Wat is de relatie tussen het werk van Escher en Johansson?
Seminar documentatie Femke Hansen 1588644
Inhoudsopgave
1. Inleiding 1.1 Voorwoord 1.2 Hoofd en deelvragen 1.3 Doelstelling 2. Definities 2.1 Optische illusies 2.2 Vlakvulling 2.3 Wie zijn Escher en Johansson? 3. Liggen dezelfde ideeen en technieken aan de basis aan het werk van Escher en Johansson? 3.1 Inspiratiebronnen en ideeën Escher 3.2 Inspiratiebronnen en ideeën Johansson 3.3 Technieken en werkwijze Escher 3.4 Technieken en werkwijze Johansson 3.5 Conclusie 4. Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen het werk van Escher en Johansson? 4.1 Waarom Boven en onder en Nightmare perspective? 4.2 Conclusie 5. Is Johansson iemand die met meer middelen verder gaat waar Escher is opgehouden? 5.1 Hoe zou Escher zijn werk kunnen verbeteren? 5.2 Hoe zou Johansson zijn werk kunnen verbeteren? 6. Kan je met Photoshop Escher achtige effecten tot een nieuwe hoogte brengen? 6.1 Visie Joop van Reeken 6.2 Visie Micky Piller 7. Conclusie 7.1 Eindconclusie 7.2 Wat heeft een CMD’er hieraan? 7.3 Wat is de volgende stap? 8. Bijlagen 8.1 Analyse apparaat Escher 8.2 Analyse apparaat Johansson 8.3 Pólya systemen 8.4 Bronnenlijst
2
1. Inleiding
1.1 Voorwoord Zelf ben ik fotograaf en veel werk wat ik om me heen zie blijft niet langer hangen dan één dag. Totdat ik het werk van Erik Johansson tegenkwam. Inmiddels is dat weer zo’n vier jaar geleden. Het blijft me maar inspireren. Maar wat zit nou in deze beelden dat me zo blijft bezighouden en wat hebben deze beelden wat al die honderdduizenden andere beelden niet hebben? Hetzelfde heb ik met het werk van graficus Escher. Het is me opgevallen dat Johansson geïnspireerd is door Escher. Wat is hier nou de kracht van? Daarom is mijn hoofdvraag: Wat is de relatie tussen het werk van Escher en Johansson? 1.2 Hoofdvragen en deelvragen Om antwoord te krijgen op de hoofdvraag: Wat is de relatie tussen het werk van Escher en Johansson, heb ik de volgende deelvragen bij geformuleerd: • Liggen dezelfde ideeën en technieken aan de basis van Johansson en Escher zijn werk? • Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten tussen het werk van Escher en Johansson? • Is Johansson iemand die met meer middelen verder gaat waar Escher is opgehouden? 1.2 Doelstelling Door onderzoek te doen op deze vragen wordt antwoord verkregen op de hoofdvraag. Als CMD’er is dit belangrijk om te weten om je te kunnen onderscheiden en op te vallen. Hierdoor leer je kritisch naar beelden te kijken. Hoe nemen mensen beelden waar en wat is nou zo speciaal aan het werk van Escher en Johansson? Waarom blijft dit me nou zo prikkelen? Als ik weet hoe Escher en Johansson te werk gaan, waar zij hun inspiratie vandaan halen en hoe de prenten tot stand zijn gekomen, kan ik dit toepassen in mijn eigen werk. De doelstellingen van het onderzoek zijn: • kritisch naar beelden kunnen kijken • inzicht hebben hoe mensen beelden waarnemen • vaststellen wat speciaal is aan het werk van Escher en Johansson • weten hoe Escher en Johansson te werk zijn gegaan en waar zij hun inspiratie vandaan haalden 3
2. Definities
Het werk van Escher is zo bekend geworden vanwege zijn optische illusies, vlakvullingen en gedaanteveranderingen. Daarom heb ik opgezocht wat de definities optische illusie en vlakvulling precies inhouden: 2.1 Optische illusie Term gevonden op Wikipedia: “Gezichtsbedrog of een optische illusie is iets wat het oog waarneemt, dat door de hersenen anders geïnterpreteerd wordt. Gezichtsbedrog toont meestal eigenschappen van ons visueel perceptiesysteem aan, de mechanismen in de hersenen die grotendeels bepalen wat wij menen waar te nemen. Er zijn globaal twee foutenbronnen: 1. fysiologische illusies, gebaseerd op eigenschappen van het menselijk oog. Voorbeeld: een nabeeld op het netvlies, of van ver een reclamepaneel als homogeen gekleurd zien, terwijl het feitelijk gestippeld is. 2. psychologische illusies, waarbij de hersenen de signalen verkeerd interpreteren. Voorbeeld: een onmogelijke figuur waarnemen, of een gezicht in de wolken onderscheiden.” 2.2 Vlakvulling Term gevonden op Wikipedia: “Een betegeling of tessellatie van een vlak staat voor een collectie van vormen die dit vlak in zijn geheel opvullen zonder dat sommige tegels elkaar mogen overlappen.” 2.3 Wie zijn Escher en Johansson? Escher Maurits Cornelis Escher was een beroemde graficus en leefde van 1898 – 1972. Zijn werk staat bekend om de interessante perspectieven, vlakvullingen en optische illusies. In 1916 maakt Escher zijn eerste linoleumsneden en tevens zijn eerste grafische werk. In Haarlem heeft hij van 1919 tot 1922 een opleiding tot graficus gevolgd aan de school voor bouwkunde en kunstnijverheid. Samuel Jessurun de Mesquita is hier zijn belangrijkste leermeester. In datzelfde jaar maakt hij een rondreis in Spanje en maakt hij voor het eerst kennis met de mozaïeken van het Alhambra te Granada, die bepalend zijn voor zijn werk. Later meer hierover.
4
2. Definities
Johansson Erik Johansson (1985 tot heden) komt oorspronkelijk uit Zweden en leeft en werkt op dit moment in Zweden en Duitsland. Duitsland voor de industriële beelden en Zweden als hij ruimte en landschappen wil fotograferen. Op zijn 15e begon Johansson digitaal te fotograferen. In 2005 heeft Johansson computer techniek gestudeerd in Göteborg. Tijdens deze studie kreeg hij steeds meer inspiratie voor het maken van beeldbewerkingen. Johansson had veel ideeën in zijn hoofd om doormiddel van bewerkingen surrealistische beelden zo realistisch mogelijk te maken. In de tijd dat Johansson een master interaction design volgde, wilde hij eigenlijk verder in de fotografie. Johansson publiceerde zijn portfolio online en kreeg steeds meer klanten. Hij begon fulltime te werken als freelance fotograaf. Sinds 2012 is Johansson verhuisd naar Duitsland en heeft ondertussen grote klanten als Adobe, Google en Microsoft.
5
3. Liggen dezelfde ideeën en technieken aan de basis van het werk van Esher en Johansson? 3.1 Inspiratiebronnen en ideeën Escher R. Penrose De Engelse wiskundige Penrose bezocht in 1954 een tentoonstelling van Escher in Amsterdam. Hij was erg onder de indruk van zijn wiskundige en onmogelijke figuren. Daarom besloot Penrose ook ontwerpen te maken, waaronder de onmogelijke driebalk. Ook zijn vader was hiervan onder de indruk toen hij de onmogelijke driebalk zag. Zijn vader probeerde verschillende figuren te tekenen waaronder de oneindige stijgende trap (deze is gebruikt bij de film Inception). Over deze gemaakte figuren publiceerden ze samen een artikel in ‘The Britisch Journal of Psychology’ in 1958. Een vriend van Escher liet het artikel aan de graficus zien. Omgekeerd werd Escher weer geïnspireerd door Penrose en maakte verschillende prenten waaronder, Klimmen en dalen. In 1961 maakte hij de Waterval waarin twee driebalken zijn verwerkt. Tevens een perpetuum mobile in 2D. (C. van Campen, 1993, p116-117)
Vlakvulling en Kristallografie Als Escher in 1937 verhuist naar Ukkel (Belgie) maakt hij zijn eerste metamorfose. Kristallografie Hij laat Metamorfose 1 aan halfbroer Mauck zien waarop Mauck een artikel toont aan Escher waarvan hij denkt Escher dit wel interessant zal vinden. Het artikel gaat over de 17 systemen van Pólya. Dit is een manier waarop kristallen zich opdelen. Het fascineert Escher en hij maakt er een studie van. Hij past deze formules toe om zijn vlakvullingen te maken. Het is een manier om figuren eindeloos te herhalen. In de bijlage is meer te vinden over de Pólya systemen. (M.Piller, 2013, Vimeo)
6
3. Liggen dezelfde ideeën en technieken aan de basis van het werk van Esher en Johansson? 3.2 Inspiratiebronnen en ideeën Johansson Johansson haalt inspiratie uit alledaagse bezigheden, natuur en werk van andere kunstenaars zoals: • Salvador Dali – Spaanse surrealisme schilder • M.C. Escher – Hollandse graficus • René Margritte – Belgische surrealisme schilder • Rob Gonsalves – Canadese schilder • Jacek Yerka – Poolse schilder • Shaun Tan – Australische illustrator • Mattias Adolfsson – Zweedse illustrator • Sven Nordqvist – Zweedse illustrator/ auteur Johansson omschrijft zijn werk zelf als surrealistische beelden die op een manier zijn uitgewerkt dat ze realistisch overkomen. De foto’s zien eruit alsof ze zo gefotografeerd hadden kunnen zijn. Hij fotografeert niet het moment maar een idee. In Ted spreekt hij over het ophouden van het fotografie proces wanneer je op de ontspanknop drukt. Voor zijn gevoel zit er meer in het medium fotografie. Hij legt uit dat er meer mogelijkheden zijn en bij hem begint het proces juist na het drukken op de knop.
7
3. Liggen dezelfde ideeën en technieken aan de basis van het werk van Esher en Johansson? 3.3 Technieken en werkwijze van Escher Escher vond dat hij niet goed kon tekenen. Hij bedoelde dat hij niet uit zijn hoofd kon tekenen en voorstellingen kon maken van objecten. (Bruno Ernst, 2012, p72-73) Escher maakte zijn ontwerpen op papier en vertaalde deze in houtsneden, houtgravures en litho’s. De ene techniek paste hij meer toe dan de andere. Hij gebruikte de volgende technieken: (Bruno Ernst, 2012, p19-20) • litho • houtsnede • mezzotint • linoleumsnede • houtgravure • waterverf • etsen • potlood • inkt • verf • krijt 3.4 Technieken werkwijze van Johansson Johansson werkt met digitale camera’s om vervolgens zijn foto’s te bewerken in Photoshop. De beelden zijn opgebouwd uit meerdere, soms wel honderd lagen. De apparatuur die hij gebruikt omvat: Hasselblad H5D-40, Hasselblad HCD 35-90 en Adobe Photoshop. Het is zo dat Johansson nooit ‘stock’ beelden gebruikt maar alles zelf fotografeert. Hier ligt voor hem de uitdaging en is tevens de reden dat het er zo realistisch uitziet. Alles is gefotografeerd vanuit dezelfde hoek en lichtval. Hierdoor kan hij alle beelden tot één geheel vormen doormiddel van Photoshop.
8
3. Liggen dezelfde ideeën en technieken aan de basis van het werk van Esher en Johansson? Johansson vertelt dat zijn werk draait om planning en deze kent verschillende fases: Het idee schetsen, de juiste plekken zoeken en dat beeld fotograferen. (Erik Johansson, 2013, Adobe Max) 3.5 Conclusie Escher en Johansson gebruiken niet dezelfde ideeën en technieken aan de basis van hun werk. Beiden gebruiken een andere techniek: Escher maakt vooral lithografieën en Johansson foto’s. Ook de inspiratiebronnen zijn verschillend: Escher doet meer (intuïtief) onderzoek naar wetenschappelijke kwesties. En Johansson maakt vooral onwerkelijke beelden die er realistisch uitzien: alsof ze zo gefotografeerd hadden kunnen zijn. Alsof het surrealistische beelden zijn uit het dagelijkse leven.
9
4. Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen het werk van Escher en Johansson? 4. 1 Waarom ‘Boven en onder’ en ‘ Nightmare perspective ?’ Bruno Ernst heeft een boek geschreven over het leven en werk van Escher. In dit boek, De Toverspiegel van M.C. Escher heeft Bruno Ernst een analyse van zijn werk gemaakt. Op basis daarvan heeft hij zijn prenten onderverdeeld in drie gebieden en drie verschillende thema’s. Dat zijn de volgende: 1. Structuur van de ruimte a) landschapprenten (1922-1937) b) doordringen van verschillende werelden c) abstracte, mathematische ruimte figuren 2. Structuur van het platte vlak a) metamorfosen (1937-1945) b) kringlopen c) oneindigheidsbenaderingen 3. De relatie tussen ruimte en plat vlak met betrekking tot het afbeelden a) het wezen van het afbeelden (conflict ruimte-plat vlak) b) perspectief (1946-1956) c) onmogelijke figuren Niet al het werk van Johansson is onder te verdelen in deze categorieën. Het onderzoek wordt te complex als ik alle beelden apart vergelijk. Als ik dit zou doen, zou ik geen scherpe conclusie kunnen trekken en geen antwoord kunnen krijgen op mijn onderzoeksvraag.
10
4. Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen het werk van Escher en Johansson? Daarnaast schrijft Bruno Ernst het volgende over Boven en onder in De toverspiegel van M.C. Escher:
“Naast Prentententoonstelling is Boven en onder wellicht het beste werk uit zijn oeuvre”. - B. Ernst (1978), De toverspiegel van M.C. Escher
Conservator Micky Piller van het Escher museum geeft aan dat Boven en onder een goede prent is om te analyseren. Ze vindt het een leuke interpretatie van het werk van Escher. Tevens geeft Johansson een eigen twist aan de prent. Ook behoort de prent tot de categorie perspectief. Dit is een categorie waar het werk van Escher juist zo bekend om staat en nog steeds van grote invloed op ons is. Daarom heb ik gekozen om ‘Boven en onder’ en ‘Nightmare perspective’ van Johansson naast elkaar te leggen en te vergelijken in een analyse apparaat. Deze zijn te bekijken in de bijlage. 4.2 Conclusie Overeenkomsten • onmogelijke beelden • de lagen ‘boven’ en ‘onder’ • 2D Verschillen • mediumgebruik: lithografie en fotografie • centraalverdwijnpunt, deze is bij Johansson prominenter in beeld gebracht. • sinusvorming (Escher) en hoekvormen (Johansson) • framing: Johansson benadert het onderwerp dichterbij • de nadir en zenit punten zijn bij Escher duidelijk aan te wijzen. Bij Johansson liggen deze iets uit het midden (de lampen). Bij Johansson lijk je al sneller grip te krijgen op de constructie van de foto. Het werk van Johansson is niet zo ingenieus als Escher. Het centrale (verdwijn)punt is prominent in beeld gebracht, ten opzichte van het werk van Escher. Hierdoor kan ons oog makkelijker kiezen om één standpunt aan te nemen. En juist dat is de kracht van Escher in Boven en onder. Johansson lijkt het geheim al snel te verklappen en gebruikt het middel als een trucje. Het blijft een grappige foto, maar toch heb ik meer waardering voor Escher. Het beeld van hem zit complexer in elkaar. De belangrijkste overeenkomst die Escher en Johansson hebben is dat ze beide onmogelijke beelden maken. Boven en onder is objectiever en met een andere intentie gemaakt dan het werk van Johansson. Nightmare perspective gaat meer om het gevoel en is een droomachtige weergave.
11
5. Is Johansson iemand die met meer middelen verder gaat daar waar Escher is opgehouden? Architectuur fotograaf, kunstgeschiedenis en fotografie docent Joop van Reeken geeft aan dat Escher zo goed kon tekenen dat als hij het gewild had ook had kunnen maken wat Johansson op dit moment creëert met Photoshop. Hij is wel blij dat Johansson ook eigen beelden maakt die hij erg sterk vindt, zoals bijvoorbeeld Road Workers Coffeebreak, Melting Point, Arms break, vases don’t etc. Hij vindt humor belangrijk in de beelden van Johansson. Dat vindt hij een aanvulling, bij Escher ziet hij die niet. 5.1 Hoe zou Escher zijn werk kunnen verbeteren? Ik vroeg aan Micky Piller wat zij het beste werk van Escher vond. Daarop gaf ze als antwoord dat ze Metamorfose drie niet het beste vond maar het spreekt haar wel het meeste aan. Vooral omdat het technisch zo knap is. “Relativiteit en een andere wereld. Het is nooit een doel opzich als autonoom kunstwerk bedoeld geweest maar een studie. Dat wij dat een kunstwerk vinden dat is weer wat anders.”
- M. Piller (2014), interview seminar
Joop van Reeken is van mening dat het antwoord op deze deelvraag simpel is en niet beter had gekund. Micky Piller geeft aan dat Escher het in zijn jeugdjaren heel erg leuk zou hebben gevonden om animaties te maken. 5.2 Hoe zou Johansson zijn werk kunnen verbeteren? Na het onderzoek ben ik van mening veranderd. Het werk van Johansson lijkt een aftreksel te zijn een truuc die je al snel door hebt. Ik vind het werk van Johansson nog steeds grappig. Ik ben het werk minder gaan waarderen omdat hij veel ‘jat’ zoals de beelden hieronder. Ik ben het met Joop van Reeken eens van en zijn eigen (bedachte) beelden vind ik het sterkst. Van deze foto’s heb ik geen ‘jatwerk’ kunnen ontdekken. Ik ben van mening dat als hij zijn werk wil blijven overtreffen, het beste dichtbij zichzelf kan blijven in plaats van te veel kijken naar wat andere kunstenaars maken.
12
6. Kan je met Photoshop Esher achtige effecten tot een nieuwe hoogte brengen? 6.1 Visie Joop van Reeken Joop van Reeken vindt dat Escher zo goed kon tekenen dat als hij het gewild had ook had kunnen maken wat Johansson op dit moment creëert met Photoshop. Wellicht zou het hem tijd hebben bespaard waardoor hij sneller aanpassingen had kunnen maken en uitwerkingen sneller had kunnen realiseren. In de documentaire wordt verteld dat Escher nog te veel ideeën had die hij wilde maken en hierdoor niet verder wilde gaan met de techniek mezzotint. Hij zag dit als tijdverspilling en wilde nog teveel ‘onderzoeken’ en visualiseren. Photoshop had meer mogelijkheden kunnen bieden. 6.2 Visie Micky Piller Micky Piller vertelt dat Escher het erg leuk zou hebben gevonden om animaties te maken en te spelen met bewegingen en tijd. Dan had hij bijvoorbeeld de personen op Klimmen en Dalen kunnen animeren. Toch blijft dit een vraag ‘in de categorie ‘wat als...’ Bruno Ernst schrijft in het boek De Toverspiegel van M.C. Escher dat de graficus vooral was gefascineerd door de conflictsituatie van tekenen op papier. Je kan suggereren dat je als kijker een driedimensionale wereld ziet terwijl het vel tekenpapier tweedimensionaal is. Escher spreekt van een soort superbedrog. Dit conflict laat de graficus goed zien met de prent Reptielen uit 1939. Cinnema 4D zou wel een uitkomst voor hem zijn geweest om deze plaat in een animatie te bewerkstelligen. Micky Piller verteld dat Escher vooral anderen wilde laten zien hoe tijd en ruimte in elkaar steken: “hij evalueert langzaam maar zeker en geeft lezingen over het onmogelijke: volgens mij bestaat zijn werk uit een weergave van eeuwigheid (tijd) en oneindigheid (ruimte) en gaat het voortdurend hierover. Na de oorlog vindt hij de vormen. Daar spelen vlakvulling en optische illusie: gedaanteverwisselingen een cruciale rol in. Combineer je dat dan kom je heel vaak op die doorgaande beweging uit. Perpetuum mobile.” - M. Piller (2014), interview seminar
13
7. Conclusie
7.1
Eindconclusie
Johansson fotografeert niet het moment maar een idee. Dat is een juiste gedachte om vernieuwend te blijven. Ik heb tijdens dit onderzoek nog meer waardering gekregen voor het werk van Escher. Ik vind het moeilijk antwoord te geven op de vraag hoe hij zijn werk had kunnen verbeteren. Als ik dan écht een antwoord moet geven hierop is dat hij meer gevoel zou kunnen aanbrengen in zijn prenten. Naar alle waarschijnlijkheid heeft hij dat bewust niet gedaan om geen ‘ruis’ te krijgen in de prenten m.b.t. zijn studie naar ruimte en tijd. De intuïtieve wiskundige formules en uitkomsten die hij heeft ondervonden wilde hij visualiseren. Joop van Reeken is van mening dat Escher even veel middelen had als iemand met Photoshop. Hij vindt dat Escher goed kon tekenen. Humor is bij het werk van Johansson belangrijk en bij Escher juist niet. Ik denk dat hier dan ook het antwoord ligt op mijn vraag Wat is de relatie tussen het werk van Escher en Johansson? Escher werkt precies zijn visualisaties uit, zoals het moet; om antwoord te krijgen op zijn onderzoeken. Zijn werken zijn karakteristiek door zijn mediumgebruik. Ik vroeg Joop van Reeken wat hij vind van de combinatie wiskunde en kunst:
“Men zegt dat de composities van Bach (voor mij de grootste componist aller tijden) aan streng wiskundige principes beantwoorden. Het hele fysieke leven is (mede) gebaseerd op wiskundige wetmatigheden, dus waarom de kunst niet?”
14
- J. van Reeken (2014) - interview seminar
7. Conclusie
Escher blijft dichtbij zichzelf en visualiseert de uitkomsten om deze kennis te delen met anderen. Daar ligt de kracht van Escher. Hij blijft hierbij objectief waardoor zijn prenten soms een beangstigend gevoel kunnen geven en kil kunnen aandoen. Johansson maakt zijn foto’s met een andere reden dan Escher: Hij heeft de intentie iets ‘moois’ te maken. En ondertussen geniet hij van de eindeloze mogelijkheden die Photoshop heeft. En creëert hij een bepaald gevoel in zijn onmogelijke beelden. Johansson Escher • ander doel, iets ‘moois’ maken en geniet van de • doet vooral onderzoek mogelijkheden die Photoshop hem geven bij het maken • visualiseert (intuitief) formules (objectief) • (toevallig) tegelijkertijd van beeldmanipulaties • karakteristiek door het mediumgebruik • geïnspireerd door andere kunstenaars (gevoel) • geeft zijn eigen twist hieraan • vernieuwend door ander mediumgebruik 7.2 Wat hebben CMD’ers hieraan? • • • •
wetmatigheden op creatieve wijze toepassen op een vernieuwende manier out of the box denken en deze visualiseren kritisch kijken naar beelden origineel en opvallend zijn door onmogelijke beelden te kunnen maken
7.3 Wat is de volgende stap? Johansson heeft verschillende illusies gemaakt in het echte (fysieke) leven m.b.t. reclame campagnes: http://erikjohanssonphoto.com/work/skrapan-illusion/ Ik denk dat er ook andere mogelijkheden zijn om het werk van Escher op een nieuw niveau te brengen. Escher heeft bewuste keuzes gemaakt m.b.t. zijn visuele uitwerkingen: alles wat hij maakte, was functioneel. Hij gebruikte alleen kleur als dat écht nodig was. Hij liet de pilaar staan in Prentententoonstelling (ook al vond hij dit niet mooi) omdat deze functioneel was voor het Droste effect. Je zou kunnen stellen dat zijn werk rationeel is. Dit maakt zijn werk zo sterk. Er is altijd een duidelijke keus gemaakt. Tegelijkertijd denk ik dat hier nieuwe kansen liggen: onmogelijke werelden animeren en deze zijn eventueel toe te passen in films. Gérald Ligonnet heeft in Cinnema 4D een prachtige weergave gemaakt van Boven en onder: http://vimeo.com/49981074. Door de werelden van Escher in 3D te visualieren ontstaan er conflicten. Zoals eerder beschreven is dit eigenlijk onmogelijk. Deze ‘super bedrogen’ zijn interessant om weer te geven door middel van nieuwe ontwikkelingen. Cinnema 4D zou hier een uitkomst in bieden om animaties te maken.
15
7. Conclusie
Het spel Monument Valley is een mooi voorbeeld. Je kan als gamer door onmogelijke werelden lopen: http://www.monumentvalleygame.com Het lijkt me interessant om visualisaties van een animatie wereld te combineren met de echte wereld: wellicht zou een green screen het probleem van een 2D en 3D wereld kunnen oplossen. Inception heeft de Penrose trap gebruikt. Maar hoe fantastisch zou het zijn als de acteurs letterlijk nog een stap verder kunnen doen op deze onmogelijke trap en kunnen blijven doorlopen? De volgende animatie is een weergave wat ik bedoel, maar dan met echte acteurs in een realistische wereld: http://www.youtube.com/watch?v=dOlnn04g9K4 Als designer is dit een leuke mogelijkheid om op een vernieuwende manier te spelen tussen eeuwigheid (tijd) en oneindigheid (ruimte).
16
8. Bijlagen
8.1 Analyse apparaat Escher
17
8. Bijlagen
Titel
Boven en onder
Jaartal
1947
Inspiratie
Penrose; onmogelijke figuren en zijn oude HBS schoolgebouw. Escher ging hier naar school van 1912 t/m 1918. Hij heeft voor drie prenten, waaronder Boven en onder veel inspiratie uit het centrale deel uit het gebouw gehaald.
Foto: www.escherinhetpaleis.nl Techniek (medium)
Litho
Kleur
Bruin tint
Lichtval
Zacht, dat komt van rechts boven
(Vertelde)tijd
Overdag: het licht oogt als ’s middags. De lucht is niet donkerbruin. Er staan geen maan en sterren aan de hemel.
Zenit en Nadir
In het begin dacht ik dat de prent van boven naar onder was gespiegeld. Als je nog eens goed kijkt is dit niet het geval: de onderste prent is anders dan de bovenste en toch is het één geheel. Het centrale verdwijnpunt (het plafond/ vloer in het midden is tegelijkertijd het punt recht boven en recht onder). Dit heet het Zenit en Nadir punt.
Framing
Escher heeft een plein afgebeeld op de prent en afgesneden bij de (rechter) toren. Hij heeft boven nog een stuk plafond afgebeeld en onder een stuk vloer (plafond) Dit suggereert dat de afbeelding buiten het kader verder doorloopt.
Compositie
Alle vier de personen staan aan de linkerkant van de prent. Rechts is architectuur te zien. Toch is het beeld in evenwicht door de palmboom en de toren die rechts in beeld staan.
Hoeveel mensen zijn er afgebeeld
Vier (als kijker kan je je afvragen of het vier personen zijn; je ziet dezelfde situatie afgebeeld in twee perspectieven: boven en onder). De mannelijke personen boven en onder lijken ‘dezelfde’ te zijn. Ook de vrouw is ‘dezelfde’ persoon. De mensen zijn (licht) neutraal gekleed. Ze hebben dezelfde (zachte) tonen als de omgeving.
Is de prent te herhalen?
Het zou fantastisch zijn als het plafond van boven naadloos zou aansluiten op het ‘onder’ gedeelte en de prent, net zoals de metamorfose eindeloos te herhalen zou zijn. Helaas is dit net niet het geval, het plafond sluit niet netjes aan.
18
8. Bijlagen
•
Wat wordt er verteld?
De prent van Escher is een echte droomwereld. Het is onmogelijk en het gaat maar door. Maar toch: wat je als kijker ziet, het is raar maar toch lijkt het te kloppen. Boven en onder is objectiever vergeleken met Nightmare perspective. De personen vallen een beetje weg tegen de achtergrond. In eerste instantie zag ik geen personen. Na beter te kijken zag ik dat er vier zijn afgebeeld. De prent van Escher is zachter: het licht, de kleuren, het contrast. Hij zet je op een dwaalspoor. Hoe langer je kijkt hoe meer je ziet en minder van de constructie snapt. Escher heeft de prent gemaakt als een studie naar perspectief. De graficus maakt gebruik van ‘ronde’ hoeken. Het plafond is het centrum van de plaat. “Geen wonder dat ons oog geen rust vindt: het kan zijn keuze niet bepalen uit twee gelijkwaardige standpunten. Het blijft aarzelen tussen het tafereel van boven of van onderen, terwijl de prent toch op ons afkomt als een eenheid; een mysterieuze eenheid van twee onverenigbare aspecten van een zelfde visueel gegeven.”
- B. Ernst (1978), De Toverspiegel van M.C. Escher
Hoe langer je kijkt hoe meer je ziet en je meer afvraagt hoe het in elkaar zit. Het is zo complex en ingenieus! Niet alleen zijn er twee beelden samengevoegd waardoor de plaat meerdere ‘lagen’ heeft. Maar door de trappen, portjes, en ramen oogt de prent complex en ruimtelijk met veel diepte. Eschers uitleg van de constructie boven en onder
19
8. Bijlagen
8.2 Analyse apparaat Johansson
20
8. Bijlagen
Titel
Nightmare perspective
Jaartal
2010
Inspiratie
Escher: Boven en onder
Techniek (medium)
Fotografie
Kleur
Vooral koude kleuren
Lichtval
Hard: Links (boven) uit het raam
(Vertelde)tijd
Het verhaal speelt zich af in één kamer. De kijker zou het kunnen zien als twee kamers (boven en onder). Het is ’s nachts. Hoewel mijn eerste indruk was dat het overdag was. Dat komt omdat het licht uit het raam erg helder is waardoor er een hard contrast is gecreëerd. Toen ik beter keek zag ik dat de lucht donker blauw gemaakt is en er een maan aan de hemel staat.
Zenit en Nadir
Er is geen sprake van de punten Zenit en Nadir. Je zou de lamp hiervoor kunnen aanzien. Echter hangt deze net iets uit het midden. Johansson gebruikt ‘rechte’ perspectieflijnen die naar het verdwijnpunt gaan.
Framing
Johansson is dicht op het onderwerp gaan zitten. Er is slechts één kamer te zien. Deze is afgesneden bij de muur. Bij de bovenkant van de foto is het stuk plafond afgesneden. Hierdoor is het niet duidelijk hoe hoog het plafond is. Als Johansson de (bovenste) foto iets anders had gemaakt zodat het plafond er nog op had komen te staan had het wellicht een nog benauwder effect gegeven. De muren die op je afkomen. Dat is een verschil. De plaat van Escher heeft boven nog een stuk plafond en bij Johansson is dit niet het geval.
Compositie
De persoon staat rechts van de foto afgebeeld.
Hoeveel mensen zijn er afgebeeld
Er zijn twee mensen afgebeeld. Het gaat om dezelfde vrouw.
Is de prent te herhalen?
Nee, dit komt omdat er aan de bovenkant van de prent geen plafond is waardoor het beeld niet te herhalen is. Johansson zou zijn foto kunnen verbeteren door de theorie van Escher toe te passen m.b.t. de sinusvorming. Ik ben benieuwd hoe je de foto dan zou waarnemen. Ik denk dat het beeld dan complexer in elkaar zou zitten. Zoals de foto nu is wordt het trucje al vrij snel verraden omdat het plafond zo prominent in beeld is gebracht.
21
8. Bijlagen
•
Wat wordt er verteld?
De foto van Johansson ziet er realistisch uit. Het beeld is niet te herhalen en het stopt. Dit is ook heel erg het leven. Johanssons werk is hard. En het ‘verhaal’ speelt zich af in een kamer. De personen spelen een prominente rol en ze kijken allebei naar beneden. Het onderste beeld is meer van onder gemaakt ten opzichte van het werk van Escher. Johansson heeft een extreem laag standpunt ingenomen. Je wordt als het ware het beeld in getrokken. Het is allemaal wat opvallender ten opzichte van Onder en boven. De sfeer is beangstigender. De persoon houdt zich goed vast aan het bed om er niet uit te vallen. De foto is helder, het is duidelijk hoe de constructie in elkaar zit. Het gaat vooral om het plafond en de sfeer. Johansson heeft de plaat gemaakt in de categorie iets ‘moois’ te willen maken. De plaat is bedoeld als kunst. Hij heeft gebruik gemaakt van ‘rechte’ hoeken. Hij gebruikt geen ‘ronde’ perspectief lijnen zoals Escher dat doet.
22
8. Bijlagen
8.3 Pólya systemen Foto’s: www.escherinhetpaleis.nl
23
8. Bijlagen 8.4 bronnenlijst • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
24
Boek: Campen, C. (1993), Beeldillusies gezichtsbedrog in afbeeldingen sinds de renaissance, mei 2014, blz.116 - 117 Ernst, B. Taschen (2012) De Toverspiegel van M.C. Escher, mei 2014 blz. 19 - 20 Ernst, B. Taschen (2012) De Toverspiegel van M.C. Escher, mei 2014 blz. 24 - 25 Ernst, B. Taschen (2012) De Toverspiegel van M.C. Escher, mei 2014 blz. 53 - 58 Ernst, B. Taschen (2012) De Toverspiegel van M.C. Escher, mei 2014 blz. 72 - 75 Locher, J.,L. (1981), Leven en werk van M.C. Escher het levensverhaal van de graficus, mei 2014, blz. 6 Informatie van website: Adobe MAX Keynote day 2 (2013). Geraadpleegd op https://www.youtube.com/watch?v=t_owQnZ5lFg De officiele website (2013) technieken. Geraadpleegd op http://www.mcescher.nl/galerij/ Erik Johansson. (2014). biografie. Geraadpleegd op http://erikjohanssonphoto.com/about/faq-biography/ Johansson, E. (2013, mei). About Verkregen van, http://erikjohanssonphoto.com/about/ Johansson, E. (2013, mei). FAQ & Biography Verkregen van http://erikjohanssonphoto.com/about/faq-biography/ Johansson, E. (2013, mei). Illusion Verkregen van, http://erikjohanssonphoto.com/work/skrapan-illusion/en https://www.youtube.com/ watch?v=BRAM8MpqIeA M.C. Escher documentary (2013, februari). About the life of M.C. Escher. Verkregen van https://www.youtube.com/ watch?v=g4VAxilTRGs Monument Valley. An illusory adventure of impossible architecture and forgiveness Verkregen van, http://www.monumentvalleygame.com Meerdervoort. In Wikipedia. Verkregen op 7 mei, 2014, van http://nl.wikipedia.org/wiki/Gezichtsbedrog Ted Talk (2011, november). Impossible Photography Erik Johansson. Verkregen op 22 april 2014, van https://www.ted.com/talks/erik_ johansson_impossible_photography Vysotsky. In Wikipedia. Verkregen op 6 juni, 2014, van http://nl.wikipedia.org/wiki/Regelmatige_vlakvulling Blog post: Piller, M. (2013, Juli - augustus). Escher van de maand Juli en augustus 2013. Verkregen van http://www.escherinhetpaleis.nl/escher-van-de-maand/archief/escher-van-de-maand-juli-agustustus2013/ Informatie interview: M. Piller (2014) Conservator Escher in het Paleis. Geraadpleegd op 13 mei 2014. van Reeken, J. Fotografie en kunstgeschiedenis docent. (2014). Gaat Johansson met meer middelen verder (e-mail). Geraadpleegd op 21 mei 2014.