: “… zijn genade is openbaar geworden door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven deed aanlichten door het Evangelie.”14 In Jezus is ons hart hersteld, genezen en getransfigureerd. Vanaf dat moment krijgt het dagelijkse leven zin. Het weet zich belicht door een eerste oriëntering aan de bron van het bestaan, een oriëntering van het hart dat richting en zin geeft aan alles wat wij te beleven hebben. Onze weg is verlicht door het woord van vreugde en liefde van de levende God, en ons hart antwoordt door zich naar Hem te richten en zijn wil te willen doen.
4 / De bekering, een oproep en een genade aan onze vrijheid geschonken Bernadette ontvangt deze genade door de ontmoeting met de mooie Dame. In dit genadevolle bezoek kan zij haar leven helemaal richten op het Licht dat zij aanschouwt, en haar hart doen neigen naar de wens die haar is meegedeeld, beslissen te 11. Psalm 119 (118) 36 ; 112 12. Jeremia 31, 18 13. Ezechiël 11, 19-20 14. 2 Timoteüs 1, 9-10 2
leven in dit licht. Zij was eerst verrast, want hoe zou ze zich een dergelijke ontmoeting hebben kunnen indenken toen ze naar de Grot ging om haar ellende een beetje te verminderen? De hemel neigde zich naar haar om haar uit te nodigen de oproep te beantwoorden, van de Heer die het Rijk verkondigt en de vreugde van de bekering, die alle vreugdes van deze aarde hun waarde geeft. Het is haar allemaal gegeven, maar als een gave die haar vrijheid eerbiedigt: “Wilt u zo goed zijn voor mij…” vraagt haar de mooie Dame. Bernadette wordt een onvermogende schuldenares.15 Ook wij ontvangen met haar het licht dat in geen enkel leven ontbreekt. Laat ons de moed hebben om ons te laten bekeren. Laten wij het doen om het ware geluk te kennen. Oriëntaties voor de meditatie en de beleving van de bedevaart • Welke genademomenten in mijn leven hebben mij evenzeer verrast als gelukkig gemaakt? • Heb ik er geen bezoek van God in herkend? • Wat heb ik er mee gedaan? Hoe heb ik getracht er op te antwoorden? • Welke ellende of welk kwaad stuwde mij om naar Lourdes te komen? • Door welke hoop ook word ik geleid? • Ben ik bereid om mijn verwachtingen te laten transformeren? • Ben ik beschikbaar voor de ontmoeting en het onverwachte van God in mijn leven? • Wie is Jezus Christus voor mij? Welk gezicht heeft Hij voor mij? Het gezicht van de vreugde, van de vaderlijkheid die geneest, verheft en opvoedt of van een vervelende moralist?
II. De vreugde van de ontmoeting en de belofte van geluk voor Bernadette God verbaast zijn volk en schenkt het de gave zich naar Hem te keren, Hem te verkiezen, de vreugde te smaken van Hem te zijn en zich aan Hem te verrijken in het hart van de dagelijkse realiteit die al uitdrukking is van zijn gaven. Laten wij nu de ontdekking van deze waarachtige vreugde uitdiepen. Zij roept ons op tot 15. Matteüs 18, 23-34 Parabel van de onvermogende schuldenaar
bekering, tot het richten van ons leven op God. Vreugde voor elk van ons omdat wij het gezicht van de unieke liefde van God ontmoeten en ons in heel ons menselijk bestaan als bemind ontdekken, geroepen om kind van het licht te zijn.
1 / De vreugde bemind, verwacht en verhoopt te zijn Bernadette is in vervoering door de vreugde om de ontmoeting die zij beleeft. Zij kent de woorden van de catechismus niet. In een zekere zin is het maar best ook. Zij zal de woorden later krijgen om verheldering te scheppen en haar ervaring te beschrijven. Vreugde wordt niet onderwezen. Zij wordt gegeven wanneer de ontmoeting echt is. God is noch theorie noch concept. Hij moet ontdekt worden. Hij trekt ons aan en interpelleert ons. De liefde bewijst zich niet, zij wordt geproefd. Geen enkele bekering gebeurt na een toespraak, maar als vrucht van een ervaring, tenzij die toespraak de ervaring is van een woord dat de harten onder invloed van de genade in waarheid raakt. Pas nadien en met de woorden van de Bijbel kan men zeggen dat Bernadette in de mooie Dame alles aanschouwt – een aanschouwing die de ervaring is van het intiemste leven van ziel en lichaam – wat God in elk van ons wil realiseren, alles waarvoor wij geschapen zijn. Paulus drukt dit met heel gebalde woorden zo uit: “Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelen in Christus heeft gezegend met elke geestelijke zegen. In Hem heeft Hij ons uitverkoren voor de grondlegging van de wereld, om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn aangezicht. In liefde heeft Hij ons voorbestemd zijn kinderen te worden door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil, tot lof en heerlijkheid van zijn genade.”16 De woorden van de engel Gabriël tot de Maagd Maria drukken deze realiteit uit: “Verheug u, vol van genade, de Heer is met u…” Maria werd gered door gevrijwaard te zijn. Wij zijn het door genezen te zijn, opgericht uit de zonde. God heeft ons allen geschapen om voor zijn aangezicht te staan. Wanneer Maria bij de 16e verschijning haar naam zegt, “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”, dan zegt zij niets anders dan dat dit Gods plan is voor heel de schepping, waarvan zij de eerste en de mooiste vrucht is. Maria “jonger dan de zonde” zegt Paul Claudel. Met de bekendmaking van haar naam zegt Maria wie wij voor God zijn. Naar Maria opkijkend kunnen wij bevestigen dat noch de ellende, noch de zonde, noch de dood het laat16. Efeziërs 1, 3-6
ste woord over ons bestaan hebben. God heeft het laatste woord.
2 / Een belofte die een bedevaart is Zulke ontmoeting, ommekeer en verbond vraagt om tijd en pedagogie. In de 21e eeuw gaat alles echter heel vlug. Die versnelling begon al in de 19e eeuw. In de snelheid in communicatie via de multimedia verstoort al te vaak in ons handelen en denken de noodzaak van de duur om de relaties tussen mensen te laten rijpen. Met een klik op de computer kunnen wij een vriend ontmoeten aan de andere kant van de wereld. Dat voorkomt echter niet dat men tijd nodig heeft voor een diepe relatie, en dat men ondertussen geen andere mens kan gaan ontmoeten. Voor het ontwerp van een auto kan men, dank zij het virtuele dat de elektronica biedt, de tijd inkorten, maar voor de groei van een kind in de schoot van zijn moeder kan dat niet, noch de fases bij een mens om tot echte volwassenheid te groeien. Indien zich bekeren wil zeggen zich naar iemand keren, en hier gaat het over zich naar God keren, om een mens te kennen en hem in waarheid te ontmoeten, mogen wij niet op de tijd besparen, niet op het goede moment, de kairos, en ook niet op de tijdsduur, de chronos. De eerste woorden van de mooie Dame tot Bernadette, tijdens de 3e verschijning op 18 februari, tekenen deze geest die de nodige tijd voor een echte ontmoeting respecteert, maar ook de menselijke natuur in het plan van God, een natuur die gebouwd is om het Verbond in de tijd te beleven. Bernadette vraagt naar haar naam met pen en papier in de hand. De Dame antwoordt: “Dat is niet nodig… Wilt u zo goed zijn voor mij om gedurende twee weken te komen?... Ik beloof u niet het geluk van deze wereld maar van de andere.” Drie woorden die bij elkaar horen en die duidelijk zeggen tot welke vreugde Bernadette is uitgenodigd. Het is niet nodig de identiteitskaart van iemand te kennen om hem te ontmoeten. Teveel lege woorden en oppervlakkig gepraat in onze ontmoetingen laten ons leeg achter en zonder de vreugde van de eenheid. Men heeft zich alleen maar samen ontspannen… als men zich al geen pijn heeft gedaan… Maria, dochter van haar volk, zegt tot Bernadette wat God al tot Mozes zei in de Sinaï, toen deze naar zijn naam vroeg. Die naam, Yahwe, het sacrale vierletterwoord kan vertaald worden als “Ik ben wie Ik ben, Ik ben wie Ik zal zijn of ook nog Ik zal zijn wie ik zal zijn.”17 17. Exodus 3, 14-15
Dat betekent: door met Mij mee te stappen zult u weten wie Ik ben. Wie Ik ben is meer dan wat Ik kan geven of zeggen, zegt God, het is in de ondervinding van de tocht, zij aan zij en tegenover elkaar dat u zult weten wie Ik ben, zegt de Heer. Het volk van Israël beleefde zo een lange bedevaart om God te leren kennen, wie die prachtige God is die het volk uit elke vorm van slavernij bevrijdde. Blijde en pijnlijke periodes volgden elkaar op, de tocht van Israël doorheen alle wederwaardigheden van de geschiedenis maakte het tot een volk dat ook vandaag, na vierduizend jaren, geen grotere vreugde kent dan de onuitspreekbare Naam van God te belijden. Het is zijn kracht en zijn identiteit.
3 / Een bedevaart die bekering is Maar het is wel nodig dat die belijdenis ook een waarachtig luisteren is, een ommekeer van het hart die heel het leven richting geeft. Luister goed naar wie van Israël, maar ook van ons, de bekering vraagt, de ommekeer van het hart: “Hoor, mijn volk, Ik vermaan u met kracht: Israël, mocht gij naar Mij horen! Laat geen vreemde god bij u toe, buig u niet voor een afgod uitheems! Ik, Jahwe, ben uw God, die u uitgeleid heeft uit Egypte; open wijd uw mond: Ik stil uw honger. Maar mijn volk hoorde niet naar mijn stem, Israël ging tegen Mij in: toen liet Ik hen, in hun verstoktheid van hart, hun eigen voornemen volgen. Dat toch mijn volk Mij verstond, Israël wilde gaan langs mijn wegen! Aanstonds sloeg Ik zijn vijanden neer, was mijn hand tegen zijn achtervolgers. De haters des Heren – zij zouden het nederig hulde bewijzen. Zijn tijd was gekomen – voorgoed! En hoe zou Ik het voeden met kostelijke tarwe, met vloeiende honing had Ik het verzadigd.”18 ”Wilt u voor mij zo goed zijn om gedurende twee weken naar hier te komen?” Twee weken om naar de hemel te luisteren. Twee weken is lang voor een kind van veertien jaar, wanneer ziekte en honger het in hun greep houden en de vroege wintermorgen vochtig is door de Gave. De wereld van Lourdes zal zich heel wat vragen hebben gesteld over die afspraak. Wat zal er gebeuren? Twee weken om wat te doen? Twee weken? En waarom geen drie, of vier…? En wat een idee om juist die plek vol vuiligheid te kiezen en geen andere? De enige boodschap nu is volhouden. Het essentiële hier en nu is leren dat buiten de liefdevolle, lange, stille en diepe duur, ontdaan van alle bezorgdheid en gehechtheid, er geen echte kennis bestaat, geen echte vreugde vanuit de verrijking door deze die men is gevraagd te ontmoeten. 18. Psalm 81, 9-17
3
“Zij keek naar mij zoals een mens een andere mens aankijkt” zal ze later zeggen. Bernadette had al ervaring met de liefde in het gezin. Maar bij de Massabielle ervaart zij een oneindige en eeuwige liefde, die met geen andere liefde op aarde te vergelijken is. Zij kent de ontroerende ervaring van de woorden van Jezus langs de glimlach, het gelach, de schoonheid en de goedheid van Maria: “Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad.” 21 Want in de liefde is Maria één met haar Zoon. In die liefde blijven is alles wat Bernadette van Maria zal leren om haar bedevaart op aarde te beleven. Dat is heel haar bekering om te komen tot de volheid van die opperste en goddelijke vreugde, in de hemel, na de dood. Ja, de bekering is vreugde om de ontmoeting en de belofte van geluk.
4 / De bekering is een blij antwoord Bernadette gaat met overtuiging in op deze uitnodiging van de Dame. Met vreugde gaat ze elke dag van die veertiendaagse naar Massabielle, ondanks de moeilijkheden, de weerstanden of de aarzelingen van het gezag tegenover haar om deze dagelijkse afspraak te laten beleven. Wat zij in het diepste van zich zelf ervaart is te sterk om haar tegen te houden. Het woord van Jezus toont heel zijn kracht langs de zuiverheid van het hart van een kind dat niet kan liegen: “Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad. Blijf in mijn liefde.”19 De Vader bemint de Zoon als een Enige en de Zoon is enige Zoon van de Vader. Met eenzelfde intense liefde, alsof wij alleen op de wereld zijn, bemint God elk van ons in zijn Zoon. Iedereen wordt door Hem als uniek beschouwd. In de Grot beleeft Bernadette een unieke ontmoeting die haar enkele ogenblikken doet ontsnappen aan die aardse wereld, zozeer dat bij de 17e verschijning de vlam van de kaars haar niet verbrandt. Zij is voor een ogenblik in de wereld waar niets meer doet lijden, waar geen tranen meer zijn.20 De plaats betekent geluk, dank zij de ontmoeting en de dialoog in liefde:
Oriëntaties voor de meditatie en de beleving van de bedevaart • Betekent ‘zich bekeren’ voor mij een last of een vreugde? Of iets anders? • Alle verhelderende ontmoetingen in mijn persoonlijk leven oproepen • Hoe heb ik geantwoord op die genadevolle momenten van mij die niets of niemand mij kan doen ontkennen? Welke inspiratie die mij overstijgt trekt mij in Lourdes aan en doet mijn dagelijks leven anders bekijken? Hoe zie ik mijn leven op aarde: een bedevaart, een verplichting, een geschenk...? • Is de Bijbel voor mij een referentie die mijn leven belicht, zoals de mooie Dame, “Ark van het Verbond”, het leven van Bernadette heeft belicht? Waar sta ik met de lezing van het Woord van God: vaak? Is het licht voor mijn leven, is het zowel kennis opdoen als uitnodiging tot gebed?
19. Johannes 15, 9 20. Apokalyps 7, 16-17 “Zij zullen nooit meer honger of dorst lijden, geen zonnesteek of woestijngloed zal hen treffen,want het Lam in het midden van de troon zal hen weiden en voeren naar de waterbronnen van het leven, en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.” Apokalyps 21, 4-5 “Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij. En Hij die op de troon is gezeten, sprak: Zie, Ik maak alles nieuw.”
III. Licht en waarheid die vrij maken Het kwaad is het schandaal bij uitstek, de steen des aanstoots om te geloven in de liefde en de goddelijke belofte van geluk. Heel de geloofsweg van de Bijbel is nochtans het initiatief van God om zijn volk uit het kwaad in al zijn vormen weg te trekken. Toch is de weerstand van de mens zo sterk in de geschiedenis dat het een raadsel blijft.
21. Johannes 15, 9 4
Alle grondlijnen van het christelijk geloof, uitgedrukt in de Katechismus van de katholieke Kerk22 zijn er niet om het mysterie van het kwaad uit te leggen, maar om het mysterie te benaderen en er zich tegenover te plaatsen. Alleen Jezus is het antwoord op dit raadsel. Maar Jezus is ook het mysterie dat men nooit helemaal begrijpt, het mysterie dat een perspectief van geluk biedt op het einde van een bedevaart die een geestelijke strijd is met Jezus tegen het kwaad.
1 / Het lijden van Bernadette Het jonge meisje van 14 jaar dat op de morgen van 11 februari 1858 naar de grot van Massabielle trekt, is een kind dat lijdt. De ellende van het gezin, gelogeerd in dat stinkend cachot, de vroegere gevangenis die eerst aan arbeiders werd ter beschikking gesteld en nadien aan de straatarme familie Soubirous, en ook het astma dat haar lichaam versmacht, het gevolg van een epidemie van cholera, hebben van Bernadette geen bevoorrecht kind gemaakt. Het onrecht verbonden met de ellende levert haar ouders over aan allerlei beledigingen. Dat voegt zich nog bij het dagelijks leed van zwart brood en koude vochtigheid. Toch is het eerste woord van Bernadette dat in de geschiedenis is bewaard gebleven: “Wanneer de goede God het toelaat, dan klaagt men niet.” Het geloof in God plaatst de Heer niet op de beklaagdenbank, zoals al te vaak onze eerste reactie is in een confrontatie met het kwaad.
22. Katechismus van de katholieke Kerk. 11 oktober 1992. Zie vooral § 385: “God is oneindig goed en al zijn werken zijn goed. Toch ontkomt niemand aan de ervaring van het lijden, van het kwaad in de natuur – dat gepaard schijnt te gaan met de grenzen, eigen aan de schepselen – en vooral aan het probleem van het morele kwaad. Waar komt het kwaad vandaan? “Ik zocht waar het kwaad vandaan komt, en ik vond de oplossing niet”, zegt de heilige Augustinus (zie Belijdenissen 7, 7, 11) en in zijn eigen smartelijk zoeken vindt hij geen andere uitweg dan de bekering tot de levende God. Want “het geheim der goddeloosheid” (2 Tessalonicenzen 2, 7) wordt slechts duidelijk in het licht van “het geheim van onze godsdienst” (1Timoteüs 3, 16). De openbaring van de goddelijke liefde in Christus heeft tegelijk de omvang van het kwaad en de overvloed van de genade getoond (zie Romeinen 5, 20). Wij moeten dus het probleem van de oorsprong van het kwaad onder ogen zien door de blik van ons geloof te vestigen op Hem die als enige het kwaad overwonnen heeft (cf. Lucas 11,2122 Johannes 16,11 en 1 Johannes 3,8).”
© Imprimerie de la Grotte / Sanctuaires Notre-Dame de Lourdes - Octobre 2013
Maria gaat nog verder en sterker: “Ik beloof u niet het geluk van deze wereld maar van de andere.” Zij zegt tot Bernadette dat het leven op aarde een lange bedevaart is. Dat deze bedevaart van twee weken maar een “laboratoriumtest” is om de vreugde van de ontmoeting met God te leren, langs het gebed van het hart, lang en volhoudend, en langs de penitentie, elk jaar en elke dag die de Heer ons geeft om te beleven. De uitnodiging is hier en nu al de vreugde van de andere wereld te smaken, door nu al binnen te gaan in die andere wereld, die de wereld is van het Evangelie van de Zaligsprekingen. Maar de volheid van die vreugde is alleen bestemd voor de hemel, voor de andere wereld, na de dood. De menselijke natuur is immers geschapen in de tijd en met de tijd als voorbereiding op een eeuwigheid van geluk.
Trouwens, de belofte van de Dame, het geluk in de andere wereld, is geen goedkope troostende zalf die het kind van Massabielle aan het lijden zal doen ontsnappen. Bernadette zal haar leven lang haar astma houden en relatief jong sterven. Aan het einde van haar leven zal ze nog uitroepen: “Ik ben gemalen als een tarwekorrel.” Het woord van een molenaarsdochter. De vernederingen en de last veroorzaakt door de vele getuigenissen die ze over de verschijningen moest geven zijn voor haar een kruisweg geweest. In haar ontmoeting met het licht uit de hemel heeft Bernadette het drama gezien van de mensheid die geraakt is door de zonde, die van haar en die van ons. Toonden de verschijningen haar het perspectief van het geluk waartoe wij zijn bestemd vanaf de eerste momenten van ons bestaan en hoezeer God het ongeluk van de mens niet kan aanvaarden, zij toonden tegelijk de omvang van het drama dat de zonde is tegenover het liefdeplan van God voor de mensheid.
2 / De zonde of de genade “Waar de zonde heeft gewoekerd, werd de genade mateloos” 23 roept Paulus uit in zijn dwaze vreugde en zijn passie voor Jezus. De mateloosheid van het licht voor Bernadette in de duisternis van die vochtige en donkere grot is er een zeer mooie illustratie van. Haar eigen kinderleven als de armste van Lourdes wordt belicht door de genade die aantrekt en uitnodigt tot de bedevaart naar het geluk, op het einde van een weg van bekering die strijd is tegen de zonde. Het kwaad dat het gezin Soubirous treft en alle kwaad waaraan wij lijden zijn niet de vrucht van onze persoonlijke zonde. De ongehoorzaamheid van onze eerste ouders bracht disharmonie in onze wereld en alle soorten oorlogen in de mens en in het heelal. De zwarte reeks zonden van de mensheid voegt alleen maar chaos toe aan dit mysterie van ongerechtigheid dat bestaat sinds het begin van onze geschiedenis. God is niet in staat het kwaad te willen en nog minder te scheppen. Hij is integendeel verantwoordelijk voor de wereld waarin Hij de mens schept die in staat is Hem vrij te beminnen, maar ook te weerstaan of kwaad te doen. Meer nog, God is verantwoordelijk voor die wereld om hem te helpen zich er van te bevrijden. Schiep God de wereld zonder ons, Hij kan ons niet redden zonder ons. Dat is de genadevolle uitnodiging die Maria tot Bernadette en ook tot ons richt om de zonde te verlaten, wanneer zij Bernadette herinnert aan het Evangelie: “Bekeer u, want het Rijk Gods is nabij.”24 Op de uitnodiging van de Dame om haar het genoegen te doen om gedurende twee 23. Romeinen 5, 20 24. Matteüs 4, 17
weken te komen, zal een uitnodiging volgen tot het gebed en de bekering om de zonde te verlaten. De liefde is maar authentiek als ze waar is. Het licht van Massabielle is maar authentiek als belofte van geluk als het, en alleen dan, samenvalt met de waarheid over het leven van Bernadette en ons leven. “Zij ontmoeten elkaar, genade en waarheid, gerechtigheid en vrede, zij kussen elkaar.”25 Daarom spreekt Maria tot Bernadette in waarheid over de zonde die ons allen vervormt en zij laat haar een wereld zonder zonde zien door datgene wat zij is: “De Onbevlekte Ontvangenis.” Het grootste obstakel voor het geluk in ons leven is de zonde. Het is het egoïsme in al zijn vormen, de verwarring tussen geluk en plezier, de verering van het plezier om het plezier. De zonde is ook en vooral de hoogmoed het goede te willen uit zichzelf, zonder verwijzing naar God en de anderen, zonder een waarachtige zorg voor het algemeen welzijn of het welzijn van elke mens. De zonde tekent ons zozeer dat wij vandaag in volle verwarring ons leven en onze samenleving laten verdrinken in een absoluut relativisme. Dat brengt ons er toe goed te noemen wat kwaad is en kwaad wat goed is, en zelfs het onderscheid tussen beide niet meer te zien. Zijn de verschijningen van Lourdes niet een tegengif voor de 19e eeuw van de rede, die zich wil losmaken van God en godsdienst? De mens, erfgenaam van “de eeuw van de Verlichting”, wil alleen nog door de rede “één” met zichzelf zijn, eerder dan het geloof en de rede te aanvaarden, in de erkenning dat de mens zijn eigen norm en zijn enige norm kan zijn. Zijn juist daarom de verschijningen in deze 21e eeuw niet meer dan ooit actueel, nu wij nog de gevolgen beleven van de emancipatie van een dodende vrijheid, die filosofisch de dood van God heeft aangekondigd en waarvan Dostojewski op profetische wijze de consequenties heeft gezien?26 Het geweld van de oorlogen van de 20e eeuw, het huidige erotisme en het geweld dat de mens wordt aangedaan door wetten die tegen zijn echte geluk ingaan, omdat zij geen eerbied opbrengen voor een antropologie die niet van hem maar van de Schepper afhangt, is dat alles geen oproep tot gebed voor de zondaars die wij zijn, tot bekering van de harten en van de mentaliteiten van onze tijd? Want “in werkelijkheid licht het mysterie van de mens alleen op in het mysterie van het mens geworden Woord.”27
3 / Boete voor de zondaars De Maagd Maria komt aan Bernadette de wegen naar bekering aanbieden. Wegen van 25. Psalm 85, 11 26. Zie Fjodor Dostojewski. De jongeling, 1875 27. Vaticaan II. Gaudium et spes. 22 5
een reële en diepe ommekeer naar God, opdat het menselijk bestaan zijn volheid vindt in een tocht naar de vervulling, waarvan zij, de Moeder van Jezus Christus, de realisatie is en de openbaring in de ogen van het jonge meisje uit Bigorre. “Bid tot God voor de bekering van de zondaars” zei de Dame vier keer tijdens die veertiendaagse. Wij hebben gezien dat de bekering zowel vrije daad is van de mens als een gave van God die de mens naar Hem trekt.28 Voor de zondaars bidden is de genade vragen, voor de ongelovigen die wij zijn, te aanvaarden ons hart voor God te openen, ons door “de genade te laten nat maken” naar een uitdrukking van Paul Claudel. In naam van onze mysterievolle intermenselijke solidariteit, die maakt dat wij allen de vrucht zijn van een relatie en van alle relaties die we onder elkaar weven, want niemand is een eiland, vraagt Maria ons voor elkaar te bidden opdat wij de genade van de bekering krijgen. Bernadette begint met het bidden voor zichzelf. Zij bidt voor de anderen en vraagt tegelijk een gebed voor haar. Haar laatste woorden tijdens haar aardse leven waren: “Heilige Maria, Moeder van God, bid voor mij, arme zondares”, en verzekert daarbij dat ze in de hemel niemand zal vergeten. Bernadette heeft dank zij de Maagd Maria begrepen dat het gebed de sterkste daad in het leven van een mens is. Een daad die uitdrukking is van bekering, de mysterieuze transformatie van het hart van de mens om van God te zijn. Het gebed is een gave van de heilige Geest die geen ander doel heeft dan het mysterie van Christus te aanschouwen en er ons te doen in binnentreden om aan de Heer gelijk te worden. De heilige Louis-Marie Grignion de Montfort was voor zijn opdrachten altijd te voet onderweg, daarbij zijn rozenkrans biddend voor de bekering van de zielen voor wie hij ging preken. Wat valt er trouwens te zeggen van al die zieken die in Lourdes en over heel de wereld, verbonden met alle godgewijden, hun leven en hun gebed offeren voor de bekering van de zondaars en voor de heiliging van de priesters? Zijn zij het niet die de terugkeer van zoveel mensen naar God bekomen, waar de priesters in de biechtstoel van getuige zijn? De bekering is gebed en solidariteit in de kinderlijke afhankelijkheid van de genade. Het gebed is als gave sterker dan de zonde en sterker dan de hardheid van onze hoogmoedige harten. “Kus de grond als teken van boete voor de zondaars” voegt de Dame er op 24 februari tijdens de 8° verschijning aan toe. Ons hart en ons lichaam zijn één geheel. Wat in het een handelt, komt ook in het ander naar boven. Het hoofd naar de aarde buigen is ook zijn 28. Johannes 12, 32: “en wanneer Ik van de aarde zal zijn omhooggeheven, zal Ik allen tot Mij trekken. »
hoogmoedig verstand neerhalen, dat altijd wil gelijk hebben en zich opsluit in zijn redenen die zeggen dat het gelijk heeft. Jean-Marie Vianney maakte dit eenvoudige gebaar toen hij als nieuw benoemde pastoor op zijn parochie Ars aankwam. De zalige Johannes Paulus II hernam dit gebaar in alle landen die hij pastoraal bezocht. Nederigheid van hem die het Woord van het licht en de waarheid wil aanbieden, niet in een koude en strenge hoogmoed die van boven af zijn gelijk of zijn kennis oplegt, maar in de gave die is als het gebaar van liefde en tederheid dat men in vertrouwen stelt voor wie men bemint. Hoeveel oorlogen worden er in naam van de rechtvaardigheid gevoerd? Hoeveel goelags ontstonden er door ons op te sluiten in wat wij als “onze rechtvaardigheid” zien of onze redenen om gelijk te hebben? Jezus heeft de waarheid niet tekort gedaan, maar hij heeft geweigerd deze op te dringen met de macht van de wapens of door de overredingskracht: “De hogepriester ondervroeg Jezus… - Ik heb openlijk tot de wereld gesproken. Ik heb altijd onderricht gegeven in de synagoge of in de tempel, waar alle Joden bijeenkomen, er is niets wat Ik in het geheim heb gesproken… Ondervraag de mensen die gehoord hebben wat Ik hun heb verkondigd. Zij weten goed wat Ik heb gezegd. Op dit woord gaf een van de dienaars die naast Hem stond, Jezus een klap in het gezicht en voegde Hem toe: Antwoordt Gij zo de hogepriester? Jezus antwoordde hem: Indien Ik iets verkeerds gezegd heb, verklaar dan wat er verkeerd was; maar indien het goed was, waarom slaat gij Mij?”29 De bekering is nederigheid in waarheid en liefde. “Boete! Boete! Boete!” herhaalt de dame vier keer. Zich naar God keren, op radicale wijze zijn leven richten, vraagt noodzakelijkerwijze om een inspanning. Het is zoals met de valse plooien in een kledingstuk. Om ze te verwijderen en de kledij weer zijn schoonheid en vorm terug te geven, zijn energie en volhardende vindingrijkheid nodig. De zonde, de weigering om te gehoorzamen, om van de Heer en zijn Liefdewet af te hangen, hebben in ons valse plooien van slechte of gewoon zondige gewoontes gelegd. Wij zeggen gemakkelijk: “Het is mijn aard”, alsof wij er niets kunnen aan doen. Men moet zeggen: dat is mijn aard zoals hij geworden is door de zonde, door slechte gewoontes, door fouten in mijn opvoeding of door mijn ongelukkige beslissingen. Zich los rukken van wat het egoïstische plezier in ons als gewoonte heeft gevormd vraagt om inspanning en moeite die we liever niet doen. Zoals een geopereerde zijn spieren moet oefenen na een maand inactiviteit, zoals de sportman veel moet trainen om de nodige soepelheid voor zijn sport te verwerven, zo moet de zondige mens moeite doen om de bewegingen van zijn hart te doen werken, in een rich-
ting die tegenovergesteld is aan alle aangenomen gewoontes om egoïstisch te voldoen aan zijn lusten en wensen, zelfs de meest legitieme. Maria vraagt Bernadette drie gebaren te stellen: de aarde kussen, drinken en zich wassen aan de bron en onkruid eten. Wij hoeven niet zozeer te denken aan die concrete gestes, wel aan de zin ervan, om in ons leven de nodige oefeningen te doen die ons losrukken van wat ons van God afhoudt en van de ware zin van ons leven. Bernadette, wetend dat ze prikkelbaar is, zal zeggen: “Wat telt is niet de eerste reactie, maar wel de tweede.” Na een verkeerde daad beslist ze niet langer verkeerd te doen. Zij bidt en bezint zich, vraagt vergeving en corrigeert met een goede daad. Als er moet geleden worden, dan alleen om te genezen of om een groter goed te verwerven: de vrijheid om met het hart en het lichaam onbelemmerd te beminnen, zoals een zeer mooi gebed van het Romeins Missaal zegt. De bekering is een moedige praktijk om zich los te rukken van wat ons leven ontwricht. “Ga drinken en u wassen aan de bron.” Toen Johannes de Doper bij de Jordaan doopte met het doopsel van bekering, betekende het toen ook al aan zich zelf verzaken en zich toevertrouwen aan iemand anders, om de genade van de transfiguratie van het hart te ontvangen. Wanneer Bernadette de bron blootlegt en zich wast, terwijl het water nog heel modderig was, gehoorzaamt zij aan de Dame. Zij vertrouwt zich toe aan iemand die groter is dan zij. Zij laat zich leiden op de weg van de bekering. Door die simpele daad erkent zij ook dat zij nood heeft aan de zuivering door iemand die meer verheven is. Door het moeilijke van haar gebaar toont zij haar onthechting aan wat ons spontaner doet zoeken naar ons comfort dan naar de inspanning die te maken heeft met het overwinnen van zichzelf. Naar Lourdes gaan, water van de kraantjes drinken en zijn gezicht wassen of zich in de baden laten onderdompelen is geen magisch gebaar. Het is zich toevertrouwen aan Degene die door deze bron wordt betekend. Het is aanvaarden dat wij zuivering nodig hebben. Het is de erkenning dat, zonder de bron die Christus is, mijn leven leeg is, dat de bekering die mijn bestaan op het zijne richt zonder Hem onmogelijk is. “Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt gij niets.”30 De bekering is zich toevertrouwen aan onze Schepper en Verlosser, de bron van ons leven. “Eet van het kruid dat er groeit.” Een verbazingwekkend gebaar… Nochtans heeft het kind er geen problemen mee. Met eenvoud van hart doet zij het één keer, in aanwezigheid van veel mensen.
29. Johannes 18, 19-23
30. Johannes 15, 5
De zure kruiden van ons leven heeft het paaslam op zich genomen. Het paaslam van het gedachtenismaal in het boek Exodus was met zure kruiden klaargemaakt, symbool van de bittere jaren slavernij van het volk van Israël in Egypte.31 De God van de Exodus laat de zijnen uit de slavernij vertrekken. De ergste slavernij is de zonde die ons van God en van de waarachtige liefde wegdrijft. Jezus, de nieuwe Mozes, doet ons wegtrekken uit de slavernij van de zonde. Hij alleen kan de zonde van de wereld op zich nemen. Hij is het paaslam dat de mens van zijn zonde geneest. Door van het onkruid te eten, te zuur om het niet weg te gooien, toont Bernadette haar wil om zich te verenigen met Christus, het paaslam dat voor onze zonden is gestorven. Zij toont haar wil om de zonde te verlaten door een bekering die vereniging met Christus is. Zij kiest er ook voor de bitterheden in haar leven te dragen in vereniging met Christus. “Op dit ogenblik verheug ik mij dat ik voor u mag lijden en in mijn lichaam aanvullen wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus, ten bate van zijn lichaam, dat is de Kerk.”32 Bernadette zal nooit van het lijden houden, maar wel van de gekruisigde Christus. De bekering is de moedige keuze alles en samen met Jezus te dragen wat op ons weegt en ons leven met Hem vervormt. Oriëntaties voor de meditatie en de beleving van de bedevaart • De tijd nemen om na te denken over Gods oproepen om iets in ons leven te veranderen, oproepen die ik tot nu toe heb kunnen laten voorbijgaan, afwijzen of gewoon vergeten. • Wat is van mijn leven niet door het Evangelie geraakt: mijn verstand, mijn affectieve, sociale of beroepsleven…? • Aan wat weersta ik om meer echte vrijheid te winnen? Ben ik niet afhankelijk, slaaf misschien, van de manieren van denken of handelen van mijn omgeving, mijn tijd, van het “politieke correcte” om zoals iedereen te zijn? • Welke leefgewoontes vreten aan mij ten nadele van andere essentiële realiteiten in het dagelijks leven? • Hoe verkrampt zijn mijn gebruikelijke of spontane reacties? Zijn zij geen teken van de oproep tot bekering van een of andere dimensie in mijn leven? • Waarin en waarom weersta ik aan het mij toevertrouwen aan een bekwame vriendschap (priester, ouders, opvoeders, biddende mensen… of andere) om klaar te zien in mijn leven? 31. Exodus 12, 8 32. Kolossenzen 1, 24
6
• Hoe maak ik mij de ervaring van Bernadette eigen? Welke boetegebaren weiger ik? Tot welk gebaar nodigt de Heer mij uit? •Volharden in het gebed is een onderrichting van Jezus die door Maria in Lourdes wordt herhaald. Waar sta ik met mijn echte en regelmatige gebed? Bid ik voor mijn bekering en voor die van mijn omgeving?
IV. De bron van de sacramenten, een weg van bekering “Ga naar de bron…” Die uitnodiging van Maria valt op een donderdag, de 9e ontmoeting, het hart van de verschijningen. Alle sleutelmomenten van de verschijningen vallen op een donderdag. Maria geeft haar naam op donderdag 25 maart, tijdens de 16e verschijning: “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”. Het is de uitdrukking van haar persoon als de totaal ‘gegevene’ (letterlijk in het Frans: ‘ge-eucharistiseerd’). Donderdag is ook de dag van de instelling van de Eucharistie en van het Priesterschap. De Eucharistie staat in het hart van de liturgie van de Kerk. Het Tweede Vaticaans Concilie spreekt er over als “het hoogtepunt waarnaar de Kerk in al haar handelen streeft en tevens de bron waaruit al haar kracht voortvloeit. Want de apostolische werkzaamheden zijn hierop gericht, dat allen, door geloof en doopsel kinderen van God geworden, samenkomen, in de gemeenschap van de Kerk God loven, deelnemen aan het offer en de maaltijd des Heren nuttigen.”33 Op 3 juni 1858, ook nog een donderdag en feest van het H. Sacrament, nog tijdens de periode van de verschijningen, doet Bernadette haar eerste communie.
1 / Sacramenten, bedevaart en bekering Wanneer Maria uitnodigt naar de bron te gaan, dan verwijst zij natuurlijk naar de bron van de sacramenten, waarvan de bron van Massabielle maar een teken is. Door het doopsel en het vormsel zijn wij in Christus ingelijfd en wij worden de leden van zijn Lichaam. Door de Eucharistie worden wij aan zijn Lichaam gevoed om ons behoren tot zijn Kerk te beleven. Met de vergeving in het sacrament van de verzoening vinden wij de volheid terug van onze verbondenheid door het doopsel. Met de ziekenzalving zijn wij verbonden met Christus die voor ons lijdt en werken wij mee aan zijn verlossingswerk. De christelijke echtparen, in Jezus getrouwd, zijn het daadwerkelijke teken, niet alleen voor hen zelf en voor hun kinderen maar voor de wereld, van de eenheid van Christus met heel de mensheid. De bedienaren van de 33. Sacrosanctum Concilium 10
Kerk, gewijd voor de dienst aan de gedoopten, staan in dienst van het Lichaam, voor zijn groei en zijn begeleiding naar de volheid van Christus in het bijeenbrengen van Gods verspreide kinderen. De samenhang en de logica van de sacramenten, die men logica van de liefde kan heten, zijn de zichtbare en daadwerkelijke uitdrukking van de eenheid met Christus, die zich uit liefde geeft voor de menigte. Het zijn de tekens van liefde van Christus zelf, die zijn Kerk opbouwt met het oog op het heil van de wereld. Gave van Jezus die het Mysterie (sacrament) is “dat eeuwenlang verzwegen bleef, maar nu is onthuld.”34 In de stilte van de Grot duidt Maria heel het liefdesmysterie aan van haar Zoon Jezus, de bron van het leven van de Kerk, langs de sacramenten aangeboden. Zo is de bekering de vreugde langs de sacramenten één met Jezus te zijn. Naar de bron gaan is beeld van de bekering van ons wezen, de diepe ommekeer van onszelf, om radicaal en ten diepste te gaan naar de bron van ons christelijke leven.35 Het gaat er om zich onder te dompelen in het leven van de Drie-eenheid dat de sacramenten ons bieden, om daar de voedingssappen te putten voor ons christelijk leven en honderdvoudig de van God ontvangen gave terug te geven.36 In Lourdes worden alleen de Eucharistie, het sacrament van de vergeving en de ziekenzalving gevierd: het sacrament dat het leven van de gedoopte tijdens zijn bedevaart voedt en de sacramenten die genezen. De andere sacramenten zijn eigen aan het diocesane of parochiële kerkelijke leven. Dit toont overduidelijk dat het hoogtepunt van een bedevaart de bekering is, de bekering die verwijst naar een leven met Jezus in het gewone sacramentele leven en in het gewone leven met zijn verantwoordelijkheid en inzet die uit dat sacramentele leven voortvloeien. De persoonlijke bekering is authentiek als zij naar de Kerk verwijst. Men komt op bedevaart om naar de bron van zijn leven te gaan, om zich in waarheid naar deze bron te keren. Men komt op bedevaart om een bekering te beleven. Bernadette heeft amper de mooie Dame ontmoet of zij gaat al naar de parochiekerk om te biechten en raad te vragen. Haar bekering voert haar spontaan naar de Kerk en haar bedienaren van de sacramenten. Wilde zij in het begin van het jaar 1858 Bartrès niet 34. Romeinen 16, 24-25 35. Lucas 5, 4: Jezus zei tot Simon: “Vaar nu naar het diepe en gooi uw netten uit voor de vangst.” 36. Lucas 8, 8: “De zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien… Nog een ander gedeelte viel op goede grond; het schoot op en bracht honderdvoudige vrucht voort.” 7
verlaten omdat er in Lourdes priesters waren bij wie ze haar eerste communie kon doen? Bij haar terugkeer zegt haar vader dat er in Lourdes niet veel te eten valt. Zij antwoordt dat ze liever de honger van het lichaam heeft dan de honger van de ziel. Zo waren ook de golf van gebeden en mooie biechten in de parochiekerk tijdens die vastentijd een van de eerste tekenen die de priesters van Lourdes vragen deed stellen naar de echtheid van de verschijningen bij de Grot.
2 / Bedevaart, bekering en Woord van God Elke sacramentele viering is vrucht van de verkondiging van het Woord van God, van een aandachtig beluisteren van dat Woord in heel zijn draagwijdte en diepte. Naar de bron gaan is dus ook en misschien wel eerst het beluisteren van het Woord van God. Het is alles in het werk stellen dat nodig is opdat de pelgrims dat Woord horen, smaken en er smaak in krijgen. Maria is de Ark van het Verbond, een van de titels in de litanieën voor haar. De tafels van de Wet werden toch in de Ark gelegd?37 Maria is degene die het Woord van God draagt, niet alleen omdat zij Jezus aan de wereld schonk, maar vooral omdat zij de trouwste leerling was. “Ja, zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is!”38 roept Elisabet uit. “Mijn moeder en mijn broeders zijn zij, die het woord van God horen en er naar handelen.”39 Jezus kon geen mooier compliment aan zijn moeder geven dan deze echo op het woord van Elisabet. “Allen die de Heer beminnen… en… hun medemens als zichzelf beminnen… en het lichaam en bloed van onze Heer Jezus Christus ontvangen en… zijn waardige vrucht van de boete, … de Geest van de Heer zal op hen rusten en zal bij hen zijn woonplaats kiezen; en zij zijn de zonen van de hemelse Vader van wie zij de werken doen, en zij zijn de echtgenoten, de broeders en de moeders van onze Heer Jezus Christus. Wij zijn echtgenoten wanneer de trouwe ziel door de heilige Geest verenigd is met onze Heer Jezus Christus. Wij zijn voor Hem broeders wanneer wij de wil doen van de Vader die in de hemelen is; moeders wanneer wij Hem in ons hart en in ons lichaam dragen, uit goddelijke liefde en met een zuiver en oprecht geweten, en wanneer wij Hem laten geboren worden door heilige werken die als voorbeeld moeten schitteren voor de anderen.”40 37. Exodus 25, 16: “In de ark moet ge de verbondsakte neerleggen die Ik u zal geven.” 38. Lucas 1, 45 39. Lucas 8, 21 40. H. Franciscus van Assisi. Brief aan alle gelovigen. 1-9
Las Bernadette bij Maria, Ark van het Verbond, de Bijbel niet als “een open boek?” Maria, getransfigureerd door het in haar mensgeworden Woord, heeft haar zo de bron geopenbaard die haar Zoon is. Maria, helemaal verlicht door haar Zoon, het Woord van God, duidt de bron aan. Deze is teken van de sacramenten waarmee het Woord en de genade van Jezus ons komen laven aan het goddelijk leven en ons (van gedaante) veranderen. Bekering is verandering van heel zijn leven door het beluisteren van het Woord, waar men aan gehoorzaamt, en door het sacramentele leven om één met Jezus te zijn. “Hij riep hen en zij kwamen bij Hem”41 De Kerk bestaat om met Jezus te zijn en om voor de wereld Jezus te zijn. Dat kan niet gebeuren zonder een volgehouden contact met het Woord van God en een bewuste en vruchtbare deelname aan de sacramenten. De eerste christenen “legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed.”42 Wij kunnen onze christelijke roeping beantwoorden indien wij gaan leven in de vreugde van de bekering tot Jezus en indien wij ons steeds nauwer met Hem gaan verenigen volgens de weg van het Evangelie, zoals de Maagd Maria, de Onbevlekte, ons herinnert en leert in Lourdes. Oriëntaties voor de meditatie en de beleving van de bedevaart • Waar sta ik met mijn beleving van de sacramenten? Gewoonte, routine of gepassioneerd zoeken naar God? Welke voorbereiding verzorg ik wanneer ik de Mis of het sacrament van de vergeving ga vieren? • Welke middelen gebruik ik om de Bijbel te lezen en me te vormen in een liefhebbende lezing ervan? • Is het een zorg van mij om echt de leer van de Kerk te kennen, ondermeer de Katechismus van de katholieke Kerk, zonder de sociale leer van de Kerk te vergeten? Of stel ik mij tevreden met de catechese van mijn kindertijd? • Is mijn leven in de Kerk een vurig zoeken naar de bron, om de vreugde van met Jezus te zijn te ontdekken en te beleven? • Ben ik beslist om naar waarheid het Evangelie te beleven als bron en hoogtepunt van mijn leven, of wil ik alleen maar “proberen”? • Welke bezorgdheid heb ik voor de priesters die wij krijgen? Welk gebed voor hen en voor de priesterroepingen?
41. Marcus 3, 14 42. Handelingen 2, 42
• Voel ik de nood om mijn geloof met anderen te beleven: parochie, bisdom, beweging, sociale en politieke inzet?
Besluit: De vreugde van de bekering is zending “Het bestond vanaf het begin – wij hebben het gehoord en met eigen ogen gezien; wij hebben het aanschouwd en onze handen hebben het aangeraakt – daarover spreken wij, over het woord dat leven is. Want het leven is verschenen; het eeuwige leven dat bij de Vader was, heeft zich aan ons geopenbaard, wij hebben het gezien, wij getuigen er van, wij maken het u bekend. Wat wij gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij ook aan u, opdat gij gemeenschap moogt hebben met ons. En onze gemeenschap is er een met de Vader, en met Jezus Christus, zijn Zoon. En wij schrijven dit om ons aller vreugde volkomen te maken.”43 Kan men een mooiere tekst vinden dan deze proloog van de eerste brief van Johannes om de diepe band uit te drukken tussen de vreugde van de bekering en de zending? Echte vreugde wordt gedeeld. De vreugde om de ontmoeting met het vleesgeworden Woord van God, de vreugde van de apostelen en van de leerlingen, de vreugde van Bernadette en van alle heiligen in de geschiedenis, vinden hun volheid in de zending, opdat elke mens deze onvergankelijke en onuitwisbare goddelijke vreugde kan smaken. En dit juist omdat het de aard van deze vreugde is ons te doen ontdekken dat elk van ons op een unieke wijze door God wordt bemind, zodat alle jaloezie uit ons hart wordt verjaagd. Onze vreugde kan dus maar volledig zijn indien alle mensen bewust zijn van deze unieke liefde, door God in Jezus Christus gegeven. “Ga aan de priesters zeggen dat men hier een kapel moet bouwen en dat men er in processie moet naar toe komen” vraagt de Dame aan Bernadette, op dinsdag 2 maart, naar het einde van de twee weken. Maria spreekt over priesters en niet over de pastoor met zijn medepriesters. Bernadette gaat natuurlijk naar de pastoor, E.H. Peyramale, om de boodschap van de mooie Dame over te brengen. Zij kent alleen hem en zijn medewerkers. Maar de aard van de vraag gaat verder dan de parochie van Lourdes. “De priesters”… Achter die term richt Maria haar oproep tot elke gewijde bedienaar, en langs elk van hen tot de menigte van mensen uit alle continenten, om de vreugde van de bekering te komen smaken die te vinden is in de bron van het leven van de Drie-eenheid, het goddelijke leven waarvan de Kerk de uitdrukking is. 43. 1 Johannes 1, 1-4 8
“Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”… De naam van de Dame zegt ons de reden van die vreugde, de gedaanteverandering van ons leven door het Woord van God, al helemaal gerealiseerd in de Moeder van Jezus, de eerste onder ons, de eerste die de weg is gegaan. De naam, waar Bernadette moeite mee heeft om hem te onthouden en door te geven aan haar pastoor en zo haar zending uit te voeren, drukt, zoals wij hebben gezien, het doel uit van elk menselijk leven als antwoord op het liefdeplan van God voor ons. Vanaf de grondvesting van de wereld heeft Hij ons, zoals Maria zelf “heilig en vlekkeloos voor zijn aangezicht” gewild.”44 Als niemand het ons toont of komt verkondigen, hoe kunnen wij dan die vreugde beleven? Bernadette zal haar zending uitvoeren bij de autoriteiten van haar parochie, van haar familie en van haar dorp. Zij zal blijven getuigen van de verschijningen tot zij verzadigd is van de vernederingen door de lofprijzingen en de verering die zij ontvangt. Toch blijft zij de vreugde smaken, van haar ontmoetingen bij de Grot in de winter van 1858, met heel haar hart te zoeken zich te bekeren tot het Evangelie. Blijde Boodschap van Jezus Christus die voor ons zijn leven heeft gegeven om elk van ons te leiden, naar het voorbeeld en met Maria, naar onze woonplaats bij de Vader. 45 Wanneer haar getuigenis is gebracht, roept Bernadette uit: “Wat mij betreft, betreft mij niet meer”. De verschijningen zijn haar eigendom niet. Zij heeft ze overgedragen aan de Kerk voor de bekering en de vreugde van allen. Als goede en waarachtige boodschapster cijfert zij zich weg om aan de Kerk, langs haar bedienaren en haar gelovigen onder leiding van de heilige Geest de zending verder te zetten, in de school van Maria: aan elke mens de genade van de bekering verkondigen. Nu moeten wij, denkend aan de titel van een mooi boek46 “de klompen en de blik van Bernadette volgen”, om de vreugde van onze eigen bekering te beleven, de enige zending die de Heer ons heeft toevertrouwd.
Pater Jean-Dominique DUBOIS, ofm Chapelain van het Heiligdom van O.L.Vrouw van Lourdes
44. Efeziërs 1, 4 45. Johannes 14, 2: “In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen.” 46. Mgr. Dominique YOU, Dans les sabots et le regard de Bernadette de Lourdes. Uitgeverij Les Béatitudes, 2003